Dros


18 January 1846. Zondag. Gerbrand Dros van de Waal hier des morgens hout betaald, 7,20 gulden.

16 February 1847. Bij Teeke Jansz. Duinker, de vrouw Hendrikje Gerbrands Dros van tweelingen bevallen.

18 Maart 1848. [Geboorte Sina] Jan Lammertsz List bragt de boodschap aan Lotje aan de Waal, om in de Waal en Oosterend enz. aanzegging te doen. Guurtje Dros deed het aan den Burg, Klaas Geus aan ’t Oude Schild, den Hoorn, de Westen, enz.

20 Augustus 1848. Zondag. Naar Eijerland met Kors Roeper. Trijntje Dros, vrouw van Volkert Zur bezocht, zeer ziek, zoo het schijnt doodelijk. Een ziek jongmensch Arend Heerschap is daar mede in huis, in treurigen toestand zonder vriend of maag.
Des avonds bij den Burgemeester, aldaar Gerrit List. Hij zal den jongeling uit den Polder in het Gesticht halen.

23 Mei 1849. Jakob Gerbrandsz Dros was van een steiger gevallen en had den voet bezeerd.

17 January 1850. Bok verhaalt het geheel gedrag van zijn zoon Willem bij de stranding van de Barresen. Diensvolgens kan er van eenig pligtsverzuim volstrekt geen sprake zijn. Dat de Reddingsboot van den Hoorn niet eerder kwam lag niet aan Willem, die vroeg genoeg om dezelve gezonden had, schoon hij daartoe volstrekt niet verpligt was, maar aan den ouden en onbruikbaren oppasser van dezelve, Teunis Kunst. Met de grootste verontwaardiging natuurlijk sprak hij van het schandschrift van Simon Ran in de Hydra. Hij beklaagde zich over het vele werk dat “die schoelje” hem daardoor veroorzaakte, door de uitvoerige rapporten die hij moest zenden aan de Gouverneur, die deze zaak nauwkeurig onderzocht. Hij verhaalde mij hoe het gerugt ging dat bij hem Bok een kistje met kostbaarheden van de laatste stranding verduisterd zou zijn, uitgestrooid door Sijbrand Teunisz Koning. Deze knaap had hij verleden zondag daarover gehoord in presentie van de strandwachters. Als wanneer hij, S. Koning, verklaard had dat hij het wel had verhaald, maar alleen om ook eens wat te verhalen. De Heer Baert had ook verhaald dat er bij hem W. Bok kisten met goederen bezorgd waren. Geheel onwaar. Alleen de brievenzak had hij van strand af zijner vrouw doen bezorgen, met verzoek om alle die brieven en papieren zorgvuldig te droogen. Hij kon geene woorden vinden om zijne verontwaardiging uit te drukken over het karakter dat de bevolking van Texel bij die stranding van de Agnes had geopenbaard en nu nog openbaarde. Dag en nacht waren er meer dan 300 man in de weer geweest om van ’t strand weg te steelen wat zij maar krijgen konden. Van de week hadden zij nog Gerbrand Dros van de Waal betrapt met een kar, een lading gestolen tabak en verfhout weghalende (waarover hij vrijdag in het verhoor genomen is). Het was onmogelijk een strand van 3 à 4 uur lengte te surveilleren, dat over die gehele lengte met dieven in de duinen op de loer leggende, bezet was, te meer daar hier geen garnizoen was en er op een tijd slechts één enkele politiedienaar te gebruiken was. En dan moest men hooren dat de fatsoenlijkste burgers den strandroof verdedigden. Zoo leerde men de onbegrijpelijke slechtheid der menschen kennen. Hij beklaagde de predikanten die voor zoodanige menschen nutteloos hun tijd en krachten besteedden.

22 January 1850. Verleden zaterdag kwam Gerbrand Gerbrandsz Dros van de Waal en zijn zoon Gerbrand bij mij, mij biddende om eens naar Bok te gaan en zijne voorspraak te wezen opdat de actie tegen hem wegens stranddieverij ingesteld niet vervolgd werd. Ik deed het, maar Bok deed mij uit hoofde van de omstandigheden de onmogelijkheid opmerken om deze zaak in te houden. Dros wordt algemeen zeer beklaagd.

5 February 1850. Verleden zondagavond was den Heer Bok hier. Hij kwam mij mededeelen dat hij in de verloopen week 2 brieven van den Gouverneur gekregen had, waarbij hij ten volle geregtvaardigd werd wegens zijn gedrag bij de 2 laatste strandingen. In zijne verantwoording had Bok niet kunnen verzwijgen dat er verbazend veel stranddieverij had plaatsgehad. Nu had hij een brief van den Officier der Regtbank te Alkmaar ontvangen die, daartoe aanleiding hebbende door een brief van de Gouverneur, de bedrijvers dier stranddieverij wilde opsporen en vervolgen. Hij, Bok, had nu wel moeten opgeven wat hij van Dros wist. Het was dan nu wel te vreezen dat deze spoedig zou worden geapprehendeerd.
Hij kwam deze zaak vertellen opdat ik in staat zou zijn, overal waar het te pas kwam, te verklaren dat Bok de schuld hiervan niet op zijne rekening had, maar dat zij geweten moest worden aan de aanklagt van de kapitein der Agnes.

16 January 1854. De vrouw van Dros aan de Waal lijdt sedert een maand aan een gezwel aan de hals.

5 Mei 1856. Het blijft zeer koud, zoodat de kagchel die ik hier op de studeerkamer nog stook, mij nog zeer aangenaam is. Ten gevolge van dien koude is de ontwikkeling in de natuur nog niet sterk.
De schapen eten nog gaarne hooij als hun wat gegeven wordt, doch sommigen, zooals Willem Roeper, hebben zelfs uit gebrek hun rundvee al moeten uitjagen. Het sterven der schapen duurt voort.
Opmerkelijk is het dat er zoo weinig tweelingen onder de lammeren komen. Kuiper die er anders toch een 80 heeft, heeft er nu maar 6. Jacob Roeper slechts 1 of 2 of daaromtrent. Er zijn er die er geen hebben.
Kuiper en Albert Keyser zouden ieder van hunne 900 of 1000 schapen wel 100 dood hebben, dus 1 op de 10. Dros 5 van zijne 25, Pieter Hin, van zijn getal ruim 100, 60 à 70, dus van twee één.

6 January 1857. Willempje Pieters Dekker, de vrouw van Gerbrand Gerbrandsz. Dros jr., is verbazend opgezwollen door het water.

23 February 1857.
Tegen 2 uur naar de begrafenis van Willempje Pieters Dekker, vrouw van de kastelein Gerbrand Dros. Ook daar werd op het laatst over de Afschaffing gesproken.
Gerbrand Dros wilde ook liever chocolade schenken of bier enz dan drank.

14 Mei 1857. Met Voigt naar de Waal, Afschaffingsvergadering bij Gerbrand Dros. Veel volk. Meester Boonakker leest een zeer schoone Redevoering voor over “Het volmaakte gebed en de sterke drank”.

22 Maart 1858. Gerbrand Dros van de Waal is de Afschaffing wel zeer genegen. Ik stel hem voor lid te worden en vraag hem of eene toelage van ons Genootschap hem de schade zal kunnen vergoeden die hij in zijne herberg daardoor zal lijden. Hij zal er over denken.

8 April 1858. Albert Keijser zeide dat Gerbrand Dros 200 gulden vorderde als hij zijne dranknegotie zou eindigen, doch dit mogt niemand weten dan hij en ik.

7 July 1858. Naar de Waal [ziekenbezoek], bij Gerbrand Dros (een kind verloren), aldaar hooiveiling van de Gemeente.

18 Maart 1859. Afschaffingsvergadering aan de Waal bij Gerbrand Dros. Grietje daarheen met Jansje Keijser.

17 Mei 1860. Hemelsvaartdag. Des avonds Afschaffingsvergadering aan de Waal bij Dros. Zeer weinig volk. Niemand is bijgekomen. Faas en vrouw tegenwoordig.

14 November 1861. Hevige stormwind met regen uit het Westen. Enkele mijner Doopelingen komen doornat op de catechisatie.
Menno was vanmorgen naar de Waal gegaan, des middags is hij nog niet terug. Toen ik te 4 ure iemand zou heen zenden om hem te halen kwam hij juist terug. Hij had bij Gerbrand Dros gegeten en had een duffelschen jas van diens zoon Gerbrand aan. Hij kwam welgemoed te huis. De stormwind houdt aan. Alles schudt en kraakt, de regen dringt velerwege door het huis.

4 January 1862. Menno geeft aan zijn vriendje Gerbrand Dros op zijn verjaardag ten geschenke: “Algemene Geschiedenis in 12 schetsen voor de vrouw van/voor armen en rijken”.

8 January 1864. Gerbrand Dros bij Menno om afscheid te nemen, hij gaat als kwekeling naar de Normaalschool te Nieuwe Diep, tractement 250 gulden.

22 February 1868. Gister had ik een brief van Trijntje Dros uit Amerika ontvangen.

22 Maart 1868. Aan de Waal even bij Gerbrand Dros vernomen of hij spoedig aan zijn zuster in Amerika schrijft (van de week). Zijn zoon Gerbrand solliciteert als hulponderwijzer te Cocksdorp, had reeds gesolliciteerd te Vollenhove.

5 February 1869. Dominee Bakker beklaagde zich zeer over zijne leerlingen die alle gezamenlijk niets weten, behalve G. Dros.

21 Maart 1870. Des avonds bij Albert Keyser. Hij verhaalde dat het Dijksbestuur van Texel thans bezig was om het Noorden (600 bunders) te koopen voor den gestelden prijs van 20.000 gulden en de daarvan te wachten voordeel. Mariahoeve, door Dros gekocht voor 31.000 gulden, zou beter zijn dan Vianen, wat Albert Koning voor 50.000 gulden had gekocht.

11 October 1871. Des voormiddags Gerbrand Dros jr. hier om te spreken over Nederlandsche Mettray als plaats voor zijn broeder Douwe, 12 jaar oud, voor het onderwijzersvak. Ik geef hem het Reglement mede.

22 October 1871. Gerbrand Dros wil zijn zoon Douwe naar Nedelandsche Mettray zenden.

4 February 1872. De voorzanger Dros komt mij zeggen dat hij met 1 Maart als hulponderwijzer gaat naar Hoedekenskerke bij Goes.

1 November 1872. Van voormiddag Gerbrand Dros, hulponderwijzer te Hoedekenskerke nu met de rang van Hoofdonderwijzer, hier koffij gedronken. Hij verhaalt van zijn examen. ‘t Was zeer genoeglijk geweest. Hij was zeer vrijmoedig omdat hij zich bewust was alles gedaan te hebben wat hij kon, met nacht en dag te studeeren (hij oefende zich bij mij in ‘t boeken innaaijen wat hij zeer aangenaam vond). Gesprek over de grond voor ‘t geloof in Onsterfelijkheid. Wij stonden daarin zeer goed te zamen. Ik gaf hem ter leen het boek van Aebli over dat onderwerp.

12 February 1873. Naar de Waal. Bij Koekebakker in de Kerkekamer afneming der belijdenis van 8 Doopelingen. Ik hoorde hem met veel genoegen spreken en vragen. Hij bleek zijn leerlingen vrij wat ontwikkeld te hebben. De beste proeven daarvan gaven Neeltje Jans Roeper, Marretje Klaas Mantje, Aafje Jans Eelman. De minste Grietje Dros, Barbara Leijen en Anna Daalder.

16 February 1873. Doopbediening door Koekebakker aan den Burg. Wellicht 500 personen, slecht weinige stoelen open.
Hier werd een geschenk voor mij bezorgd van 6 doopelingen, A. Dros, G. en C. Bakker, N. Bakker, M. Roeper en A. Luitse. Theepot, melkkan en suikerpot van Britanniametaal en een nieuw zilveren theekomfoor.

9 July 1873. Gerbrand Dros hier met zijne beminde van Hoedekenskerke, laatstelijk Middelburg. Hier thee gedronken. Hij is nu sedert laatstleden maandag weer hulponderwijzer aan ‘t Oude Schild. In Zeeland is het treurig met het onderwijs, veel schoolverzuim. Sommigen blijven wel 400 maal in een jaar weg. Zijn meisje heeft een gunstig innemend voorkomen.

13 November 1873. Gerbrand Dros van de Waal hier, zeer ter nedergeslagen dat hij no. 6 was van de adspiranten voor de hoofdonderwijzerspost aan den Burg, en dat hij niet opgeroepen zou worden om nog practisch examen te doen, maar slechts de 4 eersten. Hij wenschte dat ik voor hem bij de schoolopziener Bakels zou intercederen. Ik wees hem naar Bakels zelven die morgen aan de Waal zou komen.

5 January 1874. Ik te 12 ure even naar de inwijding der nieuwe School (een uitmuntend schoone dag). De plegtigheid der aanspraken van Burgemeester Loman, Meester Brouwer, Bakels (schoolopziener), Wieringa, Troll (onderwijzer), D. Bruin (vertegenwoordiger van de jeugd), was pas afgeloopen. De kinderen waren nu vrolijk met chocolade en koek. Gesprek met Troll en Dros.

18 January 1874. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Bij Gerbrand Dros de jonge Dros met zijn meisje toegesproken, vooral over zijn verzuim van de kerk, waarover hij ten laatste geen reden wist te geven dan dat de slof er in geraakt was. Gesprek ook met de vader en de moeder, de laatste wil de moderne Dominee van Oosterend nooit horen, toch heeft zij tegen mij, schoon modern, niet.

18 April 1875. Katrina en ik des namiddags naar de Waal bij Boonacker. Vooraf bij Dirk Leijen, aldaar zijne dochter Etje en A. Dros, verleden donderdag getrouwd. Ik kwam ze gelukwenschen.

31 December 1876. Ik vooraf aan ‘t sterfhuis van Meester Hillenius, aldaar de kinderen Jan en Antje, Aaltje en man Bruin, Mina en Johannes. De laatste in deerniswaardige toestand wat zijne handen betreft. De vingertoppen waren hem onlangs, toen hij op Eerste of Tweede Kersdag overkwam met de vlet van ‘t Nieuwe Diep, bevroren. Vier uren bragt hij over die reize toe, waarvan zij 2 uur in ‘t ijs zaten. Het was onuitstaanbaar koud. Een zoon van weduwe Lindeman was haast meer dood dan levend uit de vlet gedragen omdat hij niet kon mede werken. Er waren 4 roeijers en 6 passagiers.
Johannes Cornelisz Eelman kwam dien dag ook over en moest 35 gulden voor het overbrengen betalen. De vrouw van Gerbrand Dros naar ik meen voor 10 gulden.

10 Juny 1877. Naar de Waal. Bij Gerbrand Dros. Zijne zuster Trijntje in Amerika overleden.

25 November 1877. Zondag. Weder zeer stormachtig weer.
Katrina had tegen de avond nog wel lust om weer naar de Waal te gaan waar Bakels bij Dros voor zijn dorpsgenooten de Sciopticon zou vertoonen, maar bleef toch om het ruwe weder te huis.

20 January 1878. Gepreekt aan de Waal. Ik even bij G. Dros. Zijn zoon Douwe, die sedert verleden zondag bloedspuwing had gehad, toegesproken. Hij mag nog geheel niet spreken.

14 February 1878. Met 3 Diakens naar de Waal. Bakels nam aan zijn 3 leerlingen de Doopbelijdenis af.
Vooraf nog een bezoek bij Dros. Douwe is weer herstellende.

9 Juny 1878. Zondag. Pinkster. Gepreekt aan de Waal. Bij Pieter Kuiper, Jan Korsz Roeper, G. Dros. Douwe heeft nog alle dagen koorts.

16 Maart 1879. Zondag. Gepreekt aan de Waal.
Daarna Douwe Dros nog eens toegesproken (aldaar Fokel). Hij is zijn einde nabij.

21 Maart 1879. Ik naar de Waal (zeer koude togt) begrafenis van de 19-jarige zoon (Douwe) van Gerbrand Dros. Bakels deed de toespraak. Ik sprak na de begrafenis een woord.
Gerbrand Dros van Kudelstaart is daar zeer tevreden.

20 April 1879. Zondag. Ik preekte aan de Waal.
Bij Gerbrand Dros, aldaar Arie Kievit en vrouw, die haar Kerkgang bij mij gedaan had. Van eenige gevoeligheid daarover bleek niet, ofschoon zij roemde dat zij, thans moeder van 9 kinderen, nooit ziek geweest was.
Later nog vele ernstige gesprekken met Gerbrand Dros en vrouw, die altijd zich gedrongen gevoelt om te spreken over het verlies van haar zoon Douwe. Deze had, toen ik hem zondags bezocht had, den volgenden dag nog bij herhaling gezegd dat mijne woorden hem zooveel goed gedaan hadden. Hij had het zoo gaarne nog zoo ver willen brengen dat hij Hulponderwijzer was geworden om met zijne verdiensten zijne vader te kunnen vrijwaren dat hij niet meer zoo behoefde te arbeiden, maar hem ook was het: “Uw wil geschiedde”.
Hij was zoo beducht om van den regel om nooit eenigen sterken drank te gebruiken, die daar onder ouders en kinderen gold (niettegenstaande Dros Kastelein is) dat hij weigerde om het voorschrift van den Doctor op te volgen, die hem raadde om nu en dan in zijn drinken een lepel vol cognac te nemen. Hij zeide, hij was helder van geest genoeg en herstel of kracht zou het hem ook niet aanbrengen, dus hij liet het na.

24 April 1879. Katrina was met Gusta en Habbema ook naar de Waal gekomen, waar de laatste nog eene Kerkeraadsvergadering had. Zij bezocht daar jufvrouw Petersen, G. Dros, Meester Keijzer, waar zij aangenaam vertoefde.

9 Mei 1879. Even bij Guurtje Dros (83 jaar) ziek.

13 July 1879. Naar Sijbrand Jansz Keyser, hem den aanslag mijner Personeele Belasting en convocatie voor de Rijper Societeit gebragt. Hij gaat morgen op reis om de nieuwe Stoomboot Ada af te halen, die woensdag zal beginnen van hier te varen. Over de verkiezing van dingsdag. Hij wil Willem Koning en A. Dros wel laten schieten.


Terug naar de vorige bladzij