Weezenwater uit de vallei achter den Hoorn.


Rozendijk
Samengesteld uit kasboeken, notulen en stukken uit het archief van het Weeshuis van Texel.
Het water uit de duinvalleien werd verpacht, de opbrengst was voor het Weeshuis, net als het geval was bij de verkoop van het water uit de Weezenputten bij de Hoogeberg.

In de 18e eeuw was er veel drukte van scheepvaart onder de rede bij Den Hoorn, het zoete water werd gevonden vlak bij het strand. Op onderstaande kaart is een uitstulping te zien met de naam de Kar Hoek, recht erboven staat een rondje met erbij Zoet Water put. Het overbrengen van het uit de put gehaalde vaten zoet water per kar naar de schepen was goed te doen.

Kaart van de Zand Plaat de HORS en de kom ofte Rheede daar agter geleegen de Mock genaamd, beneevens de Ondiepte de laan TEXEL STROOM MARS DIEP met de Huys Duynen ende Helderse Kust Volgens meeting in October en November 1757

Weeshuis

Binnenkuil en Hoornder Nieuwland liggen vlak aan zee.

Weeshuis

Rond 1800 was de situatie weinig veranderd.
Er werd wel veel geklaagd over verzanding van de Mokbaai.


Weeshuis

In 1859 was de situatie geheel anders. Er was een nieuwe verheling geweest met een Noorderhaaksbank. Ten zuiden van de Mokbaai was de duinrichel gekomen zoals die nu nog bestaat. Het woord Pompevlak geeft aan waar ooit de waterpompen hebben gestaan.
Van de Molbaai was nog maar de helft over.

Vergunning om geld te heffen op het water ten behoeve van de Weeskinderen
De bewoners van den Hoorn en jurisdictie moesten volgens dit Octrooi betalen voor hun eigen water. Daar werd tegen geprotesteerd, zodat in 1758 het contract werd aangepast.

GAT 1363 Octrooi,
Heden den 12 Januarij 1757 presenteren de regenten van het algemeene Armen Weeshuijs deses Eijlands (met consent van de Ed: agt Burgem: en Schepenen) al van Haar Ed: groot Mog: de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland ten desen specialijk geoctrojeert-
Aan de meestbiedende Publicq te verpagten het regt het gem: Weeshuis competerende wegens het haalen en vervoeren van het versche Water uijt Bakken, Putten, Kolken, Slooten of duijnen aan den dorpe den Hoorn alhier, off in desselfs ban off Jurisdictie gelegen, en ’t gunt van daar aan scheepen, Kaagen, schuijten en andere Vaartuijgen groot off kleijn wort gelevert en afgescheept, alles voor den tijd van een jaar beginnende met den [doorgestreept dato deeses] den 3 Feb: 1759 en eijndigende den 2e februarij 1760 [stond eerst 1758].

Den Pagter zal van een iegelijk het zij burger, Inwoonder off vreemdeling, die geduurende den voorgemelde tijd eenig vaten uijt de voorsz: Bakken, Putten, Kolken, Slooten off duijnen komen te halen en vervoeren of doen halen en vervoeren en het selve zullen leveren aan scheepen, Kaagen, schuijten en andere Vaartuijgen groot off kleijn waar ter plaatse deselve ook mogen leggen of havenen, mogen vorderen en ontfangen voor een legger water 5 stuijvers, voor een Cardeel off Pijp 4 st, voor een oxhooft 2 st, voor een halff oxhooft 1 1/2 st, voor een Halff vat 12 penningen en voor een vierendeel 6 penn:, grooter kleijnder of ander fust na advenant-
Uijtgenomen dat alle schippers en stuurlieden van Ligters, Kaagen, Snikken, Lootschuijten of andere kleijndere vaartuijgen, aan den Hoorn of in deszelfs Jurisdictie woonagtig, wegens de consumtie van t Waater in haar voorsz: vaartuigen (zullen vrij zijn)
voor het geheel Jaar zullen mogen volstaan met het betalen van 6 st aan de pagter voor ieder vaartuig groot off kleijn dog in cas deselve daar toe niet willen verstaan, sal den pagter van deselve mogen vorderen het regt op de fust na rato van haare comsumtie als voorsz: staat
[deze 3 regels onderstreept en ervoor met een accolade: dit voor den jaare 1758 gerojeert]

Den Pagter zal een iegelijk dewelke uijt de voorsz: Putten, bakken, Kolken, Slooten off duijnen eenig water in groote, of kleijne fust komen te halen en het selve in eenig Vaartuijg kleijn off groot zal komen in te schepen, zonder daar van alvorens aan den pagter of ten zijnen huijse behoorlijke aangevinge gedaan en het voorgemelde regt betaalt te hebben, mogen bekeuren in een boete van 12 guldens voor ieder fust soo groot als kleijn, boven het regt van het Water als voorsz: is (zullende deselve bekeuringe ook door een iegelijk mogen werden gedaan), welke boete zal werden geappliceert 1/3 voor den pagter of aanbrenger, 3 voor het Weeshuijs voornoemt en 1/3 voor den Heer Bailliuw dezes Eijlands, alles agtervolgens en in Conformité van het octroij bij Haar Ed: groot mog: den 14e meij 1756 aan het gemelde Weeshuijs vergunt en geaccordeert-
Ook zal niemand vermogen eenige Klederen. Laarsen als anders in de reets gemaakte put te spoelen op verbeurte van een boete van 6 guldens, te appliceren als voren-

Den Pagter zal gehouden zijn zijne uijtgeloofde pagtpenningen te betalen alle 3 maanden met een geregt Vierde part van de geleverde uijtgeloofde somma waar voor hij ook aanstonts zal moeten stellen twee Suffisante borgen tot genoegen van de opgem: Regenten dewelken ieder als principalen, ter eerster Instantie voor de geheele Somme der uijtgeloofde Pagtpenningen zullen mogen aangesproken, geexecuteert en uijtgewonnen werden, en dus met afstand van de beneficien ordinis Excussionis & divisionis daar voor verbonden zullen zijn-
En ingevalle den Pagter invoegen voorsz: terstont niet zal kunnen verborgen, sal men dese verpagting ilico wederom op Veijlen, waar van den eersten pagter soo deselve meerder geld, geen profijt zal genieten, dog minder geldende, zal het te kort komende, met de kosten daar op te vallen aan zijn Persoon en goederen worden verhaalt-

Wijders zal den Pagter aanstonts boven en behalven zijne uijtgeloofde Pagtpenningen moeten betalen eene Stuijver van ieder uijtgeloofde Gulden voor Rantsoen (PS En soo wanneer den pagter van deese voorwaarden en en de verpagtinge begeert te hebben Copie off Exerpt zal het selve ten zijner kosten ten Secretarije dezes Eijlands kunnen bekomen)

Laastelijk soo wanneer in dese Conditien en Voorwaarden eenig duijsterheijd of misverstand mogte werden bevonden, daar van behouden de Verpagters aan haar de Interpretatie en uijtlegging-
En is gepagt bij Jacob Dekker 85.-.- Borgen Meijert Jansz Aller en Albert Alb: Kikkert
’t bod bij Mijndert Meijnkom 35.- Trekgeld 30.- d J: Dekker 30.- 85.-

Aldus in ’t openbaar verpagt ten overstaan en Presentie als in den hoofde dese dato als boven
DGravius
Betaald met 3 keer 21.5.- en 15.15.-

Verpachting van het water uit de valleien achter den Hoorn
3 februarij 1757
Aan opsteekers en roepers gelt met de verpagting van het Waater aan de Hooren 18.3.x

Den 16e Januarij 1758 is het Regt wegens het water vorengemelt wederom verpagt op de voorsz: Conditien en is pagter geworden Lubbert List voor 110.-.-
Borgen Teunis Fuijk en Gerrit D. Kok
2 februwarij 1758
Aen opsteekers gelt met verpagting van de pet en het water aan den Hooren 15.x.x

Den 5 Januarij 1759 is het Regt van het water voorengemelt wederom Verpagt op alle de voorsz: Conditien van 3 febr: 1759 tot 2 febr: 1760 en is Pagter geworden
Cornelis Jacobsz Griek voor 105.-.- Borgen Jacob Jac: Griek en Jacob L: Smit
Betaald met 26.5.- 52.10.- en 26.5.-
4 Januarij 1759
Aan opsteekers geldt met het verpagten van de put en het waater aan den Hoorn 15.-.-

Ontvang 5 Julij 1759 Van Kornelis Jacobsz Griek het Eerste vierndel Jaars pagt penningen van het waater agter den Hoorn 26.5.-
6 Dezember 1759 Van Kornelis Jacobsz Griek het tweede en derde vierndel Jaars pagt penningen van het waater agter den Hoorn 52.10.-
6 Dezember Van Kornelis Jacobsz Griek het laaste vierndel Jaars pagt penningen van het waater agter den Hoorn 26.5.-

Den 25 Januarij 1760 is het Regt van het water voorengemelt wederom Verpagt op alle de voorsz: Conditien van 3 febr: 1760 tot 2 febr: 1761 en is Pagter geworden
Cornelis Jacobsz Griek voor 100.-.- Borgen Klaas en Dirk Jac: Griek
25 Januarij 1760 aan opsteekers geldt met het verpagten van het waater aan den Hoorn 9.12.-
nogh aan de om Roeper -.4.-
3 Julij 1760 Van Kornelis Jacobsz Griek het eerste vierndel Jaars pagt penningen van het waater agter den Hoorn 25.-.-
7 Augustus Van Kornelis Jacobsz Griek het twede vierndel Jaars pagtpenningen van het water agter den Hoorn 25.-.-
4 desember Van Korn: Jacobsz Griek het derde vierndel Jaars pagtpenningen voor het water agter den Hoorn 25.-.-
8 Januarij 1761 Van Korn: Jacobsz Griek het vierde vierndel Jaars pagtpenningen voor het water agter den Hoorn 25.-.-

Weeshuis

Men kwam van het dorp via een pad onder het Loodsmansduin langs bij de put.
Er werd in die tijd veel water uit verkocht. Dat was steeds het geval in tijden van oorlog en politieke spanningen, in vredestijd was de verkoop aan ’s Lands schepen van Oorlog veel minder. De Regenten van het Weeshuis besloten dan ook een nieuwe put te laten graven. Uit de beschrijving blijkt dat het een gewone put was met een wipstok, waaraan een emmer gehangen kon worden.

Een nieuwe put
5 Junij 1760
Aan opsteekers geldt met het besteeden van een nieuwe pet agter den Hoorn 2.16.x
Waterput agter den Hoorn
Bestek en Conditien van Besteeding in het maken van een Waterput agter den Hoorn bij het Strand, met de Leverantie van de Materialen daar toe behorende-
Articul 1 Den Aannemer zal gehouden zijn de Put te maken 10 voeten wijd over ’t Kruijs binnens werks, ten diepte van 6 voeten beneden de grond indien het mogelijk is, en 3 voeten boven de grond, dog voor ieder duijm die minder dan de gen: 6 voeten gegraven wort, zullen de Besteders den Aannemer eene gulden korten-
Het Rond onder in de Put te maken van 1 1/4 duijms deelen dubbeld over malkanderen gespijkert-
2 Op het gemelde Rond de muur met Kleij op te metselen van geele moppen een halve steen dik, ter hoogte van een voet beneden de grond, wel in malkanderen gesloten-
3 Daar op te setten een geheel steensmuur van middel klinkert tot 3 voeten boven de grond, deselve te metselen met een derde part Ciment twee derde Parten kalk sonder sand-
4 Op deese Put zal den Aannemer moeten leggen 3 Eeken Ribben van 6 & 4, en daar op een deksel van 2 duijms Eeken hout wel gespijkert, met een kleijner deksel daar in, van 3 voeten lang en breed, met een paar ijsere Kruijshengsels daar aan, als mede een slot, beugel en krammen, na den Eijsch van ’t werk en agter dat deksel te maken een stuijtklamp-
5 Agter de Put te setten een greene galgpaal off stander, Een voet dik en breed, 4 voeten in de grond, en hoog na den Eijsch, boven in die paal een gat te maken daar de Wip in draaijt, voorts de Wip te maken van 6 & 8 duijm dik, en lang na behoren, meede van greenen hout, door de Wip en Paal een ijsere Bout van 1 1/4 duijms dik, en aan de paal aan beijde Zijden een dito plaat daar de bout in draait-
Aan de stander onder de Wip te maken een stuijtklamp daar de Wip op rust, item aan de Wip een Beugel met 2 schalmen daar de Stok aan hangt, de Stok moet mede Lang en dik zijn naar advenant-
Boven aan de Stok moet zijn een Beugeltje om aan te hangen en beneden een ijsere Haak van 2 voeten lang, met 2 veeren en een schotel daar aan, alles mede na den Eijsch van t Werk-
6 Den aanvang van dit Werk zal moeten zijn op of voor den 1 Julij deses Jaars, en het geheele Werk zal, volgens de Voorenstaande Conditien, voltooijt moeten wesen op of voor den 25e daar aan volgende, dog als dan in dier voege niet gedaan zijne, zal den Aannemer ten behoeve van het Weeshuijs alhier, verbeuren voor de Eerste week 5 gulden, n voor de Tweede week 10 gulden, en als dan nog niet gedaan zijnde, zal het de Besteders vrij staan het selve onafgedaane Werk op nieuw te besteden ten kosten van der Eersten Aannemer-
7 De Betaling zal gedaan worden op de Eerste donderdag in de naaste maand, na dat het Werk zal wesen Vrijgeschouwen, in het Weeshuijs aan den Burgh-
En is het geld getrokken en ’t Werk aangenomen bij Gijsbert Kerszemakers om 120.-.-
Aldus door Regenten van ’t Weeshuijs alhier in ’t openbaar doen aanbesteden den 5 Junij 1760
Bij mij Secretaris en Vendumeester D: Gravius

Den 7 Augustus 1760 dit neeven staande betaalt met een Som van 116.- gulden-
7 Augustus 1760
Aan Gijsebrant Kersemaker voor het maaken van de put agter den Hooren 116.-.-
319.-.2

Verpachting van het water uit de nieuwe put.
In de eerste jaren werd er flink voor betaald, maar al snel was er nog maar weinig aan te verdienen. Het kan ook zijn dat de belangstellenden met elkaar afspraken om de som laag te houden.
Den 21 Januarij 1761 is het regt op het water als voren wederom verpagt en is pagter geworden J. Ariensz Bakker om 75.-
Borgen Arien Bakker en M: Meijnkom
5 februarij 1761
Aan op steekers gelt met het veijlen vant waater agter den Hooren met het roepen 3.8.8

Den 8 Januarij 1762 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan Arien Bakker voor 51.-.- Borgen Charlo Gravius en Jan Star
Voldaan den 3 maart 1763
Den 8 Januwarij 1762
Aan opsteekers gelt en het roepen van de verpagtingh vant waater aan de Hooren 3.6.-

Den 28 december 1763 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan
Willem Keijser voor 55.-.- Borgen Jacob en Cornelis Abbenes
Voldaan den 1 maart 1764
6 Januarij 1763
Aan opsteekers geldt en den omroeper met het verpagten vant waater aan den Hoorn 3.6.-

Den 20 Januarij 1764 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan
Cornelis Jansz Leen 34.-.- Borgen M: Meijkom en Jan Sluis

Den 8 Januarij 1765 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan
Willem Keijser 21.-.- Borgen Jac: Dekker en Jac: Abbenes
Februarij 7 1765 Van Huur van de Waterput van den Hoorn 34.-.-

Den 24 Janu: 1766 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan Jan R: Sluijs 18.-.-
Borgen Jan Duijnker de jonge en Klaas Graauw
Voldaan den 7 februarij 1767
den 3 April 1766
Jacob Pronk 17.16.- deselve aen Roepen en opsteken van Put agter den Hoorn 1.6.-

Den 13 Januarij 1767 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan
Arien Ariensz Klok 11.-.- Borgen Jan Klok en Corn: Fulpsz
5 maert 1767
Nanning Aerjensen aen de Put agter den Hoorn -.9.-
Opstekers en Roepen Gelt voor de Put van de Weesen agter den Hoorn 1.4.-
25 februarij 1767 Van Jan Reijersz Sluijs ontfangen voor het Water uijt de Weese Put agter den Hoorn 18.-.-

Den 6 Januarij 1768 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan
Cornelis Jac: Griek voor 17.-.- Borgen Maarten Sandertz en Pieter Griek
Den 3 Maert Van de Pagter van de Weese water Put aen den Hoorn ontfangen Het Jaer Pagt penningen 11.-

Den 20 Januarij 1769 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan
Cornelis Janse Leen voor 9.-.- Borgen Claas Drijver en Jan Hoek
6 April 1769 Waterput van den Hoorn 17.-.-

Den 22 Januarij 1770 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan
Simon Jansz Duijnker om 7.-.- Borgen Johannes Daalder en Pieter Daalder

Den 23 Januarij 1771 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan
Willem Alb: Bakker voor 4.10.- Borgen Gerrit Groot en C. Swart
January 1771 Waterput aan den Hoorn 5.16.-

Den 13 Januarij 1772 is het regt op het water als voren wederom verpagt aan
Jan Duynker de jonge 6.-.- borgen Jac: Kooijman mede stander
6 February 1772 Van de pagter van den Hoorn voor het water 4.10.-

Den 1 februarij 1773 wederom verpagt aan Pieter Klaasz Smit 5.10.-
Borgen Arien C. Lap en Jan Alb: Rem
1 febr: 1773 van Jan Duijnker van het water van de put vaan den Hoorn 1772 6.-.-

Den 25 Januarij 1774 wederom verpagt aan Jan Klok 6.5.-
Borgen Cornelis Fulpz en Corn: Moenis
Den 3 feb: 1774 Van Pieter Klaasz Smit huur Waterput van den Hoorn 5.10.-

Den 18 Januarij 1775 wederom verpagt aan Jan Klok 8.-.-
Borgen Simon Duynker en Arien Klok
2 maart 1775 Voor ’t Water van de Put agter den Hoorn 6.5.-

Den 2 feb: 1776 wederom verpagt aan Cornelis Kl: Swart en Comp: op 4.10.-
Borgen Gerrit L. Smit en Arien Klok

7 Meij 1778 Opsteek geld en Roepers geld aen de Water put van den Hoorn 1.12.-
Den 16 Januarij 1778 wederom verpagt aan Albert Lap 1.10.-
Borgen G.L. Smit en Jan Platvoet

Den 25 Januarij 1779 weder verpagt aan Simon Willemsz Duynker 2.-.-
Borgen Arien Lap en Cornelis Duijnker

Den 17 Januarij 1780 verpagt aan Cornelis Vos 1.10.- Borgen S. Kikkert en P. Kikkert

3-8-1780 Voor een jaar pagt van de Weese Waterput aen den Hooren 1.10

De pachters betaalden na die tijd steeds minder, de verwachtte winsten bleven uit. Maar tijdens de Vierde Engelse Oorlog van 1780-1784 ging dat anders:

15-6-1783 Vant Waater uijt de Valije 315.-.-

1-7-1784 Uijt de Valeije uyt duyn Agter den Hooren 1099.-.-

2-19-1784
Voor waater uijt de valeij agter den Hoorn voor de maanten Meij Junij en Julij 939.1.10

Bataafse republiek en Franse Tijd
Toen de Oude Republiek der Verenigde Nederlanden werd vervangen door de Bataafse Republiek, waren er heel veel schepen die water nodig hadden. Inmiddels, of daarom, waren er pompen gemaakt, waardoor er snel veel water kon worden opgepompt.
Intussen was de omgeving van het Pompevlak aan het veranderen. De Hors werd hoger en de Mokbaai verzandde. Het zou niet lang meer duren voor de volgende Noorderhaaksbank met het eiland zou verhelen. Men merkte dit aan ‘het overstuyven en verdrogen van de Hors- die meer en meer overkomt; zo dat het geschaapen staat ‘er binnen weinige Jaaren byna geen Vaartuigen om een Lading inteneemen agter deselve komen kan’, zoals in 1796 gezegd werd bij het zoeken van een geschikte plaats voor een nieuwe Weezenput.

Bij Brakenstein waren inmiddels twee waterputten. Een derde was nodig om aan de vraag te kunnen voldoen. Men zette de mogelijkheden op een rijtje: wat was de meest geschikte plek? De keus viel op de omgeving van de Weezenputten, waar van stuifzand geen sprake was en de Schilsloot en andere faciliteiten gebruikt konden worden.

Vergadering van de Gemeenteraad den 10 Mey 1796
De Burgers Poulus Alb. Kikkert, Pieter Kikkert en Sybrand Keyser, benevens Regenten van het Weeshuys Sybrand Koning en Ryer Dyt by Vergadering van 19 April ll versogt en gecommitteert tot het opspooren en naargaan van eene geschikte plaats, tot het maaken van eene derde Weese Waterput ten kosten van het Weeshuys, geeve daartoe de geschikte plaats te zyn agter de Thuyn, toebehoorende aan het Weeshuys aan de Schilsloot- dat deese plaats niet alleenlyk zeer geschikt, als hebbende men daar onverbeterlyk zoet water- maar ook profytelyker voor het Weeshuys is- dewyl het zelve voor 1 varken water uit de putten aan deese Sloot 4 stuyvers-
Zo het uit het Groote Vlak met wagens aan de vaartuigen agter de Hors getransporteerd moest worden had het Weeshuys er maar een voordeel aan van 2 1/2 Stuyvers per varken-
En eyndelyk zo volgens opgaave nevens de Kuylder Weg agter den Hoorn een Waterput gemaakt wierd, kon het Weeshuys 3 1/2 Stuyver van het varken profiteeren- maar dat het laaste aan verscheiden toevoer afhankelyk waaren, zo wel van de Wagenaars, die het nu wel voor eene verminderde prys aannemende aan Boord te leveren, maar wel hoofdsakelyk het
overstuyven en verdrogen van de Hors- die meer en meer overkomt; zo dat het geschaapen staat ‘er binnen weinige Jaaren byna geen Vaartuigen om een Lading inteneemen agter deselve komen kan, waar door dus dan alle de Kosten tot het maken van de Waterput besteed, verloore zoude geraken- zeer tot Nadeele van het Weeshuys- die zig dan door het onbruyk worden van deese put, in deselve verlegenheid zig zou bevinden als heede-
Daar deese te makenen put aan de Schilsloot aan dit alles niet onderheevig zynde- bovendien bog veele gemakken reeds heeft, als de Schilsloot, de vaste Beurs aan de Have en de gelegenheid omme ten allen tyde de Leedige Watervaten te vullen, zullende het maken van deese Waterput wyd voet en diep voet- aan arbeidsloon, verlenging van een klyn deel der Schilsloot, na ruwe Calculatie kosten eene Somma van f 300-
Waarop naar deliberatie conform het rapport is geconcludeert, en Regenten van het Weeshuys gequalificeert met de meeste spoed een Waterput te doen maken ten koste van het Weeshuys-
Zynde wyders de Commissie voor het uitgebragte rapport en genomene moeiten ten deese bedankt geworden.

2 Maart 1797
Betaalt aan Pieter van Grauw water gelt uyt het Vlak agter den Hoorn tot den 7 October 295.11.6

1 Febr 1798 aan de boeren van den Hoorn voor t Ryjen van Water 58.-.-

Invasie van de Engelsen en Russen met de Prins van Oranje
Vergadering 5 September 1799
Het idee van de Geallieerden was om te landen in Noord-Holland, een hoofdkwartier te hebben in Den Helder en van daaruit de rest van het land te veroveren.
Dat was niet zo’n goed idee. De afstand naar het zuiden was onderschat, en daarbij- de bevolking stond niet bepaald te juichen om de bevrijders binnen te halen. Men wachtte het eerst maar even af. Voor het slagen van de veldtocht van den Helder naar het zuiden waren vervoersmiddelen nodig, zodat zoveel mogelijk paarden en wagens werden gevorderd. Dat kwam slecht uit voor de bevolking, want het was oogsttijd en daar waren die ook voor nodig.

Notulen: De Commissien der Huyslieden voornoemt, de ordres gecommuniceerd zynde, hebben alle dezelve verklaard bereid te zyn ieder in de haare daar aan te willen voldoen- hoe bezwaarend zulks ook mogte zyn, daar het Hooy en Zaad gewassen beide nog te velde staan- waar omme zy resolveerde deswegens uit hun midden eene Commissie te benoemen naar de Commissaris General Hendrik Motz aan de Helder, terwyl inmiddels alles tot de inscheeping gereed gemaakt zou worden- welke Commissie de akelige omstandigheeden van de Boerenstand deezes Eilands aan zal toonen met ernstige Bede en versoek, dat ten minste eenig deele wagens en paarden tot de Veld en Akkerbouw op Texel mogen blyven- en is tot deeze Commissie benoemd Arie Dyksz en Hertje Dogger-

Ook moest de watervoorziening van de troepen vanuit de Weezenputten gedaan worden:
de Schikking zo by verdeeling als Loting is gedaan als volgt
den Burg moet geven 7 wagens met 2 paarden en 1 Rypaard na de Helder en 4 wagens & 8 paarde Waterryde
Hoorn & Westen 3 2 wagens en 4 paarden waterryde
Waal 2 1 rypaard 1 wagen 2 paarden waterryde
Oosterend 3 1 wagen 2 paarden waterryde
Oude Schil 1 1 wagen 2 paarden waterryde
Koog 3 2 wagens 4 paarde waterryde
Walenburg 1
20 wagens met 2 paarden 10 wagens 2 paarden waterryden

Uiteindelijk kwam de Invasie tot staan bij Alkmaar, Bergen en Castricum, mede omdat de aanvoerlijnen van het drinkwater vanaf Texel veel te lang werden. Eind oktober waren de Engelsen weer vertrokken. De schade werd niet vergoed, er werd niet betaald voor verleende diensten en leveranties van voedsel en dergelijke, en de paarden en wagens waren weg.
Daarbij begon half december een Strenge Winter. Door de bezetting van Texel had men niet de gebruikelijke voorraden naar het eiland kunnen halen, dus dat werd een hongerwinter.
Daarna was alles weer Bataafs en Frans. De aanhangers van de Prins van Oranje waren blij dat ze niet al te hard hadden gejuicht. Zij moesten nog 14 jaar wachten.

De verkoop van water liep onderwijl bijzonder goed. Er waren jaren van meer dan 10.000 gulden inkomsten voor het Weeshuis. Maar het was een moeilijke tijd in alle opzichten.
De Regenten van het Weeshuis probeerden de kinderen zo goed mogelijk te verzorgen. Het gebouw was gevorderd als kazerne, de kinderen woonden in een ongeschikt huis in de Waalderstraat. Door de tijdsomstandigheden werden het er steeds meer, tot 52 aan het eind van de Franse tijd. Meestal hadden ze maximaal 30 kinderen in het huis.

Den 6 October 1804
Om alle wanorder in t bestuur van het Weeshuis voor te komen wiert door presum regente goetgevonde om de werksaamheden als volgt te verdeelen-
Eerst
Aan regente van de Burg word toegekent en hebben toeversigt over t huyshouden van t Weeshuis, als ook t huis Schuur, de boe met 1475 roede land idem een Land gelegen in Ongeren groot 560 roede en alle Sodanige Saken als Sonder versigt moeten afgedaan weesen
Ten tweden aan t Schilt
Aan regente werd toegekent de boere Plaats en daar bij gelegen Landen idem de Putten, Praamen, Schoejing, wind aas, Waterhaalders en verdere werkzaamheden
Ten derde
Regente van t Weeshuis wonende aan de Waal Oosterend en Koog als t naast by hebbe toeversigt op de Lande in Waal en Burg
Ten Vierde
De Regent van t Weeshuis wonende aan de Hoorn heeft toeversigt over de Waterreyders Pompers met het afleveren van het Water uyt de Valye als ook over de daar toe behorende Stellinge, Pompe en verdere noodwendigheden-
Ook werd hem toegekend als naast aanwonende toeversigt te hebben over de Weesen Spiek deijk en Sal daar van dadelik aan Regente van den Burg kennis geven om gemeenschappelik de nootwendigheden in Ogenschouw te nemen en verbeteren-
Sullende geeneraallik desen Schikking allenig dienen om de hoogstnoodsakelike Reparaties te doen, en om alle verwaarloosing, en onachtsaamheyd te verhoeden, en Sal een ider verpligt weesen van Saken van aanbelang ter kennisse en goetkeuring in de naaste Vergadering te brengen en van het gepasseerde Syn mede Regente te onderrigten

2 Meij 1805
Pieter van Grauw voor het by een soeken van t gebroken molentje en reparatie der Pompen in ’t Hoornder vlak 15.9.-

Resoluties Genomen door Regenten van ’t Weeshuis Sedert den Jaren 1804
Den 13 July 1805
Door het menigvuldige debiet en Sterke aan drang om Slans Oorlog en transport Schepen van het nodig Water te vorsien, wiert het nodig geoordeelt de Afscheping van het Water uyt de Valeye achter den Hoorn te bevorderen en daar toe Swaren Koste so aan Pompe Stellinge en het grave van een Sloot wierd ver eyst en daar van slegts 8 Penninge voor een vat Water wierd betaalt t geen bevorens even als uyt de haven voor t Weeshuis geschieden, So wiert goetgevonde Sig daar over by t gemeente bestuur te adresseren en te versoeke dat des aangaans hersiening mogt geschiede-
De Water Reyders en Pompers daar over gehoort en na alles overwogen te hebben de wagen vragten volgens volgende verdeeling vast gestelt mits Sulks Contant door t Weeshuis geschied-
En Meden tot dit Einde een Commissie benoemt, na de Helder by de Schout by nagt Kikkert te versoeke dat de Schippers hoe met 6 Stuyvers het vat als uyt de have wierd betaalt dit met de Commissaris der Monstering de Heer H. Pilander op recommande van de Schout by nagt Kikkert vast gesteld Synde mits dat aan de Kaag Schipper van der reys 12 Stuyvers Sjouwerloon van achter den Hoorn wiert betaalt en by t Einde van ider Maant een Staat van gelevert Water aangesegde Commissaris wiert gesonden-

Lands Verdeeling werd betaalt Aan de wagenaar voor 1/2 legger -.4.8 Aan de Pompers -.-.8
Aan de Schipper voor aan boort 1.6.- Aan t Weeshuis resteert -.4.-
-.15.-

Aan de Wagenaar voor een oxhooft -.4- Pompers -.-.8 Schipper voor aan boort brenge -.6.-
t Weeshuis resteert -.3.8
-.14.-

Coopvaarder Verdeeling Wagenaar voor 1/2 legger f -.5.- Pompers -.-.8
Schipper voor t aan boort brenge -.6.- ’t Weeshuis resteert -.3.4
-.15.-

Wagenaar voor een oxhooft -.4.8 Pompers -.-.8 Schipper voor aan boort brenge -.6.-
t Weeshuis resteert -.3.4
-.14.4

Ontvang 1804-1805 Voor water uyt het Hoornder Vlak 59.7.-

Kasboek den 1 Augustus 1805 M. de Waart voor een doorgraving in t Hoornder Vlak 55.-.-

Problemen met de Waterrijders
Vergadering Gemeenteraad 6 Augustus 1805
De Leeden van den Burg met den Bailliuw geve kennis: dat zij op ingekomen verzoek van Regenten van het Weeshuis, tot het maken eener schikking met de voerlieden aan den Hoorn, ter aanvoering van het versche water agter de Hors voor S’ Lands Scheepen, als zynde door de eigendunkelyke verhooging van de wagenvragten der Voerlieden, ‘er weinig voordeel in gelegen voor het Weeshuis-
Dat deselve Leeden met den Bailliuw van oordeel zynde: dat dit stuk te omslagtig was, in een Ordinaire Vergadering te behandelen; gemeend hadde gepasseerde Zaturdag hier op de Voerlieden te hooren- met dewelke zy hadde gemaakt deese Schikking gerekend naar de plaats daar de pompen agter den Hoorn thans staan, te weeten:
Ieder wagenvragt met 2 halve Leggers 11 stuivers- dog indien de pompen gezet wierde, daar voorheen de Oude put was, dan voor 10 Stuivers-
En is het gedrag geapprobeerd en de Commissie voor hunne gedaane in deese bedankt geworden-

Waterrijders Hoorn Reglement
Reglement en Orders waarna de wagenaar in het water ryden van agter den Hoorn op Texel ten diensten van sLand en Koopvaardy schepen, Leggende in het Nieuwediep ter reden van Texel, zig zullen hebben te Gedragen-
Eerstelijk Op dat Alles gereguleerd en na behooren geschieden zullen Allen den Wagenaars wonende aan den Hoorn op Texel sorgen dat by ieder vaartuig komende om Water het benodigd getal wagens zyn om in een getij en met laag water den last of wel gerequireerde water aan zodanige te besorgen te vullen-
Bij manqueering van wagens daar van aan het gemeente bestuur deses Eilands kennis geven op dat sLand oorlog of transport vloot in het besorgen van water niet verhindert worden-
2 Zo dra den vaartuigen om water agter den Hoorn koomen en den vereyschten wagenaars daar van kennis hebben zullen die zo dra mogelyk zig by zodanige vaartuig aan boort begeven den Schippers afvragen voor wien hem benoodigd vereyscht water is gedestineerd het zy ten diensten van sLand oorlog of transport vloot of wel voor particulieren schepen die ter redden van Texel leggen zullende het Eersten Geval een aan den log ceel door den Commissaris der Marine den heer Pilander aan den Helder of door een Officier van sLand oorlog scheepen ter reeden voorschreven moeten getekend zyn en aan haar vertoond worden-
3 Zo wanneer voor particulieren schepen door een schipper buyten Texel woonagtig water van agter den Hoorn werd afgehaald zal zodanig een schipper eerder hy zyn halven last aan boord heeft dadelyk betaling te doen te weeten voor een halve Legger 9 1/4 stuyver voor een oxhoofd 8 1/4 stuiver-
Groter of kleynder vaten naar advenant staanden also gelyk met den betaling in den haven van Texel welker ontfangen penningen van den wagenaars verpligt is aan het huys van den regent van het weeshuys wonende aan de Hoorn te besorgen-
4 So wanneer twee vaartuigen te gelyk agter den Hoorn komen en dan eene voor sLand oorlog of transport vloot en den andre voor particulieren schepen water nodig hebben zal in dat geval die van sLans weegen Altoos Eerst Afgeladen worden ten waren dit in een Gety van laag wateren buiten vertraging voor den Landen kon geschieden dan voor particulierden niet willende wagten zal na den haven van Texel gerecommandeert worden-
5 Zo wanneer water voor sLand oorlog of transport schepen een vaartuig agter den Hoorn of een laad of aanlegvlot word Afgehaald zal ieder schipper voor zyn ingenoomen Lading twee eensluidende recuven moeten teekenen Als een voor de officieren van sLands wegen tot dat Eynde en ter bevordering van het gerequireerden water op Texel gestelt en een tweeden voor regenten van het weeshuys en metten recuven het Getal der namen der Vaten het zy heelen halve quart leggers of oxhoofd en al zodanig Vaten waarin men het water afhaalt vermeld zal moeten worden met den recuven Alle Avond aan het huis van den Regent van het Weeshuis wonende aan den Hoorn moeten besorgd worden-
6 So wanneer schippers wonende op Texel voor particulieren schepen vers water van agter den Hoorn afhalen zullen zy verpligt zyn mede een recuv te bekomen zo als Art. 5 van sLands wegen voor regenten van het weeshuys gesegt is maar den gereeden betaling zig Alleen bepaalen voor vreemden schippers buiten Texel wonende op wien geen na vraag is te doen-
7 Den pompers zullen verpligt weesen behoorlyk Aanteekening te houden van het getal van vragten die door ieder wagenaar des daags is gedaan en sal des Avonds aan het huys van den regent van het weeshuys aan de Hoorn besorgen ook zullen zij zorgen dat den pompen in order blyven op dat daar door geen vertraging werden toegebragt-
8 Gequalificeert voor den wagenaars of wel een ieder voor zigzelven zullen op de Eersten donderdag van ieder maant in het weeshuys van Texel aan den Burg hun vragten kunnen komen ontvangen
voor koopvaardij schepen voor een oxhooft -.4.- voor een halve legger -.3.8
voor een quart of halve -.2.8 andre vaten na advenant
voor sLands Schepen
voor een oxhooft -.4.- voor een halve legger -.4.8
voor een quart of halve -.2.4 andre vaten na advenant
Den pompers zullen genieten voor een gerete tyd voor ieder halve legger of oxhoofd -.8.- dog Groter of Kleijnder na advenant en volgens den recuven betaald werden
Wy ondergetekenden verpligten ons tot den geschiktheyd van op ons met het ryden namentleyk wagens tot verhoog
Handtekeningen regenten
Het Gemeentebestuur op Texel approbeeren het voorenstaanden den reglement en ordre Gelastende Verders een ieder dien het aangaat zig aan den inhoud te Gedragen
Actum ten Raadhuyse Texel den 10 september 1805

Vergadering van de Gemeenteraad 10 September 1805
Ingekomen een Ontworpene reglement en ordre, waarna de wagenaars agter den Hoorn, zig moeten verpligten het water ten dienste van den Lande zo voor de Oorlog als Transport Vloot te ryden met derselver Vragtloonen- versoekende Regenten van het Weeshuis als Leveranciers van het zelve Versch Water, daar het zelve ten fine van genoegen door 9 Wagenaars aan den Hoorn woonagtig is getekend, dat op het zelve ook de Sanctie van deeze Vergadering mag worden verleend-
En is het zelve geaccordeerd, zullende de Secretaris het alvorens ter Secretary registreeren

Kasboek Weeshuis (Uitgaven) GAT 1259 September 1805
aan de Water reyders aan de Hoorn by voorschot betaalt aan Jacob Boon 40.8.-
CA Lap 41.18.- PA Bakker 32.-.- Arie Jacobs Abnes 41.4.- Pieter Dirks Boon 32.4.-
Cornelis Jans Deykse 26.13.- Simon Daalder 27.4.- Albert Kikkert 30.18.-
Cornelis W. Smit 18.18.- Dirk Witte 18.11.-
Aan Cornelis Lap en Jacob Jacobs Boon voor t Pompe van 7735 1/2 vaten, en het Schoonmaken van de kolk 44.17.-
446.19.-

Uitgavenboek 3 october 1805
Pyeter Daalder voor een malmeering aan de Pomp 1.2.-
Teunis Remmers Kunst voor Smits werk aan de Pompe 8.9.-
aan de Water ryders aan den Hoorn by voorschot betaalt
C. Janse Deykse 2.8.- Arie Jacobs Abnes 3.4.- Arie Abnes 2.-.- Pieter A Bakker 2.16.-
Pieter Dirks Boon 2.16.- Albert Kikkert 2.16.-
Cornelis Lap en JJ Boon voor t vol pompe der vate 2.-.-

Kasboek October 1805
aan de Water ryders aan den Hoorn by voorschot betaalt
C. Janse Deykse 2.8.- Arie Jacobs Abnes 3.4.- Arie Abnes 2.-.- Pieter A Bakker 2.16.-
Pieter Dirks Boon 2.16.- Albert Kikkert 2.16.-
Cornelis Lap en JJ Boon voor t vol pompe der vate 2.-.-
18.-.-

Uytgaaf in t Algemeene Weeshuis sedert den 6 Juny 1805 tot 6 Juny 1806
Onkoste aan den Hoorn ter bevordering van het haalen van het verswater uyt de Valeye aan de water reyders en Pompers 706.5.8
Ontvang van t Weeshuys sedert 1805 tot 5 july 1806
Aan den Hoorn voor water uyt de valeye -.13.8

Het einde van het waterhalen achter de Hoorn
In 1807 waren de onderdelen opgeslagen in de schuur van Cornelis Lap:
Opslag van onderdelen der Pompen
GAT 1247 1807 Inventaris van de goederen behorende aan het algemeenen Weeshuis van Texel behorende tot de aflevering van vers water uyt de Valeye en gelegen aan den Hoorn-
2 Pompe leggende bij Corn: Lap in het Nieuweland
2 Pomp gekken 2 tregters 1 Pompgoot 5 Planken en 7 strekken Planken 9 standers 4 koppels
2 eysere Pompstokken 1 restant spyker na gis 3 lb
door de regent Simon Daalder opgegeven

Brief van Burgemeester Reinbach aan de Onderdirecteur der Marine
den 29 September 1834 N 246
Ook wij hebben alhier in 1812 [1796] op last van het Gouvernement, in de duinvalleijen aan den Hoorn, putten laten graven, om het duinwater te vinden voor ’s Lands dienst; Men vond ook het water, het was voortreffelijk op den eersten smaak en voor het dadelijk gebruik, maar op den duur werd het ongeschikt bevonden, althans veel minder geschikt dan het genoemde water uit den Weesenput; en is dan ook weder verlaten geworden.