Arie Cornelisz Lap


Zoon van Cornelis Ariesz Lap (1780-1823) van den Hoorn en Naantje Biems Dogger (1781-1847) van de Koog, 6 kinderen. Naantje hertrouwde met Dirk Ariesz Lap (1792-1850).

Arie (1800-1850) trouwde met Reinoutje Pieters Boon (1799-1882), 14 kinderen, Cornelis, Aaltje, Naantje, Pieter, Martje, Reijnoutje, Pieter, Dirk, Simon, Willem, Engeltje, Biem, Arie, Trijntje.

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep
21-10-1850 In den nacht van den 9den dezer is te Ameland gestrand en verbrijzeld het Engelsche brikschip Helena, kapt. A. Prätt, van Sunderland naar Amsterdam. De kapitein, stuurman, een loods van Texel, A. Lap, 3 matrozen en 2 passagiers, Hollansche zeelieden, zijn, bij het verlaten van het schip, met de groote sloep omgeslagen en alle 8 verdronken. Van schip en lading is niets geborgen.

De Prins en de Loods

Van der Vlis in 't Lant van Texsel blz. 400 over Arie Lap:

Een edele daad

Belangrijke en schokkende gebeurtenissen uit vroegere tijden, die niet schriftelijk werden vastgelegd, leven soms danig in de herinnering voort. Er ontstaat dan een legende waarvan de kern gewoonlijk juist is, maar deze raakt dan versluierd onder niet te controleren bijvoegingen, die vaak gefantaseerd zijn. Wij vertelden over de kleine spaarders die, meestal via de notarissen, aandelen in de Prins Hendrik Polder kochten. Tot hen behoorde de loods Arie Conelisz Lap, geboren in 1800 aan den Hoorn. Deze schijnt hierdoor zijn spaargeld geheel te hebben verloren. Hij bleef gelukkig in staat zijn beroep uit te oefenen en werd als een bekwaam zeeman dikwijls gevraagd om oorlogsschepen van de Marine buitengaats te brengen. Op hem is een vers van 31 coupletten gemaakt, dat werd voorgedragen op samenkomsten van de rederijkerskamers.

Het verhaalt hoe Lap eens het Rijksfregat Prins van Oranje naar Madeira bracht. Aan boord waren prins Hendrik en zijn broer prins Alexander. De laatste leed aan longtering (tuberculose) en hoopte op Madeira genezing te vinden. Tijdens de stormachtige zeereis heeft Lap aan prins Hendrik verteld van zijn tegenspoed met de drooglegging van de nieuwe polder.

Alexander, zwak en teder, door prins Hendrik vergezeld,

Nevens Lap, de loods, thans weder aller steun in 't stormgeweld.

Lap, de kloekste van zijn makkers, stak zijn zuurverdiende goud

In den Hendrikspolder, Akkers pas ontwoekerd aan het zout.

Hoe is 't vrindschap, met de gronden in den Hendrikspolder? Ach

Bruisend nat heeft ze verslonden, op een guren najaarsdag.

't Mag niet- 'k wil de velden kopen sprak de Prins na kort beraad,

Die de vloed deed onderlopen- zij 't mijn schade, 't is uwe baat.

't Was zijn laatste weldaad plegen, luttel weken na dien stond

rouwde Neerland allerwegen, stond zijn lijk op Hollandsch grond.

Dit gedicht is gemaakt door G.L. Toekamp Lammers, die het verhaal gehoord had van Biem Lap, de broeder van de loods. Het werd gepubliceerd in het Jaarboekje voor Rederijkers en Beminnaars der Poëzie, 27e jaargang, 1883, uitgave L.F.J. Hassels te Amsterdam. Wethouder C.H. Roeper had het van een Amsterdamse kennis gekregen. Het werd gepubliceerd in de Texelse Courant in de jaren 40 (knipsel in archief Vlis).

Dat Prins Alexander geld gestoken had in de polder is waar. Maar dat Arie Lap al zijn geld kwijt was klopt niet, gezien de bedragen die hij uitgeleend had aan verschillende Texelaars.

Huizinga: 28 February 1848.

[Dominee] Vrendenberg verhaalt dat [Notarissen] Kikkert en Westenberg alle hunne aandeelen in de Prins Hendrik Polder aan Prins Alexander verkocht hadden met 1000 gulden schade voor hen beiden. [Texelaar] Jan Koning zou op zijn verkochte aandeelen 7000 gulden schade geleden hebben. Zij waren echter zeer blijde er van af te zijn.

9 Maart 1849. Den Heer Johannes Ludovicus Kikkert bij ons thee gedronken. Nog verhaalt hij van eene overdragt van eene boerderij verleden jaar door hem [Jan Koning] verkocht aan Arie Cornelisz Lap voor den Prins, waarbij hij op het papier onderaan eenige zeer belangrijke bepalingen had bijgevoegd. Na de voorlezing en toon liet hij het teekenen in schemeravond door de gebroeders Lap (Arie en Biem) die er naderhand geducht mee zaten, want zij hadden zich daarbij verbonden tot de bijbetaling van geldsommen die zij niet beschikbaar hadden.

Uitgeleend geld

In 1843 200.- geleend aan Jan Simonsz Duinker

In 1843 900.- aan Jan Fransz Witte

In 1845 nam Arie Lap de lening van 1400.- over die door Neeltje Jans Witte aan haar neef Jan Fransz Witte was gedaan

In 1846 aan Dirk Boon 600.-

Pretensien en inschulden vermeld bij de boedelscheding van Arie Lap in 1851

Het bleek dat er meer was uitgeleend en lang niet alles was afgelost. Wel was het geld dat Jan Witte had geleend betaald na diens dood in 1849.

19 Ingekomen uit de pretensien ten lasten van Biem Cornelisz Lap 4000.-

20 Pretensie ten lasten van Pieter van Grouw blijkens onderhandsche obligatie op den 21-5-1850 geteekend 300.-

Interessen sedert 21-5-1850 2.50

21 Idem ten lasten van Adriaantje Koorn weduwe Lubbert Eelman, blijkens acte van schuldbekentenis met Hypotheek op den 22-4-1847 voor den te Texel residerende Notaris Bok en getuigen gepasseerd, behoorlijk geregistreerd, rentende 5 % 500.-

Renten sedert 22-4-1851 6.25

22 Pretensie ten lasten van Arie Spigt 500.- intrest sedert 6-3-1851 10.42

23 Idem ten lasten Dirk Boon 600.- renten sedert 8-4-1851 10.50

24 Idem ten lasten Simon Zoetelief volgens handschrift 100.-

26 Idem van den comporant Jacob Bruin 85.20

Notarisakten

N 969

Heden den 7-8-1843 compareerde voor Johannes Ludovicus Kikkert, Notaris in het arrondissement Alkmaar, residerende te Texel, ter presentie van de natenoemen getuigen

Harmen Rikkert, van beroep doende boerenbedrijf, wonende aan den Hoorn alhier, ons Notaris bekend.-

Dewelke bekende wel en wettig schuldig te wezen aan en ten behoeven van Jacob Simonsz Duinker, van beroep loods, wonende aan den Hoorn gemeld, mede ons Notaris bekend, eene Kapitale som van 200 Guldens spruitende uit deugdelijk geleende en bereids aan het passeren dezer, toe en aangetelde gelden, welke den debiteur ten zijnen genoegen erkend ontvangen te hebben, welke erkentenis, en volgende verbintenissen door den crediteur, die mede compareerde, worden geaccepteerd.-

Verbindende zich de debiteur de voormelde som te zullen terug geven, heden over een jaar, of ingeval van continuatie, ten allen tijde daarna, binnen 3 maanden na behoorlijke terugvordering, als mede om dezelve, uit eigene beweging ook niet anders te zullen opleggen, dan na den crediteur, ingelijks daarvan 3 maanden te voren te hebben kennis gegeven, om inmiddels van -zie onder-

Tot meerder zekerheid- verbinden

Twee perceelen Weiland elkander annex hebbende te zamen eene oppervlakte van 2 bunders, 94 roeden 20 Ellen, gelegen in de polder Zuid en Noordhaffel alhier sectie E 858 en 859

Zie onder-

Waarvan acte

Arie Corneliszoon Lap, loods, en Gerrit Willemsz Slijboom, logementhouder aan den Hoorn voornoemd woonachtig, als aan ons bekende getuigen hiertoe verzocht.

En is deze Minute onmiddelijk na gedane voorlezing ondertekend door de Comparanten, de getuigen en de Notaris.-

N 970

Heden den 7-8-1843 compareerde voor Johannes Ludovicus Kikkert, Notaris in het arrondissement Alkmaar, residerende te Texel, ter presentie van de natenoemen getuigen

Jan Frans Witte, doende boerenbedrijf, wonende in den polder den Hoorn te Texel, ons Notaris bekend.-

Dewelke bekende wel en wettig schuldig te wezen aan den heer Arie Cornelisz Lap, laadschipper, mede ons Notaris bekend, en aan den Hoorn alhier woonachtig, eene kapitale Som van 900 Guldens, spruitende uit deugdelijk geleende, en bereids voor het passeren dezer toe en aangetelde gelden, welke de debiteur ten zijnen genoegen erkent ontvangen te hebben, welke erkentenis, en volgende verbintenissen door den crediteur, die mede compareerde, worden geaccepteerd.-

Verbindende zich de debiteur de voormelde som te zullen terug geven, heden over een jaar, of ingevalle continuatie, ten allen tijde daarna, binnen 3 maanden na behoorlijke terugvordering, als mede om dezelve, uit eigene beweging ook niet anders te zullen opleggen, dan na den crediteur, ingelijks daarvan 3 maanden te voren te hebben kennis gegeven, om inmiddels van dit Kapitaal interessen te betalen tegen 5 percent in het Jaar, ingaande heden en ieder Jaar op dezen datum te voldoen: om alle betalingen zoo van hoofdsom, als van interessen te zullen doen, in goed gangbaar Nederlandsch geld, niet kleiner van waarde per stuk dan guldens aan handen en ten huize van den crediteur, zijne erven of regtverkrijgenden, promptelijk op den vervaldag, zonder eenige korting hoegenaamd, met bijbetaling van de kosten welke mogen, moeten worden gemaakt, en de voldoening te erlangen, en geensints in eenig papier geldswaarde hebbende, onder welke benaming ook in omloop gebragt en niettegenstaande eenige verordening ter contraire.-

Tot meerdere zekerheid van de voldoening van Kapitaal, interessen en kosten verklaart de debiteur speciaal verbonden te hebben en te hijpothekeren-

Vijf perceelen weiland, en Hooiland gelegen in den polder den Hoorn te Texel, hebbende tezamen eene oppervlakte van 5 bunders 48 roeden en 40 ellen, en bekend bij het Kadaster in Sectie F voornoemt 493 602 603 614 618

Van welke perceelen de comparant debiteur verklaard eigenaar te zijn, als mede dezelve aantebieden als vrij en onbezwaard-

Verklarende partijen voorts te zijn overeengekomen als volgt:

Dat het verbondene nimmer langer mag worden verhuurd, dan van een jaar telkens, nooit langer dan een half jaar vooruit en dat ingeval van verhuring de huurprijs niet bij vooruitbetaling mag worden voldaan.-

Dat bij willige verkooping het verbondene niet van deze onderzetting, noch geheel, noch gedeeltelijk, kan worden ontlast of gezuiverd, maar tot de geheele voldoening van Kapitaal, interessen en kosten toe, daarvoor moet verbonden blijven.-

Dat jaarlijks bij de betaling der interessen aan den crediteur moeten worden vertoond de quittansien der op de verbondene goederen gevestigde betalingen over het dan afgeloopen Jaar, alles op poene van nietigheid van iedere hiermede strijdige overeenkomst, en van redelijke vorderbaarheid, van Kapitaal, interessen en kosten in maniere voormeld.-

Dat het enkele verloop van eenen verschijndag van de betaling der interessen, zonder voldoening de zelven alsmede de insinuatie van een door een derde op de verbondene goederen gelegd wordt, ingevolge natemeldene volmagt aan den crediteur te doen,

En eindelijk elk verzuim en iedere daad strijdig met den inhoud dezer acte genoegzaam zal weezen, den debiteur in gebreke te stellen zonder dat daartoe eenige nadere acte nodig is: dat hij debiteur daardoor het genot de tijdsbepaling zal verliezen, en gehouden zijn, het geheele Kapitaal, met de interessen onmiddellijk opteleggen en te betalen, ook zonde voorafgaande aanzegging dat bij wanvoldoening van Kapitaal en interessen, en kosten, zoodra hij debiteur daartoe uit welken hoofde ook gehouden is, de crediteur of regtverkrijgenden als eerste hijpothecair schuldeischer onherroepelijk zal zijn gemagtigd, het verbondene in het openbaar,

Zonder uitstel ten overstaan van enen Notaris naar het voorschrift der wet en der plaatselijke gebruiken te doen verkoopen, ten einde zijne vordering uit den opbrengst te voldoen, en dat zoodanige verkoop niet anders kan worden gestuit, dan door de betaling van al het verschuldigde met de kosten, waaronder die van den aangevangen verkoop zullen begrepen wezen.-

Consenterende de debiteur dat de crediteur deze hijpotheek ingevolge die inschrijven op het daartoe bestemde register-

Op deze wijze is alles overeengekomen bij partijen die te Executie dezen domicilie kiezen ten huize en kantore van ons Notaris aan den Burg te Texel geteekend nummer 2.-

Waarvan Acte.

Gemaakt en verleden binnen de gemeente van Texel ten huize van Gerrit Willemsz Slijboom, logementhouder aan den Hoorn ten tijde in het hoofd gemeld in tegenwoordigheid van denzelven GW Slijboom en Jan Klaaszoon Kok, timmerman, beiden aldaar woonagtig (als aan ons bekende getuigen hiertoe verzocht).

En is deze Minute onmiddelijk na gedane voorlezing ondertekend door de Comparanten, de getuigen en de Notaris.-

[N 2 is het Schoutshuis aan den Burg]

N 1158

Heden den 3-9-1845 compareerde voor Johannes Ludovicus Kikkert, Notaris in het arrondissement Alkmaar, residerende te Texel, ter presentie van de natenoemen getuigen

Neeltje Jans Witte zonder beroep, weduwe van Gerrit Sluisman, wonende aan den Burg alhier, ons Notaris bekend.-

Dewelke verklaarde verkocht te hebben onder vrijwaring als naar regten, en mitsdien te cederen en overtedragen aan en ten behoeven van Arie Cornelisz Lap, laadschipper wonende aan den Hoorn alhier, die mede compareerde en verklaarde en koop te accepteren, mede ons Notaris bekend.-

Eene Schuldvordering ten lasten Jan Frans Witte, doende boerenbedrijf voornoemd in den polder den Hoorn alhier, groot in kapitaal 1400 gulden, wegens onbetaalde kooppenningen aftelossen telken Jare op den 24 Juny zoo veel hem zulks doenlijk zijn zal, doch nimmer minder dan 100 guldens, met de interessen ad 5 percent Sjaars, voor het nu afgeloste gedeelte, alles ingevolge acte van Schuldbekentenis met hypotheek op den 20 Augustus 1837 ten overstaan van ons Notaris in presentie van getuigen verleden, behoorlijk geregistreerd en opgeschreven ten kantore der hypotheken te Alkmaar, den 11-10 daaraanvolgende in deel 35 nommer 115.-

En zulks wel uitdrukkelijk met al de voorregten, hypotheken en borgtogten aan die in de hoofde verbonden, speciaal met de onderzetting op de bij de constituliere titels verbonden goederen hiervan de gemeente Texel, bekend bij het kadaster dier gemeente in Sectie F 592 593 594 607 608 610 624a 479

En met borgtogt voor deze schuld gesteld door Jan Pietersz Witte, doende boerenbedrijf, wonende in de polder den Burg en Arie Frans Witte, doende boerenbedrijf, wonende in de polder den Hoorn, beide te Texel, alles overeenkomstig de bepalingen bij opgemelde acte van den 20-8-1837.-

En ten einde de cessionaris voorschreven kapitaal met de interessen, te rekenen van heden van den debiteur of borgen zoude kunnen ontvangen, zoo is de grosse van meergemelde acte van Schuldbekentenis met hypotheek en borgtogt mitsgaders het borderel der genomen inschrijving aan den zelve cessionaris overhandigd.-

Deze verkoop en koop is gedaan om en voor eene som van 1400 guldens, welke de cedente erkent te hebben ontvangen, waarvoor zij den cessionaris quitterd bij deze, stellende en surrogerende zij hem wijders in alle die regten welke zij verkoopster volgens genoemde acte was competerende zonder eenige reserve hoe ook genaamd.-

En compareerd mede Jan Fransz Witte voornoemd dewelke nadat hem het vorenstaande was voorgelezen, zulks voor insinuatie deze cessie en overdragt heeft aangenomen, terwijl de regten hypotheken en borgtogt aan deze inschuld en vorige voorschreven verbonden door de cessionaris voor zoo veel nodig wel expresselijk worden gereserveerd met bevoegdheid om deze overdragt ten kantore der hypotheken te doen aanteekenen of daarvan zoodanige melding op de registers te doen maken als hij nodig oordeelen, of bevonden zal worden te behoren.-

Verklarende de cessionaris ten deze voorts met den debiteur te zijn overeengekomen als volgt:

Dat voorschreve percelen zonder uitdrukkelijke toestemming van den crediteur niet van der zelven aard of bestemming zullen mogen worden veranderd.-

Dat het verbondene nimmer lang mag worden verhuurd dan voor een Jaar telkens, nooit lange dan een half jaar vooruit en dat in geval van verhuring de huurprijs niet bij vooruitbetaling mag worden voldaan.-

Dat bij wettige verkooping het verbondene niet van deze onderzetting noch geheel noch gedeeltelijk kan worden ontlast of gezuiverd maar tot de geheele voldoening van kapitaal, interessen en kosten toe daarvoor moet verbonden blijven.-

Dat de gebouwen in eene der daarvoor in dit Rijk bestaande brandwaarborgmaatschappijen voor een voldoende som en herbouw moeten verzekerd blijven, waarvan de polis binnen eene maand na heden aan den crediteur crediteur moet worden overhandigd: en dat in geval der schade aan het verzekerd onroerend goed mogt zijn overeengekomen, alsdan de assurantie penningen tot het beloop dezer inschuld, en der daarvan verschuldigde renten in plaats van de tegenwoordige onderzetting zullen treden- breder, dat jaarlijks bij de betaling der interessen aan den heer crediteur moeten worden vertoond de quittantien van de op de verbondene goederen gevestigde belastingen over het dan afgelopen jaar, zoomede die der bijdragen in de brandwaarborgmaatschappij over het zelfde tijdvak, alles op poene van nietigheid van andere hiermede strijdige overeenkomst en van dadelijke invorderbaarheid van kapitaal, interessen en kosten in manier voornoemd.-

Dat het enkele verloop van eenen verschijndag van de betaling der interessen zonder voldoening derzelve alsmede de insinuatie van een door eenen derde op de verbondene goederen gelegd arrest ingevolge natemeldene volmagt aan den heer crediteur te doen en eindelijk elk verzuim en iedere daad strijdig met den inhoud dezer acte genoegzaam zal wezen den debiteuren in gebreke te stellen zonder dat daartoe eenige nadere acte nodig ia.

Dat zij debiteuren daar door het genot der tijdsbepaling zullen verliezen en gehouden zullen zijn het geheel verschuldigde kapitaal met de interessen onmiddellijk opteleggen en te betalen ook zonder voorafgaande aanzegging:

Dat bij wanvoldoening op den bepaalden tijd van kapitaal of interessen zoodra zij debiteuren daartoe uit welken hoofde ook gehouden zijn de crediteur of regtverkrijgenden als eerste hypothecair schuldeischer onherroepelijk zal zijn gemagtigd het verbondene in het openbaar zonder uitstel ten overstaan van eenen Notaris naar het voorschrift der wet en der plaatselijke gebruiken te doen verkoopen ten einde zijne vordering uit den opbrengst te voldoen en dat zoodanige verkoop niet anders zal kunnen worden gestuit dan door de betaling van al het verschuldigde met de kosten waaronder die van de aangevangen verkoop mede zullen begrepen worden.-

Consenterende de debiteuren dat de crediteur deze hypotheek ingevolgen doe inschrijven op het daartoe bestemde register.-

Op deze wijze is alles overeengekomen bij partijen die ter executie dezer domicilie kiezen als volgt: de debiteuren aan het verbonden huis en den heer crediteur ten kantore van ons Notaris aan den Burg te Texel geteekend nummer 2.-

Waarvan acte-

Gemaakt en verleden binnen de gemeente van Texel ten huize van Pieter Cornelisz Verberne in den polder Oosterend ten tijd in het hoofd gemeld in tegenwoordigheid van Jan Cornelisz Verberne en Cornelis van Heerwaarde, beide doend boerenbedrijf in de polder Oosterend woonachtig als aan ons Notaris bekende getuigen hiertoe verzocht.

En is deze minute onmiddellijk na gedane voorlezing onderteekend door de Comparanten, de getuigen en ons Notaris.

[Neeltje Jans Witte (1772-1852) van Spijk, dochter van Jan Fransz Witte en Grietje Dirks Zijm. Getrouwd met Jan Lammertsz Reij (1768-1824) van Oosterend, 6 kinderen geboren te Spijkdorp, allen gestorven, behalve Etje (1801-1869) en Jannetje Reij (1804-1859). Hertrouwd in 1828 met Gerrit Riekelsz Sluisman (1757-1834), weduwnaar van Antje Cornelis Kuiper (1743-1827).

Etje Reij trouwde met Hendrik Cornelisz Kuiper, 7 kinderen.

Jannetje Reij trouwde in 1830 met Pieter Verberne, 7 kinderen.

Jan Fransz Witte (1803-1849) was een neef van Neeltje, zoon van Neeltje's broer Frans, in 1834 getrouwd met Martje Boom uit Oudeschild, 5 kinderen. Jan had een van zijn dochters Neeltje had genoemd.]

N 1230 Obligatie met onderzetting f 600.-

Heden den 8-4-1846 compareerde voor Johannes Ludovicus Kikkert, Notaris in het arrondissement Alkmaar, residerende te Texel, ter presentie van de natenoemen getuigen-

Dirk Boon, doende boerenbedrijf, wonende aan den Hoorn alhier, ons Notaris bekend.-

Dewelke bekende wel en wettig schuldig te wezen aan en ten behoeve van den Heer Arie Corneliszoon Lap, loodsschipper, mede ons Notaris bekend en aan den Hoorn woonachtig, eene kapitale som van 600 Guldens, spruitende uit deugdelijk geleende en bereids voor het passeren dezer toe en aangetelde gelden, welke den debiteur ten zijnen genoegen erkent ontvangen te hebben, welke erkentenis en volgende verbintenissen door den crediteur, die mede compareerde worden geaccepteerd.-

Verbindende zich de debiteur de voormelde som te zullen terug geven, heden over een jaar, of ingevalle continuatie, ten allen tijde daarna, binnen 3 maanden na behoorlijke terugvordering, als mede om dezelve, uit eigene beweging ook niet anders te zullen opleggen, dan na den crediteur, ingelijks daarvan 3 maanden te voren te hebben kennis gegeven, om inmiddels van dit Kapitaal interessen te betalen tegen 5 percent in het Jaar, ingaande heden en ieder Jaar op dezen datum te voldoen: om alle betalingen zoo van hoofdsom, als van interessen te zullen doen, in goed gangbaar Nederlandsch geld, niet kleiner van waarde per stuk dan guldens aan handen en ten huize van den crediteur, zijne erven of regtverkrijgenden, promptelijk op den vervaldag, zonder eenige korting hoegenaamd, met bijbetaling van de kosten welke mogen, moeten worden gemaakt, en de voldoening te erlangen, en geensints in eenig papier geldswaarde hebbende, onder welke benaming ook in omloop gebragt en niettegenstaande eenige verordening ter contraire.-

Tot meerdere zekerheid van de voldoening van Kapitaal, interessen en kosten verklaart de debiteur speciaal verbonden te hebben en te hijpothekeren-

1 Een perceel weiland genaamd Oudeweg, gelegen in den polder de Mars alhier, bekend bij het kadaster in sectie F n 55 groot 1 bunder 4 roeden 19 ellen.-

2 Een perceel Hooyland genaamd Schetterskoog, gelegen in het Hoornder Nieuwland alhier F 582 groot 2 bunders 2 roeden en 40 ellen.-

Van welke perceelen de debiteur verklaart eigenaar te zijn, alsmede dezelve aantebieden als vrij en onbezwaard.-

[verdere gebruikelijke voorwaarden]

Waarvan Acte.-

Gemaakt en verleden binnen de gemeente van Texel, ten huize van den debiteur aan den Hoorn, ten dage, maande, jare en plaatse bovengemeld, in tegenwoordigheid van de heeren Adrianus Elenus Stiggelbout, chirurgijn, en Pieter Simonsz Wuis, notarisklerk, beide aan den Burg alhier woonachtig, als aan ons bekende getuigen hiertoe verzocht.-

En is deze minute onmiddelijk na gedane voorlezing ondertekend door de Comparanten, de getuigen en de Notaris.-



N 1293 Rectificatie

Heden den 15-1-1847 compareerde voor Johannes Ludovicus Kikkert, Notaris in het arrondissement Alkmaar, residerende te Texel, ter presentie van de natenoemen getuigen-

Jan Fransz Witte, doende boerenbedrijf, wonende aan den Hoorn alhier, ons Notaris bekend.-

Te kennen gevende-

Dat bij zekere acte op den 20-8-1837 ten overstaan van ons Notaris in presentie van getuigen verleden, behoorlijk geregistreerd, door de comparant is schuldig erkend aan en ten behoeven van Neeltje Jansdochter Witte, weduwe van Gerrit Sluizeman, zonder beroep, wonende in den polder de Waal te Texel eene som van 1662 Gulden, en voor de zekerheid der rigtige teruggave dezer somme en van de betaling der daarvan bedongen en afkomende renten, tevens speciaal zijn verbonden en geaffecteerd eenige daarin omschreven en binnen deze gemeente gelegen onroerende goederen.-

Dat deze hypothecaire inschuld toen per resto in hoofdsom 1400 Guldens vervolgens bij acte den 3e September 1845, mede ten overstaan van ons Notaris en getuigen alhier verleden en vervolgens geregistreerd, door de genoemde Schuldeisscheresse Neeltje Jans Witte is getransporteerd aan en den eigendom geworden van Arie Corneliszoon Lap, loodsschipper, wonende aan den Hoorn binnen deze gemeente, die dientengevolge in alle de regten der oorspronkelijke Schuldeisscheresse krachtens en bij den vermelden constitutie van titul toegekend, bepaaldelijk ook in het regt van hypothecair verbond, daarbij verleend, getreden is.-

Dat krachtens de beide hiervoor genoemde acten ten behoeve van den tegenwoordigen eigenaar der vermelde hypothecaire inschuld ten lasten van hem comparant ten kantore van de bewaring der hypotheken en het kadaster te Alkmaar op den 1-10-1845 in deel 23 onder n 10, eene overschrijving van het hiervoren opgegevene hypothecaire verband op de daarin onderscheidene onroerende goederen, is gedaan en genomen.-

Dat het bij het nemen dezer inschrijving is gebleken, dat in de overschrijving van eene der eigendommen, zoodanig als die toen volgens het kadaster behoorde plaats te hebben in de meergemelde acte van beslag, en in het Borderel hetwelk in de registers der hypotheken is overgeschreven, eenen misslag heeft plaats gehad, hierin bestaande, dat het perceel sectie E nommer 479 der gemeente Texel, waarvan bij den constitutieven titel (hoezeer daarin abusievelijk als perceel sectie F n 479 zijnde opgenomen) slechts de helft was verbonden; tijdens het opmaken en verlijden der acte van cessie en overdragt en het nemen der inschrijving bij het kadaster vervallen en bereids door andere nommers vervangen zijnde, daarin alzoo dan ook verkeerdelijk is vermeld geworden, en daarenboven als voor het geheel

bezwaard is aangewezen, in stede dat het nommer, waaronder het aan de schuldenaar behorende gedeelte van dat perceel als toen bij het kadaster was bekend geworden daarin is opgenomen, tengevolge waarvan, hoezeer regtens voor nietig en van onwaarde kunnende gehouden worden, met het nemen der inschrijving thans perceelen zijn bezwaard over den eigendom van welke door hem comporant in geenen deele konde worden beschikt.-

Dat de herstelling dezer ongeregeldheden hem comporant alle zints doelmatig niet alleen, maar zelfs als gebieden, noodzakelijk zijnde voorgekomen, hij alsnu den schuldeisscher Arie Corneliszoon Lap van deze omstandigheden heeft kennis gegeven, omtrent die herstelling met hem in overleg is getreden en met deszelfs toestemming bij deze te kennen geeft-

Dat het perceel sectie E n 479 der gemeente Texel tijdens het verlijden van de acte van cessie hier voor omschreven eene nieuwe kadastrale opneming hebbende ondergaan, daardoor gemeld nommer was vervangen, waarvan die aan anderen toebehoorende alstoen in de kadastrale registers zijn gesteld ten name der respective eigenaren van dezelve en het aan hem comparant in eigendom behoorende gedeelte van het zelve perceel thans bekend onder n 1026 der gemelde sectie als Bouwland ter grootte van 49 roeden 10 ellen als het eigendom en ten name van denzelve is bekend gebleven, willende en begerende hij comparant dat dit perceel zal blijven geacht worden, als met de overige daarvoor bezwaarde onroerende goederen, tot zekerheid der voldoening van de inschuld waarvan hier de rede is, te zijn verbonden.-

En verscheen wijders aan ons Notaris en getuigen voornoemde Arie Corneliszoon Lap mede aan ons Notaris bekend, dewelke na van het voorenstaande te hebben kennis genomen, verklaarde zich daarmede te vereenigen, genoegen te nemen met het verband, voor zoo veel betreft het meer bedoelde perceel sectie E n 479 der gemeente Texel van dat gedeelte van hetzelve aan den Schuldenaar toebehoorende en thans onder n 1026 dier sectie bekend, zich daarop alzoo het regt van hypotheek bereids door genoemde schuldenaar bij acte van den 20-8-1837 verleend voorbehoudend, alsmede om dat regt krachtens dezelve acte van den 3-9-1845 in de tegenwoordige acte op nieuw ter kantore der hypotheken te Alkmaar te doen inschrijven-

Tenslotte verklarende zijne toestemming te geven dat uit de inschrijving ten onderwerpelijke zake ten gemelden kantore op den 1-10-1845 in deel 23 onder n 10 genoomen, het perceel sectie E n 479 meergemeld ontslagen en door inschrijving voor zooveel dat perceel betreft worde geroijeerd zich evenwel uitdrukkelijk reserverende deszelfs regt van hypotheek op de overige daarin omschreven perceelen als willende en begeerende dat de inschrijving voor zooveel die perceelen aangaat zal blijven van volle kracht en tot het doen van dit royement den Heer Bewaarder der Hypotheken van genoemd kantoor magtigtende bij deze.-

Kiezende partijen ter executie dezer domicilie ten kantore van ons Notaris aan den Burg.-

Waarvan Acte.-

Gemaakt en verleden binnen de gemeente van Texel, ten huize en kantore van ons Notaris aan den Burg ten tijde in het hoofd gemeld in tegenwoordigheid van Dirk Haverkorn, schipper, en Hendrik de Graaf, bouwman, beide aan de Groote Buurt binnen de gemeente Wieringerwaard woonachtig als aan ons bekende getuigen hiertoe verzocht.

En is deze Minute onmiddelijk na gedane voorlezing ondertekend door de Comparanten, de getuigen en de Notaris.-

N 1522 Benoeming van Voogd

Heden den 24-7-1849 compareerde voor Johannes Ludovicus Kikkert, Notaris in het arrondissement Alkmaar, residerende te Texel, ter presentie van de natenoemen getuigen-

Marijtje Kalf, weduwe Cornelis Lap, zonder beroep, wonende aan den Hoorn binnen deze gemeente, ons Notaris bekend.-

Dewelke verklaarde voor het geval dat zij gedurende de minderjarigheid van een of meer harer kinderen, door haar met opgemelden man ten Echt verwekt, mogt komen te overlijden, bij dezen te benoemen en aantestellen tot voogd over dezelve na haren dood, de Heer Arie Cornelisz Lap, loodsschipper, aan den Hoorn voormeld woonachtig, ofwel bij vooroverlijden van denzelve Arie Cornelisz Lap,- bij ontstentenis van dezelve, of, wanneer om welke reden dan ook, deze voogdij door hem niet mogt worden waargenomen, alsdan tot voogd over bedoelde minderjarigen te benoemen en aantestellen, Adam Kalf, broodbakker, aan den Burg alhier woonachtig en zulks in elk deze gevallen, met al zoodanige magt en gezag, als aan voogden naar regten toekomt en gegeven mogt worden.-

Waarvan Acte.-

Gemaakt en verleden binnen de gemeente van Texel, ten huize van de comparante aan den Hoorn, ten tijde in het hoofd gemeld in tegenwoordigheid van Teunis Jansz Kunst, oud loods, en Jacob Simonsz Duinker, loods, beiden aan den Hoorn woonachtig, als aan ons bekende getuigen hiertoe verzocht.

En is deze Minute onmiddelijk na gedane voorlezing ondertekend door de Comparanten, de getuigen en ons Notaris.-



[Cornelis Ariesz Lap (1821-1849) en Marijtje Dirks Kalf (1821-1863( hadden als kinderen: Baafje (1844-1920), Arie Cornelis (1846-1931) en Cornelisje (1849-1925). De laatste was geboren op 18-8-1849, de vader op 23 maart. Bij het opmaken van de acte was dit kind nog niet geboren. De beoogde voogd overleed in 1850. Hij was de vader van 14 kinderen, waarvan Cornelis de oudste was.

Adam Kalf (1812-1893) moest dus als voogd optreden, zijn zuster stierf 14 jaar later, toen waren de kinderen 19, 17 en 14 jaar oud.]

N 1609 Boedelbeschrijving

In het jaar 1850, den 6-2 voormiddags 11 ure ten verzoeke en in bijwezen van

1 Maartje Boom, doende boerenbedrijf, wonende op Hoorn en Burg binnen deze gemeente, als weduwe van en onder het bestuur der laatst voorgaande wetgeving, in legale gemeenschap van goederen gehuwd geweest met Jan Fransz Witte, overleden aldaar den 24-12-1849, benevens nog als moeder en mitsdien wettige voogdesse over de minderjarigen Jannetje, Neeltje, Frans en Harmen Witte door haar met gezegden haren man ten Echt verwekt-

De boedel heeft te vorderen van

Arie Cornelisz Lap in den Prins Hendrik Polder 127.-

Van den zelve voor het Eggen van land 4.-

Den zelve voor werkzaamheden aan de Stuifdijk 18.-

Denzelven voor het rijden van Turf in den Prins Hendrik Polder 45.-

Het Gemeentebestuur van Texel voor wagenvracht 4.50

1523.25

Schulden en Lasten des Boedels

Competeert Arie Cornelisz Lap eene som van 300.- blijkens acte obligatie met hypotheek dd 14-5-1841

Denzelven 900.- idem 7-8-1843

Denzelven 900.- idem 28-6-1845

Denzelven idem 1400.- 3-9-1845

[Jan Fransz Witte (1803-1849) van den Hoorn en Martje Harmens Boom (1802-1863) van Oudeschild, getrouwd in 1834, kinderen Jannetje (1835-1917), Neeltje (1836-1911), Frans (1839-1932), Harmen (1842) en Harmen (1844)]

N 1886 Scheiding van roerende en onroerende Zaken

Heden den 10-10-1851 compareerde voor Johannes Ludovicus Kikkert, Notaris in het arrondissement Alkmaar, residerende te Texel, ter presentie van de natenoemen getuigen-

1 Reinoutje Boon, zonder beroep, wonende aan de Hoorn, weduwe van en onder het bestuur der laatst voorgaande wetgeving gehuwd geweest in legale gemeenschap van goederen met Arie Cornelisz Lap, op den 9-10-1850 overleden, en als door hem benoemde erfgename voor het disponibele gedeelte op den 11-4-1845 ten overstaan van ons Notaris in presentie van getuigen verleden, na doode geregistreerd, en nog in qualiteit van moeder en mitsdien wettige voogdesse van Martje, Pieter, Simon, Dirk, Willem, Engeltje, Biem en Arie Lap, kinderen door haar met opgemelden haren man ten echt verwekt, ter Eenre-

2 Jacob Kok, loods, wonende aan de Hoorn, ten deze in qualiteit van toeziend voogd over de zelve minderjarigen, daartoe benoemd en aangesteld door den Heer Regter plaatsvervanger in het kanton Helder te Texel residerende, blijkens Proces verbaal van den 30-10-1850, behoorlijk geregistreerd, ten tweeder.-

3 Dezelve Jacob Kok, als in huwelijk hebbende Aaltje Lap, met wie hij onder het bestuur der tegenwoordige regering in algeheele gemeenschap van goederen is gehuwd- ter derder.-

4 Nantje Lap, huisvrouw van en ten deze geadsisteerd en geauthoriseerd door Klaas Vos, loods, wonende te Nieuwediep, ten deze gemagtigde blijkens Procuratie is geannexeerd aan eerdere acte van boedelbeschrijving op den 21-11-1850 ten overstaan van ons Notaris in bijzijn van getuigen verleden, behoorlijk geregistreerd- ter vierder.-

5 Jacob Bruin, doende boerenbedrijf aan den Hoorn, als in huwelijk hebbende Reijnoutje Lap, met wie hij onder het bestuur der tegenwoordige regering in algeheele gemeenschap van goederen is gehuwd- ter vijfder.-

6 Adam Kalf, Broodbakker, wonende aan den Burg, in qualiteit als gemagtigde van Marijtje Kalf, weduwe Cornelis Lap. Zonder beroep, wonende aan den Hoorn gemeld, ten dezen in hoedanigheid van moeder en mitsdien wettige voogdesse van Baafje, Arie en Cornelisje Lap, minderjarige kinderen, door haar met opgemelde haren man ten echt verwekt, zijnde dezelve Cornelis Lap eenen vooroverledenen zoon van bovengenoemde Arie Cornelisz Lap, blijkens procuratie op den 20-11-1850, onder de hand geteekend, welke procuratie is geannexeerd aan deze acte van boedelbeschrijving op den 21-11 daaraan ten overstaan van ons Notaris in bijzijn van getuigen verleden behoorlijk geregistreerd- ter Zesder.-

7 Jacob Kok, hiervoor gemeld in qualiteit van toeziende voogd van Baafje, Arie en Cornelisje Lap, daartoe benoemd en aangesteld door den Heer Regter plaatsvervanger in het kanton Helder te Texel residerende, blijkens Proces verbaal van den 30-10-1850, behoorlijk geregistreerd, ter Zevende of laatste.-

Te kennen gevende-

Dat zij Comparanten gemeen en onverdeeld zijn bezittende den boedel en nalatenschap van de hiervoren genoemden Arie Cornelisz Lap-

Dat dezelve Arie Cornelisz Lap bij acte op den 11-4-1845 ten overstaan van ons Notaris in presentie van getuigen verleden, zijnde Echtgenoote benoemde tot erfgename van het disponibel deel zijner nalatenschap, welke acte hij op den 9-10-1850 met den dood bekrachtigde, en daarna behoorlijk is geregistreerd.-

Dat vervolgens deze gemeenschap behoorlijk is geconstateerd bij acte van boedelbeschrijving op den 21-11-1850 ten overstaan van ons Notaris in bijzijn van getuigen verleden behoorlijk geregistreerd.-

Dat niets is vereffend en geliquideerd de boedel en nalatenschap van wijlen Dirk Ariesz Lap, waarin de overledene Arie Cornelisz Lap als erfgenaam geroepen was en welk aandeel in diens nalatenschap in de onderwerpelijke gemeenschap is ingebragt.-

Dat almede is ontbonden en gescheiden de gemeenschap, bestaan hebbende tusschen de overledene Arie Cornelisz Lap en deszelfs broeder Biem Cornelisz Lap.-

En eindelijk dat zij comparanten traden zijn geworden om de tusschen hun bestaande gemeenschap te doen eindigen en tot scheiding en verdeeling daarvan overtegaan, verklarende zij comparanten dat tot deze gemeenschap behoord:

Een kapitale Boeren Hofstede, genaamd het Hoornder Nieuwland, 2 woonhuizen, staande in het dorp den Hoon, benevens eene partij wei, hooi en Bouwland, hebbende te zamen eene oppervlakte van 29 bunders 43 roeden 76 ellen, hierna breder te omschrijven.-

Van welke perceelen de laatste bewijzen van eigendom bestaan in

A Afschrift acte van scheiding met Biem Cornelisz Lap op den 26-6-1851 ten overstaan van ons Notaris in bijzijn van getuigen verleden behoorlijk geregistreerd en overgeschreven ten kantore van de bewaring der Hypotheken den 15-7 daaraan in deel 105 onder n 80.-

B Afschrift acte van scheiding van den boedel en nalatenschap van Naantje Biems Dogger in gemeenschap bezeten met Dirk Ariesz Lap, op den 9-3-1848 ten overstaan van den Notaris Bok en getuigen verleden behoorlijk geregistreerd en overgeschreven ten kantore van de bewaring der Hypotheken te Alkmaar den 9-5 daaraan in deel 78 onder n 17.-

C Afschrift van Proces verbaal van publieke verkoop op den 11-7-1839 ten overstaan van den Notaris Bok gemeld in presentie van getuigen verleden, behoorlijk geregistreerd en overgeschreven ten kantore van de bewaring der Hypotheken te Alkmaar den 23-8 daaraan in deel 8 onder n 45.-

D Onderhandsche acte van transport op den 21-5-1821 alhier geteekend, geregistreerd als volgt: geregistreerd te Texel 21-6-1821 deel 3 f 11 afd 4 tot f 12 H afd 2.

Ontvangen voor alle regten 22.68 Ontvanger (geteekend) Hulst.-

Niet overgenomen ten kantore van de bewaring der Hypotheken.

E Afschrift Proces verbaal van publieke verkoop op den 25-11-1839 ten overstaan van den Notaris Bok gemeld in presentie van getuigen verleden, behoorlijk geregistreerd en overgeschreven ten kantore van de bewaring der Hypotheken te Alkmaar den 6-12 daaraan in deel 10 onder n 18.-

F Afschrift acte van transport op den 15-5-1848 ten overstaan van den Notaris Bok gemeld in presentie van getuigen verleden behoorlijk geregistreerd en overgeschreven ten kantore van de bewaring der Hypotheken te Alkmaar den 3-7 daaraan in deel 80 onder n 28.-

G Onderhandsche acte van transport op den 23-4-1851 alhier geregistreerd als volgt: Geregistreerd te Texel den 23-4-1851, deel 15, blad 76 verso 2 en volgende, houdende een blad gen renvooi. Ontvangen voor regt 60.- met de 38 opcenten 82.80. de Ontvanger (getekend) Janson en met rectificatie overgeschreven ten kantore van de bewaring der Hypotheken te Alkmaar den 23-6 daaraan in deel 106 onder n 75.-

Verklarende partijen dat bij hun overigens van voorschreven perceelen geene eigendoms bewijzen bekend zijn, veel minder de overschrijving daarvan ten kantore van de bewaring der Hypotheken.-

Dat zij comparanten alvorens tot de scheiding zelve over te gaan, vermeend hebben te moeten maken de navolgende staat des boedels, zoo en in dier voege als de onroerende goederen gewaardeerd zijn door Dirk Jacobsz Bruin, Jan Dirksz Bakker en Albert Jansz Bruin, landeigenaren en doende boerenbedrijf, wonende in den polder den Hoorn alhier, als door belanghebbenden benoemden deskundigen, blijkens acte op den 24-12-1850 voor ons Notaris in bijzijn van getuigen verleden, behoorlijk geregistreerd.-

Staat des Boedels-

1 Een huismanswoning genaamd het Nieuwland met 12 Bunders 72 roeden en 50 ellen wei en Hooiland, staande en gelegen in den polder het Nieuwland gemeente den Hoorn alhier sectie F 532 533 534 535 536 537 557 en 559 gewaardeerd op 4600.-

2 Een stuk weiland het Koeijenweidje F 523 800.-

3 Een stuk weiland het Kriekenland F 524 700.-

4 Een stuk hooiland het Koolstuk F 539 1500.-

5 Een stuk hooiland de Duizend Guldenskoog F 458 700.-

6 Een stuk hooiland de Ganzenbol E 643 950.-

7 Een stuk hooiland afkomstig van Pieter Boon in den polder den Hoorn F 417 500.-

8 Een stuk hooiland afkomstig van Leendert Dijksen in de Hemmer E 668 250.-

9 Een stuk hooiland de Hendenaal F 470 325.-

10 Een stuk weiland het Hoeklandje F 472 275.-

11 Een twaalfde gedeelte in een houtbosch genaamd de Nieuwe Aanleg liggende in den polder Everstekoog alhier, H 618 en 619 groot voor het geheel 6 bunders 59 roeden en 60 ellen geschat op 100.-

12 Een stukje tuingrond liggende aan den Hoorn alhier op het Klif F 733 7.-

13 Een Huis en Erve staande en gelegen aan den Hoorn F 355 400.-

14 Een Huis en Erve staande en gelegen aan den Hoorn F 354 400.-

15 Een perceel Bouwland gelegen in den polder den Hoorn het Geestje F 777 192.-

Totaal bedrag der onroerende goederen 11699.-

16 De Meubelen, kleederen, Goud en zilverwerk 622.-

17 Vee en Boerengereedschappen 408.50

18 Contanten penningen 170.-

Pretensien en inschulden

19 Ingekomen uit de pretensien ten lasten van Biem Cornelisz Lap 4000.-

20 Pretensie ten lasten van Pieter van Grouw blijkens onderhandsche obligatie op den 21-5-1850 geteekend 300.-

Interessen sedert 21-5-1850 2.50

21 Idem ten lasten van Adriaantje Koorn weduwe Lubbert Eelman, blijkens acte van schuldbekentenis met Hypotheek op den 22-4-1847 voor den te Texel residerende Notaris Bok en getuigen gepasseerd, behoorlijk geregistreerd, rentende 5 % 500.-

Renten sedert 22-4-1851 6.25

22 Pretensie ten lasten van Arie Spigt 500.- intrest sedert 6-3-1851 10.42

23 Idem ten lasten Dirk Boon 600.- renten sedert 8-4-1851 10.50

24 Idem ten lasten Simon Zoetelief volgens handschrift 100.-

25 Van Pieter Daalder voor een verkochte koe en ram 70.45

26 Idem van den comporant Jacob Bruin 85.20

27 Drie-achtste gedeelte in eene buitengewone Loodsboot voor de zeegaten van Texel varende onder N 6 1200.-

28 Ingekomen renten, landhuren als anderzints tot den dag van het overlijden 135.-

8721.50 totaal 20420.50

Waarvan moeten worden afgetrokken de navolgende Schulden en Lasten des Boedels

Als betaald aan:

Simon Kikkert blijkens daarvan zijnde obligatie 350.- 3 jaar interessen tot heden 52.50

Simon Kikkert landhuur 70.-

Cornelis Abbenes landhuur 30.-

De Hervormde gemeente van den Hoorn blijkens daarvan zijnde obligatie 500.-

Diverse kleine posten te zamen 100.-

De Notaris Bok volgens rekening 83.-

Totaal 1185.50

Zodat de totale massa bedraagt 19235.-

Dat ten x te constateren wat het aandeel der gemeenschap in deze massa bedraagt en wat tot den particulieren boedel van den overledenen Echtgenoot behoort, meen alsnu is overgegaan tot het formeren eener staat der goederen den overledenens buiten gemeenschap toebehoorende, en volgt daar dat door hem uit zijnen ouderlijke boedel geërfd zijn de perceelen hiervoor op den staat gebragt onder N 5,6,9 10 en 12 ten gezamelijke bedrage van 2237.-

Het aandeel door Dirk Cornelisz Lap geërfd in de onroerende goederen nagelaten bij Dirk Aris Lap die echter reeds te gelde zijn gemaakt en in contanten in dezen boedel zijn ingebragt, blijkens staat van afrekening onder mijnen minuten gedeponeerd bij acte op den 11-10 dezes jaars ten overstaan van ons Notaris in presentie van getuigen verleden geregistreerd als volgt: geregistreerd te Texel den 11-10-1850 enz 1932.-

Zoodat van den Massa als schulden moet worden afgetrokken 4189.-

Waarna de gemeenschappelijke boedel bij Arie Cornlisz Lap bezeten met de eerste comparante bedraagd 15047.-

Waarvan competeert de comparante Reijnoutje Boon de helft 7523.-

Dat mitsdien de nalatenschap van de erfgenamen van Arie Cornelisz Lap bestaat uit de halve gemeenschap 7523.-

En uit datgene wat door hem buiten gemeenschap bezeten was 4189.-

Te zamen makende 11712.-

Waartoe geregtigd zijn-

De comparante Reinoutje Boon krachtens het hiervoren aangehaalde testament voor een vierde 2923.-

De minderjarigen Martje, Pieter, Simon, Dirk, Willem, Engeltje, Biem en Arie, Aaltje Lap, Naantje Lap, Reinoutje Lap, de meerderjarigen, Baafje, Arie en Cornelisje Lap bij representatie van hunne vader Cornelis Lap, ieder voor een zestiende gedeelte of 732.-

Dat ter voldoening aan ieders aandeel de comparanten onder goedkeuring van den Heer Kantonregter hierbij tegenwoordig, verklaarden met onderling goedvinden aan elkander onder vrijwaring als naar regten in vollen en vrijen eigendom toetestaan en aan te bedeelen als volgt:

Vooreerst aan de comparante Reinoutje Boon, deelgenote ter Eenre zoo voor zich krachtens de bestaan hebbende gemeenschap als tevens als bij testament van den genoemden heer Arie Cornelisz Lap geinstitueerde erfgename van het een vierde zijner nalatenschap als nog in qualiteit van moeder en mitsdien wettige voogdesse van de minderjarigen Pieter, Simon, Dirk, Willem, Engeltje, Biem en Arie Lap, welke is accepterende:

A de perceelen hiervoor op den staat gebragt onder n 1 tot en met 7 en n 9 tot en met 15 ter waarde van 11449.-

B De Meubelen, kleederen, Goud en zilverwerk Vee en Boerengereedschappen 1030.50

C de Pretensie ten lasten van Pieter van Grouw met de verloopen interessen 302.50

D Idem ten lasten van Adriaantje Koorn weduwe Lubbert Eelman, met de verloopen interessen 506.25

E Idem ten lasten Dirk Boon als voren 610.50

F Idem ten lasten Simon Zoetelief als voren 100.-

G Van Pieter Daalder 70.45

H Drie-achtste gedeelte in de Loodsboot 1200.-

En uit de contanten tot suppletie van haar aandeel 1037.72 maakt 16307.-

Ten tweeden-

Aan den comparant Jacob Kok, als in huwelijk hebbende Aaltje Lap, uit de contanten 732.-

Ten derden-

Aan de comparante Naantje Lap 732.-

Ten vierden-

Aan den comparant Jacob Bruin als in huwelijk hebbende Reinoutje Lap de obligatie ten zijnen laste 85.80 en ter suppletie uit de contanten 646.20= 732.-

Ten vijfden-

Aan den comparant Adam Kalf in zijne qualiteit als gemagtigde van Marijtje Kalf als moeder en wettige voogdesse over har minderjarige kinderen Baafje, Arie en Cornelisje Lap, deelgenoot ter zevender zijde zulks accepterende:

A Een perceel Hooiland gelegen in de Hemmer 250.-

B Eene schuldvordering ten lasten Arie Spgt met de verlopen renten 570.42

Totaal 760.42 teveel 28.42 welke aan de Massa zijn uitgekeerd 732.-

En hebben partijen in privé en qualiteit verklaard met deze scheiding volkomen genoegen te nemen, de goederen en gelden aan elkander te hebben toegescheiden en van elkander te hebben aangenomen, om daarmede te handelen, als met vrij en eigen goed, de vruchten en inkomsten daar van te hebben te rekenen sedert heden, doch met alle lijdende en heerschende dienstbaarheden daaraan verbonden en onder verpligting daarvan mede van dezen dag af aan alle rijks en andere lasten te dragen en te betalen en de andividenten deswegens te indemneren vrij kost en schadeloos te houden, terwijl ieder voorts de bij hem betrekkelijke bewijzen van eigendom verklaarde te hebben ontvangen, quitterende en dechargerende zij elkander opzigtens voorschreven nalatenschap en gemeenschap zonder eenige reserve.-

Op deze wijze ia alles overeengekomen bij partijen, die ter executie dezer domicilie kiezen ten kantore van ons Notaris aan den Burg geteekend n 2.-

Zijnde de comparanten ons Notaris bekend.-

Waarvan Acte-

Gemaakt en verleden binnen de gemeente van Texel, ten huize en kantore van ons Notaris aan den Burg ten tijde in het hoofd gemeld in tegenwoordigheid van Reijer Spreeuw, schoenmaker, en Pieter Cornelisz Kalis, werkman, beiden aan de Burg woonachtig, als aan ons bekende getuigen hiertoe verzocht.

En is deze Minute onmiddelijk na gedane voorlezing ondertekend door de Comparanten, de getuigen en ons Notaris.-



[Cornelisje (1804-1878) x Pieter Kuiper, 8 kinderen

Biem (1806)

Reinoutje (1811-1869) x Dirk Kramer, 6 kinderen

Biem (1814-1891) x Neeltje Bruin (1814-1893), 11 kinderen, de jongste zoon Arie (1855-1861)

Grietje (1816-1886) x Simon Kikkert, 11 kinderen]




Home