Samuel over ziekte en wat de doctor er tegen kon doen


18 february. Ik ben nu weer beter. Dirk is nu weer beter en ik heb de koorts gehad. Dirk heeft ook maagongestelthijd gehad.

14 Maart 1851. Nu heb ik een zeer oor! Toen ik in de school was heeft het zoo gebloed, toen had ik mij aan de tafel gestooten.

Nu Donderdag 3 April. Vanmiddag had ik haast een groot ongeluk gehad, ik wou het mes met mijn tanden open doen en toen sprong het in mijn lip en toen heeft Vader het heeft het er nog uit gehaald, maar nu is het weer beter.

Dingsdag 28 Augustus 1851. Ik had vanmorgen weer last van oorpijn, waarom ik nu watjes in mijn oor heb.

Zaturdag 30 Aug 8-7 1/2. Nu is Sienje verkouden en Dirk weer beter. Gister heeft Sientjes keel digtgezeten, zoodat zij haast geen adem konde krijgen en vader en moeder waren er nog ongerust om.

Zondag 31 Aug 1851. Sientje heeft gister een harde koors gehad en dat heeft geduurd den geheelen dag tot heeden nu toe.

Dingsdag 2 September 1851. Gisteravond had Katrina en Menno het ook op de keel. Maar het heef spoedig weeder gebeeterd, gist was Sientje ook wat beter. Gisternamiddag tot nu toe nu is hij weder afgeloopen.

Donderdag 30 October 51. Gister is Tante van de burgemeester hier geweest, [als baker bij de rampzalige bevalling waarbij Samuels moeder stierf] en nu hebben zij gezegd dat wij bij haar kommen mogten om daar uit te blijven. En nu gaan ik vanmorgen niet naar school, moeder is nu nog erg ziek.

Vrijdag 31 October 1851. Gister toen ik dit schreef wist ik nog niet anders dan dat moeder ziek was. Maar O, hoeveel anders kwam dat uit. Want kort na dat wij ontbeten haden kwam Do Vrendenberg met Dirk in de achterkamer en toen nam vader ons ook mede naar de achterkamer en toen deed vader het beste [bedstee] open en toen zagen wij moeder, dood, bleek, en koud op het bed liggen. En toen waren wij allen bedroefd om moeder en nu zal moeder Woensdag begraven worden.

Daarna kregen alle kinderen de mazelen:
Maandag 10 November 1851. Ik heb zaterdag de maarzeling gekregen. En nu, nu ik al een week ziek gelegen nu ben ik weeder beter. Grietje heeft ook de maarzeling gehad maar nu is zij ook weer beter. Toen wij ziek lagen sliepen wij te samen in het zelvde bed.

Woensdag 12 November 1851. Nu is Sientje en Katrina ziek, ze moes een heelboel overgeven, nu is Sientje toch al weer wat beter. Zoo even zat zij te babbelen van de kermis, en nu is Dirk ook ziek geweest. –

Donderdag 13 November 1851. Nu is Menno heel ziek vannagt had hij een heelboel overgegeven.

Vrijdag 14 November 1851. Strakjes is docter Scheurleer hier geweest. Menno is de heele nacht onrustig geweest, maar toch zoo erg niet als gisternacht.

Zaturdag 15 November 1851. Nu is Katrina nog ziek maar wij hoopen dat zij spoedig weer beter wordt.

Zondagavond 16 November 1851. Nu zijn de maazelen van Dirk, Katrina, en Sientje uitgekoomen, maar Dirk ziet van maazelen het witste en nu zijn de maazelen van Menno ook uitgekoomen. –

Maandag avond 17 November 1851. Dirk Sien Katarina en Menno zijn nog erg ziek, maar toch zoo erg niet als Gister. Gistervoormidag was Dirk wat beter. Maar gisternamidag werd Dirk en Men heel ziek en benaauwd. Maar nu is die benaawdheid weer geheel gebeterd, ofschoon Menno strak nog vrijwel benaawd was.

Donderdag 20 November 1851. Nu zijn wij alemaal gezond en wij zijn nu alemaal uit het bed. En geeneen ziet er uit naar maarzelen. De maarzelen zijn met allen goed afgeloopen.

Maandag 1 December 1851. Nu is Menno gelukig veel beter, nu heeft hij van daag de koors haast niet gehad, maar gister zaten zijne oogjes bijna helemaal digt, maar dit is nu weer heelemaal gebeterd.

Donderdag 22 January 1852. Nu is Menno erg ziek en Sientje hoest nu ook.

Zaturdag 24 Janùary 1852. Nù is Menno erg ziek, maar vanmiddag was hij toch wat beter toen heeft hij nog met ons, gort en haring gegeten.

Dingsdag de 27 Januarij 1852. En nù zijn Menno en Sientje zijn nu wat ziek, en daarom zijn zij al te bed.

Woensdag de 28 Januarij 1852. En Sientje en Menno zijn nu weder beter.
Menno heeft nù bijna alle avonden de koorts maar nu niet.

II febrùarij 1852. Laatst heb ik en Sientje Rabarber en Wormkrùid van de apotheker gehaald en nù gebruiken wij daarvan.
II febrùarij 1852. Nù is Sientje vanmorgen misselijk geweest.

XVII Dingsdag 17 februarij 1852. Ik heb nù een zeer lip, en ik heb er vele last van.

XXVI Donderdag 26 febrùarij. Nu heeft Dirk zeere winterhanden.

Zondag 11 April 1852. Dirk was op de verjaardag van Zijbrand Keijser en dùs ging hij heen en onder die verjaardag kreeg Dirk de koors.

Donderdag 15 April 1852. Nù heeft het vandaag mooj weder; maar Dirk heeft een harde koors, zoodat hij niet ùit het bed mag.

Vrijdag 16 April 1852. Nù heb ik vannacht onder de droom oorpijn (afzinkers) gekregen! Ik heb er de heele nacht niet van hebben kunnen slapen, zoo zeer deed mijn oor; en vanmorgen heb ik maar weinig van mijn boterham gegeten; maar ik heb toch noch onder schooltijd (want ik was niet naar school geweest) noch een slaapje gedaan. Toen ik van dat slaapje wakker werd gevoelde ik mij wat beter.

Zatùrdag 17 April 1852. Menno was vanmorgen wel gezond, maar nù heeft hij een harde koors.

Dingsdag 20 April 1852. Nù was Menno gisteren en vandaag veel beeter en strakjes heeft hij nog een sigaar in zijn mond gehad; vanmiddag heeft hij ook nog een paar bordjes rijst met bessesop gehad.

Vrijdag 16 Jùlij 1852. Nù is tante van Giffen vandaag met oome Jùriaan naar Westzaan vertrokken. En Marijtje is vandaag met de Eierlandsche Post hier aan de Burg gekomen want Vader had laatst aan haar een brief geschreven daarin dat oome Jùriaan met tante van Giffen vertrekken zoù en of Marijtje dan zoo lang bij ons blijven wilde tot dat zij terùggekomen waren. Maar wij kregen van haar een brief terùg dat zij ziek was, maar toch heeft zij zich laten overbrengen en toen kwam zij vrijdagmorgen net dat oome en tante reeds reisvaardig [waren].

Dingsdag 27 Julij 1852. Dirk heeft nù een beetje pijn in de buik, hij ligt nù nog te bed. Menno heeft nù nog altijd last van de ùitslag of vùrigheid

Zondag 5 September 1852. Dirk heeft nù verstopping in hoof. Katrina is vandaag een weinig verkouden geweest.

Zaturdag 2 October 1852. Menno is vandaag ziek geweest.

Woensdag 6 October 1852. Vader is op de begrafenis geweest van het jongste kind van Bouwe Bakker, het is door de stùipen overleeden.

Maandag 11 October 1852. Tante heeft vandaag een brief gekregen van de vorige Tante en daarin heeft zij geschreven dat zij ziek is geworden. Zij heeft nù de koorts. Dingsdag 5 October 1852 is zij ziek geworden, maar zatùrdag is zij weder wat beter geworden.

Donderdag 21 October 1852. Ik ben laatst verkouden geweest maar nù is het bijna geheel beter.

Vrijdag 22 October 1852. Vader is vandaag een beetje ziek geweest, hij was wat lusteloos en had een pijn in het hoofd.

Zondag 24 October 1852. Vader is vandaag veel beter geweest dan gisteren, maar hij heeft toch niet gepreekt. Domine Vrendenberg heeft voor hem gepreekt.

Dingsdag 26 October 1852. Ik ben vandaag ziek geweest, ik heb den heelen dag niet naar de school geweest, ik heb deb heelen dag niet veel gegeten. Na het ontbijt ben ik naar bed gegaan en om 1 1/2 ùùr in den middag ben ik weder opgestaan. Auce was toen net bij ons en die verhaalde dat Marijtje bevallen was van een dood kind en dat zij aansluitend ongesteld was.

Woensdag 10 November 1852. Sientje is vandaag ziek, zij heeft oorpijn zoodat zij veel schreit.

Zondag 14 November 1852. Menno heeft zeer veel last aan zijn biltje. Doctor is hier vanavond geweest.

Donderdag 25 November 1852. Tante is nu een weinig ziek.

Vrijdag 26 November 1852. Tante is vandaag nog ziek, zij is alle middagen koortsig.

Vrijdag 10 December 1852. Katrina heeft vandaag kiespijn. Tante is vandaag minder maagziek dan anders.

Zatùrdag 11 December 1852. Katrina is vanmorgen niet naar de school toe geweest omdat zij kiespijn had, zij heeft vanavond saliewater gehad om haar mond te spoelen.

Zondag 19 December 1852. Ik ben gisteren ziek geweest, vader zeide dat ik de koorts had. Ik ben om negen uur des morgens weder naar bed gegaan en ik ben Zondagsmorgens nog op bed blijven liggen, des Zondagsmiddags ben ik weder opgestaan. * Ik luste eten. Woensdag en Zaturdag luste ik niet.

Zatùrdag 22 Januarij 1853. Tante is gisteren onpasselijk geweest.

Maandag 7 Janùarij/Februarij 1853. Dirk heeft vandaag ongesteld geweest, hij heeft pijn in zijn buik en in zijn kopken gehad, daarom is hij vandag niet naar school geweest.

Zaturdag 12 Februarij 1853. Ik heb vandaag wintervoeten.

Zondag 6 Maart 1853. Doktor heeft tante eenige poeders gebragt, elke twee uur moet zij er een in nemen.

Woensdag 23 Mars 1853. Doktor is nù bij ons geweest en heeft tante adergelaten.
Als men iemand aderlaten wil dan doet iemand spiritus in eenige glaasjes en legt dat op de plaats waar men iemand aderlaten wil. Na een korten poos doet doktor de glaasjes er af en dan schieten uit een lancet scherpe puntjes op een bestemde plaats en dan doet men de glaasjes er weer op. Na een korten poos doet men ze er af en zijn de glaasjes vol bloed en dan doet men de glaasjes in een kom en zoo is tante adergelaten op de beenen.

Donderdag 24 Maart 1853. Tante is nù nog styf in de benen van de aderlating.

Maandag 25 April 1853. Menno heeft nu vele wormen.

Vrydag 20 mei 1853. Ik ben gister misselijk geweest van 9 uur tot vier uur, daar om ben ik toen de heele dag niet school geweest. Ik heb gisteren op bed gelegen, daar heb ik gelezen.

Vrijdag 16 July 1853. Menno heeft vandaag de koorts gehad.

Zondag 6 November 1853. Vanavond heeft Menno de kroek gekregen. Doctor is gekomen en heeft drie bloedzuigers op zijn keeltje gezet dat heeft hem verligt.

Maandag 7 November 1853. Menno is vandaag zeer veel beter. Doctor Scheurleer is vanavond bij ons geweest.

Donderdag 10 November 1853. Vandaag is Menno veel slimmer [zieker] geworden.

Zondag 13 November 1853. Menno is nu wat beter.

Zondag 20 November 1853. Vandaag ben ik met Vader naar Driehuizen geweest, want Frouwtje Koren had de koorts en het eerst dagt men dat zij dood was, maar het was zoo niet. Wij zijn met Doctor Stolp teruggegaan.

Maandag 21 November 1853. Sientje heeft oorpijn gehad.

Woensdag 30 November 1853. Menno heeft vannacht de koorts gekregen.

Zondag 4 December 1853. Menno heeft nu wormen in zijn buikje, vanmorgen heeft hij pillen ingenomen.

Vrijdag 16 December 1853. Dirks winterhanden gaan nog niet over.

Vrijdag 23 December 1853. Dirk is Dingsdag ziek doch Woensdag weer beter geworden.

Donderdag 29 December 1853. Onlangs heb ik een zwel op mijn toon gekregen doch nu is het weer beter.

Dingsdag 11 April 1854. Aafje heeft vandaag de koorts gekregen, daarom is Neeltje Bruin voor dien tijd hier gekomen.

Donderdag 13 April 1854. Aafje is vandaag een beetje beter.

Dingsdag 25 April 1854. Vandaag is Grietje weer op bed geweest omdat zij koortsig was.

Zaturdag 11 Augustus 1854. Sientje is gisteren ziek geworden en vanmorgen heeft Doctor gezegd dat het de galziekte was.

Donderdag 21 September 1854. Wij hebben vandaag een brief van Tante gekregen en Tante heeft een ongeluk gehad, want de giek van het jagt is op hare schouder gekregen.

Vrijdag 22 September 1854. Ik ben vandaag misselijk geweest.

Dingsdag 3 October 1854. Wij hebben vandaag eene brief van Tante Mietje gekregen en daar staat in dat Tante eene hersenschudding gekregen heeft.

Zondag 7 October 1854. Vader heeft gisteren berigt ontvangen dat Tante veel zieker geworden is.

Zaturdag 28 October 1854. Vandaag heeft Vader pijn in het hoofd, doch des avonds was het weer zoo wat over.

Donderdag 25 Januarij 1855. Vader heeft vandaag pijn in het hoofd gehad.

Maandag 29 Januarij 1855. Sientje heeft vandaag gehoest, erg.

Donderdag 7 Februarij. Dirk heeft vandaag een erge pijn in t hoof, kiespijn en misselijkheid gehad. Doctor Stolp en Pronk zijn bij ons geweest.

Dingsdag 12 Februarij. Stolp heeft gister nog een kies van Dirk uitgetrokken.

Dingsdag 27 Februarij. Vader is wat koortsig geweest, zoodat hij vanmorgen de katechisatie aan de Waal en vanavond die aan den Burg veel vroeger heeft laten uitgaan.

Vrijdag 2 Maart. Dirk is vandaag naar de Hoorn geweest, doch aan de Hoorn heeft hij pijn in ’t hoofd gekregen, zoodat hij daar nog een uurtje op bed gelegen heeft.

Zondag 15 April. Ik ben den geheelen dag misselijk geweest, zoodat ik niet naar de kerk aan de Burg geweest ben.

Zondag 6 Mei. Sientje heeft een erge oorpijn gehad.


Terug naar de vorige bladzij