Vader en Moeder van het Texelse Algemene Weeshuis
in de 19e eeuw


Aantekeningen over eerdere benoemingen zijn niet aanwezig in map GAT 1009

Jan de Haas en Saartje Kunst

Saartje Ariens Kunst (1790-1876) van den Hoorn, getrouwd in 1815 met zeeman Jan Gerritsz de Haas (1786-1864), kinderen Liesbeth (1816-1896), Aaltje (1818-1889) en Gerrit (1825-1828). De kinderen werden geboren te Oudeschild, waar de jongste stierf.
Jan werd weesvader genoemd vanaf 1839.

Liesbeth trouwde in 1849 met Tjalling Luidinga (1818-voor 1896) van Terschelling, 4 kinderen, Jan, Jantje, Tjalling en Saartje, geboren in Oudeschild, de meisjes jong gestorven. De zonen zijn overleden in Haarlem, Liesbeth zelf in Den Helder.
Aaltje trouwde in 1839 met broodbakker Cornelis Albertsz Blom (1808-1890) van Oudeschild, 12 kinderen, allemaal geboren en gestorven in Oudeschild.
Saartje is overleden om 02.30u in Oudeschild; aangifte overlijden op 28 feb 1876 door Jan Meijertsz Koopman, 64 jaar, arbeider, neef van de overledene en Johannes Gerardus Moojen, 45 jaar, bode; beiden wonende op Texel

Jan en Saartje werden te oud voor hun post

Texel 18-1-1856
Edel Achtb. Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Texel
Edel Achtb. Heeren!
Regenten van het Algemeen Weeshuis, hebben de eer bij dezen, ter kennis van UEd Achtb te brengen, dat het reeds sedert eenigen tijd, door hen als eene, voor de belangen van het hun aanbevolen gesticht hoogst wenschelijke zaak is beschouwd, dat de thans fungeerende Binnen vader en moeder, wien, tengevolge hunnen gevorderde Jaren, zoowel als door de hardhoorendheid des vaders, de voor die betrekking noodige geschiktheid meer en meer begint te ontbreken, ontslagen, en door andere meer geschikte persoonen vervangen wierden.-
Dit denkbeeld in hunne op gisteren gehouden buitengewone vergadering, tot een punt van ernstige overweging geworden, werd na rijp beraad besloten de gedachten van den Binnen vader en moeder daaromtrent te verneemen, dewijl men zich overtuigd hield, dat ook zij zelven de moeijelijkheid gevoelden, om hunne betrekking bij voortduring te blijven waarneemen.
Gemelde personen daaromtrent door regenten ondervraagd, verklaarden wel ten vollen in dit gevoelen te deelen, en ook wel te wenschen, uit deze, voor hen meer en meer moeijelijk wordende betrekking ontslagen te zijn, doch bragten tevens het bezwaar in het midden, dat zij, van eigen middelen ontbloot, en te ver in Jaaren gevorderd, om langs eene anderen weg in hun onderhoud geheel te kunnen voorzien, tot de uiterste behoeften zouden vervallen. Zij stelden dus van hunne zijde voor, dat zij bereid waren van hunne betrekking afstand te doen, indien regenten konden goedvinden hun zoo lang zij beiden in leven waren eene Jaarlijksche gratificatie van f 150.- toeteleggen; zullende gemelde toelage bij het overlijden van een van beiden gerekend worden optehouden.
Regenten vonden dit bezwaar niet ongegrond, dit voorstel niet onbillijk, en zouden, uit aanmerking hunner veeljarige getrouwe en eerlijke dienst, niet ongenegen zijn daarin toetestemmen.
Doch alvorens hiertoe te besluiten, vonden zij zich verpligt een en ander ter kennisse van UEd Achtb te brengen, met verzoek UEd Achtb’s gevoelen daaromtrent te mogen vernemen, en indien dit met de zienswijze van regenten mogt overeenkomen het bedoelde ontslag aan de fungerende Binnen vader en moeder te verleenen, en door regenten zoude kunnen worden overgegaan tot het oproepen van sollicitanten, en daarna tot het indienen eener Nominatie ter verkiezing van eenen anderen Binnen vader en moeder.
Met verschuldigde Hoogachting hebben wij de eer te zijn
Regenten van het Algemeen Weeshuis op Texel
Keizer


Sollicitanten in 1856:
Dirk Kunst en Aaltje Zwart, beide oud 45 jaren, woonachtig te Oosterend
Hendrik Barhorst oud 38 en Kaatje Spicht oud 39 jaren, wonende op de Mient
Voorstel regenten om de eersten aan te stellen.

Dirk Ariesz Kunst (1810-1892) van den Hoorn, zeeman. Overleden in Den Burg. Getrouwd in 1835 met Aaltje Cornelis Zwart (1810-1875) van den Hoorn, gestorven in Den Burg. Weduwe van zeeman en loods Klaas Fulpsz Krijnen (1805-1833), getrouwd in 1827, op 28 october. Ze had twee zonen, Fulps (1828-1880) en Cornelis (1831-1892), de eerste geboren 5 maanden na de bruiloft.

Kaatje Spigt (1817-1890) van de Westen, dochter van Hendrik Ariesz Spigt (1777-1853) en Aagje Harmens van der Molen (1778-1856)
Getrouwd in 1847 te Oudeschild met Hendrik (Johan Gerhard Heinrich) Barhorst (1817-1901) uit Priggenhage, Oldenburg, Duitsland, boerenarbeider


Pensioen voor Saartje Kunst
Vergadering Regenten 1 Sept 1864
Alle leden present.
De voorzitter opent de vergadering en deelt de leden mede, dat by hem is ingekomen eene missive van Saartje Kunst wed J. de Haas, vroeger binnen vader en moeder in het Algemeene Weeshuis op Texel, houdende verzoek om het aan henlieden toegelegd pensioen, by hun ontslag uit gemelde betrekking, ten bedrage van f 150 ‘s Jaars, nu na het overlyden haars mans, geheel of gedeeltelyk te mogen behouden, ten einde langs dien weg, in haar eigen onderhoud te kunnen voorzien.
Gemeld verzoek by regenten gelezen, en in overweging genomen zynde, dat: regenten in der tyd door de Ed Achtb Gemeenteraad van Texel gemagtigd zyn, tot het verleenen van deze toelage, zoolang beide in leven zyn; terwyl echter, by het overlyden van een hunner, die toelage gerekend wordt te zullen ophouden.
Beraadslaging- geen gevolg.

Den Burg 6 October 1864
Aan WelEdAchtbaren Heeren Regenten van ’t algemeen Weeshuis der gemeente Texel
WelEdAchtbaren Heeren
Daar was eens een tijd in mijn leven, waaraan ik steeds met blijde en dankbare herinnering terugdenk; ’t waren de dagen waarin ik aan de zijde mijner nu ontslapen echtgenoot Jan de Haas mede aan ’t hoofd mogt staan van ons algemeen weeshuis, en den pligt van moeder vervullen aan hen, die door hunne ouders alleen op aarde waren achtergelaten.
Viel het mij hard dat huis, waaraan mijn hart hing, door den drang der omstandigheden te moeten verlaten, gij, mijne Heeren, wist een pleister op die wonde te leggen, door ons jaarlijks eene somme gelds toetestaan, zoolang mijn man leefde. Doch helaas! 21 Aug. jl nam de dood hem van mijne zijde weg. Zoodat ik nu ook nog, op 74-jarige leeftijd, datgene moete missen, wat door de menschlievendheid ons werd verstrekt, en gedurende een achttal jaren een helder schijnsel wiep op ’t pad mijner grijsheid! Zoo dacht ik bij mijzelve. Zoo ja, dan zou mijn oude dag een dag nog kunnen worden van armoede, gebrek en ellende.-
Doch neen, zoover is ’t Gode zij dank! Met mij nog niet gekomen, want ik heb nog te veel vertrouwen op ware liefdadigheid, mijne Heeren, dan dat ik zou wanhopen aan de toekomst.
Zoudt gij mij niet willen helpen en ondersteunen, opdat ik ook thans nog, met behulp van eenen kleinen winkel in mijn onderhoud zou kunnen voorzien? Zoo en twijfeling dienaangaand bij mij ware opgerezen, ik zou mij niet tot U hebben gewend. Juist van ’t tegendeel overtuigd, waag ik het uwe hulp interoepen, en, terwijl ik mij reeds bij voorraad vlei met de hoop, dat mijne roepstemme niet te vergeefs tot uwe ooren zal doordringen, moge de zegen des Hemels in ruime mate rusten op de pogingen, die gij dagelijks in ’t werk stelt, om weezen maar ook weduwen te bezoeken in hunne druk.-
Met gevoelens van hoogachting heb ik de eer te zijn
Uwe Ed. achtbare Heeren
UWEdAchtb. Onderdanige dienaresse
Saartje Kunst

Deze brief had zij niet zelf geschreven, gezien het handschrift van de brief en haar ondertekening.

Texel 6-10-1864
Vergadering Regenten gehouden in het Algemeene Weeshuis op Texel
Alle Leden present
Ingekomen eene missive van Saartje Kunst, wed. J. de Haas, in der tijd binnen Vader en moeder in het Algemeene Weeshuis op Texel, houdende verzoek, om het aan hunlieden, bij het ontslag uit die betrekking, toegelegde pensioen van f 150 ’s Jaars, na het overlijden harer echtgenoot, geheel of gedeeltelijk te mogen behouden, ten einde, langs dien weg, in haar eigen onderhoud te kunnen voorzien.
Gemeld verzoek bij Regenten gelezen, en in overweging genomen zijnde, dat in der tijd, regenten door den Edel Achtb. Gemeenteraad van Texel gemagtigd zijn, tot het verleenen van eene Jaarlijksch toelage van f 159,- aan de ontslapen binnen vader en moeder J. de Haas en S. Kunst, gedurende het leven van hun beide, dat echter bij het overlijden van een hunner, die toelage gerekend wordt te zullen ophouden.
Is na ernstige beraadslaging besloten, dat Regenten geene magt of vrijheid hebben, om het hun voorgeschreven besluit der Gemeenteraad te wijzigen, of zonder bepaalde authorisatie daarin verandering te brengen. Weshalve door hen aan gemeld verzoek voor als nog geen gevolg kan gegeven worden.
Regenten van het Algem: Weesh:
namens Dezelve
WBrouwer

Vergadering Regenten 3 Jan 1865
[Saartje Kunst vraagt om f 75- per jaar- besloten haar] te verleenen eene maandelyksche toelage van f 4.-


Dirk Kunst en Aaltje Zwart

Vergadering Regenten 4 Feb 1875
De Voorzitter vestigt de aandagt der vergadering op het feit dat door de voortdurende ongesteldheid der binnenmoeder, die geen uitzigt op beterschap oplevert, het inwendig huisselyk bestuur, veel te wenschen overlaat en de dringende Noodzakelykheid om daarin zo spoedig mogelyk op eene afdoende wyze te voorzien.
Na rype gedachtewisseling hierover komt men tot de overweging, dat in dit geval geene andere keuze overblyft, dan zich tot de raad dezer Gemeente te wenden, met verzoek de thans fungerende binnenvader en moeder eervol ontslag uit hunne betrekking te verleenen en door andere geschikte personen te doen vervangen; daarby tevens voorstellende, om uit aanmerking der vergaande en goede diensten aan het weeshuis bewezen aan de aftredende binnen vader en moeder eene gratificatie toetekennen van f 300 ineens, te voldoen uit de fondsen van het Alg. Weeshuis.
De binnenvader voorlopig met dat besluit bekend gemaakt, en van de onhoudbaarheid der tegenwoordige positie ten vollen, verklaart daarmede volkomen genoegen te nemen. En wordt den boekhouder opgedragen zich daaromtrent namens regenten schriftelyk aan de raad te wenden.

Texel 5 Feb 75
Aan den Ed. Acht Gemeenteraad van Texel
Edel Achtb Heeren!
Regenten van ’t Algem: Weeshuis hebben de eer bij dezen UEd Achtb te berigten, dat zij in aanmerking nemende, de voortdurende ongesteldheid der binnenmoeder, waardoor zij buiten staat is, hare betrekking waartenemen, en die geen uitzigt van herstel meer overlaat, tot de overtuiging zijn gekomen, dat het in het belang van het gesticht, eene dringende behoefte is, daarin zoo spoedig mogelijk te voorzien.
Na rijpe overweging, zijn zij van gevoelen, dat hun in dezen geene andere keuze overblijft, dan om, onder goedkeuring van UEd Achtb de fungerende binnen vader en moeder uit hunne betrekking te ontslaan en door andere geschikte personen te doen vervangen.
Regenten stellen UEd Achtb dien ten gevolge voor, om de fungeerende binnen vader en moeder, een eervol ontslag uit hunne betrekking te verleenen en hun daarbij, uit aanmerking van hunne langdurige n goede diensten uit de fondsen van het Weeshuis toetekennen eene gratificatie van 300 Gulden in eens.
De binnenvader door regenten over dit plan voorloopig gehoord en van het onhoudbare der tegenwoordige stand van zaken ten vollen overtuigd, verklaarde daarmede volkomen genoegen te nemen.
[Namens Regenten]
WBrouwer boekh.

N 24 Texel 9 April 1886
Aan den Gemeenteraad van Texel
Naar aanleiding Uwer missive van den 31 Maart 1886 N 173 hebben wij de eer UEdel Achtb mede te deelen, dat Regenten van het algemeen Weeshuis alhier, met leedwezen de mededeeling hebben ontvangen van de treurige omstandigheden waarin de vroegere Weesvader Dirk Kunst verkeert,
Dat zij echter in overweging nemende, de gratificatie ad f 300.- bij het verlaten van zijn betrekking aan hem verstrekt, de langen duur sedert Dirk Kunst reeds buiten betrekking is, en eindelijk de moeielijkheden die bij alle mogelijke eventuele voorkomende gevallen uit het verleenen van onderstand aan Dirk Kunst kunnen voortvloeien, hebben regenten besloten daarin niet te kunnen en mogen treden.
Regenten van het Algemeen Weeshuis op Texel
P.P. Kikkert, voorzitter
C. Rab Boekhouder


Benoeming weesouders in 1875
Dagboek dominee Huizinga
5 Maart 1875. Voor de betrekking van Weesvader waren 37 brieven ingekomen.
8 Maart 1875. Niet naar de Krans bij Bakels om de begrafenis van Neeltje G. Bakker. Zeer goede toespraak gehouden. Aldaar thee gedronken, o.a. gesprek over de Weesvader. Een drietal zou door den Raad worden voorgelegd. Met den Heer Mentz, als lid van de Raad, gesproken om vooral te zorgen dat er geschikte menschen gekozen mogten worden.
9 April 1875. Des namiddags Burgemeester Loman hier, zeer verontwaardigd over de handelwijze van de Raad der Gemeente Texel. Dien dag vergadering geweest.
Als Weesmeester was benoemd C. Timmer, een ongeschikt man, tegenover een zeer geschikt man van Alkmaar, sterk aanbevolen.
20 April 1875. Nieuwe vader en moeder in het Weeshuis gekomen, gister.

Jan Timmer en Cornelia Huisman
Zeeman Jan Cornelisz Timmer (1840-1909) uit Oosterend, getrouwd in 1864 met Cornelia Reijers Huisman (1840-1902) uit de Koog. Beiden overleden te den Helder.
Buitengewone Vergadering 12 April 1875
Benoemd JC Timmer en Cornelia Huisman, echtelieden wonende aan het O Schild.
Op voorstel van Regenten verklaart de aftredende binnenvader zich bereid om na hunne in diensttreding nog een paar dagen in het Weeshuis te vertoeven, ten einde hun des vereischt, de noodige inlichting te geven.

Texel 18 Augustus 1880
Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Texel
Edel Achtbare Heeren!
Regenten van ’t Algemeen Weeshuis hebben de eer bij dezen UEd. Achtb. te berigten, dat de fungerende binnen vader van voornoemd gesticht in persoon zich bij den Voorzitter heeft aangemeld, met de verklaring dat hij en zijne vrouw besloten hebben om voor hunne betrekking als binnen vader en moeder van ’t Algemeen Weeshuis te bedanken.
Dit berigt door den Voorzitter ter kennis van het Collegie van Regenten en Regentessen gebragt, waren dezen eenparig van gevoelen, dat bij den tegenwoordigen staat van zaken, het in het belang van het Algemeen Weeshuis wenschelijk zoude zijn die aangeboden afstand aan te nemen. Weshalven zij UEdel Achtbaren beleefdelijk verzoeken, gemelde personen uit die betrekking te willen ontslaan.
Met de meeste hoogachting
Regenten van ’t Algemeen Weeshuis voornoemd
Namens dezelven
P.P. Kikkert Voorzitter


Benoeming weesouders 1880

Aan de Raad der Gemeente Texel
E.A. Heeren!
Bij deze hebben wij de eer UEA een drietal aan te bieden voor de betrekking van Weesvader en Weesmoeder in het Algemeen Weeshuis alhier, te weten:
1 A. de Rooij en A. Roggeveen, van Hoorn
2 G.F. Heijn en A.M. Kramer, van Amsterdam
3 A. Hilkemeijer en M. Kikkert, van Amsterdam
Dit drietal is in de Vergadering van Regenten met algemeene stemmen vastgesteld.
Namens Regenten,
P.P. Kikkert, Voorzitter

Albert de Rooy en Antje Roggeveen

Burg Texel, 8 Mei 1895
Aan den Raad der Gemeente Texel
EA Heeren!
Ondergeteekenden, A. de Rooij en Echtgenote waarnemnde de betrekking van Inwendig bestuur (Vader en Moeder) in het Algemeen Weeshuis te Texel, daartoe benoemd in de Raadsvergadering van September 1880, verzoeken bij deze den Raad hen eervol ontslag uit genoemde betrekking te verleenen, met ingang van 15 Augustus a.s.
’t Welk is doende,
Met verschuldigde achting, A. de Rooij en Echtgenote

[Albertus de Rooy, getrouwd met Antje Roggeveen. Zoon Cornelis de Rooy geboren in 1864 in Schagen]

N 142 Texel 22 Mei 1895
Aan den Raad der Gemeente Texel
Met betrekking tot het onlangs bij de Raad dezer gemeente door den Heer A. de Rooy en Echtgenoote gevraagd ontslag als Vader en Moeder van het Algemeen Weeshuis alhier, hebben wij de eer ter uwer kennis te brengen;
Dat de Rooy en Echtgenoote gedurende bijna 15 achtereenvolgende jaren die betrekking met de meeste zorg en toewijding hebben vervuld.
Het is ons steeds gebleken dat de gehechtheid aan de kinderen die in dat tijdperk door hun zijn verzorgd altoos dezelfde was.
Dat de opvoeding dier kinderen vergeleken bij vroegere jaren, belangrijk is vooruit gegaan en ons steeds alle reden tot tevredenheid heeft gegeven.
Wij zien hen dan ook noode heengaan, overtuigd als wij zijn, dat het moeilijk zal wezen een echtpaar te vinden dat hun zal kunnen evenaren.
Van harte geven wij hun dan ook nog eenige jaren van rust, wat in hoofdzaak de aanleiding is van het gevraagde ontslag.
Met hoogachting,
Regenten van het Algemeen Weeshuis op Texel
P.P. Kikkert Voorzitten
C. Rab Boekhouder

Weeshuis

1902 achteraan de weesouders


Reindert Visser en S. van der Laan
1895 39 sollicitanten, benoemd R. Visser en echtgenote (S. van der Laan) uit Leiden.
Na de dood van haar echtgenoot lieten Regenten de weesmoeder niet meteen gaan.

Texel den 24 October 1913 N 4/27
Aan den Raad der Gemeente Texel
N 115 Pensioen Weesmoeder
In verband met het bepaalde bij art. 38 van het Reglement voor onze Instelling, hebben wij de eer UEdelAchtbaren beleefd te verzoeken, wel uwe goedkeuring te willen hechten aan de door ons indertijd gedane toezegging, op grond waarvan de thans nog in functie zijnde weesmoeder, de Weduwe Reindert Visser, bij het verlaten harer betrekking, een pensioen ten laste onzer Instelling zal genieten, groot f 140.- per jaar.
Het schrijven van Heeren Burgemeester en Wethouders, 7 October jl A 4/27, had op deze aangelegenheid betrekking.-
Aug: C. Keyser Voorzitter
A. Langeveld Boekhouder

Texel den 14 April 1914
N 131 Vacature Vader en Moeder i/h Weeshuis
Aan den Raad der Gemeente Texel
Wij hebben de eer UEdelAchtbaren beleefd te verzoeken, den termijn, binnen welken door ons een voordracht ter voorziening in de vacature van Vader en Moeder in het Algemeen Weeshuis moet worden ingezonden en bij Uwe beschikking dd 29 November 1913 verlegd tot 11 Juli 1914, wederom te willen verlengen, aangezien wij gaarne de Wed: R. Visser, geboren S. van der Laan, voorshands met de waarneming willen blijven belasten.
Het Bestuur van het Algemeen Weeshuis te Texel
Aug: C. Keyser Voorzitter
A. Langeveld Boekhouder

Texel den 16 Juni 1915
N 161 Pensioen Weesmoeder
Wij hebben de eer UEdelAchtbaren te berichten, dat Mej: Wed: R. Visser geboren S. van der Laan heeft te kennen gegeven, haren tegenwoordige werkkring te willen gaan verlaten. Zij is echter bereid hare betrekking te blijven vervullen tot aan den dag waarop het te benoemen echtpaar de functie van vader en moeder in onze instelling zal kunnen aanvaarden.
Door ons zal daarom thans eene oproeping van sollicitanten worden gedaan, waarnaar U ten spoedigste een voordracht ter benoeming van een vader en eene moeder in het Algemeen Weeshuis zal worden toegezonden.-
Bij Uwe beschikking dd 28 November 1913 werd door U goedgevonden, dat aan Mej: Wed: R. Visser, bij het verlaten harer betrekking een pensioen, ten laste der kas onzer instelling, werd verleend ad f 140.- ’s jaars. Dit bedrag werd indertijd door ons zelf voorgesteld, doch thans meene wij daarop te moeten terugkomen als zijnde o.i. te laag. Het bedrag harer jaarwedde ad f 350.- en het genot van vrije inwoning, kost, vuur, licht en geneeskundige hulp, kunnen- in aanmerking nemende de wijze waarop deze bijkomende emolumenten worden genoten- o.i. veilig worden gesteld op een gezamenlijk bedrag van f 900.- per jaar. Wanneer men nu rekening houdt met haar bijna 20-jarigen dienst- eerst met haren man samen en sedert 11 October 1913 alleen- en daarbij in aanmerking neemt de uitstekende wijze waarop zij zich steeds van hare taak heeft gekweten, zal men het met ons eens zijn, dat een pensioen van f 140.- ’s jaars, geene belooning is in verhouding met hetgeen zij in hare betrekking heeft gepresteerd en voor de liefderijke behandeling der weezen.
In onze op heden gehouden vergadering werd dan ook eenparig besloten, bedoeld pensioen te verhoogen tot f 200.- per jaar.-
Beleefd verzoeken wij Uw College aan dit besluit, wel Uwe goedkeuring te willen hechten.-
Regenten van het Algemeen Weeshuis te Texel
Aug: C. Keyser Voorzitter
A. Langeveld Boekhouder


Benoeming herfst 1915 A. van der Ham en echtgenote uit Naarden.




Home