Klaas Maartensz Kalis en Cornelisje Nans Eelman


Klaas Kalis was geboren op 28 maart 1839 in Den Burg, overlijden niet op Texel geregistreerd. Zoon van Maarten Klaasz Kalis (1810-1872) en Jannetje Rd Duinker (1808-1873). Klaas was ‘arbeider en koopman’, zijn vader ‘kastelein, herbergier, boerenbedrijf’.
Zijn ouders hadden 7 kinderen, Klaas (1839-xx), Reijer (1840), Trijntje (1841-1911), Jannetje (1844), Maarten (1846-1915), Neeltje (1848), Cormelis (1850).

Cornelisje Eelman was geboren op 4 juni 1838 op Zevenhuizen. Haar ouders waren Nan Jakobsz Eelman (1796-1849) en Aagje Koopman (1811-1842). Zij is overleden op 28 september 1875 in Den Burg, twee weken na haar bevalling van een levenloos kind.

CORNELISJE
Huizinga 12 december 1857. Meester Wouterus Klaasz Brouwer berigt mij uit naam van de Weesvoogden dat Cornelisje Nans Eelman uit het Weeshuis, omdat hare moeder Gereformeerd was, voortaan niet meer bij mij op de Catechisatie zal komen.
14 december 1857. Hedenavond laat kwam Pieter Jakobsz Boon nog bij mij om mij een en ander mede te deelen omtrent Cornelisje Nans Eelman, die zeer bedroefd was dat zij niet meer bij mij leeren mag (misschien vooral omdat zij als dan van ’t Weeshuis geen zwart goed zal krijgen). Pieter Boon wil er gaarne de helft van betalen als men zulk een dwang op haar wil uitoefenen.
15 december 1857. Des namiddags Cornelisje Nans Eelman bij mij laten komen. Zij bedroeft zich wel dat zij het Godsdienstonderwijs nu niet kan voortzetten, en op last van de Regenten van het Weeshuis (omdat zij van eene Gereformeerde moeder is) nu naar Dominee Vrendenberg moet gaan, doch zij zal zich getroosten om nu nog tot juny a.s. te wachten, als wanneer zij toch het huis moet verlaten en alzoo geheel vrij is, om dan vervolgens zich bij onze Gemeente te voegen.
Vervolgens komt Klaas Simonsz Kikkert als Praesident der Regenten van het Weeshuis om over die zaak te spreken. Ik zeide dat het wel wat naar gewetensdwang riekt om iemand, die bijkans 20 jaar oud is, te dwingen onderwijs te gaan nemen in de Godsdienst tegen haar zin. Hij zeide dat hij volgens het Reglement daartoe gehouden was. Dat Reglement was nu veranderd. Ik beklaagde het dat hier weder eene concessie aan Rome gedaan. Hij stemde het toe, en zeide dat de Burgemeester het nu ook inzag, en afkeurde wat hij eerst zoo goed gekeurd had.

Zij trouwde op 24 maart 1864 met Klaas Kalis.
Hun dochter Aagje werd op 24 april 1874 geboren. Na het overlijden van de moeder na de volgende bevalling ging zij naar een gesticht. Zij huwde op 20 september 1895 met Pieter Az Boon, adres Groeneplaats 245.

KLAAS

Brief 2-2-1865 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar
Proces verbaal door mij ter vervolging opgemaakt, op aanklagt van Trijntje Wessel, huisvrouw van Johannes Bosland contra Klaas Kalis, ter zake ontvreemding van een zilveren horologie.
6-2-1865 Proces verbaal van gedane huiszoeking
Het zal moeijelijk zijn in deze zaak bewijzen te verkrijgen, dood de omstandigheid dat het huis van J. Bosland, ruim een half uur ongesloten en onbewaakt is gestaan, terwijl het geen zints bewezen is dat Klaas Kalis werkelijk dat huis heeft binnen getreden.
Mijne informatien, betreffende de eerlijkheid van die persoon, zijn niet ongunstig, van vroegere oneerlijkheid bestaat nergens eenig vermoeden. Bij het opmaken van het proces verbaal bespeurde ik, dat ik verzuimd heb den Rijksveldwachter [in te schakelen]. In het vervolg zal ik bij huiszoeking overeenkomstig UEdG schrijven handelen.

Huizinga 12 april 1865. Klaas Kalis had van november tot nu juist 11 gulden verdiend. Hij had ook wel in de duinen aan ’t zoeken van koortskruiden geweest. Men kon daar op sommige plaatsen wel een zak vol bij elkaar vinden. Zeer bitter.

24-4-1865 Certificaat Nationale Militie voor Klaas Kalis, loteling van de ligting 1858, met paspoort

Huizinga 30 juny 1875. Naar de Mient, begrafenis van Pieter de Ridder. Ik wandelde naar den Burg terug met Klaas Kalis, met wien over godsdienstige onderwerpen niet veel te spreeken viel. Hij is een fameus looper, zoodat hij soms in 3,5 uur van den Burg naar Cocksdorp heen en terug was gegaan. Hij kon, meende hij, loopen zoo hard hij wilde en zulks zonder dat hem zulks veel vermoeide. Zoo ook in 2 uur naar Oosterend en Nieuwe Schild, en over Oost weer terug.

[dood van Cornelisje]

Brief 14-11-1875 Bijlage met lijst van 11 sieraden ed ontvreemd ten nadeele van C.W.C. Keijser, huisvrouw van Wuys. Voorloopig haast ik mij U te berichten, dat de dader van de diefstal is ontdekt en dat hij de misdaad heeft bekend. Morgen zal ik hem opzenden.
Gouden halsketting met ronde schalmen met een tonnetje tot sluiting, gebroken op verschillende plaatsen en met garen aan elkaar verbonden
Ongeveer 37 bloedkoralen
Kleine gouden doekspeld
Gouden vierkante doekspeld
Zilveren bewerkte breisteker oogenschijnlijk nieuw
Een paar zilveren oorbellen met blauwe steentjes aan de kanten en een wit steentje in het midden
Een paar stalen oorbelletjes in de vorm van appeltjes
Een paar oorbelletjes met nagemaakte witte parel
Een zwarte vierkante knop waarop een rond bolletje gediend hebbende op een hoed
[het zijn er 11 als de oorbelletjes per stuk worden geteld]

Brief 15-11-1875 Morgen zal ik Klaas Kalis overzenden. Gelieve den Majoor der Brigade wegens het transporteren dit medetedeelen en hem te zeggen dat de Rijksveldwachter J. van der Putten hem naar Alkmaar zal transporteren.

Huizinga 17 november 1875. Zondagnacht is inbraak gepleegd in ‘t huis door Wuis en Trijntje Jans Keijser bewoond. Er is spek en eenig goud ter waarde van 160 gulden geroofd, wat teruggevonden is bij Klaas Kalis, die daarom naar Alkmaar is getransporteerd. De zaak beurde eerst veel onrust.

Brief 19-11-1875 Proces verbaal Rijksveldwachters C. van Wingerden en J. van der Putten inzake diefstal Klaas Kalis, benevens eene tekening der woning van W. Wuis aan den Burg alhier.

Brief 8-12-1875 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar
Toen ik aan de Rijksveldwachter van der Putten in de avond van den 15 November order had gegeven om den gevangene K. Kalis naar het Nieuwediep te transporteren, maakten de beide Rijksveldwachters Van Wingerden en Van der Putten bezwaar dat die last aan één persoon zou worden opgedragen, op grond dat 1e het transport in de nacht moest plaats hebben 2e dat de gevangene den vorigen dag reeds ontvlucht was en bijzonder zonderling en vlug zijnde ligtelijk die poging zou herhalen en 3e verscheidene pakken overtuigingsstukken moesten medegenomen. Op grond van deze verschillende motieven heb ik eindelijk toegegeven.
Dat voorts de reis doorgezet is naar Alkmaar en dat de gevangene niet is afgegeven aan de Commissaris van Politie te Helder.

[Klaas naar de gevangenis, Aagje bleef zonder ouders achter]

Brief 23-12-1875 Klaas Kalis, thans als beklaagd van diefstal in arrest, heeft hier een klein kind van hem besteed. De vrouw die het kind verzorgt, moet daarvoor kostgeld hebben. Nu is het de vraag of ten behoeve van dat kind mag beschikt worden over gelden, die aan K. Kalis toebehooren, onder bewaring zijn gebleven van Mej. De weduwe Langeveld alhier, die bereid is, die gelden daartoe aftestaan indien zij daartoe gemachtigd wordt, hetzij door K. Kalis of door UEdA.

Brief 10-4-1876 Klaas Kalis die onlangs wegens diefstal voor Uwe Rechtbank is veroordeeld en thans zijne straf ondergaat, heeft een kind achtergelaten dat bij eene Weduwe is besteed. Aanvankelijk is het kostgeld betaald van eenige gelden die K. Kalis hier nog had uitstaan. Sedert eenige weken echter is die bron uitgeput. Het Armbestuur, zoowel als de Diakonie maken zwarigheid de kosten te voldoen, aangezien hier nog eenige voorwerpen en meubelen, een plankje kleedingstukken en goud enz aan Kalis toebehoorende, aanwezig zijn. Kunnen deze goederen ten behoeve van het minderjarig kind worden verkocht? En zoo ja,- welke formaliteiten moeten daarbij worden in acht genomen?

Aagje Klaas Kalis werd bijna 100 jaar oud. Zij werd geboren op 24 april 1874 en overleed op 14 september 1972. In 1895 trouwde ze met Pieter Aukersz Boon (1871-1943)
Ze kregen 3 kinderen, Willemina (1896-1980), Pieter (1902-1985) en een die nog in leven is. Het eerste kind werd geboren in Oudeschild, het tweede in Amsterdam, de plaats waar Aagje overleed.

Huizinga 4 april 1879. Des avonds ging ik de kist betalen en bleef wat bij hem praten over de Bewaarschool die nu al 80 kinderen telt, over de verkwisting van het zeevolk waarvan hij treffende voorbeelden verhaalt. Over Klaas Kalis die dezer dagen nog in de meest berooide toestand verkeerde, zoo dat men aanleiding zocht om de zwendelaar naar het bedelaarsgesticht op te zenden, maar hoe Pieter Koning zich toen zijn lot had aangetrokken en nog al het mogelijke wilde beproeven om hem voor de maatchappij te behouden. Hij had hem bij zich doen komen, hem zijn verkeerdheid onder het oog gebragt, de beste beloften van hem verkregen zoo hij Koning hem wilde helpen. Deze had zich toen bevlijtigd om hem in het Gesticht te plaatsen wat niet gelukt was. Hij moest ook uitwendig gereinigd worden, vergeefs zocht Koning mannen die tegen betaling van f 1,- dit wilden doen, toen had hij het zelf gedaan, met alle middelen van voorzorg. Zijn oude plunje in de grond gestopt, andere zuivere kleding hem verschaft en hem naar het Oude Schild naar zijne garnalenkookerij aan het werk gezonden. Aan de Oudeschilders had hij uitdrukkelijk verbooden om de man door spotterijen te kwetsen en zijn werk alzoo te verijdelen. Koning wilde de man op een zeestoomboot plaatsen van Rotterdam naar New York, maar dan moest hij nog wat beter uitgerust zijn [Huizinga zal wat kleeding verschaffen].

Huizinga 5 april 1879. Pieter Koning vanmiddag hier. Hij deed het verhaal over Klaas Kalis en wilde gaarne wat kleedingstukken voor hem hebben, die ik dan ook vanavond zond.
Het ging aanvankelijk best met hem. Hij wachtte nu een brief van Rotterdam over zijne plaatsing
.
[Klaas staat niet in het boek ‘Hij is naar Amerika’, wat niet wil zeggen dat hij daar niet toch beland is]

Texelpedia: Op 21 januari 1879 werd Klaas Kalis door de rechtbank in Alkmaar veroordeeld voor desertie van een koopvaardijschip. Kalis was geen onbekende van de politie. In 1876 werd hij veroordeeld voor diefstal en in 1883 voor landloperij. In datzelfde jaar werd hij verdacht van een inbraak in Wognum, nadat hij op eigen verzoek een nacht op het politiebureau in Alkmaar had overnacht omdat hij geen geld en middelen van bestaan had.

In 1899 stond Klaas niet op de lijst van belastingbetalers.

Er waren 2 mannen met de naam Klaas Kalis, allebei geboren in 1839.
De andere Klaas Klaasz Kalis trouwde met Hendrica Smit. Ze kregen kinderen in 1866, 1868, 870, 1874, 1876 en 1877.


Home