Jan Maas


Hij was de tweede zoon van Dirk Jansz Maas en Trijntje Willemsz Mulder, geboren op 20 februari 1902, H 193a, gestorven op 21 november 1977 op Zandvrucht.



Katrien Hoogenbosch: De familie Maas woonde in een oud huissie (Ruige Landje). Elk jaar kwam Jan de 'zenuwendruppels' halen voor z'n moeder (valeriaan) bij Hoogenbosch op de Catharinahoeve. "Het is weer zo ver, we krijgen weer een broertje of zusje", zei Jan.

In het huisje waren bedsteden voor vader en moeder en voor de kleine meisjes in de kamer. Cor en Nic sliepen in de keuken in een kleine bedstee, de rest van de jongens op zolder op strozakken- Willem, Jan, Jaap, Hein, Dirk en Piet. De oudste meisjes waren al jong in een dienst voor dag en nacht. Meiden waren vroeg volwassen. Jongens bleven bij moeder.

Jozefschool- Jan staat achteraan rechts. 6 kinderen Maas.



Kasboek Westerbuurt

1923 slootwerk Ruigelandje f 17,70 en J. Maas voor het slechten op de [zand]wegen f 22,-

J. Maas en G. Schrama slechten op Jan Aaiesweg 5 ½ dag à 3,50 19.25, 2 dagen f 7-, 1 dag f 3,50 en Jacob Maas 2 dagen f 7-

Jaap Schrama: Jan Schraag, Jan Maas en Gerrit Schrama werkten veel samen. Tuinwallen zetten, sloten enz. Al het landwerk.

Ome Jan was knecht bij Hoogenbosch op Catharinahoeve, een oude plaats met jaartal 1684 in balk boven wagendeur. Zijn zusje Trien was daar meid, ze sliepen thuis.

Ome Jan Maas was zo sterk, die laadde de wagen in z'n eentje uit en had die in den Burg waarschijnlijk ook alleen opgeladen. Balen geperste Amerikaanse lijnkoek, die wogen 100 kg. Beresterk was hij.

Fien en Ben Hoogenbosch, klein meisje en jochie. Ome Jan was aan het slakkenmeel strooien, hij trok een worm uit grond, zo achter zijn kraag, net of hij hem opat. Fien ging zowat over haar nek, zei tegen moeder: Jan Maas vrat zo die wurm op!

Piet Maas: Ome Jan ging ook te spitten. Aangenomen werk, de vijver bij het huis van Mauve met ouwe Piet van der Vliet, ook in De Koog. Daar hebben ze de vijver op de Brink gegraven.

Paardepaadje tussen Hoog Koog en Worsteltent aangelegd door ome Jan en Gerrit Schrama, want het was daar bij het kolkje zo vreselijk nat [doorbraakkolk, gevuld met afval van Worsteltent- helaas staan er bomen op de oever]. Een ander stuk weg hebben ze ook verhard.

Willem in was in militaire dienst. Jan en Jaap bij waren bij de Vrijwillige Landstorm.

ALESIA 1924

SS Alesia was met een sleepboot, ongeladen op weg naar Bremen voor sloop. Op 19-12-1923 is ze bij paal 16 gestrand in een lichte storm. Vanuit den Burg waren de masten van het schip te zien. Zoveel Texelaars liepen via de kortste weg om het schip te zien, dat een pad ontstond, het Alesiapaadje, wat voorheen het paadje van Maas was (van Willem van Windy Ridge, maar die naam kwam later pas).


Bergen, ze moesten het schip afbrengen. Op 28-1 was de bakboordmachine in werking, kolen en water waren bij beetjes aan boord gebracht. Omzwaaien, keerdam, sleepboten, tros gebroken, tenslotte 6-6-1924 vlot. De scheepsratten waren ontkomen in de duinen, maar na jaren nog wel eens gezien te zijn, konden die zich toch niet handhaven.



Links Jan Maas

Ome Jan heeft er ook bij gewerkt. Er werden palen omheen geslagen, een soort haventje. Met hoog water hebben ze de motor laten draaien en zo met springvloed was het schip opeens weg. In Denemarken gesloopt.

Anker in de duinen, aan lang touw. Jongens klommen er op, ging wel meters op en neer, je donderde er wel eens af. Ladder erbij van 40 sporten. Ladder op, mocht je boven rondkijken.

Paadje was er al, dat was het paadje waarlangs ome Willem altijd naar het strand ging.

Westerslag was er altijd al. Wij liepen langs het Westerslag tot de sloot en dan rechtdoor door de Meeuwenkolonie (die er nog niet was).



GEZELLIGHEID

Piet Maas: 's Avonds spelletjes halma. Moeder hield niet van kaarten. Al gauw 10 personen in de kamer, hoe deden ze dat? Ze konden allemaal zitten.

Ome Jan was veel bij de gebroeders De Porto, lange pijpen roken. Ook bij ouwe Miggel.

Een paar keer per jaar hield Miggel Witte een gezellig avondje. Tante Anne verzorgde het eten. Miggel, Kees Smit, Jan Maas, Jan Schraag, Frans Witte, Jan Dijt kwamen bij Miggel. Voor de lol, eten & drinken. Zomers zetten ze dan stoelen op de Okusriggel tussen de lage dennen, en zaten buiten op het riggeltje pijp te roken en te zingen. Winters in huis, dan was het binnen blauw van de rook.

Jan zei tegen zijn moeder die niet wist waar al haar zonen waren: Wat ik doe is altijd goed, ik kom wel thuis.

JUTTEN EN STROPEN

Naar strand om te jutten en te stropen. Zak op rug met hout bovenop en onderin konijnen.

Meester Broere: Jutten: Ome Jan was zo'n jutter, begroef hout, met een stapel erop, liep dan wacht voor de strandvonder (betaald) en kwam later met een wagen om de boel op te halen.

Jan kon met mensen omgaan, man van de wereld.

Balken in de keuken van Zandvrucht waren allemaal verschillend- ze kwamen van het strand.

De plaats was vrijwel geheel opgeknapt met strandmateriaal. Er was weinig geld aan besteed, wel veel mankracht.

Er kon pas wat gerenoveerd worden als het juiste materiaal was 'aangekomen', aangespoeld op het strand, zoals het kozijn van de wagendeuren, gemaakt met een balk gevonden door Jan.

Die balk lag bij paal 19, was te zwaar voor Piet Bremer van Akenbuurt. Die ging een kar halen. Toen hij daarmee terug kwam had Jan Maas de balk al het duin ingewerkt, die kon het niet laten gebeuren dat Bremer die balk zou hebben. En wat daarboven lag was veilig, daar bleef een ander af. Jan kwam terug met de driewielder kar van Janus de Porto om de balk naar Zandvrucht te brengen.

Veldwachter zat Jan, Jaap en Hein achterna in Botgras, rennen 3x lopen, springen

Weg had aan weerskanten heining met prikkeldraad. Achtervolgers kwijt.

Ome Jan in schemertje op de fiets met geweer en zak, hier en daar schieten, zak vol, eens in een uur 25 konijnen. Jachtopziener Helsloot kon hem niet te pakken krijgen. Die kreeg ook wel wat, dan hing er zomaar een konijn aan de achterdeur. Het Langestuk zag grijs van de konijnen. Klemmen, 2 in 1 klem. Ze vochten om in de klem te komen, leek het.

Verdelgen: een paar werknemers van de Staat mochten vrij schieten.

Joop: Op een keer waren we op weg naar de Worsteltent. Bij Catharinahoeve zagen we een beest in het bos, durfden niet verder. Terug naar huis, Jan gehaald met het geweer, op de fiets, Door op de stang en Joop achterop. Het was maar een rommelkluit, met een ouwe emmer, die ze hadden aangezien voor een beest.

Door: Jan neem het geweer mee!

NAAR DE KOOG

Het Badhotel werd uitgebreid (1923). Daarvoor moest een duinpan worden opgevuld en een duin vergraven om die bouw mogelijk te maken. Alles in die tijd ging met de schep en de kruiwagen. Jan Maas was daar met 6 broers Maas aan de gang. Kruiwagen en planken.

Jan is daar 3 jaar blijven werken, zo hielp hij bij de bouw als opperman en bleef hangen bij het hotel als manusje van alles. Hij was een handige jongen voor alle soorten klusjes.



Piet Kikkert wou Jan graag als huisknecht in het Badhotel. Jan had eerst geen zin, maar gaf toe toen Kikkert zei: Als je het niet voor mij doet, doe het dan voor Truusje (van Twisk, leuk meisje van ± 5 jaar (in 1990 overleden 69 jaar oud). Van Twisk was schoonzoon en mededirecteur, Truusje kleindochter van Kikkert). Truusje was nogal gek met ome Jan.



Ome Jan was kelner, hield zijn duim in het glas, dat scheelde een slok op de borrel.

De kelners deelden mee in de omzet.

Ome Jan was uitsmijter in de Lindeboom. Heb jij al wat gehad? Nee. Hier heb je een glaasje, op het laatst stond een hele rij op de kapstok.

Ome Jan had een schriftje waar aantekeningen in stonden over het werk, bv zoveel m tuinwal voor f zoveel.

STRANDTENTEN

De Zoete Inval was de tent van Jannie Maas en Lourens Halsema. Ze verhuurden ook strandstoelen en huisjes. Jan nam dat over nadat Lou in 1936 overleed.

10 of 12 strandhuisjes hoorden bij het Badhotel. Lou Halsema hield dat bij.



Zie voor het strandleven van Jan Maas het hoofdstuk 'Jan Maas op het strand'.

In de oorlog werd het strand afgesloten, maar in 1945 kon het strandleven weer beginnen.



Cor Witte had Jan Maas nooit kwaad gezien.

RUSSENOORLOG (1945)

Veel Russen hadden zich verschanst in het bos. Tante Anne heeft ook heel wat broden gebakken en emmers gestampte pot gemaakt voor de Russen. Sommige Russen durfden 's avonds naar een boerderij te gaan en dan zeiden ze waar ze zaten, dan bracht ome Jan dat eten erheen. Deze Russen zaten in laag Sparrenbos bij Botgras. "Daar heeft een rus geslapen", zei men later. Sommige kinderen verstonden 'reus'.

ZANDVRUCHT

Loods op Zandvrucht is vergroot door Jan. Hooiberg ervoor als camouflage.

Hele winter rietsnijden voor het dak bij Dijkmanshuizen.

Met storm was het dak naar binnen gedrukt. Effe prakkezeren- neef Plantinga heeft me geholpen (Dirkie: wie is dat? Zijn broer ome Jaap, de tuinliefhebber) en het geheel met de dommekracht terug geduwd.

REIJER BAKKER

Woonde vanaf 1949 op Zandvrucht. Hij nam het boerenbedrijf over nadat Hein Maas gestorven was. Jan kon dat werk wel doen, maar zat liever op het strand. Reijer vertelde hoe het ging als het weer voorjaar werd en de huisjes werden nagekeken en in orde gemaakt. Jan sliep dan bijna niet, was er steeds mee bezig.

Over de loods: dat was eerst een strobalenschuur, later hout er omheen. Ik heb nog geholpen het stro eruit te halen, want dat ging verteren op den duur. Ik heb nog gezegd, zet er een muur onder, maar Jan wou het zo.



1990- het verval is al lang ingetreden

Die strandhuisjes waren van triplex- van het strand. Schuurtje op de wei ook.

Schutting, luikjes, enzovoort- niets was gekocht. Riet op het dak lag eerst los (zo uit de sloten), later een keer door een rietdekker gelegd, misschien door ome Nic.

Er was al een houten schuur voor het paard, die is later van steen gebouwd. Reijer heeft er ook wel wat kalfjes in gehouden.

Mazen konden trouwens alles. Nic was nog bij rietdekker geweest, Jan bij loodgieter. Timmeren, tuin.

Jan en Reijer woonden in de keuken. Sliepen in bedsteden in de kamer aan de westkant.

Met Sinte Maarten gaven ze een boterham met spek. Geen snoep in huis.

Reijer geef mij de spek eens aan, zei ome Jan- de tafel werd vrijgemaakt, een touwtje los en rats daar lag de spek op tafel, die hing aan het plafond met een touw, dat aan de tafelpoot geknoopt zat. Jan hakte er met een sabel plakken af.

Broere: Gijs en Hans kwamen nooit verder dan Jan en Reijer, want daar was Bello. Jan gooide met jonge katjes en Bello ving ze en apporteerde.

Ome Jan kwam zondags bij Smit de was brengen. Moeder mag hij een sigaar? En dan kwam hij op zijn praatstoel. Vertellen, zo gezellig.

Riet bracht later de was terug en mocht dan de bedstee van ome Jan opschudden.

Tante Jopie moest het huis schoonhouden van Reijer en Jan- ze vervuilden anders. De kranten kwamen je bij de achterdeur tegemoet.

BIJNAMEN VERZINNEN

Processie in de kerk. Ouwe Piet Heintje (vader van Reijer) was erbij: Heel mooi was het, Lucas en Plantinga liepen vooraan. Ook wel gehoord: Licht en Bloemen. Dat waren Jan Schraag en Jaap Maas. De een had ooit een fietslantaarn van het merk Lucas gestolen, de ander hield van tuinieren.

De Bakkers van de Kapberg noemde men de Beren (mannetjesvarkens). Thuishaaldertje Truusje Lemstra zag de jongens Bakker van de Kapberg het erf opkomen en zij riep "Ome Jan, daar komen de Beren". Kind praatte haar mond voorbij. Ome Jan was goed in namen bedenken.

Bremer was de Witte Ezel

Bakkertje met wit haar de Meeuw

Jan Roeper: Michiel Bakker had bollen. Zoon Cor (Nessie) moest helpen, was lui.

Jan Maas was op het erf toen Michiel langs kwam. Jan: Wat hei jee der toch voor een paal op het bollenland staan? Hoezo? Jan: als je zo kiekt heb je hem recht in het verlengde van die paal. M: dat is Cor. Jan: Die staat al de hele ochtend zo.

DE HEEREN JAGERS

Ome Jan ging met de Heeren Jagers mee, met de jeep.

Dirk Maas van ome Nic: Sommige fazanten hadden bij het tableau na de jacht nog strikjes om de nek, van mislukte stroperij. De Heren Jagers gaven jachtopziener Kager op zijn donder, maar Ome Jan knipoogde naar zijn neefjes Kees & Dirk.

Ome Jan ging fazanten weiden met een mesje (darmen eruit halen). De drijvers, Ome Giel en Ome Theo [Bakker] plakten de darmen op de rug van Van der Gaag uit Den Hoorn, dat was lachen.



Jan had Bello zo'n beetje dronken gevoerd, met een kontje stapte hij zo in de bedstee.

VROUW VAN STRAND



Riet Smit: 1953 Toen vader net gestorven was, kwam ome Jan vaak bij Anne. Riet had tegen haar moeder gezegd: Vraag dan of ome Jan bij ons komt wonen. Anne zei: Dat kan niet, dat is mijn broer. En daar kwam bovendien tante Gertrud tussen. Riet kwam een keer was brengen op het strand- stonden ze daar te zoenen!

Jan vond op het strand zijn echtgenote. Gertrud Drach was in 1917 geboren in Essen. In de jaren 50 kwam ze met haar zus op vakantie op Texel, ze hadden logies met ontbijt bij Bakker (de Feestmuis) aan het Mienterglop. Die zagen het gebeuren. De zus wilde nog wel wat van het eiland zien, maar Gertrud had alleen belangstelling voor ome Jan.

Ze trouwden op dinsdag 14 mei 1957 v.m. 9 uur in de parochiekerk van Sint Marcus te Essen-Bredeneij Duitsland.



VERHUIZING

De spullen van tante Gertrud moesten naar Texel worden gebracht. Dirk van ome Nic werd gevraagd of hij naar Duitsland wilde. "Ik zou niet weten wat ik er moet", probeerde hij nog, maar dat was snel duidelijk. Ze gingen erheen met de Opel Blitz, Jan Maas, Jan Rey en Dirk.

De auto werd volgeladen, Jan en Gertrud vertrokken met de trein naar Den Helder.

Jan Rey en Dirk Maas konden bij de grens ternauwernood voorkomen dat de hele boel ter controle moest worden uitgeladen.

Indeling van Zandvrucht. Woning aan de westkant, met bedsteden. Keuken. Melkkamer aan de noordkant. Stal daarnaast en ook aan de oostkant. Ouders en meisjes in de bedsteden.

Jongens op open zolder aan oostkant. Dat noemden ze de Kazerne.

Bijna alles is veranderd. Voor het huwelijk van Cor en Mies werd in de stal aan de oostkant een woning gemaakt. Cor kon dat vrijwel helemaal zelf bouwen. In 1956-57 werd het huis op het Pieterskoogje gebouwd en vertrok Cor met zijn gezin daarheen. Jan en Gertrud konden zo in die stal-woning toen ze trouwden.

Ook Reijer vond een vrouw, Sietske. Die woonden in het oude woongedeelte. Toen de bedsteden aan de westkant eruit gingen kon bij Jan en Gertrud de muur van de slaapkamer verplaatst worden, zodat het daar wat ruimer werd.

Ome Jan was de bolle toet van tante Gertrud gewend, nichtje Ria Bakker was zo smal- "Kiend ik weet niet weer ik je zoene moet", zei Jan.



Nichtje Truus Lemstra laat de kleine Margo zien

Autorijden. Jannie Bakker heeft een auto, die rijdt als een echte Maas. Ome Jan ging links voor het zuiltje langs bij het kruispunt Pontweg-Rozendijk. Ome Cobus wilde niet meer bij hem in de auto. Toch was hij eerder dood dan Jan, en allebei niet in het verkeer.

Hoeveel zou ome Jan verdiend hebben op het strand? Veel. Tante Gertrud zegt "een klein bischen", maar of ze f 2000,- of f 20.000,- bedoelt?

Hij heeft haar verwend met mooie reizen, kon dat best betalen.

Het nichtje is benieuwd, niet hebberig.

Ome Jan had altijd veel mensen om zich heen, was gewend aan drukte, dat kwam door het werk. Zij was ook veel onder de mensen, alle soorten.

Irene: Als je hier heen kan ga je toch niet naar het buitenland! Ja das zei Oom Jan auch altijd.



Deze foto werd na zijn dood uitgedeeld. Hij overleed op 21 november 1977 aan een hartaanval, thuis op Zandvrucht.

Gertrud was diepbedroefd. Ze bleef op Zandvrucht wonen zo lang het kon, hield alles zoveel mogelijk zoals het was. Wie een strandhuisje wilde huren kon nog heel lang gewoon Jan Maas vinden in het telefoonboek. Tenslotte ging Gertrud eind 2009 naar de Gollards, waar ze op 10 november 2011 overleed, 94 jaar oud, waarvan 34 jaar weduwe. Liefdevolle herinnering.



Terug naar de vorige bladzij