Het Algemene Weeshuis Van Texel.


Het Weeshuis bestond al veel eerder, zei iemand. Maar- de nummers hieronder zijn geen jaartallen, maar indexnummers. Stuk 1350 gaat over de moord op de pater in 1544.

Weeshuis

STICHTING VAN HET ALGEMENE WEESHUIS VAN TEXEL
Verwoestingen door de watergeuzen
Ende so hebben die guessen met 34 schepen van oirloghe alhyer in ’t Mersdyep gheleeghen ende zinnen met huer macht aen lanndt ghecomen ende zij hebben tegen die van de Burch ghevochten ende die burgers mosten die vlucht nemen. Ende doen werde dat vorsz huys [van de schout] verbrant. Ende so wasser na dye tijt eenen officyer, ghenaempt Jacob de Coninck van Haarlem, diewelcke versocht in den Haeghe aen de Camer van de Rekeningen in Hollant, of hij mochte zijn woonplaets hebben in ’t clooster aen die Burch, datwelck hem alreeds bij provisie al ghegunt was.
Ende dit zelffe die burgemeesters van Texel vernemende, so is daerop vergadert geweest die oude ende nyeuwe gherechten, in den jaere doe men schreef 1573.

Twee Burgemeesters van Texel zijn in het najaar van 1573 naar Delft gereisd, om aan de Prins van Oranje vergunning te vragen om het Klooster als Weeshuis te mogen gebruiken Zie het hoofdstuk Bercheij voor het verslag van hun avontuurlijke reis). Dat werd toegestaan, maar voorlopig moesten de wezen in het Koehuis verblijven, tot het Schoutshuis hersteld was.


GAT 1230 Alsmen 1577 Weeshuis aangeheven- ende waeren eerst twie of drie jaeren int koehuijs ende dat overmidts den officier Jacqe Willemtsz int ander huijs woenden.

Pieter van Cuyck ± 1760
Het gebouw, hetwelke thans een Weeshuis is, was voor deezen een Nonnenklooster, toegeweid aan de heilige Agnes; van dat Kloostergebouw is weinig meer te zien; door eene groote deur, welke de ingang van het Klooster schynt geweest te zyn, koomen wy op eene open plaats; en door een gaanderytje aan de linkerhand in een huis, hetwelke voorheen een gedeelte van het Klooster heeft uitgemaakt, maar, zoo als aan de wyze van bouwen gezien kan worden, verbetert is in de zeventiende eeuw; daar binnen is echter noch de oude reefter of eetzaal, met oude verglaasde roode en geele tegeltjes bevloert; in het midden is eene plaats, welke altyd vogtig is, hoe droog het weder ook zyn moge; over dit gebouw gaan groote zolders, en naby hetzelve staat een oud stuk muurs, welke een overblyfsel is van het oude Kapelletje; achter aan het gebouw is noch eene groote schuur, en onder dezelve eene ruime wel gemetselde kelder.
Dit Weeshuis heeft eene groote tuin, die met een muur omringt is, en, zooals wy gezegt hebben, tegen de groene plaats stuit; in deeze tuin zyn de Romeische penningen gevonden, waar van ik U tevooren gesproken heb; aan den oostkant zyn ook eenige oude kamertjes; in één woord, het moet een armelyk Kloostertje geweest zyn.
Ik vroeg den vader van dit Weeshuis, of er noch oude papieren ware, neen, was het antwoord, maar op den zolder hebben groote koffers gestaan, waar in geschriften waren, die niemand leezen kon, en daarom, eenige jaaren geleden, door Weesmeesteren verbrand zyn; wat is er niet meenig fraai stuk der oudheid door onkunde en domheid vernietigd!
Tegenwoordig zyn in dat huis niet meer dan 10 of 12 weezen.

Er worden nog wel wat oude stukken en boeken bewaard in het Texelse Gemeentearchief, maar niet veel. Het is aan de aanwezigheid op Texel in 1945 van J. van der Vlis te danken dat ze er nog zijn. Hij was degene die iets deed toen de papieren over straat waaiden.
Dagboek Vlis: Gisteren (14 april) het archief van het weeshuis in veiligheid gebracht. Was geborgen in grote brandkast, die met handgranaten stuk was gegooid. Hopeloze ravage, alle stukken door elkaar. Was klaarblijkelijk naar geld of kostbaarheden gezocht. Met handwagen alles vervoerd naar Raadhuis en met sortering begonnen.

Weeshuisgebouw

Weeshuis

Gezien vanuit de Weverstraat rond 1900

De huizen tegenover het Weeshuis, die op oude foto’s van de Parkstraat staan, waren in 1828
nog niet gebouwd. Het Weeshuis stond dus niet in een smal straatje- dat is het later geworden.
Het stond onbeschut op de wind, vandaar dat de soldaten die er in overwinterden klaagden over tocht en kou.

Kaart van 1830

Weeshuis

Een eeuw later was er van gebrek aan beschutting tegen de wind geen sprake meer.

Weeshuis

Uitsnede van een luchtfoto van 1937

Weeshuis

Achterkant van het huis gezien vanuit het Park 1942

Weeshuis


Een groot lugtig gebouw
De voorzitter van de Gemeenteraad had als antwoord op klachten van de Franse troepen een beschrijving gemaakt van het Weeshuis, dat als kazerne was ingericht.
De Weeskinderen woonden in een ander huis, gehuurd voor 52 gulden per jaar van Gerrit Jansz Bakker ‘aan den Burg op het end van de Waalderstraat’. Dat was niet erg comfortabel.

Vergadering 18 October 1798
Het Algemeen Eilands Weeshuijs, waaruit wy de 28 Kinderen, benevens de binneVader en Moeder genomen en hoe zeer bekrompen en verstooken van het gerief en gemak, hetgeene zy anders als weesen genooten, gehuijst hebben in een gebouw tot dat einde door ons gehuurd-

Het zelve Weeshuijs is een groot lugtig gebouw, ongeveer lang 110 en breed 30 voet, hebbende een ruyme Binneplaats, Thuyn, Regenbak en Putten, waar in beneden 5 Kamers hoog van verdieping ruym 16 voet, rondsom met schuijf- en andere glaaze raamen, dog steenen vloeren- Circa in de midden van dit gebouw is een groote Eetzaal, onder alle de Kamers zyn ‘er twee die bekwaame Haardsteede hebben, alhoewel in een klyn gebouw annex ‘er nog een is-
In de Meysjes Kamer zyn 8 goede Bedsteede met deuren daar voor, zo als men ‘er ook een vind in de Kamer van Vader en Moeder-
De Soldering over het gansche Huijs is hoog en lugtig, afgeschooten in drie vertrekken- het dak aan de geheele Westzyde is riet, ook een groot gedeelte aan de Oostzyde- voorts met pannen die wel bestreeken zyn-
De Middelste afdeeling op de Solder is de Jongens Kamer, waarop 8 vaste Bedsteede zyn- Langs de Solders hebben wy bekwaame kribben of Kooyen geplaatst- de solders werden door glaase dakvensters behoorlyk verligt-
Voor de huisvesting der soldaten had men de inrichting aangepast:
In de groote Saal, Meysjes Kamer, het vertrek van Vader en Moeder en de Kamers daar de haardsteede zyn, en de vertrekken op de Solders, zyn de nodige Tafels, Banken, Broodplanken
en Geweerrekken- in ieder bedsteede of krib is door ons versorgd een goede Stroozak, gevuld tot genoegen van de Manschappen, 1 van uw gezonden Matras, 1 peuluw, 1 wolle deeken, waarby wij gedaan hebben 2 veere Hoofdkussens, 1 wolle deeken en 2 Nieuwe bedde lakens-
Wyders zyn door ons gefourneerd zo veele Ketels, potten, Tangen, Vuurschoppen en verdere Keukengereedschappen als zy benoodigd waaren-
In dit gebouw nu zyn 90 Man gecaserneerd.

Ondertussen zaten de wezen in een ongeschikt gebouw. Dat kon eigenlijk niet.
De Commissie geeven geen voordeelig rapport van het Locaal thans by de Weeskinderen geoccupeert, zynde het zeer ongeschikt voor deselve Kinderen- op de Koestallen moesten deselven in Krebben slaapen- zeer togtig en windrig- byna geen Separatie tusschen de Jongens en Meisjes- ook moesten de Kinderen op Solder slapen, waar van de op en afgang zeer gevaarlyk was, voor al voor de klynste- op Solder wel was waar konde nog 3 Krebben wordem gezet, maar om het gevaar- was eyndelyk beneden nog eenige ruymte gevonden- geduurende de Zomer zoude men het nog zien te redden- maar dan was het langer niet verantwoordelyk-
Voor nieuwe wezen was eigenlijk geen plaats.

Vergadering 26 Mey 1800
Op voorstel van den precident en andere Leeden, werd tot een aanstaand verblyf der Weeskinderen in overweeging genomen het Huys van den Burger Cornelis Maronnier staande op het end van den Burg als een geschikt Locaal, als werdende verstaan dat zo lang de Conjunctuure van tyd tot tyd zodanig blyft als thans is; men volstrekt het Weeshuys thans geapproprieerd tot een caserne voor de Militairen ofschoon deselven thans daar niet in zyn, niet ontbeeren kan-
Dat wilde Maronier blijkbaar niet. Later in het jaar liet het Gemeentebestuur de aangerichte schade in het Weeshuis herstellen. De kinderen konden voorlopig terug, maar niet voor lang.

Ontvangen 6 februarij 1812
Voor Gebruyk van ’t Weeshuis tot een Gezerne voor kyzer Lyk Majestyd troepen van den 10 Augustus 1810 tot 1 february 1812 266.13.-
Voor Gebruyk Weezeschuur Dito 133.6.-
4 November 1813
Van de Heer Maire 3/4 jaar huur van ’t weeshuis tegen 240 Gl jaars 180.-.-
Van de Weesze Schuur tege 60 gld is 3/4 huur 45.-.-
Dit zynde voor Jaar 1813 van den 1 January nog debet gebleeven

De Fransen waren niet vlot van betalen. Bij hun vertrek was veel nog niet betaald, zowel huur als watergeld- en dat kwam ook niet goed, er werd in 1814 en 1815 maar een deel van de schulden der Fransen betaald.

Weeshuis

Het gebouw dat na de Oorlog van 1940-1945 is afgebroken was flink gemoderniseerd nadat deze beschrijving was gemaakt. In 1798 had het nog deels een rieten dak, zoals veel huizen in het dorp den Burg.
In de loop van de negentiende eeuw zijn af en toe onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd, tot in 1876 door L. Koot tekeningen en bestek van ‘eenige noodige veranderingen en verbouwingen’ werden gemaakt, met bijgaande brieven waarin duidelijk de noodzaak van deze veranderingen werd aangetoond. Uiteraard vielen die verbouwingen duurder uit dan gedacht.

Koot: Gisteren heb ik tot mijne groote verbazing gezien dat de uit de thans bestaande privaatpot komende drekstoffen worden opgezameld in een van boven open gemetseld hok, welks bodem natuurlijk ook de vloeibare urine enz. doorlaat, en, even als de modderpoel achter de schutting, meewerkt om den bodem te verontreinigen, eerlang de waterputten te bederven en ziekten als typhus enz. te veroorzaken; wie zou kunnen geloven dar het vanwege de politie of het Gemeentehuis veroorloofd is om eene massa drek en urine op te hopen in een open hok midden in de bevolkte kom der gemeente!

Weeshuis

Boven de deur van de poort was een hardstenen plaat ingemetseld, waarop de Texelse Weeskinderen afgebeeld zijn. Men zegt dat zij vroeger half groene, half zwarte kleren droegen. In de Notulen gaat het uitsluitend over zwarte kledij.
De plaat is bij de afbraak van het huis zorgvuldig door de sloper apart gezet in het TEM-huisje. Niemand weet waar die daarna is gebleven.

Weeshuis

Na de beschieting van het dorp in de Russenoorlog


INVENTARIS
Inventaris der Goederen synde in t algemene Weeshuijs van Texel op den 5 Februari 1805 waarvan Regentesse en de Weesvaders Copie ter hant gesteld omme van Jaar tot Jaar bey afgaan en aankomen der Regentesse te werden na gesien

Buyten gebruijk
Een seer goet Bedd- Twee dito met verstelde Teeken- een half sleeten Peuling-
Twee dito Slegte- een Best Bedt kussen- twee dito minder soort
Drie Nieuwe deekens

In Gebruijk
Een seer goedt Bedt- ses dito minder soort- een Buldsak met doppen- een goede Peuling-
18 gemeenen Peulings- 25 oude dekens- 18 kussens- 35 Lakens- 10 witte Peuling doeken-
6 bonte Peuling doeken- 10 kussen sloopen- 6 Bonten tavel Kleden- 3 Schoorsteen kleden-
5 onderklede voor de Raamen- 5 boven kleden voor de Raamen-

Kledere voor de Kinderen
39 hemde voor de Jonges- 30 onderbroeken- 26 gestreepte hemdrokke- 13 Sondags mutsen- 13 Zwarte Rokken- 3 Rompies- 13 Boven broeken-11 Sondagse Batjes-
13 Paar sondagse kousen- 13 boeseltjes- 3 Linne broeken- 15 Linne boven Rokken- 13 wolle daagse baatjes- 13 tusse batjes- 39 halve doeken
Voor de Meijsies
25 hullen- 46 mutsies- 23 Paar moutjes- 22 Slaap ondermutsen- 5 onder borstrokken-
8 nieuwe Sondagse jakkies- 9 daagse jakkies- 5 kuurs Leijve- 11 Sondagse Schorten-
11 boven rokken- 11 Baaije rokken- 22 blauwe wolle rokken- 15 gestreepte rokken-
11 Sondagse boesels- 10 daagse boesels- 11 Sondagse kapers- 33 hemde- 31 witte doeken-
9 Kapers- 11 daagse hoetjes- 12 maaijen boesels- 11 paar Sondagse kousen-
11 paar wanten- 11 fessies- 11 daagse boesels
Onderstaande door de jonges en meijsies dooreen 50 paar kousen- 62 doeken

Meubilaire goederen
16 Schildereije- 29 stoelen in soorten- 19 Schotels op de Mantels- een Stel op de kas-
1 dito Steltje- 15 Schotels- 1 kas- 1 hankassie- 5 groote kisten- 3 klyne kisten- een Kas- 6 komme- 2 Spiegels- 10 tavels in soorten- een seybankie- 2 bed Panne- een kopere bekken- een schut- een Kopere Schenkketel en Convoor- 4 Kooperen ketels- een bybel en stander-
een Schutje- 2 haart Eysers- een Krib- een Kruywagen- 2 houte Bakken- 2 dito Bakken-
2 kassen- 14 sakken- 2 vlees Kuypen- een Arm mant- een Ladder- 6 Turf mande-
een Spektafel- een Vulles Schop- een Lantaarn- 2 schalen Balans en gewigt- een Mangelbord-
een Rager- een Kissie- een vat- 4 banken een blaasbalg- 3 tontjes- 2 kettings- een kreb-
een bier stelling- een arm bas- een Koopere Lepel- een onderxont voor een kas-
een Kopere doofpot- dieverse aardewerk huishoudelijk gebruik- 3 kandelaars-
een tinnne bierkan- een Tinne Trekpot- een asschop- een Spek vork- 4 groote Tinne Schotels-
3 tinne Kommen- 4 Kopere Panne- 5 koperen Ketels- een Kopere aker- een Koeke Panne-
2 stoelen- 9 Emmers- 5 tobbens- een Flens kas- een Kopere ketel int Fornuijs

Na dato in regente Kamer aangekogt
Een wit Tavel kleed- 12 Engelse tavel borden- 2 Engelse schotels- 12 Tavel Messies- 12 vorken-

INKOMSTEN
Op allerlei manieren werd geld bij elkaar gesprokkeld ‘ten behoeve van de Weezen’.
Het Huis had landerijen in eigendom die verhuurd werden, hief belasting op huizen (12 stuivers en kamers 6 stuivers), een stuiver op ieder Lopen rogge die gemalen werd, 10 stuivers op ieder koebeest en 8 penningen op ieder lam of schaap, 8 penningen per gulden van hetgene door de Loodsen wordt verdiend, 8 penningen per gulden van de Vis.
In het begin fokte en verkocht men vee, in feite was het gesticht een boerderij met vee en weilanden. Er werd elk jaar een koe vergemest en geslacht, waarna het vlees en de huid verkocht werden. Later kocht men alles in.
Er waren 8 wesenkamers, een boomgaart en tuinen die verhuurd werden. En tenslotte was er de Weesenwaterput bij de Hoogeberg, die verpacht werd voor bedragen per jaar tussen 400.- en 1400 gulden. Een andere Weesenput stond in het Pompevlak achter den Hoorn.
De kinderen gingen langs de huizen om te zingen (na 1795 werd dat verboden) en gaven op te halen. De oudste jongens werkten bij een baas, waar ze een vak leerden. Meisjes werden opgeleid voor het huishouden, sommigen werkten als meid. Al het geld dat zij verdienden bij hun baas ging in de gemeenschappelijke kas. In feite was het Weeshuis een uitzendbureau, waar voor allerlei diensten kinderen gehuurd konden worden. In 1748 werd 10 gulden betaald voor twee jongens die geholpen hadden met helm poten op het Eijerland.

Als de wezen zich niet vrijkochten verviel hun nalatenschap aan het Weeshuis. Vrijkopen kostte 20.- tot 40.- gulden. Bij de meesten viel niets te halen.
De Regenten leenden geld uit op rente, in de Franse tijd kochten ze van het Watergeld zogenaamde Nationale Schuldbrieven, die meer rente gaven dan anders. Zo is na het vertrek van de Fransen veel geld in een zwart gat verdwenen. De Gemeente Texel moest inspringen en gaf jarenlang subsidie uit de eigen kas, want er waren veel wezen en die moesten wel eten.

VERGUNNING VOOR HET HEFFEN VAN STUIVERS
Verzoek ter verkrijging van inkomsten ter alimentatie van het Algemeene Arme Weeshuijs
Aan de Edele groot mogende Heeren Staten van Hollant en West Vriesland
Geven met schuldige Onderdanigheijt te kennen de regerende Burgemeesteren mitsgaders Weesvoogden op den Eijlande van Texel hoe dat de Supplianten hare voorsaten van UEd groot mog: op den 3 december 1676 bij Octroij is vergunt om te mogen heffen op ijder huijs in t gemelte Eijlant toebehoorende een somme van 12 stuijvers en op ijder kamer ofte enkelde Wooning 6 stuijvers voor den tijdt van 12 Jaren tot onderstant en Alimentatie van haar Algemeene Arme Weeshuijs-

Als mede op den 27 November 1684 bij Octroij is vergunt om te mogen heffen opbeuren en Ontvangen t Zij bij kollekte ofte verpagtinge t haren schoonste van ijder Loopen rogge een stuijver ende 2 stuijvers op gelijke Loopen tarwe aldaar gemalen werdende mitsgaders 10 stuijvers op ijder koebeest ende 8 penningen op ijder Lam ofte Schaap van het voorsz Eijlant vervoert werdende ende daar en boven 8 penninge of een halve stuijver van de gulden vant geene bij de lootsluijden van dat Eijlant in het uijt ende inlootsen van de Schepen sal mogen werden verdient en gelijke 8 penningen op ijder gulden van de Visch op den afslag aldaar verkogt werdende, en dat alles voor den tijdt van 20 Jaren tot onderstant en Alimentatie boven voorn: welke laatste tijt alreeds is ge-expireert-

En dewijle t gemelte Weeshuijs regtevoort is belast met een getal van tusschen de 20 en 30 kinderen een Binnen Vader en Moeder met een dienstmeijt tot welk onderhout van dien Sij Lieden niet meer inkomen hebben van haare toebehoorende landerijen als anders Omtrent een Somme van 840 gulden daar en tegens de selve Jaarlijkx tot Sobere levens middelen van de selve en onderhout van dien moeten hebben en betalen met de Verpondinge en dijkx onkosten van hare Landerijen ende op Intrest geligte penninge een Somme van 1622 gulden 6 stuijvers en 2 penninge weshalven deselve Jaarlijkx meer tot onderhout van t selve weeshuijs en kinderen moeten uijtgeven en betalen als haare Jaarlijkx inkomen is bedragende een som van 782 gulden 6 stuijvers en 2 penninge die deselve Jaarlijkx te kort komen en t in agteren gaan-

En alsoo de Supplianten tot Onderstant en Alimentatie van t voornoemde Armen Weeshujs op Texel voors: met permisse van UEd groot mog: wel genegen souden sijn omme te mogen heffen opbeuren en Ontvangen t sij bij kollekte ofte verpagting t haren Schoonste van ijder Loopen rogge een stuijver ende 2 stuijvers op gelijke Loopen tarwe aldaar gemalen werdende mitsgaders 6 stuijvers op ijder huijs ende op ijder kamer ofte Enkelde wooning alhier een kamer genaamt daar geringe luijden inwoonen 3 Stuijvers Jaarlijkx bij de Eijgenaars vandien te betalen, en van de huerluijden: mits dat zij zulkx aan haar uijtgeloofde huerpenningen wederom van de Eijgenaars van dien zullen mogen korten invorderen en Ontvangen-

Waar over de Supplianten te rade sijn geworden haar te Addresseren een UEd groot mog: gedienstelijk en Ootmoedelik versoekende, dat het UEd groot mog: goedertierene geliefe sijn mag uit mede-doogentheijt van de Supplianten ende uijt kommiseratie met de Voorsz: Arme Weesen Ons luijden Supplianten tot het voornoemd versoek bij Appointement ofte bij Octroij gelieven te authoriseeren voor den tijt van 20 Jaren t welk vergunnende sal de Supplianten schuldige dankbaarheijt daarvoor erkennen-

VASTE GOEDEREN
Inventaris ofte staat van de Vaste goederen dewelke bij het Weeshuijs regte voort zijn

Eerstelijk Vier stuks landerijen waar op t voors: weeshuijs houden te hoij en gras 4 melk koeijen 1 vare koe en 2 jonge beesten tot aanvoeding als afgaander, zelve alles tot dienste voor de huijshoudingh

2 Sijn bij t Gemelte huijs 8 kamers ofte wooninge die s Jaarlijkx aan huur renderen Cirkum 100.-.-

3 Is bij het gemelte huijs een Boomgaart die sJaarlijkx aan huer rendeert Cirkum 80.-.-

4 Behoort bij t gemelte huijs een Waterput die zedert t Jaar 1685 tot 1706 toe door malkanderen gerekent s Jaarlijx rendeert 550.-.-

5 Sijn bij t voors: huijs nog 2 stukken landt die sJaarlijkx aan huer emporteeren omtrent een somme van 43.-.-

6 Wert nog Jaarlijkx verhuert aan t nagras als de koebeesten op stal werden geset 25.-.-

Volgen d Emolumenten en profijten die t gemelte huijs s Jaarlijkx werden vergunt tot Onderhout vant Schilpat van de Onderstaande posten als volgt
Voor rekening van de heeren van d’Admiraliteijt resideerende tot Amsterdam een som van 25.-.-
Voor rekening van de heeren van de Oostindische Compagnie een som van 10.-.-
En voor die van de Middelantse Zee voortaan 3.-.-
836.-.-

Ordinare Jaarlijkse uijtgift van de nevenstaande vaste goederen als anders zijn als volgt
Eerstelijk hebben de Weesen tot haren lasten een Obligatie van 500 gulden Capitaal tegens de penning 25 d Intrest beloopt

2 Wert van de nevenstaande Landerijen huijs kamers en Boomgaart aan Ordinare verponding en dijkgelt betaalt een somme van 156.6.-

3 Moet werden betaalt aan extraordinare verpondinge vant bovenstaande tuijn 40.-.-

4 Wert Jaarlijkx betaalt aan de binnen vader en moeder voor traktement een som 117.-.-

5 Hebben de weese tot haren Laste een dienstmeijt die Jaarlijkx met kost en loon t gemelte huijs emporteert een som 100.-.-

6 Moet s Jaarlijkx werden betaalt voor het Openen en toedoen van het Sluijsjen mitsgaders de damme op het hoogen 20.-.-

7 Hebbende Weese tot haren Laste een Aparte Zeedijk [dijk van het Weezenspijk, tot 1845 zeewerend] die s Jaarlijkx kost van Onderhout t eene Jaar door t Ander gerekent 25.-.-

8 moet s Jaarlijkx werden onderhouden het Schilpat met de Wint Assen om t water op en af te laten dalen soo van hout als timmeragie van nooden omtrent een som 35.-.-

9 Hebben de Voogden te onderhouden 2 pramen om t Water uijt de put aan t Schil te brengen die ijder nieuw kosten van koop omtrent 180 gulden en die alle 5 a 6 Jaren moeten werden vernieut kosten Jaarlijkx soo van timmeragie als Slijtagij een som van 70.-.-

10 hebben de Voogden Jaarlijks van nooden tot timmeragie als anders van t gemelte huijs en kamers Jaarlijkx een som van 70.-.-

11 hebben de Voogden te onderhouden regtevoort 25 kinderen die kosten Jaarlijkx met t bovenstaande als volgt
van t Jaar 1703 1606.19.14 van t Jaar 1704 1747.13.10 van t Jaar 1705 1622.6.2

Achteruitgang van inkomsten in 1801
Den Burgh op Texel 18 Junij 1801
Aan de Municipalitijd van Texel-
Burgers!
De ondergetekendens, Regenten van het Algemeene Weeshuijs van Texel in de noodzakelijkheid gebragt zijnde om aan UL te moeten voordragen-
Dat bij de te doene Jaarlijkse Rekening over het huishoudelijk bestuur van gemelde Weeshuijs, den 4e Junij LL aan UL Committé gedaan: de ondervinding geleeraard heeft
Immers de inkomsten van gemelde Weeshuijs niet toereikende aan de uijtgaaven bevonden werden, te minder daar men in vroeger Jaaren aan slands Oorlogscheepen ter rheede van Texel leggende een groote quantiteyd van vers waater uijt de Putten, aan het zelve Weeshuijs behoorende, wierd afgelevert en daar door het grootste bestaan voor dat huis genooten wierd-
Dog, dat het afleveren van dit genoemde water aan de vermindering van sLands scheepen, als ook door het vermeerderen der ouderloose weesen in dit huijs aangenoomen, als duure tijden der noodzakelijkste behoeftens, de waare oorzaaken zijn dat onse Casse van tijd tot tijd zodanig is ontledigt, het gebrek aan Contanten penningen de administratie weegens ontvang en uijtgaave voor gemelde Weeshuijs, ten hoogsten zorgelijk geworden is, en deese administratie op den oude voet voortgaande, niet langer dan door verkoop van de voorhanden zijnde Effecten en Landerijen, met verlies van Capitaal en intressen het nodig onderhoudt voor het zelve Weeshuijs kan staande gehouden worden-
Dat de ondergetekendens, met dit zoo schromelijk vooruijtzigt, hebben overwoogen de middelen van redres, die na hun inzien wel de gereedste zijn voorgekoomen- en op gronden van billijkheid te mogen voorstellen en overzulks aan UL als opperbestuurders bij deese te addresseeren, om door UL vermogende medewerking daar zulks behoord, ware het doenelijk te obtineeren-
1 Een belasting van 1/2 st over ieder Ton turf welke door de Ingesetenen dezes Eilands werden ingeslagen, en deese inkomsten sJaarlijks de somme van 350 guldens bedragen kan-
2 Dat het Zoogenaamde schoorsteengeld eertijds van ieder huis a 6 st gereekend, wederom behoorden te worden ingevoerd, uijt de voorige Jaaren Rekeningen van het zelve Weeshuijs de som van 275 guldens bedragen zal-
3 Dat de kelder in de Weese schuur aan het Weeshuis behoorende Zeedert Jaaren herwaarts door het Committé van Justitie van Texel tot een Crimineele gevangenis gebezigt- voor welk gebruijk nimmer eenige betaaling tot onderstand van de genoemde schuur of kelder eenig ontvang ten behoeve van het Weeshuijs bevonden werd, Immers billijk voorkomt dat de genoemde kelder in Jaarlijkse huur ter somme van f 25 ten diensten van het Committé van Justitie werd opgedragen-
door welke 3 genoemde Poincten de ondergetekendens vermeenen dat de inkomste van het Weeshuijs op Texel provisioneel zouden weesen onderschraagt, en UL als opperbestuurders zodanig een Plan goedkeurende, de ondertekenaars gelieve te qualificeren om onder het gunstig advis van UL door middel van gepaste adviezen, de verkrijging van deese meerdere voordeelen ten allerspoedigste te bevorderen, of op andere wijze als UL na den aard der Zaaken zoude vermeenen te moeten behooren-
Heil en Achting
Regenten van de algemeene Weeshuijs van Texel
(was geteekend)
present Sijmon Kwast, Sijbrand Koning, Cornelis List, Corn: Bas, Pieter Breemer, M: den Berger

WERKZAAMHEDEN DER REGENTEN
Den 6 October 1804
Om alle wanorder in t bestuur van het Weeshuis voor te komen wiert door presente regente goetgevonde om de werksaamheden als volgt te verdeelen-
Eerst aan regente van den Burg word toegekent en hebben bevestigt over t huijshouden van t Weeshuis, als ook t huis schuur de boe met 1475 roede land idem een Land gelegen in Ongeren groot 560 roede en alle sodanige saken als sonder brengt moeten afgedaan worden-
Ten tweden aan regente aan t Schildt toegekent de boere Plaats en daar bij gelegen Landen idem de Putten, Praamen Schoejingen, windaas, waterhaalders en verdere werksaamen-
Ten derde Regente van t weeshuis wonende aan de Waal Oosterent en Koog als t naast by, hebben toeversigt op de Lande in Waal en Burg-
Ten Vierde de Regent van t Weeshuis wonende aan de Hoorn heeft toeversigt over de waterreyders & Pompers met het afleveren van het water uyt de Valeye als ook over de daar toe behoorende stellinge, de Pompe en verdere nootwendigheden-
Ook wert hem toegekent als naast aanwonende toeversigt te hbben over de Weesen Spiek deijk en sal daar van dadelik aan Regente van de Burg kennis geven om gemeenschappelok de nootwendigheden in ogenschijn te nemen en verbeteren-
Sullende generaallik desen Schikking allenig dienen om de hoogstnoodsakelike Reparaties te doen, en om hele verwaarloosing, en onachtsaamheijd te verhoeden, en sal een ider verpligt wesen van saken van aanbelang ter kennisse en goetkeuring in de naaste vergadering te brenge en van het gepresenteerde sijn meden Regente te onderrigte-


KOSTEN VAN DE VASTE GOEDEREN
Jaarlikse Verponding der huijsen en Lande volgens het quohier voor de Jaaren 1804
Een huijsmans woning bij de Water Put 2110 f 39.9.2
Een thuyn en boetje 400 7.12.-
Een Schape boet in Witte geest 1475 26.6.4
Een land in Ongeren 500 8.6.14
Een bedijking in t Weesen Spiek 3600 46.16.-
1 stuk in Westergeest 800 7.10.-
4 stukke elkander anex in de Waddel 1695 23.17.-
Land in Waal en Burg
Een stuk genaamd de Bolle 6.15.-
Een dito het Derde Partje 3.12.-
Een dito het Groenstuk 6.15.-
Een dito het Waard stuk 6.15.-
Een dito het Haanstuk 10.17.8

Jaarlikse deijks en Polder kosten met her Extra deijk suijvere en onsuijvere Lande
Een huijsmans woning bij de Water Put 2110 24.2 het huijs -.17.- extra 13.10.4 35.9.4
Een thuyn 400 4.-.- extra 2.8.- 6.8.-
Een Schape boet in Witte geest 1475 14.15.- extra 8.17.- 23.12.-
Een land in Ongere 500 5.-.- extra 3.-.- 8.-.-
4 stukke Land in de Waddel 1695 15.5.- extra 10.3.- 25.8.-
1 stuk in Westergeest 800 7.4.- extra 4.16.- 12.-.-
Land gelegen in de Polder Waal en Burg op 5 st per f 100.-
Een stuk genaamd de Bolle oud Capitaal f 966.-.- 2.8.4
Een dito het Derde Partje 182.12.8 -.9.1
Een dito het Groenstuk 892.10.- 4.14.1
Een dito het Waard stuk 798.6.12 1.19.1
Een dito het Haanstuk 621.1.6 1.1.1
Oud Capitaal 4460.10.10 121.8.12

Inkoop Prijs van de Huijsen en Landen behoorende aant Weeshuis van Texel
Een stuk land in Witte geest 500 17 September 1738 548.-.-
Een Schape boet met 975
Een stuk hooijland in Ongere 500 den 10 Januarij 1744 540.-.-
Een huijsmans woning 2110 den 21 Januarij 1783 3520.-.-
Een thuyn met een boetje 400 16 Mey 1783 1150.-.-
Een bedijking genaamt Spiek 3600
Een stuk land in ’t Hoorder Nieuwland 1200 25 februari 1799 1820.-.-
Een stuk land in de Waddel 1695 13 maart 1805 1425.-.-
1 stuk in Westergeest 800 13 maart 1805 615.-.-
Lande Gelegen in Waal en Burg
Een stuk genaamd de Bolle 8 m 30 5April 1781 2200.-.-
Een dito het Derde Partje 2 m 1693 25 april 1700 611.-.-
Een dito het Groenstuk 3 m 471 25 dito 926.-.-
Een dito het Waard stuk 7 m 590 25 dito 1419
Een dito het Haanstuk 7 m 458 25 dito 2310

WEESHUIS IN GEBRUIK ALS CASERNE
Vergadering 8 September 1797
Binnen gestaan eene Commissie uit Regenten van het Algemeen Weeshuys deeses Eilands Leendert Pruyt, Floris Spin & Jan Pietersz Bakker
Te kennen gevende: dat terwyl deeze Vergadering goedgevonden had, ter Ontlasting van de Burgerij het voormelde Weeshuys in Requisitie te neemen, omme daar inne de Militairen te incasserneeren-
Zij gecommitteerdens versogte: dat hier van aan haar schriftelijk bewijs mag werden gegeven, en dat ‘er eene Commissie van wegens deese Vergadering werden benoemd, die met en benevens Regenten de inwendige gesteldheid van het Weeshuys opnam- alvorens dat de Militairen daar inne werden geplaatst-
Opdat daar het Gebouw van het Weeshuys meede ter hunner Verantwoording staat en het den Burger is die het requireerd, ook wederom in de vereyschte staat werden opgeleverd-
Dat, daar de Turf voor het Weeshuys eerstdaags stond te komen, hun eene geschikte plaats tot bewaaring van dezelve werde aangewezen-
Als meede eene geschikte Bewaarplaats voor de gelden en effecten aan het Weeshuys behoorende en eyndelyk: dat hun zo lang het Weeshuys van Militairen niet ontruimd en behoorlyk in staat was, een plaats ingeschikt, alwaar Regenten hunne gewone en buiten gewone bijeenkomsten kunnen houden.
Waarover gesprooken te hebben, zijn tot verblyf van de Binne vader, Moeder, met de weeskinderen aangeweesen het Gasthuys van de Gereformeerde Diaconie van den Burg alhier, en zulks by provisie en tot zo lange dezelve wederom bezit van het Weeshuys kunnen neemen- onder die mits egter: dat het op en toevoorzigt over het gebouw in zijn geheel, aan Regenten op en aanbevoolen bleef. Zijnde al verder de Burgers Arie Dijksz en Albert Koning leden deezer Vergadering benoemd: de situatie van het Weeshuys met Regenten vooraf optenemen, zullende het Weeshuys na het evacureeren van de Militairen, zonder kosten van hetzelve wederom behoorlyk werden opgeleverd-
Dat een gedeelte van de verwagt wordende Turf moet geplaatst worden, in het Gasthuys voornoemt, en tot het resteerende Regenten geauthoriseerd: buiten kosten van het Weeshuys, daartoe eene geschikte plaats, ten minste pryse zig aanteschaffen-
En zal de Elands Yzere kist staande op het Raadhuys, zo lange aan Regenten van het Weeshuys tot Berging haarer gelden en Effecten worden afgestaan, en ter dispositie werden overgegeven-
Eindelijk werd eene der Kamers op het Raadhuys deeses Eilands, al meede tot de bijeenkomst of Vergadering van Regenten geaccordeerd
En zal van het hier boven geresolveerde aan Regenten van het Weeshuys schriftelijk bewijs werden gegeven, omme te kunnen strekken tot derselver naarigt-
[De Weeskinderen moesten het Weeshuis verlaten en werden ondergebracht in het Gasthuis van de Hervormde Gemeente. In het gebouw werden militairen gehuisvest. De Regenten wilden taxatie van de bestaande toestand, om vergoeding van eventuele schade te kunnen vragen].

Brief aan de Eerste Commissaris voor de fransche Troupes in Soldij der Bataafsche Republicq
MedeBurger!
Ook gaat hier by Taxatie der toegebragte Schaadens, van de Fransche Troupes aan de Caserne het Weeshuis, hetgeene moedwillens geschied is. Hier over hebben wy al meede de Capitein de Laplace Valey onderhouden aan wien men ons renvoijeerden, maar geene Vergoeding kunnen bekomen- hij gaf ons ten antwoord: dat het Volk Volontairs waaren, uit 3 byzonder halve Brigades ’t Zaamgeraapt, die wat toegegeven moeten worden, ook dat de Caserne niet nieuw was.
Wij repliceerden: dat onze Burgers geduurende hun verblyf de Vrugten van hun toegevendheid maar al te veel geworden was, en dat dit nu nog meer zig deed zien in deese caserne- want Vengsters op het Vuur te gooyen, deuren uit haar hengsels te neemen, schuttingen van de Thuyn, Hennehok en Loop Hekwerk, vaste rakken en planken moedwillig aftebreeken en te verbranden- behalven de Schapen, konynen, Eenden, Kool, Boon en aardvrugten met geweld alom weg te halen- ofschoon op de daad geattrapeerd geen straf er over te oeffenen- alles verre eene toegevendheid, maar een kwaade discipline kenmerkten-
Dan alles was te vergeefs: wy konde geen Schadeloosstelling bekomen, waaromme wy gemeend hebben ons daar over aan Uw te moeten addresseeren en voldoening ‘er voor te vraagen.
Op de reekening hebben wij de volle Som voor Logement en fournituures bereekend, dat is: tegens 8 stuyvers per man in de week-
UEd gelieve te considereeren, daar de Fransche 37 dagen hier geweest zyn, wy de eerste 22 dagen hen van alles hebben moeten voorsien, wanneer wy Uwe Matrassen, peulings en deekens ontfingen- ook gelieven UEd in aanschuw te neemen dat ter inruyming van de Casernes aan den Burg en Oosterend Huijsen hebbe moeten huuren, behalven het Schoonmaken en in Order doen brengen der gebouwen en goederen, wasschen, sjouwloonen als andersints- en wy twyffelen niet of UEd zult daar omtrent eene billyke schikking maken die ons schadeloos zal stellen-
Wy zijn naar toewensching van
Heil & Broederschap
De Municipaliteit van Texel
Ter ordonn. van deselve (get) WRomans Texel 26 October 1798

Vergadering 11 December 1798
Daar met den Burger Gerrit J. Bakker voorlopig schikkingen waren gemaakt nopens het Huys, thans door de Weeskinderen in gebruyk- is den zelve Burger gerequireerd, wanneer aldus met hem is gearresteerd-
Dat de Municipaliteit in Huur neemt zyn Huis staande aan den Burg op het end van de Waalderstraat, gereekend van 1 Mey 1798 tot 1 Mey 1799 voor f 52-
Dat by dat zelve Huys zal zyn het vry gebruyk van een secreet en regenbak, tot welk laaste hy bequaame gooten zal doen leggen-
Dog dat de Schuur niet onder deese zal begreepen zyn- egter wanneer deselve niet benodigd had, kan daar vrij gebruik van gemaakt worden-
Voorts is wederzyds gearresteerd dat zo wanneer van wegens deese Vergadering den 1 february 1799 aanstaande de Huur niet opgezegt word, deselve gereekend word geprolongeerd te zyn tot 1 Mey 1800- dog gewaarschuwd wordende, eindigd de Huur den 1 Mey 1799, mits daar en boven betalende 1/4 Jaar Huur-
Waarvan als nu behoorlyke Huurceel zal werden opgemaakt en wederzyds getekend worden-

De Missive aan de Fransche Commissaris, was van deeze inhoude
Burger Commissaris
En eindelyk concerneerende de degradatien door de Troupes aan de Caserne staan wy ‘er ten sterkste op dat ‘er vergoeding voor komen-
Hoe veele moeite heeft het ons niet gekoste een klynder Huys voor de weeskinderen te huuren- ten einde de Troupes eene ruyme en zo mogelyk goede Locaal zo als het Weeshuijs was tot een Caserne te besorgen- en hoe schandelyk hebben zy der weesen goed niet mishandeld- ook hoe zoude wy van hen, die in veele opzigten den Meester speelde, op het ogenblik van hun vertrek een proces Verbaal gedresseerd gekreegen hebben, daar wy slegts 2 a 3 uuren te vooren; eerst van hunne afmarsch kennis kreegen?
Wy versoeken dus ernstig UEd aan de Fransche administratie of by den Chef de L Etat Major Generaal onze klagten deswegens inbrengt, en tot vergoeding van Schadens ons behulpsaam zy- tot dat einde hebben wy de Eer de Taxatie der Schadens aan het zelve gebouw door ons gecertificeerd by deese toe te zenden-
Heil & Broederschap
De Municipaliteit van Texel voornoemt
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 9 Jan. 1799

Taxatie
En de Eerste de reekening van Cazerne Huur zederd 28 October 1797 tot 16 feb. 1798 belopende f 140.19.- waarover wy 10 Maart 1798 (wanneer deese Troupes nog op de Helder in onse nabuurschap lagen) ons aan het Intermediair administratief Bestuur van dit voormalig Gewest adderesseerde, met versoek, daar de Commandeerende Officieren van de onderscheidene detachementen op de dorpen leggend, absoluut de Huur weigerde voor het gebruik der Casernes op fundament, dat van die in de Schans lagen niets wierd afgevorderd, ook dat zy geene kennis hadde van de resolutie van ’t Bondgenootschap te Lande van 20 Junij 1797, onderrigt te mogen worden hoe ons te gedragen-
En daar wy alle ogenblikken uit S’ Hage berigt verwagten zonder dat men die ons zond, geraakten wy vastelyk in het vertrouwen, dat de Chefs der Troupes, ten allen tyden voor de betalinge der Huur verbonden bleeven- waarom het ons ook gerust deed besluiten, deeze post op reekening van den Lande te brengen-
Is de tweede: op de Reekening van het debarqueeren der Jagers, kan men (niet zo als UEd meld) voor als nog maar ruym f 1200- maar slegts deese reekening ten eenemaal afdoen met f 773.1.6 zonder zig aan de overige f 2871.17.8 het minste te bekommeren.
Welk eene hardigheid! Hoops stoots zonder de minste voorweeten, zond men ons een geheel Battaillon van Boord op het Lyf, waarmeede wy zo men best konde moesten raden- in den Beginnen moest men se by de Burgers inquartieren; dan daar die drukkende inquartiering niet meer bestond, als alleen by doormarsch, was men wel gedrongen ten kosten van die geene, welke ons de Militairen toezond Casernes te versorgen-
Gesteld, tusschen de nood der Burgers en de hulp voor de Soldaaten- deed ons de dwang met veele moeite gebouwen zoeken, en niet zonder aanmerkelyke kosten tot intrek gereed maaken; en zou men hier voor geene Vergoeding bekomen?
Men zegt: men moest hier toe ordres gevraagd hebben, maar hoe konde men? De nood was daar en moest zonder uitstel voorsiening weesen.
Tot wat oogmerk zond men de Militairen op ons Eiland? Immers niet alleen voor ons! Maar ten dienste des geheele Bataafsche Volks- daar dat zelve Volk nu wil, dat geen deel van hen met inquartiering belast worden, als by doorMarsch, moeten zy zorgen, dat ‘er alomme Locale tot huisvesting voor de Militairen zyn, en die ontbreekende heeft dat deel des Volks, die anders de Last der inquartiering moest ondergaan, het regt zig die ten kosten van ’t algemeen aanteschaffen-
In noodweer mag men alles aanwenden, wat tot beveiliging dienen kan: immers de reeden, de waare leidsman van al ons doen en laaten leeraard dit ten duidelykste- men zwyge van de alom gerecipieerde Wetten.
Eindelyk ten derden: royeerd men op deselve reekening de 2 Stuyvers per man toelage aan de Burgerij, onder voorwendsel: dat de alteratie op het Marschreglement van 25 October 1796 maar spreekt, van geduurende deese campagne, ook dat de Generaliteits rekenkamer zodanige posten, op declaratien voorkomende, steeds heeft geroyeerd
Wy zullen in geen explicatie van het woord Campagne treeden, want zo men dat woord hetgeen veldtogt beteekend alleen bepalen wil tot den Jaare 1796- zoude wy daar op kunnen antwoorden: dat wy toen zo min een Leger in het veld hadde als Heede; maar dat het woord Campagne moet verstaan worden geduurende deese oorlog daar ons arm Land aanhoudend in gewikkeld blyft.
Als men een vriend wil slaan, kan men wel een Stok vinden- en als men niet betalen wil, kan men genoeg exceptien maken- maar wy voor ons vragen: is dit Bataafsche Trouw en Eerlykheid? En of de generaliteits rekenkamer zodanige posten geweigerd heeft; moet men dan in waarheid niet repliceeren: dat deese uitvlugten met magt spreeken van de reekenkamer omkleed, alleen maar dienen, omme eenvoudige Gemeente besturren afteschrikken, en hier meede van de hand te wysen-
Maar wy die zulks niet gezind zyn te doen, zullen met nader nadruk over deese behandeling ons beklagen- waaromme MedeBurger, wy versoeken UEd gedagten hier over te mogen weeten: ten eynde zulks met de meeste vrugt te doen-
Want of wij ons al met de Commissie tot de Militaire Zaken uit het administratief bestuur in een pennestryd begeeven, zal dit zonder gevolg zyn, en is maar tyd en arbeid verlooren, dewyl die op de Chef van het gecontinueerd departement van finantie van ’t Bondgenootschap te Lande afgaan- zonder onse waaragtige belangens aan de billykheid te toetsen
Wy zyn naar toewensching van
Heil & Broederschap
De Municipaliteit van Texel voornoemt
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 28 Jan. 1799

Brief 16 Aug. 1799
Het gebouw tot de Caserne was zeker niet Nieuw, maar was tog voor de komst der Troupes in 1797 het Huys daar de Weeskinderen bestendig in woonde-
Gewisselyk zyn altoos aan gebouwen, vooral door Militairen bewoond, reparatien nodig; hier hadden wy ook niets tegen, maar opzettelyke beroving, Spolie of moedwil aan een toevertrouwd gebouw cum annexis te bedryven, is in het gemeene Leeven altoos strafbaar, maar nog veel meer by den Soldaat, om dat die een besoldigde der Maatschappy is, die hem voed en kleed en aan wien hy hulp en Trouw geswooren heeft-

Vergadering 24 dec. 1799
Binnen gestaan een Commissie van Regenten van ’t Weeshuys S. Koning, Jacob Jelisz Verberne, Klaas Vermeulen en Jan Gerritsz Spigt. Deselve Commissie beklaagd zig over de slegte situatie van het Huys, op Last der Municipaliteit thans bewoond wordende door de Weeskinderen- versoekende: daar geen Militairen het Weeshuys thans tot eene Caserne gebruyken, het zelve aan de Weeskinderen wederom mag worden ingeruijmd-
Daar de tydsomstandigheeden als nog vereyschen, het Weeshuys tot een Caserne voor de Militairen in gereedheyd werd gehouden kan in het zelve versoek niet worden getreeden- egter is geresolveert naar een ander bequaam Huys omtezien, waartoe Regenten meede versogt worden, hunne gedagten te laten gaan-

Vergadering 28 January 1800
Voorgesteld wordende: over het Huys van Gerrit Jansz Bakker op het end der Waalderstraat, thans bewoond door de Weeskinderen eene resolutie te neemen- daar volgens Huur Contract de Vergadering zig in february moet verklaren, of dat de Huur anders verstaan word, weder te zyn ingegaan-
Waarover gedelibereerd zynde: en naar met Regenten over de Situatie van dit Huys gesproken te hebben, welke over de ongeschiktheid van het zelve zig zeer beklagen, is eyndelyk, daar voor zig geene betere gelegenheid op doed, als nog het Huys van G.J. Bakker niet optegeven- en is nader geresolveerd: een Huys intekopen zo ras de gelegenheid zig opdoed: waartoe men meend er bequaam voorwerp aanstaande te weezen, bij de verkoop van het Huys van wyle Geertje Formers- zynde also geresolveerd dat Huys tot gebruik der Weeskinderen zo lang de Militairen het Weeshuys tot een Caserne employeeren intekoopen voor 6 a 700 guldens, 25 guldens meer of minder daar onder begreepen-
Hebbende de Leeden van den Burg op zig genomen: de Commissie van inkoop te doen-

Vergadering 6 Mey 1800
En zyn deselve onderhouden over de reede waaromme zy de Kinderen van de Overledene Dorothea Hartog weduwe Gerrit Buysman aan het Weeshuys opgedragen en aangenomen, geweigerd hebben die inteneemen-
Waarop dezelven Regenten te kennen geeven uit Hoofde van gebrek aan plaats, klagende al verder dat het Huys thans door de Weeskinderen geoccupeerd een zeer slegt Locaal was, ongeschikt en veel te klyn, versoekende alzo dat het Weeshuys hun weder mag worden ingeruymd dewyl zy niet in staat waren, in dit tegenwoordige gebouw de Kinderen- gezond en by eene goede Tucht en discipline te houden-
Waarover zynde gedelibereerd en Regenten de noodzakelykheid aangetoond te hebben: dat in deeze Conjunctie van tyden, waar in men alle ogenblikken blood stond met Troupes als overstroomd te worden, dat het Weeshuys voor als nog tot eene Caserne gehouden wierd- is eyndelyk geresolveert wederzyds een Commissie te benoemen, welke staande deeze byeenkomst het tegenswoordig Locaal by de Weeskinderen in possessie zoude inspecteeren; omme zo het mogelyk was, ten minste tot de aanstaande maand Augustus nog plaats voor eenige Kinderen te maken, al was het zelve ten koste van het Eiland en hier van aan de Vergadering rapport te doen-
Zynde daartoe van wegens de Vergadering gedepecheerd de Burgers Gorter en Wilkes en uit Regenten Jacob Jelisz Verberne & Sybrand Koning-
De Commissie geretourneerd zynde geeven geen voordeelig rapport van het Locaal thans by de Weeskinderen geoccupeert, zynde het zeer ongeschikt voor deselve Kinderen- op de Koestallen moesten deselven in Krebben slaapen- zeer togtig en windrig- byna geen Separatie tusschen de Jongens en Meisjes- ook moesten de Kinderen op Solder slapen, waar van de op en afgang zeer gevaarlyk was, voor al voor de klynste- op Solder wel was waar konde nog 3 Krebben worden gezet, maar om het gevaar was eyndelyk beneden nog eenige ruymte gevonden- geduurende de Zomer zoude men het nog zien te redden- maar dan was het langer niet verantwoordelyk-
Eindelyk is van wegens deese Vergadering geresolveerd, dat de Weeskinderen tot de Maand Augustus aanstaande zullen blyven possideeren in het tegenswoordig bij hun gebruikt werdende gebouw- wanneer als dan geen Militairen in het Weeshuys zyn, het zelve in gereedheid gebragt en door de kinderen betrokken zal kunnen worden- of dat de Municipaliteit een beter als het tegenswoordig bewoonde Huys zal versorgen-

Vergadering 26 Mey 1800
Op voorstel van den precident en andere Leeden, werd tot een aanstaand verblyf der Weeskinderen in overweeging genomen het Huys van den Burger Cornelis Maronnier staande op het end van den Burg als een geschikt Locaal, als werdende verstaan dat zo lang de Conjunctuure van tyd tot tyd zodanig blyft als thans is; men volstrekt het Weeshuys tehans geapproprieerd tot een caserne voor de Militairen ofschoon deselven thans daar niet in zyn, niet ontbeeren kan-
Werdende de Burger Langeveld by zyn aanstaande verblyf in Amsterdam versogt over het zelve Huys hier bove met den Burger Maronnier te spreeken en zo mogelyk het voor een billyke prys te huuren-

Vergadering 15 July 1800
Ook zal men dien dag de Staat van het Weeshuys gediend hebbende tot een Caserne opneemen- met Timmerlieden en Metselaars gelyk ook de ingestorte pyp of sluys over de Burggraft, by het Huis van de wed. A du Gordyn- mitsgaders verder nog in deliberatie te neemen, waar over heede uit hoofde van de kortheid des tyds geen besluyt heeft kunnen vallen-

Vergadering 23 July 1800
Hebbende alzo ten overstaan van de Timmerlieden Pieter J. Vlaming en Willem Festers de staat van het Weeshuys opgenomen- als meede inspectie genomen van de opgebrooken pyp of Sluysje by het Huis van de wed. de Gordyn- welke laaste bevonden is geheel caducq- vervallen te weesen en alzo ten eenemale nodig vernieuwt te worden-

Vergadering 5 Augustus 1800
Toegebragte Schade aan het Weeshuys f 76-

Vergadering 12 Augustus 1800
De Taxatie van het Weeshuijs gediend tot een Caserne geexamineerd hebbende is geresolveert onverwyld alles te doen in ordre brengen- tot dat einde de Timmerlieden die de Taxatie gedaan hebben, opteroepen, en ze te werk te stellen.
En na het Schoon gemaakt is, het Weeshuijs aan Regenten te overhandigen, omme de Weeskinderen in het zelve weder te plaatsen-
Waartoe de Taxatie Lijste de precident zijn ter hand gesteld en gequalificeerd alles te doen maken en is de Timmerman P. Vlaming aangezegt met zijn mede Timmerman Willem Festersz aan het werk te gaan-

Binne gestaan S. Koning en S. Quast regenten van ’t Weeshuijs deses Eilands vragende wanneer zij gebruijk konden maken van het Weeshuijs-
Is hun aangezegt: dar zij gewisselijk bij het eindigen van deese maand ‘er gebruijk van zullen kunne maken- Zullende na het Weeshuijs in order gebragt is, de Weesvoogden versogt worden, alles met de Municipaliteit natezien-

Vergadering 14 October 1800
Binnen gestaan Sybrand Koning en Klaas Vermeulen Weesvoogden opgevend nog eenige goederen welke zoude manqueeren aan het Weeshuys gediend hebbende tot eene Caserne- en is het opgegevene overgenomen, omme nader geexamineert te worden-
Dezelve Voogden beklagen zig: dat Gerrit Bakker in wiens Huys de Weeskinderen haar intrek gehad hadde, de asch of Misch pretendeerde; door gemelde Kinderen gemaakt, uit hoofde dat zy op zyn grond lag, en dat hy wel aan de Municipaliteit had verhuurd een Huys voor het gebruyk der Weeskinderen, maar geen grond tot het leggen van Misch of asch-
Waar over zynde gedelibereerd en de onbillykheid van Gerrit Bakker gecondemneerd te hebben, zyn Weesvoogden gelast, die asch of Misch, welke in waarheid door de Kinderen en het Huys gemaakt zyn, weg te halen-

Vergadering den 23 van Wynmaand 1810
Aan de Commandant van het Eiland- caserneering
Dan welke moeite wy ons geven, geen geschikter Locaal tot Caserne aan den Burg kunnen wij vinden nog is er voorhanden, dan het Algemeene Weeshuis aan den Burg
een Gebouw gansch ruim en lugtig-

Kasbok 1255 5 Maart 1812
Voor Gebruyk van ’t Weeshuis tot een Gezerne voor kyzer Lyk Majestyd troepen van den 10 Augustus 1810 tot 1 february 1812 266.13.-

3 November 1814
Ontfangen van de Heer Burgemeester Reinbach op Reekening de huur van ’t Wees huys tot een Caserne gebruykt 90.11.4
Van dezelve Nog op de huur op t Wees huys ofte Caserne 70.15.8

5 Mij 1815
Ontfangen van de Heer Burgemeester CGM Reinbach op Reekening van de huur van het Huijs in de Waalderstraat 70.15.8

2 November 1815
Van den Heer burgemeester GCW Reinbach de Restand huur van het huijs in de Waalderstraat versch: geweest Laaste April 1815 29.4.3

VERBOUWINGEN IN DE 19E EEUW
NOTULEN 3 Dec 1840
3 Wordt bepaald, dat in het weeshuis aan de Zuid Zyde, zullen worden gemaakt 4 nieuwe Schuif Cozynen met Ramen en heele Vensters, hetwelk zal worden bestaad op nader te bepaalen tyd, zullende alvorens een teekening en bestek door den Eilands Architect daarvoor worden opgemaakt,-

12 Dec 1840 aanbesteding kozijnen
30-31 11 inschrijvers- de minst aanneemende was Reindert Willemszoon Smit f 148.12

Vergadering 3 Maart 1859
Aan P. Pronk opgedragen het opmaken van een bestek en begrooting voor het maken van eenige veranderingen aan het Weeshuis

Brief 30-3-1859 Dat de vermindering van de inkomsten, gedurende het afgelopen jaar ten hulpe van het Algemeen Weeshuis, hoofdzakelijk is ontstaan, door de mindere opbrengst der huurpenningen van landerijen, en doordien er bijna geen inkomsten van drinkwater hebben plaats gehad, omdat de schepen, welke vroeger hunne provisie van drinkwater van ons Weeshuis verkregen, zich thans voorzien van het water der Waterleiding in de gemeente Helder.

Vergadering 12 Mei 1859
Aanbesteding. Verbouwing gegund aan C. Broekkamp f 1465.00

Vergadering 4 Aug 1859
Geaccordeert met C. Broekkamp om de Oostergevel van het Weeshuis aftebreken, en te doen vervangen door een Wolvedak met IJzeren daklicht enz voor de Som van f 111.-

Vergadering 4 Juny 1869
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten om de tot het Weeshuis behorende gebouwen uitwendig te doen verwen, en de aanbesteding van dit werk te doen plaats hebben op 23 Juny aanstaande, waarna de vergadering wordt gescheiden.

Vergadering July 1869
Besloten om de houten dakgoten aan de Noord Zyde van ’t Weeshuis door yzeren te doen vervangen, en de leverancie daarvan aanbesteedt aan JJ Smit voor f 104.90

BRIEF VAN L. KOOT
Helder den 8 Junij 1876
Aan Heeren Regenten van het algemeen Burgerweeshuis te Texel
WelEdel Geboren Heeren!
Ingevolge onlangs van UWelEdele ontvangen uitnoodiging tot het verbeteren der inwendige verdeeling van een gedeelte van het Weeshuis te Texel en het aanbrengen van noodzakelijke vernieuwing aan vloeren, zolders enz: heb ik de eer U hiernevens te doen toekomen eene teekening op de schaal van 1 a 100
1 van den platten grond der verdieping gelijkstraats van het thans bestaande gebouw
2 langs- en eindaanzigten (1 a 200) en langs- en dwarsdoorsneden van het gebouw
3 eene schets van den platten grond der verdieping gelijkstraats met de verandering der bovenbedoelde indeeling-
Deze indeeling is daar anders ontworpen dan U mij in bedenking gegeven hadt; ik heb namelijk den gang niet doorgetrokken door de algemeene woonkamer, omdat die kamer daardoor zeer verkleind en tevens van een lichtraam beroofd zou worden; ik wist dus niet beter te doen dan U voor te stellen den gang te laten zooals hij thans is; de hoofddeur van het gebouw te bezigen, tot in- en uitgang der weezen, zooals dit overal gebruikelijk is; bij x weder echter konden de jongens gebruik maken van de poort naast het telegraafkantoor even als thans;
Het hok of portaal op zijde van de keuken in te rigten tot naai- en breikamer, of in het algemeen tot verblijf der grootere meisjes, die dan immer gelegenheid vinden, zich even van de grootere jongens af te zonderen; daartoe in den voorgevel nog te maken 2 lichtramen, de deur in den eindgevel en die naar de keuken digt te metselen, de hals op den regenbak weg te nemen, zoo ook de oude spiltrap, een houten vloer in deze kamer te maken, de muren van onderen met een schot te beschieten of wel over zekere hoogte te portlanden, kasten in dit vertrek te maken voor onderkleederen en ook voor de thans op zolder hangende Zondagsche bovenkleederen, en eindelijk door een dubbele deur dit vertrek in gemeenschap te stellen met de algemeene woonkamer;
In de keuken te maken een nieuwen gemetselde steenen vloer, een nieuwe aanregtbank met hardsteenen dekblad en een dito gootsteen, waarvan de pomp in gemeenschap gesteld moet worden met den bak onder de naaikamer, 4 nieuwe kasten, een andere binnendeur tot ingang naar de woonkamer en een deur tot toegang naar de hierna te noemen waschplaats, nog een lichtraam in den eindgevel, wegbreken van de tegenwoordige kookinrigting met de oven en schoorsteen, en inmetselen van een nieuwen kookketel, alsmede een fornuis daarnaast, met een nieuwen schoorsteen of rookleiding die langs het dak tot boven de nok dient geleid te worden om het tegenwoordige rooken te trachten op te heffen.
Die schoorsteen kon ik op geene andere plaats ontwerpen dan den tegenwoordige, omdat onder den keuken de kelder is.
Voorts zou de geheele zolder waarop thans de turf ligt, vernieuwd moeten worden, en een deuropening in den opgaande scheidingsmuur op den zolder gemaakt moeten worden, opdat men, na het wegnemen der spiltrap, met de andere trap in den gang ook op deze zolder kan komen.

Het bestaande waschhok dat nergens goed voor is, te vergrooten zoodanig dat daarin de wasch kan worden gedaan, waartoe een waterketel moet worden ingemetseld en een zinkputje gemaakt tot lozing van vuil water, met een spruit aan het hoofdriool verbonden. Ook kunnen hier de meisjes zich ’s morgens wasschen, en als het buiten koud is ook de jongens.
De kelder ingang kon ik niet ergens anders ontwerpen, omdat het lichtraam in den achtergevel der algemeene woonkamer dient te blijven bestaan.
De waschplaats staat met een deur in gemeenschap met de keuken en het portaal, zoodat deze portaaldeur ook dienen kan tot toegang voor de jongens, van de poort aan de straat naar de algemeene woonkamer.
In de keuken moeten de vaten gewasschen worden, terwijl voor schuur- en ander werk een afdak in den tuin is ontworpen met houten gootsteenen en een pomp die in gemeenschap mot worden gebragt met de put, waarvan de hals gelijk gemaakt moet worden met den beganen grond.

Tegen den achterlangsgevel zijn verder ontworpen 2 privaten voor de meisjes, waarop Vader en Moeder door een zijraampje altijd toezigt kunnen houden, en een privaat voor Heeren Regenten, terwijl aan het andere einde van het gebouw, digt bij de jongensslaapkamer, de jongensprivaten sijn ontworpen, die tevens gebruikt worden door de zieken; voor deze privaten moeten dus in dien langschen gevel 3 deuren worden gemaakt en 2 lichtramen worden weggenomen; deze privaten zijn dus aalleen toegankelijk binnens huis.

Al verder is de schutting langs het tegenwoordige bleekveld in eene regte lijn doorgetrokken tot aan het verlengde van den zijmuur van het Telegraafkantoor, de vuilnisbak en de oude privaten opgeruimd, en een bleekveldje daar ter plaatse aangelegd, terwijl tuin of plantsoen kan worden gemaakt op de plaats van het tegenwoordige bleekveld, in welks hoek de nieuwe vuilnisbak is ontworpen; hierheen en naar het afdak, benevens langs den achterlangsgevel van het gebouw ligt een straatje, terwijl ook het straatje tusschen het telegraafkantoor en het weeshuis moet worden geëffend en vernieuwd, dat dan tot speelplaats kan dienen voor de jongens.

Na al deze veranderingen is echter nog geen meerdere ruimte verkregen tot slaapplaats voor jongens; ik weet niet goedkooper voorstel te doen, dan op den zolder, bijvoorbeeld boven den derden scheidingsmuuer, een schot te maken, waardoor op dien zolder eene ruimte verkregen wordt zoo groot als de slaapkamer van Vader en Moeder, die van de jongens en van de ziekenkamer tezamen; hier konden dan de noodige kribben geplaatst worden; daartoe zou deze zolder vernieuwd moeten worden, de dakpannen afgenomen en een dakschot worden aangebragt met de noodige ijzeren dakramen tot verlichting en ventilatie;
Aan de bestaande trap is moeijelijk meerder aantree te geven, omdat zij dan teveel ruimte wegnemen gaat van de jongensslaapkamer beneden, zoodat is voorgesteld hieraan geene verandering toetebrengen.
Op het hierbij teruggaande gekleurde schetsje is geen bleekveld ontworpen; ik geloof nogtans dat dit niet gemist kan worden aan eene inrichting, waar in de wasch aan huis behandeld wordt.
In de dagelijksche algemeene woonkamer wilde ik voorts de zwarte muren met een schot gedeeltelijk beschieten, of wel afbikken en het ondergedeelte portlanden, in elk geval het sombere van dit vertrek weg nemen.
De kosten dezer verbouwing kan ik natuurlijk nog niet bepalen.

Ik heb het ontwerp dezer veranderingen voorloopig in potlood geteekend, gaarne wenschte ik nu van U te vernemen of ik naar deze schets de teekening verder afwerken en daarnaar bestek en begrooting op kan maken, dan wel of, en zoo ja, welke wijzigingen door U daarin gewenscht worden.
In de hoop dit wel van U te mogen vernemen heb ik de eer hoogachtend te zijn,
WelEdel Geboren Heeren!
UWEd: dienstvaardige dienaar L. Koot

Helder den 11 Augustus 1876
Aan Heeren Regenten van het algemeen Burgerweeshuis te Texel
WelEdel Geboren Heeren!
Ingevolg onlangs van UWel Edele ontvangen uit noodiging tot het opmaken van besteedingsstukken voor vernieuwingen en herstellingen aan het Burgerweeshuis te Texel, heb ik de eer hiernevens U te doen toekomen eene teekening van het bestaande gebouw, met de daaraan toe te brengen vernieuwingen, alsmede een bestek en begrooting voor deze werken.
Bestek en begrooting zijn zoodanig in afdeelingen verdeeld, dat het U gemakkelijk zal vallen onderdeelen daarvan te laten uitvoeren ingeval U dit verkieslijker mogt voorkomen dan de uitvoering van het geheele werk.
In dit bestek zijn opgenomen die werken, welke ik reeds omschreeven heb in mijn brief van 8 Junij jl, dien ik de eer heb hiernevens weder terug te zenden.
In § 14 staat beschreven om de koperen waterketel over te brengen naar de in art. 4 beschreven waschplaats; het wasschen van kleederen behoort niet in de keuken te geschieden; daarom is daarvoor op de tekening een vertrek bijgebouwd; tot afvoer van vuil water is in dat vertrek een zinkputje aangebragt.
In de keuken wordt, behalve een groote ingemetselde kookketel, nog een gemetseld fornuis (cuissinière) gemaakt, waarop datgene kan gekookt worden wat de Moeder thans in afzonderlijke potten en pannen boven het vuur hangt; te Alkmaar en Helder zijn in de weeshuizen ook ingemetselde kookketels met kranen, doch op het instituut van adelborsten alhier losse ketels op een fornuis, even als aan boord van een schip, doch de koks kunnen zulke ketels wel, de weesjes niet hanteren, van daar dat ik ingemetselde ketels met kranen heb beschreven.

In de privaten (art. 5) komen emmers, die door deurtjes naar buiten kunnen worden gehaald om te ledigen; het komt mij voor dat dit niet meer dan een paar malen ’s weeks zal behoeven te geschieden; ik acht het dan het best ze te ledigen direct in de op vaste tijden der week rondgaande vuilniskar der gemeente, van het drooge vuilnis, als opveegsel der vloeren, aardappelschillen, groenteafval en andere keuken- afwerpsels, is een vuilnisbak beschreven waarin nooit faecalien mogen gestort worden.
Gisteren heb ik tot mijne groote verbazing gezien dat de uit de thans bestaande privaatpot komende drekstoffen worden opgezameld in een van boven open gemetseld hok, welks bodem natuurlijk ook de vloeibare urine enz. doorlaat, en, even als de modderpoel achter de schutting, meewerkt om den bodem te verontreinigen, eerlang de waterputten te bederven en ziekten als typhus enz. te veroorzaken; wie zou kunnen geloven dar het vanwege de politie of het Gemeentehuis veroorloofd is om eene massa drek en urine op te hopen in een open hok midden in de bevolkte kom der gemeente!
Komt het U onraadzaam voor om de emmers te laten ledigen zooals ik voorstel, dan dient een pot ONDER de grond te worden gemaakt van het beste en meest soliede metselwerk, bijv: achter de schutting nabij het nieuwe vuilnishok, en die put af te dekken met hardstenen of gegoten ijzeren platen, waarin een luchtledig afsluitbare klep om de put te ledigen; met ter tijd verrot dit metselwerk evenwel toch, zoodat de bodem toch verontreinigd wordt, reden waarom ik de eer heb voor te stellen de emmers te laten ledigen in de kar die daartoe van gemeentewege is bestemd, en gaan faecalien in gemetselde putten op te hopen in de kom der gemeente.
Ofschoon eigenlijk de zolders van het geheele gebouw vernieuwing vereischen, heb ik in art: 7 gedeelten daarvan opgenomen. Op de slaapzaal kunnen ledikanten geplaatst worden, hetgeen veel beter is dan vastgetimmerde bedsteden; de ijzeren dakramen dienen voor licht, en luchtverversching.
Het aanleggen van tuin en bleekveld zijn in de begrooting voor ‘memorie’ opgenomen, omdat dit wek vermoedelijk onderhands aan een tuinman zal worden aanbesteed, hetgeen op de aanwijzing voor de aanbesteding den gegadigden kan worden bekend gemaakt.
In § 42 heb ik tijdstippen beschreeven, die echter door U naar verkiezing, en naar omstandigheden geregeld kunnen worden.
Tenslotte veroorloof ik mij de vrijheid hierbij te voegen een nota voor het opmaken dezer bestedingsstukken, zonder verpligting tot het houden van opzigt over de uitvoering, berekend volgens den gewonen maatstaf van 2 1/2 % van de begrootingssom.
Met hoogachting heb ik de eer te zijn:
WelEdel Geboren Heeren!
UWEd: dienstvaardige dienaar L. Koot

Vergadering 4 Mei 1876
Alle leden present. Beraadslaagd over eenige noodige veranderingen en verbouwingen in het Weeshuis en besloten het bestek daarvan en de beraming der kosten door een deskundige te doen maken.

Vergadering 7 Sept 1876
Nagezien en overwogen het door den Hr L Koot opgemaakt besteken teekening der geprojecteerde verandering aan ’t Algemeen Weeshuis, en besloten gen stukken ter inzage en overweging te verzenden aan HH B&W.

Buitengewone Vergadering 12 Nov 1876
Het bestek voor de ontworpen verbouwing van ’t Alg. Weeshuis wordt voorgelegen en overwogen, daarin eenige wyzigingen maakt en besloten, hetzelve te doen overschryven, daarna ter visie te leggen en de aanbesteding uitteschryven tegen 15 Jan 77 des namiddags ten 2 Uren, en de toewyzing der Inschryvers den 22 Jan daaraan volgende.

Bestek en voorwaarden tot het doen van vernieuwingen en herstellingen aan het algemeen weeshuis te Texel, met levering van alle daartoe benoodigde materialen en arbeidsloonen
Inhoud
1 Beschrijving 2 voorschriften voor de uitvoering
3 voorwaarden van algemeenen aard
1 Uittevoeren werken
1 Het veranderen van het portaal of de bijkeuken in eene naai- en breikamer-
2 Het slopen van het waschhok en het maken van eene nieuwe waschplaats voor kleederen enz:
3 Het maken van aanbouwen voor privaten
4 Het maken van een afdak tegen de schutting
5 Het doen van vernieuwingen aan vloeren, zolders enz: het opruimen van het vuilnishok, de privaten en schutting, en het maken van eene nieuwe schutting, met een vuilnishok; het maken van riolen, bestratingen, beplantingen in den tuin enz:

Vergadering 22 Jan 1877
Besloten de verbouwing van het Weeshuis aan den laagsten inschryver KH Plavier voor de som van f 5520 toetewyzen.

Vergadering 1 Feb 1877
Aan J Schepers Mr Timmerman a/d Burg wordt met algemeen goedvinden de betrekking opgedragen by de aanbesteede veranderingen aan het Alg. Weeshuis, tegen eene tegemoetkoming van f 150 onder voorwaarde, om wanneer mogt blyken, dat ten gevolge van de verbouwing nog eenige werkzaamheden vereischt worden, die in ’t bestek niet zyn vermeldt hy zich verbindt, om daarover zonder tiensverhooging ook het toezigt te houden.

Vergadering 5 April 1877
Met Aannemer Klaas Plavier Hz afspraak gemaakt omtrent het vernieuwen der Dakgoot aan de Zuidzyde.

Weeshuis

De ondergeteekende wil aannemen het leveren en aanmaken van een nieuwe Yzer goot, volgens hierbij zijnde grooten, en yzere hangpijp na de regenbak ongeveer 50 Ned: Elle-
De noodige Yzere stoeltjes, daar de goot op legt met lange schroefbanden in de muur, gelijk die van de Kerk-
Het metaalwerk en benoodigde stijgerwerk-
Het 3 maal van binnen en buiten verfven der goot En verdere arbeidsloon en kosten die tot het geheele afmaking van boven genoemd werk komen dat alles te zamen voor 378 gulden
S:P: Ponger

Vergadering 2 Aug 1877
Met KH Plavier en JS Dekker eenige bepalingen gemaakt, over voorkomende Wyzigingen in de aangenomen Vertimmering.