Jongensspel


Vader: 13 November 1850. Dirk vermaakt zich in zijn vrije uren bijzonder met Anton en Jan Vrendenberg in onzen tuin met een groot gat, hetwelk zij daar gegraven hebben, en ‘t welk zij ZEE noemen, terwijl zij aan eilandjes, banken, havens, baaijen, enz allerlei namen geven.

7 Maart 1851. Dingsdag hebben wij het drukkerijtje gekregen van oome Juriaan, er waren vele letters en wij hebben ook een drukpersje.
Dirk heeft nu een nieuwe graaf gekregen een zeer scherpe, hij wil wel best spitten.

Maandag 9 Juny 1851. Nu heb ik gister met Willem gespeeld. Wij hebben ook een wandeling gedaan. En wij hebben ook in de tuin gespeeld. En toen [wij] wandelen gingen hebben wij ook in het park geweest. En Grietje had gister ook mijsjes gehaald. En Grietje speelde met de wagen en wij liepen de wagen achterna net zoo lang tot dat wij vooruit waaren en toen wezen wij de weg en toen wij weg gingen kregen wij nog een stukje koek.

17 juny 1851. Nu heb ik een tentoonstelling gemaakt van een sigarenkistje, ale avonden een bedrijf. Nu heb ik vertoont van aschepoest. Elk gaf twee spelden en Menno een en heb ik al vijftien spelden, morgen laat ik ze prikelen en overmorgen laat ik ze weer vertoonen, dan heb ik op het laatst wel veertig spelden en ik doen er ook wat bij de comedie die Dirk, Toon en Jan [Vrendenberg] hier maken zulen in het schuurtje en dan geeven wij ook spelden dan komen er ook een heeleboel jongens. Samuel Huizinga

Vrijdag 29 Aug. Ik heb gister koordslaan geleerd. En ik gebruik het om er paard mee te spelen. Moeder heeft het ons geleerd, dan deden wij vier koordknuppels die vader van kegels gemaakt heeft aan een koord en sloegen die door malkander heen.

Zondag 7 September. Nu heb ik de hoepels van Moeders stukende krans gekregen. Die krans die moeder op moeders verjaardag gekregen heeft en daar gaan ik eens de proef van nemen of ik er een doos van maaken kan. Dan plak ik het alemaal digt en dan doen ik er een klepje aan en dan is het een doos. –

Maandag 8 September 1851. 1/2 9 –6 / Vader heeft gezegd dat ik van de krans geen doos van maaken kan.

9 september 1851. Nu maak ik dropwater want ik heb gister door een sent drop gekocht en toen kreeg ik twee stuken en nu hebben ik en Sientje een fleschje en daar maaken wij het in.

Dingsdagavond 30 September. Nu is strakjes Zijbrand en Johannes Kijser hier geweest, wij hebben gespeeld stuivertje wisselen en blindemantje en klokslag hoe laat is ’t en krijgertje en wegkruipertje. Zij gingen weg toen wij de lam[p] al ophaden.

Woensdag 8 October 51. Strakjes hebben wij voor huis houdroogje gespeeld, en nu is het te laat om te spelen.

Donderdag 9 October 1851. Nu is Dirk bezig met een niew lijsterspel te maken voor Bruno Bok, dat spel heeft hij zelfbedacht. Dirk en Antoon heben nu ook zulk een spelletje maar Dirk heeft toch het grootste.

Zaturdagavond 25 October 1851. Nu hebben wij strakjes het Dominospel gespeeld.

Maandag den 3 November 1851. Gister ben ik naar Do Vrendenberg geweest en Dirk ook. Daar hebben wij wegkruipertje gespeeld en daar heeft Dirk het kaakspel gespeeld.
[In de eerste weken na het overlijden van hun moeder op 29 0ctober waren de Huizinga-kindertjes veel bij de familie Vrendenberg in huis.]

Donderdag 11 December. Gister Jan hier, of wij van dezen middag bij Do Vrendenberg kwamen (dat was Dirk, Grietje en vader) om daar een haas te eten en toen zijn Toon en Jan hier nog een tijdje gebleven om aan de zee te spitten en toen heb ik mijn steden klaargemaakt behalve een stad.

XV Zondag 15 februarij 1852. Nù ontbreeken aan het dominospel vijf dominostukken, van 0,9 van 5,5 van 0,5 van 1,1 van 4,9. Er ontbraken eerst 6 dominostùkken, maar toen wij naar Oostrend ter kerk gingen, zijn wij op de terugreis naar P. Keiser ingegaan, waar de vrouw (op het laatst, toen wij net weg gaan wilden) een dominostùk op de grond vond dùs kwam er een bij dat er dùs nù vijf ontbreken.

V Vrijdag 5 Maart 1852. Nù ben ik strakjes met het sleedje rijden geweest. Dirk kwam toen naderhand ook en wij zijn toen om over zeven uren teruggekomen.

Zondag 28 maart 1852. Nù hebben wij vandaag weder om de Boogaard gewandeld, toen wij digt bij Pieter Boon waren kwam Dirk met Antoon Vrendenberg, die gingen toen ook mede wandelen. Toen wij een beetje voorbij de Boogaard waren gingen wij aan het knikkeren (vader had de knikkers te hùis mede genomen) om een appel. Toen wij het knikkeren gedaan hadden gingen wij weder naar huis.

Donderdag 22 April 1852. Nù is Arend Kikkert van daag bij ons in den tùin geweest en wij hebben daar voor vogelnestje gespeeld, dan maken wij een nestje van hooi en leggen daar dan steentjes in (het welk de eijeren verbeelden) en een kind die geen nestje gemaakt heeft moet dan zoeken en wie elks nestje drie malen gevonden heeft dan moet hij het nestje verbergen. Wij hebben dit spelletje nog niet uit want Dirk heeft onze nesten noch niet gevonden.

Zatùrdag 24 April 1852. Nù is Aantoon Vrendenberg vandaag bij ons geweest en er is toen eene pùblieke verkooping van doppertjes voor pyleboogen en dorenvischjeshengels en pijleboogen en daarna hebben wij nog van nestje gespeeld.

Maandag 26 April 1852. Nù ben ik vandaag naar Arend Kikkert toe geweest om de verkooping te houden en wij hebben er drie cents bij gewonnen.

Dingsdag 27 April 1852. Nù is vandaag bij ons eene verkooping gehoùden voor prentjeszakjes, griffekokkertjes en kaartezakjes, daar hebben wij dertig griftjes bij gewonnen.

Zondag 2 Mei 1852. En ik heb van Middag ook met Arend Kikkert gekùyerd en wij hebben ook wat gekocht. En Antoon Vrendenberg en Betje Vrendenberg zijn hier ook geweest wij hebben met haar een heelen tijd geschommeld.

Zondag 9 Mei 1852. Nù ben ik vandaag met Meheer List naar de kerk gereden. En wij zijn toen bij Gerbrig Boon aangegaan en daar hebben wij een paar boterhammen gehad. Toen zijn wij naar de kerk [waar] gepreekt [werd] over de goede gevolgen van de Ongelukken. En toen wij van de kerk terug kwamen heb ik de heele tijd met P. Koning gespeeld; en hij wilde een keer de katten vangen want Gerbrig Boon had 3 katten en 2 honden, en toen hebben wij nog eens met de Grutterswaren aan spelen geweest en toen wij terùgkwamen hebben wij nog eens rond om de Boogaard gewandeld.

Woensdag 19 Mei. Nù zijn ik en Dirk met Korneles Bruin een eindje buiten de Bùrg geweest om in een boschje daar ergens eijeren ùit te halen. Wij kwamen ook bij een boschje en Korneles en Dirk gingen daar in en vonden daarin 5 kneue eitjes.

Zatùrdag 12 Junij 1852. Nù zijn Antoon Vrendenberg, Herman Kikkert, Arend Kikkert en Jan Vrendenberg van daag hier geweest, om het tooneelspelletje dat zij vertoonen zoùden te boùwen, en ik heb toen indertùschen met Arend Kikkert in den tùin gespeeld en toen het tooneelspeltje klaar was kwamen er zestien jongens op. Het was een spel van vier bedrijven en het heete ‘Het deurtjeschellen of de straatjongen van den Burg’, en het naspel was ‘De polkadansch’.

Zatùrdag 26 Junij 1852. Den Helder bij Dominee Douwes Dekker: Wij hebben vandaag gespeeld van bok, bok en haasje over en wij hebben in het prieeltje sprookjes verteld.

Dingsdag 29 Junij 1852. Nù is Frits Ledeboer en Loùisa Ledeboer hier vandaag geweest en Frits Ledeboer mag tot zeven ùùr blijven. Wij hebben van soldaatje, van schip en van paard gespeeld.

Donderdag 1 Julij 1852. Nù is Bram Ledeboer vandaag bij ons geweest speelen, wij hebben geschommeld en te paard gereden op het houten paard. En wij zijn naar Domine Ledeboer geweest met Edùard Dekker Korneles Dekker en Gerard Dekker. Er waren kinderen Laùrens Teijlor Frits Ledeboer Gerardùs van de Komisaris Edùard Korneles Gerard Dekker en ik. Wij hebben op het bleekveld gespeeld en wij hebben gespeeld van alle vogeltjes vliegen en wij hebben spreùkjes verteld.

Zatùrdag 18 Julij 1852. Nù is Aantoon Vrendenberg vandaag bij ons geweest en wij hebben een schip gemaakt met twee masten een boegspriet met drie spaansche ruiters er bij.

Maandag 26 Jùlij 1852. Wij hebben eergisteren met Aantoon Jan en Dirk van schip gespeeld, er waren weder drie spaansche rùiters en twee masten er was ook een zeil dat men op en neder trekken konde.

Vrijdag 30 July 1852. Pieter Koning heeft gezegd dat hij morgen middag met Adriaan Keizer en Teùnes Koning karawassen [rietsigaren] gaat plùkken en dat ik dan mede mag De karawassen groejen bij Driehuizen, in slooten die meestal droog zijn, aan riethalmen.

Zatùrdag 31 Julij 1852. Vanmiddag ben ik om half drie naar Driehùizen om karawassen te plùkken. Toen wij bij Driehùizen waren hebben wij nog wat gedronken. Ik en Adriaan Keizer deden zamen karawassen en Pieter Koning en Teunes Koning deden zamen. De karawassen groeiden een eind ver van Driehuizen ik en Adriaan Keizer hebben er tachtig geplukt maar Pieter Koning en Teùnes Koning wel honderdenvijftig. Al de slooten die er waren, waren droog, een was er bij die een beetje moddrig was.

Zondag 1 Augustus 1852. Ik ben ook naar Arend Kikkert toe geweest deze was te hùis. Wij hebben met de soldaatjes gespeeld en wij hebben bij ons in de schommel gespeeld.

Maandag 6 September 1852. Ik heb vandaag met mijn hoepel naar het Witte Hek toegeweest, een eind de Schilpweg op, er gingen ook andere jongens na toe met hùnne hoepels. Dirk is er ook na toegeweest met zijn ijzeren hoepel die hij onlangs gekregen.

Woensdag 8 September 1852. Dirk heeft vandaag zijn scheepje laten varen, ik ben met hem medegeweest.

Woensdag 15 September 1852. Emelie en Theodoor Bok zijn bij ons geweest. Wij hebben beschuitjes met suiker en peren gehad. Wij hebben in de schommel geweest en hebben vele spellen gespeeld zooals Hans Zevenworst, De wandeling in de Zeologische tuin, Bilderlotto, Het kienspelen, Het Schimmelspel.

Donderdag 16 September 1852. Wij hebben vandaag met Jan Vrendenberg zijn slede gereden. Ik ben er twee maal opgeweest wij waren met ons zevenen.

Zondag 19 September 1852. Ik ben vandaag niet naar de kerk geweest. Dirk ook niet, Katrijn Roje wijn ook niet, wij hebben met de zandberg gespeeld.

Woensdag 29 September 1852. Emalia en Thedora Bok zijn ook bij ons geweest, wij hebben drie maal het loterijspelletje gespeeld, ook hebben wij het schommel en het kien spel gespeeld.

Zondag 10 October 1852. Sybrand, Herman en Aùgust Keizer zijn bij ons geweest. Wij hebben op het hobbelpaard gespeeld van nestje van het lesje. Wij hebben ook het domino en kien spel gespeeld. Wij hebben ook van paard gespeeld en gewandeld.

Zondag 24 October 1852. Ik heb vandaag met Arend Kikkert gewandeld, wij hebben ook in zijn hùis van wegkruipertjes gespeeld.

Vrijdag 11 Februarij 1853. Het heeft vandaag gesneeuwd, zoo zelfs dat wij op sommige plaatsen van de Bùrg, vooral in de Binneburg niet staan konden. Ik heb vandaag op het sleedje van T. Koning gereden. Dirk heeft gisteren een sneeuwpop gemaakt.

Dingsdag 15 Februarij 1853. Ik ben vandaag met Vader Dirk Katrina, Sientje en Menno naar de Ielmert (een bevroren water) toegeweest, ik heb achter een stoeltje schaatsen gereden. Ik heb koek en warme melk daar gehad.

Donderdag 17 Febrùarij 1853. Ik ben vandaag vrij van de school geweest, want ik ben na de Waal geweest om schaatsen te rijden. Dirk heeft ook medegeweest, vader heeft hem een dubbeltje mede gegeven. Wij hebben 2 cent voor een koek, 4 voor 2 kopjes chocolade en 2 cents voor baangeld besteed. Dirk heeft een cent gevonden.

Vrijdag 25 Februarij 1853. Ik ben vandaag met het sleedje twee malen naar de Binnenburg geweest, er waren nog eenige jongens. Dirk is ook mede geweest.

Dingsdag 29 Febrùarij 1853. Ik heb vandaag met een sleedje op de sulle baan geweest, ook in de Binneburg.

Zondag 20 Maart 1853. Ik heb vandaag met de pyl en boog geschoten. Gisteren heb heb ik een pyl en boog gemaakt.

Donderdag 21 April 1853. Ik ben vandaag met Dirk mee geweest om vischjes te vangen, wij hebben niets gevangen. Ik heb vandaag gespeeld van het lesje.

Vrijdag 22 April 1853. Dirk teekend vandaag de prentjes van het nieuw pandspel. Ik ben vandaag met Dirk mee geweest om vischjes te vangen, wij vingen niet.

Vrijdag 9 Junij 1853. August Keizer is hier ook geweest om te spelen. A. Kikkert en ik hebben ook met onze papieren soldaten gespeeld.

Zaturdag 10 Junij 1853. Des avonds ben ik naar Jan Vrendenberg gegaan, hij heeft in den poort een klein toneeltje. Men speelde over ‘De gevaarlijke vlugt’, blijspel in 3 bedrijven en ‘Robert de duivel’, treurspel in 3 bedrijven.

Dingsdag 14 Junij 1853. Des avonds ben ik ook naar het tooneeltje van Jan Vrendenberg geweest, men speelde van ‘Meheer Duven of de kluchtige koop’, in 4 bedrijven. Gisteren had men gespeeld van ‘De Parijsche straatjongen’, in 4 bedrijven en van ‘Jan Klaassen’, in 1 bedrijf.

Maandag 20 Junij 1853. Des avonds zijn Thedora en Emilia bij ons geweest, wij hebben met het schimmelspel gespeeld, van Blindemannetje, van Stuivertje wisselen. Wij hebben gekiend, door het microskoop gekeken, op het hobbelpaard gereden enz.

Dingsdag 5 Julij 1853. Ik heb vandaag op de wolbalen gespeeld.

Donderdag 29 Julij. Ik heb vandaag wel 100 knikkers en 5 potters van klei gemaakt.
Fokke Keizer en Martinus Langeveld [zijn] ook lezers van de tweede Jaargang der Kindercourant geworden. Dirk heeft nu al acht lezers.

Zaturdag 30 Julij 1853. Ik heb vandaag met Dirk geknikkerd.

Maandag 1 Augustus 1853. Ik ben vandaag met Herman Keizer mede geweest om zijn vlieger op te laten.

Dingsdag 23 Augustus 1853. Groningen: Des middags ben ik naar neef Van der Goot gegaan. Eerst kegelden wij, toen reden wij met een bok, toen speelden wij met soldaatjes, toen speelden wij van wegkruipertje en van roovertje, toen reden wij met een wagen enz. enz. Om 5 uur kwam vader ons halen.

Woensdag 24 Augustus 1853. Vandaag ben ik s‘ morgens en s’ middags bij Koerd van Calcar geweest. Wij hebben gekegeld, panden verbeurd, van Jager en Apotheker gespeeld, kunstjes gedaan, enz. enz. enz.

Dingsdag 30 Augustus 1853. Vandaag zijn Douwe en Anne van der Goot bij ons geweest. Wij hebben gespeeld van blindemantje, van 2 en 12, van pandverbeuren, van het diligencespel, enz. S’ avonds hebben wij wijn gedronken en poffertjes gegeten.

Woensdag 31 Augustus 1853. Vandaag ben ik met het schip naar de molen geweest. Dirk heeft zijn scheepje laten varen, van wegkruipertje in Oomes schuur gespeeld, enz.

Woensdag 12 October 1853. Ik ben vanavond met Herman Kikkert en Dirk met de ezelwagen gereden.

Vrijdag 21 October 1853. Vandaag hebben A. Kikkert en ik 30 knikkers gekocht.

Woensdag 26 October 1853. Vandaag is er bij ons visite geweest, Cornelia Kikkert, Jantje Pluvier, Naatje Koning, Teodora en Emilie Bok, Naatje Koning van Ons Genoegen, Elisabeth Veenstra, Adriana en Betje Vrendenberg.Wij hebben gespeeld Nichtje! Nichtje! kom te gast, als kok kok een ei legt, toffel toffel laat u hooren, van beeldhouwer enz. Wij hebben ook de komedie vertoond, ook heb ik met Arend Kikkert gewandeld, enz .enz. enz.

Zaturdag 29 October 1853. Ik ben vandaag met Herman Kikkert heengeweest om scheepje te zeilen.

Woensdag 2 November. Vandaag is er jongensvisite bij ons geweest. Martinus Langeveld Adriaan Keiser Herman Kikkert Arend Kikkert Sybrand Keiser Dirk Bakker Pieter Boon Teunes Koning Jan Vrendenberg en Fokke Keiser zijn er geweest. Wij hebben gespeeld met het schimmelspel, het jaargetijdenspel, het Robinson Crusoëspel, de schommel en het hobbelpaard, ook hebben wij drie keer gewandeld.

Donderdag 1 December 1853. Vanavond hebben wij kienen en domino, en gisteravond van de jaargetijden, kienen en loterij gespeeld.

Vrijdag 2 December 1853. Vanmiddag en vanavond heb ik gespeeld op het dambord en den muizentoren.

Zaturdag 3 December 1853. Ik heb vanavond met Katrina gedamd. Vader heeft vanavond de muisjes van den muizentoren op paaltjes gelijmd.

Donderdag 29 December 1853. Ik heb gisteren in het park schaatsen gereden, vandaag op de Aaysloot. Gisteren heb ik en vader water in de tuin gegooid om daarop schaatsen te rijden.

Woensdag 11 Januarij 1853/4. Vanmiddag is Ad. Vrendenberg bij ons geweest, wij hebben op het hobbelpaard, in het sleedje, in de schommel geweest en met het schimmelspel, het dominospel en met het jaargetijdenspel gespeeld.

Zondag 11 Februarij 1854. Ik heb vandaag met Herman Kikkert en Dirk met de Soldaatjes gespeeld.

Zondag 23 April 1853. Vandaag heb ik met Adriaan Keijser gewandeld en geschommeld.

Zondag 11 Junij 1854. Ik heb met Dirk met de soldaatjes gespeeld. Vanmiddag heb ik met Vader en de anderen gewandeld.

Woensdag 9 Augustus 1854. Ik ben vandaag met Adriaan Keizer naar Piet Blankesbosch geweest om boogjes, pijlen en bogen.

Zaturdag 11 Augustus 1854. Ik ben vandaag met Dirk en Menno naar Akebuurt geweest. Ik ben vandaag bij het oplaten van twee vliegers geweest.

Dingsdag 15 Augustus 1854. Ik ben vandaag drie keeren boogetakjes gesneden. Wij hebben nu al 70 boogjes. Ik Adriaan en Herman Keizer deden zamen boogen, doch Herman is er vanmiddag uitgescheiden.

Zondag 20 Augustus 1854. Vandaag is Adriaan bij ons geweest. Wij hebben vandaag kien gespeeld. Ik heb vandaag met Dirk en Menno gewandeld.

Zondag 29 October 1854. Ik heb vandaag tot aan het eerste bruggetje gewandeld. Vandaag is Adriana Vrendenberg bij ons geweest. Ik heb des avonds met haar kien gespeeld. Ik heb vanavond met Dirk en Grietje op het Stationspel gespeeld. Ik heb vandaag geteekend.

Dingsdag 21 November 1854. De lieuw is vandaag door de katten de kop afgebeten en toen hebben wij hem geplukt en de pooten en vleugels afgesneden.

Woensdag 22 November 1854. Het heeft vandaag weder beginnen te dooijen en ik heb een voetstuk van een sneeuwpop op het bleekveld gemaakt.

Donderdag 25 Januarij 1855. Grietje is vandaag naar Waalenburg geweest om schaatsen te rijden. Ik heb gisteren schaatsen gereden.

Vrijdag 23 Februarij 1855. Ik heb vandaag schaatsen gereden en gisteren vrij van school geweest.

Zondag 4 Maart. Ad Vrendenberg is bij ons geweest. Ik en Dirk hebben ook de komedie op de studeerkamer vertoond. Het tooneelstuk was ‘Oom Pieter’. Ik en Dirk hebben soldaatjes gespeeld.

Donderdag 22 Maart 1855. Gisteren zijn Theodore Bok, Dolfina en Koosje Wentink hier op visite geweest. Wij hebben op het Stations en Schimmenspel gespeeld. Ik heb met Herman en Arend Kikkert en Dirk in de tuin gespeeld van wegkruipertje.

Dingsdag 3 April. Ik heb met Dirk leertje geslagen. Wij hebben met het schip in de tuin gereden.

Maandag 9 April 1855. Adriana Vrendenberg is vandaag bij ons geweest. Ik heb mij verkleed als arm meisje, dat hier schuilen kwam met vuile kleeren van Katrina, terwijl ik net deed alsof ik weg was.

Woensdag 11 April. Ik heb zeepbellen geblaast, maar omdat het buiten zoo veel waaide heb ik het in de keuken gedaan.

Woensdag 18 April 1855. Wij zijn vanmiddag allen naar de Hooge Berg geweest, wij hebben daar een vuurtje van drooge bladen gestookt, hebben met de verrekijker naar eene brik gekeken en hebben in het bosch gewandeld.

Zaturdag 28 April. Wij hebben de eerste jaargang van de kinderkrant van Monsieur te leen gekregen. Dirk heeft er het groot wedrenspel uit afgeteekend en ik heb raadsels geschreven.

Zondag 29 april. Ik heb des middags met Katrina, Sientje en met Menno van blindemannetje en van wegschuildertjes gespeeld. Ik heb maar weinig gewandeld met Ph. Slijboom.

Dingsdag 8 Mei. F. Slijboom heeft vandaag 8 eitjes voor mij uitgehaald, zoodat wij er nu 14 hebben.


Terug naar de vorige bladzij