Daalder



31 Mei 1847. Bij Jan M. Daalder, die zondagavond een 5-jarig knaapje in de put verloren heeft.

14 Mei 1848. Ik was bij Jan Maartensz. Daalder. Hij had gister zijn zoontje Fedde begraven. De vrouw Tetje Feddes Valk is geheel troosteloos, krijgt een toeval.

18 Mei 1849. Neef Huizinga berigt dat zijn engagement met Margot Scheltema wereldkundig mag worden, doch Rietberg vond ook beter om‘t, daar het meisje remonstrantsch is, niet ruchtbaar te maken. Jan Daalder had gezegd dat, zoo hij Rietberg met Welmoet Bok, gelijk de praatjes gingen, zou trouwen, hij nooit weer in de kerk wilde komen.

6 April 1852. Ik sprak de oude M. Daalder, die zich zeer beklaagde over zijn gedwongen verblijf bij zijn zoon.

12 Mei 1853. Maarten Daalder klaagt dat hij het brood 7 cents onder de zetting geven moet, zoodat hij zoo goed als niets er op verdienen kan.
De vrouw van Maarten Daalder verhaalt van de hevige vijandschap die er lang bestaan heeft tusschen haar en haar oom Jan Kalis (de schoenmaker) zoodat zelfs den Heer Bok zich daarmede bemoeijen moest en die vijandschap duurt nog.

3 Maart 1854. R. verhaalde gister de treurige dood van het kind van Trijntje Daalder dat zich aan zijn dasje zelf gewurgd had, blijvende bij het overklimmen van een hek aan de paal hangen.

5 Maart 1857. Dominee Wieringa vertelde dat aan den Hoorn op de Polderrekening de jenever geheel geweerd was, men had krentebrood en koffij gehad. De kasteleines aan den Hoorn wil ons niet meer hebben, omdat niemand meer bij haar komt borrelen of biljarten.
Aan ‘t Oude Schild zoude, als wij er weer kwamen, een oploop plaats hebben van de Roomschen tegen ons, doch onze voorstanders hadden gezegd, dat wij maar gerust komen zouden, want dat zij de zaak wel voor ons in orde zouden brengen. Jan Daalder was zeer tegen ons en was onlangs van de Polderrekening weggeloopen toen Lap er krentebrood liet komen, daar hij, als Lap dit dan wilde, wel de jenever wilde afschaffen, maar dan ook alles, ook krentebrood en koffij.

21 Maart 1858. Zondag. Met Gé naar den Hoorn gereden, aldaar Avondmaal, 16 communicanten en Dieuwertje Rab en Gerrit Daalder van onze gemeente.

3 Mei 1858. Des namiddags naar den Hoorn gereden met Wieringa over de Schans door de Prins Hendrik bijlangs Daalder.

13 July 1858. Naar den Hoorn, bij Dirk Daalder en Simon Daalder, bij Wieringa met Wentink koffij gedronken.

6 September 1858. Puijman verhaalde mij zaterdag [toen ik met hem van den Hoorn terug kwam] dat hij 5 schapenvachten van Jan Daalder had willen koopen, maar dat deze gezegd had, dat ze voor hem niet te koop waren omdat hij afschaffer was.

7 September 1858. Naar den Hoorn, aldaar geene leerlingen. Ik bij Aagje Stark, Meester Hillenius, bij Simon Daalder koffij gedronken. Bij Jantje Daalder ten huize van den Urker, die mij verhaalt hoe Biem Lap hem hier door schoone voorstelling naar Texel getrokken heeft, waaraan hij echter niet heeft beantwoord.

19 September 1858. Zondag. Aan den Hoorn gepreekt. Overeenkomstig de vroeger (5 September) verkregene toestemming van de Diakenen kondigde ik af dat wij a.s. donderdagavond te 7 ure in dit Kerkgebouw zouden vergaderen (Afschaffing). Na de preek zei Dirk Daalder dat hij van die afkondiging geheel in de war was. Hij had gemeend dat dit nog eerst afgepraat moest worden en veel broeders waren er tegen.
Wie zouden er komen? Een troep kwajongens, de Vermaning zou wel een schutterhok gelijken enz enz. P. Visser gaf mede zijn afkeuring te kennen. Het bleek duidelijk dat zij, die vroeger zoo bereidwillig geweest waren met hunne toestemming, nu door anderen waren opgezet. Na veel discoursen besloot ik eindelijk met de vraag of zij ons bij onze komst ook moeijelijkheden wilden in de weg leggen? En toen Dirk Daalder daarop neen zeide, nam ik mijn afscheid, zeggende dat het nu dan eens als eene proeve moest doorgaan, daar het reeds in verscheidene Kerken was afgekondigd.
Ik reed van den Burg met P. Boon naar de Waal, wien ik het op de terugreis vertelde.
Des namiddags ontving ik een briefje van Dirk Daalder, dat het niet zou gebeuren, dat de deuren gesloten zouden blijven. Ik overleide met Voigt en Sipkes. De laatste wilde morgen naar de Waal gaan en zien of hij er nog eenige geschikte lokaliteit kon vinden.

20 September 1858. Albert Keyser hier om mij mede te deelen wat hij op de markt van Piet Daalder gehoord heeft, dat wij aan den Hoorn de Kerkdeuren gesloten zouden vinden. Pieter Boon zendt mij een briefje om dezelfde reden en komt vervolgens zelf opdat ik gewaarschuwd zal zijn.

21 September 1858. Naar den Hoorn. Aris Rab wist zich vrij goed te verontschuldigen over het voorgevallene. Hij was niet tegen die vergadering geweest, maar daar Pieter Daalder, Hillenius en Klok er tegen waren, had hij om vredes wil er ook tegen gestemd.

22 October 1858. Huisbezoek aan den Hoorn zonder Diakenen. Visser en Rab door ongesteldheid. Daalder wilde niet, omdat hij ook niet te Avondmaal wilde komen.

11 February 1859. Des namiddags naar den Hoorn, begrafenis van Stijntje Simons Daalder, oud 23 jaar.

23 February 1859. Reijer Daalder hier, hij berigt mij dat helaas Jan Duinker van de Koog weder tot verregaand misbruik van Sterke Drank is vervallen.

20 Maart 1859. Avondmaal aan den Hoorn, 21 communicanten, daarbij kapitein Kuiper en vrouw en 3 dochters. Pieter Daalder en Meester Hillenius niet of geen der zijnen.

27 Mei 1859. Des avonds bij Maarten Daalder, wiens zoon nu in hechtenis is wegens moordaanslag op G. Burger.
2 Juny 1859. Gesprek over de moordaanslag van Klaas Daalder.

3 July 1859. Met Kalf naar den Hoorn gereden met Dirk en Menno.
Jan Knaap te den Hoorn onderhouden over zijn ergerlijk gedrag om bij het opgeven van de Uitgezochte Liederen bij de Godsdienstoefening terstond zijn pet op te zetten en die alleen bij ‘t opgeven der psalmen aftezetten. De diaken Dirk Daalder zingt ook geen liederen. Pieter Daalder schijnt niet meer ter Kerk te komen.

18 Augustus 1859. Naar den Hoorn. Bij Simon Daalder, hem verwezen naar den Heer Voigt die een rekest voor hem wilde schrijven om hem te bevrijden van de 14 dagen gevangenisstraf waartoe hij veroordeeld was op de valse beschuldiging van konijnen strikken.

30 Augustus 1859. Naar den Hoorn, dwars over, er is bijkans nergens eenig vocht in de sloten. Zieken bezocht. De weduwe Rab, Marretje is zeer zwak en ijlhoofdig, zij wil niet dan (in haar opgewondenheid) over preeken en gezangen spreken, zoodat ik moeijlijk van haar ontslagen kan worden. Cornelis Blaauw, Reijer Daalder.

20 Maart 1860. Bij den Heer Veenstra over eene nieuwe ondersteuning aan Jan Daalder te zenden.

16 April 1860. Aafje Daalder van den Hoorn zal naar ‘t Nieuwe Diep gaan en trouwen met zekeren Feijerabend, sjouwerman met 5 kinderen. Veel daarover gesproken en haar aangemaand tot een ernstig onderzoek naar hem, of hij ook aan den drank is enz.

23 April 1860. Des middags half 2 aan den Hoorn begrafenis van Trijntje Knaap, aldaar Hillenius, Klok, A. Rab, P. Daalder, Willem Klaassen, G. Kiljan. Veel gesprek over de Afschaffing. Zij nemen aan om de Volksvriend te lezen.

22 Mei 1860. Naar den Hoorn, bij Wieringa koffij gedronken, aldaar Jan Daalder die 7 maanden lang in huis had moeten doorbrengen.

17 January 1861. De oude Maarten Dirksz. Daalder 91 jaar oud subiet overleden.

11 September 1861. Vergadering op de Tent. Kikkert leest Ontvangsten en Uitgaven van 1860-61. Als de achterstalling van Biem Lap, Daalder enz betaald worden is de schuld afgedaan, behalve 3 obligatiën elk 120 gulden.

7 Mei 1863. Reijer Daalder hier, berigt dat zijn halfbroer Jan Duinker deze morgen in zee drijvende is gevonden. [Duinker had drankproblemen]- van Maart tot December geen drank gebruikt, maar met het verkoopen van een varken dat niet op straat kon gebeuren maar in de herberg was hij er weer afgeraakt, vooral de vrouw van Klaas Boon had altijd haar best gedaan om hem weer te verleiden en ‘t was haar gelukt. Duinker had finantiële problemen, zei wij zijn arm, straatarm, liep het huis uit, door zijn vrouw teruggeroepen. Des nachts bemerkte zij dat hij niet meer naast haar in bed lag, zij haalde de buren die nu overal tevergeefs zochten. Eindelijk vonden zij de stappen zijner blote voeten op ‘t strand regt op zee aangaande en te 5 ure werd zijn lijk gevonden, 33 jaar oud.

11 January 1864. Naar den Hoorn op schaatsen om te zien of ik Katriena, die bij dominee Frerichs gewoond heeft, voor noodhulp voor Carolien in huis kan krijgen, maar keerde op ruim halfweg weder, omdat de avond begon te vallen. Dirk Daalder zou haar voor mij vragen. Des avonds P. Stiggelbout hier om naar de hand van Carolien te zien.
14 januari 1864. Des avonds Katriena Schaap van den Hoorn hier gekomen tot noodhulp voor Carolien die nu alle dagen dan hier dan daar uit eten gaat tot slaapenstijd.

24 november 1864. Klaas Daalder hier die door Katrien tamelijk achteloos behandeld wordt.
20 April 1865. Des middags half 1 gaat Katriena Schaap met Klaas Daalder inteekenen als bruid en bruidegom. Zij hebben voorts den dag feestelijk bij mij doorgebragt. Des avonds hier genoodigd behalve hun: Meester Daalder en vrouw en dochter Stijntje, en Katriena’s zuster Louise, behalve onze tegenwoordige meid Sijmentje.

28 Juny 1865. Wij, Katrina, Sina, Janneke, Menno en ik naar den Hoorn gereden met P. Roeper met zijn wagen. Duin- en strandwandeling. Bij Klaas Daalder (Katriena) brood en koffij gebruikt.

4 September 1867. Rens Maartensz Daalder was l.l. dingsdag bij de Cocksdorp, als timmerman werkzaam, van een hoogte van 22 voet naar beneden gevallen (van het vierkant eener boerderij Zeeland) echter zonder iets belangrijks te beschadigen.

24 February 1868. Bij Daalder en zuster vernam ik dat de verkering van Hillenius met Antje Boon, die dit huis zouden betrekken, weder ten einde is.

20 April 1868. Boetje des morgens hier. Hij heeft Schoolbezoek aan den Burg en des namiddags bij Verberne en Glijnis. Tusschenbeide te paard naar de Koog, begrafenis van Martje Jans Daalder.

4 October 1868. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Vooraf even bij Jakob Daalder, die niet in de kerk was zooals ik meende te mogen verwachten, om hem daarover te onderhouden. Hij verlangde wel dat er gepredikt word over het borgtogtelijk lijden van Christus, wijl de Bijbel zulks leerde. Ik geloofde dat de man te diep in de orthodoxie verzonken is om terug te keeren.

14 maart 1869. Zondag. Met Katrina en Sina des morgens 9 uur (met rijtuig van Daalder afgehaald) naar den Hoorn, te 10 ure gepreekt ter bevestiging van Bakels. Weinig volk (78).

6 Augustus 1869. Wij allen te zamen, 10 personen [Huizinga, Dirk en Koos, Samuel, Katrina, Sina, Menno, en Sientje en Neeltje Meihuizen en Grietje de Waard], met fraaij weder des morgens half 10 uitgewandeld naar de Koog. Ik bij Reijer Daalder koffijwater besteld. Ik met Neeltje (Meihuizen) naar ’t strand. Koffij gedronken in de duinen bij ’t Hek, met brood. Gezamelijk naar het strand en in zee. Droogerij in de duinen. Terug gewandeld, te 4 ure te huis. Genoegelijke dag.

17 October 1869. Zondag. Storm en regen. Gepreekt aan den Burg, daarna met rijtuig van P. Daalder naar den Hoorn, aldaar te 12 ure gepreekt voor Bakels. Storm en regen.

21 Maart 1870. De timmerlui Rens Daalder, Klaas Plavier, hier begonnen de gang op te breken, een halve voet zand uitgespit, 2 wagens sintels daarvoor in de plaats.

27 Maart 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg, daana met Gerrit Daalder naar den Hoorn gereden en daar voor Bakels gepreekt, die l.l. vrijdag getrouwd is en vanavond weer te huis verwacht wordt.

19 April 1870. Op zolder door Rens Daalder een daklicht gemaakt.

4 Mei 1870. Sijbrand Jansz Keyser en Rens Daalder hier om het raam op te meten, dat hier in de binnenkamer geplaatst zal worden.

30 Mei 1870. Rens Daalder hier om op de zolder eene bedstede te maken.

16 Juny 1870. Wij met ons gezelschap, daarbij Adrienne Vrendenberg-Koning, te zamen 7 personen, des morgens half 9 uitgewandeld naar de Koog. Het was een zeer schoone dag. Ik bij Reijer Daalder. Van deze kregen wij in de duinen koffij, enz. Wij bragten in de duinen en op ’t strand genoeglijk eenige uren door. Ik met Anna in zee. Een visscherman (de Jager) was bezig bij ’t strand langs een vischnet te slepen en ving een weinig tarbot. Reijer Daalder bragt ons met de wagen (8 personen daarin) over de Waal naar huis. Half 5 te huis.

19 July 1870. Des namiddags de familie naar Bolding en vrouw te theedrinken enz. zij eerst een eind met mij gewandeld, terwijl ik doorging naar Molenbuurt. Aldaar bezocht Pietertje Kooiman (Daalder aan ‘t Hooijen).
Ik kreeg bij beide het verhaal van het treurig geval met de 16-jarige Dirk Mantje. De meid Dieuwertje Koning onlangs bevallen, over haar treurige toestand.

11 November 1870. Des avonds bij Gerrit Kooiman het ontvangen spek, een kwart varken 104 pond à 35 cents betaald 36,40 gulden en bij Rens Daalder zijn rekening, meest van ‘t slaapkamertje boven 14 gulden.

25 Juny 1871. Sijbrand Jansz Keyser verhaalt nog wat moeijelijkheden hij gehad heeft met zijn oom Cornelis Keyser, die niet vergunnen wil dat wij hout en steen over zijn land naar de Waalderkerk zullen voeren. Zijn oom was hem zeer tegengevallen, bleek een onhandelbaar mensch te zijn. Ook had hij moeijelijkheden gehad met Maarten Daalder over het afkeuren van raamkozijns, wat hij echter doorgezet had. Hij had zijn oom ook wel den deurwaarder willen sturen, als het zijn oom niet geweest was.

1 October 1871. Treurig geval aan de Koog, waar het kind Catharina van Willem Jansz. Dalmeijer en Marretje Reijers Daalder door onvoorzichtigheid der moeder in de kasstoel door kolendamp gestikt was.

21 January 1872. Bij Jakob Daalder en zijne vrouw. Zij verhaalden van hun overleden kind dat een akelig monstrueus gevormd hoofd bezat en echter nog 5 maanden geleefd had.

18 September 1872. Huisbezoek bij Reijer Daalder aan de Koog, aldaar aangetroffen de landmeter van het Kadaster Van der Aa.

8 February 1873. Jannetje Daalder is l.l. woensdag of donderdag op ‘t ijs zwaar in ‘t aangezigt gewond door een ijsschuit. A. Rab stuurman.
9 February 1873. Ik naar Jannetje Daalder, hare wonden genezen goed.

12 February 1873. Naar de Waal. Bij Koekebakker in de Kerkekamer afneming der belijdenis van 8 Doopelingen. Ik hoorde hem met veel genoegen spreken en vragen. Hij bleek zijn leerlingen vrij wat ontwikkeld te hebben. De beste proeven daarvan gaven Neeltje Jans Roeper, Marretje Klaas Mantje, Aafje Jans Eelman. De minste Grietje Dros, Barbara Leijen en Anna Daalder.

21 Mei 1873. De binnenkamer schoon gemaakt. Rens Daalder des namiddags hier, kleine reparatiën.

2 October 1873. Laatstleden maandagmorgen ontving ik van schipper Bruin het bij hem besteld vat petroleum (170 kilogram) doch het bleek lek te zijn. Bruin daarbij geroepen. Rens Daalder maakte mij eene geschikte stelling daarvoor in de kast bij de schuur. Ik wenschte intusschen dat ik het nooit gehad had, wijl het lekken niet ophoudt.
Vandaag maakte Rens Daalder de gymnastiektoestel voor Ko onder de luif gereed.
15 October 1873. Adriana en Betje Vrendenberg hier. Zij betaalden de eerste 10 kan petroleum, 180 cents [Huizinga heeft een vat vol voorraad om van te verkopen, op een speciaal door Rens Daalder getimmerde stelling].

27 Juny 1874. Even bij Maarten Daalder en vrouw. Het kleine zeer lieftallige kind Trijntje wil mij bijkans niet verlaten.

7 July 1874. Des avonds in het Gesticht. Jacob List, Cornelisje Eelman en Jan Daalder bezocht. Ik aan dezen een waschtoestel besteld, tegen maandag zou het klaar wezen. De tuin van het Gesticht doorwandeld, groote uitgestrektheid, veel en veelsoortige vruchten. Jacob List is voornamelijk de tuinman. Men is daar best tevreden.

26 Augustus 1874. Katrina des namiddags naar de Waal.
Klaas Daalder van Watergang hier een tijdlang zitten praten, over reis met zijn zwager Kapitein Schaap van Harlingen naar Hull, enz. Voorts verhalen van zijn leven en werken in Watergang. ‘t Scheen hem niet bijzonder voordelig te gaan, toch heeft hij zijn brood.

3 Maart 1875. Rens Daalder heeft vanmiddag hier de lamp in de achterkamer opgehangen.

4 Maart 1875. Dirk Roeper, de eenige die hier op Texel buskruit mogt verkoopen, zei dat hij nog nooit zooveel als dezen winter daarvan had verkocht, daar er zoo veel jagt gemaakt werd op wilde gevogelte. In de Hemmers en andere eenzame weidestreken zag men bij duizenden een soort van kleine wilde eenden, zoodat jagers als Klaas Daalder, enz met gansche vragten huiswaarts keerden.

16 Mei 1875. Des namiddags met de diligence naar ‘t Oude Schild met Meester Schreuder van Cocksdorp en familie. Op de stoomboot met Klaas Plavier. Maarten Jansz Daalder ontmoet, woont aan ‘t Nieuwe Diep, heeft druk werk als timmerman.

13 July 1875. Gister Rens Daalder in den gang aan ‘t werk.

17 November 1875. Des avonds extra kerkeraadsvergadering over de turf van Simon Wuis ontvangen, die niet voldeed aan ‘t monster. De vergadering compleet. Resultaat dat men aan Oosterend de turf zou behouden, aan den Burg alleen op voorwaarde dat hij de prijs bepaalde niet op 50, maar op 49 cent de 100, evenals Jan Rab. Bepaald dat Pieter Daalder voor ’t rijden van Bakels voor de catechisatiereizen 50 cents, dus 1 gulden per week meer zou ontvangen.

24 February 1876. Tehuiskomende vonden wij Bakels, over wie Fokel haast ongerust was geworden. Zij vertrokken met M. Daalder en vrouw naar den Hoorn.

1 Mei 1876. Een zoon van J. Daalder kwam Vrendenberg vragen om morgen mede naar de begrafenis te gaan van Lemstra, die 29 jaar op de plaats van Daalder boereknecht was geweest en voor geruime tijd kanker had gekregen in het gehemelte. Dat was uitgesneden door Professor Tilanus onder hevige pijn en bloedverlies. Hij had echter bij die operatie geen oogenblik het bewustzijn verlooren, en was nu mooi herstellende teruggekeerd uit Amsterdam, doch had zich te sterk vermoeid en was weinige dagen na aankomst gestorven.

17 September 1876. Tegen 6 of 7 uur vertrokken wij na het thee drinken. Maarten Daalder was zo vriendelijk mij en Bakels en Boonacker te laten te huis brengen met de wagen. Het was inmiddels sterk beginnen te regenen, een onweder kwam op, dat heftig werd zoo dat men bij mijn huis een tijdlang moest blijven wachten. De anderen waren met andere rij-gelegenheid vertrokken.

21 September 1876. Anna Daalder heeft vreeselijk geleden aan haar hand. Een vinger diende noodzakelijk afgezet te worden. ‘t Is ontstaan door het hechten van een stiekeltje in de vinger wat tot eene schroomelijke opzwelling leidde.

12 November 1876. In ’t Gesticht den jongen Jan Daalder bezocht, hij gaat sterk achteruit. Aldaar bezoekers van ’t Nieuwe Diep. Gister hoorde ik van Jan Smit dat hij [Daalder] een meisje in Engeland (Londen) had, aan wie hij bewijs had achtergelaten van een kapitaaltje van 400 gulden, dat hij in de Londensche bank had gedeponeerd, maar waaromtrent nu pogingen werden aangewend om het terug te krijgen. Jan Smit oordeelde dat hij door dat meisje misleid werd.
19 November 1876. Des avonds in ‘t Gesticht de jongen Jan Daalder enz toegesproken. Moeder Betje twijfelt of er wel iets waar is van zijn verhaal over de honderden guldens die hij nog in de Londensche bank zou hebben, waarvan het bewijs in handen zou zijn van een meisje aldaar, wie hij de zijne noemt.

10 December 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg en den Hoorn. Met Johan Daalder terug gereden. Gesprek over de redenen waarom hij niet meer ter kerk kwam. Hij behoort geheel tot de Orthodoxe partij.

31 December 1876. Wij reden te 2 uur weder naar den Burg, de vrouw van Geus van de Waal mede, met G. Daalder.

9 January 1877. Des namiddags begrafenis van Jan Daalder, 18 jaar oud, na ettelijke maanden sukkelen aan keelteering, in het Gesticht overleden. Alle de kinderen van Jan Daalder met hemzelve tegenwoordig, ook Cornelis Eelman.

29 January 1877. Niettegenstaande het ruwe weder kwam Boonacker en vrouw en Fokel (die haar beide jongens Herman en Reinier bij Katrina bragt die er inmiddels op passen zou) mij met de wagen ophalen om mede te rijden naar den Hoorn, Krans bij Van Eerde, die zeer verrast was door onze komst.
Maarten Daalder had de vriendelijkheid om het rijtuig en paard voor ons op te bergen en terug te bezorgen.

8 February 1877. Gesprekken over Dirk Pietersz Bakker, die zich meer en meer met Jan Daalder of anderen aan losbandig leven overgeeft.

11 February 1877. Met Pieter Boon gesproken over toenemend zedebederf. Hij oordeelt dat de toestand op Texel op den duur onhoudbaar is. Spel en drank nemen de overhand. Kleine knapen worden reeds meester op het billiard. Jan Daalder zou met zijn herbergloopen reeds 2200 gulden schuld hebben gemaakt.

8 Maart 1877. Van Eerde bij ons. Tegen 11 uur ging hij heen om met de begrafenisstoet van de weduwe Daalder naar den Hoorn te trekken, na zijne toespraak bij het lijk.

10 April 1877. De timmerman R. Daalder in de gang en het achterhuis.

6 Mei 1877. Even bij Pietje Kooiman (Daalder) voor 18 dagen bevallen.

18 Mei 1877. Vrijdagavond naar 40-jarig huwelijk van Maarten Daalder met alle zijne kinderen en kindskinderen en eenige vrienden uit de buurt [de echtgenote zal er ook wel bij geweest zijn]. Ik was er zeer welkom.

22 Augustus 1877. Onlangs een paar zoetemelksche kaasjes ontvangen van Katriena Daalder-Schaap te Watergang, van beste kwaliteit. Ik daarop heden dankbetuiging gezonden.

24 September 1877. Huisbezoek aan den Burg. Trijntje Cornelis Dijksen (Weverstraat) vond ik in diepe treurigheid. Zij moet moeder worden en Rens Daalder, de schuldige, veracht haar. Ik sprak haar moeder enstig tegen, die beweerde dat zij zich overal met een gerust geweten vertoonen kon.

30 September 1877. Op de Steenen Plaats groote drukte om het aangeplakte vers te lezen tegen Rens Daalder om zijn verboden omgang met Trijntje Cornelis Dijksen.

5 October 1877. Huisbezoek. Ook bij Maarten Daalder was het mij niet aangenaam. Rens was ook te huis (allen aan het middagmaal). Zijn schandelijk gedrag is thans in aller mond. Hij, geholpen door alle zijne huisgenooten, vooral door zijne moeder, gaf zich het voorkomen van de belasterde onschuld. Hij kon alzoo met een gerust gemoed aan het Avondmaal gaan. Ik liet het natuurlijk niet aan ernstige waarschuwingen, ook tegen de groote zonde van huichelarij, ontbreken.

12 October 1877. Des namiddags heb ik mijn huisbezoek geëindigd bij Jan Rab en Sijbrand Jansz Keyser. De eerste ergerde er zich zeer aan dat zulk een verachtelijk mensch als Rens Daalder welligt nog mede zou aanzitten aan het Avondmaal. Hij zou zich, ook nog na mijne ernstige toespraak van verleden vrijdag, op l.l. zondagavond met Reinder Fester allerschandelijkst gedragen hebben bij Antje Glasener op de Mient, volgens geloofwaardige mededeelingen van den dooven Willem Maas en zijne vrouw, daar in de nabijheid woonachtig. Rab wilde wel dat men zulk een mensch van het Avondmaal weeren zou als een schandvlek van den Doopsgezinde naam. Ik trachtte hem te doen begrijpen dat wij niet als Regters van Instructie zitting konden nemen om ieders schuld te bepalen.
Ik zocht zijn eigen schuldgevoel te wekken. Hij erkende niet REIN te zijn, maar toch niet aan ZULKE zonden schuldig te staan, ja, dat hij zich schamen zou on naast zoodanig een te zitten. Ik wees hem op het gedrag van Jezus. Vrouw in overspel gegrepen (meestal heeft men iemands misdaad als hier van hooren zeggen). “Wie van U zonder zonde is- Ga heen en zondig niet meer”. Hij zeide, dan zou het huisbezoek wel nutteloos zijn.
Ik antwoordde dat juist mijn doel was overal ‘t bewustzijn van schuld te doen ontwaken, maar ook dan te zeggen “Ga heen en zondig niet weer”. Dit had ik ook bij Rens Daalder gedaan en ernstig gewezen op de zonde van huichelarij. Dit had ik ook hier te doen. Geen diepe verachting, maar diep medelijden moest hem het oog op zulken als Rens Daalder (gesteld dat men overtuigd was van zijne schuld) doen vestigen enz.

6 January 1878. Bij Dirk Bruin, de vrouw zeer zwak. Bij Pietertje Daalder-Kooiman, mede zeer zwak.

3 February 1878. Zondag. Gepreekt aan den Burg, daarna aan den Hoorn. Aldaar de vrouw van Dirk Bruin en de vrouw van M. Daalder en Dominee van Eerde bezocht. De vrouw van Bruin wordt steeds zwakker, die van Daalder betert.

4 Maart 1878. Ik in den tuin. Naar ‘t Gesticht om Jan Daalder te spreken over het maken van den broeibak, waarvoor P. Boon mij 2 ramen gebragt had. Ik sprak hem in zijn werkplaats.
Gesprek over Rens Daalder. Nog altijd niet hersteld, ongunstige toespelingen.

7 July 1878. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Daarna wij, Katrina, Jannes de Waard en Anna Boonacker (inmiddels van de Waal gekomen) en ik met de wagen van Gerrit Daalder naar den Hoorn. Ik gepreekt, zij naar de duinen. Ik vond ze weer bij Van Eerde, aldaar koffij gedronken. Te half 4 weer te huis. Anna hier gebleven.

30 October 1878. Ik des avonds na de catechisatie naar Jakob Roeper. Hij kwam te huis met Sijbrand Reijersz Keyser. Wij hadden wel aangenaam gesprek. Sijbrand deed zich kennen als vijand van het drankgebruik, verhaalde veel van zijn waarschuwingen aan Jan Daalder.

22 December 1878. Zondag. Gepreekt aan den Burg en aan den Hoorn. Vandaar reed ik terstond na de preek met Johan Daalder naar ‘t Oude Schild in drie kwartier. Katrina was er vanmorgen al heen gegaan met Habbema en zuster en was getuige van de bevestiging van Dominee Boon door Van Eerde. Des namiddags deed Boon Intree te half 2. Ik kwam in met het 2de zingen. In zijne toespraak tot de Gemeente gaf hij zijn verlangen te kennen dat men hem vrijheid zou geven om zijne levenswijze naar zijn welgevallen [in] te rigten.

29 December 1878. Bij Klaas Daalder en vrouw, hebben 4 kinderen, evenals Koekebakker een 2-jarig knaapje, een aardige jongen, wilde graag bij mij wezen.

13 April 1879. Katrina en ik reden met de wagen van Daalder (voerman Krul) met vrouw Krul en kleinkind naar huis.

26 Juny 1879. Des namiddags Kamerdag aan de Waal, de laatste door mij bijgewoond. De praes. S.J. Keyser bragt mij een dankzegging, door mij beantwoord. Heden werd het verbouwen der Pastorij aangenomen door Rens Daalder als laagste inschrijver voor ruim 1100 gulden.

2 July 1879. Des namiddags Klaas Daalder van Watergang hier, die ons veel, zeer veel verhaalde van zijn vrouw en kinderen en schoonmoeder, die nog steeds, maar altijd zonder eenige vergoeding van de welhebbende broeders en zusters, bij hem was. Over zijn reis naar Hull. Over drankgebruik waarvan hij zoowel als zijn vader diep afkeerig was. Over zijne schoonzuster Wiesje te Leeuwarden die het met haar oudste stiefdochter volstrekt niet vinden kon, enz.

9 July 1879. Bakels des morgens even hier. Hij wilde vandaag op reis gaan naar het buitenland met Ensing, doch moest het nog althans één dag uitstellen om de ziekte van Gerbrig Daalder, vrouw van Klaas Langeveld, waarvan de dodelijke afloop spoedig werd tegemoet gezien.
10 July 1879. Bakels des middags hier nu gereed om met Ensing op reis te gaan (de vrouw van Langeveld is stervende en weldra kwam het doodsberigt).
Bij Klaas Langeveld, hem hartelijke vertroostende woorden toegesproken over het verlies zijner bijkans 33-jarige vrouw, een 2-jarig meisje achterlatende. Zij vonden goeden weerklank.
Acht dagen geleden was de vrouw ongesteld geworden. Het was dysenterie, ontsteking van het buikvlies enz. De man was zeer bedroefd, zoo ook de broeders.
14 July 1879. Ik des voormiddags ter begrafenis van het lijk van Gerbrig Daalder, vrouw van Klaas Langeveld, aldaar de familie en vele anderen. Biersteker leest voor. Ik was gelukkig in ‘t woord voeren bij het uitdragen van ‘t lijk en later bij mijn heengaan. Bij het koffij drinken zat ik met een deel van het gezelschap in de voorkamer. Gesprek over landbouwzaken, Groningen enz.

15 July 1879. Des namiddags van 5-9 uur Jan Daalder hier, doet de beste beloften van beterschap.
17 July 1879. Naar de familie Daalder in de Warmoesstraat. Jan was niet thuis, hij kwam echter, maar ik zag hem niet. Hij maakte, wetende dat ik er was, spoedig weg te komen. Ik verhaalde de broeder en zuster alles wat bij mij l.l. dingsdagnamiddag was voorgevallen. Hij had daarvan te huis heel weinig verteld en ook de boeken niet laten zien, die ik hem had meegegeven.

20 July 1879. Zondag. Des morgens alhier gepredikt mijne laatste Leerrede, 200 toehoorders. Sommigen die blijkbaar gekomen waren om mij nog eens te horen.
Daarna naar den Hoorn, aldaar mijn Afscheid gepredikt, 54 toehoorders, verscheidene Gereformeerden. Daarna bij harden regen afscheid genomen bij P. de Jager en huisgezin, zeer hartelijk, Frouwtje Jakobs Koorn, Saartje P. Bakker, Aris Rab en vrouw, aldaar Willem Rab, Dirk Drijver en vrouw, Trijntje M. Zuidewind, Maarten Daalder en vrouw, Aaltje Hillenius niet thuis. Bij Cornelis de Jager (toevallig), Dirk Bruin en huishoudster, Pieter Daalder 78 jaar. Gerrit bragt mij tegen 5 uur weer te huis.

21 July 1879. Gesprek over Jan Daalder, die l.l. vrijdag al weer erg beschonken was geweest, gelijk zijn broeder Maarten nog gister vertelde. Tetje Roeper zeide mij dat Slijboom hem de deur uit gezet had.

17 Mei 1881. Bij M. Daalder. De schoondochter Katriena Schaap zou weldra komen, was er in 2 jaar niet geweest. De moeder van deze was overleden daar aan huis. Steeds te haren laste. Siementje alleen was op de begrafenis geweest.


Terug naar de vorige bladzij