Over het onderwijs dat zijn kinderen kregen,
de schoolmeesters en de scholen op Texel


27 November 1843. Ik met Sijmon Keijser de school van Mr. Brouwer (getrouwd met een dochter van Klaas de Boer te Westzaan) bezocht; geen kaart noch zangstukje in de school te zien.

12 April 1844. Des voormiddags Dominee Begeman hier koffij gedronken. Hij verhaalt van de staat van ‘t Lager onderwijs alhier. De verkeerde werking van de maatregel dat de onderwijzers door ‘t eiland bezoldigd worden door een belasting op de turf, waardoor de onderwijzers de ambitie verliezen.

14 Mei 1844. Alida, Sientje en ik met Dirk naar de Waal geloopen. Bij P. Kuiper koffij gedronken enz. Met hem en zijn vrouw en Sientje met Jakob Roeper en vrouw en zoontje Jakob in de wagen gereden naar Eijerland. Eerst naar de “Oorsprong”, aldaar de stallen enz. bezien met gebr. Eelman.
Naar Cocksdorp. Het gezelschap in de herberg. Ik de vrouw van Meester Brouwer toegesproken etc. Wij voortgereden naar ‘t Eijerlansche huis, aldaar koffij gedronken, gegeten van eigen proviand. Ruim gezicht van de Steng aldaar met de kijker. Voortgereden naar ‘t Zanddijkshuis en Kors Roeper, hier koffij gedronken. Den dag regt genoeglijk doorgebragt. In den wind op was ‘t vrij koud.

1 February 1846. Des avonds hier gezelschap gehad, de Burgemeester en vrouw en Grietje en de schoolmeester van Oost Teunis Pietersz Keijzer en zijn beminde, Simon en Cornelis Keijser en [hun] vrouwen Trijntje en Geertje Jakobs Dijksen.

9 Juny 1846. Dankpreek te Oosterend. Dominee Steinfort en de schoolopziener Creighton bij mij te kerk. Des avonds op uitnoodiging bij den Burgemeester, aldaar de Heer Creighton en Dominee Vrendenberg. Met zeer veel genoegen met den schoolopziener kennisgemaakt. Den ganschen avond over schoolzaken en onderwijs gesproken. De school van Smits zal nu in een Bewaarschool veranderd worden. Vrendenberg voorspelt zich er niet veel goeds van. De schoolopziener is geheel geen vriend van de Roomschen. Hij had er veel onaangenaamheden in falsiteiten van ondervonden, vooral van de pastoors. Hij ontraadt het dan ook zeer om een pastoor hier in de schoolcommissie op te nemen.
Hij doet onze Burgemeester de noodzakelijkheid gevoelen om steeds den wettigen weg te bewandelen en geene afwijkingen toe te laten. Hij verlangt alzoo dat P. Vlaming e.a. admissie als huisonderwijzers erlangen. De Burgemeester roept als het ware wraak over een schoolonderwijzer als Visser aan de Waal en zegt dat hij geen 4 duiten waard is. Hij en Vrendenberg zijn ook op verre na niet te vrede met Monsieur Verberne, die geen onderwijs in de Vaderlandsche Geschiedenis geeft en het onderwijs in de Nederlandsche Taal zeer verwaarloosd.
Ik heb met zeer veel genoegen den schoolopziener hooren spreken. Hij heeft veel ijver voor de zaak en is van het ware, het Christelijke doel der schoolopvoeding regt doordrongen.

24 July 1846. Bij Bok in den tuin een pijp gerookt. Bok en Vrendenberg spreken veel over de benoeming van Lindgreen tot lid der Schoolcommissie, waarop Vrendenberg vele harde aanmerkingen maakt.

11 Augustus 1846. Meester W. van Haarst van Sneek verhaalde onder welke moeijelijke omstandigheden hij in de jare 1806 hier op Texel onderwijzer was geworden, vooral doordien men zoo bevooroordeeld was tegen de nieuwe manier van onderwijzen die hij zou invoeren, alsmede tegen zijn jeugd (20 jaar) en dat hij uit Amsterdam kwam, alsmede dat hij geen uitmuntende zinger was.

28 October 1846. Dirk vanmorgen voor ‘t eerst naar de school van Meester Brouwer.

4 February 1847. Alida heeft voor ‘t eerst sedert hare ziekte een bezoek afgelegd bij den Burgemeester. Des avonds Ali en ik bij Pronk met Meester Brouwer en vrouw en diens schoonzuster.

8 February 1847. Katrina kan thans, 7 maanden oud, geheel alleen bij eene stoel staan. Dirk gaat dagelijksch naar de school met veel lust. Grietje begint nu in het tweede boekje van Rijkens te lezen. Samuel wint nog immer in zwaarte en snapachtigheid.

21 April 1847. Vrendenberg schat het oordeel van Jakob Sijbrandsz Keijser hooger dan dat van zijn broeder Simon, maar dat van de Burgemeester lager dan die van beiden. Hij laat zich over den Burgemeester zeer ongunstig uit, veroordeelt zeer zijn dolle driftigheid. Vreeselijk had hij laatst de beide Meesters van de Waal en de Koog doorgehaald, zoodat zij bevende van angst bij Vrendenberg gekomen waren. Zij hadden zulk eene harde behandeling niet verdiend, vooral Smit van de Koog niet, die de vermogens die hij bezat behoorlijk had aangewend.

(Samenvatting Ali H.) Brieven dd 29 October, 7 en 22 November, 3 en 19 December: Huizinga hoopte in Mensingaweer of Uithuizen beroepen te worden. Er was een te groot verschil tusschen den Horn en Texel! Het schoolonderwijs van de kinderen viel ook tegen. Alida op 29 October: “Meent gij ons te moeten raden om ons tegen alle smaad en pijn te verzetten en hier te blijven, schrijf het vrijuit, want wij zijn op alles voorbereid, maar zoolang hier van die families blijven bestaan, die elkaar in alles trachten tegen te werken, is er hier voor ons niet veel te hopen”.

4 February 1848. Onze Dirk gaat nu sedert eenige dagen op de school van Verberne met veel genoegen. Monsieur Verberne ontdekte in hem een voortreffelijke aanleg.

19 February 1848. Dirk werkt in zijn vrije uren met lust en ijver aan vaderlandsche geschiedenis om de gebeurtenissen van den dag op te zoeken en vindt zich in dat werk zeer gelukkig. Grietje leest met zeer veel vermaak in de Vroolijke Albertus.

25 February 1848. Dirk kwam vandaag met Frijlinks kleine schoolatlas thuis, waarmede hij uittermate verblijd was; den ganschen avond was hij daarin (een tijdlang met Hendrik Vrendenberg) bezig om de namen uit zijn boek (v/d Maten) op te zoeken.

28 April 1848. Kerkeraadsvergadering. Kuiper sprak veel van hetgeen zijn [zoon] Jakob hem wel vertelde van de knapheid van Dirk op de school, zoodat hij ook de verst gevorderde leerlingen (A. en A. van Deinse) in sommige vakken overtrof en Monsieur Verberne soms zeggen moest: “Nu moet Dirk zich eens stil houden. Ik moet zien of de anderen ook wat weten”.

2 Juny 1848. Vrendenberg hier. Gister een week wandelde hij met mij naar ‘t Oude Schild. Hij deelde mij mede dat hij voornemens was om uit de Schoolkommissie te gaan, omdat hij anders geene onaangenaamheden met het plaatselijk bestuur kon vermijden.

17 Augustus 1848. Dirk vandaag weer naar den school.

18 September 1848. Vrendenberg verhaalt van de mooije aanstaande plaats van Dominee Steinfort aan de Vuursche. Over de school aan de Waal, misschien dat Teunis Pietersz Keijzer er geplaatst wordt [Meester Visser was krankzinnig geworden]. Morgen zal een zoon van Gerson de school weer provisioneel openen. Vrendenberg meent dat Keijzer het aan de Waal ook niet lang naar zijn zin zal hebben. Hij schijnt geene tevredenheid in zich zelve te hebben.
Meester Visser zal nu maar 400 gulden pensioen hebben, veel te weinig.
De schoolopziener beschuldigt Gensen en Willem Faas dat zij niet met hun tijd meegaan. De jonge Gerssen had eens zijn niet-solliciteeren naar eene kansrijke plaats in Noord Holland verontschuldigd daarmede, dat hij geen hembd had dan het eene versteltene dat hij droeg. Dan moet er gewerkt worden om iets bij te verdienen van den vroegen morgen tot den laten avond, hoe zal men dan studeren, boeken koopen, met zijn tijd meegaan? De tractementen voor zulke jonge onderwijzers zijn veel te klein.

8 February 1849. Monsieur Verberne hier koffij gedronken des avonds. Hij spreekt steeds in den allergunstigsten zin over Dirk en zijne vorderingen.

14 Mei 1849. Dirk weder vlug en naar de school.

2 January 1850. Monsieur Verberne spreekt steeds met hooge lof van Dirk, hij heeft hem nu met ‘t gebruik van ‘t Fransche leerboek van Baudet in de eerste klasse geplaatst. Hij had nog nooit zulk een leerling gehad.

17 February 1850. Dirk schrijft alle avonden sedert 14 dagen een schoolcourant. Elke zaterdagavond wordt een bekrulde en gekleurde uitgegeven. Elke advertentie kost een grift.

27 Juny 1850. Grietje is weer regt blij dat zij te huis is. Ik houd des morgens met de 4 oudste kinderen school in ’t zijkamertje, nu Dirk met de vacantie ook te huis is. ‘t Is aandoenlijk om te zien hoe gaarne Grietje, en Samuel vooral, als zij eens iets op de kermis gekocht of anders gekregen hebben, zulks over de anderen verdeelen, en zelf bijkans het kleinste portie behouden.
Het schrift van Samuel is merkelijk beter dan dat van Grietje, doch Grietje leest al zoo goed.

11 November 1850. Gisteravond Alida en ik bij Dominee Vrendenberg geweest. Ik zeide dat ik met Nieuwjaar met Dirk wilde beginnen met het Latijn, dat ik Anton er wel bij wilde hebben, doch zij wilden liever Jan, daarop zal het dan aangaan. Ik vond het niet goed van Vrendenberg dat hij van zijne jongens, zoodra zij 10 jaar zijn, schoolgeld trekt van ‘t Rijk (25 gulden) schoon zij ook geen latijn leeren. Hij meende dat mot zoo.

25 Augustus 1851. In een brief aan moeder en zuster: Menno ziet er kostelijk uit en is zoo gezond als een visch. Sientje wordt een dikke meid en leest met Katrina de letters. De laatste is wat agterlijker in het leeren als wij gewoon zijn, maar begint nu aardig te breijen. Samuel is even zoo leergierig (als het op praten aankomt) als hij speelziek is. Grietje is een voorbeeld van vlijt en netheid. Onze Dirk blijft even leerlievend. Wij hebben waarlijk al een groot geluk met onze kinderen.

12 January 1852. Brief van Samuel aan zijn vader te Westzaan: Het regend nu zeer hard. En het is nu ook zeer donker. Toen wij van het school kwamen was de weg vol plassen en wij konden wegens de donkerte niet zien waar de plassen waaren en daarom trapten wij er iedere keer in en toen wij te huis kwamen waren wij doornat.

16 January 1852. Brief van Samuel: Toen wij naar de school gingen nam Dirk het lantaarntje mede om als het donker was beter te kunnen zien. En toen staken wij het kaarsje op dat Dirk van Neeltje Bruin gekregen had en toen gaf het veel licht.

6 Maart 1852. Grietje des namiddags naar jufvrouw Bakker te naaijen. Zij komt zeer tevreden tehuis daar zij voor het eerst hempjes voor Sientje heeft genaaid.

15 April 1852. Monsieur Verberne sprak met alle lof van de kinderen, vooral ook van Katrina. Samuels schrijven liet echter veel te wenschen over.

21 April 1852. Van broeder Juriaan een pak met schrijfboekjes, 6 zwartlederen met vergulde, 3 met katoenen band, 2 potlooden, 1 portemonnaie, postpapier, 6 groote leijen en 1 bos griffen.

10 Juny 1852. De kinderen niet ter school om de Sacramentsdag.

14 July 1852. De kinderen ontvangen vanmorgen prijzen in de school.

19 July 1852. Oosterend. Meester Keijzer verhaalt veel van het drijven der Separatisten en zijne gesprekken met hen. Ik blijf omstreeks een heel uur bij hem en kan nog haast niet wegkomen. Intusschen zijn de kinderen in de school alleen. De weduwe Dijksen en ook later Risje Roeper zeggen dat dit wel al te veel gebeurt en dat hij nu niet zooveel werk van het onderwijs maakt als vroeger.

21 July 1852. Dominee Vrendenberg verhaalt hoe de scholen op Texel gister en vandaag een zeer kort bezoek hebben gehad van de Schoolopziener Jonkheer van Foreest van Alkmaar, dat hem Vrendenberg echter zeer weinig had voldaan, omdat hij weinig had onderzocht.

22 July 1852. Des voormiddags naar Monsieur Verberne om met hem in het vriendelijke te spreken over de reden waarom hij Dirk uit het 8e deel van Baader in het 6e teruggeplaatst had, waarover Dirk uiterst verstoord was. Monsieur zeide dat Dirk in het Fransch zooveel gevorderd was, dat hij hem gerust al het werk van zijne medeleerlingen kon laten nazien en dat, waar Dirk geweest was, hijzelf Verberne doorgaans niet behoefde te komen.

27 July 1852. Dirk komt van namiddag uit school met hevige pijn in ‘t lijf (ik maak mij eenigzins ongerust daar Doctor Scheurleer nog gister zeide dat er veel kinderen sterven aan Cholera infantum).
Anton Vrendenberg zal in de volgende maand slechts halve dagen school gaan en de voormiddag bij Voigt op ‘t kantoor zijn.

7 September 1852. Menno is de gehele dag lusteloos en slaapt veel, zoo ook Katrina , doch die is weer naar school geweest.

20 September 1852. Ik gaf aan Dirk dezen middag het Grieksch alfabet, dat hij overschreef en van buiten leerde. Na de middagschooltijd gaf ik hem Jakobs Grieksch leesboek I, waarvan hij toen reeds terstond een paar bladzijden Grieksch met Hollandsche letters overschreef en een deel daarvan (Grieksch) mij tamelijk vlug voorlas, terwijl hij van voormiddag nog geen enkele letter kende.

7 October 1852. Katrina is niet vlug, blijft des namiddags uit school en gaat vroeg te bed. Zij is zwaar verkouden en ziet er slecht uit.

11 October 1852. Katrina bleef 6 October ziek uit school, ging vandaag weer heen doch is nog niet in orde, zij eet omtrent niet, is zeer bleek en mager, hoest tusschenbeide ook vrij wat. Ik heb zorg voor haar.

19 October 1852. Aangifte van Doopelingen. Willem Bok en zuster Welmoet hier. Hij verhaalt hoe de Gemeenteraad zich tegen Burgemeester en Wethouders in oppositie stelt over de begrooting. De Raad wil alle Schoolmeesters, Doctors en vroedvrouwen enz het tractement op de helft verminderen.

25 October 1852. Dirk kwam vanmiddag regt blijde uit de school. Er was door de redactie van de Kindercourant een wedstrijd geopend, waarin ook hij hoopt mede te dingen. Daarop heeft hij bijkans de geheele Burg afgeloopen om de benoodigde kaart van Noord- en Zuidholland te vinden, doch vrugteloos.

25 October 1852. Grietje en Samuel waren verleden zaterdag regt blijde. Zij hadden elk een prent gekregen omdat zij altijd hunne Fransche lessen beter dan een ander konden opzeggen. Dirk leert al Grieksch en Latijn.

18 December 1852. Katrina gaat nog naar de school maar is klagende. Samuel was vandaag regt ziek en lag de gansche dag te bed zonder eenige lust.

11 January 1853. Menno kreeg op zijn verjaardag een Polycarpus van de Sterrekunde. Kindergeld en schoolgeld f173,55 ontvangen.

Samuel: Donderdag 12 Januarij 1853. Vandaag is Monsieur begonnen om ons na schooltijd les in het zingen te geven.

Samuel: Donderdag 17 Januarij 1853. Dirk heeft vandaag eenige teekenvoorbeelden van mijnheer List gekregen om af te teekenen, hij heeft er twee van afgeteekend.

7 February 1853. Dirk is voor een paar dagen [in het Latijn] met de Themata van Bake begonnen. Het komt mij voor dat het tijd wordt dat ik hem van de school neem, althans ten deele, om hem meer bij Latijn en Grieksch te bepalen. Ik geloof dat hij zijn tijd nuttiger kan besteden.

14 February 1853. Des avonds den Heer Bok hier van 7-11 uur. Ik sprak raadplegende over Dirk om hem weldra van school te nemen voor Latijn en Grieksch. Hij vond dit goed. Hij achtte het goed om hem weldra naar een school te zenden als ’t niet te kostbaar was, daar ging 600 gulden mee heen. Zijn zoon Johannes kostte hem als student jaarlijks 1300 gulden. Nu zou het wel wat minder zijn bij zijn oom. Ik zei dat het met 500 gulden en vrij collegegeld wel toekon. Bok zei dat de Remonstranten vrij collegegeld hadden.

26 Maart 1853. Dirk naar Dominee Dekker op den Helder in de paaschvacantie.

31 Maart 1853. Des avonds Monsieur Verberne hier. Ik deel hem mede dat Dirk nu voortaan alleen des namiddags school zal komen. Verberne rekent dat hij ook zeer goed daarmede volstaan kan. Hij wil het huis van zijn broeder in de Molenstraat betrekken.

1 April 1853. Brief van Dirk, meldende dat hij gaarne tot maandag zou uitblijven.

2 January 1854. Dirk en Grietje vandaag voor ’t eerst geheel uit de school gehouden. Zij zullen nu hun schoolwerk bij mij in huis verrigten. Dirk verraste mij gisteren zeer met een latijnsche Nieuwjaarswens.

3 January 1854. Des avonds monsieur Verberne hier koffij gedronken. Ik deel hem mede dat ik nu Dirk en Grietje wensch te huis te houden. Hij prijst Dirk zeer. Hij heeft slechts één wensch, dat de geest van werkzaamheid die hem bezielt in zijne school mogt agterblijven. Hij zegt dat Samuel al schrijft, maar slecht, zoodat Katrina hem daarin vooruitgaat.
Hij hoort met veel belangstelling dat Dirk voor zijn tijdwijzer een prijs gewonnen heeft en neemt die ter bezichtiging mede.
Jufvrouw Geke naar den Heer Bok. Ook gesproken over Grietje ergens op het naaijen te doen. Mevrouw raadt Jantje de Wijn aan, niet bij Heintje als veel te driftig.

11 January 1854. Menno jarig. Mijn lieveling was den ganschen dag regt vlug en vroolijk en zeer gelukkig met zijn kleine geschenkjes. Hij zit gedurig zoogenaamd te lezen in zijn kleine boekjes en zijn versjes op te zeggen. Gisteravond overtuigde hij mij, dat hij nu ALLE LETTERS kent maar de tweeklanken enz kent hij nog niet. Ik ben vandaag met Dirk met de Aeneis van Vergilius begonnen. Hij werkt steeds door met onvermoeide vlijt.

23 February 1854. Samuel had vanmorgen een fraaije prijs van Monsieur Verberne gekregen. Zeer fraaije band doch de inhoud voldoet mij weinig. Natuurlijke Historie der Insecten in het Fransch.

28 Maart 1854. Een paar fraaije boeken in huis gekregen om een prijs voor Samuel uit te zoeken, waarin Samuel vooral en ook de overigen al hun vrije tijd doorbrengen.
Dirk zeer verheugd met een brief van Engel Dekker, hem uitnoodigende om vrijdag daar te komen logeeren.

30 Maart 1854. Dominee Lodeezen van den Hoorn biedt aan het onderwijzen van Dirk in Latijn en Grieksch op zich te nemen, dat mij het uitzigt opent dat ik Dirk daardoor nog wat langer bij mij kan houden.

12 April 1854. Dirk voor ‘t eerst naar Dominee Lodeezen aan den Hoorn om les te halen.

2 January 1855. Sina voor ‘t eerst naar school. Zij had een aanval van croup gehad, doch bloedzuigers aan de keel gaven verlichting.

7 January 1855. Van namiddag Meester Brouwer hier. Hij kwam mij berigten dat Faas zich niet aan zijn voornemen hield om geen drank te gebruiken.
Vanavond bij Faas hoorde ik hoe men het mijne lieve Grietje meent aan te zien dat zij niet regt goed is. Ik kan het moeijelijk verdragen dat men zoodanig over haar spreekt.’t Zal best zijn dat zij een tijd lang naar Grootmoeder gaat. Zij heeft nu toch ook zoo weinig.

22 January 1855. Menno oefent zich vlijtig in ‘t lezen.

25 January 1855. Lodeezen weigert geld aan te nemen voor ‘t onderwijzen van Dirk. Hij roemde Dirk zeer, achtte zich volkomen in staat om zijn wetenschappelijke opleiding hier te voltooien, maar ried aan hem vóór hij student werd nog een jaar naar een stad te sturen om zijn smaak en schoonheidsgevoel te ontwikkelen. Hij miste nog die vlugheid van voorkomen die iemand zoo zeer tot aanbeveling strekt. Hij oordeelde dat een verblijf op ‘t Hoogezand niet aan de bedoeling zou beantwoorden. Amsterdam was beter.

8 Juny 1855. [Teruggereisd] met den Heer Avis. Zijn grootvader was nog schoolmeester aan den Burg op Texel geweest en was van daar te Westzaan gekomen.

30 Juny 1855. Dirk ontvangt zijn laatste les bij Lodeezen.

6 October 1855. Om half 7 kwam Monsieur Verberne hier om te klagen over ‘t gedrag van Samuel, die aan zijn zoontje de bijnaam gaf van “de roode” en buitendien zich dikwijls onordelijk gedroeg, weshalf ik Samuel daarover ernstig onderhield. Over zijn leeren was Verberne anders wel tevreden.

1 December 1855. De attesten voor kinder- en schoolgeld naar den Haag gezonden.

8 December 1855. Menno is met rekenen nu onlangs aan de deeling begonnen.

28 December 1855. Samuel vermaakt zich dagelijksch met rijmpjes maken. Hij begint meer lust in ‘t werk te krijgen. Toen ik hem vanmorgen op een wandeling vroeg wat hij worden moest zeide hij: “Hetzelfde als Dirk”, en scheen daar zeer op bepaald te zijn.

25 January 1856. Samuel wijdt zich met meer ijver aan ‘t Latijn. Hij is doorgaans daarenboven des avonds met buitengewone vlijt bezig (uit enkel liefhebberij) om uittreksels te maken van jaartallen en gebeurtenissen uit ‘t groote Latijnsche werk Simsonii chronicon. Ik laat hem begaan en help hem hier en daar in ‘t verstaan daarvan omdat ‘t voor zijn geschiedkennis en voor zijn Latijn niet geheel onnut is.

13 Maart 1856. Jan Koning keurt het zeer af dat er pogingen worden aangewend (door den Heer Kikkert) om hier eene Bewaarschool op te rigten. Texel moet Texel blijven. Nergens vindt men Texel weder. Nergens kan men zoo gelukkig zijn als op Texel.

3 Juny 1856. Cato Wentink mee naar den Burg genomen.
4 Juny 1856. Des avonds haalt Dominee Wentink zijn dochtertje terug, dat wij hier anders gaarne een 14 dagen gehouden hadden, doch zij wilde hier niet naar de school.

10 Juny 1856. Brief ontvangen van broeder de Waard en Sientje en moeder Meihuizen over Dirk, vooral over zijn lang uitblijven op de kermis te Groningen. Toen Samuel onlangs met Dominee Cardinaal naar de Koog wandelde, had C. hem gevraagd wat hij worden moest, waarop hij gezegd had boer te willen worden. Hij leerde nog maar wat Latijn omdat zijn vader het verlangde. Zijn Latijn leeren is dan ook in de laatste tijd van weinig betekenis.

13 July 1856. Jan Kalis verhaalt dat Meester Zwaal wanneer men hem op Terschelling 1000 gulden wil guarandeeren, derwaarts gaat vertrekken, daar ons Gemeentebestuur er niet in bewilligd had om hem een sextant (70 gulden) te geven en eenige andere hulpmiddelen voor zijn Zeevaartkundige school.

1 Augustus 1856. Dirk heeft vandaag zijn eerste les gehad van Monsieur Verberne in ‘t fluitspelen, wat zeer goed schijnt te zullen gaan. De jongens in den laatsten tijd meest te 4 of 5 uur op en aan ‘t werk in ‘t prieel.

7 Augustus 1856. Pieter Koning hier met eene inteekenlijst op eene teekening van Johannes Ludovicus Kikkert, het situatiekamp van Oirschot enz, ten voordeele van de Gewapende Dienst en eene Bewaarschool alhier.

15 Augustus 1856. Met Dirk naar Professor Muller. Deze heeft van 11 tot 1 uur met Dirk beziggehouden, was zeer over hem voldaan en betuigde dat hij a.s. jaar zeer goed student kon worden. Moest zich nu nog wat op ‘t Hebreeuwsch toeleggen. Raadde aan Dirk niet meer op ‘t Hoogezand te plaatsen, doch bij Bodisco te Zutphen, waar een uitstekend Gymnasium was. [Huizinga had finantieele bezwaren, doch Muller betuigde dat ‘t moest].

26 Augustus 1856. Na het eten Dominee Bakker en ik, Dirk en Grietje naar ‘t Oude Schild door ‘t Boschje. Bij Zunderdorp, Zwaal en Wentink. Zwaal las ons een stuk voor dat hij in het tijdschrift van Zwart, meen ik, over zijne school zoude plaatsen.

24 October 1856. Dirk was zoo goed als hersteld en ging op 25 October naar Zutphen op ‘t Gymnasium.

14 November 1856. Vanavond vertoefde ik een kwart uur in de school van Verberne. ‘t Beviel mij er niet, ‘t ging er zeer ordeloos toe, de onderwijzer scheen zeer slaperig, toen ik kwam zaten de kinderen zich in ‘t duister te vervelen.

22 November 1856. Brief van Professor Muller met een ingesloten van Doctor Brill van Zutphen, waarin deze een allergunstig getuigenis geeft van Dirk.

5 December 1856. Des avonds komt Samuel te huis. Hij was des namiddags niet in de school geweest.

6 December 1856. De kinderen alle zeer verheugd (St. Nicolaas), behalve Samuel, die gisteren de school verzuimde. Later ook hij.

18 February 1857. Ik ter Kerk bij Vrendenberg. Daarna met Meester Teekele Rijnsz Zwaal bij hem koffij gedronken. Zwaal leest een verslag voor van zijne School voor de Zeevaart. Hij gaat nu eerlang naar Terschelling vertrekken. Van zijne leerlingen waren 11 kapiteins, 31 stuurman, eerste enz, tot 95 toe. Bovendien nog 28 die loods waren geworden. De School op Terschelling telde 300 leerlingen, kon 1300 gulden opbrengen en de Zeevaartschool zou er wel 20 keer beter zijn dan hier, want op geheel Terschelling zouden wel 800 buitenvarende zeelieden zijn.
Hij had hier wel willen blijven als het Gemeentebestuur van Texel slechts 400 gulden had willen besteden voor de aankoop van instrumenten. Hij verklaarde ons de loop der orkanen. Verhaalde hoeveel er nu bij het examen der stuurlieden gevorderd werd enz. Hij liet ieder leeren wie er maar wilde, al hadden zij niets om te betalen als zij klaar waren. Maar hij verwachtte betaling als zij hunne reis gedaan hadden of zoo ver kwamen dat zij het missen konden en nog nooit was hij een stuiver bij te kort gekomen, ook zelfs niet als hij zijne leerlingen nog het geld moest voorschieten om het examen te kunnen doen.

24 February 1857. Catechisatie aan de Waal. Ik sprak Klaas Dirksz Bakker van Oosterend en Jan Jansz Duinker van de Waal. Ik verhaalde hun van de brief van Teekele Zwaal. Klaas Bakker verwonderde zich dat de jonge Meester Pieter Bouma en Jan Bas zich nog niet aan ons aangesloten hadden.

6 Maart 1857. Brief van Dirk, schrijft veel van de genoegens die hij te Zutphen geniet.

16 Maart 1857. Vanavond Meester P.W. Verberne hier, ook Sina en Menno zullen nu op zijn school komen.

19 Maart 1857. Klaas Joannesz Brouwer zal nu als ondermeester naar Barsingerhorn gaan.

16 April 1857. De rector Matthes roemde Dirk zeer als zeer scherpzinnig met een voortreffelijk geheugen, groote vlijt. Hij twijfelt volstrekt niet of hij student kon worden, geschikt om voor de wetenschap veel te presteeren, maar of hij geschikt zou zijn als kanselredenaar wist hij niet. Hij sprak doorgaans te zacht, moest zijn stem nog oefenen.

26 Juny 1857. Vervolgens naar Dirk Schuit teruggekeerd, deze vraagt mij waar hij zijn kinderen ter school zal sturen. Ik raad hem aan met Brouwer te beginnen, besluit hij later anders, dan kan hij het altijd veranderen. Wij spreken over Texel en de Texelaars.

29 Juny 1857. Kermis. Samuel kent ‘t dichtstuk Tollens “Overwintering op Nova Zembla” geheel van buiten, zoodat ik hem de uitgeloofde prijs van 2,50 gulden kermisgeld toeken.

23 July 1857. Dirk te huis gekoomen. Algemeene blijdschap ook der kinderen toen die te 6 ure uit school kwamen.

6 Augustus 1857. Dirk neemt 2 keer per week les op de piano bij van Aken in den Hoorn.

28 September 1857. Met Dirk naar Amsterdam, daar met Juriaan naar de Tentoonstelling van Landbouwwerktuigen. Naar Westzaan.
29 September 1857. Dirk doet in Amsterdam examen voor het alumniaat. Huizinga laat zijn portret maken.
30 September 1857. Tegen half 10 naar de kerk. Ik rondgelopen langs de Amatel enz. Na 12 uur kwam Dirk. In het Logement, vervolgens te 3 uur met de stoomboot naar Zaandam, naar Westzaan.
1 October 1857. Dirk examen. Volgens Professor Hoekstra is Dirk stellig een van de allerbeste. Dirk kreeg het alumniaat, wij zeer gelukkig.
2 October 1857. Voor Dirk kamer gehuurd bij Vorstman (hoek Keizersgracht en Spiegelstraat) voor 12 gulden per maand, in de 3 vacantiemaanden half geld.
7 October 1857. Terug op Texel.

12 December 1857. Meester Wouterus Klaasz Brouwer berigt mij uit naam van de Weesvoogden dat Cornelisje Nans Eelman uit het Weeshuis, omdat hare moeder Gereformeerd was, voortaan niet meer bij mij op de Catechisatie zal komen.

8 February 1858. Dirk na de vacantie naar Amsterdam vertrokken. De vacantie was voor hem en mij niet zoo genoegelijk als wij gewenscht hadden. Mocht hij nu maar regt gezond en blijmoedig zijn werk verrigten! Ach, het is voor hem ook een groot gemis dat hij geen moeder meer bezit wier edele godvruchtige geest hij kan zien en in zich opnemen en helaas kan ik hem dat gemis niet volkomen vergoeden.
Men keurt ‘t plan dat Samuel houtkooper wil worden in Hoogezand zeer goed.

7 April 1858. Des avonds Monsieur Verberne hier, met hem afgesproken dat Samuel vervolgens alleen des morgens te school zal komen en dan zal leeren vooral Fransch, Duitsch, Engelsch, Italiaansch, Boekhouden, Rekenen en Schrijven, terwijl hij bij mij Aardrijkskunde, Geschiedenis en Latijn zal leeren. Hij praat nog al veel met Dirk over verschillende lesboeken, over de wijze van opvatting van den Heer Brill van de Hollandsche taal.

31 Mei 1858. Westzaan. Juriaan zeide dat er onlangs een uitvoerig stuk van of over den Heer Bok als voortreffelijk schoolopziener in de Amsterdamsche Courant had gestaan.

29 Juny 1858. Des morgens te 8 ure met alle 5 de kinderen naar den Hoorn gewandeld. De lucht is wel betrokken, maar wij zijn reeds gewoon geen regen te verwachten, schoon wij het van elk uur hopend tegemoet zien. Menno, Sina en Katrina bij ons gewacht, toen met de kinderen van Meester Hillenius mede. Toen naar de duinen (de verrekijker van Klok mede) waar wij weldra Dirk en Samuel vonden. Ons daar wat vermaakt en verkwikt met brood, wijn en water.

8 July 1858. Geschreven aan den Heer Grothe, Directeur der Technische School te Utrecht, over de voorwaarden waarop ik Samuel daar zou kunnen plaatsen. Vrendenberg raadt mij aan aan zijne voorbereiding niet zoo heel veel ten koste te leggen, maar hem, als hij genoegzame kundigheid hier heeft opgedaan, terstond in het werkzame leven in te leiden, wat hem met zijn zoons Anton en Jan goed voldeed. Hij verhaalde vele voorbeelden van menschen die alzoo van onderen zich zeer goed in den hoogte gewerkt hadden.

9 July 1858. Katrina ook weer eens mede ter school.

24 July 1858. [Huizinga en Sina op ’t Hoogezand] Moeder verhaalt veel van Grietje, met wier ijver, zucht voor orde, bekwaamheid en lust tot allerlei verrigtingen zij zeer ingenomen is, doch die soms in hare begrippen zeer onverzettelijk is. Met zachtheid geleid komt men met haar tot de beste uitkomsten. [Zuster] Sientje zei ook dat zij gaarne alles voor een ander wil doen. Ze was doorgaans zeer stil, scheen bij anderen niet best te kunnen praten, doch dat zou wel beter worden.
31 July 1858. Brief naar Texel: Katrina gaat dagelijks des namiddags met pleizier naar de naaiwinkel. Het was er erg streng, zeide zij, er mag niet gepraat, niet gelachen worden enz. maar er moet steeds worden gewerkt. Wij willen hopen dat dit haar op den duur goed zal bevallen, aanvankelijk was dit, geloof ik, minder het geval.
1 Augustus 1858. Ik sprak met Dekema over het onderwijs van Katrina. Zijn secondant hield school met Meisjes, voornamelijk Duitsch en Fransch. Ik wenschte dat zij ook Nederlandsche Taal, Geschiedenis en Aardrijkskunde zou leeren. Daar kwam zeide hij anders niet veel van maar hij zou trachten het daarheen te leiden.

14 July 1858. Vandaag vergelijkend examen van 3 onderwijzers aan ‘t Oude Schild.

23 Augustus 1858. Samuel en ik bij Wentink een boterham gegeten, aldaar de nieuwe Meester van ‘t Oude Schild, Dieperink van Kampen.

6 September 1858. Kors Roeper beklaagt zich dat de voornaamsten hier zoo weinig voor een goede zaak overhebben, bv. toen er onlangs over het nut van eene Bewaarschool gesproken werd had jufvrouw Dijksen gezegd: “Laat ze daar maar niet mee beginnen, want dan moeten wij nog meer betalen”.

16 September 1858. Des morgens 5 ure uitgewandeld naar Zaandam, met de Prins te 6 ure naar Amsterdam, met de Texelaar te 7 ure naar Texel met Cornelis Rab en vrouw, het zoontje van Willem Bakker die pastoor moet worden. Er waren te Leijden 110 kwekelingen op de school.

10 December 1858. Des avonds brief geschreven naar Dominee Vogel te Hinte, ter beantwoording van de zijne van 4 January 1857. Ik vraag daarin ook of hij eene goede school weet voor Samuel.

26 Maart 1859. Brief geschreven aan den Heer Bader te Mulhouse, berichtend dat ik Samuel tegen 2 Mei zal brengen. Bij den Burgemeester gevraagd om 2 buitenlandsche paspoorten.
Dirk te Hoorn voor de Militieraad op zijn bewijs als student voor een paar jaar vrijgesteld.

4 April 1859. Brief van Mulhouse ontvangen dat Samuel is ingeschreven op no. 51.

1 Mei 1859. Te Mulhouse om Samuel naar school te brengen.

13 July 1859. Geke vertrokken naar Groningen. Grietje is dus thans met de huishouding belast.

14 July 1859. Ernstige gesprekken met Grietje waarvan ik hoop dat het gevolg zal zijn dat zij nu voortaan zich boven alles beijveren zal om niet zoo zeer haar eigen als wel haar vaders wil te volbrengen.

16 July 1859. Ondermeester de Wind zal Menno en Sina op zijn zangschool nemen. Zij gaan daarheen en keeren weer met groot genoegen.

18 July 1859. Wij brengen den geheelen dag buiten door.
Sientje klaagt zeer over pijn in de maag en moet daarom uit de school komen (wellicht heeft zij gisteren toen zij op de jarigheid was bij Sientje Kalis en toen de kinderen van den Burg zich zeer vermoeid hebben met 3 weggelopen veulens, zich wel wat te veel bezweet en verkoeld).

23 October 1859. Zondag. Naar Oosterend met Grietje met Maarten Zuidewind met de wagen.
Sientje en Menno die sedert het vertrek van Samuel vrij ziek zijn geweest, 14 dagen lang, zijn door herhaald gebruik van Quinine nu toch weer van de koorts bevrijd en nemen in lust en kracht toe, zoodat zij morgen weer naar de school denken te gaan.

7 November 1859. Menno heeft zich jegens Monsieur Verberne niet goed gedragen. Ik zend hem met een briefje derwaarts om vergiffenis te vragen.

29 februari 1860. Van Samuel en Katrina krijgen wij van tijd tot tijd goede berigten.

29 April 1860. Om half 8 met Grietje, Sina, Menno en Vrouwtje in de wagen van J.C. Bakker naar Cocksdorp gereden, ik bij Meester Brouwer, de anderen bij Aafje Buijs. Ik daar gepredikt.

27 Juny 1860. Dirk na een gelukkig examen te huis gekomen.

16 July 1860. Grietje schijnt zich weer regt gelukkig te gevoelen. Zij zou zeer gaarne hier op ‘t Hoogezand willen blijven. Katrina en Sina zouden wel willen blijven, doch Sina zou toch moeilijk kunnen besluiten om vader te verlaten, en Katrina zou ook wel met vader terug willen.

10 Augustus 1860. Met de kinderen (behalve Katrina) op de diligence naar Harlingen. Sientje zit steeds met haar kanarie op schoot. Des morgens te half 8 met Vrouwtje in Harlingen in ‘t schip van Teunis Timmer. ‘s Avonds 8 uur op Texel. Aldaar Gé, een uur vroeger van Westzaan gearriveerd.

14 Augustus 1860. Donderdag. Des namiddags met broeder Juriaan naar Westzaan gewandeld. Aldaar op weg mijn Samuel ontmoet, zondagmorgen van Mulhouse gegaan.

18 September 1860. Des avonds den Heer Bok hier. Over de handelingen van het Gemeentebestuur, ’t welk hier aan den Burg het UITGEBREID Lager Onderwijs niet bezoldigen of ondersteunen wil, maar dit aan particulier ondernemingszucht wil overlaten.

30 October 1860. Brief aan Samuel: [Over de kinderen van Dominee Wentink] Zoo kan een huisgezin door den dood des verzorgers zeer spoedig uiteen woden gerukt. Mocht ik eenmaal mijn hoofd kunnen nederleggen met de geruststellende gedachte, dat ik althans 2 kinderen nalaat, die met den wil ook het vermogen hebben om voor de overigen te zorgen.

15 November 1860. Tegen de avond Meester Boonakker hier. Ik leen hem mijn laatste Afschaffingsrede. Hij wil in zijn school Volksvoorleezingen houden des zondagsavonden. Ik raad hem daartoe de Volksbode van Heldring aan en beloof hem verdere medewerking.

20 November 1860. Menno weggezonden van de school omdat hij zich onbetamelijk tegen Monsieur Verberne had uitgelaten. Cornelis Vrendenberg ook weggezonden. Ik houd Menno nu vooreerst te huis.

23 November 1860. Krans bij mij, Vrendenberg en Wieringa. Vrendenberg verhaalt hoe hij zijne kinderen Cornelis en Christina nu van de school van Verberne genomen en naar Hesselberg gezonden heeft. Wieringa zegt dat hij het onderwijs bij Verberne zeer gebrekkig bevonden heeft. Bij Brouwer was het thans vrij goed.

26 November 1860. Menno is vandaag weer naar de school gegaan en heeft ‘t goed gemaakt.

3 December 1860. Brief aan Samuel: Monsieur Verberne is veel ziek (tering?).

14 December 1860. Kerkeraadsvergadering aan den Burg, met de broeders Bok, S. Keijser, A. Rab, P. Bakker, P. Dijksen. Bok spreekt nog met mij over het onderwijs op de school van Verberne. Sientje en Menno hadden hem onlangs goed voldaan. Hij laat zich sterk uit omtrent de ondeugende jongens van Vrendenberg, waarmede de Meester geen huis kon houden. Alleen Hendrik was wat beter geweest [die had op ‘t beroep gepreekt aan de Waal. Sommigen zeiden dat men aan 1 Vrendenberg, die toch al zo’n groote baas was, wel genoeg had].

3 February 1861. Des morgens kwart na 2 Grietje overleden, Ach ‘t getal mijner dierbaren was met een verminderd hier op aarde, met een vermeerderd daarboven.

12 February 1861. Monsieur Verberne zeer ziek en zwak, zoodat hij geen school houdt en de kinderen dagelijksch te huis zijn.

3 April 1861. Brief aan Samuel: Menno verlangt nu weder naar school, maar zijn verlangen zal spoedig bevredigd zijn.
Sientje zal nu alleen de voormiddagen naar school gaan om zich des namiddags hier in huis met andere werkzaamheden onledig te houden.
Dirk heeft een preek voor de Professoren gedaan, moet er nog een doen, en een dissertatie maken, voor hij de titel van Kandidaat kan ontvangen.
Den onderwijzer Dieperink aan ‘t Oude Schild zal weldra om dronkenschap worden weggezonden.

16 April 1861. Jan Koning komt in. Gesprek over het onderwijs op de scholen. Hij ziet niet in dat het nu zooveel beter is dan vroeger, daar hij uit stukken van 1700 en dien tijd ziet dat men destijds toch ook wel zeer goed een stuk opmaken kon, bijvoorbeeld een onderlinge boedelverdeeling.

27 April 1861. Menno te huis. Monsieur Verberne had hem heengezonden om een kleinigheid. Sedert langen tijd bespurde ik dat hij eene antipathie tegen hem had en geheel niet in staat was om zijne leeslust op te wekken of te onderhouden. Onlangs had hij hem nog bekeven terwijl Menno zich verheugde dat hij nu ditmaal toch zijn werk voor het eerst voor de anderen afhad. Ik besloot nu een einde daaraan te maken. Ik liep testond naar de Waal naar Meester Keijzer en droeg aan hem het onderwijzen van Menno op. Hij zou daar des voormiddags school gaan en dan privaatles hebben tot half 2 en dan te huis komen. Menno was met dat plan zeer ingenomen.

29 April 1861. Menno voor ‘t eerst naar de Waal ter school, vroolijk en wel.

6 Juny 1861. Aankomst van zusters Sina en Obbina met Katrina. Allen zeer wel. Katrina zag er zoo gezond en blozend uit als men maar wenschen kan, ook is zij altijd even vroolijk en opgeruimd van humeur.

11 Juny 1861. Allen naar den Hoorn, naar de duinen en ‘t strand gewandeld. Bij jufvrouw Wieringa thee gedronken. Wieringa komt te huis van schoolbezoek.

30 Juny 1861. Dirk doet zijn eerste preek voor een gemeente te Wormerveer.

1 July 1861. Brief aan Samuel: Doctor de Waard raadt sterk aan, dat men Sientjes klierachtig gestel zoeke te verbeteren door veel beweging, vooral in de frissche lucht. Zoo gaat zij nu dan ook dagelijks gymnastische oefeningen maken door gedurig een tijd lang te hangen en de spieren te rekken en te spannen aan een stok in de gang hangende.
Menno gaat nog altijd aan de Waal school. De wandeling schijnt zeer gunstig op zijn ligchamelijk gestel te werken, maar ‘t is ongelukkig dat zijn Fransch leeren er zoo onder lijdt.

3 September 1861. Dirk, Samuel en Katrina naar de haven gebragt. Zij gingen naar Harlingen enz. Katrina weer naar Grootmoeder op ‘t Hoogezand.

6 September 1861. Samuel wil chemie leren, zijn vader denkt meer aan mechanica.

11 September 1861. Menno heeft nu en gister en eergister vrij van school, omdat Meester Keijzer op Wieringen solliciteert.

12 September 1861. Over Meester Brouwer: Telkens moet ik zijne kennis van van Vaderlandsche Geschiedenis bewonderen.

1 November 1861. Vrendenberg stelt voor dat de Hervormden en Doopsgezinden aan den Burg Meester Brouwer of iemand anders aanstellen om met de protestantsche schooljeugd den Bijbel te lezen en de daarin voorkomende geschiedenissen te behandelen. Ik heb daar nogal bedenkingen tegen. Ik meen dat het nogal moeijelijk is de Bijbelsche Geschiedenis goed voor te stellen. Ligt dringen daarbij schadelijke meeningen in.

1 November 1861. Brief aan Samuel: ‘t Is zoo aangenaam als men op gevordenden leeftijd zich nog een volkomen duidelijk beeld van zijn vroegeren leefperk kan ontwerpen. Daartoe zijn dagelijksche aanteekeningen volstrekt noodig, ook zulke, die in kleinigheden gaan en daarom raad ik u ook aan het dagboek dat gij begonnen zijt in uw kinderjaren toen het weinig belangrijk scheen, nu toch vooral niet te verwaarloozen nu gij daarin gedurig belangrijke ontmoetingen en opmerkingen kunt aanteekenen.
Ik heb van de vlijt en ijver van Dirk goede verwachtingen na alles wat ik met hem gesproken heb, maar dat heb ik ook van u.

14 November 1861. Menno was vanmorgen naar de Waal gegaan, des middags is hij nog niet terug. Toen ik te 4 ure iemand zou heen zenden om hemte halen kwam hij juist terug. Hij had bij Gerbrand Dros gegeten en had een duffelschen jas van diens zoon Gerbrand aan. Hij kwam welgemoed te huis. De stormwind houdt aan.

25 November 1861. Brief aan Grootmoeder op ’t Hoogezand: Monsieur Hesselberg heeft zijn onderwijzersampt neergelegd en gaat schipper worden in Zuid Holland (de Heer Voigt gaat in zijn huis wonen, dat hij huurt voor 162 gulden).

5 December 1861. Frerichs zal Menno onderrigten in Latijn, Fransch, Duitsch en Engelsch, eenmaal in de week op maandag.

22 December 1861. Even bij Westenberg om hem te zeggen dat ik gaarne deel neem voor Menno aan ‘t onderwijs van een te beroepen Fransche meester.

23 December 1861. Des avonds bij Westenberg, aldaar Vrendenberg en de Heer Bosch, onderwijzer aan de Waalsche Diakonieschool te Amsterdam en zijn zoon, die hier wel eene Bijzondere School zou willen oprigten voor de moderne talen.
Wij bespreken de zaak. Hij zal welligt 10 kinderen kunnen krijgen die 40 gulden en nog 4 of 5 die 50 gulden zullen betalen. De eersten zullen Hollansch en Fransch en de laatsten ook Duitsch en Engelsch leeren. Die niet op ‘t dagschool gaan zullen meer betalen. School van 9-12 en van 3-5 uur en avondschool van 6 tot half 8. Men zal zien of hij bij Sipkes kan inwonen.

4 January 1862. Menno geeft aan zijn vriendje Gerbrand Dros op zijn verjaardag ten geschenke: Algemene Geschiedenis in 12 schetsen voor de vrouw van armen en rijken.

6 January 1862. Brief aan Samuel: Ik zou wel willen dat Dirk wat meer schreef. ‘t Is het grootste geluk dat ik heb, dat ik van mijn kinders alles weet en vooral dit, dat het hun welgaat.
Ik bid God vurig dat Hij mij het leven verlenge opdat ik nog zien mag dat mijne kinderen en nu vooreerst mijn beide oudste zoons hunne voorbereidende studiën wél volbrengen en geschikt worden om eene waardigen plaats in de Maatschappij in te nemen. Wat zal ik mij verheugen als het van ‘t jaar met Dirk in alles naar wensch afloopt en ook met mijn lieve Samuel. Wat kan het mij een gelukkig jaar worden.

19 February 1862. Brief van Dirk, meldende dat hij door ‘t examen gekomen is, maar mij overigens diep bedroefd [Dirk was de afgelopen kerstvacantie niet thuis gekomen]. Des middags een diep gevoelige brief aan Dirk geschreven.

22 February 1862. Vanmorgen brief van Dirk met ophelderingen. Terstond beantwoord met een brief van 12 zijdjes, met insluiting van 160 gulden.

1 Maart 1862. Brief aan Samuel: Sientje is ons allen tot grote vreugde. Het gaat met haar nu zeer goed. Zij ziet er nu ook zeer goed en volstrekt niet meer zwakkelijk uit. Zij gebruilt nu des avonds nog levertraan en eet des morgens gort, maar daar heeft zij den zin af. Zij gaat nog dagelijks naar de school des voormiddags, en 3 maal in de week des namiddags om les te nemen in ‘t Engelsch, waar zij zich met ijver op toelegt, gelijk zij in al haar doen ijver is.
[Menno gaat op de nieuwe school van meester Bosch] Ik denk dat ik Sientje eerst nog maar bij Verberne zal laten, waar zij altijd nogal gaarne henen gaat en ook goed schijnt te leeren.
Dirk is zooveel ik weet welvarende maar hij schrijft mij weinig en doet mij met deze nalatigheid, in verband tot de oorzaak waaruit zij voorkomt, groot verdriet. Ach, mogt ik vreugde aan hem beleven, maar dat kan ik alleen wanneer hij vroomen zin met ijverige studie paart. Hij is gelukkig door ‘t examen gekomen waardoor bepaald zou worden of hij zich al of niet tot ‘t proponentsexamen in de maand July zou mogen aanbieden. Groot is mijn vreugde daarover, want ik verlang zeer, dat dat studentenleven ‘t welk meerder dan veel geld verslindt, voor hem eindige. Ach, mijn lieve zoon, stel gij tenminste geene der groote en goede verwachtingen, die op u gevestigd zijn te leur. Zorg gij tenminste, dat er geen tijdvak in uw leven zij waaraan gij niet ten allen tijde met de grootste vreugde zoudt kunnen terugdenken en bereid gij tenminste aan mij en allen die u liefhebben het zaligst vergenoegen.

4 Maart 1862. Brief van Dirk, dat hij de brief met ingesloten 160 gulden niet ontvangen heeft.
14 Maart 1862. Vanavond kreeg ik berigt van een aangeteekende brief aan het postkantoor voor mij. Ik spoedde mij daarheen. Te huis gekomen opende ik die en vond er 160 gulden in met ‘t enkele woord: ”Van eenige deelnemende vrienden”.
[Het bleek te zijn samengebracht door Huidkoper, Bok, jufvrouw Dijksen, S. Keijser, P. Dijksen en P. Kuiper].

1 April 1862. Sina ging tot dusver nog bij Verberne ter school des voormiddags, en des namiddags een uur voor het Engelsch. Ik besluit om haar bij den Heer Bosch te doen, die slechts 15 leerlingen heeft, en Verberne 30. Ik naar den Heer Bosch bij Sipkes om daarover afspraak te maken. Zij zal nu des voormiddags gaan en des avonds, voor 40 gulden.

7 Mei 1862. Menno en Herman Westenberg hadden verschil, zoodat Herman steeds dreigde Menno te zullen afslaan, weshalve Menno niet alleen naar de school durfde. Ik naar Westenberg, deze zou de toorn van zijn zoontje zoeken te bedaren.
Des namiddags Gé en ik, Menno en Sina naar de Tent voor de eerste maal, aldaar Vrendenberg, Westenberg, Kikkert, Voigt en familie. Toem wij er kwamen zwaar onweer.

12 Mei 1862. Samuel geeft te kennen dat hij zich bepaald aan de chemie wil wijden.

27 Mei 1862. Brief aan Samuel: Denk erom, het gaat er om om eerlang u zelven een goed bestaan te verschaffen. Geld hebt gij niet te wachten waarop gij steunen kunt. Gij zoowel als uwe broeders en zusters moeten alleen door bekwaamheden vooruit.

5 Juny 1862. Frerichs komt zeggen dat het met Dirk niet goed gaat, dat hij laatstleden maandag uit Amsterdam vertrokken is en aan Professor Scheffer vanuit Boon geschreven heeft dat hij zijn betrekking tot de Algemene Doopsgezinde Sociëteit opheft. Dit had [studiegenoot] Pekelharing aan Frerichs geschreven.
In de paaschvacantie had Dirk tegen Frerichs gezegd:”Religie is illusie”.
Professor Domela Nieuwenhuis kon zich niet begrijpen, dat een doopsgezind student om zijn vrijere begrippen was teruggedeind voor de aanvaarding van ‘t predikantsambt, daar er bij ons een zoo groote leervrijheid bestond.
11 Juny 1862. Van Texel 2 brieven ontvangen, een van Huidekoper, een van Dirk, postmerk Bazel, daarin stond dat hij op ‘t punt was een eind aan zijn leven te maken.
17 Juny 1862. Terugreis. Den 21sten op Dirks kamer.
Brief aan Samuel: Verheug u, Dirk is weer bij ons. Hij ziet in hoe dwaas hij gehandeld heeft en wenscht niets liever dan om in ‘t vaderland terug te keeren en nu een ander leven te leiden. Alleen predikant worden, daaraan is nu geen gedachte meer. Wij zijn den Heer Lodeezen grooten dank verschuldigd voor de vele moeite, die hij heeft aangewend.

11 tot 13 Augustus 1862. Als Afgevaardigde van ‘t Nut naar de vergadering te Amsterdam. Gesprekken over Dirk. Men vond hem buitengewoon vlug van begrip, zou een uitstekend doctor kunen worden. Huizinga had hem te streng opgevoed, zoodat hij zijn vader vreesde. Hij was doorgaans stil, saai, alleen als hij gedronken had werd hij levendig en geestig.

18 Augustus 1862. Samuel te huis gekomen.

18 October 1862. Brief ontvangen van De Waard en van Dirk met ‘t voorstel dat Dirk tot voortzetting zijner studie een kamer hure te Groningen.

7 November 1862. Heden doet Dirk zijn intrede als student in de Medicijnen te Groningen. Hij komt in huis bij de hoofdonderwijzer Tonkens. Tante Sientje neemt de bezorging van zijn linnengoed op zich.

5 December 1862. Brief aan Samuel: Sientje en Menno gaan nog dagelijk bij den Heer Bosch op school, waar Menno nog al eens een uurtje langer dan een ander moet vertoeven. Het was hun regt aangenaam, dat Monsieur van namiddag en morgenochtend vacantie gaf, zoodat zij zich nu eens geheel en al aan de vreugde van ‘t Sint Nicolaasfeest konden wijden.

6 December 1862. Brief van Menno aan Samuel: [had een zakboekje gekregen] Vader heeft zooeven in mijn zakboekje geschreven “De Vreeze des Heeren is ‘t begin van alle Wijsheid”.

16 February1863. [De huishoudster Gé gaat bij dominee Huidekoper in de Waal werken op zeer voordeelige voorwaarden (175 gulden per jaar) en komt dan nog 1 keer per week bij Huizinga] Zij zou dan vrijheid hebben om ook nog toezicht te houden op mijn huishouding door eenmaal ‘s weeks hier te komen. Met ‘t midden van Maart zal zij haar nieuwe betrekking aanvaarden.

20 February 1863. Brief aan Samuel: Sientje is eigenlijk nog te jong om haar van de school te nemen en met de taak van huishoudster te belasten. Ik weet niet of ik weder genoodzaakt zal zijn naar een andere jufvrouw om te zien, maar waar vind ik eene die Tante Gé vergoeden kan, die immers altijd met zooveel liefde als een moeder voor u gezorgd heeft. Kon Katrina nu geschikt tehuis komen, dan zou ‘t zeker nog wat beter gaan, maar Grootmoeder zal haar ongaarne missen. Nu zal het zich nog wel zoo wat schikken, zoolang Tante Gé hier zoo in de nabijheid blijft, maar ‘t zal wel niet lang duren of Huidekoper wordt beroepen en dan ben ik van een hoognoodige hulp verstoken voor altijd.

7 Maart 1863. Brief aan Samuel: Gé zal met 4 dagen vertrekken. Sientje wil nog graag deze maand op school blijven en dan alleen des avonds als wanneer zij nog Duitsch en Engelsch leert. Zij kan dan 12 kaartjes krijgen, waaraan ‘t verkrijgen van een prijs verbonden is. Kon Katrina maar thuis komen, maar Grootmoeder zal haar niet kunnen missen.

17 Maart 1863. Sientje 15 jaar, zeer verheugd met de ontvangen geschenken: Huishoudkunst, knipje van zuster Abeltje, en een gouden speld van haar moeder.
Samuel kwam als nummer 2 door zijn examen.

9 April 1863. Menno aan Samuel: Ik weet nog niet wat ik moet worden, weet gij niet eens eenige baantjes voor mij?

15 April 1863. Menno vanmorgen uit de school weggestuurd, omdat hij zich niet wilde laten bespuwen. Ik des namiddags naar den Heer Bosch, deze heeft veel aanmerkingen op ‘t gedrag van Menno als zijnde zeer onbescheiden. Ik ga heen maar niet ten volle met hem bevredigd.

17 Mei 1863. Samuel vraagt wat hij met zijn bed en beddegoed moet doen als hij uit Mulhouse gaat.
4 Juny 1863. Brief aan Samuel: Al het goed medenemen en aan den Heer Vrendenberg en Co. te Amsterdam sturen onder ‘t opschrift ”Verhuisboedel”, vergezeld van een verklaring, dan behoeven er geen inkomende rechten op betaald te worden.

19 Juny 1863. Van Dirk het blij berigt ontvangen dat hij met den eersten graad door zijn examen is gekomen (summa cum laude).

22 Juny 1863. Brief aan Samuel: Sina laat een oogenblik haar koffijschenken en haar borduurwerk staan om nog een lettertje aan u te schrijven. Menno komt zoo van de school en heeft ‘t zoo druk met de lezing van “de Pelsjagers van de Arkansas” dat hij van Ed. Bok leende, dat hij nergens oog of oor voor heeft.

13 Augustus 1863. Samuel thuis, uit Mulhouse via Westzaan.

16 Augustus 1863. De Heer Mr. W. Bok hier. Hij feliciteerde Samuel met zijn examens [en] verhaalde hoe de Gemeenteraad, onwillig om de scholen te vergroten, bepaald had dat de kinderen eerst met het 6de jaar ter school zullen gaan.

29 October 1863. Brief aan Samuel te Hengelo (bij den Heer Dijk op de fabriek voor de ververij) die overweegt om bij het onderwijs te gaan: Waar gij u dan vooral op moet toeleggen is: helder te denken, volledig te weten en bestemd uit te spreken.

9 November 1863. Brief aan Samuel te Hengelo: Dingsdag over een week zal ‘t hier een groote feestdag [Neerlands Verlossing in 1813] zijn: om half 10 21 kanonschoten, dan optogt van 30 of meer heeren te paard door ‘t dorp, dan een aanspraak van den President der Feestcommissie, den Heer Dunné, dan volksvermakelijkheden: mastklimmen, boegsprietloopen, stroophappen enz. enz. op de Groene Plaats.
Met den avond weder een optogt te paard door ‘t dorp met fakkellicht, dan een groot getal vuurwerken, dan Rederijkerskamer [met] vooraf Redevoering van Meester Brouwer, ten slotte een bal. Gij kunt u denken hoe alles in beweging is en ingespannen verwachting van de dingen die komen zullen. Menno en Sientje stellen er zich alles van voor.
Sina en Cornelie Kikkert hebben ook nog al wat geld opgehaald voor de schoolkinderen, die dan getracteerd zullen worden, een oranjestrik te geven. Overal zal men vlaggen uitsteken en velerwegen ook des avonds illumineeren. Doch het zal bij mij daaraan wel niet toekomen. Het is te hopen dat de vreugd, vooral door misbruik van spiritualia, maar niet op ‘t einde in droefheid verandere.

16 November 1863. Kinderfeest voor de geheele schooljeugd t.g.v. Neerlands Verlossing in 1813. Ik was op uitnoodiging ook daarbij tegenwoordig in de school aan den Burg, waar Meester Brouwer en daarop den Heer Bok als schoolopziener toespraken hielden, en de met oranje versierde kinderen (met medehulp van Cornelie Kikkert en Sientje) op krentebrood-chocolade getracteerd werden, en daarna optogt door de straten.
Den volgende dag vierde het geheele land feest. Den Burg was huis aan huis met vlaggen versierd. Optogt van Ruiters (30), 21 kanonschoten, volksspelen op de Groeneplaats, uitreiking der prijzen, Optogt van Ruiters met Fakkellicht, vuurwerk op het land achter P. Dijksen. Voorstelling der Rederijkers in de Kolfbaan. Het bal daarna mislukte. Illuminatie van het dorp, bij sommigen zeer mooi.
Geheel Texel en voornamelijk den Burg heeft een heerlijk feest gevierd van Nederlands herstelde onafhankelijkheid.

10 December 1863. Feest van Nederlands Verlossing in 1813. Tractatie van schoolkinderen op krentebrood en chocolade met hulp van Cornelie Kikkert en Sientje.

4 January 1864. Daar den Heer Bosch vertrokken is naar Enschedé, als onderwijzer aan de Industrieschool (1000 gulden tractement), is Menno vrij van school.

8 January 1864. Gerbrand Dros bij Menno om afscheid te nemen, hij gaat als kwekeling naar de Normaalschool te Nieuwe Diep, tractement 250 gulden.

10 January 1864. Doordien de meid nu met de arm in een doek loopt en niets kan uitvoeren, zoo heeft Sientje het zeer druk.

27 January 1864. Des avonds de Heer Bok bij mij, verhaalde o.a. wat hij gedaan had om de Gemeenteraad te bewegen de school weder voor 5-jarige kinderen te openen. Burgemeester had het hem toegezegd.

18 Mei 1864. Brief aan Samuel: Gij spreekt den Heer Bosch nog al eens, gij behoeft hem echter niet te zeggen wat ik u hier mededeel, dat wij bij de verwisseling geen schade hebben geleden, althans de leerlingen gaan alle met groot genoegen naar de school. De Heer Glijnis schijnt er bijzonder slag van te hebben om zijne leerlingen aan zich te verbinden. Ik heb Menno ook nog geen enkel onaangenaam woord over de school gehoord.

29 Mei 1864. Des avonds den Heer Glijnis uit Franeker hier, hij hoopt kostleerlingen te krijgen, heeft nu 19 kinderen. Ik spreek er met hem over dat Sientje nog wel gaarne privaatles in het Engelsch wil nemen. De les zal 40 cents zijn, 2 maal per week afgesproken, dingsdag en vrijdags ’s morgens 7 uur.
31 Mei 1864. Den Heer Glijnis begint zijn Engelsche lessen met Sientje en Menno des morgens 7 ure.

11 Juny 1864. (Samenvatting Ali) Samuel vindt, schrijft hij, dat hij daar gauw vandaan moet. ‘t Karakter van den Heer Dijk bevalt hem niet. Opslag zal hij niet snel krijgen. Hij wil liever bij het Middelbaar Onderwijs, een docent in de Chemie heeft meest 1700 gulden. Hij wil met 1 Augustus daar vandaan en naar Groningen, ook om goed Hollandsch te leeren spreken.

14 Juny 1864. Brief aan Samuel: [Huizinga heeft geen geld om Samuel in Groningen te laten studeren] Mij dunkt, gij zijt er de man niet voor om als onderwijzer te ageeren, gij moest maar naar een andere betrekking uitzien, zoals een compagnieschap met broeder Juriaan.

14 July 1864. Glijnis zal spoedig gaan trouwen en komt dan te wonen in ‘t huisje van Jan Keijser tegenover Bok.

24 July 1864. Te half 10 aan den Burg gepreekt. Dirk bleef te huis het bloed van eenige vischjes, gisteren door Menno gevangen, microscopisch bezien. Alle de overigen naar de kerk. Wij gezamenlijk daarna (altijd buiten Dirk) naar Oosterend gereden, ik daar gepredikt.

8 October 1864. Des morgens te half 6 verlieten wij met de schuit van Timmer de haven van Harlingen, eerst met tegenwind, die echter later gunstiger werd. Omstreeks den middag hadden wij Harlingen en Texel beide duidelijk in ‘t gezicht. Te half 6 waren wij in de haven van ‘t Oude Schild. Wij [Sina en Huizinga] dreven als ongemerkt voort, dus geen last van zeeziekte. Wij wandelden naar huis, waar wij alles wel vonden.
Menno was in mijn afzijn meestal des middags bij Vrendenberg geweest. Hij verhaalde van de pret, die hij gehad had met ‘t inhalen van Monsieur Glijnis en zijn vrouw, en de tocht die hij met de schoolkinderen mede gemaakt had met de diligence en 2 wagens (30 kinderen) naar Oosterend.
Dirk wordt assistent aan het Physiologisch Laboratorium voor 800 gulden.

1 December 1864. Menno had steeds met genoegen les van Monsieur Glijnis.

13 February 1865. Nutsvergadering. Voorstel gedaan tot het oprigten van een Bewaarschool en van eene Werkverschaffing. Ik in Commissie van de laatste.

27 Maart 1865. Brief aan Samuel: Hier aan den Burg zullen 2 nieuwe huizen gebouwd worden, één van den Burgemeeste Loman en een school voor den Heer Glijnis, waarschijnlijk in het Park. Het Wapen van Texel is geheel afgebroken, er wordt nu een Roomsch Armenhuis gesticht.

29 Maart 1865. Eergister zeide de Heer Glijnis na de lessen aan Sientje en Menno in’t Engelsch dat hij het nu voor Sientje niet meer noodig keurde, weshalve deze lessen nu geëindigd zijn.

21 Mei 1865. Wij des namiddags naar de Tent, aldaar Vrendenberg en Kikkert c.s. ook kwam daar nog, ingeroepen door Kikkert, de oud-koopvaardijkapitein Hofstee, thans woonachtig aan ’t Nieuwe Diep. Hij had er 27 reizen op de Oost gedaan behalve vele op de West. Zijn Grootvader [C. Hofstee] was schoolmeester aan den Burg. Het school was de tegenwoordige wagenmakerij van P. Luitse.
Kikkert verhaalde hoe Simon Keijser dingsdagavond zoo schijnbaar vriendelijk tegen hem was geweest. Zij waren anders altijd, zelfs van de jeugd af aan, elkander vijandig geweest, vochten reeds als schooljongens. Dan was Hofstee altijd aan de zijde van Kikkert.

18 Juny 1865. Mijn voorstel aan broeder Romke en Jakob dat Grootmoeder de gelden zal voorschieten voor de opleiding, die Samuel wenscht tot Docent bij ‘t Middelbaar onderwijs, vindt geen bijval. 2500 gulden en 3 jaar studeren aan een Universiteit zou daarvoor nodig zijn.

24 July 1865. Allen roemden zeer de vlijt en de uitstekende begaafdheden van Dirk, zoals Dominee van der Tuuk zeide, een der knapste, zoo niet de knapste student van de Akademie.

22 Augustus 1865. Brief aan Samuel: Dirk houdt zich vlijtig met de studie bezig. Gedurig doet hij een togt tot het opzamelen van planten.
Meester Glijnis maakt met zijn leerlingen reeds gebruik van de nieuwe school.
De uitwendige vertimmering van de gereformeerde kerk is nog op verre na niet afgeloopen, zoodat onze Doopsgezinde kerk nu iederen zondag 2 maal dienst doet.

18 September 1865. Samuel komt tot 26 September uit Hengelo bij den Heer Dijk, over Amsterdam. Hij gaat in Groningen studeren, kamer gehuurd voor 8 gulden per maand, 50 cent per middag voor het eten.

2 December 1865. Ik vraag Dirk en Samuel wat Menno worden moet. Samuel ried aan Menno op een Gymnasium te doen.

27 December 1865. Brief aan Samuel te Groningen:[Over schoolkeuze Menno] Gij moogt de zaak met Dirk of met elk ander, die u inlichting kan geven nog wel eens ernstig bespreken. De tijd nadert, dat er een beslissing genomen moet worden.

februari 1866. Schoolkeuze Menno, misschien militaire opleiding te Utrecht voor arts.

8 Mei 1866. Brief aan Samuel: Ik hoop dat gij en Menno het regt genoeglijk samen hebben zult en dat gij hem tot een trouw leidsman zult strekken, hem doende erkennen, zoo ‘t noodig mogt zijn, dat het eenige doel waarom hij in Groningen is, de studie is. Dat gij u beiden zult vasthouden meer en meer aan de beginselen van spaarzaamheid op geld en tijd, hoop en verwacht ik.
Gij kunt aan Menno wekelijks geven 50 cents als zakgeld waarvan hij zijn reiskosten, vertering, sigaren enz. moet bestrijden. Van wat gij verder voor hem uitgeeft, voor kamerhuur, eten, wasch en diergelijke moet gij naauwkeurig afzonderlijke aanteekening houden.

23 Mei 1866. Samuel wilde van de zomer alleen examen doen in scheikunde, natuurkunde en cosmographie, daar hij zag niet klaar te kunnen komen met de rest.

28 Mei 1866. Brief aan Samuel en Menno te Groningen: De schets die Samuel mij geeft van de wijze waarop hij werkzaam was 16 uren daags onophoudelijk door, is wel zoodanig, dat ik zeggen moet, dat is op den duur niet vol te houden. Wanneer gij opmerkt, dat ligchaam en geest beide onder den arbeid beginnen te lijden, is het alleszins goed te keuren, dat gij dien zoodanig wijzigt, dat ligchaam en geest niet alleen vaardig blijven, maar toenemen in kracht.

22 Juny 1865. Brief aan Samuel: Gij schijnt u wel wat te verontrusten over uw examen. Hebt gij gedaan al wat in uw vermogen staat, dan kunt gij geheel gerust den afloop verbeiden. Gij moet niet uit het oog verliezen, dat die Heeren, die u daar examineeren, ook menschen zijn en tevens zoals men mag vertrouwen, welwillende menschen, die niets liever zullen zien dan dat uw examen goed afloopt. Wees maar vooral niet te haastig en overijld in uwe antwoorden. Dat ligt nog wel wat in uwe natuur.

30 July 1866. Dirk kreeg berigt uit Groningen, dat hij op de voordragt staat als Leeraar in de Natuurkundige Wetenschap aan de Burger Dag- en Avondschool (voor 1400 gulden). Hij kan zijn tegenwoordige betrekking erbij waarnemen (800 gulden).
Samuel moet zijn examen uitstellen wegens zijn ziekte.

7 October 1866. Brief aan de zoons te Groningen: Ik ben van het nut en de noodzakelijkheid daarvan [plan van Menno om lid te worden van een Societeit] volstrekt niet overtuigd. Voor die 3 gulden jaarlijksche contributie kunt gij u wel een ander en beter genot verschaffen. Uw zakgeld blijft alzoo op 25 cents per week bepaald. Ik durf niet meer toestaan omdat ik vrees, dat ‘t naar het koffijhuis gebragt zou worden waar gij, noch een van uw kameraden iets te maken heeft.

22 February 1867. Menno schrijft: Ik heb vast het plan om als Officier van Gezondheid naar de Oost te gaan. Ik geloof dat u niet meer voor verandering behoeft te vreezen.
Hij was nu in de 4de klasse van ‘t Gymnasium.

14 Mei 1867. Samuel in den Haag geëxamineerd, verkreeg de Acte voor Natuurlijke Historie. Voor Scheikunde en Kosmographie had hij een goed examen gedaan, voor Natuurkunde niet.

27 Juny 1867. Naar den Helder, Haarlem, Westzaan, Amsterdam, daar Aurelia en Griet op de Lemsterboot bezorgd. Westzaan, Amsterdam, Utrecht. Toelatingsexamen Menno. Westzaan, Velzen, enz.
28 Juny 1866. Promotie van Dirk als Doctor in de Philosophie.
6 July 1867. Terug op Texel, waar ik alle mijne kinderen in welstand vond.

16 July 1867. Jan Koning over het onderwijs: alleen lezen, schrijven en rekenen is voor de landbewoners noodig. Hoe meer geleerdheid hoe slimmer. Zij wordt alleen gebruikt om onkundigen uit te zuigen.

2 September. Menno vertrokken naar Utrecht om opgeleid te worden tot Officier van Gezondheid.

5 February 1868. Bok hier een visite gemaakt. Gesprek meest over de zaken van de dag, over de Texelaars en hunne weinige beschaving.
Hij zegt: dwaas dat Simon Keijser zijne dochters niet naar eene kostschool had gezonden.

9 February 1868. Katrina en Sina en ik des middags bij Boetje aan de Waal gegeten met Meester Muller van de Koog (hij had in een half jaar geen vleesch geproefd).

10 February 1868. Nutsvergadering. Vervolgens de Ondermeester Kühn van ‘t Oude Schild een mooi vers van eigen maaksel over Terschellings jongste zeeramp.

16 February 1868. Ik las nu in het Handelsblad dat Samuel op de voordragt stond als leraar aan de Burger dag- en avondschool te Leeuwarden.

16 Maart 1868. Gesproken met de familie Timmer over wat Jan worden moest. Hij wilde gaarne Officier worden, maar, zeide de vrouw, wij hebben geene middelen. Ik zeide haar eens inzage te willen verschaffen van het boekje “Wat moet mijn zoon worden?”

22 Maart 1868. Aan de Waal even bij Gerbrand Dros vernomen of hij spoedig aan zijn zuster in Amerika schrijft (van de week). Zijn zoon Gerbrand solliciteert als hulponderwijzer te Cocksdorp, had reeds gesolliciteerd te Vollenhove.

31 Maart 1868. Des voormiddags naar ‘t Oude Schild, begrafenis van Pietje Alberts Mulder, aan Typhus in een paar dagen overleden. De Hulpmeester Kuhn was er voorlezer, daar Meester Gersser mede zeer gevaarlijk ligt aan Typhus.

11 April 1868. Menno gelukkig veel beter. Hij des namiddags bij Monsieur Glijnis (verjaart).

20 April 1868. Boetje des morgens hier. Hij heeft Schoolbezoek aan den Burg en des namiddags bij Verberne en Glijnis. Tusschenbeide te paard naar de Koog, begrafenis van Martje Jans Daalder.

21 April 1868. Boetje Schoolbezoek. Des avonds komt hier zijne moeder en broeder Gerbrand. Zij vertrekken met hem met de wagen van weduwe Dijksen.

22 April 1868. Boetje Schoolbezoek aan den Hoorn en Oude Schild.

18 Mei 1868. Krans bij Vrendenberg. Boetje had er dien middag gegeten na een vergadering op het Raadhuis, waar over schoolzaken moest gehandeld worden.

19 Mei 1868. Samuel had in den Haag examen in de Chemie gedaan, buitengewoon goed. Veel gepraat over zijn examen, over de recensie van zijn boekje over Dierkunde, waarin Winkler veel onkunde verraadt, over de uitzichten op Leeuwarden, enz.

16 July 1868. Later komen hier Glijnis en de Heer Hennes, onderwijzer in de Bijzondere school voor uitgebreid Lager en Middelbaar onderwijs aan de Kinderdijk voor rekening van de Heeren Smit enz aldaar. De Kinderdijk is een plaats bloeijende door zijn fabriekswezen.

5 Augustus 1868. Koolwerf, medeleerling van Menno, bij hem geloogeerd. De Kweekschool van Menno wordt van Utrecht verplaatst naar Amsterdam. Menno behoeft daar pas 1 October te zijn.

31 Augustus 1868. Met Menno op reis gegaan. Menno reed met de vigilante naar ‘t spoor, ik liep. Even bij Meijer, die de kleren nog niet klaar had. Hij zei de knoopen voor Menno niet te kunnen krijgen. Bij Dyserink om hem een boek te brengen.
Wij te 10 uur 40 minuten op ‘t spoor naar Amsterdam. Bij Anna Paulowna kwam Huizinga van Wieringen met zijn dochter Regina bij ons in de wagen. Zij ging weder naar Arnhem naar de Kweekschool voor onderwijzeressen, waar zij in het 2de jaar met genoegen was.
Menno op het spoor naar Utrecht, ik hem 62,50 ter hand gesteld. Met broeder Juriaan een aantal kamers bezien [voor Menno]. Te half 6 met de Prins van Oranje naar Zaandam. Naar Westzaan.

21 October 1868. Boetje noemt Hoogere Burgerscholen kweekplaatsen van het atheïsme.

6 December 1868. Zondag. Vannacht harde wind. Gepreekt te Oosterend. Bij Buisman aangetroffen Meester van Oost, was daar zeer goed tevreden.

15 January 1869. Nutsvergadering over de Schoolquaestie.

23 February 1869. Bok roemde zeer het verbeterd onderwijs te Cocksdorp, maar op Oost was het niet beter geworden. Het bleek dat hij met Meester Kwant [Quant] heel weinig op had. Dezen had vroeger in zijne armoedige omstandigheden een prospectus uitgegeven over een te schrijven werk over de vrijmetselarij (hij zelf behoort er echter niet toe). Hij had zoo inteekenaars gekregen tegen 1 of 1,50 gulden. Dit geld was meerendeels ontvangen en gebruikt, echter moest het werk nog geschreven worden. Hij scheen aan Bok een dwaas man te zijn en die juist daarom wel altijd blijven zou.
(in blad Hv Texel artikel over Meester Quant, nr 40)

14 April 1869. 25-jarig JUBILEUM op Texel. Wij elkander hartelijk gefeliciteerd. Wij wachten bezoekers in de achterkamer.
De Kerkeraad noodigt mij in de kerk, daar een groote menigte menschen, Bok en zoon, alle schoolmeesters, ook Monsieur Verberne, meer dan 150.

3 Mei 1869. Vrendenberg. Hij wilde nu na de gelukkige afloop van het examen van Adriana aan Glijnis een geschenk aanbieden, ongeveer in evenredigheid met hetgeen ik voor Menno gegeven had. Hij meende dat Glijnis mij met de onderwijsgelden nogal gespaard had en vroeg vertrouwelijk eenige inlichtingen daaromtrent. Ik gaf hem die. Ik had voor dat cadeau omstreeks 50 gulden besteed, maar Glijnis had mij altijd zijn rekening gezonden, die door mij altijd betaald was, evenals bij Vrendenberg voor Adriana.

15 July 1869. Des avonds met de post krijgt Dirk de Series der Hoogeschool en ziet met blijdschap dat ook zijn naam daarop gedrukt staat bij de Docenten van Hooger Onderwijs.

20 July 1869. Wij vernemen uit de Courant dat Samuel benoemd is als Docent aan de RHBS te Leeuwarden.

24 July 1869. Samuel ontvangt kennisgeving van de Minister van zijne benoeming aan de Rijks Hogere Burgerschool te Leeuwarden op een tractement van 600 gulden.

12 Augustus 1869. Menno wordt door Dirk in de laatste dagen sterk aan zijn werk gehouden. Samuel is steeds ijverig met vertalen bezig.

18 October 1869. Nutsvergadering. Voorts gesprekken over de oprigting van een Bewaarschool (door mij uitgelokt). Ik zoude misschien daarover eens een bepaald voorstel doen, er scheen echter niet veel sympathie voor te zijn. Men zag op tegen de kosten.
Voorts over de Bibliotheek waarvan Ensing verbetering wilde. Meester Brouwer wordt eenigzins heftig tegen hem. Niets besloten.

14 November 1869. Vanavond brief van Menno, ongunstige berigten over zijn finantiën.

28 November 1869. Brief van Menno, treurig van inhoud. Hij meldt mij het exorbitant cijfer van zijn schulden.

11 December 1869. Glijnis sprak overigens met veel lof over zijn leerling Johannes Cornelisz Eelman, maar roemde bijzonder de capaciteit van Jan Teunisz Timmer.

11 December 1869. Naar Cornelis Eelman, aldaar koffij gedronken en boterham gegeten.
Men had mij opzettelijk gevraagd om met mij te spreken over het plan van hun zoon Johannes om geen boer te worden maar Dominee. Men meende echter dat hij niet in staat was het benoodigde te leeren. Ik meende hen die vrees te moeten benemen.
Eelman zag tegen de uitgaaf van een 10.000 gulden waarop men zijn studiekosten beraamde, niet op. Hij zou naar een RHBS moeten in Haarlem, en dan naar Amsterdam.
[Huizinga besprak een en ander met Vrendenberg en met Bakels, die dacht Johannes beter op een Gymnasium te plaatsen].
30 December 1869. Burgemeester Loman zou eens onderzoeken naar een geschikte inrigting van onderwijs voor Johannes Eelman. Hij had daarover zijn broeder de Professor gesproken, deze had aanbevolen een Gymnasium, waarvoor Haarlem, Deventer of Assen in aanmerking komen, en kende ook geschikte personen bij wie de jongeling in huis genomen kon worden.
Ik ging er met C. Eelman over spreeken. Wij bepaalden dat ik naar de conditie zou informeren, maar den volgenden dag zond hij mij een brief dat zij besloten hadden van het studieplan af te zien.

12 December 1869. Des voormiddags naar den Heer Glijnis om te spreken over de vorderingen van zijn leerling Johannes Cornelisz Eelman, die mij niet toevielen. Hij was voor een half jaar aan ‘t Engelsch en eerst onlangs aan ‘t Fransch begonnen. Glijnis sprak overigens met veel lof over van hem, maar roemde bijzonder de capaciteit van Jan Teunisz Timmer.

15 December 1869. In de Staatscourant staat de benoeming van Dirk als Professor te Groningen.

16 December 1869. Brief van Leyds dat Menno voor zijn examen was gezakt. Van hemzelf geen berigt. Ik besluit om naar Amsterdam te gaan.
Naar Menno’s kamer in de Warmoesstraat bij de wed. Löser. Menno was gelukkig wel in Amsterdam. Hij had plan gemaakt met enkele andere jongelui, die zich in den zelfden troosteloozen toestand bevonden, naar Amerika te gaan. Ernstige gesprekken met hem tot 2 uur des nachts.
Dat ik terstond den slaap niet vatten kon, laat zich denken. Daarbij kwam nog een vreesselijken stormwind, die onze woning beukte, zoodanig, dat alle ramen kletterden en het vreesselijk gedruisch mij telkens uit akelige droomen deed wakker schrikken. Het bleek later dat die stormwind zich over een groot deel van Europa had doen gevoelen en overal veel onheil had gesticht. De winddruk was te Nieuwe Diep slechts 127, maar te Utrecht en Groningen 150 ponden.
18 December 1869. Menno medegenomen naar Texel.

20 December 1869. Hedenmorgen begonnen met Menno dagelijksch Latijn te lezen.
Het komt ons voor dat Ensing de familie Bok zeer goed op de hoogte houdt van alles wat ons betreft en wat hij hier verneemt. Zoo scheen Bok ook al mijn bezorgdheid over Menno gedeeld te hebben.

15 January 1870. Wij hadden vandaag in ‘t Handelsblad gelezen de brief uit het Noorden waarin de keuze van Dirk in de plaats van Deen met bijzondere lof vermeld wordt.

15 February 1870. Gisteravond Nutsvergadering. Meester Muller deed de Redevoering over de Kweekschool voor Zeevaart te Amsterdam en Leiden die hij zeer aanbeveelt.

21 Maart 1870. Vrendenberg verhaalde dat Bosch van Oosterend, afgescheiden predikant, bij Bram v.d. Zaal oefeningen hield en dan met rijtuig van Bok gehaald en gebragt werd. Men vond dit zeer inconsequent van de man, die nu Foreest niet meer in de Kamer wilde om zijn ijver voor de Christelijke (niet neutrale) school.

8 Mei 1870. Nog steeds geen berigt van Menno, ongerustheid.
Katrina des namiddags visites gemaakt bij Bok enz. Sina meent dat haar kleeren niet goed genoeg meer zijn om mede uit te gaan. Sien wil een eigen middel van bestaan zoeken en spreekt er over om bij ‘t onderwijs te gaan, doch ik zie niet gaarne mijn huisgezin nog kleiner worden.

9 Mei 1870. Brief van Menno. Hij erkent eenige tijd vergeten te zijn, dat op een welgeslaagd examen nog meer moeten volgen. Hij wil nu beginnen met in ‘t Gasthuis te loopen.
Veel correspondentie over Menno. Besloten wordt dat Menno na de bevalling van Koos in Groningen bij Dirk zal komen.

15 Mei 1870. Samuel schreef dat hij benoemd was tot lid van de Commissie voor ‘t afnemen van Eindexamens aan de HBS.

20 Mei 1870. Des namiddags brief van Dirk, met ingesloten een van Menno, waaruit mij blijkt het verbazend cijfer zijner schulden en zijn diep rampzalige toestand.

29 Mei 1870. Den Heer Bok is gister terug gekomen van Haarlem, waar hij 6 weken lang als Schoolopziener examens had afgenomen.

6 Juny 1870. Bij Jakob Kuiper koffij gedronken. Hij spreekt erover dat hij gaarne wil dat zijn oudste zoontje, die goed schijnt te kunnen leeren, geen boer worde, maar eenig studievak kieze. Ik raad hem aan hem spoedig bij Glijnis ter school te zenden.

29 Juny 1870. Een paar dagen naar Amsterdam geweest om in ‘t belang van Menno werkzaam te wezen. Ik hoop dat alles daar nu goed gaat en dat de dwaze en verderfelijke spilziekte mijner zoons nu ook in de jongste zijn toppunt zal hebben bereikt om door een staat van gezond denken en willen en wijs handelen te worden opgevolgd.

31 July 1870. Zondag. Veel gesprek over Willem Bok. L.l. vrijdagmorgen kreeg ik een briefje van Johannes Bok met het treurig berigt dat zijne broeder Willem gevlugt was naar Engeland. Ik omstreeks 12 ure naar de familie Bok. Ik vond Mevr. Bok en dochters zeer treurig. De oude Heer was nog niet terug van schoolbezoek op Terschelling.
De oude Bok was zaterdagnacht te huis gekomen, zijn vrouw had hem 's morgens de treurige tijding medegedeeld. Eerst aandoenlijk toneel, later wilde Bok niet dat er een enkel woord over gesproken werd.

23 Augustus 1870. Des namiddags het verwachte bezoek van kapitein Aris List en vrouw en Sijbrand Pietersz Koning en vrouw en Jakob Roeper en vrouw. Onder de mannen vooral veel gesprek, vele verhalen van kapitein List over zijne reizen enz, zijn bezoeken aan de binnenlanden van Java met de zoon van zijn patroon Lels, die overal vrij wat merkwaardigheden had opgezameld voor de school waar hij vroeger was te Dresden. Samuel verlangde ook zeer dat hij alzoo in ‘t bezit van naturaliën mogt komen.

26 Augustus 1870. Samuel wenschte gaarne van mij te weten of hij in den naasten tijd nog op een voorschot van mij van 500 of 1000 gulden kon rekenen om de kosten van Promotie en huwelijk te voldoen. Ik heb te kennen gegeven dat ik het in beraad zou houden, daar ik eerst weten moest welke geldelijke pligten er ten aanzien van Menno nog op mij zouden rusten.

20 September 1870. Huisbezoek Oost, Zevenhuizen en Nieuwe Schild.
Op Oost den Heer Bok ontmoet, die daar was als Schoolopziener.

12 October 1870. Ik des avonds bij Doctor Ensing, aldaar Vrendenberg en Loman.
Hij [Loman] sprak voorts over de noodzakelijkheid om het Lager Onderwijs hier op een betere voet te brengen. Daartoe wilde hij nu weldra aan den Burg een voorstel doen, voordat het aftreden van Meester Brouwer daartoe zou dringen, om een geheel nieuwe school te stichten en daaraan te verbinden eene inrigting voor Uitgebreid Lager Onderwijs (U.L.O.), waarvoor men trachten moest den Heer Glijnis te behouden, die, kwam deze zaak niet tot stand, buiten twijfel eenmaal zijne betrekking hier op Texel zou moeten opgeven. Doch hij voorzag dat hij in den Raad met groote moeijlijkheden zou hebben te worstelen.

19 October 1870. Woensdag. Katrina en Sina des avonds bij Jet Ensing, aldaar Margo en Rina, en Lina Bok. Katrina beklaagde zich dat zij zich op die gezelschappen zoo verveelde en zelve vervelend was.
Hierover spreekende verklaarde zij dat zij zeer gaarne op eene Meisjesschool geplaatst wilde worden om zich te bekwamen tot onderwijzeres in eenig vak, bijvoorbeeld Natuurlijke Historie, zij wilde gaarne zichzelve eene positie in de maatschappij verschaffen.
Wij kwamen eindelijk overeen in het besluit dat ik eens per brief zou informeren naar zoodanige inrigting te Haarlem, of elders, en de voorwaarden van toelating.

21 October 1870. Ik intusschen brief geschreven bij dien van Katrina aan Dirk, om zijn gevoelen te vragen over haar plan om zich te laten vormen tot onderwijzeres.

28 October 1870. Van Dirk hadden wij ook dezer dagen een uitvoerigen brief ontvangen over het plan van Katrina om onderwijzeres te worden in Natuurlijke Historie. Dirk raadde haar aan liever aan Nederlandsche Letterkunde. Zij leest nu druk Van Kampen “Nederlandsche Letterkunde” en betoont veel studieijver. Wil zich ook met kracht op het Fransch toeleggen, daartoe Langenscheids “Zelfoefening” besteld.

30 October 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg (over de Oorlog).
Des namiddags Meester Klok van de Koog hier. Met hem gesproken over zijn catechiseren aan de Koog met Doopsgezinde kinderen. Hij zou zich het boekje van Grosjean aanschaffen en in die geest onderwijzen, vervolgens verslag van de vorderingen der kinderen indienen. Hij was vroeger ondermeester te Opperdoes.

17 November 1870. Brief aan Samuel: Over geldlening: Vindt gij het billijk dat ik blijf voortgaan met fournissementen ook ten aanzien van mijn beide oudste zoons, ook nu terwijl zij in betrekkingen zijn geplaatst die winstgevender zijn dan ik ze ooit heb mogen verkrijgen?
Over Katrina: Waar ‘t noodig is, blijft zij echter in de huishouding de behulpzame hand bieden. Ik verheug mij zeer dat zulks met hare studie gepaard kan gaan, want ik zou mij zeer ongelukkig gevoelen als zij voor haar doel terstond het huis moest verlaten. Wij hebben het nu zoo regt genoeglijk met elkander, haar vertrek zou voor Sina en voor mij een zeer groot gemis zijn.

25 November 1870. Katrina naar Glijnis om de eerste les te ontvangen. Zij komt zeer vergenoegd terug, vol moed. Glijnis raadt aan haar Latijn te leeren.

27 November 1870. Met Monsieur Glijnis gesproken over het plan van Katrina.
Gesprekken over verschillende van zijne en mijne leerlingen. Hij prijst Jan Timmer om zijne vorderingen, vreest voor hem de pedanterie.

4 January 1871. Bakels geeft Katrina les in ‘t Engelsch.

10 January 1871. Berigt van de hospita van Menno, dat hij al sedert een week was weggegaan en nog niet terug was. Met Vrendenberg er over gesproken. Katrina en Sina schrijven aan Samuel en Dirk.

13 January 1871. Des namiddags, Gode zij dank, een brief van Menno uit Amsterdam, met bitter beklag, dat hij weer van den regten weg was afgeweken en nu ook nog met een donkere toekomst voor oogen wegens de verbolgenheid zijner Officieren op hem.
Telegram van Dirk, dat hij na Sientjes brief ontvangen te hebben, terstond naar Amsterdam zou gaan (maakte met Kolonel van Hasselt in orde dat Menno eenige maanden bij hem in Groningen zou komen).
De overgezonden schuldenlijst van Menno bekommert ons zeer.

14 January 1871. Brief aan Samuel over Menno: Zoodat ‘t niet onmogelijk is dat hij zijn dwaasheid met ‘t vonnis van wegzending zal moeten boeten.
De Burgersociëteit heeft hier een Werkverschaffing: touwpluizen, zakjes plakken, in ‘t leven geroepen.

2 February 1871. Brief van den Minister dat aan Menno een verlof van 6 maanden is gegeven zonder tractement. Ik schreef aan den Minister om ‘t behoud der toelage voor Menno te verzoeken.

27 Maart 1871. Brief van Bolten uit Amsterdam, dat als ik [Huizinga] niet voor Menno betaalde, hij alle fatsoenlijke en onfatsoenlijke middelen zou aanwenden om aan zijn geld tekomen. Vrendenberg meende dat ik mij daar niet om behoefde te bekommeren.

27 April 1871. Brief van 2 praktizijns over de schuldvordering van Bolten aan Menno. Bok hierover geraadpleegd, deze zei dat men in rechten niets tegen mij kon doen, maar beval voorzichtigheid aan, daar men hier te doen had met menschen, die geen middelen ontzagen.

1 Mei 1871. In de Waal bij Kuiper, deze vertelde dat het oudste zoontje van zijn zoon Jakob nu naar Glijnis ging, om vervolgens te studeeren, wijl er met de boerderij zoo weinig vooruitzigt was.

25 Mei 1871. Donderdag, ik bezocht Dirk Mooijen en vrouw die het oudste dochtertje, 8 jaar, aan roode hond verloren hadden. L.l. maandag ging het nog welgemoed naar de school.

1 Juny 1871. Van Vledder voer hevig uit op de schoolmeester Teunis Keijzer.

18 Juny 1871. Des namiddags bij P. Boon Johannes Eelman ontmoet, die mij zeide dat hij nu Doctor wenschte te worden en reeds met Latijn begonnen was met Jan Timmer, maar nog altijd zocht naar een leermeester. Ik zei dat hij dan maar eens bij mij zou komen, op morgen bepaald.

19 Juny 1871. Jan Timmer en Johannes Eelman latijnsche lessen bij mij opgezegd uit Kuhne.

22 Juny 1871. Brief van Dirk met een zeer gunstig getuigenis van Menno, die vandaag hier verwacht wordt.

23 Juny 1871. Menno komt. Deze geeft eenige ophelderingen omtrent zijne betrekking tot zijn Officieren, waarbij de karakters van deze min gunstig uitkomen.

24 Juny 1871. Jan Timmer en Joh. Eelman hier voor latijnsche les (elke week).
Brief van Dolfina aan Samuel: Menno is hier vrijdagmiddag gekomen. Hij is een geheel ander mensch geworden, dunkt mij, zoo flink en bedaard. Mij dunkt, daar behoeft men in ‘t geheel geen zorg voor te hebben. Hij riep erg over ons woonvertrek [op de Oosterkade].

30 Juny 1871. Bij Teunis Timmer, gesproken over de reis van Dirk van Harlingen naar Texel a.s donderdag, om het niet varen van de [stoomboot] Zijlstra nu met Timmer. Gesprek over Jan zijn studieplan. Ik herinner dat de studie der Geneeskunst veel tijd en geld kost, doch dat het Jan aan capaciteiten daarvoor niet ontbreekt. Het geld blijft groot bezwaar. De ouders zeggen niet dat dit bezwaar te overwinnen is.

30 Juny 1871. Gesprek met Menno voorwaarde voor het koopen van een nieuw pak kleeding. Hij wil dat gaarne om zoo mogelijk te beter in huiselijke kringen te Amsterdam te kunnen verschijnen. Eindelijk toegestaan op goede beloften van hem.

1 July 1871. Menno naar de diligence gebragt voor Amsterdam, waar hij zich moest vertoonen aan Van Hasselt enz om weer in ‘t genot van zijn tractement gesteld te worden.

14 July 1871. Menno moet, als hij weer in Amsterdam gaat studeren, onder streng toezicht staan ( als bijvoorbeeld Holkema en anderen te Groningen onder Lorgion).
Laatstleden dingsdagvoormiddag had ik hier mijne latijnsche leerlingen Jan Timmer en Joh. Eelman in praesentie van Dirk en Katrina. Dirk examineerde ze in Wiskunde, Engelsch, Fransch, Duitsch, Geschiedenis oudere en nieuwere. Het bleek dat zij van alles vrij goed op de hoogte waren. Hij wees hier verder aan wat nog geschieden moest eer zij admissie examen konden doen en achtte een spoedige plaatsing op een Gymnasium noodig.

5 Augustus 1871. Dominee Huidekoper hier. Bespeurende dat Menno ongaarne naar de Oost wil gaan, biedt hij aan geld te verschaffen om hem van den Dienst vrij te koopen, 2100 gulden, als Menno zorgen wil dat hij aanstaand jaar September Arts is, en dan hoeft hij maar 1500 gulden terug te betalen.

21 Augustus 1871. Den Heer Fogteloo, leeraar Handelswetenschappen en Gymnastiek te Alkmaar, thans in zijn vacantie hulponderwijzer (als weleer) te Cocksdorp. Hij beviel mij vooral door zijn voortreffelijk voorlezen.

11 October 1871. Des voormiddags Gerbrand Dros jr. hier om te spreken over Nederlandsche Mettray als plaats voor zijn broeder Douwe, 12 jaar oud, voor het onderwijzersvak. Ik geef hem het Reglement mede.

5 September 1871. Des namiddags Katrina, Sina, Janneke en Menno naar de Tent, aldaar Bolding, Harting, Glijnis en zijn kostschoolleerlingen.

12 October 1871. Bok beklaagt zich zeer over de staat van het schoolonderwijs hier onder Brouwer. Het Gemeentebestuur moest die nu noodzaken zijn post neer te leggen.

14 October 1871. Des avonds Henriëtte Bok hier om te vernemen naar de prijs der lessen van Glijnis.

22 October 1871. Gerbrand Dros wil zijn zoon Douwe naar Nedelandsche Mettray zenden.

27 December 1871. Katrina is in Sapmeer, heeft al een zeer genoeglijke samenkomst met Professor Moltzer gehad.

1 January 1872. Katrina is zeer gelukkig in hare afwezigheid van hier. De lessen van professor Moltzer bevallen haar uitstekend.

23 January 1872. Brief Katrina. Moltzer had hare kennis van de grond der Taal nog te gering bevonden. Zij moest daarin nog privaatlessen nemen. Ze stelde nu voor om dit te doen bij den Heer Franken te Sapmeer, terwijl tante Obbina haar met plezier nog 3 maanden houden wilde. Brief goedkeurend beantwoord.

28 January 1872. Zij, die ik de grootste onrustmakers op mijne catechisatie vond, waren dat bij Monsieur Glijnis op school, en daarom weggezonden.

2 February 1872. De Heer Risselda van Sneek hier. Ik bragt hem naar ‘t Oude Schild. Ik dronk bij Wassenaar thee, Meester Muller aldaar. Met hem gesproken over ‘t schoolverzuim enz, waaromtrent hij mij zijne gedachten schriftelijk zou mededeelen.

4 February 1872. De voorzanger Dros komt mij zeggen dat hij met 1 Maart als hulponderwijzer gaat naar Hoedekenskerke bij Goes.

2 Maart 1872. Bij Meester Brouwer Meester Klok aangetroffen. Gesprek over schoolverzuim enz. Bij hem vrij gering. Hij had 77 leerlingen te boek, doch kon er maar 60 plaatsen, die doorgaans kwamen.

20 Maart 1872. Sina naar Leentje Vrendenberg om haar te helpen met het onderrigt der kinderen in de brei- en naaischool.

1 April 1872. Groot feest: in het lokaal van de Werkverschaffing worden de werklieden getracteerd op brood met ham en koffij, de schoolkinderen op chocolade, koek en brood. Optogt, zie selectie “de 1 Aprilfeesten van 1872”.

11 April 1872. Schoolfeest om de verjaring van Glijnis.
Des avonds 7 uur (op uitnoodiging) naar de school van Glijnis, hem gefeliciteerd met zijne verjaring. De school was als schouwburgzaal ingerigt en weldra gevuld met kinderen en de ouders van dezen en verdere genoodigden. Er werd toen door de leerlingen van nu of vroeger vier tooneelstukjes opgevoerd van ruim 7 tot half 11 uur, wat zeer goed voldeed. Zeer onderscheidde zich Cornelis Loman. Bovendien werd zeer goed gespeeld door Lize Langeveld, Van Putten, Jan Timmer, Johannes Eelman, Helena en Marie Blom, Christina Koning, Emilie Dijt en anderen.
De school was zeer netjes versierd. De notabiliteiten van den Burg waren er vereenigd. Na ons vertrek zouden de oudste jongelui nog pret maken.
Ik beklaagde mij naderhand in stilte zeer, dat ik de toespraak die Glijnis aan het einde tot de vergadering hield, niet openlijk beantwoord had, doch terwijl ik wachtte dat een der ouders het zoude doen, ging de gelegenheid voorbij.

19 April 1872. Des namiddags naar Driehuizen bij Dirk Koorn. Zijn zoon Dirk is nu bij A. Kievit in Eijerland om in huis en tuin eenige diensten te doen en tevens de kinderen te leeren, wijl zij te ver van den school af wonen.

29 April 1872. Met Dominee Bakels langen tijd in den tuin gewandeld om de vraag te bespreken of wij (hij in de kwaliteit als lid der schoolcommissie) morgen bij de begrafenis van den Heer Bok ook nog een woord openlijk aan het graf zouden spreken, hetgeen hij niet afkeurde (toen wij des avonds 12 uren thuis kwamen heb ik dan ook nog ene toespraak ten dien einde gesteld).

30 April 1872. De Heer Bok begraven. Bij de begrafenis talrijke vergadering, de hele familie, het plaatselijk bestuur, het geheel personeel der schoolmeesters en de predikanten Bakels, Koekebakker en Huizinga. Wij gingen in een langen trein naar het Kerkhof. Bij het graf sprak ik een woord vooral om in dankbare herinnering te brengen wat Bok voor Texel geweest was. Aan het sterfhuis teruggekeerd dankten velen mij voor het gesproken woord.

8 Juny 1872. Sina des namiddags weder naar Leentje Vrendenberg om haar te helpen met de schoolkinderen.

28 July 1872. Bakels benoemd tot Schoolopziener in plaats van Bok.

31 Augustus 1872. Van Jan Timmer en Johannes Eelman, die naar Haarlem gaan naar de Latijnsche school, een zilveren brilledoos gekregen, als dank voor de gegeven latijnsche lessen.

5 September 1872. Brief van Jan Timmer en Joh. Eelman uit Haarlem, meldende den gunstigen afloop van hun examen op gister. Beiden aangenomen op de Latijnsche school.

22 September 1872. Bakels hier laatstleden vrijdag komende van zijn eerste schoolopzienersreis naar de eilanden.

7 October 1872. Met Koekebakker naar de krans bij Wieringa. Deze verdedigt de stelling dat de Staat niet wel doet het Openbaar Onderwijs zoo goedkoop te stellen dat het Bijzonder Onderwijs daartegen niet concurreeren kan. Hij wilde dat de Bijzondere School regel, de Staatsschool aanvulling hebben.

10 October 1872. Naar de Koog. Meester Klok is naar Haarlem om zijn examen als Hoofdonderwijzer te doen.

1 November 1872. Van voormiddag Gerbrand Dros, hulponderwijzer te Hoedekenskerke nu met de rang van hoofdonderwijzer, hier koffij gedronken. Hij verhaalt van zijn examen. ‘t Was zeer genoeglijk geweest. Hij was zeer vrijmoedig omdat hij zich bewust was alles gedaan te hebben wat hij kon, met nacht en dag te studeeren (hij oefende zich bij mij in ‘t boeken innaaijen wat hij zeer aangenaam vond). Gesprek over de grond voor ‘t geloof in Onsterfelijkheid. Wij stonden daarin zeer goed te zamen. Ik gaf hem ter leen het boek van Aebli over dat onderwerp.

3 November 1872. Christina Vrendenberg weer afgewezen voor akte in ‘t Fransch. Glijnis zeer verontwaardigd.

4 November 1872. Brief aan Dirk: over Ko: Ik heb er wel genoegen in want ons gezin is nu waarlijk niet te groot om zulk een knaapje daarbij te hebben en daar hij toch geheele dagen bij Monsieur Glijnis zal zijn, ook om zijn schoolwerk af te maken, en hij hier alleen komt eten en slapen, zoo is de verbindtelijkheid, die soms nog al lastig kan zijn, ook minder groot.
Betje Vrendenberg is schoolhouderes te Buiksloot.

17 November 1872. Des morgens komt broeder Juriaan met Catharina en Ko [die bij Huizinga zal wonen en bij Glijnis op school zal gaan].

20 November 1872. Ko vanmorgen voor ‘t eerst naar de school, des namiddags met de jongens gewandeld.

30 November 1872. Ko was gisteren zeer verblijd wijl hij begonnen was Fransch te leeren. Hij is alle dagen altijd even opgewekt en vrolijk.

7 December 1872. Brief aan Samuel en Dolfina: Broeder Juriaan is zoo opgewekt als hij zijn kan. Daartoe draagt ook veel bij dat Ko, die hier blijven zal, zich hier zoo regt naar genoegen bevindt en geen oogenblik lust heeft om Texel weer met Groningen te verwisselen. Wij stellen ons van hem ook regt veel genoegen voor en hebben het reeds, want wij leeren hem kennen als een regt aardig en gezeggelijk kind, die onder goede leiding zich zeer goed ontwikkelen zal, al heeft zijn leermeester in Groningen hem steeds voorgesteld als stomp en onbevattelijk, die van alle inspanning moet worden afgehouden. Broeder schijnt ook overtuigd te zijn, dat hij hier regt goed geplaatst zal wezen. Hij eet en slaapt hier en is overdag bij Monsieur Glijnis op school tot ‘s avonds 9 uur.

16 December 1872. Christina Vrendenberg zal mogelijk in Amsterdam een plaats vinden op eene jonge jufvrouwen kostschool. Betje komt wellicht weer te huis omdat de school des winters niet zooveel geeft dat zij buiten hare kosten nog wat overhoudt. Adriana is te Warnsveld best te vreden.
Bakels had vandaag de school aan Koog en Waal bezocht.

10 February 1873. Ko op de jarigheid van Bernard Loman. Glijnis vond Ko zeer onbevattelijk en slecht van geheugen. Hij had er geen op school die zoo slecht las. Eenmaal was hij koppig geweest, overigens gezeggelijk.

13 February 1873. Brief van Menno van zeer treurige inhoud, mededeelende dat hij schulden had gemaakt tot een aanzienlijk bedrag, en dat hij dacht iets anders te moeten beginnen omdat hij niet vergen mogt dat ik meer voor hem betaalde. Ik schreef een uitvoerige, opwekkende en bemoedigende brief.

20 February 1873. Dominee Nijenhuis van de Cocksdorp zegt: Tusschen Roomschen en Gereformeerden was het thans zeer gespannen. De pastoor verbood aan de Rederijkerskamer deel te nemen. Zoo ook dat jongens en meisjes naast elkaar op de schoolbanken zouden zitten. Dat was onzedelijk.

28 April 1873. Ko naar de school. Toen hij te huis kwam was hij veel vlugger, hij was weer goed vroolijk, zeide ook dat hij eerst wat tegen de school opgezien had.

15 Mei 1873. Brief van Katrina dat zij 28 Mei in den Haag examen moet doen, maar zij toont volstrekt geen ingenomenheid met ‘t plan dat ik haar zal opwachten en geleiden.

16 Mei 1873. Des avonds brief naar Katrina, dat ik bij ‘t plan blijf om haar in den Haag ter zijde te staan.

28 Mei 1873. Katrina doet haar examen in Den Haag. Ik geleidde haar naar ‘t Binnenhof naar ‘t Ministerie van Binnenlandsche Zaken, waar zij haar examen zou afleggen, eerst schriftelijk, terwijl ik de Tweede Kamer enz. bekijk. Om 12 uur met Katrina koffij gedronken. Om 1 uur mondeling. Ik in ‘t Bosch gewandeld en mevrouw Bok opgezocht. Terugkeerende vernam ik dat Katrina er dóór was. Zij was naar ‘t Telegraafkantoor, daar vond ik haar weder met Van der Kulk, die juist was aangekomen om de uitslag te vernemen.
Wij vervolgens in ‘t Bosch gewandeld. Te half 5 naar Baesjou aan de Table de Hôte, aan tafel ontvangen wij reeds een telegram van Dirk met felicitaties.

17 Juny 1873. Briefkaart van Menno dat hij de bevoegdheid als arts niet verkregen heeft, wat ons allen bedroefd [Menno blijft ondanks alle vermaningen weg tot 28 Juny, vader boos en verdrietig]. Hoe gaarne had ik de uitdrukking van een diep gevoel willen vernemen! Het bleek dat hij geheel onveranderd dezelfde was gebleven.

28 Juny 1873. Menno te huis gekomen. Ik moet bekennen dat ik bij zijn komst tamelijk koel was, na zooveel droeve ervaringen.
Ko heeft de laatste dagen veel pleizier in ‘t verwen van tuinstokken enz.

9 July 1873. Gerbrand Dros hier met zijne beminde van Hoedekenskerke, laatstelijk Middelburg. Hier thee gedronken. Hij is nu sedert laatstleden maandag weer hulponderwijzer aan ‘t Oude Schild. In Zeeland is het treurig met het onderwijs, veel schoolverzuim. Sommigen blijven wel 400 maal in een jaar weg.

13 Augustus 1873. Meester Brouwer heeft eindelijk besloten zijn ontslag aan te vragen.

30 Augustus 1873. (Samenvatting Ali) Ko bragt na de vacantie behalve een nieuwe schoolbank ook een aantal doelmatige gymnastiektoestellen mee.

3 September 1873. Eergister was Loman bij hem geweest, die hem verhaald had dat Westenberg i.p.v. de oude Langeveld wethouder was geworden, dat ook de hulponderwijzer Ensil zijn ontslag had gevraagd, dat het tractement voor de te beroepen hoofdonderwijzer was bepaald op 850 gulden, dat er een vergelijkend examen zal plaats hebben.
Des namiddags Bakels hier, over diezelfde onderwerpen gesproken. Hij zag nogal tegen dat vergelijkend examen op.

5 September 1873. Des avonds Johannes Eelman hier om afscheid te nemen. Hij gaat naar Amsterdam om zich daar voor de Registratie te bekwamen. Bij het heengaan waarschuwde ik hem ernstig voor het leven in eene groote stad als onervaren jongeling.
Daarna Wassenaar, komende van eene vergadering der Schoolcommissie.

22 September 1873. Brief aan Samuel en Dolfina: Katrina en ik, Sina en Koekebakker zijn regt gezond en wij allen tezamen voelen ons gelukkig. Als er iets is wat aan onzen geluksstaat knaagt is ‘t wel de onzekerheid waarin wij omtrent Menno verkeeren [was bezig met examen in Amsterdam]. Wij waren ongerust geweest over Ko, die woensdag reeds door Juriaan naar Harlingen gebragt was en pas zondagmiddag om 2 uur te den Burg was gearriveerd, daar ze eenige dagen met ‘t schip van Timmer in Harlingen waren blijven liggen door storm en tegenwind.
Ko was eerst wel wat wenstig, maar toen wij des namiddags met elkaar naar de Waal waren geweest en vooral sedert hij vanmorgen weer zijn plaats onder zijn schoolkameraden had ingenomen, was hij weer regt tevreden en vrolijk.

1 October 1873. Bij Glijnis de nieuwe schoolbank van Ko in zijne school bezien. Glijnis vroeg ook naar Menno.

2 October 1873. Menno berigt dat herexamen hem ontzegd was. Hij verlangt geld om zijn logement te betalen en wil dan vrijdagavond te huis komen.

8 October 1873. Menno thuis op Texel. Hij was mis op één vak, herexamen werd hem ontzegd.

16 October 1873. Bakels bij ons. Bolding is als lid van de Schoolcommissie benoemd. Maandag 8 dagen zal het vergelijkend examen plaats hebben. Er zijn omstreeks 40 sollicitanten voor de onderwijzerspost alhier.
Loman wilde gaarne Adriana Vrendenberg als hulponderwijzeres maar zij scheen er geen zin aan te hebben.

20 October 1873. Wieringa hier om te zeggen dat hij de Krans niet kon opwachten, daar hij op reis was naar de Koog, waar heden de nieuwe school zou worden ingewijd.

27 October 1873. Vervolgens Wassenaar hier (komende van het onderwijzersexamen) brood gegeten.

28 October 1873. Wassenaar hier, het examen afgeloopen. Kwant was een van de besten.

31 October 1873. Des avonds laat, half 11 Wassenaar hier, om op de wagen te wachten die hem (komende van schoolbezoek te Cocksdorp) naar huis zou brengen. Na vergeefs wachten besloot hij te wandelen om kwart voor 12.

13 November 1873. Gerbrand Dros van de Waal hier, zeer ter nedergeslagen dat hij no. 6 was van de adspiranten voor de hoofdonderwijzerspost aan den Burg, en dat hij niet opgeroepen zou worden om nog practisch examen te doen, maar slechts de 4 eersten. Hij wenschte dat ik voor hem bij de schoolopziener Bakels zou intercederen. Ik wees hem naar Bakels zelven die morgen aan de Waal zou komen.

17 November 1873. Wassenaar verhaalt van zijne bijwoning van het herexamen van de 4 uitverkoren schoolmeesters practisch met een troep leerlingen van Brouwer in de NIEUWE school, bij deze gelegenheid voor het eerst gebruikt. Een zekere Troll van …. zou wel de voorkeur krijgen.

21 November 1873. Menno [terug] van de zitting van de Raadsvergadering die hij had bijgewoond met Bakels. Er was een benoeming gedaan van een onderwijzer Troll van Wassenaar.

1 December 1873. [Menno is gezakt voor zijn arts-examen in Rotterdam. Hij is nu thuis].

5 December 1873. Dirk Keijser brent berigt van Glijnis dat zijn hulponderwijzer Van Putten plotseling overleden was. Pas naar het ouderlijk huis te Cocksdorp vervoerd.

7 December 1873. Zondag. Des voormiddags bij Glijnis. Zijn hulponderwijzer Van Putten plotseling overleden. Hij is over dit sterfgeval diep ternedergeslagen. Ik spreek van troost ontleend aan de gedachte aan God en onsterfelijkheid. Dit geeft aanleiding tot uitvoerige ernstige gesprekken. Het blijkt dat die gedachten geen vaste plaats innemen in zijn hart en dat hij tengevolge van dien geheel onvatbaar is voor troost. Hij meent dat elk ontwikkeld mensch die troost moet afwijzen. Ik stem toe, dat hier van geene mathematische bewijzen sprake kan zijn, maar dat dat geloof de eisch is van ons gevoel en dat wij niet minder gevoelige dan verstandelijke wezens zijn enz. Ik acht gemis aan Godsdienstig geloof naauw verbonden met daartoe leidende opvoeding en levenservaring.
Hij voert daartegen aan, dat hij zelf een streng godsdienstige opvoeding heeft genoten en dat hij steeds veel heeft gelezen en nagedacht over alle godsdienstige waarheden. Hij spreekt van mijn zoons, waarvan ook wel niet één mijn geloof zal deelen. Ik spreek mijn diep leedgevoel uit, dat hij welligt in dezen waarheid spreekt. Ik vind ten laatste geen vereenigingspunt met hem dan dit hoog belangrijke, dat alleen een deugdzaam leven naar den eisch des gewetens de beste rust verzekert en een kalm sterven voorbereidt.

12 December 1873. Volgens afspraak Bakels en Fokel en Herman hier den dag doorgebragt. Bakels bezocht inmiddels de scholen aan den Burg.

15 December 1873. Krans bij de Lang, aldaar alleen Bakels, die daar schoolbezoek hield.

21 December 1873. Jan Timmer komt een Latijnsch en Grieksch Lexicon vragen om daarmede in de vacantie te werken. Over Johannes Eelman sprekende zeide hij, op mijn vraag, dat hij wel wist dat hij zeer weinig werkte en wel uitging met Jan Kikkert of anderen. Daags 1 uur les scheen hem genoeg werks te zijn.

4 January 1874. Des avonds den Heer Troll hier, komende van den Hoorn. Morgen zal zijn school worden ingewijd.

5 January 1874. Ik te 12 ure even naar de inwijding der nieuwe School (een uitmuntend schoone dag). De plegtigheid der aanspraken van Burgemeester Loman, Meester Brouwer, Bakels (schoolopziener), Wieringa, Troll (onderwijzer), D. Bruin (vertegenwoordiger van de jeugd), was pas afgeloopen. De kinderen waren nu vrolijk met chocolade en koek. Gesprek met Troll en Dros.

16 January 1874. Vrendenberg en Jan Kalis hier met een inteekenlijst om aan Meester Brouwer een geschenk aan te bieden.

4 Maart 1874. Menno neemt afscheid van Dominee Vrendenberg, zeer ontroerd door diens woorden. De tranen kwamen Menno nog in de oogen, toen hij ‘t aan Katrina en mij mededeelde. Het deed ons innig goed hem zoo gemoedelijk te zien. Dominee probeert hem te doen erkennen dat de vervulling van zijne eigene en onzer aller wenschen zijnerzijds aanhoudende krachtsinspanning vorderde [Menno gaat proberen de studie in Groningen af te ronden, waar Dirk hem huisvesting wil verleenen].

8 Maart 1874. Wij gingen te 10 ure naar huis omdat wij Troll met zijn meisje (vandaag bij Glijnis) bij ons verwachtten. Zij kwamen te half 12 ure. Zij bleef bij ons logeren (volgens uitnoodiging).

9 Maart 1874. Jufvrouw Steghers van Groningen hier geloogeerd.
Des middags Troll hier gegeten na 4 uur. Hij te 5 uur weer naar school tot half 7. Margo Keijser hier. Troll en zijn meisje visite gemaakt bij Loman, daarna hier koffij gedronken. Daarna vetrokken zij met rijtuig van J.C. Bakker naar den Hoorn (Wieringa).
Troll is eene zeer vervelende figuur, weet niets te praten. Bij het heengaan betoonde hij ook volstrekt niet dat ‘t hem aangenaam was geweest dat wij hem gastvrijheid hadden betoond, wat Katrina nogal hinderde.

15 Maart 1874. Met Katrina naar S. Keijser, Koekebakker en Sina waren daar ook. Gesproken over de noodzakelijkheid van meer onderwijzend personeel in de scholen. Hij heeft finantiele bezwaren. Koekebakker meent dat die wel te overwinnen zijn als elk maar naar zijn vermogen in de kosten bijdraagt. Keijser zegt dat zelfs de leden van de Raad over hun opbrengst kibbelen, terwijl velen zelfs het schoolgeld voor hunne kinderen niet betalen. Hij wil dat elk die schoolgeld betalen KAN het ook doe en dat voor onvermogenden door een hoofdelijken omslag voorzien worde.

2 April 1874. Ko naar de Waal om afscheid te nemen. Hij is uitnemend in zijn schik, ik hoor hem zelfs vroolijk zingen. Des avonds half 10 hij met Troll naar ‘t Oude Schild (die reist met hem mee naar Groningen).

6 April 1874. Tweede Paaschdag. Des avonds Vrendenberg en vrouw en Betje en Christina (onlangs van Amsterdam te huis gekomen) bij ons de avond doorgebragt. Leentje was er niet om hare kinderen voor wie zij geen oppasster had gevonden en Adriana niet omdat zij met Glijnis moest repeteren voor haar examen in wiskunde op a.s. donderdag.

9 April 1874. Adriana Vrendenberg geslaagd voor haar examen in Wiskunde.

18 April 1874. Meester Troll kwam hier en bragt aan Katrina Groninger kranten en eenige kievitseijeren, die hij vanmiddag zelf gezocht had. Zijn meisje had examen gedaan voor Nuttige en Fraaije vrouwelijke handwerken.

30 April 1874. Ko op school, niet naar de Meyblits.

5 Mei 1874. Christina Vrendenberg door haar Duitsch examen.

7 Mei 1874. Pak met tractaatjes van Afschaffingsgenootschap ontvangen. Deze aan verschillende personen meegegeven ter uitdeeling onder de schoolkinderen op geheel Texel.
Des avonds Troll hier om te spreken over zijn bezwaar tegen de verspreidingvan no. 21, namelijk als onderwijzer op een Openbare School, omdat daarin genoemd werd “Onze Heer Jezus Christus”, schoon hij thans geen Joodsche kinderen op zijn school had.
‘t Scheen dat hij zich als een zeer conscientieus man wilde voordoen. Als hij bezwaar had en behield mogt hij het, zoo was mijn advies, aan de Schoolopziener vragen.

11 Mei 1874. Ko jarig. Wij konden geen geschenk voor hem bedenken. Hij des morgens en des middags naar de school. In de verloopen week enkele avonden vrij [geweest] om mede te werken aan de versiering.

12 Mei 1874. Feestdag van het 25-jarig Koningschap.
Het weder was in de laatste tijd zoodanig geweest dat wij ook gister nog vertrouwen mogten dat ook deze dag gelegenheid zou geven tot feestviering, doch de morgenstond terstond een donkere lucht en regenwolken met koude noordenwind.
Alles was echt feestelijk gestemd, overal werd nog de laatste hand gelegd aan de versieringen, honderden van ballons werden opgehangen. De Waalderstraat was niet alleen aan de zijden, maar ook van boven met guirlandes van zoogenaamd groen (heide) met 500 bloemen behangen. Vlaggen overal, ook reeds gister, eerepoorten in alle straten. Hier en daar piramiden met het borstbeeld des Konings. De Binnenburg was vooral zeer net, door 25 pilasters met schilden waarop van elk jaar één of andere regeringsdaad des Konings vermeld stond. Telegraaf en school van Texel niet vergeten.
[Optogten tot 4 uur: schoolkinderen, van Oosterend, erewacht van 40 ruiters van den Burg onder leiding van Eschauzier (Oosterend kwam een uur te vroeg en kon niet door de ruiters worden ingehaald), optogt van den Hoorn, van Oudeschild (over Oosterend en de Waal, stipte orde, voerden liederen uit en vertrokken weer naar ‘t Oude Schild)].
Des voormiddags eerst een optogt van alle schoolkinderen met hunne onderwijzers door alle straten, een treffend gezigt, die wriemelende menigte, allen netjes gekleed. De kinderen werden daarna in de school getracteerd.

26 Mei 1874. Ik in de tuin. Des namiddags Krans bij mij.
Adriana Vrendenberg heeft een aanbod van jufvrouw van Oss uit Soerabaia om daar Hulponderwijzeres te worden op zeer voordeelige voorwaarden, doch wil er niet heen. Zij zou zich anders verbinden voor 5 jaar.
Het examen van Menno zou heden beginnen.

27 Mei 1874. Ko reeds te 6 ure er op uit met Arnoud van Deursen en Pieter Sijbrandsz Keijser met de lammerenwagen naar ‘t Oude Schild. Te 9 ure weer naar school.

4 Juny 1874. Des morgens 8 uur Dominee Wassenaar hier ontbeten. Hij ging schoolbezoek doen te Oosterend. Des middags Troll.

5 Juny 1874. Telegram van Menno ik ben arts!, en een van Dirk uit Groningen ter felicitatie. Ik uitermate verblijd, allen delen in onze vreugde. Brief geschreven aan Menno om aan te dringen dat hij ten spoedigste overkome.

8 Juny 1874. Menno komt aan, door de teleurstelling die zijn onnodig uitblijven ons veroorzaakte, was de ontvangst wel eenigszins koel, en toen ik vernam hoe hij het geld, ook het laatste hem toegezonden (examengeld) eenvoudig verteerd had met zijne zoogenaamde vrienden in Amsterdam, kwam het tot scherpe bewoordingen tegen hem.

9 July 1874. Jan Koning keurt het zeer af dat men zijn kinderen van Texel zendt om opleiding te bekomen. Hij zegt: wij eten hier immers ook altemaal.

30 July 1874. Brief aan broeder Juriaan dat Ko aanstaande dingsdag te huis zal komen, en voorts over zijn geringe vorderingen, noodig dat hij op een winkel of ambacht kome.

2 Augustus 1874. Later bij Meester Muller thee gedronken. Gesprek over ‘t onderwijs op Texel. Hij beklaagt zich dat men geen aanmoediging schenkt aan het vormen van Kweekelingen. Hij verlangde van de Raad 100 gulden voor de Kweekeling en 25 gulden voor de opleiding. De Burgemeester verwees altijd naar de Raad, scheen zelf niets te durven.

21 Augustus 1874. Brief geschreven naar broeder Juriaan, waarbij ik hem aanraad Ko, die nu bij hem is, niet weer naar eene school maar naar eenig handwerk te zenden.

24 Augustus 1874. Des namiddags met Koekebakker en Dirk naar de Krans bij Vrendenberg. Koekebakker verhaalt van de door hem bijgewoonde Vergadering van ’t Nut te Amsterdam, Bakels van de onvoldoende maatregelen hier op Texel voor ’t onderwijs. De zoo noodige opleidingsklassen voor Kweekelingen door den Raad niet toegestaan om de kosten.

20 September 1874. Naar Monsieur Glijnis over Ko. Hij rekende dat Ko alleen door privaatonderwijs nog iets zou kennen vorderen.

30 September 1874. Brief van Guurt en van mevrouw Koekebakker, brief aan Dirk met een van Katrina, waarin zij Dirks oordeel vraagt over haar plan om voor hulponderwijzeres te studeren.

5 October 1874. Bakels vandaag voor eenige weken naar Haarlem als schoolopziener, daarom geen Krans bij hem.

7 October 1874. Katrina schrijft een brief aan Ten Entel te Deventer om Adriana Vrendenberg als hulponderwijzeres aan te bevelen.

12 October 1874. Nutsvergadering, voorbereiding Volksvoorlezing, sprekers over de inrigting eener Gymnastie-school.

8 November 1874. Katrina naar Glijnis om met hem te spreeken over les nemen in Geschiedenis en Aardrijkskunde, waarmede hij zich echter liefst niet wilde belasten. Hij was zeer onvriendelijk tegen haar. Des avonds Troll bij ons.

11 November 1874. Des avonds Margo en haar logeergast jufvrouw Everts bij Katrina, des namiddags eerste les van Troll bij Katrina.

13 November 1874. Katrina is sinds een paar dagen begonnen met ijver te studeeren in Aardrijkskunde en Geschiedenis.

29 November 1874. Jan Kalis en vrouw. Deze waren naar den Haag geweest, hadden daar den Idiotenschool bezocht en een 13-jarige jongen bezocht aldaar, uit het Texelsche Weeshuis, Klaas Smit, die echter nog weinig blijk gaf van vorderingen in 3 jaren tijds.

17 December 1874. Een derde school in Eijerland wordt gesticht voor die op Oost.

11 January 1875. Katrina naar de school van Troll.

18 January 1875. Nutsvergadering. Bakels deed de Redevoering. Beschrijving van Vooruitburg en zijne bewoners. Eene plaats waar de belangstelling in en de toestand van het Lager Onderwijs aan het Ideaal beantwoordde. Zeer leerzaam voor Texel. Met veel genoegen gehoord.

22 January 1875. Het Nieuws van de Dag vermeldt de benoeming van Dirk door de Leijdsche Academische Senaat tot Medisch Doctor Honoris Causa.

4 February 1875. Gister of eergister bij den colporteur O. Spoelstra van Akkeringa ingeteekend op S.H. ten Cate “Neerlands Glorie”, 40 afleveringen, die ik (of Katrina, omdat het een studieboek voor haar was) ontvangen zou voor 16 gulden in plaats van 18, terwijl hij mij de lijsten van de 2 premieplaten van 7 gulden zou leveren, gratis als hij door mijn invloed (eerste inteekening) nog een 6-tal teekenaars kreeg. Echter zou ik dan 18 gulden betalen.

11 February 1875. Dirk had geschreven aan Katrina om te solliciteren naar een school te Leeuwarden.

19 April 1875. Bij Bakels ook Wieringa. Deze spreekt uitvoerig ter verdediging van het zoogenaamde restitutiestelsel ten bate van Bijzondere Scholen. Hij laat zich door niets daarvan afbrengen, schoon krachtig weersproken door Bakels en Boonacker, gelijk door Vrendenberg en mij. Hij noemt de tegenwoordige toestand van het onderwijs allerellendigst en verwacht dat alles beter zal worden als elk zijn kinderen daar kan zenden ter school waar hij weet dat aan zijn verlangen naar Godsdienstige opleiding voldaan wordt. Hij wil de meest mogelijke vrijheid voor ieder, welk stelsel hij ook huldigt. De anderen meenen dat achter die agitatie tegen de bestaande Neutrale School politieke bedoelingen schuilen.

16 April 1875. Katrina des avonds even bij jufvrouw Troll, eenig eigengemaakt kindergoed gebragt. Zij kreeg eindelijk de rekening van Troll voor zijn lessen, 17,50 gulden (35 lessen).

20 April 1875. Katrina aan Troll voor 35 lessen 17,50 gulden betaald. Vanmiddag postwissel van Dirk. Hij zendt 28,50 terug van Noordhof, wien hij betaald had de rekening voor Katrina’s boeken, terwijl ik die ook op een wissel had betaald.

29 April 1875. Brief van Dirk dat in ‘t Schoolblad de oproeping stond voor de Meisjesschool te Leeuwarden, waarvoor Katrina zich zou aanbieden als sollicitante leerares.

30 April 1875. Des avonds kwam het Schoolblad voor Katrina, waarin de oproeping stond. Zij schreef een concept-aanbieding.

4 Mei 1875. Katrina heeft een brief gereed om zich aan te melden te Leeuwarden als lerares voor Nederlandsche Taal enzovoort aan de op te rigten Meisjesschool, maar wacht nog op een stuk dat Dirk haar zou zenden van Meester van den Berg.

6 Mei 1875. Katrina [zal] nog wel genoodzaakt zijn om zich zelve in Leeuwarden te presenteren. Den Heer Troll belooft mede een getuigschrift voor Katrina af te geven, wat hij des middags doet.
7 Mei 1875. Ik des middags naar het Raadhuis, van Loman een getuigschrift van goed gedrag gehaald en dit laten registreren bij den Heer Haga. Ik breng het pakket op ‘t Postkantoor, inhoudende ‘t verzoekschrift, Acte van Bevoegdheid, getuigschrift van Loman, Troll en Van den Berg.

10 Mei 1875. Katrina naar Wormerveer en daarna naar Leeuwarden om te solliciteeren.

15 Mei 1875. Brief van Katrina uit Leeuwarden, waarin zij uitvoerig berigt geeft van haar wedervaren aldaar. [Zij] had echter weinig hoop op benoeming, maar was vooral vriendelijk ontvangen.

16 Mei 1875. De muziekmeester Polak had op Texel pogingen aangewend om een Muziekkorps op te rigten. Verscheidenen toegetreden.

16 Juny 1875. Gister reeds vernam ik van Menno en Samuel en later door de Couranten, dat de sollicitatie van Katrina geenerlei gunstig gevolg had gehad, wat mij speet om harentwil.

17 Juny 1875. Texel. Katrina zeer teleurgesteld door de berigten uit Leeuwarden, doch, zoo zij zeide, nu alreeds weer daarover heen.
Katrina had het werk van St. ten Cate “Neerlands Glorie”, met de 2 prachtige premieplaten in zwarte lijsten, ontvangen.

11 July 1875. Gerrit Dirksz Bakker woont nu in de Weverstraat omwille van zijn 8-jarig zoontje Dirk, opdat die hier kan schoolgaan. Over schoolonderwijs, de noodzaak van leerpligt, enz.

23 Augustus 1875. Samuel en Katrina des morgens naar Monsieur Verberne om hem te feliciteeren met zijn 50-jarig onderwijzerschap. Zij boden hem tot herinnering een fraaije barometer en thermometer aan, des morgens hier door intermediair van Arend Kikkert uit Amsterdam ontvangen.

3 September 1875. Katrina vanavond naar Troll.

8 October 1875. Huizinga en Katrina gaan op reis naar Groningen, terwijl Lize Huygens 2 weken naar Amsterdam is] Cornelis Albertsz Keijser, die ook naar Harlingen zou varen met Timmer om daar zijne twee oudste dochtertjes te bestellen ter school, laat ons met hem mederijden naar de haven. Hij kwam te 6 ure. Te 7 ure zouden wij varen, doch wij staken eerst kwart voor 8 van wal. Nu was het stil en mooi weer, geen kans om zeeziek te worden. Deels lezende, deels pratende met C. Keijser en diens kinderen, bragten wij de tijd door. Te 1 ure waren wij te Harlingen.

15 October 1875. [Huizinga is op de Akademie in Groningen] ‘t Was de dag der Rectoraatsverwisseling. Ik hoorde Professor Modderman eene Latijnsche rede voeren. De zamenkomst was talrijk. Ik zag als Curatoren de Commissaris des Konings, de voormalig Commissaris van Drenthe Gregory, de Burgemeester, de Professoren. Dat ik ook mijn zoon in die rijen zag zitten en vervolgens voorbij treden was mij treffend.
De vrouwelijke student Jacobs zat ook onder de studenten (naast Doctor Ali Cohen). Te 2 uur was de plegtigheid afgeloopen.

17 October 1875. Druk gesprek over de zeer door mij aanbevolen plaatsing van Ko ergens waar hij werken kan [Ko had later een meubelfabriek en werd miljonair].

3 November 1875. Bakels even hier, wij beiden naar de Nutsvergadering. Bespreking van Meester Muller van ’t Oude Schild om van Nutswege eene som te stellen waaruit (ter bevordering van getrouw schoolbezoek) jaarlijks premie op spaarbankboekjes van de getrouwen zullen worden gesteld. Tenslotte wordt daarvoor 25 gulden gesteld. Verslag van de Leesbibliotheek. Troll als bestuurder gekozen. De overgang van de Gymnastieschool aan het Departement zal beproefd worden te verkrijgen van het Gemeentebestuur. Bakels deelt mede wat hij met den Heer Kerdijk heeft gesproken en gecorrespondeerd om hier eene voordragt te houden tot oprigting van een afdeling voor Volksonderwijs. Zoo dat hij in de volgende week eene Meeting zal beleggen om het publiek dienaangaande in te lichten.

5 November 1875. Bezoek van Meester Troll, hij beklaagt zich zeer over de onmogelijkheid om hier de school aan haar doel te doen beantwoorden zonder het noodige personeel. Zijn hulponderwijzer Hamakers was om ziekte van vrouw en schoonmoeder, die nu zijne hulp behoefden, in 3 dagen niet ter school geweest, zoo dat hij de kleinen had moeten terugzenden. Vandaag was Meester Brouwer in de school geweest.
Gesproken over de noodzakelijkheid om de onderwijsuren der catechisanten zoodanig te regelen, dat deze aan het schoolonderwijs de minste afbreuk doen. Voorts over de scholieren die bij mij ter catechisatie gaan. Hij verwachtte dat ik groot genoegen zou hebben aan de kleine Teunis Jansz Roeper, evenals aan Neeltje de Ruiter.

10 December 1875. Nut, huishoudelijke vergadering. Ensing, Troll, Boonacker, Bakels, Loman en S. Keijser. Met de Spaarbank gaat het goed, vooral op de school van Meester Muller is daarvoor veel ambitie. Lange debatten tusschen Loman en Keijser, vooral over de staat van ’t onderwijs op Texel en de middelen tot verbetering. Keijser wil verhoogd schoolgeld, anders niet. Loman wil desnoods subsidie vragen. 1100 kinderen gaan [naar] school, kosten omstreeks 10.000 gulden dus elk kind ongeveer 9 gulden. Slechts 1500 gulden wordt aan schoolgeld ontvangen (à 4,80 het volle geld) dus ongeveer driekwart van de kinderen betalen het volle geld niet, of betalen niets.

12 December 1875. Krans bij Vrendenberg, ik daar alleen met Boonacker. Later kwam zijne vrouw bij Katrina. Zij bleven dezen dag bij ons eten.
Ook Dominee Bakels kwam later eten, komende hier van zijn schoolbezoek te Cocksdorp.

6 February 1876. Koffij gedronken bij Sijbrand Cornelisz Keijser. Gesprek over de scholen. Het schijnt hem ook niet te behagen dat zijn Oom Simon in de laatste Raadsvergadering gesproken heeft als hij deed over het schoolonderwijs aan den Burg dat nu zoo goed moest zijn met een jeugdige Hoofdonderwijzer en een 70-jarig ex-hoofdonderwijzer ter hulp voor 160 kinderen. Als ‘t nu niet goed was zou men moeten denken dat het aan de Hoofdonderwijzer schortte.
Den Heer Berk, onderwijzer te den Helder, werd geroemd om zijne groote kennis, vooral op mythologisch en historisch gebied, over zijn studeren van het Oera Linda Boek, toebehoorende aan den Heer Over de Linde, die schrijver is op de Werf, waar diens vader baas-smit was geweest, terwijl zijn grootvader in de omstreken van Hoorn gewoond moet hebben. Er wordt vermoed dat deze het boek zou hebben zamengesteld.
Dominee Leenderts van Medemblik en Nanninga Uitterdijk zouden weldra nadere mededeelingen over den schrijver trachten te verschaffen. Zeer veel pleit voor den echtheid, doch nog meer voor de onechtheid. Maar ook in dit geval blijft het een groot konstgewrocht. ‘t Is bijkans ongeloofelijk dat 1 man de kennis en bekwaamheid kan hebben gehad om zulk een verdichting met zooveel waarheid in geschiedenis en aardrijkskunde, oudheidkunde en mythologische kennis te scheppen.

28 February 1876. Des avonds naar de Huishoudelijke vergadering van ‘t Nut, o.a. werd daar meest door Bakels, Ensing, Troll, Loman veel gesproken over het krachtige handhaven der Gymnastieschool, die vroeger 22, nu maar 12 leerlingen telde, ook omdat het lokaal zoo gebrekkig was, niet verwarmd werd enz. Deze vergadering duurde tot bij 10 uur.

22 Maart 1876. Terugreis van Ouddorp, in de stoomboot van Middelharnis naar Rotterdam. Katrina had het zeer aangenaam met eene jufvrouw, die zich bekend maakte als het meisje van Jacobus Mooyen van Texel, thans hulponderwijzer te Dirkshorn, kleindochter van de voormalige medicus Rechlien. Zij woonde op ‘t Zand. Was nu eenige dagen te Dirksland geweest.

3 April 1876. Post las ons een brief voor dien hij van Wieringa had ontvangen, waarin deze hem zeer berispt omdat hij niet ijvert omdat hij niet ijvert voor de Christelijke Nationale school, maar wel (als lid van de Schoolcommissie) voor de Neutrale. De brief was op hatelijken toon gesteld.

21 April 1876. Des namiddags Van Aken hier en het orgel nog eens bespeeld, een aantal Schoolmeesters daarbij tegenwoordig. Hij was niet tevreden over hun eisch dat hij ook eenige der Uitgezochte Liederen zou spelen.

16 Mei 1876. Ik bezocht intusschen Heintje List, de vrouw van Gerrit Kuiper, onlangs van Oosterend hier heen verhuisd. Zij was ziek, aldaar haar dochter Neeltje. Zij bewonen het groote huis, vroeger door kapitein Dekker bewoond. In hetzelfde huis bezocht ik ook Hiltje Aris Eelman, vrouw van Pieter Kuitert. Aldaar Jantje Kooger, vrouw van Leendert Duinker.
Gesprek over ‘t schoolgaan, over de Spaarbank, waarmede zij zeer ingenomen waren, enz.
Bij Post Meester Muller aangetroffen. Post verhaalde mij vroeger, dat er sprake was van de uitgave van een Texelsch Weekblad door W. Mets en Meester Muller. Wij bespraken de groote bezwaren daaraan verbonden. Post had niet willen belooven dat hij er veel aan zou medewerken.

22 Mei 1876. Albert Koning meent dat Dominee Bakels mooi praten heeft met te zeggen dat er nog eene school in Eijerland moet komen, wijl hij er zelf niet aan betaalt. Hij noemt het geldverspiling.

15 Augustus 1876. Des avonds de brieven op de post gebragt. Een tijdlang staan praten met Sijbrand Jansz Keijser en Jakob Kooiman, over mijn reizen en ontmoetingen, over de hitte des daags en de stand der veldgewassen, over de opvoeding van Pieter.
Glijnis was blijde dat hij [Pieter] van school af was. Hij zou nu vervolgens nog wat Fransche lessen hebben van Verberne. Kooiman meende dat Glijnis hem niet lijden mogt.

4 October 1876. Vandaag was de Commissaris des Konings Roëll op Texel geweest. Keijser verhaalt van zijn bezoek en de gesprekken met hem, vooral over de schoolzaken en de behoefte van Texel aan subsidie. Dit onderwerp wordt, door hem en Bakels vooral, druk besproken. Bakels doet hem de noodzakelijkheid opmerken, dat Texel zich daarvoor belangrijke offers getrooste of dat desnoods het Rijk ondersteuning geve, dat dit niet is, zooals Keijser wil doen voorkomen, het vragen van een aalmoes.

8 November 1876. Vervolgens naar Sijbrands Jansz. Keijser. Zijn dochtertje Cornelia, maandag morgen nog naar school geweest (nu woensdag) lag bedenkelijk ziek, sedert gistermorgen sprakeloos en bewusteloos, en stief de volgende morgen.
13 November 1876. Begrafenis van Cornelia Sijbrands Keijser.

17 November 1876. Des avonds op eene vergadering in de Kikkert, bijeengeroepen door eene Commissie, Loman, Westenberg enz. met den Ontvanger van Kerkwijk aan het hoofd, tot bespreking van de oprigting eener Bewaarschool alhier. Bakels hield daar eene belangwekkende Redevoering, waarop door 30 personen voor eene jaarlijksche bijdrage van 1,50 gulden geteekend werd. A.s. vrijdag zou men weder vergaderen bij Slijboom.

18 November 1876. Berigt ontvangen van ‘t overlijden van Meester Hillenius aan den Hoorn.

24 November 1876. Des avonds vergadering in de Lindeboom ter zake van de op te rigten Bewaarschool onder Praesidium van Van Kerkwijk (die meer goeden wil dan bekwaamheid verraadt). Tot Bestuurders werden benoemd Van Kerkwijk, Loman, Kroes, C.P. Keijser en mijn persoon, na herhaalde stemmingen. Ik aarzelde zeer over de aanneming, maar besloot eindelijk mij de keuze voor een jaar te laten welgevallen.
26 November 1876. Brief aan Samuel: Onlangs heeft de nieuwe Rijksontvanger Van Kerkwijk zich aan ‘t hoofd gesteld van een Commissie, die beproeven zou de oprigting van een Bewaarschool alhier. Het behaagt mij echter zeer weinig dat ook ik ben gekozen in het Bestuur, ‘t welk de niet gemakkelijke taak heeft der oprigting. Weet gij mij ook den weg te wijzen om inlichtingen te bekomen over de beste middelen tot daarstelling, onderhoud, leiding, enz?

1 December 1876. Vergadering in het Raadhuis met medebestuurders van de op te rigten Bewaarschool. Kerkwijk praesident, C.P. Keijser penningmeester, ik secretaris. Kroese en Loman bleven buiten betrekking. De laatste beloofde nogtans gaarne alle hulp, speciaal aan mij als secretaris.

11 December 1876. Krans bij Post (Bakels hield daar schoolbezoek en kwam eerst na ons vertrek).

22 December 1876. Des avonds mijn Notulenboek van de Bewaarschool in orde gebragt.

31 December 1876. In het sterfhuis van Meester Hillenius, aldaar de kinderen Jan en Antje, Aaltje en man Bruin, Mina en Johannes. De laatste in deerniswekkende toestand wat zijne handen betreft. De vingertoppen waren hem onlangs, toen hij op Eerste of Tweede Kersdag overkwam met de vlet van ‘t Nieuwe Diep, bevroren. Vier uren bragt hij over die reize toe, waarvan zij 2 uur in ‘t ijs zaten. Het was onuitstaanbaar koud. Een zoon van weduwe Lindeman was haast meer dood dan levend uit de vlet gedragen omdat hij niet kon mede werken. Er waren 4 roeijers en 6 passagiers.
Johannes Cornelisz Eelman kwam dien dag ook over en moest 35 gulden voor het overbrengen betalen. De vrouw van Gerbrand Dros naar ik meen voor 10 gulden.

9 February 1877. Des avonds Ledenvergadering van ‘t Nut in de Kikkert. Gesprekken over ‘t beëindigen van’t Gymnastiekonderwijs dat Troll had laten varen en hoe nu te handelen met de toestellen en de 75 gulden die wij van ‘t Hoofdbestuur ontvingen. Het advies van ‘t Hoofdbestuur zal gevraagd worden.
Brief aan Samuel en Dolfina: Met de Spaarbank gaat ‘t hier zeer goed. De schoolspaarbank van ‘t Oude Schild heeft er al over de 600 gulden, die anders meest aan snoepen besteed geworden zou zijn, ingebragt in 1 jaar.

10 February 1877. Des avonds naar de Lindeboom, Vrouwtje Slijboom vanmorgen overleden. Aldaar Willem Ran en vrouw. Gesprekken over diens schooljaren met mijne kinderen.

2 Maart 1877. Vergadering op het Raadhuis van de Commissie van de Bewaarschool. Voorstel voor het houden van een verloting ingekomen. Loman doet verslag van zijn onderzoek omtrent de kosten enz. van de verbouwing der oude school.

8 Maart 1877. Des avonds naar Johan R. Keijser, zijn zoontje Reijer, nog maar 8 jaar oud, had zijn opstel tot 7 bladzijden doen uitdijen. Hij is zeer ijverig, altijd werkzaam, heeft veel leer- en leeslust. Keijser wil dan ook dat hij zooveel mogelijk zal leeren. Hij gevoelt dat hij zelf is te kort gekomen. Wij hadden uitvoerige gesprekken o.a. over de Bewaarschool. Hij oordeelde dat het onmogelijk was om hier eene goede te krijgen en daarom was hij er tegen. Men mogt liever zorgen dat de Lagere School het onmisbare Hulppersoneel kreeg.

25 Maart 1877. Tegen de avond naar den Heer Glijnis, 12,5 jaar getrouwd. Hij had 4 kostschoolleerlingen (behalve zijne 2 helpers in de school), een zoontje van Berkelbach van de Sprenkel, Kapitein op de Suezboot, een zeer vlug knaapje en een zoontje van Dominee Jentink van Driehuizen, geheel het tegendeel. Glijnis wilde zijn school wat inkrimpen door het schoolgeld van 20 gulden te verhoogen, waardoor misschien een 20-tal leerlingen ruimte zouden maken, doch waarbij hij niets verloor, wijl hij anders voor Hulponderwijzers zoo groote sommen moest betalen. Zijn zwager had hem geschreven dat hij aan een Hulponderwijzer 700 gulden moest geven boven kost en inwonig en vrijdom van tijd na school om op eigen kamer te kunnen werken enz.
Jan Timmer had eergister zijn Propaedeutisch examen gedaan. Hij en Hannes van Putten (overleden) waren zijn allerbeste leerlingen geweest. Van P. Koning en de beide Veenstra’s scheen hij niet veel verwachting te hebben.

28 April 1877. Bij Meester Muller vertoefd tot 6 uur, op zijn bovenkamer (vervolgens school bezien, kaarten enz. Hij wist blijkbaar niet waar Montenegro lag) vanwaar ik een vrij gezigt had op de zee.

4 Mei 1877. Burgemeester Loman met papieren die ik moest teekenen voor de Bewaarschool, aanvraag om medewerking bij Prins Hendrik, statuten ter verkrijging van Regtspersoonlijkheid.

8 Mei 1877. Koekebakker studeert dagelijks, meest in philosophische werken. Veel spraken wij over den Kerkelijken strijd dezer dagen. Hij bestrijdt het denkbeeld dat de Neutrale school verdraagzaamheid zou kweeken. Hij wil dat de Godsdienst niet van de school geweerd worde.

29 July 1877. Dirk Jansz Bakker wil geen lid van de Schoolcommissie zijn, waartoe hij herhaaldelijk benoemd is, omdat hij zich niet bekwaam acht voor de taak, die waardiger mannen niet konden volbrengen, om de zoo noodige verbetering in den staat van het onderwijs alhier te maken, met Cornelis Rab zamen tegenover 3 leden van de Raad.

14 October 1877. Fokel was in Haarlem 4 dagen in functie geweest om te oordeelen over bekwaamheid in handwerken, belooning 10 gulden daags en vrij reizen.

1 November 1877. Loman deelde mede een exemplaar van een ciculaire over de Bewaarschool tot verkrijging van giften, te zenden door het gansche land. Hij had reeds daarvoor 500 adressen. Wij verschaften hem nog een aantal daarbij.
Op verzoek van Loman nam Katrina op zich om met Jannetje Duinker, een dochter van Albert Keijser of Cornelie Westenberg, de zorg op zich te nemen voor het in orde schikken enz. van de ingekomen prijzen.

2 November 1877. Monsieur Glijnis even hier met 3 leerlingen, 2 waren Russische knapen, door bemiddeling van Gillot hier geplaatst om een Hollandsche opvoeding te ontvangen (de vader was Hollander van Vriesenveen, de moeder Russin).

11 November 1877. Des namiddags Jannetje Duinker bij Katrina, Duitsche oefening.

19 December 1877. Catechisatie. Des avonds te 7 ure vergadering van de leden der Vereeniging tot het stichten eener Bewaarschool in de Kikkert. Van Kerkwijk legt zijn post als Voorzitter neer, daar hij weldra naar Hillegersberg gaat vertrekken. Vooraf wil hij echter nog 25 gulden voor de Bewaarschool teekenen. Loman voert voornamelijk het woord om den stand der zaak te doen kennen en den weg te zoeken dien wij verder te volgen hebben.

20 January 1878. Loman hier om met Katrina te spreken over de tentoonstelling der prijzen in de Kikkert op a.s. zondag. De Oudeschilder Rederijkers zouden hier vrijdag eene voorstelling ten behoeve van de Bewaarschool willen geven (maar de volgende dag kwam berigt dat er verhindering was, daar Frans Zegel niet wilde dat zijn zoon Kasse medewerkte, en men dus, later, een ander stuk zou moeten opvoeren).

27 January 1878. Cornelis Pzn. Keijser over de diakenen: Hun streven was het alleen om hun verkregen geld zuinig te bewaren, niets deden zij daarmede ten nutte van het algemeen [dit bij een discussie over de Bewaarschool].
Tentoonstelling van prijzen voor de Bewaarschool-verloting in de Kikkert.

27 January 1878. Joh. R. Keijser verklaarde zich tegen de Bewaarschool, zou ze zelfs zooveel mogelijk tegenwerken, wijl Texel te klein en te arm is om op den duur er zulke, anders goede, inrichtingen op na te houden.

8 February 1878. Algemeen spreekt men veel over de te vreezen achteruitgang van Texel, waartoe aanleiding geeft het a.s. vertrek van Glijnis, de pianiste juffrouw Vlessing, wier man en broeder onderwijzer is in den dans, voorts dominee Post, Boonacker, Dirk Tuinder en anderen.
Ensing zei ook dat de toestand hier, bij het opvoeren van de Hoofdelijken Omslag, die vooral voor ‘t schoolonderwijs noodig was, weleens ondraaglijk kon worden. Hij had met August Keijser een Adres aan de Raad ingediend om maatregelen te nemen dat Meer Uitgebreid Lager Onderwijs hier voortdurend zou gegeven worden.

13 February 1878. Des maandagavonds vergadering van Bestuur en Leden van de Bewaarschool in de Kikkert. Besloten om bestek op te maken van de kosten van de restauratie der oude school en dan weldra hiermede te beginnen.

18 February 1878. Ik des voormiddags met Klaas Plavier de oude school bezocht en vervolgens met hem naar de Kikkert over het plaatsen van eene boekekas[t] die in de oude school nog aanwezig was en aan P. Koning toebehoorde.

28 February 1878. Voor Glijnis wordt nu te Bussum een zeer groot gebouw gezet. ‘t Is verbazend zoals daar in die anders woeste streek gebouwd wordt. Een broer van Loman heeft er 25 bunders land gekocht voor 200 à 300 guldens per bunder. Hij verkoopt de grond nu weer om op te bouwen voor 70 cents de vierkante el. Onophoudelijk verrijzen er villa’s. Het is intusschen maar jammer dat Texel daar Glijnis bij verliest.

15 Maart 1878. Bakels hield hier vergelijkend examen van sollicitanten voor de nieuwe school van Eijerland.

16 Maart 1878. Des avonds Monsieur Glijnis hier. Hij gaar met Augustus vertrekken. Hij was in onderhandeling over het overdoen van zijne school alhier.

18 Maart 1878. Dhr. de Vries van Grouw komt bij Boonacker om zijn zoon bij hem te plaatsen om in oude talen te worden onderwezen. De zoon van de Vries komt bij Boonacker tegen 800 gulden jaars.

5 April 1878. Samuel overweegt leraar te Batavia te worden.
Brief aan Samuel: Ik kan u hier niet missen, maar ik weet hoe spoedig mijn aardsche loopbaan is afgeloopen en ik zou billijke redenen tot beklag geven als ik u nu terughield om redenen, die wellicht spoedig niet meer zullen bestaan.

7 Juny 1878. Des namiddags Loman hier om te spreken over de Bewaarschool, waarover wij in de volgende week eene vergadering zullen hebben. De vertimmering der oude school wordt voorbereid.

8 Juny 1878. Doctor Ensing gaat nu eerlang naar de Vergadering te Dordrecht. Op de terugreis zal hij, met Meester Muller, Dominee Post bezoeken. Hij roemt zeer het karakter van Meester Muller, sedert hij meer intiem met hem is geworden en weet hoe hij heeft moeten worstelen om zich tot zijne tegenwoordige hoogte te verheffen.

11 Juny 1878. Des avonds Bestuursvergadering van de Bewaarschool op ‘t Raadhuis. Aldaar voor ‘t eerst ook Ments en Troelstra. Besloten de inrigting van ‘t oude schoolgebouw voor Bewaarschool uit te besteden aan Geus voor 1008 gulden (Klaas Plavier schreef 1225 gulden).

26 Juny 1878. Katrina en ik des namiddags in de Oude School met Loman en anderen. Eerste tentoonstelling der prijzen.

8 July 1878. Naar de oude school ter verloting der prijzen 225 in getal tegenover 4000 loten waarvan nog 1300 die niet genomen zijn. 2 knapen uit het Weeshuis trokken de nommers, eerst een lot dan een prijs. Het duurde tot ruim 1 uur.

11 July 1878. Jeannette en Henriette de Holl dochters van apotheker de Holl, waren geslaagd in haar examen als leerling-apotheker. Katrina ging er heen om te feliciteren. Ik later ook daar heen. Daar de Hr. de Vries uit Meppel, diens dochter was ook geslaagd in eenzelfde examen.

9 Augustus 1878. Katrina door Hidde de Vries (leerling van Boonacker) met de velocipede naar huis gebragt van de Waal.

23 Augustus 1878. Hartman weer naar Leiden, was hier een maal of 7 geweest om Samuel les te geven in ‘t Latijn.

16 September 1878. Te 11 ure komt Dominee Post hier. Hij verhaalt veel van zijn ervaring op gister. Hij stond op het 12tal te Hoorn, had gesolliciteerd naar de post van Districtsschoolopziener.
De Bewaarschool zooals hij thans wordt ingerigt bezien, zal nu spoedig gereed zijn. De timmerman Geus zegt dat dominee Gelderman [hervormd] druk werkzaam is om eene andere bewaarschool aan de Burg te doen verrijzen.

2 November 1878. Gister vergadering op het Raadhuis, Bewaarschool.

11 November 1878. Nutsvergadering, nu voor ’t eerst in de groote (nieuwe) zaal van Moojen, 91 voet lang. Eerst vergadering van leden in de voorkamer, waarbij inzonderheid de zaak van de Bibliotheek behandeld werd. Meester Brouwer en Fokke Keijser traden als Commissarissen af, 5 nieuwe werden verkozen waaronder ik.
Daarna in de groote zaal, die goed bezet was, zeer talrijke vergadering, Lezing gehoord van de Heer Pieterse, onderwijzer in de Nieuwe School van Eijerland “Over kleinigheden”. Zoo ik meen was zijn verdeeling: kleinigheden in de Natuur, in het huiselijk leven, in de Geschiedenis (belangrijke beschrijving van Stephensen), in het zedelijk leven. Maar hoe de opvolging der vele en belangrijke zaken, die door hem ter sprake gebragt werden ook was, de geheele Rede was zoowel door vorm als inhoud en vooral door de voortreffelijke voordragt, zeer belangrijk en boeijend. Hij verwierf dan ook aller hulde en dank.

15 November 1878. Katrina des morgens kwart over 8 (ongunstig, regenachtig weer) naar de Waal gewandeld om met Bakels en Fokel naar Cocksdorp te rijden. Hij aldaar Schoolbezoek.

22 November 1878. Gister voormiddag jufvrouw Johanna Everts hier om informatie in te winnen over zekeren armen Schoolmeester op Texel, die geen ander kan wezen dan Quant, voor wie haar door eene mevrouw in Amsterdam (de weduwe van Dominee Stuart) eenige gelden was ter hand gesteld, zijnde naar het scheen eene Gift vande Gustaaf Adolf Stichting. Zij had zich bij Quant aan huis genoegzaam van zijne armoede overtuigd (hij had haar gezegd dat hij nog wel eene rekening van 2000 gulden te betalen had).
Daar ik haar kan zeggen dat hij geen doorbrenger was of zich in de Drank of andere ondeugden verliep, besloot zij het geld hem te geven.

2 December 1878. Bakels bragt van Habbema het Wageningsche Weekblad waarin Gelderman giften vraagt voor zijn Christelijke Bewaarschool om onze Neutrale te neutraliseren. Vrij schamper, De Holl leest het. Ik neem het mede te 6 ure naar de Vergadering van ’t Bestuur der Bewaarschool op ’t Raadhuis, waar Loman het voorleest.
Aldaar de ingekomen sollicitatiën voor eene Directrice beoordeeld en voorlopig een zestal gemaakt. Over 2 daarvan schrijf ik des avonds nog aan Dirk, opdat hij te Groningen daarover informatie inwinnen. Anderen zouden over anderen naar elders schrijven.

8 December 1878. Vergadering op het Raadhuis van ‘t Bestuur der Bewaarschool. De ingekomen brieven betrekkelijk sollicitanten gelezen en overwogen. Over ‘t aankoopen van kagchels, ‘t drukken van briefjes ter rondzending om te weten te komen welke kinderen al van de School gebruik zullen maken.

15 December 1878. Juffrouw de Milde de la Faille van Dordrecht benoemd tot directrice van de Bewaarschool.

12 January 1879. De directrice van de Bewaarschool zal 3 February komen. 44 kinderen zijn opgegeven als leerlingen. De kosten van de benoodigdheden loopen vrij wat uit de gis, zoo ook de ontvangst der Contributie van de leden. Instructie voor de Dames Regentessen wordt vastgesteld. Men wil zeer dat Katrina tot deze behoore.

3 February 1879. Des avonds Sijbrand Pietersz Keijser geraadpleegd over de wijze waarop de grenzen van Texel moesten worden geteekend om te voldoen aan een schriftelijk verzoek van Van Schierbeek, onderwijzer te Pieterzijl, die een schoolkaart van Nederland wilde uitgeven. Ik zond hem de kaart van Kikkert 1854, waarop Keijser de lijnen van [polder] het Noorden had aangeteekend met een kaartje dat hij Keijser bij zich droeg.

15 February 1879. L.l. Woensdag kennis gemaakt met mejuffrouw de la Faille van de Bewaarschool. Zij heeft haar kamer bij schipper Timmer. Katrina heeft zich sedert dien tijd bijkans dagelijks bezig gehouden met haar bij verschillende huisgezinnen aan de Burg te introduceeren.

17 February 1879. Met Loman en la Faille de kist met leermiddelen in de Bewaarschool ontpakt.

19 February 1879. ‘s Konings verjaardag. Schoon weder. Het dorp velerwege met vlaggen gesierd.
Inwijding der Bewaarschool door toespraken van Lomans, Bakels, Westenberg en mij voor een vrij talrijke vergadering, omstreeks 60 kinderen (door hunne ouders begeleid) op chocolade getracteerd, waaraan Katrina een werkzaam aandeel had. Ik met medebestuurders en Bakels daarna nog eenigen tijd bij Loman op ‘t Raadhuis vertoefd. Besloten is aan de Koning te vragen om onze stichting “Emma Bewaarschool” te mogen noemen.

13 Maart 1879. Ik vanavond brief gezonden aan mejuffrouw [Aletta] Jacobs te Sapmeer om haar te bedanken voor haar toegezonden dissertatie waarmede zij doctor werd.

23 Maart 1879. Oosterend. Bij van Elk spaken wij meest over zijne familie in Indie, wij moesten de geschenken zien die zij vandaar ontvangen hadden. [Hij wilde wel naar Indie], alleen zijn hoogbejaarde moeder in Utrecht wilde zulks niet toestaan. Zijne Avondschool voor Moderne Talen nam hier in Oosterend goed op. Ruim 20 leerlingen. Ook gaf hij Zangonderwijs met begeleiding van zijn Serafijnorgel.

24 Maart 1879. Ik vernam dat Dirk Pietersz Bakker het hof maakt aan juffrouw la Faille. Men meent dat zoo het tot een huwelijk kwam, dit voor hem goed zou zijn.
Bakels hier van namiddag, schoolbezoek gehad.

25 Maart 1879. Loman hier, laat mij zien wat hij geschreven heeft aan ‘t Nutsbestuur over de speelplaats aan te koopen voor de Bewaarschool, met bijgevoegde plattegrond.

26 Maart 1879. Meester Backer van de Koog hier thee gedronken.
Bakels hier vanavond even geweest. Hij had vanmiddag begrafenis van Aris Bakker van Oost. Nu moest hij 23 jongelui examineren die aan de Normaalschool wenschten te komen.

30 Maart 1879. Pastoor Kroese (Kruse) komt mij alleen spreken over wat ons als bestuur( met Loman en Troelstra) te doen staat bij de gerugten over de directrice die zich welligt aan Dirk Pietersz Bakker zou kunnen of willen verslingeren. Hij meent dat ik haar daarover eens moet teregtwijzen Ik meen dat dit liever aan de praesident Loman moet worden overgelaten. Te 6 ure Bewaarschoolvergadering op het Raadhuis. Loman zal juffrouw la Faille eens bij zich roepen.

4 April 1879. Des avonds ging ik de kist betalen en bleef wat bij hem praten over de Bewaarschool die nu al 80 kinderen telt, over de verkwisting van het zeevolk waarvan hij treffende voorbeelden verhaalt.

12 April 1879. Bij Vrouwtje Eelman ook Burgemeester Loman. Hij had zijn huis vol gasten, zijne kinderen en de familie Glijnis. Het ging dezen zeer goed. Hij woont gratis in een huis dat 3000 gulden gekost heeft. Hij ontvangt van iederen leerling 70 gulden schoolgeld en van elk zijner kostschoolleerlingen 600. Jakob Dijt is er nu ook en wordt door Pieter Koorn gevolgd. De 2 Russen die daar zijn voor rekening van de Petersburgsche Hervormde Kerk spreken al goed Hollandsch. De een is zijn moederland reeds vergeten.

14 April 1879. Ik des avonds naar Loman, aldaar Monsieur Glijnis en vrouw verwelkomd, die daar gelogeerd zijn, benevens Cornelis Loman en vriend Hesselink, boomkwekers te Bussum. Glijnis was daar te Bussum zeer goed naar zijn zin. Gesprek over schoolbanken. Zij kostten hem voor 2 personen 40 gulden het stuk, maar hadden dan ook alle geriefelijkheden (Loman had ze laten maken voor 12 gulden voor de Normaalklasse).

15 April 1879. August Keijser en buurman Cornelis Keijser zijn nu zeer ingenomen met de Bewaarschool en met de jufvrouw die bijzondere geschiktheid aan de dag legt (volgens Timmer, waar zij bij inwoont, ontvangt zij dagelijks bezoeken van Dirk Bakker die zich nu zeer goed houdt en er ook beter begint uit te zien, hij zou nu geene spiritualia meer gebruiken). August oordeelde dat het nog goed met hem kan gaan als hij zich nu maar om toch iets te doen, aan het landbouwbedrijf wilde wijden.

24 April 1879. De confessioneele partij heeft nu een huis in de Weverstraat voor haar bewaarschool gekocht. Misschien zal de school een 30-tal kinderen aan de Algemene Bewaarschool onttrekken.

24 April 1879. Het engagement van Dirk Bakker net onze bewaarschoolhouderes is nu publiek.

24 April 1879. Meester Muller doet het werk voor de Texelsche Courant in 1 avond. Hij put vele anecdotes uit een Hollandsche Courant die te New York wordt uitgegeven. Hij redigeert ook de Sliedrechtse Courant.

27 April 1879. Bij Meester Troll en vrouw koffij gedronken, zijn tuin en school bezien, met genoegen er vertoefd, moet er later nog eens weer komen om het kleindte kind te zien. De baker Geertje, weduwe Kikkert kwam nog even aan.

28 April 1879. Door de Maatschappij tot het Nut van het Algemeen is f 800,- geschonken voor de Bewaarschool. Voor Geldermans bewaarschool is huis en tuin daarvoor gekocht. Misschien zal de school van Gelderman een 30 kinderen aan de Algemeene Bewaarschool onttrekken. Daar zal ook de zondagsschool en de vrouwenvereniging vergaderen.
Bij Jan Kalf, begrafenis van zijn schoonmoeder. Gesprekken o.a. over de Bewaarschool, waarvan het groote nut algemeen wordt erkend. Ik deed sterk uitkomen het overbodige van eene Christelijke Bewaarschool, wat ook door velen werd beaamd. Niemand kwam er tegen op, ofschoon ‘t mij bleek dat de kinderen van G. Buis aan ‘t Nieuwe Diep op een Christelijke Bewaarschool gingen. Hij scheen ten gunste daarvan alleen te kunnen zeggen dat de kinderen daar ook het Onze Vader leerden.

29 April 1879. Dirk Bakker en zijn beminde jufvrouw la Faille hier een bezoek gemaakt. Hij zeide werkzaamheid te zoeken en zijn leven te willen beteren.

2 Mei 1879. Vergadering op het Raadhuis over de Bewaarschool. Ons is 800 gulden van ‘t Hoofdbestuur toegezegd. Nu kunnen wij de noodige ruimte voor eene speelplaats door afbraak van 2 woningen verkrijgen voor 850 gulden.

4 Mei 1879. Daarna bij Jan Kalis en vrouw en kinderen, waar ik mij veel genoeglijker geplaats voelde. Hij verhaalde hoe Gelderman bij hem was geweest en wat zij verhandeld hadden.
Hoe Gelderman van ‘t strengste exclusivisme uitgaat, zoodat hij hier ook gaarne eene Christelijk Nationale school zou oprigten. Hoe Kalis hem van deze en andere pogingen een verwijt had gemaakt.

13 Mei 1879. Des avonds jufvrouw la Faille hier. In het gezin van P. Bakker is het nu veel gezelliger dan weleer. Dirk blijft nu te huis en de vader ook, terwijl zij genoeglijk bijeen zitten. Zij verlangde ernstig dat Dirk zich tot werkzaamheid begeve, al zullen zij dan ook voorlopig op Walenburg gaan wonen.

19 Mei 1879. Des avonds half 9 de Heeren Troll en Visser (onderwijzer aan de Normaalschool op ‘t Raadhuis) hier een paar uur doorgebragt. De vader van Visser was schoenmaker op ‘t Oude Schild. Hij sprak veel over Wijhe, waar hij een tijdlang onderwijzer was. Gesprekken over Plantkunde en Samuels boeken daarover, over Samuels verblijf te Mulhouse.

26 Mei 1879. Des namiddags Katrina naar de Bewaarschool, naar Troll (Anton jarig, kruiwagen vereerd).
Bij Cornelisje Bakker-Koorn, zij herinnert zich uit hare eerste kinderjaren mijne eerste bezoeken aan hare ouders toen in het duin woonachtig [Okushokkie]. Hoe ik daar eens met alle mijne kinderen en verder gezelschap geweest was. Haar 5-jarig dochtertje Antje gaat nu naar ‘t school, zal bij mij bloemen komen halen.
Bij de vrouw van P. Dijksen thee gedronken. Gesprek over haar zuster Grietje, haar kinderen en man Sijbrand. Vooral beklaagt zij zich over de moeijelijkheid van eene harmonie met den (dikwijls haast onzinnigen) vader, met wie zoo moeijelijk te redeneren valt. Pieter moest zoo noodig op eene goede Kostschool, bijv. bij Glijnis te Bussum, geplaatst worden, dan kon er nog wat van teregt komen, maar vader Kuiper durfde bij hem die snaar haast niet aanroeren.

25 juny 1879. Bakels even hier, terugkomende van ’t Nieuwe Diep, waar hij voor het Kantongeregt moest verschijnen om getuigenis af te leggen wegens den Oosterender hulponderwijzer Van Elk beschuldigd van valschheid in geschrifte daar hij in zekere stukken geschreven had dat hij Acte voor het Duitsch bezat, terwijl hij voor dat examen gedropen was wat de aandacht getrokken had van de Praesident der Examencommissie die hem voor Hoofdonderwijzer zou examineren.

7 July 1879. Te 8 ure op het Raadhuis vergadering van ’t Bestuur der Bewaarschool. Ik daar mijn secretariaat nedergelegd, door den Voorzitter Loman bedankt. P. Koning zal in het Bestuur worden gevraagd.

9 July 1879. Bij Meester Verberne, nu 72 jaar oud, nog dagelijks met zijn zoon Willem in de school, met ruim 60 kinderen. Zijn zoon Jan is onderwijzer te Nes, Cornelia gaat trouwen met Smit, onderwijzer aan het Gymnasium te Katwijk. Anton en Veronica zijn in de winkel. Hij was zeer verheugd dat ik hem nog eens kwam opzoeken.
Veel gesprek over mijne kinderen. Hij wenschte dat ik hem nog eens bij hen in herinnering zou brengen.

10 July 1879. Naar H. Dijt. Hij was met Jakob naar Wageningen waar deze examen zou doen tot toelating op de Hogere Burgerschool of de Landbouwschool. Hij was een jaar ten achter. Glijnis had gezegd dat hij van ‘t winter bij Veenman was achteruitgegaan. Veenman was op reis. Nu dacht men dat hij plannen maakte van vertrek.

11 July 1879. Des avonds Dirk Jansz Bakker hier, mij het uit de Spaarbank gevraagde geld 47,68 gulden gebragt. Veel over die inrigting gesproken, werkt hier zeer nuttig, heeft nu al 5 à 6000 gulden. De school van Oude Schild heeft er reeds 1100 gulden in. Ook arbeiders en naaisters brengen hunne spaarpenningen. Tot nog meer bekendheid en algemene deelneming raad ik aan gedurig overal eene kennisgeving aan te plakken, waarvoor ook hij gestemd is, maar wat eenig bezwaar heeft om de kosten.

21 July 1879. Fokke Keijser verhaalt dat Jakob Dijt met glans door zijn examen was gekomen om toegelaten te worden tot de 2de klasse der RHBS te Wageningen. Later zal hij daar op de Landbouwschool komen.

22 July 1879. De kleine Catharina vanmorgen met pleizier naar de Bewaarschool geweest. Samuel en Ko aan ‘t inpakken.
Brief van Samuel aan Dolfina: Gistermorgen is Catharina met Tante naar de Bewaarschool geweest. De juffrouw de Milde de la Faille is een zeer flink Meisje. Catharina heeft de kinderen op koekjes getracteerd en zich goed geamuseerd. Wij zullen haar geregeld van 9 tot 12 daarheen zenden.

23 July 1879. Meester Brouwer 79 jaar oud, nu sedert 52 jaar op Texel. Hij was hier gebleven, want buiten had hij ook geen familie of nagelaten betrekkingen meer.

25 July 1879. Bij Bruno Bok thee gedronken. Zijn zoontje Willem, 11 jaar, zal later dokter worden. Willem Brunosz. 11 jaar oud zal nu naar de kostschool van Glijnis in Bussum zal gaan omdat hij bij Veenman niet leert. Hij is bestemd om Docter te worden. Veel gesprek over het noodzakelijke van het inprenten van goede beginselen aan kinderen die men rustig onder anderen zal zenden. Het geloof aan Gods alziend oog daartoe noodig.

31 July 1879. Ik vannamiddag 10 exx Richardson Volksonderwijs over Alcohol en 10 exx Jenkins Duivelsketen aan de adressen van de 10 Schoolonderwijzers voor de Schoolbibliotheken gerigt, die Moojen op ’t Raadhuis bij hun eerste vergadering zou uitreiken.

12 January 1880. Katrina volgt colleges bij prof. Moltzer en Sijmons.

2 Maart 1880. Katrina geeft les.

11 Juny 1880. Juriaan blijft zich steeds bekommeren over de uitzichten van zijn zoon [Ko] als meubelmaker.

19 Augustus 1880. Brief aan Huidekoper met 300 gulden [Dominee Huidekoper heeft indertijd geld geleend aan Huizinga voor de studie van diens zoons. Hier aan wordt nog steeds afbetaald. Huizinga zelf ontvangt geld van zijn zoons].

6 January 1881. Gisteravond heeft Katrina de eerste les in ‘t Duitsch van den Heer Spruijt gehad. Zij beklaagde zich dat zij nog zoo weinig bleek te weten. Ik vrees intusschen dat dit besef haar tot een inspanning zal nopen, die voor hare gezondheid verderfelijk is.

18 Mei 1881. Meester Brouwer gesproken bij Biersteker, lijdt onder de verzwakking des ouderdoms (82).

23 Mei 1881. Frouwke en Meester Brouwer te zamen op het bankje zittend nog eens toegesproken. Brouwer sprak: voor hem was de weifel afgeloopen. Zij hadden hun tijd gehad. Het uurwerk moest stil staan. Voorts geen zorg. Vader staat aan het roer. Hij stuurt het schip naar eene goede haven, enz. enz. Denkbeelden waarin ik hem trachtte te versterken.

30 July 1881. Brief van Sijbrand Pietersz Keijser meldende het overlijden van vader Brouwer [Wouterus Klaasz Brouwer en Trijntje de Boer waren de ouders van Johanna, de vrouw van Sijbrand P. Keijser].

3 September 1881. Katrina slecht tentamen bij Professor Symons, zeer teleurgesteld.

12 November 1881. Des avonds 6 uur word ik verrast door een bezoek van Jan Jakobsz Bakker van Texel, de eerste die ons van daar kwam bezoeken. [Hij is] adsistent leerling bij het materieel van het Spoor. Hij verhaalt ons veel over Texel.

16 November 1881. Des middags verrassend bezoek van Pieter Jakobsz Kuiper van de Waal, sedert 30 October student te Groningen.

24 July 1882. Troll hier bezoek gebragt, klaagt over de altijd voortdurende kibbelarijen op Texel. Ensing staat aan ‘t hoofd van een club, Dominee Boon behoorde daar vroeger ook toe, die het materialisme ten toon wil heffen, tegenover Bakels c.s. Troll meende dat men Ensing niet ongaarne zou zien heengaan, als maar in de behoefte aan geneeskundige hulp genoegzaam kon worden voorzien.

28 January 1883. ‘s Namiddags P.Kuiper en J.Bakker hier thee gedronken. Veel gesprek over Texel. Ensing vertrekt 1 September naar Schagen en zal hoogstwaarschijnlijk door J. Timmer vervangen worden.

29 Maart 1884. De Bewaarschool gaat nu over aan ‘t Nutsdepartement, 60 leerlingen, weinig minder dan de zogenaamde Christelijke bewaarschool.


Terug naar de vorige bladzij