Anna Maas


Dochter van Dirk Maas en Trijn Mulder. Zij is geboren op 29-4-1903 Westermient B 615 (Catharinahoeve), gestorven op 23-6-1963 in de boerderij aan de Smitsweg. Getrouwd met Cornelis Smit (1879-1953) op 24-4-1932. De bruidegom was al 53 jaar oud. Hij was de jongste van de gebroeders Smit van de Worsteltent.

Getuigen bij het huwelijk: Willem Smit, 62 jaar, veehouder, broeder van de bruidegom en Willem Maas, 31 jaar, arbeider, broeder van de bruid; beiden wonende op Texel.

Kinderen Smit:

Afina Catharina (1933), Dirk (1834), Catharina Afina (1936), Nellie (1938), Anna (1939, Maria (1942), Willem Jan (1942), Cornelis Willem (1945)

Willem Smit: Mijn vader is nog op kraamvisite geweest toen mijn moeder werd geboren. Opa Smit was blind, stuurde zijn jongste zoon met een gouden tientje te feliciteren. Een man verdiende toen een gulden per dag, dus dat was royaal. Maar Dirk Maas deed ook wel werk op de Worsteltent, dat zal er wel mee te maken gehad hebben.

Dat de kleine Anna ooit zou trouwen met deze buurman kon niemand toen bedenken.

VERLOOFD

Als jonge man was Kees Smit verloofd met Petronella Zijm. Zij kreeg blindedarmontsteking en was opeens dood. Daar was hij zo erg van geschrokken, dat hij heel lang niet meer aan trouwen heeft gedacht.

Petronella Simons Zijm (1879-1909) van de Westen. Zij is overleden om 05.30 uur; aangifte overleden op 25 september 1909 door Cornelis Zijm, 22 jaar, veehouder, broeder van de overledene en Cornelis Smit, 30 jaar, veehouder; beiden wonende op Texel.

De veearts en de dokter hebben samen eens een vrouw geopereerd, die heeft het overleefd.



ANNA MAAS

In 1909 was Anne nog een klein buurmeisje, dat net naar school ging.



Schoolfoto 11 jaar

Net als de andere oudste zusjes Maas ging Anna met 13 jaar voor dag en nacht als meid naar Kees Zijm in de Westen, Aag naar De Graaf te De Cocksdorp, Jannie naar Jonker. De jongens bleven thuis tot ze trouwden. Aag was wel erg ver van huis.

Wim Smit: Moeder heeft Cor gebakerd, dat was in 1917, toen ze 14 jaar was. De vaste baker van de familie Maas was overleden en zo kon het ook. Ze sprak altijd vertederd over Cor, en Cor was lief voor de Smitjes.

Anne wilde niet over vroeger praten, het was zo arm. Met een schijf koolraap naar bed tegen de honger. Ze was erg aan haar moeder gehecht, moederde over ommoe.

Jannie gaf een grote celluloid pop, met een wieg die Anne had aangekleed, aan Jopie en Dora.

Die meiden dachten waarschijnlijk: Wij hebben vroeger nooit iets gehad, onze kleine zusjes krijgen dat wel.

Anna werd huishoudster op de Worsteltent, er stond een blauwe melkschaal met eieren in de schuur. Anne gebruikte nog de oude haard bij de wagendeuren. Joop liep er omheen te drentelen en wist nog goed hoe dat ging.

Toen Anne op de Worsteltent was, mochten haar zusjes de boograampjes lappen voor een stuk koek (wat ze thuis niet kregen). Bij Smit werd veel koek gegeten.



De Worsteltent van het land uit gezien. Er waren 2 wagendeuren, het haardje was aan de andere kant, te zien op de volgende foto.

FAMILIE SMIT van de Worsteltent

Willem Jansz Smit (1832-1919) en Aafje Gerritsz Schraag (1832-1902) hadden 12 kinderen: Jan, Neeltje, Gerrit, Dieuwertje, Keetje, Willem, Keetje, Antje, Marretje, Hendrik, Hendrik en Cornelis. Slechts 2 kinderen overleden jong. Het eerste Keetje is verdronken in het weeltje voor huis. Daar mochten de buurkinderen later absoluut niet bij komen.

Er zijn 5 getrouwd, Neeltje met Cornelis Zijm van Zuidhaffel en later met Jacobus Vendel uit Schermerhorn, Antje met Jacob Boersen van Zevenhuizen en Cornelis met Anna Maas.

Drie zussen Smit gingen naar Alkmaar, Dieuwertje, Keetje en Marretje, een van hen raakte daar getrouwd met een De Waard. Hein trouwde met Jannie Witte en woonde op de Berkhoeve. Verder waren er Jan, Gerrit, Willem en Kees, die bleven in het ouderlijk huis.

Willem sliep op koeienstal, Jan en Gerrit boven hooivak. Boven op zolder waren bedsteden. In de voorkamer 2 bedsteden, daar sliep Kees. De oude vader lag in de bedstee in de huiskamer, in de eerste aan je rechterhand, daar waren 3 bedsteden. Hij had een lange witte baard, net als Sinterklaas. Anne had een kamertje boven de kelder.

Piet Maas, broer van Anna, had ze goed gekend: Ouwe Smit in de bedstee was blind. Hein was gek, Jantie wonderlijk, de kleinste, hij was net een grote kabouter.

Ging Kees Smit te jutten?

Wim Smit: Mijn vader heeft het wel afgeleerd. Hij kwam ± 1885 thuis met een vracht hout op zijn rug. Zijn vader zei: Weer heb je 't vandaan? Van het strand. Dan breng je het nu meteen weer terug, want het is niet van jou. Wim heeft zelf wel gejut, maar dat was Mazenbloed.

Buurmeisje Ali van de Craats, dochter van de boswachter: Op geloof werd niet gelet. Buurman Smit nam buurvrouw Van de Craats mee naar de kerk, ging eerst bij hervormde kerk langs, zei "Je weet ons te staan" voor terug.

Bij het bakeren ook niet. Met doopsgezinden hadden zij geen contact, voornamelijk omdat die op de buurt niet woonden.

WORSTELEN

Smitten en worstelen? Sommige leden van de familie Smit spreken liever van de boerderij 'De Mient'. Anderen maakt het niet uit- het was gewoon waar dat de gebroeders Smit onderling niet altijd goed harmonieerden. Echt worstelen, vechten en slaan, dat was meestal niet het geval, onenigheid en naar elkaar gooien met gereedschap, dat wel.

Dik Smit betwijfelt of dat allemaal echt gebeurd is (takkenbossengevecht op hanebalk bijvoorbeeld, dat kan niet, want er was helemaal niet zo'n balk). Piet Maas herinnerde zich een bijna-dood-ervaring: hoe hij als kereltje van 5 jaar, nadat de bakker langs was geweest, naar Smit ging om verse koek. Ze waren ruzie aan het maken in de boet tegenover de Worsteltent, daar was een deur met halve onder en bovenkant. Er vloog rakelings een schep langs zijn kinderhoofdje, dat scheelde weinig. Toen is hij maar weer naar moeder terug gegaan.

Piet Maas: De vrede is gekomen toen ome Hein weg was. Dat was een driftkop, die was een van de jongsten en die voelde zich te kort gedaan. Toen hij getrouwd was en de deur uit kwam er een beetje rust.

Malle manische Hein Smit, met blote poten in de sneeuw, want dat was gezond. Hij was weduwnaar, kwam weer bij Anne terug en in huis. Via advertentie is hij later aan een vrouw in Alkmaar geraakt, heeft nog jaren in de Regulierslaan gewoond. Piet en Corrie kwamen er wel toen ze zelf in Alkmaar woonden.

De zussen Smit woonden op Clarissenbuurt, dicht bij de Josephkerk.



Haardje bij de wagendeuren, de stenen liggen klaar voor de renovatie (1963).

Kees Smit was aardige man die hield van gezelligheid.

Een paar keer per jaar hield Miggel (Michiel Witte van de Waaghals aan de Okusweg) een gezellig avondje. Dan kwamen Jan Maas, Kees Smit, Gerrit Schraag. Zomers zetten ze dan stoelen op de Okusriggel tussen de lage dennen. Winters was het in huis. Tante Anne verzorgde het eten.

TROUWERIJ VAN ANNA MAAS EN KEES SMIT

Anne scharrelde met Cor Rey van de Boogaard. Het was Vastenavond, dan ging je dansen en zo. Cor Rey had haar thuisgebracht en ze zaten buiten op het bankje bij de Worsteltent.

Kees Smit zei toen, als je verkering wil, ga dan met mij (haar antwoord was: Dat is goed, dan hoef ik niet te verhuizen).

Arie Koopman: buurman Janus de Porto wilde ook niet dat Anna met Rey zou gaan, hij zou haar ten huwelijk vragen, overlegde over de te volgen tactiek met moeder Koopman, maar hij kreeg het aanzoek er niet uit. Hij zei achteraf: Als ik dot wete hod! Hij was nog ouder dan Kees Smit, en die was beslist een betere partij. Bovendien vroeg Smit haar eerst.



Trouwfoto, Anne als de ouwe koningin, mannen met vilten hoeden er omheen.

Hoewel ze naaste buren waren, was er geen verwantschap tussen de familie Smit en Maas. Veeger, Schraag, Hoogenbosch en Smit waren verwant, dat waren boeren. De familie Maas was verwant met de Mulders en Bakkertjes, arbeidersfamilies.

Het was de enige keer dat op de buurt een boer met de meid trouwde, dat gaf een rel in de familie van de bruidegom, zeker toen de oudste zoon Dirk genoemd werd in plaats van Willem. Maar ouwe Willem Smit was allang dood, die merkte het niet. Bovendien waren de gebroeders Smit allemaal erg op Anna gesteld.

Toen ze trouwden waren er nog 3 Smitten over. Omstreeks 1936 is er een overleden, dat was Gerrit. Ome Willem at bij Anne, sliep op Worsteltent. Hij leefde tot 1946. In dat jaar hertrouwde Hein.

Huwelijk van Kees en Anne kostte de familie Boersen een erfenis- men was er dan ook tegen.

Anna had een dienblaadje gekregen van ome Jaap. Tiny Smit heeft nog een koperen kannetje dat Anne van Cor had gehad met haar trouwen. "Ach die kleine Cor", zei Anne.

Anne en Kees hebben na hun trouwen nog ± 8 maanden op Worsteltent gewoond tot de nieuwe boerderij klaar was.



Foto gemaakt vanaf de overkant van de kolk waarin kleine Keetje was verdronken.

Annie Smit: in de kolk zat Heintjevaar. Wij mochten pas op het ijs als tante Martje en Janus de Porto samen op het ijs konden dansen.

Janus de Porto zei over Anna Maas en Kees Smit: een enterling en een ouwe ram dat geeft ieder jaar een lam.

Nic Maas trouwde in 1940 met Martje Daalder, die hebben 17 jaar op de Worsteltent gewoond.

Piet en Kathy Kok: Jan Boon vertelde van een vrouw die met de koffieketeltje kwam die zei: "Het spiet me dat ik zo laat ben, maar ik moest net even een kind krijgen" (dat was waarschijnlijk Anna Maas x Smit)

Anna Maas, was zij dat die een kind kreeg en een uur later alweer buiten ging om de mannen koffie te brengen met excuses dat ze wat later was omdat ze een kind had gekregen? Zij was het zeker wel die 2 uur voor de bevalling nog met 2 emmers varkensvoer liep.

Kees Smit was 'de grijze jongeling'.

Baker Johanna Verberne was bij Anne, die wou opa de kamer uit hebben bij de bevalling- maar hij was de vader.

Kees Smit was meer een opa-figuur, erg lief.

Kees Smit was trouwens een jonge vader, jong van hart dan, leuk met de kinderen.

Bij Gerard en Dora Veeger waren Duitsers Richard en Ernst ingekwartierd. Kwam Kees Smit wandelen langs de weg met een paar kinderen, met mooi weer.

Richard zei: Daar loopt een opa met kinderen. Gerard zei dat het de Vader was, maar dat wilden ze niet geloven: Ach wie kann die Frau so alt sein! "O Dass kann nicht wahr sein, unmöglich".

Huisdieren, katten en honden, moesten zich goed gedragen, anders was het over. Een kat pieste geen tweede keer in huis. Anne hing ze op aan de waslijn als het nodig was.

Fien en Tiny dachten weleens: Oma Maas was vast jaloers op onze moeder. 't Was geen leuke oma. "Gaan jullie maar naar moeder, die heeft wel werk voor jullie". Ze voelden zich niet welkom bij hun oma. Je kon wel voor haar werken. Ze was wel lief tegen Truus en Ria Lemstra, maar die waren zielig, hun moeder was dood, die van de Smitjes niet. Nel en An waren even oud als die zielige nichtjes, die speelden daar wel. Truus en Ria kregen vakantiecenten van ome Jan, de anderen niet. Rotstreek, vonden de nichtjes.

Tante Riek en ome Willem waren meer opa/oma figuren. Bij de thee kreeg je daar een grote-mensen chocolaatje. Ome Willem en tante Riek waren zo gelukkig, het straalde eraf, terwijl ze zo afgelegen, zonder elektriciteit, gas en water enz. leefden.

Voor de Smitjes waren ze erg lieve opa en oma. Veel contact, was halen en brengen enz.

Anne had altijd ouwe mensen in huis. Janus de Porto woonde bij Smit in de oorlog. Zijn broers waren in 1941 (Jaap) en 1943 (Kees) gestorven.

Janus was boer. Janus deed het bleekveldje met de zein, hij hield het ding met zijn pinken vast en liep het gras er zo af. Elke slag is een voet.

Bij sloten maaien moet je achteruit lopen, anders voel je het in je donder. Het is een slag, als je het goed doet gaat het lang. Janus moet hele hectares zo gemaaid hebben. Haren deed hij met 2 brillen op.

Wim: Janus was zo'n klein ventje en zó breed (wijst 1 ½ bij 1 meter aan) en zo'n buk, sien kiel zat strak om sien pens. Hij werd kinds, als we gingen eten bleef hij in zijn stoel zitten, merkte het niet. Dan hadden wij het gelag al op en zat hij nog in zijn stoel. Dat kun je niet hebben. Naar De Cocksdorp, daar woonde een zus, op het laatst zat hij in een schuurtje bij een oomzegger want hij wou weer op zijn eigen.

Bij de nonnen is hij maar kort geweest, hij gooide emmers water achter zo'n non aan en wou verkering met een meisje dat daar werkte.

Notulen van het RK armbestuur, 19 mei 1953:

Medegedeeld wordt, dat de in het St. Janshuis verpleegde Janus de Porto, de stichting op 12 Mei vrijwillig heeft verlaten, deze persoon voelde zich er niet thuis. Voor de Eerwaarde Zusters was zijn vertrek een opluchting.

Hier stond hij vaak op een hek geleund, eerst aan de ene kant van het land, en dan liep hij naar de andere kant en ging daar leunen.

Hij kwam op de fiets uit De Cocksdorp als hij voor de wind had. Een keer kwam Dik uit Den Burg met een span paarden voor de wagen en reed hem bij Goenga achterop. Janus bleef hem voor, net een klein kind, met de armen omhoog. Hij ging pas terug als de wind draaide, je was hem zomaar nog niet kwijt.

Vader kon goed met De Porto's worden, ze konden goed doen of ze gek waren, maar dat waren ze beslist niet.

Janus de Porto was huisgenoot. Hij had een fles wijnballen, deelde daarvan uit, maar als hij eens niet zo'n vrijgevige bui had wisten ze waar de pot stond.

Na de dood van vader Smit (1953) bemoeide hij zich met de boerderij, dat was niks waard.

Janus at brood met bruine suiker. "Dat hew ik in jaare niet had" zei hij alle dagen.

"Da heele end van Catharinahoeve tot Bosch en Duin hew ik op mien reg had". Hij had bomen gedragen, in een mand op zijn rug, van de kwekerij tot de plantplaats.

Boeren houden ervan om geintjes uit te halen met kleine jongens, bijvoorbeeld:

Jaap Hoogenbosch vroeg eens aan kleine Dik Smit: "Hoe eten ze bij jullie thuis de eieren?". Dick zei: "Gekookt of gebakken". J.H. zei: "Wij eten ze rauw!". Hij liet Dick 2 rauwe eieren eten, maar die werd niet misselijk, wat wel de bedoeling was. J.H. zei toen: "Ga maar weer naar huus".



Maarten Veeger was na het overlijden van Willem Bakker in 1940 voogd van zijn zuster Keetje Veeger en de kinderen Bakker. Hij had alle grond verkocht. Smit had nog gezegd dat zoiets geen goede manier van doen was. Als je voogd wil zijn moet je de consequenties nemen en de jongens begeleiden.

Veeger zei: Die jongens van Keetje zijn geen boeren (want Willem was zoon van een arbeider). Kees Smit: Misschien zijn het over 5 jaar wel betere boeren dan die van jou.

Ze verbouwden de Kapberg, die hebben ze gemaakt zoals hij nu is, met het woonhuis in het hooivak. De Nieuwe Kapberg werd verkocht aan Bremer. Alles voor heel weinig geld want het was crisistijd en oorlog. Na de verbouwing was het geld op. Toen de jongens van de Kapberg volwassen waren hadden ze geen grond. Meijert wilde alles weer terugkopen.

Dik en Fien hebben de ruïnes van boerderij de Westermient bekeken in 1942.

RUSSENOORLOG

Veel Russen zaten verscholen in het bos. Anne heeft heel wat broden gebakken en emmers gestampte pot voor de Russen gemaakt. Sommige Russen durfden 's avonds naar een boerderij te gaan en zeiden waar ze zo ongeveer zaten. Ome Jan bracht het eten erheen, ze zaten in dichte sparrenbos bij Botgras. Daar heeft een Rus geslapen, wees men later aan. De kinderen verstonden 'reus'.

Russen klopten aan, hielpen zichzelf. Buiten stond kriel voor de varkens, daar was dan een maaltijd af. Nooit meer wat van die Russen gehoord. Van de Duitsers bij Veeger ook niet. Hadden geen adres. Maar ze vonden dat toch raar.

Anne moest eten koken voor het gezin en de kostgangers, enorme hoeveelheden. Op Bloem en Bosch hadden ze lampetschaal vol pudding.

In de oorlog ging het brood voor de familie Helsloot ook bij tante Anne in de oven, die had een doorstookfornuis met 3 ovens, dat ging daar wel tussendoor.

's Middags kwam Annie dan het brood brengen, onder elke arm een broodblik: "Ik kom 't bròòd brenge". Dan ging ze even aan tafel zitten, kreeg ze een snoepje, er zat altijd nog wel wat in het trommeltje, al was er niet veel in die tijd. En dan zei An: "Ik ga na huus" en ging weer.

Remmert en Etje op het Ruige Landje

Joost Ran de slager kwam net voor de oorlog bij Kees Smit: het is daar niet goed- ik durf niet te kijken. Kees ging op de fiets, de kleine Dik lopend door het land, ze waren er gelijk.

De vrouw lag op het erf. Remmert had de fiets tegen de schuur gezet, de bom (op de grond gegooid?) plofte meteen, eerder op het strand niet toen ze er mee gooiden. Bremer was overal verspreid, vrouw is nog in het Gesticht geweest, maar dat hielp niet meer.

Ze waren pas getrouwd. Hij kwam van het strand en zij liep hem tegemoet.



Wolvervoer, Kees Smit ment het bonte paardje, Dik achterop.

Onderhandse obligaties: die waren eigenlijk niets waard. Je had vroeger geen banken, dus moest men zo geld lenen.

Pacht: meestal voor 3 of 6 jaar, zodat een pachter wel eens moest verhuizen.

Dik Smit: Mijn vader zei wel eens: met 100 gulden contant geld kon je met een gezin de winter doorkomen, met eigen voorraad. Je kon nauwelijks iets verdienen. De mensen hadden te eten, meer niet, wat melk en kaas voor eigen gebruik, meel enz. moesten ze kopen.

Een boedel werd niet getaxeerd op de nieuwwaarde, het waren allemaal gebruikte spullen, en het was nadelig om de prijs op te schroeven in verband met belastingen.



Riet ging later naar de lagere school (moe, groeipijn, van klein naar groot in een paar jaar) kroop bij vader in de bedstee, dan vertelde hij hele verhalen.

Nel: Afschuwelijk als vader ziek was, hij at pap, nooit brood.

Riet: Uit school vandaan kreeg ze een geklutst ei met melk, vader kreeg er een met cognac, versterkend- maar vies.

Douwie Blom x Jan Roeper: Eerste jaar dat ze op het Ruige Landje woonden is buurman Smit overleden. Ze gingen rozenkrans te bidden (haar schoonmoeder had ze moeten waarschuwen, ze wisten niets van de RK-riten en gebruiken).

Brief van Trijn Mulder 30-12-1952 aan haar dochter Trien in Australië: Kees Smit is nog hetzelfde, het is een heel gesukkel en een opoffering. Hij overleed op 2 juni 1953.

Toen vader net gestorven was, kwam ome Jan vaak bij Anne. Riet had tegen haar moeder gezegd: Vraag dan of ome Jan bij ons komt wonen. Anne zei: Dat kan niet, dat is mijn broer.

Op zijn bidprentje staat: Een zorgzame vader is van ons heengegaan. Het grijs sierde reeds zijn slapen, maar zijn hart was jong. Met hart en ziel leefde hij voor zijn gezin en bedrijf. Hunkerend zag hij uit naar de lentezon om als wijs bestuurder land en vee te leiden en als kind met de kinderen te spelen.

Douwie Blom: Buurvrouw Smit kwam te bakeren, kraamverzorgster was te laat met de boot. Met kerst een banketletter gestuurd.

Ze hadden een monopolyspel, dat kwam Anne wel eens spelen.

Dik Smit 3 x per week voor een praatje.

Ze gingen lopend naar school. Nel moest Dirkie Maas van ome Nic maar meenemen. Houkie van Sunrise kwam op sokken naar de weg, vroeg of ze Wimpie Bakker ook mee wou nemen, ze durfde geen nee te zeggen. Snottebel. Handjes geven, met 2 kinderen over de Dooieman.

Ons bos was rond Helsloot. Ze vonden er dooie kippen, kapot Mariabeeld- daar kon je mooi hinkelbanen mee krijten, maar dat mocht niet, want het was een heilig beeld.

Ze hadden er paadjes. Helsloot vond dat prachtig.

Jachtopziener Helsloot had telefoon voor de hele buurt. Verzoek om dokter doorgeven- als hij bij jou komt stuur hem dan ook naar …. Buurvrouw Helsloot zei "Wat hette nou?" Ze was Fries.

Groot gezin. Dik vond dat niet leuk, altijd in de massa, 12 man in de keuken. Groot fornuis merk Exe, soort Aga. Als we allemaal zaten en er wou iemand tussenuit, dan moest die over het aanrecht klimmen. We konden wat ruimer zitten als er een paar elders waren.

Altijd luiers, er waren nog geen plastic broekjes, wel al bedzeiltjes.

Was: toen de wasautomaat kwam zei Anne: die zijn veel te klein, daar kan maar 4 kg in. Ze had een heel grote kuip met een schoepenrad erin.

Worsteltent was spontaan in elkaar gestort. Je kon je vinger in de sparren steken en op een keer ging het mis.

Keuken waar men at was vroeger in huis, maar men kookte in het schuurtje bij de grote schoorsteen, steeds heen en weer door de koegang, erg onhandig. Nu heel anders ingericht, horecavoorschriften, pleetje weg. Maar de restauratie was nodig en zo kon het mooi.

Anne bakte brood, 3 te rijzen, 3 in de oven, om de 45 minuten omwisselen. Ze was toen enorm gebonden. Altijd opletten, je moest er bij blijven.

23 broden per dag was record in de oorlog voor de hele buurt.

Werk. De mensen waren het gewend, leefden ermee en wisten niet beter. Schaarste.

Nu is alles het hele jaar door te koop. Vroeger heel anders, aten ze bonen of kool, van het seizoen.

Fien in verwachting. Toen wilden de kinderen voorgelicht worden. Moeder kreeg een rooie kop. Tiny heeft het uitgelegd.

Riet: in de tuin stiekels hakken, onderwijl litanie van alle heiligen bidden, en dan de hele buurt erbij halen. Bv Sanctus Willem van Keessie, naam en toenaam.

Met de brik naar de kerk, dan kwamen we schoon terug, moeder zag ons liever niet over het land lopen met de zondagse kleren aan.

Tante Anne, daar kon alles, waar er 10 aten, aten er ook 11. Logeren in het hooi.

Ansichtkaart aan Ria Lemstra:

Nou Ria er wordt op je gerekend dat je met je vriendin komt (zin doorgestreept: en dan hoef je niet bij tante Jo hoor) want bij ons komt het er ook niet op eentje, nou Ria tot de volgende week dan de Groet aan oom Piet en tante Corrie en verdere fam en jullie de groete van de fam Smit

Annie

Riet: Moeder zei na het eten altijd: nu 10 minuten stil. Daar moest ik toen om lachen.

Tiny: Af en toe zakte ze even weg onder het breien, en dan ging het weer.

Gebroken beeld van kerstgroep bleek gemaakt van krijt, maar ze mochten er niet mee krijten. Het moest worden begraven bij de overleden huisdieren. Kinderen hadden wat stukjes achtergehouden.

Pannetje eten naar De Porto. Kees de P. kookte, was ziek, Nel (en xx Schilpzand) bracht pannetje met theedoek erom geknoopt. Om de hoek de knoop los, kijken, proeven, het was moeilijk de knoop er weer in te krijgen.

De meisjes Smit moesten elke dag breien. Als we uit school kwamen lagen de breikousen al klaar, met een rood draadje erin meegebreid. We moesten 10 toeren doen voor we mochten spelen. En ik had er zo'n hekel aan, ik ging huilen en dan kon ik het niet meer zien en dan ging het helemaal niet meer. En An had haar toeren dan allang af, want die huilde niet en deed gewoon haar werk. Maar ik werd wel goed in mazen, ik maasde dat rooie draadje er 10 toeren lager in. Het duurde een tijdje voor moeder dat door had.

Dik had een houten auto van Sinterklaas gekregen met cylinders, melkbussen. Riet Smit vond dat zo mooi. Op een keer was de auto weg. Riet was met auto aan een touwtje naar Zandvrucht gelopen en had onderweg de busjes verloren. Tante Martje liep ook naar Zandvrucht en vond langs de weg de melkbusjes.

Riet: we moesten overal bessen plukken voor jam. Emmer vol, water erbij en toen dreef er een dikke laag luizen op. Dat was zelfs Anne te gortig en het werd bij de varkens gegooid! Al dat werk voor niets!

Ome Jan kwam zondags de was brengen. Moeder mag hij een sigaar? En dan kwam hij op zijn praatstoel. Vertellen. Riet bracht de was terug en mocht dan de bedstee van ome Jan opschudden.



En dan zat Anne weer de hele nacht in het varkenshok.

Dik ging als 11 of 12-jarige al met zijn vader mee koeien kopen, en dan deed Dik het werk. Hij moest al jong de man in huis zijn. Zo word je wel een goeie boer.

Over Anne: ze deed kerelswerk. Had zo'n oude man, toen Dik oud genoeg was verdomde hij het. Wim en Kees moesten het werk doen, maar dat waren nog kinderen.

Kees Maas: We stroopten- konijntje, fazantje- kruipend naar huis anders zag Helsloot me.

Voor de vroegkerk zondagochtends (gekleed in zondags pak) met Keessie Smit effe bij de fazanten kijken, tijgersluipgang. Kraal was met kippengaas en een net aan een kant om te voeren. 6 kippen, meteen de nek omgedraaid. Elk 3, lekker fazantenvlees.

Meestal waren ze daar thuis wel blij mee. Deze keer was het niet zo best, vanwege de zondagse kleren, die onder bloed en prut zaten.

Ans Bakker: Tante Riek kwam schoonmaken bij tante Anne. Als het klaar was ging tante Riek zelf in de tobbe en was dan onherkenbaar schoon. Allemaal aangekoekt vuil.

Werken bij tante Anne? Ze kwam om te helpen bij die arme weduwe.



1953- Mies was zwanger van Monica. Ommoe woonde nog bij Jan op Zandvrucht. Ze was helemaal naar de grond gebogen. Ze zou iets op de zolder doen boven het hooivak, bleef met haar kromme handen haken aan het laddertje, hoe ze er weer afgekomen is weet ik niet, zei Ineke Diemer, de zus van Mies.

Cor: Vlak daarna heeft Anne haar meegenomen. Die heeft nog bijna 2 jaar voor haar gezorgd.

Riet Smit: Ommoe was er opeens, wij kinderen dachten nog: he ommoe blijft zeker een boterham eten. Maar ze bleef voorgoed. Het was voor ons geen leuke oma.

Moeder had zo'n beetje een eigen bejaardenhuis, eerst die ouwe omes Smit en Janus de Porto en haar eigen man en toen haar moeder. En al die extra was, niet alleen van ommoe, maar toen kwam ome Jan er achteraan met zijn was, en die van Willem en Riek.

Ommoe Maas bleef brood eten en ging niet meer weg.

Kees Smit: Ommoe Maas kwam bij ons in huis. Een weduwvrouw met 8 kinderen kon dat er nog wel bij hebben (iedereen vond dat tante Joop haar in huis had moeten nemen, maar die begon daar niet aan en niemand durfde het tegen haar te zeggen).

Ommoe Maas lag erg slecht. Els Veeger had ongeluk. Ze zei: Waarom halen ze mij dan niet en wel zo'n klein kind?

Riet moest veel bij Ommoe zitten (zij was de jongste). Ze moest de Sursum Corda voorlezen en de Texelse Courant. Als die uit was zei haar moeder: Lees 'm nog maar eens. Zo heeft Riet lezen geleerd. Ze heeft Anne nooit horen klagen. Die zei: Het is mijn moeder.

Riet: Ik ben in een bejaardenhuis geboren. Ome Willem dood in ± 1943, Janus, Ommoe, oude vader.



Irene: Zo herinner ik me haar, in elke hand een dier- alleen had ze toen geen ganzen in haar handen, maar lammetjes. Wij speelden vaak bij de Worsteltent met de kinderen van ome Nic en tante Martje, tot die in 1957 naar De Waal gingen. Op een dag waren we op het land van Smit, aan de Smitsweg bij het huis. Daar stonden schapen. Anne kwam aanlopen, stak haar arm in een schaap, trok er tot mijn verbazing 2 lammetjes uit en liep ermee naar de boerderij. Het schaap volgde haar rustig.

Met Corrie Lemstra gesprek over de bruiloft van Annie Smit en Willem Wiering. De bruid was bij Cor en Mies in huis, trouwde daarvandaan wegens geloofsverschillen.

Anne had schriftelijk de ouderlijke toestemming gegeven, maar kwam niet naar het Raadhuis.

Corrie: Maar toen kwam moeder Smit met een hele rij Smitten om te feliciteren op de receptie (in een taxi). Dat was heel moedig, dat mocht niet van de pastoor.

Maar het is nooit meer echt goed gekomen en Anne is al snel daarna gestorven.



Winter 1962-63

Anne heeft tot de laatste dag hard gewerkt. In de reuring, altijd door. Er zou een school komen waar ze voor moest koken. Alles was besteld. Ze had al wat hartklachten.

Wim Smit: met de koffie zei moeder: Ik voel me niet goed. Ga dan effe leggen, zeiden ze. Toen hij thuiskwam was er niets meer gedaan in huis, ook niet aan het eten, eigenlijk wist hij meteen dat het niet goed was. Ze vonden haar dood op bed. Ze was 60 jaar en nog geen 2 maanden oud.

Op haar bidprentje staat: Geheel onverwachts heeft de Heer moeder tot Zich genomen. Wij hadden haar nog zo graag in ons midden gehad. Wie van ons kan nu zijn moeder missen! Altijd stond zij voor haar kinderen klaar. Maar ook anderen mochten haar steeds ontmoeten als een gastvrije vrouw. Niets was haar te veel. Zij was zich bewust dat zij na de dood van vader alleen haar kinderen moest voorgaan. Zij heeft dit gedaan iedere dag die haar gegeven werd.

Emma Veeger (x Meijert Bakker van de Kapberg) zei in 1990: Moeder Smit is alweer ruim 25 jaar dood, ik weet dat nog zo goed want ze zou bij mij in de kraam komen en dat ging toen niet door (alsof Anne het nog niet druk genoeg had).

DE BOERDERIJ

Dik en Duw Smit 1992: Rosalie. Dik had grond gekocht om huis op te bouwen van moeder Smit. Tekening en bouw uitgevoerd. Juli en augustus het nieuwe huis verhuurd.

Op 14-9-1960 getrouwd. Jaar daarop de zomer in de Worsteltent, Nic was er al uit, toeristen in het nieuwe huis (voor het geld). Het jaar daarop zomerhuis in de tuin gebouwd.

Worsteltent was onderhand verkocht.

Zomer 1963 dood Anne.

Eerst zijn Riet, Kees en Wim alleen doorgegaan met de boerderij, toen Wim en Loes.

Kees met verkering in de caravan.

Dirk en Duw hebben de boerderij in maart 1971/72 gekocht, in september zijn ze erin gekomen. 1974 stal gebouwd. Een neefje is geboren op de avond van de verkoop, alleen weten ze niet zeker hoe oud die is.

Duw: Gelukkig had Fien haar man er voor gezorgd dat in het contract stond dat bij verkoop binnen 10 jaar het voorkeursrecht voor de familie was, want Zwolsman kocht toen wel boerderijen voor vakantie-oord.

Waarom heeft Dik de boerderij niet meteen genomen?

Dik wou niet alles naar zich toe trekken. Het is goed afgekomen, want dit was voor Dik niet zomaar een plaats. Hij heeft er heel wat gewerkt toen zijn vader oud was.

Dik Smit leerde niet zo goed, maar ome Jan Maas zei wel eens: Wat heeft die jongen al achter de rug voor hij op school is!

Ruilverkaveling: Volgens Dik was het wel nodig, je was veel onderweg, was in de weer, maar je deed niets.

Lonen vroeger en nu. Iemand klaagde, maar een ouder iemand zei: Jij komt net kijken, wij hadden zelfs geen kinderbijslag.



Terug naar de vorige bladzij