Samuel Huizinga


Samuel (1844-1899) was de tweede zoon. Was Leraar aan de Hogere Burgerschool te Leeuwarden in de vakken Natuurlijke historie, Natuur-en scheikunde, gestudeerd te Mulhouse en Groningen.

11 april 1844. Ali spreekt van een belangrijk nieuws haar betreffende, nu voor ‘t eerst opgemerkt.

24 september 1844. Samuel geboren, zou eerst Samuel heeten, doch werd Samuel Peter. Doctor van Deinse was bij de bevalling behulpzaam, 10 minuten voor 12 ‘s morgens. Dirk was toen te spelen bij H. Plavier. Jufvrouw Burgemeester en de baker Grietje, de vrouw van Fehres, waren gehaald. Jufvrouw Burgemeester bakert ‘t kind voor ‘t eerst. Zij blijft hier tot den avond.

16 juny 1845. Brief van Alida aan hare ouders: Gij zult wel denken, dat ik het er nog al breed afneem met mijn rust, nu het begroot mij zelf om een meid bij de kinderen te hebben, maar ‘t is maar voor deze laatste dag of wat en op raad van Doctor van Deinse. Die dacht dat dit mij meer zou helpen dan een aderlating. Wij dachten dat ik gelaten moest worden, maar van Deinse zei dat het enkel vermoeienis was van ‘t sjouwen met Samuel en te korte nachten. “t Komt misschien mee daarvan dat Sam nog niet eet, nu mij dunkt in de eetkunst zal Grootmoeder of Tante hem nog wel eens les willen geven, wie weet of het dan niet gaat. Het bevalt mij mat dat al best, dat ik zoo mooij bij mijn naaijen blijven kan en hoop nu verfrischt en uitgerust op reis te gaan en u allen in welstand te ontmoeten.

27 january 1846. Onze Samuel is sedert enkel dagen ongesteld. Zijne vroegere hoest is zoo goed als gebetert, doch hij heeft vooral des nachts nimmermeer eene geheel rustigen slaap. Alida heeft daardoor zeer weinig rust. Vannacht ook weder zeer weinig geslapen. Vanmorgen half 5 viel zij door vermoeijenis op de grond flaauw bij het kind neder.

31 january 1846. Samuel is thans weder regt vlug.

23 february 1846. Katechisatie te Oosterend. Even bij Doctor Stolp. Hij wil voor het inenten van Samuel geene belooning hebben. Doornat te huis.

22 maart 1846. 27 maart 1846. Samuel heeft verleden zondag een week (22 maart) eene stuip gehad.

27 september 1846. (Samenvatting Ali H.) Voormiddag half 11 kwamen wij op Texel aan. Wij reden met Aris Bremer naar den Burg, waar wij vlug en gezond aankwamen en ook alle de andere kinderen in den besten welstand troffen. Grietje en Samuel konden zich nauw verzadigen van lachen en springen en allerlei betooningen van blijdschap, terwijl zij om mij drongen.

8 february 1847. Katrina kan thans, 7 maanden oud, geheel alleen bij eene stoel staan. Dirk gaat dagelijksch naar de school met veel lust. Grietje begint nu in het tweede boekje van Rijkens te lezen. Samuel wint nog immer in zwaarte en snapachtigheid.

20 april 1847. Onze kinderen Samuel en Katrina zijn in de laatste weken vrij wat ongesteld geweest. Samuel had eerst sterke koortsen van maandag 5 april tot donderdag daaraan volgende. Sedert is hij spoedig weer volkomen hersteld. Katrina werd later ongesteld en begon er zeer naar uit te zien, zoodat Alida begreep den Doctor te halen. Zij heeft 2 drankjes gehad. Thans is zij weer vlug en tierig, doch zij en Samuel en ook mijne Alida hoesten tusschenbeide sterk.

8 maart 1848. Grietje en Samuel vandaag bij mevrouw Baert. Zij schijnen zich uitstekend vermaakt te hebben.

17 maart 1848. Des avonds om 9 uur Sientje geboren.
Samuel en Grietje bij mevrouw Baert ( den volgenden dag bij Plavier), Dirk bij Vrendenberg.

19 maart 1848. Zondag. Samuel en Grietje waren vandaag bij Plavier, Dirk bij Vrendenberg. Alida is voortdurend zoo wel als men het slechts wenschen kan, zoo ook de kleine. Beiden eten steeds met smaak.

20 maart 1848. Samuel en Grietje vandaag bij Baert, Alida best.
21 maart 1848. Samuel en Grietje bij Burgemeester.
22 maart 1848. Samuel en Grietje vandaag bij Fehres, Dirk bij Burgemeester.
23 maart 1848. Alida vandaag veel vlugger dan gister. Samuel en Grietje vandaag bij Baert, Dirk bij Vrendenberg.

26 maart 1848. Zondag. Het gaat met Alida zeer goed, ofschoon zij nog steeds zwak blijft en nog niet wel kan opzitten. Ik des middags even bij den Heer Baert. Zijn vrouw ongesteld (pleuris). Zij spraken veel van het genoegen dat zij van Samuel en Grietje hadden en dat zij zoo uitermate tevreden geweest waren. Vandaag waren Samuel en Grietje bij Plavier, Dirk [met mij] mede naar de Waal.

2 april 1848. Ik vanmiddag met Samuel naar de schaapjes.

3 mei 1848. Des namiddags met de kinderen Dirk, Samuel en Grietje gewandeld naar de Veen. De kinderen vermaakten zich regt en kwamen met een getal kievitseieren enz. te huis.

3 juny 1848. Des namiddags met de kinderen Dirk, Samuel en Grietje gewandeld naar de Veen. De kinderen vermaakten zich regt en kwamen met een getal kievitseieren enz. te huis.

4 october 1848. [Huizinga is terug van een reis naar Westzaan]: naar den Burg waar ik het geluk had mijn huisgezin in de beste welstand aan te treffen. Samuel was regt blijde met zijn kruiwagen, Dirk met zijn verfdoos enz. Katrina met haar koetsje.

6 tot 12 mei 1849. Met Dirk en Samuel naar Westzaan. Sijbrand Keyser bragt ons met de wagen naar ‘t Oude Schild. Wij met Michiel de Waard overgevaren naar ‘t Nieuwe Diep, voor den wind, tegen den stroom. Dirk en Samuel vrij wat zeeziek. Gewandeld tot den Helder. Wij vervolgens in ‘t Logement van Boven de schuit afgewacht. De kinderen vermaken zich op ‘t biljart. Veel volk in de schuit.
Samuel sliep rustig, Dirk en ik bijkans geen slaap gehad. Te 1 ure op Schagerbrug, te kwart over 5 te Alkmaar. Met de Stoomboot naar de Koog. Het was zeer koud. De kinderen vermaken zich echter goed. In de “Waakzaamheid” het schuitje van broeder Juriaan afgewacht, naar Westzaan geroeid. Ik zelf bij de weg langs naar huis.
Moeder voor ‘t eerst in het nieuwe huis aangetroffen. Samuel wil weer naar moeder, doch is evenals Dirk spoedig gewend.
Brief Dirk aan zijn moeder: Samuel is dagelijksch druk aan ‘t boekjes maken om daarin te schrijven.
Ik heb straks door de telescoop gekeken daar wij door konden zien hoe laat het was te Zaandam, Beverwijk en Assendelft. In Amsterdam is alles vol tot toebereidselen voor den Koning. Men verhaalt dat in de Beurs 34000 gazlichten worden aangebragt
.
11 mei 1849. In Zaandam bij Dominee Leenderts. Hijzelf niet thuis. Alle menschen zijn bijkans naar Amsterdam om den Inhuldiging van den Koning bij te wonen. Wij met den stoomboot naar Alkmaar, aldaar in de nachtschuit. Samuel raakt spoedig in slaap. Wij [waren] alleen in de schuit.
12 mei 1849. Dirk en ik weinig geslapen. Voor 6 uur op ‘t Nieuwe Diep, naar het logement Den Burg. Aldaar ontbeten. Met de postschuit naar Texel in anderhalf uur met Machiel Kooger. Wij met Arie Boon naar den Burg gereden.

3 juny 1849. Samuel met Alida voor ‘t eerst ter Vermaning, doch moest er uit gaan. Het was zeer warm.

4 january 1850. Samuel hoest ook soms sterk en is onlustig. Hij heeft vandaag en gister bijkans niets gegeten.

11/12 january 1850. Te half 10 ure of iets vroeger (de klok ging wat voor) werd onze Jurriaan Menno geboren. God lof, zonder veel moeijelijke arbeid der moeder, die ook naderhand zeer wel was. Ik schreef nog naar Westzaan en Hoogezand en ging des avonds 9 uur slapen en stond vanmorgen 2 uur weer op. Sedert hield Samuel mij bestendig gezelschap, gedeeltelijk ook Sientje en Katrina. Zij waren allen zeer vlug, over het geheel waren dat alle kinderen vandaag. Dirk, Samuel en Katrina waren zeer blijde met hun kleine broer. Sientje schreide er van toen zij hem in ‘t wiegje zag liggen.

22 january 1850. Met de kraamvrouw en de kleine Menno gaat het voortdurend in alle opzigten naar wensch. Met de andere kinderen gaat het ook zeer goed. Samuel is nog niet regt vlug, ook Katrina niet.

5 february 1850. Grietjes verjaardag. Verleden week was de hoest onzer kinderen zeer onbeduidend. Thans hoesten zij allen weer sterk, Katrina en Sientje wel weder het sterkst, maar ook Samuel en Dirk. Met Alida gaat het best, schoon zij hare krachten nog niet geheel weder terug heeft.
5 february 1850. Vandaag is onze Samuel bij Jan Zuidewind te gast geweest, wier vrouw hier gisteravond was om hem uit te noodigen.

21 juny 1850. Reeds verleden woensdag voor 8 dagen hadden wij de familie hier verwacht. Doch ontvingen dien avond berigt dat zij eerst vrijdagmorgen van Harlingen zou gaan. Die vrijdag evenwel en zaterdag was er een harde W en NW wind die belette de haven van Harlingen te verlaten. Eindelijk zondagnamiddag half 5 hadden wij het genoegen ze te zien aankomen. Moeder Meihuizen en de zusters Eke en Obbina met onze Grietje. Allen waren gezond en regt blijde.
Gisteren des namiddags (met Arie Cornelisz Boon met de wagen) naar den Hoorn, Grietje en Samuel mede, aldaar theegedronken en boterham. Tusschenbeide eene
wandeling naar de Duinen met alle man, zeer schoone dag, veel genoegen gehad.

27 juny 1850. Grietje is weer regt blij dat zij te huis is.
Woensdagnamiddag ik met Dirk en Grietje, Samuel en Katrina over de Kermis.
Ik houd des morgens met de 4 oudste kinderen school in ’t zijkamertje, nu Dirk met de vacantie ook te huis is. Het schrift van Samuel is merkelijk beter dan dat van Grietje, doch Grietje leest al zoo goed.

24 july 1850. Met Dirk en Samuel naar Westzaan. Michiel de Waard heeft ons te 6 ure aan ’t Nieuwe Diep gebragt.

28 mei 1851 Alida gaat met Grietje naar Westzaan, ik breng haar met alle kinderen behalve Menno die bij Marijtje te huis bleef, naar de boot.

25 augustus 1851. In een brief aan moeder en zuster: Sientje wordt een dikke meid en leest met Katrina de letters. De laatste is wat agterlijker in het leeren als wij gewoon zijn, maar begint nu aardig te breijen. Grietje is een voorbeeld van vlijt en netheid. Wij hebben waarlijk al een groot geluk met onze kinderen.

29 october1851. Alida sterft met het kind in het kraambed, 34 jaar oud, 13 jaar getrouwd met Huizinga.

13 november 1851. [Samuel heeft de mazelen, Grietje ook, Dirk heeft hoofdpijn, Katrina vomeert, Sientje heeft de koorts, Menno is het ziekst].

23 november 1851. [Kinderen weer beter. Hebben weinig gevoel voor de dood van de moeder].

6 december 1851. [Met Marijtje merken met inkt van ondergoed der kinderen. Sinterklaas alleen voorbereiden].

22/25 december 1851. Brief naar Westzaan. Dirk en Samuel kwamen vanavond zeer vergenoegd te huis. Zij waren bij Dominee Vrendenberg geweest om kastanjes te eten.

12 january 1852. Brief van Samuel aan zijn vader te Westzaan: Het regend nu zeer hard. En het is nu ook zeer donker. Toen wij van het school kwamen was de weg vol plassen en wij konden wegens de donkerte niet zien waar de plassen waaren en daarom trapten wij er iedere keer in en toen wij te huis kwamen waren wij doornat.
Nu heeft Katrina en Grietje papilotten in het haar en Sientje ook, maar zij heeft ze eruit gedaan omdat het haar te lastig was op bed.

16 january 1852. Brief van Samuel: Toen wij naar de school gingen nam Dirk het lantaarntje mede om als het donker was beter te kunnen zien. En toen staken wij het kaarsje op dat Dirk van Neeltje Bruin gekregen had en toen gaf het veel licht.

17 january 1852. Brief van Samuel: Nu is het Zaturdag en wij worden strakjes verschoond, maar Menno is nu al verschoond. Nu is het op onze klok over drieën maar vanmorgen heeft onze klok een tijdje stil gestaan.

2 maart 1852. Ik heb veel plezier aan de gewillige vlijt van Dirk en Grietje, maar ook aan alle de kinderen. Gode zij dank.

7 maart 1852. Zondag. Schoone dag, des namiddags gaat Marijtje met Menno en de 3 meisjes wandelen. Ik met Dirk en Samuel naar den Hoorn, de eerste maal voor mij sedert october des vorigen jaars. Het pad naar den Hoorn over ‘t land zeer slecht.

10 maart 1852. Des avonds Grietje, Dirk en Samuel op groote kindervisite bij den Heer Bok.

21 maart 1852. Zondag. Gister de kinderen in de tuin.
Des namiddags met de 5 jongste kinderen (ook Menno die zeer veel pleizier had) gewandeld om de Boogaard.

15 april 1852. Monsieur Verberne des avonds hier. Hij wenschte te weten of hij het meetkundig onderwijs bij Dirk hooger zou opvoeren volgens La Croix, waarin ik gaarne genoegen neem, sprak met alle lof van de kinderen, vooral ook van Katrina.
Samuels schrijven liet echter veel te wenschen over.

27 april 1852. Tante Obbina tracteert de kinderen op oliekoeken.

28 april 1852. Broeder Juriaan des morgens 9 ure met Dirk, Grietje en Samuel met de wagen naar ‘t Eijerland. Des namiddags terug en toen nog weer met Griet, Samuel en Katrina naar den Hoorn en de Westen.

23 mei 1852. Preek te Oosterend. Derwaarts geloopen met jufvrouw Van Giffen, Grietje en Samuel, terwijl Dirk tehuis bleef om met Aafje [Buijs] op te passen. Grietje heen met Dirk Bakker en terug met Kuiper gereden.

30 mei 1852. Zondag. Pinksteren. Des namiddags met Juriaan en jufvrouw van Giffen en de kinderen gewandeld om de Boogaard.

31 mei 1852. Des namiddags met Juriaan, jufvrouw van Giffen, Dirk, Grietje en Samuel gewandeld naar den Hoorn. Bij [neef] Huizinga thee gedronken. Wij met elkander naar de duinen en op die wandeling omstreeks anderhalf uur vertoefd. Bij de lichte maan aangenaam naar huis gewandeld. Juriaan was zeer gelukkig.

3 juny 1852. Mijn verjaardag, de eerste zonder haar. Mijne kinderen maakten mij zeer blijde met de bewijzen harer hartelijke liefde.

15 juny 1852. Met elkander [neven] met 2 wagens door de Waal naar Eijerland, Ruimzigt, de Eendragt, een geruimen tijd op de plaats Het Fortuin vertoefd, terwijl het sterk regende. Zeeburg, Cocksdorp, met de kinderen Marijtje even bezocht, naar den Burg.

25 juny 1852. Des namiddags ik met Dirk en Samuel naar ‘t Oude Schild. Half 5 over met de postschuit, half 7 te Nieuwe Diep. Naar den Helder, bij Dominee Dekker. Samuel te bed gebragt. Dirk en ik door Dekker naar den IJzeren Schuit gebragt.
26 juny 1852. Ik met Dirk naar Alkmaar, kwart voor 6 vandaar met de stoomboot naar de Zaan.
28 juny 1852. Boeken en papieren uitgezogt enz.
30 juny 1852. Naar Amsterdam, haarsnijden. Vergadering.
1 july 1852. Geslapen bij Van Gilse. Vergadering.
2 july 1852. [Terugreis]
3 july 1852. Met Dirk geloogeerd bij de Breuk op ‘t Nieuwe Diep. Dominee Dekker brengt Samuel weer bij ons. Wij met de postschuit over, alles te huis wel gevonden.

14 july 1852. De kinderen ontvangen vanmorgen prijzen in de school.

25 july 1852. Des namiddags met 5 kinderen naar de Hooge Berg en in ‘t bosch gewandeld (Dirk met Sientje en Katrina een eind gereden met de wagen van Dirk Bakker).

1 september 1852. Dirk, Samuel en Katrina vanavond op groote kindervisite bij Vrendenberg. Zij hebben zich goed gediverteerd, doch ‘t was voor Katrina er te druk.

7 september 1852. Mietje vertrokken. Geke en ik met Dirk en Grietje en Samuel [hebben] haar met de wagen van Jan Bakker naar de haven gebragt, nog even bijtijds om met C. Bakker te vertrekken. Zij moest nog met de boot aangezet worden. De haven lag vol wier.

24 september 1852. Samuels verjaardag. Hij was zeer blij met zijn patentpotloodpen en prenten. De herinnering aan haar, die dit verjaarsfeest thans niet mede viert, maakte het morgenuur voor mij zeer aandoenlijk.

25 october 1852. Grietje en Samuel waren regt blijde. Zij hadden elk een prent gekregen omdat zij altijd hunne Fransche lessen beter dan een ander konden opzeggen. Dirk leert al Grieksch en Latijn.

6 december 1852. Vandaag hadden wij hier het Sint Nicolaasfeest, blijde dag voor de kinderen.

16 december 1852. Samuel was woensdag gansch niet wel, nu toch gelukkig weer beter. Katrina heeft veel last van uitslag aan mond en neus.

18 december 1852. Katrina gaat nog naar de school maar is klagende. Samuel was vandaag regt ziek en lag de gansche dag te bed zonder eenige lust.

25 december 1852. Geke van namiddag met de kinderen gewandeld. Dirk is zeer gelukkig met zijn Atlas in 48 kaarten van Jaeger, onlangs gekocht voor 2 gulden van Grootmoeder met 3,50 uit zijn spaarpot 5,550 tezamen.
De mond en neus van Samuel en Katrina betert weer.

15 februari 1853. Op de middag ging ik met alle de kinderen naar het ijs op de Ielmert tot hunne groote vreugde. Samuel voor ’t eerst de schaatsen beproefd.

18 february 1853. Dirk, Grietje, Samuel en Katrina ook aan de Waal op het ijs. Dirk weet al aardig voort te komen, alleen. Samuel begint achter ’t stoeltje maar heeft er niet veel zin in.

19 february 1853. Deze middag 12 uur met Burgemeester Keyser, G. List, E. Dekens en W.H. Bok op ’t Raadhuis vergaderd geweest voor de Kantonrechter Bok, Griffier J.L. Kikkert en tot Toeziend Voogd benoemd broeder Jakob [Meihuizen]. Genoemde 4 heren vertegenwoordigen broeder Juriaan, Vader Meihuizen, broeder Samuel [Meihuizen] en neef Jakob Egges Huizinga.

3 maart 1853. De kinderen zijn in de laatste tijd allen zeer gezond geweest. Ik heb van hen veel genoegen, hun bezit geeft mij de zoetste troost.

10 maart 1853. De kinderen hebben veel pleizier aan een paar konijntjes die zij verleden dingsdag van P. Eelman gekregen hebben.

20 maart 1853. Met Dirk, Grietje, Samuel, en Aafje Buijs naar Oosterend en terug, Aafje te Oosterend bij Marijtje gebleven.

26 maart 1853. [Dirk naar Dominee Dekker in de paaschvacantie] Des middags te 1 ure Dirk naar de haven op de stoomboot gebracht (met Grietje en Samuel die op de Hooge Berg achterbleven). Hij ging logeeren bij Dominee Dekker aan den Helder.

16 mei 1853. Des namiddags met het gehele huisgezin gewandeld tot digt aan Zuid Haffel.

18 mei 1853. Met 25 personen thee gedronken in de Tent, boterhammen, tulband, wijn. Een zeer aangename middag daar doorgebragt.

24 mei 1853. Met Grietje en Samuel te scheep met schipper C. Koning [naar Amsterdam]. De wind was eerst niet gunstig. Voor dat wij bij Enkhuizen kwamen was het water zeer hol en onstuimig, zoodat Samuel en Grietje te kooi moesten en ikzelf ternaauwernood hun de noodige hulp kon bewijzen. Des namiddags konden wij evenwel weer met pleizier bovenop wezen en zelfs eten. Des avonds te 7 ure half 8 kwamen wij te Amsterdam. Ik ging met de kinderen wandelen (bij Piccaliga en Holst over de kagchel gesproken) langs de Kalverstraat enz.Des nachts te 10 ure weer in het schip. Schipper Konig vertelt veel van de kwesties die hij gehad heeft met de Keysers met het lammerenvaren, hoe zij hem menigmaal wilden dwingen om deze of gene koers te nemen enz. Wij sliepen in de kajuit.
25 mei 1853. Amsterdam. Terstond na het ontbijt te half 8 met de kinderen aan de wandeling langs de Buitenkant naar het Park en de de Zoölogische Tuin. Deze bezien (entrée 1,20 gulden) van 8 tot 12 uur, 3 groote leeuwen pas aangekoomen, zwarte jonge olifant van 2 jaar. Daar koffij gedronken.
Langs de Botermarkt en de Kalverstraat terug. Te 3 uur in ‘t schip uit onze trommel gegeten, gewandeld en om 4 uur met ‘t jagt naar Westzaan.
27 mei 1853. Met Samuel bij Dominee Sepp in zijne nieuwe pastorie. Professor Muller was sterk vóór een adres tegen de Hiërarchie, Sepp was tegen omdat hij Thorbecke voor de materiële welvaart des lands onmisbaar achtte.
Sam speelde wat met zijn zoontje.
28 mei 1853. Met Grietje en Samuel met het schuitje naar Zaandam en met de stoomboot naar Wormerveer.
29 mei 1853. Te Knollendam bij Dominee Boetje. Ik [heb] gepreekt voor 71 hoorders met veel genoegen te Krommeniedijk. Met het rijtuig naar Westzaan.
3 juny 1853. Met het schuitje naar Zaandam, met de stoomboot naar Alkmaar, vervolgens naar den Helder. Bij Van Bruggen zeep betaald, zijn waschtoestel bezien. Te 6 ure met de stoomboot naar Texel met de pastoor van het Oude Schild. Deze prijst zeer het werkje van Winkler Prins.
Naar den Burg gewandeld, allen zeer verheugd.

24 juny 1853. Brief van ‘t Hoogezand met een trommel met 2 hoeden en een hok met 4 kippen. De kinderen daarmede zeer verblijd.

30 juny 1853 des morgens met 5 kinderen en Engel en Cornelis Douwes Dekker en Herman Kikkert eene dagwandeling gemaakt over de Mient, door de duinen naar ’t Westerstrand. Bij Frans Koorn koffij gedronken en onze broodjes opgegeten. Te half 4 weer te huis.

14 july 1853. Deze morgen te half 8 met de wagen van J.C. Bakker met alle kinderen Geke met Grietje en Katrina naar ‘t Oude Schild gebragt. Zij vertrekken met de stoomboot naar Harlingen. Harde wind, anders gunstige gelegenheid.
[Zij gingen naar Groningen tot 6 augustus].

6 augustus 1853. Des namiddags met Dirk, Samuel, Sina en Menno met de wagen van Arie Boon naar ‘t Oude Schild, naar de stoomboot van Harlingen komende, Gé met de beide kinderen Grietje en Katrina afgehaald en in welstand en met alle blijdschap ontvangen.

15 augustus 1853. Met Dirk en Samuel naar Grijpskerk, Groningen, Hoogezand, enz tot 10 september.

17 november 1853. Samuel des avonds in de Salon des Variétés in de Kikkert.

15 december 1853. Buitengewoon koud. Ik kan de kagchel haast niet genoeg stoken. Gistermiddag nog even met de kinderen op ‘t ijs geweest (met de 3 oudsten). Zij beginnen pleizier in het schaatsenrijden te krijgen.

3 januari 1854. Des avonds monsieur Verberne hier koffij gedronken. Ik deel hem mede dat ik nu Dirk en Grietje wensch te huis te houden. Hij prijst Dirk zeer. Hij heeft slechts één wensch, dat de geest van werkzaamheid die hem bezielt in zijne school mogt agterblijven. Hij zegt dat Samuel al schrijft, maar slecht zoodat Katrina hem daarin vooruitgaat.

20 february 1854. Gistermorgen bij zeer harde wind met de Burgemeester en Meester Brouwer en Sijbrand, Samuel bij mij, naar den Hoorn gereden. Ik [heb] Dominee Lodeezen in zijn dienst bevestigd.
Intreerede van Lodeezen.
Des avonds bij Lodeezen de Kerkeraad [van den Hoorn]: Klok, Rab, Visser en vrouwen, Jan Bakker, Meestre Hillenius en vrouw, Rietberg en vrouw, Lodeezen en vrouw en broer en zwager, Dirk en Samuel. Aan de tafel wordt mij een fraaije zilveren sigarenstander aangeboden. Wij zeer genoeglijk samen. Arie Rab voert dikwijls het woord en dikwijls zeer snedig. Hij scheen aller welgevallen te winnen.
Samuel blijft bij Klok slapen. Ik half 1 naar huis met Dirk met de lantaarn van jufvrouw Kuiper.

23 februari 1854. Samuel had vanmorgen een fraaije prijs van Monsieur Verberne gekregen. Zeer fraaije band doch de inhoud voldoet mij weinig. Natuurlijke Historie der Insecten in het Fransch.

28 maart 1854. Een paar fraaije boeken in huis gekregen om een prijs voor Samuel uit te zoeken, waarin Samuel vooral en ook de overigen al hun vrije tijd doorbrengen.

14 juny 1854. Met Lodeezen (ook Dirk en Samuel) naar de Hors om de executiën mat ‘t kanon bij te wonen. Aldaar de Overste Engelberts en de Minister van Marine Enslie, die vriendelijk met ons sprak en welligt niet weinig verwonderd was dat 2 Doopsgezinde predikanten daar kwamen om de exercitie met het kanon bij te wonen.
Voorts waren daar de Schout bij Nacht Bouwoiring en meer anderen. Wij zagen daar de allereeste proefnemingen met de Bourbon-granaat, zijnde 80- en 60-ponders, afgeschoten op een oud wrak 750 ellen van de stukken verwijderd, waarvan elke granaat 15 en 14 gulden kostte. Het geheim dier granaten heeft aan het land 120.000 gulden gekost. Of de proeven voldeeden vernamen wij niet. Slechts weinige granaten zagen wij in het schip vallen, de meeste gingen te ver of niet ver genoeg, een enkele ook ter zijde.
De Minister Enslie moet eenmaal, zoo Lodeezen zeide, nog slaaf in Algiers geweest zijn, (ik zag, dat ‘t middenschot van zijn neus doorboord was). Hij vroeg toen wij daar aankwamen stappen (de Schout bij Nacht had ons eerst willen doen wegzenden) of wij kwamen om hem aan te manen de oorlogswapenen te laten rusten, dan of wij welligt na eigen aanschouwing op den volgenden zondag tegen ‘t verderf des Oorlogs wilden preeken, hetgeen een gesprek tengevolge had hoofdzakelijk daartoe leidende, dat de opmerking hoe men de oorlogswapenen hoe langer zoo meer vernielend maakte in zooverre aangenaam was, als het de strekkinghad om het oorlog voeren ten laatste geheel onmogelijk te maken.

24 juny 1854. Samuel naar de tent van Bamberg. Hij komt blijde terug.

25 juny 1854. Zondag. Adolphina Wentink is zaterdagavond weer vertrokken. Ik hield haar en Grietje en Samuel in de laatste dagen bezig met kakographiën te verbeteren, waarin Samuel en Grietje, doch ook zij meermalen de prijs der minste fouten behaalden.

19 july 1854. Des namiddags met ‘t heele huisgezin (9 personen) en ‘t heel huisgezin van Dominee Wentink (8 personen) en Vrendenberg en 2 kinderen, en 5 kinderen van Bok zeer genoeglijk in ‘t Boschje enz op de Hoogeberg den dag doorgebragt. Des avonds te 10 uren weer te huis.

23 augustus 1854. Roeper bij ons gegeten. Hij met ons (Geke en jufvrouw Boetje in de wagen) naar de Tent.
Op de Tent thee gedronken met Vrendenberg en zoons Hendrik en Jan. Lodeezen en Rietberg, Doctor en neef, Bruno Bok en Eduard en Bruno Tideman, alle mijne kinderen (Wentink kon niet) tezamen omstreeks 25 [personen].
Des avonds in donker en bij regen naar huis. Wij hadden ons best geamuseerd.

30 augustus 1854. Samuel is dagelijks met Adriaan Keyser en Jan Vrendenberg druk in de weer met eenige honderden lijsterboogjes te maken.

24 september 1854. Samuel 10 jaar oud geworden. De dag genoeglijk gevierd.
Menno viel vanmorgen van het hobbelpaard en bezeerde neus en bovenlip vrij wat.
Des morgens vroeg 5 uur lag Menno al luidkeels van “goederharte” te zingen op Samuels verjaardag, half droomende.

6 december 1854. De kinderen allen zeer verheugd (Samuel eerst niet, omdat ik hem zijne geschenken vooreerst onthouden had omdat hij niet aan mijn verlangen had voldaan).

18 january 1855. Des namiddags met Menno naar het ijs op de Elemert, waar ook Dirk, Grietje en Samuel op schaatsen waren.

15 april 1855. Geke des morgens met de 3 meisjes naar het Oude Schild gegaan naar Wentink. Samuel niet wel, ligt het meeste deel van de dag te bed.

8 july 1855. Dirk en Samuel naar ‘t Oude Schil die daar zouden gaan Pietermannen vangen, een vermaak daar zij reeds de geheele week van gedroomd hadden. Zij worden thans daar veelvuldig gevangen (met de hengel). Soms 1 jongen 500 in één namiddag.

10 juny 1856. Samuel wil boer worden. Hij leerde nog maar wat Latijn omdat zijn vader het verlangde. Zijn Latijn leeren is dan ook in de laatste tijd van weinig betekenis.

7 september 1856. Samuel was met zijn aanhoudend gesnap, waarbij hij blijken gaf dat hij wat hij las zeer goed onthield, een aangenaam reisgenoot. Grietje is weer naar ’t Hoogezand. Dirk gaat 26 october naar Zutphen op het Gymnasium.

3 november 1856. Maandag gister 8 dagen, van Oosterend komende heb ik met Samuel de groote vinvisch gezien in de nabijheid van Oosterend, achter Willem Pietersz Koning, 70 voet lang, 8 voet dik, hebbende misschien 8 à 9000 oude ponden spek dat er toen reeds af was.

9 januari 1857. Samuel vanmiddag op schaatsen.

13 februari 1857. Samuel ontvangt de kindercourant en daarbij het berigt dat hij in de wedstrijd te ’s Hage bekroond is geworden, hetgeen natuurlijk groote blijdschap veroorzaakt.

3 juny 1857. Mijn verjaardag. Broer Jurriaan naar ’t Oude Schild gebragt. Bij mijne tehuiskomst de kinderen allen druk in de weer met Gé en Mietje om een bloemkrans voor mij gereed te maken.

29 july 1857. Des namiddags met Dirk, Samuel, Katrina, Sina en Menno naar de Koog gewandeld en over de duinen in zee. Omstreeks een paar uur hebben wij ons daar op het strand vermaakt. Dirk en Sina met baden, de anderen met plassen in het water, schelpen zoeken, enz. Daarna bij Jan Jansz Duinker, hijzelf niet thuis, gedronken en gerust, en vervolgens weer naar huis.

21 juny 1858. Vanmorgen was tante Gé vrij wat geraakt erover dat Samuel met een konijn aankwam en ik dit toestond, om dat het zoo veel vuil en stank veroorzaakte.

29 juny 1858. Des morgens te 8 ure met alle 5 de kinderen naar den Hoorn gewandeld. De lucht is wel betrokken, maar wij zijn reeds gewoon geen regen te verwachten, schoon wij het van elk uur hopend tegemoet zien. Menno, Sina en Katrina bij ons gewacht, toen met de kinderen van Meester Hillenius mede. Toen naar de duinen (de verrekijker van Klok mede) waar wij weldra Dirk en Samuel vonden. Ons daar wat vermaakt en verkwikt met brood, wijn en water.
De kinderen des namiddags naar de Kermis.

23 april 1859. Samuel des morgens met Arend Kikkert naar de Koog naar het schip dat daar op het strand zit.

1 mei 1859. Te Mulhouse om Samuel naar school te brengen.
20 mei 1859. Na reis door Duitschland, enz. terug op Texel.

8 augustus 1859. Grietje mede op reis naar Westzaan, Samuel mee terug op 16 augustus.

23 december 1859. Samuel heeft in Mulhouse roodvonk gehad maar mag nu weer aan het werk met zijn medeleerlingen.

23 augustus 1860. Des namiddags met Dirk en Samuel naar de Koog waar zij gehoord hadden dat een schip gestrand zou zijn, ’t was echter zoo niet.

20 september 1860. Des namiddags Dirk en Samuel en ik bij het zeer schoone weder eene wandeling gemaakt naar de Duinen aan de Westen. Bij Maarten Koorn aardappels besteld, bij Aafje Teekes van Grouw, bij Jakob Koorn.

12 mei 1862. Samuel geeft te kennen dat hij zich bepaald aan de chemie wil wijden.

13 augustus 1863. Samuel uit Muhlhouse via Westzaan.

1 september 1864. Samuel is gekomen. Met alle kinderen te zamen genoeglijke dagen.
7 september 1864. Dirk en Koos en Katrina gaan naar Groningen. Sina ging in Midlum en Bolsward logeeren. Samuel ging 9 september naar Westzaan, Amsterdam en Hengelo. Ik bleef dus met Menno en de meid alleen over.

18 september 1865. Samuel komt tot 26 september uit Hengelo bij den Heer Dijk, over Amsterdam.

13 july 1866. Aankomst kinderen, Dirk, Koos, Samuel, Menno. Menno is zeer lang geworden (3,5 duim gegroeid sinds januari l.l.).

31 july 1866. Eene groote wandeling door de duinen langs het strand (Dirk, dominee Frerichs, Samuel, Hendrik, Menno en ik). Bij de Reddingsboot achter Klaas Kikkert dwars door de duinen over de Nieuwe Aanleg naar huis. Vele schelpen en bloemen verzameld, genoeglijke togt.

1 augustus 1866. Met het geheele gezin des namiddags naar de Tent, aldaar zeer groot gezelschap, stoelen te weinig. Heeren druk aan ’t kegelen. Vrendenberg spreekt mij over de wijze waarop Dolfine Wentink bij Wieringa wordt behandeld als meid zonder eenig loon te trekken, terwijl haar eigen geld voor hare kleeding nu bijkans geheel is verbruikt. Wij oordelen dat daarin verandering moet komen.

6 july 1867 Terug op Texel, waar ik alle mijne kinderen in welstand vond.

13 july 1867. Dirk en Samuel naar Everts in de Koog om te botaniseren.
15 july 1867. Samuel en Menno vanmorgen van 10-3 uur te botaniseren geweest in de Nederlanden.

5 augustus 1867. Samuel te botaniseren bij Brakestein.

6 augustus 1867. Dirk heeft in de Lindeboom aangetroffen de Heer van Eeden van Haarlem en de student te Leijden de Vries van ’s Gravenhage, beide hier gekomen om te botaniseren.

7 augustus 1867. Samuel des morgens te half 7 ure met Jan Vrendenberg naar de Koog gewandeld om te botaniseren. Te 9 ure Dirk en de Heeren Van Eeden en De Vries afgehaald tot hetzelfde doel aan de Koog. Daarna [na thuiskomst Huizinga] komen Dirk en Samuel (die waren te botaniseren naar de Koog) met de Heeren Van Eeden en De Vries. Samuel zal hen morgen op den togt naar de Westen vergezellen.

8 augustus 1867. Vannacht regen verder zeer mooi weer. Samuel vanmorgen 9 uur met de Heeren Van Eeden en De Vries naar het Hoornder Vlak te botaniseren. Des avonds de Heeren Van Eeden en De Vries hier een uurtje vertoefd.
Den Heer Van Eeden, vroeger bloemist, is nu Secretaris van de Maatschappij van Nijverheid. Hij wenschte hier gaarne bevorderlijk te wezen aan de oprigting eener Maatschappij voor kunstmatige oesterteelt. Hij verhaalt van de gunstige resultaten daarvan in Frankrijk.
Den Heer de Vries is een kleinzoon van Dominee Abraham de Vries, 19 jaar oud, student te Leijden. Zijn vader is de Staatsraad A.de Vries.
Van Eeden is afkomstig van de Refugiés. Hij had Noord Holland tot Bergen toe reeds doorzocht naar planten. Nu wilde hij zaterdag nog naar Wieringen.

9 augustus 1867. Vrijdag, Samuel des morgens 7 uur met de Heren Van Eeden en De Vries met rijtuig naar Cocksdorp, des namiddags met De Vries naar de Westen en Dirk met Van Eeden naar Hoge Berg. Dirk leent hem zijn uittreksels uit oude Texelsche documenten waarvan hij wilde zien of die ook in het Oudheidkundig Tijdschrift van Nijhoff konden geplaatst worden.

28 augustus 1867. Samuel bleef thuis om zijn herbarium.
Ik bij Antje Breker.

3 september 1867. Samuel naar de Westen botaniseren.

14 september 1867. Samuel en Sina vertrokken.

15 juny 1868. Ik met Vrendenberg en Anton Vrendenberg naar den Hoorn gewandeld (Krans). Bij Wieringa vonden wij de familie Sikkes en Boetje en Buisman en Holkema (laatstleden vrijdag gekomen, hij verlangde naar de komst van Samuel op aanstaande donderdag) en Ter Meulen. Des avonds teruggewandeld met Buisman en Holkema.

19 juny 1868. Nu had Samuel mij nog een confidentiële mededeeling te doen, die mij geheel onverwacht overkwam. Namelijk zijne reeds verklaarde liefde voor F.Breugemans. Hij hoopte dat ik mij daarin met hem wilde verblijden. Ik zeide dit ook te hopen als ik maar eerst in de gelegenheid was geweest om haar te leeren kennen in een karakter dat mij moest innemen. Een en ander leidde tot vele en gewigtige gesprekken.

23 juny 1868. Dominee en jufvrouw Wieringa spreken zeer gunstig over Fokeltje als zijnde bij hen zeer bemind, altijd opgeruimd, goed karakter, veel overleg, veel handigheid, geschikt om veel te leeren maar tot dusver niet veel kennis of ontwikkeling, heeft 250 gulden jaarlijks inkomen, bijkans geen familie behalve 1 zuster in Dokkem.
Daar de liefde van Samuel en Fokel bevestigd schijnt te zijn, stem ik dus toe dat hun engagement bekend worde.
Samuel blijft bij Wieringa slapen bij Holkema.
[Huizinga gaat aan iedereen vertellen van de verloving]

2 july 1868. Holkema en Samuel des morgens naar de Westen, des middags hier gegeten. Zij met Sina en Dolfina Wentink, die hier onder ’t eten op uitnodiging ook gekomen was, naar de kermis, de komedie, enzovoort.
Jufvrouw Wieringa wil dat Fokeltje morgenavond terstond met hen naar den Hoorn rijde.

3 july 1868. Samuel des morgens naar ’t Nieuwe Diep om Fokeltje af te halen. Des namiddags Wieringa en vrouw hier te theedrinken, ook den Heer Goudoever. Dolfina is hier sedert gisteren. Zij wordt door Wieringa en vrouw, meest door dezen, genoodzaakt om na hun vertrek naar ’t Oude Schild met de wagen om Fokeltje af te halen, ook zelve terstond op te stappen naar den Hoorn met vele scherpe bewoordingen, ten aanhore van Goudoever. Sina brengt haar een eindweegs.
Samuel komt te half 12 van den Hoorn terug waar hij Fokel bezorgd heeft, hij was haar tegemoet gereisd tot Alkmaar.

5 july 1868. Eerste ontmoeting met Fokel.

6 july 1868. Fokel was bij ons geloogeerd, helpt Sina met kleeding naaijen.
Des namiddags Krans bij Vrendenberg. Holkema bezoekt Samuel en Fokel intusschen, daarna [Dominee] Bakker en Marianne. Samuel en Fokel en Sina en ik het dorp rondgewandeld, in ’t Park gerust.

8 july 1868. Sina en Samuel gaan vervolgens Buisman en Holkema tegenwandelen met wie ze reden naar de Cocksdorp om daar een paar dagen te blijven.
Brief van Katrina uit Sneek ontvangen die zich daar zeer gelukkig gevoelt.

9 july 1868. Ik alleen te huis met onze meid.
Ruim 10 ure komen Samuel en Sina met de wagen met Buisman en Holkema van Cocksdorp waar zij gister en vandaag zeer veel genoegen hadden gesmaakt.

10 july 1868. Samuel naar den Hoorn (Fokel), komt des middags ruim 4 uur met Dirk en Koos terug van ’t Oude Schild. Wij verheugen ons zeer elkander weer te zien [Menno komt alsmaar niet, Huizinga is zeer ongerust over hem].
Samuel was vanmorgen zeer stil. Hij laat mij eerst door Dirk de reden weten en spreekt er later zelf over. Fokel wenschte de verkeering met hem af te breken omdat zij inzag dat zij niet voor elkander pasten. Zij wilde nog dat hij op zich zou nemen den schijn alsof hij haar bedankt had en niet zij hem. Dirk en ik ontraden hem dit zeer.
[Samuel wil niet meer naar de Kerk, net als Dirk].

14 july 1868. Zeer warme dag. Samuel en Menno des morgens 8 uur uitgewandeld naar Raven om van daar uit met Holkema te botaniseren.
Loman wil van de week naar Terschelling. Holkema en Samuel zouden mee kunnen reizen.

19 july 1868. Zondag. Dankpreek aan de Waal. Menno met mij geloopen. Hij gaat met mij omdat IK het wil, niet omdat HIJ het wil. Hij gaat anders nooit ter kerk. De gesprekken daarover, terwijl ook Samuel, evenals Dirk, weigert ter kerk te gaan, stemmen mij tot droefheid. [Hele bladzij over het atheïsme van Dirk] Dirk zegt mij dat als hij mij daarmede genoegen kan geven, hij des zondags wel mede naar de Kerk wil gaan. Hij kent geenerlei godsdienstig gevoel, maar wel zedelijk gevoel. Een mensch zonder godsdienst kan zeer wel een liefderijk, deugdzaam en gelukkig mensch zijn.
Ik houd mij overtuigd dat hij, ook bij zijn door mij diep betreurt atheïsme, toch beter mensch kan zijn dan menig schijnbaar vroom kerkganger en ijveraar voor de Godsdienst, Ik kan vrede met hem hebben en geloof dat God zelf hem zal liefhebben.

23 july 1868. Des namiddags 5 uur komt Katrina na een afwezigheid van 3 maanden laatstelijk uit Sneek terug. Nu alle kinderen bijéén.

26 july 1868. Brief van broeder De Waard die Samuels benoeming tot Docent in de Leeuwarder Courant gelezen had.
Alle mijne kinderen bij mij te Kerk, wat mij in zeker opzigt zeer aangenaam was.

5 maart 1869. Brief aan Dominee Deenik over Dolfine Wentink. Briefje aan Vrendenberg door Katrina bezorgd. Deze voegt op mijn verzoek een briefje van zijn hand bij de recommandatie voor Deenik. Katrina copieert de mijne.

10 maart 1869. Dolfina heeft Dominee Deenik aangenomen.

20 july 1869. Wij vernemen uit de Courant dat Samuel benoemd is als Docent aan de RHBS te Leeuwarden.

6 augustus 1869. Wij allen te zamen, 10 personen [Huizinga, Dirk en Koos, Samuel, Katrina, Sina, Menno, en Sientje en Neeltje Meihuizen en Grietje de Waard], met fraaij weder des morgens half 10 uitgewandeld naar de Koog. Ik bij Reijer Daalder koffijwater besteld. Ik met Neeltje (Meihuizen) naar ’t strand. Koffij gedronken in de duinen bij ’t Hek, met brood. Gezamelijk naar het strand en in zee. Droogerij in de duinen. Terug gewandeld, te 4 ure te huis. Genoegelijke dag.

7 augustus 1869. Met de wagen van Cornelis R. Keijser (Baron) naar den Hoorn, de tantes, Koos en ik, Jakob Meihuizen is voerman. De overigen te voet.
Bij Bakels. Na de thee met elkander naar de duinen, over Loodsmansduin naar zee, laag water. De Heeren dragen de dames door ’t water naar een bank (Dirk, Samuel, Menno, Bakels en Boeke). In de duinen bier gedronken. Samuel verliest zijn stok.
Bakels zelf naar den Burg om zijn vriend Smeenk van Dordrecht af te halen. Wij te zijnen huize ons verkwikt met wijn of bier of brood.
Terug met rijtuig of loopende. De strandreis duurde 3 uren. Tegen 9 ure weer te huis.

21 augustus 1869. Des morgens aan de ontbijttafel eene ernstige en aandoenlijke herinnering aan mijne dierbare overledene, die had verjaard, en 13 jaren mij zoo gelukkig maakte. Mijne kinderen het vereeren der nagedachtenis hunner voortreffelijken moeder ernstig aanbevolen.

22 augustus 1869. Alle mijne kinderen te kerk schoon wetende dat Dirk (en welligt meer) het alleen uit beleefdheid? doen. Anders zou ik het hier als stoffe van bijzondere vreugde vermelden.

25 september 1869. Brief van Bakels dat hij geëngageerd is met Fokel Breugeman. Ik dat vandaag met eene felicitatie beantwoord.

2 juny 1870. Brief van Samuel die a.s. zaterdag hier met Doctor Van den Burg wilde komen botaniseren. De stoomboot voer eerst woensdag naar Harlingen, waarop Samuel het bezoek weder afschreef.

6 augustus 1870. Dolfina Wentink meest met Samuel in de tuin gewandeld.

10 augustus 1870. Samuel verzocht mij des voormiddags beneden te komen, waar hij met Dolfina (en Katrina en Sina) mij wachtte. Hij gaf mij toen te kennen dat hij Dolfina zich tot vrouw wenschte en of ik dit goedkeurde. Ik sprak daarop hem hartelijk en ernstig toe en gaf gaarne mijn toestemming. Met vele gelukwenschen namen wij Dolfina op in onze kring.

20 july 1871. Stikkel des voormiddags hier om Samuel en Dolfina in ondertrouw op te nemen.

5 november 1871. Brief van Katrina uit Leeuwarden waar zij zich sedert donderdagavond zeer genoeglijk bij Samuel bevond, om zaterdag naar Sneek te gaan.

18 december 1871. Samuel en Dolfina verwachten in mei of juny vermeerdering van huisgezin.

1 mei 1872. [Reis naar Leeuwarden en Groningen]. Na het avondeten alles gesloten hebbende wandelden wij, Sina en ik benevens de meid Martje Visser naar ‘t Oude Schild. [Sina bleef in Leeuwarden bij Dolfina die pas bevallen was, Huizinga reisde verder naar Groningen.]

9 augustus 1872. Ik met J.C.Bakker naar ‘t Oude Schil. Na eenig wachten bij zeer schoon weder Samuel en Katrina en Fenna van Calcar van de stoomboot van harlingen gehaald, allen in de beste welstand. Bij Dolfina is intusschen Koosje Wentink en Cornelie Kikkert.

16 augustus 1872. De familie naar de Koog heen en weer gewandeld, behalve Koos en ik. Tegen het late middagmaal vermoeid terug.

12 july 1873. Ondertrouw Koekebakker en Sina, met feestmaal tot 3 uur in de ochtend.
15 july 1873. Feest aan de Waal.
17 july 1873. Aankomst van veel gasten, bij Huizinga in huis 18 gasten.
18 july 1873. Nog een feest aan de Waal.
21 july 1873. Dagje uit naar Akyab of ‘t Konijnenpark.
23 july 1873. Weer een feest.
24 july 1873. Te half 1 naar het Raadhuis, trouwplegtigheid met toespraak van Loman. Te 3 uur vertrek van bruidspaar met de ouders Koekebakker naar ‘t Oude Schild. ‘s Avonds naar Haarlem en verder. De achterblijvers naar de Tent. Langzaamaan vertrekken de gasten weer.

20 augustus 1873. Ik had voor een paar dagen een min aangename woordenwisseling met Dolfina gehad over haar ligtvaardig spreken: “Mijn hoofd eraf als het niet waar is”, enz. Als zij er gevoelig onder werd zag ik met diepe aandoening hoe teder lief Samuel haar had, dat zag ik nu en meermalen en verheug mij innig daarin.

25 augustus 1873. Hedenmorgen heb ik volledig met mijn kinderen afgerekend. Samuel had de noodige berekeningen gemaakt. Aan Koekebakker 4 obligatiën met de aanvulling in contanten ter hand gesteld. Zoo ook aan Katrina [de jongens hebben waarschijnlijk studieschulden aan hun vader].

26 augustus 1873. Doortje Heringa, Samuel, Dolfina, ‘t kind en ‘t kindermeisje Sietske des morgens half 4 met de diligence vertrokken naar ‘t Oude Schild en vervolgens met Timmer naar Harlingen.

3 juny 1874. Mijn 65e verjaardag in gezondheid en onbeschrijflijk veel zegen beleefd. Aan de Waal alles zoo best, en zoo wij weten ook te Groningen en Leeuwarden (wel wat ongerust over Menno).

15 juny 1875. [Huizinga naar Harlingen na een brief van Menno en Guurt over hun schulden, het gaat om 3700 gulden. Samuel wil dat Huizinga het voorschiet, met het oog op Menno’s toekomstige inkomsten. Het eerder opgestuurde geld is opgegaan aan de huwelijksreis. Samuel heeft zijn eigen studieschulden allang afgelost door zuinig te leven.]

16 juny 1875. Gister reeds vernam ik van Menno en Samuel en later door de Couranten, dat de sollicitatie van Katrina geenerlei gunstig gevolg had gehad, wat mij speet om harentwil.

1 augustus 1875. Zondag. Ik gepreekt aan den Burg. Dirk en Samuel bij mij ter kerk, en Dolfina en Fenna, wat mij van Dirk vooral zeer aangenaam was omdat ik sprak over de vraag hoe de Christen staat aan het graf zijner dierbaren.

6 augustus 1875. Des morgens geruststellend telegram uit Groningen. Dirk weder naar ‘t strand. Ook Katrina, Fenna en Dolfina gaan daar heen op weg, maar keeren met Dirk terug om de harde wind.

1 september 1875. [Samuel gaat met zijn gezin weer naar huis, Fenna ging al een week eerder].

19 october 1875. Terug via Leeuwarden.

17 augustus 1876. Komst Samuel met Alida en Katrina.

19 augustus 1876. Samuel des morgens vroeg naar den Helder, waar hij werkzaam was in ‘t Zoölogisch Station. Ook op 21 en 22 augustus 1876.

23 augustus 1876. Samuel met Jan Timmer op een botanische togt naar ‘t Hoornder Vlak en de Westen.

25 augustus 1876. Familie en vrienden een togt naar de Vuurtoren, zij half 6 weer te huis.

18 augustus 1877. Samuel en Johanna komen.

25 augustus 1877. Dirk en Samuel doen een groote wandeling naar de vlakte achter Klaas Brouwer.

28 augustus 1877. Dirk, Samuel en Johanna naar huis.

24 october 1877. Uit Leeuwarden berigt van de voorspoedige geboorte van Jacoba.

5 april 1878. Samuel overweegt leraar te Batavia te worden.

11 july 1878. Samuel en Dolfina met 4 kinderen en de meid Eke van de Flevo gehaald.

15 july 1878. Wij met elkaar des namiddags met de kinderwagen naar de tent en daar een zeer genoeglijke namiddag doorgebragt, in het boschje. Moeijelijk de kinderwagen over de hekjes te tillen.

22 july 1878. Wij des namiddags naar de tent van Westenberg te 3 ure. De wagen van Cornelis Keijser bragt eenig personeel met proviand van de Waal en van hier naar de tent. Ik wandelde daarheen met de Holl, Samuel en juffrouw Christine Roering. Boonakker en Bakels kwamen later. Wij bragten daar de namiddag en avond tot half 9 genoeglijk door, terwijl het jongere volkje zich bijzonder vermaakte met allerlei oefeningen en spelen vooral in de Zandkuil. Prachtig weder. Voor een goede tafel was gezorgd door Katrina, Lize en Fokel. Het personeel bestond uit Bakels en vrouw en haar zuster en twee zoons Hessel en Reinder en eene jufvrouw Opta. Boonakker en vrouw en zuster en broeder Henri en Hidde de Vries, Samuel en Dolfina en 4 kinderen, en Huizinga en Katrina te zamen 26. In de tent van Bok was een ander gezelschap waar onder Jannetje Duinker, Anna Keijser, M. en E. Flens, enz. Dominee de Holl en Bakels waren inzonderheid de hoofdpersonen der pretmakerij, waarbij men in hen bezwaarlijk predikanten herkend zou hebben. De wagen van Keijser moest tweemaal rijden om vrouwen en kinderen terug te halen naar den Burg en de Waal.

31 july 1878. Heden Samuel met Alida en Johanna en Ko naar het Elzenbosch en de Fonteinsnol gewandeld.

VERHUIZING
5 augustus 1879. Om half 6 van de haven. Katrina en Jantje bleven zoo lang mogelijk de vertrekkenden (afscheidnemers) nastaren.
Tegen 8 uur (6-8) waren wij te Harlingen. Ko zou met Jantje met het schip medegaan, en wij met de laatste trein naar Groningen, wijl schipper Duinker meende daar ook de volgende ochtend te kunnen zijn. Katrina echter, met Jantjes eenzaamheid begaan en het genoegen van Ko niet willende bekorten, stond er op dat zij de plaatsvervanger van Ko zou worden en vertrok daarom te 2 ure met de trein naar Leeuwarden met Samuel, die hier te Harlingen zijn vrouw en kinderen gevonden had.
Te 7 ure werd Katrina door Samuel en Dolfina aan de trein gebragt naar Groningen, waar broeder Jurriaan ons afhaalde. Dat Ko eerst morgen zou komen, daar hij zijn plaats in het schip niet aan Katrina wilde afstaan, nam hij niet kwalijk. Het schip kwam tussen 7 en 8 uur ‘s avonds aan.


Terug naar de vorige bladzij