Brievenboek 1 Burgemeester Pieter Sijbrandsz Keijser van 1844-1864 Huizinga 24 October 1864. Burgemeester Keyser plotseling overleden. Secretaris Anthon Diderich Voigt Boek 344 28-1-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat zich binnen deze gemeente geene krankzinnigen bevinden, welke op ongepaste of onmenselijke wijze worden verpleegd, of eenen opzending naar de daarvoor bestemde gestichten noodzakelijk maken. 28-1-1856 Over de ongeschiktheid van de binnenvader van het Weeshuis 1-2-1856 Aan B&W van Haringcarspelen Als Harmen Buysman steun wil moet hij hier komen wonen 4-2-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat bij art. 24 van het proces verbaal van publieke verpachting der Duin- en Mientgronden op dit Eiland dd 2-11-1854, aan de huurders dier gronden het vermogen is toegekend, het door hun gehuurde geheel of gedeeltelijk weder aan anderen te verhuren, mits onder goedkeuring der Directie inzake. Naar ik vermeen is de Directie wegens het beheer van bedoelde gronden opgedragen aan de Hoofdingenieur van de waterstaat in deze Provincie. Volgens de het bij requisitoir overgelegde verklaring blijkt de huurder Dirk L. Snip reeds den 1 Januari 1855, de helft zijner gepachte gronden weer heeft verhuurd aan de adressant Dirk Kikkert, zonder goedkeuring der Directie, en in strijd met de bepaling van genoemd art. 24. Naar mijn bescheiden oordeel behoort alzoo aan de Adressant te kennen gegeven worden, dat op zijn verzoek zoo als het daar is liggende, geen besluit kan worden genomen, maar dat de pachter D.L. Snip ten aanzien van het onderverhuren van een gedeelte der door hem gepachte Duin- en Mientgronden, zich behoort te wenden aan den Heer Ingenieur van de Waterstaat. 6-2-1856 Aan den Heer Ambtenaar bij het Openbaar Ministerie te Helder Proces verbaal Veldwachter K. Kalf contra Jan Jacobsz Schagen aan het Oude Schild 5-2-1856 Aan de Heer Griffier van het Kantongeregt te Helder Toetezenden van een wildstrik, door den Opziener der Jagt C. Kalis in beslag genomen, bij de bekeuring van Willem Schaatsenberg, die voor zijn overtreding op den 10 dezer voor het Kantongeregt a costij is gedagvaard. 28-1-1856 Besluit Burgemeester van Texel aan J. van Santen, blikslager alhier te bedelen f 1,50 voor rekening van Amsterdam Met brief van 6-2-1856 Aanbieding van dat Besluit aan B&W van Amsterdam 8-2-1856 Stoomboot 1 of 7-2-1856 Aan B&W van Helder Geen restitutie van Onderstand aan A. Dijker, weduwe P. Schmidt, Gerrit Buis, weduwe C. Hessels en weduwe Klaas Bakker 16-1-1856 Aan B&W van Helder Besluit wegens verstrekte Onderstand aan de 4 kinderen van G. Buis- nadere inlichtingen omtrent hunne ouderdom en hunne namen, en tevens hoe lang de gevangenschap van G. Buis moet duren, en waar hij gedetineerd is, aangezien het Armbestuur ten aanzien dier kinderen maatregelen zal kunnen nemen. 11-2-1856 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal Geregtsdienaar Anthonie Geus contra Adrianus Kalf, wegens beleedigende scheldwoorden in de uitoefening zijner bediening, waaraan gevolg behoort te worden gegeven. 11-2-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat in de loop dezer week bij hevigen wind van de zoogenaamde Steng op het duin nabij het Eijerlandsche Huis, de trap geheel is afgewaaid en gebroken, overigens is dat voorwerp nog blijven staan. Eene herstelling dier Steng acht ik in het belang der zeevaart … noodzakelijk. 11-2-1856 Waterschapsbestuur Eijerland Grindweg naar De Cocksdorp 12-2-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Grindweg 13-2-1856 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar A. Kalf is volgens het Register genaamd Janus Proces verbaal door Geregtsdienaar E.W. Pull contra Pieter en Jan Koorn wegens het afsnijden van helm in de Duinen alhier. Die personen zijn onvermogend en daarom de tegen hen intestellen strafzaak bij gesloten communicatie aanzienlijke kosten zoude hebben veroorzaakt. Daar de communicatie nu weder geregeld hersteld is, zend ik dit relaas onmiddellijk in, met de Extracten van geboorte van Pieter en Jan Koorn. 14-2-1856. Aan Reijer Daalder in de Koog Door den onderwijzer Hendrik Smit van de Koog, zijn bij ons klagten ingekomen wegens verschillende brutale en onbetamelijke handelingen, die gij ten zijnent U hebt veroorloofd en tevens dat het is voorgekomen, zelfs te voorzien in de schoolbehoeften welke Uwe kinderen benoodigd zijn. Wij zijn daarom genoodzaakt, U te kennen te geven, dat het U niet vrijstaat, zelfs te voorzien in de schoolbehoefte Uwer kinderen, ook dat zoodanige handeling aanleiding zoude geven, tot verwarring in de school, en dat bij de bestaande regtsorde op het Lager Onderwijs, de onderwijzers verpligt zijn, voor de benoodigde schoolbehoefte te zorgen. Bijaldien gij U dus niet wilt onderwerpen aan de bestaande verordening op het Onderwijs in deze Gemeente, zullen wij verpligt zijn, hoe ongaarne ook, Uwe kinderen de toegang aan de school te moeten weigeren, terwijl wij U verder moeten waarschuwen, voor het vervolg U te onthouden, stoornis aan de school van de Koog toe te brengen, aangezien wij anders genoodzaakt zijn, U, ook deswegens, voor de bevoegden Regter te vervolgen. [Reijer Zoetelief Daalder was in 1842 getrouwd met Catharina Klaas Kuiper. Uit zijn huwelijk met Martje Aris Bremer had hij een zoon Jan Zoetelief. Van hun kinderenKlaas Zoetelief, Marretje, Simon, Naatje, Simon, Arie, Anna Helena, Geertje, Geertje, Jacob, Pietertje, Catharina, Leendert, Leendert, Jan en Catharina waren in 1856 de oudste 4 op school bij Meester Smit. Hun broer Jan was al van school af, die was al 19 jaar oud. Kennelijk beviel het onderwijs van Meester Smit niet erg goed. Op ouderparticipatie werd in die tijd nog beslist geen prijs gesteld] 22-2-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Over de Godsdienstige opvoeding van de kinderen in het weeshuis … dat echter ten aanzien de Godsdienstige opvoeding der kinderen van wijlen Jan Schagen geene andere beschikkingen zijn gemaakt. Bedoelde kinderen reeds 2 jaren in dat Gesticht geplaatst, is het bestuur van het Algemeen Weeshuis van oordeel, dat de veranderde bepalingen in het herziene reglement opgenomen, geene terugwerkende kracht kan uitoefenen. Immers indien ten aanzien van de kinderen van Jan Schagen deswegens eene uitzondering werdt gemaakt, waar toch zoude dan de grens zijn, binnen welke die terugwerking moest worden bepaald? 10-3-1856 Grindweg Cocksdorp 12-3-1856 Over de nagelaten kinderen van Marinus Niesen, Domicilie van Onderstand hebbend in Stad aan het Haringvliet 16-3-1856 Lotelingen voor de Nationale Militie Simon Brouwer No 63 als zijnde zijne verstandelijke vermogens gekrenkt Cornelis Lagerveld No 63 gebrek aan de beenen Zijn buiten staat om voor de Militieraad te verschijnen 15-3-1856 Gemeente Texel wil niets betalen voor Harmen Buisman, is al 30 jaar weg 22-3-1856 Aan den Heer Ambtenaar bij het Openbaar Ministerie te Helder Proces verbaal door Burgemeester opgemaakt contra Cornelis Hendriksz Bruin, Kors Jacobsz Eelman, Hendrik Eelman en Dirk A. Kalf, wegens straatschenderij 29-3-1856 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Idem met extracten van geboorte 1-4-1856 Aan de Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt te Haarlem Dat in het laatste kwartaal geene vaccinatien zijn toegepast, en geene persoonen door de natuurlijke of gewijzigde kinderziekten zijn aangetast geweest. 15-4-1856 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal opgemaakt ten verzoeke van Dirk Snip contra Jacob Jansz Krijnen 21-4-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat den 31-12 Jl uit deze gemeente in de Kolonie van Weldadigheid zich bevonden 1 mannelijke en 3 vrouwelijke bestedelingen 9-5-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Aangevraagd een kleine vischacte voor W.P. van der Herberg, N. Boon, H. Schellinger en P. Eelman 9-5-1856 Aan de Hoofd Ingenieur van de Waterstaat te Haarlem De Toren van de Waal drukt de Hervormde kerk opzij 15-5-1856 Aan den Heer Burgemeester van Ouwerkerk Besluit Burgemeester van Texel aan Leendert Alderlieste, arbeider wonende alhier, onderstand en geneeskundigen hulp, voor een ziek been waaraan hij lijdende is, en waardoor hij buiten staat is om te werken, en daardoor niet in de geneeskundige hulp kan voorzien, voor rekening van zijn Domicilie van Onderstand Ouwerkerk Zuid Holland, alwaar hij is geboren in 1792. 15-5-1856 Aan den Heer Burgemeester van Ouddorp Besluit Burgemeester van Texel aan Jan Luimy, lijdende aan de gewone kinderziekte, die sints eenigen tijd al niet heeft kunnen werken, waardoor hij geene middelen heeft voor rekening van Ouddorp 15-5-1856 Aan den Heer Burgemeester van Hem en Venhuizen Besluit Burgemeester van Texel aan Jan Bakker, wonende bij zijn moeder Aafje Dekker, weduwe van Teunis Bakker te Enkhuizen, die zonder schuld bij de schipper bij wien hij als knecht voer is weggejaagd, niet in het bezit van gelden, huisvesting, voedsel en reisgeld, voor rekening van Hem en Venhuizen, alwaar zijne moeder erkend Domicilie van Onderstand heeft. 17-5-1856 Aan B&W van Ouwerkerk Volgens het oordeel van de deskundige is hij Leendert Alderlieste lijdende aan eene verzwering in het knie gewricht, waarvan de genezing niet is te verwachten, maar het zeker noodzakelijk zal wezen, het zieke gewricht spoedig weg te nemen door het been te amputeren. 17-5-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Aanbesteding van de beplanting met Helm en Stroo der duinen op dit Eiland 17-5-1856 Burgemeester van Barendregt Acte van overlijden Robertus Florus de Raat 19-5-1856 Besluit Burgemeester van Texel onderstand aan Hendrika Mosland van Stellendam 19-5-1856 Hoorn geeft Onderstand aan J.C. Bakker, gemeente Texel geeft dat door aan het Parochiaal Armbestuur der RC Gemeente van den Burg 24-5-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat door onvoorzichtigheid is afgebrand aan het dorp den Hoorn alhier eene boerenschuur met een gedeelte van het daaraan gebouwde woonhuis. Het gebouw was verzekerd, het meubilair niet, maar dat is gered. 26-5-1856 Aan B&W van Hoorn Als J.C. Bakker hersteld is moet hij hierheen komen, wanneer omtrent zijne verdere verzorging maatregelen zullen worden genomen tot vestiging in Frederiksoord 26-5-1856 Aan de Heeren GS van Noord Holland Kerk Waal 29-5-1856 Aan den Heer Burgemeester van St. Truyen Zekere Henrietta Cornelis Ottens in deze gemeente woonachtig wenschte een huwelijk aantegaan met zekere Pieter van der Vliet. Aangezien huwelijksaangifte en afkondiging hebben reeds onverhinderd plaats gehad, kon dit huwelijk worden voltrokken, wanneer hare vader slechts toestemming wilde verleenen. Het schijnt echter dat dezen zich dat huwelijk niet aantrekt, immers heeft hij zijne dochter geschreven, dat hij er zich niet mede wil bemoeijen. Voor deze bruid, welke om bestaande redenen ernstig verlangd in het huwelijk te treden, [wil ik] UEdA tusschenkomst inroepen, met verzoek UEdA dien vader wilt voor UEdA doen komen en hem dan aantesporen, tot het verleenen van zijne toestemming aan zijne dochter om dat huwelijk aankomen. De bruid en bruidegom zijn blijkens certificaat van onvermogen dat hierbij gaat, onvermogend tot het betalen der zegel- en registratieregten der Notariele acte, voor die toestemming benoodigd, doch zullen gaarne door mijne tusschenkomst aan de Notaris a costij f 3,- voor salaris overmaken. Het is om die redenen, dat ik de belangen van genoemde bruid ernstig aan UEdA durf aan te bevelen. [Pieter Jobsz van der Vliet (1833 Ouddorp - 1915 De Cocksdorp) en Henrietta Cornelia Ottesz (1831/32 Amsterdam - 1882 De Cocksdorp) Dat hun dochter Cornelia Alida buiten echt geboren werd op 5-10-1856 is kennelijk de schuld van een lastige vader, niet van het jonge stel, dat pas op 6-2-1858 trouwde] 31-5-1856 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Twee relazen, door mij opgemaakt op de klagten van Jacob Veen contra Biem C. Lap. 9-6-1856 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Gehoord de aanklager Jacob Veen en de brandmeester Dirk Bruin. Tegelijk ingezonden een proces verbaal van Jan Zegel contra Lucas Schagen wegens laster. 9-6-1856 Weg van Burg naar Cocksdorp 12-6-1856 Aan de Plaatselijke Schoolcommissie te Texel Bijgaande brief van de Hoofdonderwijzer Teekele Rijnsz Zwaal te Oudeschild houdende klagten over de voortdurende ongeschikte gedragingen van de Hulponderwijzer Hendrik Gerssen in de school aldaar hebben wij dezer dagen ontvangen. Wij hebben de eer genoemde brief bij deze in UEd handen te stellen, met uitnoodiging genoemde Hoofd- en Hulponderwijzer voor UEd te doen komen, om hen ten aanzien dezer klagten bepaald te hooren en zoo mogelijk door UEd invloed te bewerken, dat de Hoofdonderwijzer Zwaal voortaan geene reden tot klagten over den Hulponderwijzer Gerssen heeft, en tevens met UEd berigt, consideratie en advies, ons te willen voorlichten welke maatregelen in deze door het Gemeentebestuur behooren te worden genomen, omdat het onderwijs niet mag worden opgeofferd aan haat en vijandschap, bestaande tusschen hoofd- en Hulponderwijzer, welke gedragingen bovendien, in eene school der jeugd, volstrekt niet behoort te bestaan. 17-6-1856 Weg Cocksdorp 20-6-1856 Aanmaningen 192 Arie van Tol en J. Smits Leerdam Zuid Holland 193 J. Terhorst en R. Meijnen Aalten Gelderland 194 A. Kees Budel Noord Brabant 195 W. Huizinga en L. Burgman Eenrum Groningen 26-6-1856 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar De aanklager Jacob Veen, inzake contra Biem Lap, heeft mij verzocht zekere Trijntje Boon te willen hooren, als getuige ten zijne voordeele contra Biem Lap. Aan zijn verzoek voldaan hebbende, heb ik genoemde Trijntje Boon gehoord en daarvan het [hierbijgaand] opgemaakt proces verbaal. 30-6-1856 Verordening op het schutten en weiden van vee 30-6-1856 Benoemingsbrief C.A. van Deinse uit Enkhuizen, tractement f 300 uit de gemeentekas, dat Uwe vestiging in deze gemeente, zoo spoedig mogelijk plaats hebbe. 1-7-1856 Aan de Plaatselijke Schoolcommissie De Gemeenteraad heeft besloten dat de gewone jaarlijksche toelage uit de gemeentekas voor het uitdeelen van prijzen in de scholen alhier, voor het jaar 1856 toetestaan, uit de post der begroting voor onvoorziene uitgaven, zoodat UEd nu als naar gewoonte met de werkzaamheden voor de uitdeeling van prijzen kunt voortgaan. 3-7-1856 Aan B&W van Stellendam Over Hendrika Moelard, nog steeds onder geneeskundige behandeling, en verkeerd in eene zeer zwakke gezondheidstoestand, dat naar het oordeel van de geneesheer op een uitteerende ziekte zal uitloopen. Die persoon vereischt daarom eene aanhoudende verpleging, waardoor het voor het gezin van Daniel de Blok hoogstmoeijelijk, zoo niet onmogelijk wordt, haar langer voor dat kostgeld te kunnen behouden, en hij daarom verlangt, van haar ontslagen te worden. [Daniel de Blok (1798/99-18xx) uit Stellendam was in 1828 getrouwd met Johanna Moelaard (1808/09- 18xx) uit Hoge en Lage Zwaluwe. Ze hadden 11 kinderen tussen 1829 en 1851, waaronder een Hendrika. De ouders van Johanna hadden de namen Hendrik Moelaard en Gerardina Smits. Daniel is na 1862 met zijn gezin naar Paterson New Jersey USA vertrokken] 4-7-1856 Aan B&W van Ouwerkerk Dat Leendert Alderlieste zich nog steeds onder geneeskundige behandeling bevindt, doch waarvan de kosten niet groot zijn. Omdat de lijder niet vervoert kan worden hebben wij een consult ingeroepen bij den Chirurgijn Majoor van het Marine Hospitaal te Nieuwediep, hetwelk zaterdag heeft plaatsgehad. Genoemd Officier van Gezondheid heeft na het plaatsgehad hebbende onderzoek, ons een gunstig rapport omtrent den toestand van genoemde lijder gedaan, en de hoop gegeven eene afzetting van het been niet zal behoeven, dat de herstelling echter langzaam zal zijn, en het been stijf zal blijven in de knie. Inzooverre althans is deze mededeeling niet ongunstig, want de gedachte afzetting, waardoor het leven van de lijder in gevaar zoude zijn, zal niet plaats hebben. 7-7-1856 Aanvrage groote jagtacte 10-7-1856 Aan de Provinciale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt te Haarlem De opgave van het getal der personen welke in deze gemeente door de alhier gevestigde Heelmeesters, gedurende het laatst afgelopen kwartaal zijn gevaccineerd. 12-7-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Ingediend verzoek door den Heer J.L. Kikkert, notaris alhier, voor de aanstelling van Alle Zaagman tot onbezoldigd opziener der Jagt en Visscherij voor zijne gronden en Vischwaters, gelegen in deze gemeente. 14-7-1856 Ingezonden declaratien 257 Ouddorp Esther de Vogel 22,50 Jan den Bleijker 26,20 J. Luimy 9,30 258 Eenrum Luit Burgman 9,- W. Huizinga 14,- 259 Leerdam Arie van Tol 5,- 260 Amsterdam J. van Santen 7,- 261 Leeuwarden J. Schafraad 64,65 262 Nieuwvosmeer Wed. J. Meester 10,- 263 Hem en Venhuizen Jan Bakker 2,55 264 Akkerwoude W.P. ven der Herberg 9,50 265 Terschelling G. Rotgans 8,- 266 Vlissingen G. Cornelisse 9,75 267 Middelburg Weduwe Florisse 15,20 14-7-1856 Aan B&W van Stellendam, in een dankbrief voor de overmaking van de kosten voor Hendrika Moelard Over Daniel de Blok ... want waarlijk de opoffering welke Daniel de Blok, in deze tijd van algemeene duurte aan Hendrika Moelard doet, is veel groter dan den bijstand van het betrokken armbestuur, en dat zulks voor eenen arbeider met een talrijk gezin, hoogst bezwaarlijk is, laat zich wel begrijpen. 16-7-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Reeds sints eenigen tijd heeft zich de behoefte doen gevoelen, aan eenige meerdere politie in deze gemeente, omdat door de uitgestrektheid der gemeente, met de best mogelijken wil, het bestaande Politie- en Justitiepersoneel, de dienst in alle deelen niet naar behooren kan waarnemen. 17-7-1856 Aan B&W van Helder Ontvangen Uwe missive betrekkelijk het verleenen van geneesmiddelen aan J. Kwinkelenberg, huisvrouw van Willem Bijl. [Het Texelse Armbestuur zegt dat de] kas het niet toestaat te restitueren van verstrekte onderstand aan zoodanige personen, als den zeeloods Willem Bijl. 19-7-1856 Gemeente Texel wil de declaratie van de gemeente Avereest niet zomaar betalen. 25-7-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Milicien verlofgangers Pieter Bruin, Dirk Zoetelief, Roelof Kooij, Wijbrant Krijnen, Hedde Boonstra, Cornelis Stark en Willem Gornes. 25-7-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Intezenden de laatste registratie acte van de eendenkooi van Klaas Simonsz Kikkert. Tevens verzoek tot bekoming van eene groote Jagtacte voor Pieter Kuiper. 26-7-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Groote Jagtacte voor Jacob Koning 1-8-1856 Aan den Heer Ontvanger der Registratie te Texel Dat de veroordeelde Barend Fuije/Fuijc, wegens overtreding der jagt en visscherij, zich niet in deze gemeente bevindt. Na [onderzoek] is het mij bekend geworden, dat genoemde persoon in dit Rijk geen vaste woonplaats of domicilie heeft. Hij behoort tot de zoogenaamde buitenlandsche grasmaaijers, die tijdelijk dan in deze, dan weder in eene andere gemeente en Provincie van ons land zich ophouden, waar het meeste werk of de grootste verdiensten te vinden zijn, en zich dan weder naar Duitschland begeven. 6-8-1856 De Burgemeester van Texel op verzoek door of vanwege Ester de Vogel, in aanmerking genomen dat de omstandigheden van genoemde persoon dringend vorderen dat aan haar ondersteuning wordt toegelegd, daar zij ziek is en niet bij magte in de Geneeskundige hulp te voorzien waaraan zij behoefte heeft, terwijl zij alzoo buiten staat is iets te kunnen verdienen, bovendien ook noodzakelijk geldelijken ondersteuning behoeft, om in de verdere behoefte van haar gezin te voorzien, en kunnende alhier van geene kerkelijke of bijzondere instelling eenige ondersteuning erlangen, besluit Aan Ester de Vogel te verstrekken Geneesmiddelen benevens een geldelijken ondersteuning ad Een gulden 50 Cents, en zes pond Roggebrood per week, voor rekening van de Gemeente Ouddorp, haar erkend Domicilie van Onderstand, als zijnde binnen de laatste 15 maanden hier voor die Gemeente in Ouddorp verpleegd geweest. Met brief aan B&W van Ouddorp 7-8-1856 Contract wegens het maken door de aannemer W. Hillenius, van een nieuwe Steng of uitkijk op het duin bij het Eijerlandsche Huis alhier 15-8-1856 Afgebrande of geamoveerde gebouwen, opdat dezelven voor het dienstjaar 1857 niet in de Grondbelasting worden aangeslagen 1 geamoveerd Jacob de Boer N 500 Oudeschild huis en erf 1 afgebrand Biem Lap N 396 Hoorn idem 3 geamoveerd Biem Lap N 752 Hoorn idem 14-8-1856 Besluit Burgemeester van Texel aan W.P. van der Herberg, overwegende dat genoemde persoon is onvermogend, en tegenwoordig wegens ziekte hulpbehoevend, waardoor hulp en ondersteuning onvermijdelijk is, f 1,- per week voor rekening van de gemeente Akkerwoude met brief dd 21-8-1856 aan de Burgemeester van Akkerwoude 25-8-1856 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal wegens inbraak en diefstal opgemaakt contra Pieter Roeper. De beklaagde, op heterdaad betrapt, is door mij gearresteerd en opheden reeds in handen van den Heer Kanronregter te Helder overgegaan. 25-8-1856 Kunstweg Eijerland 28-8-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Eendekooien W. Koning en H. Dijt 1-9-1856 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Onderzoek toren van de Waal door Staatsbeambte C. van der Sterr 5-9-1856 Aan Zijne Excellentie de Minister van Marine te 's Gravenhage Dat sedert veele jaren, de toren van het dorp de Waal alhier, in eene hellende rigting naar de kerk heeft gestaan, dat deze toren, welke zeer oud is, reeds lang in eenen vervallen toestand heeft verkeerd, waarover de kerkvoogden der Hervormde Gemeente van de Waal zich aan den Raad dezer gemeente hebben gewend, omdat de meerderde hellende rigting der toren drukking op het kerkgebouw veroorzaakt, waardoor schade aan dat gebouw konde worden toegebragt en tevens dat zij vreesden, daardoor te eeniger tijd, ongelukken uit zoude kunnen ontstaan. Deskundig onderzoek. Dat de toren van de Waal onmiddellijk tegen de Westelijke gevel der kerk staat, eenigermate aan de muur verbonden- Zij is zeer bouwvallig, de helling der toren bedraagt thans over 19.60 Meter hoogte, reeds 1 El, en ongetwijfeld oefent de hellende stand der toren eene nadeelige invloed op de kerk uit. Het kerkgebouw is eigendom der Hervormde Gemeente van de Waal, maar de toren, die niet in behoorlijken staat is onderhouden, behoort aan de Gemeente Texel. Om alle die redenen neem ik de vrijheid, UEdA voortestellen, die toren binnenkort te slopen, althans het luiden der klok daarin te verbieden, dewijl dergelijke levende krachten, den onderwerpelijken toestand noodzakelijk moet doen verergeren, waardoor welligt grootere onheilen zouden ontstaan. Voor de scheepvaart is de toren van weinig belang. 6-9-1856 Aan de Heeren Kerkvoogden van de Hervormde Gemeente aan de Waal met rapport van het verslag van Van der Sterr en "dat van af heden het luiden der klok niet meer mag geschieden" 10-9-1856 C. van Deinse, P. Stolp, A.E. Stiggelbout, K. Hille, E.C. de Konnigh, commissie van geneeskundigen 11-9-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Naar aanleiding van een missive van A.D. Voigt, dat in de avond en opvolgenden nacht van de 22 op 23 dezer maand, over dit eiland eene zwaare plasregen was gevallen, welke in eenen korten tijd zooveel water maakte, dat daardoor veele lage streeken van dit Eiland werden onder water gezet. Deze omstandigheid heeft dan ook veroorzaakt, dat de boorden van de Burggracht overliepen door de belemmerde uitwatering, veroorzaakt omdat het sterk afstroomende water alles in zijne vaart medevoerde. Dat echter met het aanbreken van de dag, door ons dadelijk die maatregelen zijn in het werk gesteld, om die belemmeringen weg te ruimen, ten einde het overtollige water spoedig te doen afloopen, waardoor des adressants erf in de loop van dien dag van het overtollige water was bevrijd. Wij geven Uwe excellentie de verzekering dat het steeds ons pogen is, en onzerzijds niets wordt verzuimd om de af- en uitwatering van de Burggracht verder op alle mogelijke wijze te bevorderen en in goede staat te houden, zoodat de adressant tegenwoordig geen reden tot klagen heeft. 11-9-1856 Aan de Heeren Leeraren en verdere geestelijken in de gemeente Texel Z.M. de Koning heeft toestemming verleend de liefdadigheid der Nederlandsche Natie interoepen tot leniging van de nood der overgeblevene slachtoffers bij de rampen, die het eiland Groot Sangir, in Nederlandsch Indien hebben getroffen. Door een herhaalde uitbarsting van de vulkaan Awae, en daarmede gepaard gaande zeebeving enz, is dat eiland zoo vreeselijk geteisterd, dat de talrijke bevolking schier alle middelen van onderhoud hebben verloren, terwijl ongeveer 3000 menschen daarbij zijn omgekomen. Wij zijn uitgenoodigd tot leeniging dier ramp, ook in deze gemeente eene inzameling te beproeven, en hebben daarom besloten in de loop der volgende week door eenen bediende der gemeente, eene collecte langs de huizen der ingezetenen te doen plaats hebben. Wij verzoeken U, om bij het uitgaan van de Godsdientoefening op de eerstvolgende zondag Uwe gemeente daarvan mededeeling te doen en haar dan zoodanig opte wekken, als Uwe Eerwaarden meest gepast zult oordeelen. 18-9-1856 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal Gemeenteveldwachter contra G. de Vries 23-9-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Opgehaald voor het eiland Groot Sangir f 85,- 25-9-1856 Weg Cocksdorp 25-9-1856 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie Kantongeregt Helder Dat Hendrik Broekkamp, in de maand augustus van het Nieuwediep is uitgevaren op een Koopvaardijschip naar Oost Indien, en mitsdien thans uitlandig is 27-9-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Proces verbaal opgemaakt door den Jagtopziener C. Kalis contra J.S.G. Kuiper en P. Kuiper, wegens het zetten van strikken, welk feit, volgens mijn bescheiden oordeel, moet worden vervolgd. 30-9-1856 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland over de Toren van de Waal Dat het is gebleken dat het kerkgebouw van de Waal nog veel bouwvalliger is dan de toren zef, en waardoor belet wordt den toren geheel aftebreken, omdat deze toren alleen de geheele uitzakking van dat kerkgebouw belet, terwijl het zuidelijk gedeelte van de westgevelmuur der kerk, in zoo slechten staat is, dat bij een geheel afbreken van den toren, dat gedeelte muur niet zoude kunnen blijven staan. Eerst zal het bovenste gedeelte van de toren worden afgbroken, waardoor de ergste druk vervalt, en de rest zal blijven staan. De kerk zal ook moeten worden gesloopt. Huizinga 3 November 1856. Vanmorgen naar de Waal (de Waalder toren wordt afgebroken) . 2-10-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Geen bezwaar tegen kustvisscherij op de Hors, als de vergunning wordt gegeven voor de bewoners van dit eiland en bepaaldelijk voor de bewoners van het dorp den Hoorn te verzekeren, ten einde zoo mogelijk, hierdoor eenige vergoeding te bekomen van het verlies, hetwelk het dorp lijdt, door de opheffing van de buitengewonen Loodsdienst en het verplaatsen der laatste zeeloodsen van daar naar het Nieuwediep. Burgemeester Keijser betwijfelt of er veel voordeel voor de adressanten zal zijn en vindt de jaarlijkse pachtsom te hoog. 3-10-1856 Rijksveldwachter A. Geus contra Jacob Dijker, die wel/niet mocht jagen op grond van Jacob Koning 4-10-1856 18-9-1856 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar De Burgemeester over de Rijksveldwachters: De Policiediensten welke zoo in het algemeen als bijzonder door deze beambten worden vervuld, zijn tot heden zeer onbeduidend, omdat zij niet onder mijne bevelen zijn gesteld. Geene processen verbaal zijn door de beambten in de afgelopen zomerdienst bij mij ingediend, wat overigens het zedelijk en maatschappelijk gedrag dezer beambten aagaat, daarop is volstrekt niets aantemerken. 4-10-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Proces verbaal Rijksveldwachter E.W. Pull contra Jacob Pietersz Bakker wegens overtreding der wet op de visscherij 3-10-1856 Aan den Heer Controleur van de waarborg en belasting der gouden en zilveren werken te Alkmaar Dat op maandag den 14 October eerstkomende te 2 uur het najaarsboelhuis van beleende en onderrente panden der Beleenbank alhier zal plaats hebben. Tevens informeer ik UEd dat dezer dagen door mij is gecontroleerd en geparafeerd een register tot inschrijving van gouden en zilveren werken voor C. Gomes, wonende aan het Oudeschild alhier. [Naar mijn idee de enige C. Gomes die in aanmerking komt is Cornelis Gomes (1808-1900) geh met Catharina/Trijntje van der Schans (1808-1883)] 6-10-1856 Proces verbaal Rijksveldwachter Pull en Geus contra Pieter Kooij 6-10-1856 Inspectie Milicien verlofgangers 7-10-1856 Aan den Heer Officier van de Regtbank te Alkmaar Dat op zijn verzoek dd 30-9 peromgaande aan den Heer Officier bij de Regtbank te Zwolle is opgezonden het bedoelde geboorteextract van Hendrik Roeper 10-10-1856 Vaccinaties 11-10-1856 Dat Jan Terhorst, grasmaaijer en Domicilie van Onderstand hebbende in de gemeente Aalten, is opgenomen geweest in het Gesticht van Weldadigheid alhier van af den 4 e tot de 19 e Augustus 1853, dus gedurende 15 dagen ad 50 cents per dag, is f 7,50 Dat hem medicijnen zijn verstrekt tot een bedrag van f 8,70, totaal f 16,20. Volgens de stellige verzekering van het Algemeen armbestuur alhier, in welk Bestuur wij groot vertrouwen stellen, heeft Jan Terhorst die kosten niet voldaan. Dat het Algemeen Armbestuur dezer gemeente zich niet kan verenigen met de gevoelens van het Bestuur te Aalten, dat meer geloof schijnt te hechten aan de verklaring van een armlastige, dan aan eene verzekering van een Armbestuur. Dat die twijfel echter door Jan Terhorst zelfs kan worden opgeheven, wanneer hij slechts de bewijzen van voldoening toont. Aangezien Jan Terhorst echter geen bewijs voor zich kan hebben, zoo [zullen wij schrijven naar Gedeputeerde Staten van Gelderland]. 11-10-1856 Aan GS Noord Brabant over Adrianus Kees uit Budel 15-10-1856 Aan den Eerwaarde Kerkeraad der Doopsgezinde gemeente van den Hoorn Om naar behooren en overeenkomstig de waarheid te kunnen rapporteeren op het door UEd aan de Minister van Hervormde Eeredienst ingediend adres, hetwelk in onze handen is gesteld voor berigt, consideratie en advies, ter bekoming eener verhooging van 's Rijkstoelage met f 200,- voor het tractement van een Leeraar bij Uwe gemeente, verzoeken wij Ued aan ons zoo mogelijk eenigzints spoedig te willen mededeelen, of er ten aanzien van een te beroepen Leeraar voor Uwe gemeente nog eene overeenkomst bestaat met de gemeente van Burg, Waal en Oosterend alhier, dan wel of die overeenkomst is opgeheven. 17-10-1856 Hele bladzijde over draagkracht van de Doopsgezinde gemeente van den Hoorn 21-10-1856 Milicien verlofgangers Abraham de Ruyter. Auke Vlaming, Jan de Vries, Jan Stark, Hendrik Dalmeijer 23-10-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Haringvisscherij 23-10-1856 Aan de Heer Kommandant van het Dep. 2 Reg. Infanterie te Alkmaar Verklaring van de heelmeester De Konnigh, houdende dat de Milicien Halsema, Cornelis, zich thans hier met verlof bevindende, is lijdende aan dubbele derdedaagsche koorts, waarom hij niet op de bepaalde tijd bij zijn Kompagnie kan terugzijn. 1-11-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Wij hebben de eer Uwe Excellentie aantebieden een Extract van het register der Deliberatien van de Raad dezer gemeente Texel dd 28-10-1856 No 5, daarbij tevens terugzendende het adres van eenige ingezetenen dezer gemeente, alles betrekkelijk den Burgwal alhier. 4-11-1856 Besluit Burgemeester Texel, verzoek Willem Huizinga voor zijn vrouw, welke is lijdende een eene Puiste op het gezicht, door Geneesheer is geoordeeld haar onder geneeskundige behandling te stellen, ter voorkoming van enstige gevolgen. Onvermogend, geneesmiddelen ten koste van de gemeente Eenrum. 11-11-1856 Godsdienstige opvoeding van de kinderen van Jan Schagen in het Algemeen weeshuis (maar wat er aan de hand is begrijp ik niet). 11-11-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Vacante plek Doopsgezinde gemeente, tekort leraren enz. 12-11-1856 Proces Rijksveldwachter Geus contra Auke Boon 13-11-1856 Aan de Burgemeester van Haarlemmermeer Dat de schutter Jan Knol naar a costy is vertrokken, zoodat de stam van 10-2-1856 daarop ook niet voorkomt. 14-11-1856 Aan de Heer Ambtenaar bij het OM Kantongeregt te Helder Proces verbaal door K. Kalf contra Gerrit Gielis en Dirk Schaatsenberg in zake van boschroof 17-11-1856 Aan B&W van St. Maarten Ingekomen Besluit wegens aan Trijntje Klugt verstrekte Onderstand, brood en f 1,- per week. Als zij Onderstand behoeft, zij zich in deze gemeente moet komen vestigen, om dan met andere armlastigen in evenredigen Onderstand te deelen. Dat het ons bevreemdt dat de 5 kinderen van deze vrouw allen zoodanig onvermogend zijn, dat zij zich niet in staat bevinden, gezamenlijk hare zoo hoog bejaarde moeder te onderhouden en wanneer die niet met f 1,- per week is te helpen. Bovendien is de armlastige toch ook lidmaat en verwondert het ons ook evenzeer, dat het betreffend kerkelijk Armbestuur de verpligting ten aanzien zijner Armlastige leden niet beter kent en uitoefent enz. 15-11-1856 Besluit van Burgemeester van Texel aan Gerardus Cornelisse f 1,- voor rekening van Vlissingen 1-12-1856 Idem Jannetje den Bleijker, ernstig ziek, geneeskundige hulp en medicijnen voor rekening van haar Domicilie van Onderstand Ouddorp 2-12-1856 Aan B&W van Purmerend Purmerend besluit aan de vrouw van Pieter Vermeulen medicijnen te verstrekken. Woont Pieter Vermeulen nog wel bij zijn gezin? En kan hij dit niet zelf betalen- wat voor beroep heeft hij enz? 4-12-1856 Besluit van Burgemeester van Texel op verzoek van Antonia Jansen, eerder weduwe van Gomert Witvliet, later van Philippus Vriesendijk, zonder beroep, om medicijnen en geneeskundige hulp, ernstig ziek, Onderstand en medicijnen voor rekening van de gemeente Stellendam. [Anthonia Jans Jansen 1794/95 Stellendam, overleden op 4-12-1856 in De Koog, in 1822 getrouwd met Gommert Arensz Witvliet, ook in Stellendam geboren in 1793/94, gestorven voor 1841. Hun kinderen waren Petronella (1823-1841), Jan (1825-1891) en Arend (1825/26 1860)] 9-12-1856 Aan B&W van Purmerend Om bij den te verstrekken Onderstand aan genoemde armlastige (de vrouw van zekere P. Vermeulen] de meest mogelijke spaarzaamheid in acht te nemen. 9-12-1856 Aan de Heer Ambtenaar bij het OM Kantongeregt te Helder Dagvaarding in zake A. Boon, G. Gielis en D. Schaatsenberg, met acte van geboorte 13-12-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland 1 Dat de duinen en woeste gronden, welke in deze gemeente aanwezig zijn, eene uitgestrektheid zullen bevatten van ruim 4 duizend bunders a in eigendom aan de Provincie Noord Holland 4000 bunders b in eigendom aan bijzondere personen 100 bunders 2 Dat de plaats gehad hebbende ontginningen eerst na het jaar 1841 zijn begonnen, en daarom sedert dien tijd tot op heden zullen ontgonnen zijn eene uitgestrektheid van ongeveer ruim 100 bunders, te weten ongeveer 70 bunders voor weiland en voor bouwland ongeveer 40 bunders, waaronder niet begrepen zijn de gedeelte duingronden, die tijdelijk voor de beplantingen van aardappelen worden gebezigd. Geene der bedoelde gronden zijn voor de houtteelt gebezigd geworden. Wij nemen echter de vrijheid hierbij optemerken, dat de hiervoor gedane opgave, is gedaan naar eene provisionele opneming der gronden, zooals die tegenwoordig op de Kadastrale plans en registers dezer gemeente is aangeduid. Voor de juistheid dezer opgave kan door ons niet worden ingestaan, uit hoofde geene afzonderlijke perceelsgewijze kadastrale metingen der Duin- en Mientgronden in deze gemeente nog heeft plaats gevonden, hetwelk niet onnoodzakelijk mogt worden geacht, bij aldien het Gouvernement, met eene zoo naauwkeurige bekendheid van den staat dier gronden, verlangt te bekomen. 13/15-12-1856 Besluit Burgemeester van Texel aan Pieternella van Schilt, weduwe Johannes Meesters, zonder beroep, 2 kinderen, grote armoede, f 1,- per week voor rekening van Nieuwvosmeer 15-12-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Proces verbaal contra Pieter Keijser Pzn en Jacob Arisz Dijksen 15-12-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Verplegingskosten van bedelaars in de Kolonie van Weldadigheid voor rekening dezer gemeente, tweede halfjaar 1856 15-12-1856 Aan B&W van Akkerwoude Besluit Burgemeester van Texel aan Wiggert P. van der Herberg, onvermogend en tegenwoordig zelfs zeer behoeftig, ten gevolge van volslagen gebrek aan werk, f 1,- per week gedurende den wintertijd en zoolang als er voor de arbeidende klasse geen werk is te verkrijgen. 22-12-1856 Naar den Helder zijn vertrokken Cornelis Duinker, Dirk Duinker, Gerrit Troost, Gerrit Bakker, Jan Drijver, Jacob Jonker, Jelle Krijnen, Jacob Kok 20/22-12-1856 Besluit Burgemeester van Texel aan Gerrit Rotgans Onderstand en geneesmiddelen f 2,- voor zijn Onderstandsdomicilie Terschellingen. Met brief aan de Burgemeester van Terschellingen Genoemd persoon heeft mij te kennen gegeven, dat hij, ziekelijk zijnde, niet met zijne gewone bedeeling toe kan komen, en wanneer de som van 2 gulden per week voor UEd Gemeente te bezwarend is, hij gaarne naar a costij wil overkomen. Wanneer UEdA met hem tot die overkomst mogt besluiten, zal het mij aangenaam zijn, magtiging te erlangen tot het verstrekken van reisgelden. 27-12-1856 Aan B&W van Amsterdam Overlijden Remmert Schram, alhier gedomiliceerd, per omgaande extract van dat overlijden gevraagd. [Remmert was zeeman, geboren in Den Hoorn in 1838, zoon van Claas Schram en Maaike Sietse Remmers. Er waren 8 kinderen Schram, een ervan was Aagje, echtgenote van Reijer Boon] 29-12-1856 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Onbezoldigd opzieners der Jagt en Visscherij Cornelis Maas, Barend Gorter, Arie Leijen, Alle Zaagman, Jacob Bakker, Simon Kalis, Cornelis Kalis 30-12-1856 In Amsterdam aangemonsterd, op zee gestorven Boudewijn Blaak, Dirk Kalf, Jan den Blijker, Simon Bruin Dirk Kalf overleed den 21-8-1855, te Suriname aan boord van het schip Anna Arledimna, kapitein D. van der Weijk 3-1-1857 Besluit Burgemeester van Texel aan J. van Santen f 1,- per week, zoolang de wintermaanden duren, voor rekening van de gemeente Amsterdam 7-1-1857 Aan de Heer Ambtenaar bij het OM Kantongeregt te Helder Proces verbaal wegens straatschenderij contra A. Smit en B. Ramler. De partijen hebben zich bij mij vervoegd om de zaak zoo mogelijk in te trekken. In het belang der Policie heb ik echter geoordeeld, de aanklagt gevolg te moeten geven, en naam daarom de vrijheid EEdG voortestellen, de beklaagden bij kennisgeving in de gelegenheid te stellen, tot het betalen van het maximum der boete bij het wetboek van Strafregt opgelegd, niet twijfelende of daaraan zal dadelijk worden voldaan. 9-1-1857 Aan den Heer Commies van Aanneming der Marine te Willemsoord De stukken betreffende den jongen Cornelis Knol, om zich bij de Marine te kunnen verbinden, en wiens erkenning op de 7 e dezer heeft plaats gehad. 10-1-1857 Aan de Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt te Haarlem Geen vaccinaties en geen personen aangetast door de natuurlijke of gewijzigde kinderziekte 10-1-1857 Doctor P. Scheurleer gaat naar Dieren, en Doctor Acker gaat ook weder weg. Nu aanwezig C.A. van Deinse, P. Stolp, K. Hille, A.E. Stiggelbout, E.C. de Konnigh, vroedvrouw Johanna Rechlien, T. Breeland, J.J. Oomes, apotheker A.C. Petersen. P. Stiggelbout heeft zijn vader in de practijk geadsisteerd. 12-1-1857 Grindweg Cocksdorp 12-1-1857 Aan de Heer Ambtenaar bij het OM Kantongeregt te Helder Dat Pieter Pietersz Keijzer genegen is door vrijwillige betaling der boete ad f 3,- de zaak aftedoen. [J.A. Dijksen had gejaagd op het land van de weduwe W. Klein, bewijs van eigendom] en tevens een bewijs van eigenaren der vogelkooi R: Boon en Klaas Mandjes, dat het perceel land waarop Dijksen zoude gejaagd hebben en waar de voorwaarden geconsidereerd binnen de Het Regt der Afpaling van hun Vogelkooi gelegen, daaronder niet is betrokken, terwijl ook daar zelfs geene paling bestaat, welke bewijzen door Dijksen mij zijn behandigd. 15-1-1857 Aan den Heer Ambtenaar van het Kadaster te Haarlem Geamoveerd Jacob de Boer, Sectie D No 511, idem B. Lap Sectie F No 752 en No 396, P. Eelman Sectie F No 801 15-1-1857 Aan de Heer Ambtenaar bij het OM Kantongeregt te Helder A. Smit en B. Ramler willen de boete betalen 22-1-1857 Aan B&W Schoterland Laurens Britting is geboren uit kermisgasten, die zich hier eenige dagen hebben opgehouden 22-1-1857 Aan B&W van Haringcarspelen En Harmen Buisman gaat maar naar de Roomsch Catholieke gemeente te Warmenhuizen of Haringcarspelen 23-1-1857 Adres aan de Koning en de Tweede Kamer der Staten Generaal ten doel hebbende de opheffing van de oude tienden op dit eiland te bevorderen. Burgemeester Keijser heeft het adres niet gezien, maar Het is een waarheid, dat in het voorjaar van 1856, een aanzienlijk getal schapen op dit eiland zijn gestorven, meermaal is door geheele vermagering en verzwakking, als het gevolg van gebreklijding aan voedsel in de zomer van 1855, door de aanhoudende sterke droogte gedurende dat jaar, en ontbeering van het noodige wintervoeding door gebrek aan hooi, omdat de hooiteelt in 1855 als gevolg van de sterke droogte grootendeels mislukt was. Maar de prijzen waren ook hoog enz. Burgemeester ziet er weinig voordeel in. Nietig aantebevelen. 9-2-1857 Aan den Heer Controleur van het Kadaster te Haarlem Geamoveerd Sectie F No 191 9-2-1857 Krijn Tanis moest zich de 11 e dezer ter Provinciale Griffie bevinden, doch waaraan hij door de gestremde communicatie niet kan voldoen, doch welke last hij, zoo mogelijk, den 18 e of 25 e dezer maand zal nakomen. 10-2-1857 Aan den Heer Commandant van het 1 e Regiment Infanterie te Utrecht Jan Kalf, Milicien van de ligting 1853, thans met verlof terug, wil trouwen met Maartje Buis, heeft daartoe toestemming nodig van UEdGestr. Uit het hierbij gevoegde zakboekje … blijkt dat genoemde persoon geen schuld bij zijn vertrek heeft achtergelaten. 20-2-1857 A. Smit en R. Ramler hebben de boete nog niet betaald. 20-2-1857 Aan het Provinciaal Collegie van toezigt in Noord Holland Hervormde kerk van de Waal, subsidie voor nieuwbouw 25-2-1857 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Afschrift der Algemene Politieverordening in deze gemeente, benevens een afschrift der verordening op de inrigting, bewoning en reinheid van kleine woningen in deze gemeente, in het belang van de gezondheidstoestand der ingezetenen, beide vastgesteld door de Raad dezer gemeente in zijn vergadering van de 24 dezer maand. 26-2-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Bouwing van een nieuwe kerk aan de Waal is begroot op f 1000,- 27-2-1857 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal door mij opgemaakt contra de vader van de nalatigen Krijn Tanis 5-3-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Ons toegezonden een staat van voordragt tot ontslag van bedelaars en colonisten, voor het jaar 1857, hebben wij de eer bij deze te berigten: dat wij ons geheel verenigen met het advies van Gecommitteerde der Regering, beheerende voor en in naam der Maatschappij van Weldadigheid, betrekkelijk het ontslag van de colonist uit deze gemeente Lammert Mooy, en mitsdien niet verlangen, [dat] aan dezelve ontslag uit genoemden Maatschappij wordt verleend, maar dat hij, voor rekening dezer gemeente, aldaar verblijve. 23-2-1857 Besluit Burgemeester van Texel op het verzoek van Jan Hoogerheide, sjouwerman alhier, om geneeskundige hulp en geldelijke onderstand, overwegende hij is ziek en hulpbehoevend, f 1,50 voor rekening van St. Annaland 16-3-1857 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Door mij opgemaakt proces verbaal contra Evert Tanis, arbeider alhier 17-3-1857 Grindweg Cocksdorp 20-3-1857 Aan den Heer Lt. Kolonel Militie Commissie in het 3 e Ressort te Amsterdam Nationale Militie. Ten aanzien van D. Boon Pz No 50, P. Duinker 42, Jacob Dijker 72, Teken van Grouw 48, van het dienstjaar 1857, welke bij de loting absent waren, moet ik opmerken, dat deze personen als buitenlands zeevarende, allen nog op reis afwezig zijn. 20-3-1857 Aan B&W van St. Annaland Dat J. Hoogerheide met deszelfs gezin in hoogst behoeftige omstandigheden verkeert. Hij is thans weder in zooverre van zijne ziekte hersteld, [dat] hij, ofschoon nog medicamenterende, kan uitgaan, doch [hij is nog] zoo zwak dat hij niets kan verdienen. Zijne vrouw verkeert echter in eene hoogst zorgelijken toestand, en volgens menschelijk oordeel, zal zij spoedig aan hare ziekte bezwijken. Hoeveel de kosten zijner verpleging zal bedragen, is moeijelijk vooruit te bepalen. Door het Armbestuur wordt deswegens met de meest mogelijke spaarzaamheid gehandeld. Zoo dra daarvoor termen bestaan, zal daarmede worden opgehouden, terwijl de kosten van de medicijnen van de vrouw ook van weinig belang zijn, waarom de kosten van verpleging niet zoo hoog zullen komen. Wij hebben den man afgevraagd of hij genegen is, naar zijne geboorteplaats te vertrekken. Hij is daartoe bereid, maar de omstandigheden van zijne vrouw laten zulks nu niet toe, doch na haar dood zal hij daartoe wel willen overgaan, bijaldien hem van wege het betrokken Armbestuur, daarvoor het noodige reisgeld wordt verstrekt. Jan Hoogerheide (1804-1876) en Antje Veen (1812-1857). Jan kwam van Sint Annaland, was zeeman, sjouwerman, arbeider. Met Antje uit Oudeschild had hij 9 kinderenvan wie 2 stierven in hun geboortejaar. Antje stierf op 20-4-1857. In 1862 woonde Jan aan den Helder. 27-3-1857 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Verordening tot de verspreiding van de besmettelijke schurftziekte onder het schaapvee. 28-3-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Aantebieden eene gekleurde afteekening van de vlag dezer gemeente, zooals die van de vroegste jaren reeds heeft bestaan 7-4-1857 Aan Willem Doornheide, Izaak Doornheide en Gerrit van der Heide, arbeiders, te Sommelsdijk woonachtig [vragen om reisgeldom naar huis te reizen] f 2,50 in eens teneinde brood te kunnen kopen en van hier te vertrekken, voor rekening van de gemeente Sommelsdijk 9-4-1857 Aan den Heer Ontvanger der Registratie te Texel De vrouw van Johannes Kuipers is hier onbekend 16-4-1857 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat de alhier gestationeerde Rijksveldwachters E.W. Pull en A. Geus gedurende de laatst verloopen 6 maanden zich met bijzondere ijver hebben toegelegd op het besurveilleren der overtredingen op de wet der Jagt en Visscherij en hoofdzakelijk hunne diensten daaraan hebben gewijd. 8 processen verbaal zijn deswegens door hun opgemaakt en bij mij ingediend. De policie diensten welke in het algemeen als in het bijzonder door deze beambten in de gemeente worden vervuld zijn daardoor onbeduidend. Geene processen verbaal van politie overtredingen zijn gedurende bovengenoemd tijdstip door die beambten bij mij ingediend. Op hun zedelijk en maatschappelijk gedrag is niets aantemerken. 20-4-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de uitdeelingen, welke in vroegere wintersaisoenen in deze gemeente hebben plaats gehad, werden bestuurd door particulieren, welke zich tot dit einde verenigden, en geheel afhankelijk waren van eenige verantwoording, hunner gehoudene administratien als de uitdeeling doende van gelden, door het tot dat einde van particulieren ingezameld. Wij hebben daarom gemeend deze vergadering, als geheel van den ijver eeniger voorstanders afhangende, niet te moeten beschouwen als te behooren tot de instellingen van Weldadigheid, bedoeld bij Letter A en D van artikel 2 der Armenwet en dezelve daarom van de teruggaande lijst te royeren, te meer omdat dezelve niet werkzaam zijn geweest. 12-4-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat op 31-12- Jl uit deze gemeente in de Kolonie van Weldadigheid waren 1 mannelijke en 3 vrouwelijke bestedelingen. 22-4-1857 Schurftziekte 27-4-1857 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dagvaarding Willem Koning 4 processen verbaal door de Veldwachter dezer gemeente opgemaakt wegens overtreding der Politieverordening dd 25-3 ll 13-5-1857 Boete betaald door Maarten Zuidewind, Pieter Kuiper en Pieter Pronk 18-5-1857 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Evert Tanis is een onvermogende daglooner bezwaard met 5 onverzorgde hulpbehoevende kinderen, zonder moeder, welke overleden is. Het is onmogelijk die man een gevangenisstraf te laten ondergaan, want hij is de eenige broodwinner voor die kinderen. Hij heeft zich daarom tot den Koning om gratie gewend. [De Burgemeester ondersteunt dit verzoek om] den waarlijk reeds diep ongelukkigen man te willen verschoonen van de opgelegde gevangenisstraf, omdat hij onmogelijk uit zijn huisgezin kan worden gemist, omdat de kinderen nog niet vertrouwd zijn, zonder opzigt bij elkander te blijven. [Evert Tanis was in 1805 geboren in Ouddorp, hij overleed op 8 mei 1864 te Den Burg. Hij had 4 kinderen, waaronder geen Krijn. Zijn echtgenote Kaatje Bettings was in 1849 gestorven. Krijn Tanis was in 1835 in Ouddorp geboren, zoon van Dirk Tanis en Cornelia Nieman, gezin met 12 kinderen, maar de moeder is pas in 1871 gestorven, dus dat is zeker een ander gezin. Zou er een andere familie zijn geweest met een vader Evert, zoon Krijn en nog 5 jongere kinderen?] 19-5-1857 Straatweg Eijerland 25-5-1857 Aan de Burgemeester van Zijpe Overlijden van Neeltje Kisken 26-5-1857 Aan B&W van Helder Als de vrouw van Willem Bijl niet zonder hulp kan, kan zij zich hier vervoegen, als wanneer zij in het Gesticht van Weldadigheid kan worden verpleegd. 28-5-1857 Aan den Heer Ambtenaar van het OM bij het Kantongeregt te Helder Proces verbaal contra Pieter Verberne 29-5-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat Hendrik Spigt behoorende tot het 1 e Reg. Infanterie zich bij mij heeft vervoegd. 2-6-1857 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Over Evert Tanis. Het verzuim, dat zijn zoon Krijn Tanis niet op zijn tijd voor de dienst der Nationale Militie is aangegeven ter inschrijving, houde ik mij volkomen overtuigd, dat vezuim niet aan opzettelijke onwil, maar eenig en alleen aan onwetendheid met den juisten ouderdom zijns zoons is toeteschrijven. 4-6-1857 Aan B&W van Purmerend J. Brinkman, huisvrouw van P. Vermeulen is ziek, voortdurende verpleging, enz. Dat Pieter Vermeulen zich hier moet vestigen, want het Burgerlijk Armbestuur verstrekt geen voortdurende Onderstand buiten de gemeente, omdat de kas van hetzelve dat niet gedoogd. [beide namen zijn niet te vinden in de Genealogische databank] 9-6-1857 Aan B&W van Nijmegen Dat als het Algmeen Armbestuur dezer gemeente bij reglement alhier is opgedragen Onderstand te verleenen aan armen welke geen leden zijn van eenige christelijke gemeente en daar Petronella Kerkener lidmaat is van de RC gemeente a costy, moet zij zich bij de Kerkelijke instelling van Weldadigheid dezer gemeente aanmelden. Die Kerkelijke instelling is zedelijk, wettig en naar de bedoeling der Armenwet verpligt in haar Onderstand te voorzien. 12-6-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat door mij van de persoon Pieter Duinker nader niets is vernomen, dan alleen dat hij van het schip, waarop hij was geplaatst en van hier is uitgezeild, te Liverpool is afgeloopen, en volgens het vermoeden van de kapitein van bedoeld schip zal hij op een ander daar liggend schip zijn overgegaan, waarmede hij eene buitenlandsche reis zal doen. De naam en de bestemming van het schip waarop hij zich zal bevinden was den kapitein onbekend. 25-6-1857 Aanmaningen 171 Nieuwvosmeer wed. J. Meesters 29,07 172 Leerdam Arie van Pol 7,- 3,- 1856 5,- Jan Smits 1856 5,25 173 Ouwerkerk L. Alderlieste 23,70 Boek 345 25-6-1857 Salaris van de vroedvrouw Jetske Oomes, aangesteld in 1836 op f 180,- 27-6-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Proces verbaal door de Jagtopziener C.P. Kalis contra Cornelis Verhoeve, arbeider alhier, welke persoon als een strooper bekend staat. 27-6-1857 Aan de Heer P. Bouma, Hulponderwijzer te Oosterend [Op de school Oudeschild is aangesteld P. Bouma Hulponderwijzer te Oosterend] In Uwe plaats zal op de school van Uwe Vader te Oosterend tijdelijk worden aangesteld, een Hulponderwijzer van Terschelling, bezitter van de 3 e rang, die door het beroepen van de onderwijzer Zwaal, thans aldaar buiten betrekking is geraakt per 6-7-aanstaande. 29-6-1857 Aan de Heer Schoolopziener in het district Helder Dat de onderwijzer Teekele Rijnsz Zwaal tengevolge van belangrijke en overwigtige huisselijke aangelegenheden genoodzaakt is geworden, voor zijne betrekking als Onderwijzer te Westerschelling te bedanken, en dat ZEd alzoo hier blijft, in zijne betrekking als Onderwijzer in de school te Oudeschild. Het school in Oudeschild wordt dan niet vacant, en de zaak der provisionele waarneming is hierdoor vervallen. 11-7-1857 Aan B&W van Amsterdam Besluit Burgemeester van Texel, verzoek van Jacob Levie Hedel, schoenpoetser, wonend te Amsterdam, doch bij gelegenheid der kermis alhier, om geneeskundigen hulp en onderstand. Ziek. Geboren in 1804/1805 te Amsterdam, wonend op Marken buurt S, toegestaan f 1,- per week voor rekening van Amsterdam. 11-7-1857 Aan de Heer Schoolopziener in het district Helder Dat de aanstaande verplaatsing van de Onderwijzer Zwaal van hier naar Westerschelling, eene belangrijke invloed sedert eenige tijd was, op de vrouw van Zwaal heeft uitgeoeffend; de naderende tijd van vertrek, vooral in de laatste dagen der vorigen maand, toen Zwaal nog naar Terschelling is geweest, werd die invloed zoo groot, dat de krachten van het zenuwgestel dier vrouw daardoor geheel werden overmeesterd, en hare toestand daardoor zorgwekkend werdt. De geneesheer, wiens hulp bij de vrouw werdt ingeroepen, verklaarde dat zij Texel niet kon verlaten, want dat de gehechtheid aan de geboortegrond en de plaats waar veele van hare kinderen begraven liggen, zoodanige evenwigtige invloed op de vrouw uitoeffende, dat door eene verplaatsing haar leven in gevaar zoude zijn. Zwaal is daarom zijns ondanks genoodzaakt geworden voor Westerschelling te moeten bedanken en heeft gemeend zijne vrouw niet te kunnen of te mogen opofferen, aan eene verplaatsing naar Terschelling, alwaar hij toch voor zich onmogelijk genoegen kon hebben zonder zijn vrouw of in de onaangename positie waarin zijne vrouw zich bevond. De Onderwijzer Zwaal heeft ons daarvan kennis gegeven en verzoekt het besluit van de Raad wegens zijn ontslag te doen intrekken, omdat hij xx. 11-7-1857 Aan de Heer Schoolopziener in het district Helder Extra Raadsvergadering over Zwaal, doch dat na langdurige discussiën de stemmen hebben gestaakt. Nieuwe vergadering in de laatste helft van Augustus eerstkomend. Wat nu? 11-7-1857 Brief aan Zwaal met deze boodschap. 13-7-1857 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal opgemaakt contra Albert Keyser door de Veldwachter K. Kalf wegens overtreding der wet van de 1-3-1815 15-7-1857 Declaraties verstuurd aan: 191 J. van Santen en J.L. Hedel f 7,80 en f 9,80 Amsterdam 192 W.P. van der Herberg f 13,- Akkerwoude 193 J. Hogerheide f 10,65 Sint Annaland 194 G. Cornelisse f 10,50 Vlissingen 195 de wed. J. Meesters f 14,- Nieuwvosmeer 196 G. Rotgans f 9,- Terschelling 15-7-1857 Zwaal wordt voorlopig belast met de voorloopige waarneming der School aan het Oudeschild alhier. 23-7-1857 Milicien verlofgangers van de ligting 1855 Jan Gielis, Daniel Luyten, Jan Busselman, Cornnelis Boon, Cornelis Halsema, Maarten Visser, Jan Gerritsz Mulder, Hendrik Oudshoorn 27-7-1857 Aan de Waarnemend Commissaris der Maatschappij van Weldadigheid te 's Gravenhage Een jongeman genaamd Cornelis Verberne, zonder gebreken, geboren den 10-4-1855, natuurlijke zoon van Marijtje Verberne, sints eenige dagen overleden. Genoemde jongeling wenschen wij te plaatsen in de Kolonie van Weldadigheid te Frederiksoord. [Marijtje Verberne was een dochter van Pieter Cornelisz Verberne (1783-1862) en Martje Cornelis Mulder (1789-1845, zuster van Gerrit en Hendrik Mulder van de Mient). Zij was geboren op 16 maart 1820, doopaangifte door de vader, met als getuigen Jan Gorter (47), boer, en Gerrit List (25), kantoorbediende. Martje is gestorven op 9 juli 1857, om half 12 's avonds. Aangifte gedaan door haar vader en Barend Nielen (59). Er waren van haar 3 kinderen nog 2 in leven, Cornelis en Marretje. Het laatste kindje was geboren op 25 juni, nog geen 3 weken voor de dood van de moeder. Het overleed een jaar later in Den Hoorn. De kleine Cornelis, die als 'jongeman' werd aangeduid, werd als een last voor de gemeente beschouwd. Hij bleef in leven en trouwde op 31 augustus 1881 in Amsterdam met Geertruida Jorissen] 6-8-1857 Teekele Zwaal heeft andermaal van Terschelling eene aanstelling ontvangen als Hoofdonderwijzer in die Gemeente. Dat hij in het belang van zijne Eer en gezin nu besloten had deze Roeping optevolgen, en Texel te verlaten, alzoo hij aan eene onzekere uitslag van de Raad dezer Gemeente zich niet verder durfde waagen. Zwaal zal 13 a.s. vertrekken. 21-8-1857 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal opgemaakt door den Veldwachter Jacob Veen contra Biem Lap, wegens het doen van werk op den Zondag. 28-8-1857 Vergadering over de vacature aan de school te Oudeschild 9-9-1957 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Overlijdensacte van Carl Pflug, dat in het Register van Overlijden nog voorkomen de ouders en broeders van C. Pflug, welke ook bij die ongelukkige schipbreuk zijn omgekomen. 11-9-1857 Aan de Procureur Generaal toexxx Directie van Policie Noord Holland Dat de door mij voorgedragen persoon Cornelis Maas, alhier, om te worden benoemd tot onbezoldigd Rijks Politiebeambte, naar behooren kan lezen en schrijven tot het opmaken van een proces verbaal. 14-9-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Omtrent de beweiding der Provinciale duin- en mientgronden op dit eiland, Dat door de pachters der verschillende perceelen de bepalingen omtrent het beweiden dier gronden naar behooren wordt nageleefd. [De Heer Cordes en Burgemeester Keyser hadden in perceel 16 koeien op het duin gezien] Dat die weiding was niet opzettelijk, maar de oorzaak was, omdat de beesten door de warmte uit de weide over de heining waren uitgebroken, hetwelk zij steeds hebben gedaan, door het plagen der vliegen mogelijk is voor te komen. Dat ik steeds aanhoudend op de behoorlijke naleving der pachtcontracten doen toezien, en den aangelegenheid eene niet onbelangrijke dienstverleening van de Gemeenteveldwachter alhier vordert. 19-9-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de achtergeblevene loteling Pieter Duinker van de ligting 1857 N 40, uit deze gemeente, volgens eenen onlangs bij zijne ouders alhier ontvangen, door hem eigenhandig geschreven brief van den 9 Mei Jl, zich toen aan boord bevond van het Nederlandsche schip Maria Catharina te Batavia en zoude hij, zijns gedachte, in het begin van het volgende jaar in het Vaderland terug zijn. [Er zijn 2 jongemannen geboren in 1838: Pieter Cornelis Duijnker van Oosterend (verdronken in de zee bij Enkhuizen op 12-11-1879) en Pieter Simonsz Duinker van den Burg (overlijdensjaar onbekend)] 16-10-1857 Aan B&W Jaarsveld Besluit Burgemeester Texel aan Harmen Buisman, geboren 22-1-1811 eene xxx 29-10-1857 Aan den Heer Controleur van de waarden der Gouden en zilveren werken te Alkmaar Dat Cornelis Gomes, bij dit gemeentebestuur aangifte heeft gedaan, hij het beroep van handeldrijvende in gouden en zilveren waren heeft laten varen, en niet meer is uitoefenende. 12-12-1857 Aan den Heer President van het Provinciaal Collegie van Toezigt op de Kerkelijke administratiën bij de Hervormden in Noord Holland Dat de zoogenoemde Westertoren alhier een gebouw is, in de vroegste tijden gesticht, en als veele jaren tellende, van eene solide bouw moet zijn; aan de zoogenaamde Westen op zich zelf staande heeft heeft dezelve alleen gediend als zeebaak, vanwege het Gouvernement onderhouden, zooals in het jaar 1832, zoo ik meen, vanwege de Marine, nog eens belangrijke reparatiën aan het bovenste gedeelte heeft plaatsgehad. Het is mij bekend, dat het bovenste gedeelte van bedoelde toren, thans weder reparatie vordert; wanneer deszelfs behoud voor zeebaak noodzakelijk is. Echter rijst, naar mijn bescheiden opinie, de vraag, of deze toren het eigendom der Hervormde gemeente van den Hoorn is en nog, of dezelve als zeebaak is nutteloos geworden en daardoor kan worden gemist. Omtrent de eerste vraag moet ik aanmerken, dat in de Raadsvergadering dd 4-1-1857 al hier over den vervallen toestand van dien toren is gehandeld, waarbij is overwogen, bedoelde toren, voor de gemeente van geen belang zijnde, maar alleen is blijven staan, tot dienst der zeevarenden, en van tijd tot tijd door het Departement van Marine is onderhouden, doch zoodra zulks door de Gemeente zoude moeten worden gedaan, tot deszelfs onverwijlde verkoop tot afbraak, in het welbegrepen belang der Gemeentekas, zoude moeten doen besluiten, waarop een besluit is genomen Burgemeester en assissoren te authoriseren, onder goedkeuring van Heeren Gedeputeerde Staten, tot den publieken verkoop voor afbraak van dien toren overtegaan, tenzij het Departement van Marine het onderhoud derzelve voor zijne rekening wilde nemen, als er onder de vergadering in het belang der zeevarenden, speciaal van het Noordergat, zich te derving van dat provens zoude willen getroosten, daarvan is zeer zeker, weder eene reparatie aan die toren geschied. Wanneer ik dit in aanmerking neem, dan bestaat er eene redelijke twijfel, of de Westertoren wel het eigendom is der Hervormde Kerk van den Hoorn en niet die van den Burgerlijke gemeente. Kerkvoogden ontkennen vrij zeker het eigendom van den Toren uit de omstandigheid, dat het eigen gebouwd is, op den grond, die het eigendom is der Kerkelijke Administratie. Het schijnt echter, dat de Marine thans weinig belang meer steld in het behoud van de Toren, doch ook daaromtrent zoude men zich moeten overtuigen, alvorens tot afbreken van dezelve overtegaan, onverschillig aan wien dezelve in eigendom mogt toebehoren. Besluit Burgemeester van Texel aan Jacob van Santen, blikslager alhier, f 1,-per week voor rekening van Amsterdam 12-12-1857 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal Rijksveldwachter contra Cornelis Mandjes alhier 22-12-1857 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Voorschot van de verpleegkosten van bedelaars in de Kolonie van Weldadigheid voor rekening dezer gemeente van het laatste halfjaar 2-1-1858 Gelet op het verzoek van Wiggert van der Herberg, arbeider alhier, om eenige ondersteuning, overwegende dat hij onderstand is behoevende, en dezelve van geenen kerkelijke instantie kan erlangen Besluit aan W. v/d Herberg te verstrekken eene onderstand ad f 1- per week, en zulks voor rekening der gemeente Akkerwoude, zijn erkend Domicilie van Onderstand Idem G. Rotgans f 0,60 Terschelling 9-1-1858 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Betrekkelijk de persoon van Jannetje Hagen, dat het Domicilie van Onderstand van bedoeld persoon in deze gemeente wordt erkend, waarom zij ten laste van deze gemeente in de Coloniale Gestichten der Maatschappij van Weldadigheid blijft opgenomen. [Jannetje Hagen was geboren in 1806 in den Hoorn. Haar vader was Hendrik Hagen (1774-1831), uit Amsterdam, overleden in Oudeschild. Haar moeder was Catharina Ooijevaar (1772/73-1812)., overleden in den Hoorn. Jannetje was getrouwd met Johannes Jansz Dito (1798-18xx), geboren in Oudeschild, gestorven in Alkmaar. Zij zijn in 1835 gescheiden, waarna Johannes hertrouwde met Johanna Cornelia van Kleef] 25-11-1857/10-1-1855 Aan de Kerkenraad der Gereformeerde Gemeente aan den Hoorn Dat de Toren aan de Westen alhier bekend onder de naam van Westertoren op de lijst der gemeentelijke eigendommen niet voorkomt Dat de ondergrond bij het Kadaster der gemeente bekend staat als grond van de Gereformeerde gemeente aan den Hoorn alhier, weshalve door dit bestuur ten behoeve dezer gemeente voor het tegenwoordige, op dien Toren geen aanspraak wordt gemaakt. 22-1-1858 Schoolcommissie W.J. Vrendenberg, Conick Westenberg, P. Kuiper, Dominee Steinfort, J.J. Ran (afgetreden J. Zunderdorp en Johannes Lindgreen) 26-1-1858 Declaraties: 66 J.P. Fehres Alkmaar f 7,- 67 G. Cornelisse Vlissingen f 4,- 68 J. van Santen Amsterdam f 1,- xx-1-1858 Besluit Burgemeester van Texel aan Jacobus Schafraad, ziek, f 1,- per week Leeuwarden 2-2-1858 Aan B&W van Nieuwvosmeer Dat de weduwe Joh. Meesters binnen Uwe gemeente Domicilie van Onderstand hebbende, groote armoede, volstrekt eenige dekking en kleeding voor haar en hare kinderen behoeft. 4-2-1858 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland [Dominee Vrendenberg zegt dat] toen de Geregtsdienaar Jan Schagen, zich in deze gemeente aan den Burg had gevestigd, en hij nog goed bij zijn verstand was, Jan Schagen bij hem aan huis is geweest om zijne attestatie als lid der Hervormde gemeente in te leveren. Dat bij die gelegenheid zijn xx [Vrendenberg] hem heeft gevraagd van welke godsdienst zijne vrouw was; op het antwoord dat deze RC was, vroeg zijn xx verder, en dan uwe kinderen, waarop hij antwoordde, dat hij voor het aangaan van zijn huwelijk aan zijn vrouw de belofte had gedaan, dat alle de kinderen, uit hun huwelijk voortkomende, in de RC kerk zouden worden opgevoed, op welke mededeeling, door zijn xx slechts werd geantwoord Zoo! Daarna was Jan Schagen tegen hem op een zeer onverschillige wijze over de door hem gedane belofte beginnen te spreken [volgende bladzijde onleesbaar]. 12-2-1858 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Verslag omtrent de landbouw in 1857 12-2-1858 Aan de Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal wegens vermoedelijk gepleegde diefstal van een partij zeegras, die afgeleverd zou zijn door J.W. Boon, terwijl de Heer Voigt nog op aflevering wacht. 13-2-1858 Voldoening door het Algemeen Armbestuur Texel: 64 Groningen 1 declaraties f 9,50 65 Haarlem 2 declaraties f 8,18 66 Helder 2 declaraties f 38,75 67 Purmerend 3 declaraties f 20,91 68 Deventer 6 declaraties f 33,62 17-2-1858 Veldwachter Jacob Veen contra Jan Hiermeijer schipper te Wieringen, wegens het weghalen van zand 27-2-1858 Willem Huizinga, ziekelijke omstandigheden, f 1,- per week, Eenrum 11-3-1858 Betrekkelijk het amoveren van de Hervormde kerk aan de Waal 13-3-1858 J.P. Fehres ten koste van Alkmaar f 1,- per week 13-3-1858 Joh. Meulman Bedum erg verbleekt deel 10-5-1858 Aan de Heer Officier van Justitie te Alkmaar Aan te bieden 2 processen verbaal opgemaakt door den onbezoldigden Rijksveldwachter C. Maas alhier contra Cornelis en Klaas Boon, Pieter Selser en Kors Jacobsz List wegens overtreding van art. 22 der wet op de jagt en visscherij. 12-5-1858 Aan de Heer Officier van Justitie te Alkmaar proces verbaal van de bekeuring opgemaakt door den Rijksveldwachter Jacob Veen contra Pieter Bakker, wegens het zoeken van Eijeren. 17-5-1858 Aan de Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat zekere Hiltje Gerbrandse Zoetelief geboren en wonende alhier, plotseling in zoodanige staat van verstandsverbijstering is vervallen, dat ik verpligt ben geweest, om de veiligheid van personen, maatregelen te moeten nemen, tot eenzame afzondering, waarom het volstrekt noodzakelijk is dat genoemde persoon dadelijk worde getransporteerd in het Gesticht Meerenberg. [dat moet Hillegonda zijn, dochter van Gerbrand Simonsz Zoetelief en Antje Dirks Gorter (haar grootmoeder was Hilletje Hendriks Dijt). Hiltje was geboren in 1821, gestorven in Bloemendaal in 1878] 17-5-1858 Aan den Heer Directeur van het Gesticht Meerenberg Dat dezer dagen plotseling eene ongehuwde vrouw van de onvermogende stand dezer gemeente, in staat van krankzinnigheid is vervallen, zoodanig dat eene spoedige opname in het Gesticht Meerenberg volstrekt noodzakelijk is. Ik verzoek UEd mij alzoo peromgaande, te willen berigten of deze patient voor rekening dezer gemeente in het Gesticht kon worden opgenomen en tevens dan de noodige staten te willen toezenden. 17-5-1858 Verordening op het loslopen van honden Idem op het loslopen van honden in de lamtijd der schapen 2x-5-1858 Aan de Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal Veldwachter P. Bruin contra Jan van Vure, gedomesticeerd te Westmaas en Cornelis Kunst, wonende alhier, als hebbende genoemde personen strijdig gehandeld met art. 1 dienst van 1 Maart 1847 (Staatsblad 21) 31-7-1858 de Milicien verlofgangers Fulps Krijnen, Jan Kuiter, Cornelis Witte, Hendrik Huizinga, Reindert de Boer, Pieter Pippeling, Johannes Jac. Schafraad, Jan W. Schouten en Leendert Blom hebben zich aangemeld. 26-8-1858 eene verordonnantie voor R. Smit groot f 1287,50 28-8-1858 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat een Adres van C. Rey en M. Zijm, waarin gevraagd magtiging van Zijne Majesteit den Koning aan de begeerte van nu wijlen Maartje Dijt, weduwe Michiel Spreeuw, gewoond hebbende te Amsterdam en aldaar gestorven, om ten koste van de overledene zoo spoedig mogelijk na haar overlijden, een liefdadige instelling in deze gemeente op te rigten, in onze handen wordt gesteld om berigt, consideratie en advies, Dat aangezien door bedoelde beschikking geene erfgenamen in hunne regten worden te kort gedaan en de aangestelde bewindvoerders [Rey en Zijm] van de te stichten instelling van Weldadigheid als solide mannen bekend staan, bestaan bij ons geene bezwaren. 31-8-1858 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Legaat Maartje Dijt 3-9-1858 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Benoeming Maarten Daalder, in de kracht van het leven. 14-9-1858 Aan den Heer Commandant van het 2 e Reg. Inf. Depot te Gouda De Milicien verlofganger dezer gemeente Jan Bakker, wiens verlofpas hierbij gaat, verkeert, blijkens nevensgaand attest van den Medisch Doctor, alhier, steeds in eenen zwakke gezondheidstoestand, terwijl er zeer veel gevaar schijnt te bestaan, die toestand zal verergeren, wanneer hij weder zijn dienst moet vervullen. Verzoek het verlof met een maand te verlengen. 14-9-1858 Nieuwe haven, stoomboot 16-8-1858 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Verwachting van de oogst 20-9-1858 Aan de Heer Officier van Justitie te Alkmaar Een proces verbaal opgemaakt door den Rijksveldwachter contra Johannes Daalder en Klaas Daalder alhier, wegens het vangen van konijnen met bij de wet verboden strikken. 21-9-1858 Aan den Heer Ambtenaar bij het OM te Helder U toetezenden een konijn, benevens 3 konijnestrikken als corpus delicti, behoorende bij het proces verbaal door de Rijksveldwachters alhier opgemaakt dd. 20 dezer contra Johannes en Klaas Daalder alhier, welk relaas eerst aan den Officier van Justitie ter vervolging is opgezonden. 15-9-1858 Besluit Burgemeester van Texel aan J. van Santen, armlastig, in een ziekelijken toestand, f 1,- Amsterdam Beurtveer op Amsterdam (veel brieven over en weer over dit veer) 30-9-1858 Aan de Heer Officier van Justitie te Alkmaar Toetezenden een acte van geboorte voor Pieter Hoogerheide. De acte van geboorte van Hendrikus, zoon van Foekje de Vries, doch bij huwelijk door deze en Laurentius van Sikkeleras als hunnen wettigen zoon erkend, hebben wij uit de gemeente Ede aangevraagd, omdat hij daar op den 27-3-1843 is geboren. Een en ander is door ons overgenomen uit de huwelijksacte van gezegde ouders van den 21-5-1853, alhier opgemaakt. Beurtveer, rustende schutters 2-10-1858 Aan de Heer Officier van Justitie te Alkmaar Gemeenteveldwachter Maarten Daalder tegen den veehouder Biem Lap. 23-9-1858 Besluit Burgemeester van Texel aan Tetje Hoogheid geneeskundige hulp voor rekening van Buren/Burum, waar zij en haren moeder Aaltje Hoogheid zijn geboren. Milicien verlofgangers, beurtschepen, haven 14-10-1858 Aan de Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal contra Willem Moojen, Abraham Wuis, Pieter Dalmeijer en Jan Roeper. Na onderzoek is mij gebleken dat de personen Cornelis Smit, Aris Rab en Jan Dalmeijer geen, te minste zeer weinig, met de zaak in verband staan en daarom ook geene inlichtingen hebben kunnen geven. De opgegevene getuigen Jan Sipkes en Martje Klaas Geus weten van de aanranding niets meer te zeggen, dan dat zij eenig rumoer hebben gehoord, waarom ik van de verklaring der bedoelde personen geen relaas heb gemaakt, temeer de daders zelve het feit erkennen. 23-10-1858 Aan B&W van Stellendam Dat Hendrika Mosland a costy Domicilie van Onderstand hebbende is overleden. 23-10-1858 Besluit Burgemeester van Texel aan G. Cornelisse f 1,- per week voor rekening van Vlissingen. 27-10-1858 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Ik neem de vrijheid Uwe Excellentie voor den grondeigenaar Jan Daalder te verzoeken, om aan de magtiging, waarbij hem wordt toegestaan om vanaf een half uur voor zonsopgang, tot een half uur na zonsondergang met lange netten op zijne in pacht en in eigendom toebehoorende gronden konijnen te vangen, zoodanige uitbreiding te willen geven, dat hij gedurende den nacht de bemeestering van dat schadelijk gedierte met die netten kan voortzetten, omdat door het schieten de konijnen wilder zijn geworden, en zelden overdag hunnen holen verlaten, en dus bij nacht door netten kunnen worden gevangen. 27-10-1858 Idem Pieter Kok, pachter van de Provinciale Duingronden bij 't Horntje. 30-10-1858 Aan B&W van Burum Over Tetje Hoogheid 5-11-1858 Aan Gouda over Jan Bakker 9-11-1858 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Vergunning om konijnen te schieten voor Johannes Ludovicus Kikkert 8-11-1858 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Jan Daalder vraagt een vergunning tot schieten van konijnen aan voor zijn zoon Simon Daalder 18-11-1858 Gemeenteraad van Texel aan de Minister van Justitie te 's Gravenhage Deze gemeente behoort tot het kanton Helder, welke regtelijke magt alhier wordt vertegenwoordigd door eene plaatsvervangende Kantonregter en waarnemend Griffier. Gezegde betrekkingen worden waargenomen door mannen, die beiden notaris zijn [W. Bok en J.L. Kikkert]. De belangen dier Heeren zijn te veel met elkander strijdende, en dikwijls moeten wij opmerken, dat hierdoor botsingen bestaan tusschen die beambten, somtijds ten nadeele van derden, en dat het daarom van derden, en dat het daarom van algemeen belang is, die betrekkingen, zoowel van Regter, als van Griffier, door onafhankelijke menschen werden vervuld, welke nodigt gemeente wel te eindigen. Het komt mitsdien, dezen raad wenschelijk voor, dat genoemde betrekkingen hier op dit eiland werden opgedragen aan andere personen, welke daardoor geene invloed op hunne eigen zaken, of op andere door hen bekleed wordende ambten kunnen uitoefenen. [van Huizinga geen duidelijkheid, die had net zelf de grootste problemen met notaris Bok en kwam er weinig meer] 19-11-1858 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Ter voldoening aan de zegel- en legesgelden, verschuldigd voor de dispositie voor B.C. Lap alhier ontvangen bij UEx missive dd. 20 October Jl N 44, hrb ik de eer UEx bij deze te dooen toekomen eene postwissel groot f 2,79 23-11-1858 Eendenkooi van J.L. Kikkert en Coninck Westenberg 23-11-1858 Besluit Burgemeester van Texel aan C. Verhoeve idem aan Wiggert P. van der Herberg f 1,- voor Akkerwoude, gelet op de uitslag van een ingesteld onderzoek, dat onderstand onvermijdelijk is idem Dirk de Groot geneeskundige hulp voor rekening van Egmond aan de Hoef, armlastig, ernstig ongesteld 3-1-1859 Aan den Heer Schoolopziener in het 4 e District Texel Dat de hoofdonderwijzer aan de Koog alhier, Hendrik Smit, op den 24 e der vorige maand is gestorven. Vacature. 9-1-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat na een door mij opzettelijk ingesteld onderzoek gebleken is, dat de in de loop van dit najaar aangewende middelen, om door het schieten de konijnen uitteroeijen, weinig afdoende zijn geweest ter bereiking van dat doel, aangezien dat schadelijk gedierte door het schieten zoodanig wild wordt, dat het zelve bij dag, de holen niet verlaat, en [dat de konijnen] daardoor voor die wijze van vernietiging onbereikbaar zijn. Op grond der ondervinding bestaat er geen ander middel, om de konijnen te verminderen, dan door die konijnen met strikken te vangen, en wel gedurende de nacht, omdat zij dan allen buiten de hoen komen om afteweiden, om hun voedsel te vinden. Bijaldien men de uitroeijing van het konijn op dit eiland wil, zal tot het buitengewone middel moeten worden overgegaan, om bij uitzondering aan pachters der voornoemde duinen en andere eigenaren van gronden, alwaar het konijn zich het meest ophoudt, de benoodigde vergunning te verleenen, om tot uitroeijing van dit gedierte konijnestrikken te mogen gebruiken. 9-1-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Konijnenpark in Eijerland 19-1-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Waarbij de hiernevens teruggaande missive van de Kerkvoogden der Hervormde gemeente van den Hoorn alhier, in mijne handen gesteld ter fine van berigt, consideratie en advies, heb ik het volgende te berigten Dat bij genoemde in de missive bedoelde plek grond is, het zoogenoemde Westerkerkhof, hetwelk van de vroegere tijden af, steeds is geweest eene begraafplaats, waarvan de RC bevolking op dit eiland vrijzeker het meest gebruik hebben gemaakt. Zoo zijnde hetzelve, volgens overlevering, eene gewijden grond. Het is mij bekend, dat verscheidene RC families op dit eiland aldaar hunne afgestorvene betrekkingen bijzetten, waarbij ik dikwijls ben tegenwoordig geweest, doch sedert de oprigting van een algemeene afzondelijke begraafplaats voor de Roomsch Catholieken alhier in het jaar 1830, heeft de begraving op het Westerkerkhof niet meer plaats gehad. Ofschoon nu bijna gedurende 30 jaren geene begraving aldaar is geschied, is het toch eene waarheid, dat er op dit eiland nog veele onder de levende zijn, wier ouders en voorouders op dat kerkhof zijn begraven, waarom zij die plek grond nog altijd dierbaar achten, en wier wensch het dan ook is, dat het Westerkerkhof ongeschonden blijve, en wat is ook natuurlijker en hoe zal men daarvoor beter gewaarborgd blijven, dan dat die plek blijve onder eene kerkelijke administratie, zoo als zulks behoort ten plattelande plaats te vinden. Bovendien zullen er ook nog wel [mensen] in leven zijn welke eigendom aan familiegraven hebben, in hoeverre zulks echter verkoop zoude kunnen beletten wil ik in het midden laten. Het is eene waarheid, dat het grondbezit van het Westerkerkhof weinig waarde heeft. Het is aan de weg gelegen, tusschen den Hoorn en de Westen, en aan alle zijden omsloten door eigendommen van derden. De beweiding wordt verhuurd voor f 3,- 's jaars, terwijl de grond van het kerkhof onbelast is. De kerkkas kan er weinig bij winnen en daar de kerkelijke administratie van den Hoorn, meer belangrijke vaste goederen bezit, bestaat er naar mijn bescheiden oordeel geene reden, om dit kerkhof te verkoopen, en om deze en de vorige opgegeven redenen neem ik de vrijheid deze bedenkingen tegen verkoop in te brengen. Mogt echter door Uwe Excellentie den bedenkingen niet voldoende worden geacht, en er bij Uwe Exc geene bezwaren bestaan om die verkooping toetelaten, dan neem ik de vrijheid te adviseren, dat de magtiging tot verkoop inhoudt de uitdrukkelijke bepaling "dat aan des situatie van het Westerkerkhof geene verandering mag worden gemaakt, noch door verlaging, noch door wegvoering van grond", en dat aan die plek grond de eerbied verblijve, welke men aan de rustplaats der dooden verschuldigd is. De waardering der grond van genoemd kerkhof, op het kadaster der gemeente bekend in Sectie F No. 28, groot 14 roeden 50 ellen, wordt door mij geschat op f 80,- 25-1-1859 School Koog. Het tractement was tevoren f 200,- later verhoogd tot f 300,- terwijl 3 jaren geleden, tengevolge van de duurte der levensmiddelen hetzelve is vermeerdert geworden tot f 350. Bedoelde school is, wat het getal schoolgaande kinderen betreft zeer klein, slechts een 40-tal kinderen worden geacht, volgens de lijst van de onderwijzer, tot dezelve te behooren, waarvan de helft dagelijks de school niet bezocht. Hoe onbeduidend die school dan ook zij, en ofschoon de Koog wel niet meer onder de dorpen geteld moge worden, dient evenwel de gelegenheid voor onderwijs daar behouden te blijven, omdat langs de duinen en op de mientgronden bij die school kinderen zijn, waarvoor de afstand der scholen aan den Burg of den Waal te groot zijn. Dit gemeentebestuur heeft daarom de school aan de Koog steeds beschouwd als eene hulp en bijschool, en op geene school dan deze zal art. 20 der wet op het Onderwijs beter van toepassing kunnen worden gesteld. Met het oog op de inhoud van genoemd artikel 20 kan naar het bescheiden oordeel van dit gemeentebestuur aan de school van de Koog een hulponderwijzer geplaatst worden onder goedkeuring van UEdGrA. Tot zoodanige vervulling heeft dit gemeentebestuur gelegenheid, aangezien een hulponderwijzer van de tweede rang, aan een onzer scholen alhier, zich bereid heeft verklaard, die betrekking te willen aanvaarden. Alvorens echter tot die plaatsing over te gaan, en daartoe de noodige voordragt ter goedkeuring aan UEdGrA te doen, nemen wij de vrijheid aan UEdGrA te verzoeken, ons wel te willen mededeelen, of tegen zoodanige vervulling bij UEdGrA bedenkingen zoude kunnen bestaan. Ondertekend door Voigt 15-1-1858/9 Besluit Burgemeester Texel aan Aaltje Hoogheid, arbeidster in de polder Eijerland, geneeskundigen hulp en ondersteuning voor haren dochter Tetje Hoogheid f 1,50 voor rekening van Burum (Vriesland) alwaar hare moeder is geboren en gedoopt te Munnikezijl 30-3-1810, terwijl Tetje Hoogheid is geboren te Munnikezijl den 21-5-1838. 31-1-1858/9 Aan de Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat Jan Hemelrijk heeft verklaard, te zullen zorgdragen dat hij donderdag den 3 Februari eerstkomend zich zal bevinden, aan het parquet van de Procureur Generaal in het Paleis van Justitie te Amsterdam. Boek 346 31-1-1859 Aan B&W van xx [Amsterdam] Dat bij de tegenwoordige omstandigheid van open water, het eerste beurtschip op morgen den 1 February zal afvaren. 31-1-1859 Aan B&W van Jaarsveld Wanneer C. Verhoeve gezond en vervoerbaar was geweest, zouden wij de ondersteuning hebben gestaakt en daardoor hebben voldaan aan het verlangen bij Uwe missive bedoeld. Doch C. Verhoeve is sterk ziek en onder geneeskundige hulp. Onderstand is onvermijdelijk. 1-2-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat in het afgeloopen jaar uit deze gemeente geene landverhuizingen naar Noord Amerika of andere overzeesche gewesten hebben plaats gehad. 3-2-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat wij de toestand van de toren op het kerkgebouw aan de Koog, door eenen deskundige hebben doen onderzoeken, met rapport 1 dat eene gedeeltelijke vernieuwing van de Toren zeer wenschelijk is, zonder dat er echter dadelijk gevaar bestaat 2 hoofdzaak is het vernieuwen der stoven, waarop de stijlen van het vierkant rusten, alsmede van 2 hoekkeepers en eenige stijlen van de achtkant met tusschenregels enz 3 dat het ijzerwerk waaraan de klok is bevestigd onmiddellijk vernieuwing vordert 4 dat het metselwerk der voorgevel van den kerk, onder de vierkante betimmering des torens in slechten staat is en evenzeer herstelling vordert Voorstel aan de Raad, zoo spoedig mogelijk restaureren. Het ijzerwerk van de klok is reeds geschied. Wij vragen Uwe Excellentie de kerkvoogden van de Hervormde kerk aan de Koog, opmerkzaam te maken op de toestand van de voorgevel. 4-2-1859 Aan B&W van Helder Naar aanleiding van Uw berigt betrekkelijk het aanbieden van warme spijzen aan A. Mossel, [delen wij mee] dat volgens een genomen besluit, geen onderstand buiten de gemeente wordt verstrekt [en dat dit ook] van toepassing is op Antje Mossel. Mogt A. Mossel zich dor dit besluit bezwaard gevoelen, dam kan zij hiervan kennisgeven, als wanneer zij naar de Kolonie van Weldadigheid zal worden opgezonden. 4-2-1859 Aan B&W van Helder Dat Lourens Leen is overleden op Texel, weduwnaar van Keetje Bethlehem, Er zijn 2 kinderen geboren in den Helder, Neeltje geboren 15-3-1843 en Vrouwtje 12-6-1844 [en dus hun Domicilie van Onderstand in Helder hebben]. Ze hebben een zwakke ligchaamsgesteldheid, zijn geheel hulpbehoevend. Naar het Weeshuis in den Helder, of voor rekening daarvan hier uitbesteed? 29-1-1859 Besluit Burgemeester van Texel om aan Jacobus Jozephus Schafraad geneesmiddelen en onderstand toe te kennen f 1,50 voor rekening van de gemeente Leeuwarden. Hij is zonder verdienste omdat zijne vrouw en 2 kinderen ziek liggen. 4-2-1859 Aan Zijne Excellentie den Heere Staadsraad toegevoegd aan de Thesaurie des Konings Regeling onderstand weduwe van de Rijksveldwachter Anthonie Geus, vrouw en 7 kinderen, de oudste 10 jaar, die alle dagen moederlijke zorg behoeven, waardoor [de vrouw niet kan werken]. Giften van de Hervormde gemeente en van weldadige menschenvrienden, door welke dan ook bij vrijwillige inteekening aan haar eene kleine woning is bezorgd, waarvoor echter de somma van f 100,- is te kort gekomen. [Zo kan het niet voortgaan] daarom haar aan de weldadigheid van onzen geliefden Koning aan te bevelen om een gift. 9-2-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland dat de in het adres aangevoerde redenen, betrekkelijk de indiensttreding van des adressant [Evert Tanis] zoon Krijn Tanis in alles met de waarheid overeenkomt dat de adressant door gevorderde leeftijd en zwakke ligchaamsgesteldheid bezwaarlijk door zijne handenarbeid in het onderhoud van zijn gezin kan voorzien, en daarvoor wel is behoevende den bijstand van zijn zoon Krijn Tanis. Wij nemen daarom de vrijheid het verzoek van den adressant dat zijnen zoon in het genot van onbepaald verlof gelijk worde gesteld, met de miliciens van 1857, gunstig te ondersteunen. 5-2-1859 Besluit Burgemeester van Texel op verzoek van de weduwe Johannes Meesters, die volstrekt ondersteuning behoeft, f 1,- per week ten koste van Nieuwvosmeer. 17-2-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Konijnestrikkers Jan Simonsz Daalder, Simon Jansz Daalder, Maarten Jansz Daalder en Simon Maartensz Daalder, den Heer J.L. Kikkert, Jacob Pietersz Bakker, Gerrit Mulder, Cornelis Cornelisz Boon sr en jr, M. Zaagman en Willem Barhorst. Dat het zogenaamde Konijnenpark wordt verpacht met de verpligting op den pachter, om het konijn op die gronden uitteroeijen. 17-2-1859 [het Gemeentebestuur wil zomaar geen meerwerk uitbetalen aan] R.W. Smit aan de Kamer aan den Hoorn ad f 59,- en de toren aan de Waal ad f 130,- Eventueel een afzonderlijke rekening indienen, waarvan de deugdelijkheid zal worden onderzocht. Smit heeft al ontvangen f 160,- de rest wordt verrekend. 19-2-1859 Aan B&W te Helder Het Armbestuur zal restitueren den onderstand welke tot Ultimo Maart eerstkomend in warme spijzen kan worden verstrekt aan A. Mossel. 19-2-1859 Aan B&W te Helder Het is ons niet gelukt de kinderen van L. Leen uittebesteden. 19-2-1859 Aan B&W te Helder Over de kinderen van Gerrit Buis, zoo is door het Algemeen Armbestuur besloten, gezegde kinderen op te zenden naar de Kolonie van Weldadigheid te Frederiksoord. Om daartoe zoo spoedig mogelijk te geraken [vragen wij om] hun geboorteacten enz. 15-2-1859 Besluit van Burgemeester van Texel aan Catharina Jans Jongeboer, zonder beroep, wonende alhier, te verstrekken geneeskundigen hulp voor rekening van de gemeente Terschelling, waar zij is geboren in 1804. 2-3-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dirk Huizinga en Jacob Vrendenberg [zijn niet bij de loting voor de Nationale Militie in den Helder geweest] omdat zij in Amsterdam verblijf houden, nu moeten zij den 21 e dezer verschijnen voor de Militieraad te Hoorn. Daarvoor moeten zij 2 dagen verzuimen [met heen- en terugreis], daarom vraagt Burgemeester Keyser of ze naar de zitting van de Militie Raad te Amsterdam mogen gaan. Dirk was te Hoorn voor de Militieraad op zijn bewijs als student voor een paar jaar vrijgesteld. 3-3-1859 4 bladzijden over het opheffen van het Plaatsvervangend Kantonregterschap 4-3-1859 Aan B&W van Haarlemmermeer Uwe missive dd 4 Februari N 350, begeleidend een Besluit waarbij geneeskundigen hulp wordt verstrekt aan Dirkje Roeper, voor welke, deze gemeente als haar Onderstandsdomicilie wordt erkend. 5-3-1859 Declaraties wegens verstrekte onderstand 79 Tetje Hoogheid Beeroord 1,75 80 Gerrit Rotgans Terschelling 15,45 81 Wiegert P. van der Herberg Akkerwoude 7,- 81 G. Cornelisse Vlissingen 11,- 83 Dirk de Groot Egmond aan de Hoef 12,30 7-3-1859 Aan de Heer Commandant van ZM instructie enz Verzoek om schietoefeningen op de Hors uit te stellen, in het belang van een 100-tal personen die daar op haring visscherij kunnen gaan, en die nu geheel verstoken zouden worden van verdiensten, welke zij niet kunnen derven, want bij het 1 e schot verwijdert zich alle haring van de kust. 7-3-1859 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Tot het aangaan van een huwelijk is mij aangeboden, nevensgaande acte van geboorte, waaruit blijkt, dat het kind in onecht geboren, door den vader Jan Smit is erkend. Ofschoon, als bij het thans in werking zijnde wetboek, onder het riguer der Fransche wet, voor de erkenning van het kind door de vader, de toestemming van de moeder niet gevordert wordt, zoo neem ik de vrijheid UEdG te verzoeken, mij wel te willen inlichten, of voor het aangaan van bedoeld huwelijk, de toestemming van de vader voldoende is, aangezien de moeder van de bruid (vanwelke het niet blijkbaar is dat zij haar kind heeft erkend) elders is woonachtig, zonder zich immers aangaande haar kinderen te hebben bekommerd. 8-3-1859 Aan den Heer Griffier bij de Arrondissements Regtbank te Alkmaar Opdat de kantvermelding, van de wettiging van het kind van Henrich Landwehrschann en Berendina de Rooy, wondende in de Haarlemmermeer, gelijkluidend kan plaats hebben in het register van Geboorte bij Uw Regtbank berustende, heb ik de eer UEdA bij deze nevensgaande extract geboorteacte aan te bieden. 19-3-1859 Aan de Heeren GS van Noord Holland Dat in de Kolonie van Weldadigheid zich bevonden 3 vrouwelijke bestedelingen. 19-3-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat zekere Petrus Sikkelé, zoon van Laurentius Sikkelé, arbeider, en Fokje Johannes de Vries, alhier wonende, verzuimd heeft zich voor de Nationale Militie aantegeven. Als zijnde geboren 14-10-1840 te Maarn, zoude hij voor deze ligting ingeschreven moeten worden. 29-3-1859 Aan den Heer Schoolopziener Dat op zijn verzoek eervol is ontslagen Almert Visser, als onderwijzer aan de school van de Waal, omreden van voortdurende zielsgebreken. 30-3-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat Hendrik Ossenbach van Hannover, armlastige vreemdeling is, welke gedurende de maaijtijd zich hier bevond, om na afloop van dien tijd weder naar zijn Vaderland terug te keeren (geen familie hier), als eerlijk werkman, behoorlijk van de noodige papieren was voorzien enz, met declaratie. 30-3-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de vermindering van de inkomsten, gedurende het afgelopen jaar, van het Algemeen Weeshuis, hoofdzakelijk is ontstaan, door de mindere opbrengst der huurpenningen van landerijen, en doordien er bijna geen inkomsten van drinkwater hebben plaats gehad, omdat de schepen, welke vroeger hunne provisie van drinkwater van ons Weeshuis verkregen, zich thans voorzien van het water der Waterleiding in de gemeente Helder. 26-3-1859 Besluit Burgemeester van Texel aan Jacomijntje Molensteeg weduwe Gerrit Moelard (gestorven 23-2 jl), onvermogend, 5 kinderen, f 1,50 voor rekening van Ouddorp 4-4-1859 Aan B&W van Ouddorp J. Molensteeg heeft à costy Domicilie van Onderstand, is wezenlijk behoeftig, daarom verwachten wij de ondersteuning van Uwe zijde wel zal worden goedgekeurd, te meer wanneer wij UEd kunnen mededeelen, dat genoemde vrouw, wanneer de landarbeid meerder voorkomt, geene ondersteuning meer zal noodig hebben, waarom die slechts tijdelijk is. 7-4-1859 De nalatige Milicien plaatsvervanger P. Sikkelé 7-4-1859 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal veldwachter H. Schellinger contra Dirk C. Bakker 9-4-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de reglementair bepalingen van het Algemeen Weeshuis niet toelaten, de opneming van de kinderen van Van der Ploeg in dat gesticht. Dat wel is waar, het dochtertje van wijlen de Heer de Koningh, in dat gesticht is opgenomen, doch in het zelve is besteed geworden vanwege het Algemeen Armbestuur dezer gemeente. Dat evenwel dat kind, door de aanmerkingen daarop gemaakt, niet lang meer in dat gesticht zal blijven, om alle schijn van onregt te voorkomen. De kinderen van Van der Ploeg behooren aan het Burgerlijk Armbestuur, welk best bereid is maatregelen te nemen, ten einde dezelven naar Frederiksoord overtebrengen. 18-4-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de Milicien Hendrik Gielis van de ligting 1857, behoorende tot het Regiment Veldartillerie, en welke in het genot van onbepaald verlof is gesteld, zich bij mij heeft aangemeld. 26-4-1859 Aan den Heer Luit. Kol. Militie Commandant 3 e Ressort van Noord Holland De Milicien Jan Jacobsz Vrendenberg is een jaar vrijgesteld, omdat hij te klein was. De persoon Jacob Eelman is van zijne buitenlandsche zeereis geretourneerd en zal op de 4 e zitting verschijnen ten einde te worden gekeurd. 28-4-1859 Aan den Heer Ingenieur Verificateur van het Kadaster te Utrecht Storting f 24,47, voor het bijwerken der kadastrale plans dezer gemeente. 7-5-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Kwitantie f 12,50 wegens het restant der verplegingskosten van personen opgenomen voor rekening dezer gemeente in de Kolonie van Weldadigheid over het dienstjaar 1858. 13-5-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de erflaatster Maartje Dijt, weduwe Michiel Spreeuw, door het maken van een legaat aan de armen der RC gemeente aan de Burg voornoemd, geene legitieme heeft benadeeld. 17-5-1859 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal benevens eene geneeskundige verklaring inzake eene verwonding toegebragt aan Jan Burger, door den alhier wonende Klaas Daalder, welke heden middag door mij aan de Plaatsvervangend Kantonregter is aangegeven om te worden getransporteerd. Huizinga 27 Mei 1859. Des avonds bij Maarten Daalder, wiens zoon nu in hechtenis is wegens moordaanslag op J. Burger . 2 Juny 1859. Gesprek over de moordaanslag van Klaas Daalder. [Er zijn 3 mannen met de naam Jan Burger, geen van alle werkelijk vermoord in 1859. Twee van hen leefden nog in 1892 en 1917] 9-6-1859 Aan R.W. Smit, dat wij van het voorstel gedaan dd 30-5 N 165, niet afwijken, en waarschuwen U bij deze voor het laatst, dat wanneer het werk morgen den 11den dezer niet volgens het bestek is opgeleverd, of door U de aangeboden schikking niet is aangenomen, in de volgende week tot een procedure van de herbesting zal worden overgegaan. 20-6-1859 Klagt van den commies B.C. van Alphen. Toedragt der bewuste zaak: In den morgen van de 9 e dezer ruim 1 uur na middernacht, werd het raam van de slaapkamer mijner vrouw en dochter, aan de straat, opengeschoven. Mijne vrouw, die meer wakende dan slapende was, hoorde dit terstond, en riep met tegenwoordigheid van geest "Wie is daar", stapte onmiddellijk van het bed en begaf zich naar het raam, om te zien, of zij ook iemand kon ontdekken; dit alles was het werk van een oogenblik, en mijne vrouw zag door het raam, aan de overzijde der straat een manspersoon, langs het huis van mijn overbuurman bedaard wegloopen, het glop (dat zich voor mijn huis bevind) ingaan. Genoemd persoon was in het wit gekleed en door mijne vrouw erkend voor den persoon van B.C. van Alphen. Mijne vrouw, die door dit voorval eenigzints onthutst was, verwijlde nog eenige tijd in hare en mijne slaapkamer, en begaf zich weder te bed, toen juist op dit oogenblik de Nachtwacht mijn huis passeerde, met de roep van 1 uur, die een hem passerende persoon goede morgen toewenschte, en welke morgengroet door mijne vrouw duidelijk is verstaan. Den volgenden dag, heeft mijne vrouw den Nachtwacht gevraagd, wie die persoon was, die hij des nachts te 1 ure, nevens mijn huis, goede morgen zeide, waarop de nachtwacht heeft te kennen gegeven, dat het de commies Van Alphen was, die het glop uitkwam, en in het wit gekleed was, er nog bij voegende, "Ik ontmoet hem 's nachts wel meer op straat" [en nog 3 bladzijden]. 24-6-1859 Declaraties ten behoeve van het Algemeen Armbestuur van Texel 176 Terschelling G. Rotgans f 7,80 177 Nieuw Vosmeer Wed. J. Meester f 8,- 178 Vlissingen G. Cornelisse f 13,- 179 Akkerwoude W.P. van der Herberg f 11,- 180 Goedereede C. Verhoeve f 13,- 181 Leeuwarden J.J. Schafraad f 34,77,5 Aanmaning gedaan aan 182 Terschelling G. Rotgans f 13,45 183 Egmond aan den Hoef D. de Groot f 12,50 184 Nieuw Vosmeer wed. J. Meesters f 12,- 185 Afschrift van 182/183 gezonden aan GS van Noord Holland 186 Afschrift van 184 aan GS van Brabant 5-7-1859 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar 2 processen verbaal contra den Commies Hendrik Willem Dilg alhier 7-7-1859 Aan de Heeren GS van Noord Holland Wij hebben de eer UEdGrAchtb bij deze ter goedkeuring aan te bieden, een afschrift der verordening op de verdeeling der gemeente in Wijken en de nummering der Huizen in de gemeente Texel. 9-7-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Over noodzakelijke herstellingen aan de toren op het kerkgebouw van den Hoorn vereischt, welke ik heb doen opnemen door den timmerman Jan Kok alhier. Opgave van herstellingen ten bedrage van f 64,50. De toren van den Hoorn, dienende voor zeebaak, wordt steeds door het Departement van Marine onderhouden [en of de Commissaris des Konings dat wil regelen]. 12-7-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Opening van de jagt op waterwild niet voor 27 Augustus te bepalen, aangezien de eenden hier zeer laat broeijen en de kuikens van dit waterwild nu nog bijzonder klein zijn, en in den regel niet dan in het laatst van Augustus vlugtig worden. 12-7-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Over het legaat van Maartje Dijt, precies gelijk aan de eerdere brief hierover, alleen RC kerk Oudeschild. 13-7-1859 Aan B&W van Amsterdam U bij deze te doen toekomen een getuigschrift van woonplaatsverandering van een kind, binnen deze gemeente geboren uit Bloemetje Keese, ongehuwd, welke zich bij gelegenheid der kermis toevallig alhier bevond, doch woonagtig is binnen UEdA gemeente op Marken wijk 15 N 2 24. 16-7-1859 Kooi van H.S. Dijt en P.S. Dijt 19-7-1859 Over het onderhoud en de kosten daarvan van de Weezenputten: 4 putten met pompen en watergoten, 2 overdekte waterschuiten met toebehooren, met beschoeijen en diephouden van eene sloot, vanaf die putten tot aan de haven beoosten het Oudeschild, met brug, sluis enz. [3 bladzijden] 19-7-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Stand der gewassen 22-7-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de buitengewone oproeping der Miliciens van de lotelingen 1856 en 1857, tot de werkelijken dienst, in dit saisoen voor den landbouwende stand veel bezwaren oplevert, dat bezwaar ondervindt ook de adressante, in de oproeping harer oudsten zoon Fulps; maar is zijn afwezen een groot gemis, dat zelfde gemis wordt gevoeld door alle huisvaders of moeders, welke dat zelfde lot dragen, en welke hunne zoons in hunne bedrijven even noodig hadden. De adressante is echter door de oproeping van haar zoon Fulps niet geheel van hulp ontbloot. Zij heeft nog bij haar te huis 2 zoons, een van 17 en een van 15 jaren, terwijl bovendien haar boerderij niet zeer groot is. Wij meenen dat daarom bezwaarlijk aan het verzoek van adressante kan worden voldaan, immers wanneer men geene uitzonderingen wil maken. [Het gaat hier over Neeltje Duinker (1807-1878), de weduwe van Jan Fulpsz Krijnen, die in 1854 was overleden. Ze hadden 7 kinderen, waarvan Fulps (1837-1919) de oudste was. Hij was in 1856 ingeloot voor de Nationale Militie, en nu 22 jaar oud. De tweede zoon was Reijer, geboren in 1838, maar in januari 1859 gestorven bij Mauritius. Het derde kind was een meisje, Vrouwtje (1840-1907), die voor het werk op de boerderij niet werd meegeteld. Klaas (1842-1867) leefde nog, hij was 17 jaar. De jongen van 15 was Remmert (1844-1921). Jan (1846-1858) was een jaar eerder gestorven. Het jongste kind was Trijntje (1849-1935). Neeltje Duinker had in een jaar 2 van haar zoons verloren. Ze zal haar oudste zoon het liefst bij huis hebben willen houden, niet alleen om zijn werkkracht. Hoe een vrouw alleen zich op een weliswaar kleine boerderij moest redden met 2 jongens is de vraag. Burgemeester Keijzer dacht dat het wel zou gaan. Fulps kwam gelukkig levend terug] 23-7-1859 Aan B&W van Helder J.C. Bakker te Helder, Domicilie van Onderstand hebbend te Texel, f 1,- per week tot 1-10 eerstkomend. 25-7-1859 Aan de Heeren GS van Noord Holland Verklaring van 2 geneeskundigen alhier betreffend de ziels- en ligchaamstoestand van A. Visser, ontslagen onderwijzer van de school aan de Waal alhier. 27-7-1859 Aan de Heeren GS van Noord Holland Dat de verordening op de verdeeling der gemeente in Wijken enz door den Raad dezer gemeente vastgesteld in zijn vergadering van de 29-6 Jl heeft plaats gehad op den 25-7. 27-1-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Aanvraag van 3 verschillende personen ter erlanging eener kostelooze vergunning om te mogen schieten op konijnen en wel op de gronden van die eigenaars of gebruikers. 5-8-1859 Aan B&W van Helder Gevraagd magtiging, om voor rekening dezer gemeente te doen plaatsen in het Krankzinnigengesticht Meerenberg, de persoon van Jacoba Schellevis, weduwe van Simon Klasbak. [Jacoba Schellevis was geboren in Oudeschild, op 19-4-1807, dochter van Hendrik Schellevis en Martje Baas] 6-8-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Opgave van personen welke wenschen te worden in het bezit gesteld van een kostelooze vergunning om over de geheele oppervlakte van de Provinciale duin- en mientgronden konijnen, als schadelijk gedierte, te schieten: J.L. Kikkert, Joan R.G. Coninck Westenberg, Pieter C. Kalis, Arnold P. Koorn, Jacob Lindeman, allen meerderjarig, en Jacob P. Bakker 18-8-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Adres van Pieter C. Koning en Jan Dekens Ez [over schieten op konijnen] dat hoewel ik geene groote verwachting heb, door de adressanten veele konijnen door schieten zullen worden gedood, bestaat er bij mij evenwel geen bezwaar. Ook schietvergunning aan Simon Keijser (Dijkgraaf van Texel), Pieter Kuiper (idem van Waalenburg), Jacob A. Dijksen, veefokker, Pieter Keijser, idem, Dirk Jansz Daalder, landbouwer, Willem Wegman, idem, Cornelis Albertsz Keijser, veefokker, houders van Jagtacten en bekwamen schutters. 18-8-1859 R.W. Smit 20-8-1859 Aan den Heer Griffier der Regtbank te Alkmaar over Jacoba Schellevis 20-8-1859 Aan de Heeren GS van Noord Holland Geneeskundige verklaring door Medicinae Doctor C.A. van Deinse en de Genees-, Heel- en Verloskundige J.J. Knap, betreffende de toestand van de gewezen onderwijzer M. Hillenius. 20-8-1859 Proces verbaal op verzoek van Belia Adams Touw contra Louis van Scharenburg, de laatste een goed en braaf huisvader, op wiens gedrag niets valt aantemerken. 30-8-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland 1 Verzoek van Pieter Kok, pachter van perceel 1, om vergunning voor het vangen van konijnen met strikken, ook voor zijn vader Jacob Kok 2 idem voor Pieter de Jager Tegen deze uitreiking bestaan bij mij geene bedenkingen, maar [ik] acht die zelfs billijk. 3-9-1859 De kinderen van G. Buis zijn voor f 1,- per week binnen hunnen familie gelaten. 3-9-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland [2 bladzijden over konijnen, er zijn erg veel schietvergunningen afgegeven, ook vergunningen voor strikken, de pachters van de duin- en mientgronden vangen de konijnen liever zelf, dan dat ze al dat schietvolk op hun land hebben, ze zijn ontevreden] over de menigvuldig uitgegevene magtigingen, om de konijnen op hunne gronden te schieten of te vangen, reeds begint die ontevredenheid op te wekken, en wanneer xxx verwacht ik dat de pachters zich daarom spoedig bij Uwe Exc zullen beklagen. 5-9-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat ten gevolge van den bliksem, op dingsdag den 30 e der vorige maand, des avonds omstreeks 7 ure, in de gemeente onder den Hoogen Berg is afgebrand eene boerenwoning met schuur, met daarbij staande boet. Weinige meubelen zijn gered, terwijl een en ander laag voor brandschade was verzekerd, waaronder niet eens was begrepen eene hoeveelheid gedroogd zeegras, ter waarde van f 100,- toebehoorende aan een paar arbeiders, welke daardoor hunnen arbeid van plus minus eene maand hebben verloren. Huizinga 30 Augustus 1859. Naar den Hoorn, dwars over, er is bijkans nergens eenig vocht in de sloten. Des namiddags ik met Dirk en Samuel op't Oude Schild bij Wentink thee gedronken. Er steekt een hevig onweer op 't welk ons allen met schrik vervuld. De plaats van Jakob Bruin slaat in brand (aan den straatweg) en brandt geheel af. Wij zijn, op onze tehuisreis in den regen, er getuige van . 15-9-1859 Aan de Heeren GS van Noord Holland Staat der landbouw, opgave van het getal bebouwde bunders land, met de verschillende graan- en knolgewassen. 23-9-1859 Meester T. Keijzer met f 400 's jaars een sober bestaan 6-10-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat ofschoon M. Hillenius krachtens de wet geen regt op pensioen had, zijn ontslag, door aanhoudende ligchaamsverzwakking moest worden verleend, zooals zulks door den Raad dezer gemeente dan ook eervol is verleend geworden, Dat de gewezen onderwijzer M. Hillenius geen ander middel van bestaan had, en ook geene fondsen bezit, om zonder pensioen in het onderhoud van zijn gezin te voorzien, Dat wij daarom het verzoek van de adressant ondersteunen en aan de veel vermogende invloed van UEdGr aantebevelen. 1-10-1859 Besluit Burgemeester van Texel op het verzoek van Aaltje Hoogheid, arbeidster in de polder Eijerland, om geneeskundigen hulp voor hare minderjarige dochter Tetje Hoogheid, voor rekening van Burum 26-9-1859 Idem Pieter Koenraad, zeer hulpbehoevend, geneeskunige hulp enz f 2,-voor rekening van Stellendam, waar hij is geboren 29-1-1810. 1-10-1859 Idem G. Cornelisse F 1,- per week voor Vlissingen 12-10-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Aanstaande Volkstelling, benoodigd 1500 inschrijvingsbilletten. 15-10-1859 3 onleesbare bladzijden over het konijn 17-10-1859 Over briefjes die bij de pachters wel/niet zijn uitgedeeld 21-10-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat bij de Koog in deze gemeente op den avond van den 19 e dezer is verbrand een huis met daarbij gebouwde schuur voor de landbouw, welke met de daarbij zijnde inboedel was verzekert. De oorzaak van de brand is onbekend. 12-11-1859 Aanvraag door lieden om eene jagtacte, waarvan Burgemeester Keyser niet bekend is, dat een van hen immer eenig jagtbedrijf heeft uitgeoeffend. De adressant Jan Bruin is een arbeider, meestal in dienst van het Waterschap Eijerland. Tegen deze persoon, en ook niet tegen de meeste anderen, bestaan bij mij geen bedenkingen. Anders is het met den adressant Pieter van der Vliet, waartegen ik bedenkingen heb, en wiens moreel algemeen hier niet zoo gunstig bekend is. 7-12-1859 Over konijnen vangen 12-12-1859 Aan B&W van Scheemda Maria Pieters Meis niet meer dan 60 cents weeks geven (en anders komt ze maar naar hier) 10-12-1859 Besluit Burgemeester van Texel om aan Mattheus Martinusse, sukkelend, nu ernstig ongesteld, 7 kinderen waarvan de oudste 9 jaar, f 2,50 per week [er staat 's jaars] te geven voor rekening van Melisan, waar hij is geboren in 1823. 10-12-1859 Idem voor C. Verhoeve f 1,- per week Goedereede 3-12-1859 Idem G. Rotgans f 0,60 12-12-1859 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Overleden 12-10 Jl de gepensioneerd Rijkscommies Abel Weetniet, welke begiftigd was met de St. Helena medaille. 14-12-1859 Proces verbaal Jacob Brouwer (praatjesmaker) contra Jan Rab (rustig burger) 17-12-1859 Besluit Wiggert P. van der Herberg, arbeider, dat hij gedurende den Zomertijd weinig heeft kunnen werken, omdat hij met zijn gezin veel heeft gesukkeld en er thans niet te verdienen is, f 1,- per week voor rekening van Akkerwoude. 31-12-1859 Benoemd aan de school te Hoorn Jacob Remmers, nadat bevorens door de onderwijzer Teunis Pietersz Keijzer te Oost voor de betrekking was bedankt. Die kreeg f 50 gratificatie. 31-12-1859 Aan B&W van Petten Hebben wij navrage gedaan omtrent de eigenaar van de Zwaan, op Uwe stranden gevonden, doch is het daarna aan ons gebleken, dat bedoelde zwaan uit deze gemeente niet afkomstig is. 6-1-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Stand der konijnen: dat er thans bijzonder weinig konijn op de Provinciale duin- en mientgronden meer aanwezig is, en met het aanwenden van alle mogelijke moeiten zoo door strikken als fretten, kan men naauwlijks meer een konijn meer magtig worden. Bij de laatste vorst en de gevallen sneeuw, zijn door het uitoeffenen van een klopjagt, zoo onbegrijpelijk veel konijnen gedood, dat men dezelve als uitgeroeid kan beschouwen. 2 bladzijden 7-1-1860 Weduwe Johannes Meesters f 1,- per week Nieuw Vosmeer 12-1-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Begeleidende een certificaat omtrent de persoon van Hendrik Roeper, welke bij de Nederlandsche Marine is dienende en tot deze gemeente behoort. 10-1-1860 Staat van vaccinaties in het afgelopen jaar 17-1-1860 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar over Rijks Ambtenaar H.W. Dilg, gratieverzoek aan de Koning met verzoek uitstel van de toepassing van het hem opgelegde vonnis. 17-1-1860 Aan B&W van Andel over Johanna van Andel, weduwe C. van Tilburg, armlastig. Wij kunnen haar Domicilie van Onderstand niet erkennen, dat zij naar hier overkomt. 17-1-1860 Cornelis Verhoeve weer te ondersteunen Goedereede 17-1-1860 Afgebrand Zegel Kassen Sectie H No 875 Barhorst Arie Sectie J No 356 Koorn Jacob Cornelisz Sectie D No 273 Smit Fester Willemsz Sectie H No 873 23-1-1860 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal wegens diefstal bij Jacob List 29-1-1860 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Jacob List. Niets naders bekend geworden, niemand heeft iets gezien of gehoord. Dat de arbeider P. Dijker van het feit niet kan worden verdacht. Wel vermoedens gerezen tegen zekere Arend van Noort (niet gunstig bekend), dat [die] echter van Texel zoude zijn vertrokken is mij niet bekend. 24-2-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de adressant D. J. Streithorst, die alhier met kruiden en oliën rondventte, van dezelven zaamgestelden dranken bereidde en als geneesmiddel aan zieke persoonen toediende en verkocht Dat genoemde Streithorst, op wiens maatschappelijk gedrag wij overigens geen aanmerking kunnen maken, bij ons bekend is als volstrekt onvermogend, om de boete en kosten te voldoen, waarbij hij bij vonnis van de Arrondissements Regter te Alkmaar is veroordeeld, en dat mitsdien lijfsdwang met geene gunstigen uitslag zal kunnen worden toegepast. 4-2-1860 Aan B&W van Andel [Stuur geen brieven meer over de weduwe van Tilburg, want daar trappen wij niet in] 14-2-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat alhier op de 5 dezer is overleden Jacobus Gielepijn gepensioneerd met f 143 's jaars 15-2-1860 Besluit Burgemeester van Texel aan Margaretha van Gurp huisvrouw van Arie van Noort, die wegens diefstal zich in het Huis van Arrest bevindt, en dat de omstandigheden waarin genoemde persoon dientengevolge bevindt f 1,50 voor rekening van het Onderstandsdomicilie van haar man A. van Noort te Stad aan het Haringvliet, waar hij is geboren op 16-8-1825. 3-3-1860 Aan de Heer Staatsraad toegevoegd aan de Thesaurie der Commissaris des Konings Adres van Dirk Schuit 10-3-1860 Schietoefeningen op de Hors [zijn nadelig voor] de haringtrekkerij langs de Hors, visschers zonder verdiensten enz. 19-3-1860 Besluit Burgemeester van Texel Pieter Verduin, geboren in Ouddorp in de Provincie Zuid Holland, getrouwd met Kaatje Buis, is 4 maanden ziek en in zwakken toestand en alzoo al dien tijd geene verdiensten heeft gehad, thans geheel is uitgeput, onderstand van f 2,- per week voor rekening van Ouddorp, waar hij is geboren den 16-6-1837. 15-4-1860 Aan B&W van Helder Dat op de 10 e dezer alhier is overleden Jannetje Moojen, ongehuwd, met achterlating van een kind genaamd Trijntje, geboren aan den Helder den 7-2-1857, zodat zij haar Onderstandsdomicilie aan den Helder heeft. Gerrit de Wijn heeft aan B&W van Helder en Texel over dit kind geschreven. Het kind was veeltijds door de vrouw van G. de Wijn, haar tante, die geene kinderen heeft, verzorgd, welke daardoor eenigzints aan dat kind gehecht is. Burgemeester Keyser heeft G. de Wijn gevraagd wat zij voor kostgeld voor dat kind verlangde, dat was f 1,- per week zonder meer, hetwelk naar mijn bescheiden oordeel niet veel is, temeer ik aan de goede verpleging niet twijfel. 7-4-1860 Besluit Burgemeester van Texel C. Verhoeve f 1,- Goedereede 27-4-1860 Aan de Heer Directeur van het Gesticht Meerenberg Dat de krankzinnige Melle Zegel, niet anders als zoodanig is genaamd, als zijnde een onechte zoon van Jannetje Zegel Dat de naamstelling van Melle Veen Zegel is gegrond op eene fautieve opgave, aan de Officier van Justitie gedaan Dat de vrouw van Melle Zegel is genaamd Maartje Pieters Troost. 27-4-1860 Aan B&W van Goedereede Dat het onmogelijk is dat C. Verhoeve naar Uwe gemeente kan worden vervoerd, omdat ziekte hem steeds aan het bed houd. 28-4-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat in de Kolonie van Weldadigheid te Frederiksoord te Veenhuizen, op 31-12-1859 gevestigd zijn 13 mannelijke en 9 vrouwelijke bestedelingen, welke in deze gemeente Onderstandsdomicilie hebben. 9-5-1860 99 T. Hoogh Burum f 14,- 100 G. Cornelisse Vlissingen f 20,- 101 K. Jongeboer Terschelling f 47,- 102 G. Rotgans Terschelling f 10,80 103 P. Koenraad Stellendam f 30,50 104 C. Verhoeve Goedereede f 22,- 105 W.P. van der Herberg Akkerwoude f 14,- 106 Wed. J. Meesters Nieuwvosmeer f 12,- 107 A. Aerts Woensel f 9,- 22-5-1860 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal ten verzoeke van J. van der Horst, huisvrouw van den afwezigen schipper W. de Graaf, contra Jan Jager en Jacob Puiman en een proces verbaal contra Abraham van Lente opgemaakt door den Gemeenteveldwachter M. Zaagman 23-5-1860 Aan B&W van Helder Dat het kind van Jannetje Moojen voor rekening van het Weeshuis Uwer gemeente, voor de tijd van een jaar is uitbesteed bij G. de Wijn, winkelier, wonende aan den Burg, en welke de Hervormde godsdienst beleid, en oom van het kind is, voor f 1,- per week. 23-5-1860 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord Onleesbaar over Neeltje Kooyman Over Jan Zaatman (omdat die in den Helder is geboren) 29-5-1860 Aan den Heer Regter in het Kanton Helder Naar aanleiding van eenen tegen mij, als hoofd van het Plaatselijk Bestuur dezer gemeente ingestelde eisch, door Arend Heerschap alhier, zoude ik heden voor Uwe Regtbank verschijnen. Het niet op dingsdag varen der Stoomboot, het door stormweder onmogelijke der overtogt met een zeilschuit, heeft mij wettig belet voor Uwe Regtbank te komen. Uitstel tot een nadere zitting, liefst des vrijdags. 29-5-1860 Aan de Burgemeester van Makkum Door het heerschende stormweder is van hier van zijne touwen geslagen en weg gedreven, het overdekte jagt schip 'De Drie Gebroeders', groot 33 tonnen, toe behoorende aan de alhier wonende schipper Albert Henkes, met al hetgeen wat bij zoodanig een vaartuig behoort. Het kan gebeuren dat gezegd vaartuig onder UEd ressort is aan gedreven; indien zulks het geval mogt zijn, neem ik de vrijheid UEd te verzoeken, het zelve te willen bergen en ons daarvan te willen kennisgeven. 11-6-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Verzoek om een collecte te mogen houden Waarde vaartuig van Jacob Brouwer f550,- Vaartuig van Albert Henkes f 800,- Vaartuig van Jacob Kuiper f 450,- 13-6-1860 Aan B&W te Helder Dat met het kind Jan Zaatman wordt bedoeld de zoon van Wilkes Zaatman en Elsje Maria Bock, geboren den 26-4-1850, ouders overleden, vader te Helder in 1854, moeder te Frederiksoord in februari 1857. Aan de ouders is al onderstand verleend in Helder tot 31-8-1854, op welken dag die vrouw met het kind, als vrije kolonisten naar de Kolonie Frederiksoord zijn vertrokken. Er is geen onderstand van deze gemeente verstrekt. 16-6-1860 Proces verbaal Rijksveldwachter Viersen en de Gemeenteveldwachter Schellinger contra Jan en Harmen Zegel. 19-6-1860 Aan B&W van Terschelling Dat bij Kaatje Jongeboer behoefte bestaat aan de navolgende ligging- en kledingstukken: 1 beddelaken, 1 beddezak, 2 kussenslopen, 1 hemd, 1 onderrok, 1 broek, 1 borstrok en een wollen boezel, totaal f 60,- 22-6-1860 Aanmaningen voor Melissant, Stellendam, Terschelling, Vlissingen, 2 voor Buren, Goedereede en Egmond op de Hoef Besluit Burgemeester van Texel voor kramer Alexander Keesje, om opname van zijn vrouw Saartje Vrieslander in het Gesticht van Weldadigheid alhier, voor rekening van Amsterdam, waar hij is geboren den 14-8-1802 5-7-1860 Aan de Heer Commandant van Z.M. Marine te Willemsoord Een aan mij gerigt schrijven van de in het vorig jaar gepasporteerden constabel-maat Willem Stark, als zoodanig een Pensioen genietende van f 120,-. Stark wil eene zorgvuldige verpleging. 9-7-1860 Aan B&W van Helder Bevorens door ons tot de restitutie aan Uwe gemeente verschoten gelden, wegens verleende onderstand, kan worden overgegaan, is het noodig, dat worden gewijzigd de declaratien ten name van Neeltje Verberne, huisvrouw van Pieter van der Wal, Jan Dalmeijer en de kinderen van Gerrit Buis, overeenkomstig de bedenkingen vervat in mijne missive dd 31 [Aug]. Jl N 235. Wij geven niets voor C. Buis (veel brieven over Buis). 9-7-1860 4 bladzijden over de brandweer 21-7-1860 idem 2 bladz. 11-7-1860 Aan Zijne Excellentie den Heer Minister van Buitenlandsche Zaken Besluit Burgemeester van Texel Harm Hendrik Lohuis, grasmaaijer, wonende te Osvelt, Kerspel xx, Ambacht xx, Koninkrijk Hannover, verpleging en onderstand, geboren x-12-1826, getrouwd met Margaretha Kortman, 2 kinderen, ziek, zonder hulp, naar Gesticht van Weldadigheid met geneesmiddelen. 14-7-1860 Aan B&W van Kolhorn Over Tetje Hoogheid 24-7-1860 2 bladzijden over C. Verhoeve 3-8-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Ontvangst van de Commissaris des Konings: Ik heb mij voorgesteld, maandag eerstkomend bij de aankomst der stoomboot alhier Uwe Exc op de haven te ontvangen, en UEd verder op de togt naar De Cocksdorp te vergezellen, hoopende dat zulks UEd welgevallig zal zijn. [Eerst naar Cocksdorp] en dat na terugkomst van daar, de te geven audientie, door UEd plaatshebbe, 2 ure 's Middags, ten Raadhuize alhier. 4-8-1860 Aan B&W te Helder Tot de restitutie van de verleende onderstand voor Cornelis Buis en de kinderen van Gerrit Buis kunnen wij niet overgaan. 8-8-1860 Aan de Minister van Binnenlandsche Zaken Dat Harm Lohuis op 18-6 zijne woonplaats heeft verlaten, dat hij nagenoeg geloopen heeft tot aan Hasselt, Provincie Overijssel, en vandaar met een binnenschip (expresselijk daar van hier komende om die arbeiders te halen) over de Zuiderzee naar deze gemeente is vertrokken, alwaar hij dan ook den volgenden donderdag den 20-6 Jl is aangekomen, met het doel ons gras te maaijen, om na afloop van dier arbeid, dadelijk naar zijne haardstede terug te keeren. 10-8-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat van onzentwege geen advies kan worden gegeven omtrent het ontslag van zeker S. Ottenhoff uit de Kolonie van bedelaars, omdat bedoelde vrouw in deze gemeente geen Domicilie van Onderstand heeft. Dat de predikant Wieringa alhier, ons te kennen heeft gegeven, dat de verklaring van die vrouw, als zoude hij voor haar zorgen, eene volstrekte leugen is, dat hij integendeel zich geheel van die vrouw onttrekt, en eerder alles in het werk zal stellen, haar van hier te verwijderen, wanneer zij mogt overkomen, dan haar eenig vooruitzigt op onderstand te geven. 16-8-1860 kooi Dijt 18-8-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Konijnen zijn bijna uitgeroeijt, schieten volstrekt niet noodzakelijk. 21-8-1860 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal door mij opgemaakt contra H. Huizinga, P. Tanis, J. van Houten en E. van Houten wegens schending van eigendom. 27-8-1860 Jan Daalder wordt te Helder onderhouden door de Doopsgezinde Gemeente Burg, Waal en Oosterend. 4-9-1860 Konijnen 2 bldz. 6-9-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland De familie Zaatman is voor rekening van Texel aan den Helder bedeeld, doch dat na het overlijden der vader, na die opname in 1854 is door het Burgerlijk Armbestuur niets meer betaald [bladzij onleesbaar]. 15-9-1860 Landbouw enz 20-9-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Kooi van Klaas Simonsz Kikkert, buiten gebruik, volgend jaar opknappen. Nu niets gevangen. Kosten van jagtacte hoger dan opbrengst, maar registratie wil hij niet verliezen. 20-9-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Vergunning tot het vangen van konijnen met lange netten en strikken wordt verlangd door Maarten Jans Daalder en Simon Jans Daalder, Prins Hendrikpolder Simon Maartens Daalder en Pieter Kok, aan den Hoorn Cornelis Maas en Pieter Jacobsz Bakker, Everste Koog Jan Gerrits Mulder, C.C. Boon sr, C.C. Boon jr en C. van Hert, Eijerland En voor P. de Jager, Jacobus Kuiper en Pieter Kuiper 1-10-1860 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal door mij opgemaakt op aanklagte van Klaas Daalder, wegens mishandeling door Jan Ran c.s., geheel onschuldig. Om die onschuld van Klaas Daalder te bewijzen heb ik vele getuigen gehoord, waaruit dan ook blijkt dat bij Jan Ran een misverstand bestond. De aanklager verlangt, dat aan deze zaak gevolg worde gegeven, waarbij hij persoonlijk belang vermeent te hebben. 1-10-1860 Aan de Heeren GS van Noord Holland Weer over Zaatman 3 bladzijden over jagt op konijnen 13-10-1860 Besluit Burgemeester Texel Gerardus Cornelisse 26-10-1860 Aan de Administratie der aan het Rijk toebehoorende Gestichten te Ommerschans Eberhardt Knaapp en zijne huisvrouw Helena de Raat, tijdelijk alhier, hij geboren 5-11-1805 te Wiertemburg, zij 29-3-1815 te Alkmaar. In Rijksdienst geweest, laatstelijk bij de Marine, gepasporteerd in 1851 met een pensioen van f 90,- Genoemde personen wenschten te worden opgenomen in het aan het Rijk toebehoorende Gesticht van Weldadigheid te Veenhuizen, en wel als huisgezin. De vrouw is reeds vroeger in genoemd Gesticht opgenomen geweest, vanwaar zij den 24-8-1849 met ontslag is vertrokken. Volgens mijn inziens zijn genoemde personen valide en geschikt voor allerlei werk. Zij willen voor de opname, het te genieten pensioen aan het Gesticht afstaan. De diaconie der Doopsgezinde gemeente van Burg, Waal en Oosterend alhier, welke in derzefde gemeente, voor hunnen rekening wenschten te doen opnemen de persoon van Pieter de Vries, den 15-1-1843 alhier geboren; genoemd persoon zal zijn voor eerst gedeeltelijk invalide, en zal onder goede leiding weldra valide zijn. 19-10-1860 2 bladz konijnen Boek 347 6-11-1860 Vergunning konijnen vangen C. Griek en Marinus Verduin 12-11-1860 Koenraad Kalf is overleden. Als Gemeenteveldwachter aangesteld Arie Dekker 14-11-1860 Opname Pieter de Vries in het aan het Rijk behoorende Gesticht te Veenhuizen. Geboren 15-1-1843 Doopsgezind. Moeder Grietje List. Signalement onleesbaar. [Pieter was de zoon van Dirk Anthoniesz de Vries (1810-1859) en Grietje Pieters List (1808-1881). Hij is een half jaar na zijn vertrek daarheen, op 15 juni 1861 overleden in het Eerste Gesticht in Veenhuizen. Behalve Pieter hadden de ouders nog 2 dochters, Jaapje en Pietertje. De laatste was 2 maanden na de geboorte in 1846 gestorven. Jaapje zou op 15 mei 1862 trouwen. Zij is op een merkwaardige manier om het leven gekomen in 1869, zie daar]. 15-11-1860 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Diefstal vermoedelijk gepleegd door Jacob Jansz Boon alhier 19-11-1860 Besluit Burgemeester Texel, Cornelis Verhoeve, geheel verzwakt, steeds bedlegerig, waardoor hij niets kan verdienen. Van particuliere liefdadigheid afhankelijk, f 1,50 ten koste van Goedereede. Idem Gerrit Rotgans van Terschelling 29-11-1860 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal ten verzoeke van Christiaan Nieuwind contra Hendrik Ran 8-12-1860 Pieter de Vries mag komen in Veenhuizen 10-12-1860 Aan B&W van Goedereede Cornelis Verhoeve zou best terug naar Goedereede willen, maar is niet te vervoeren. 10-12-1860 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Plotselijk overleden zekere Rensje Kok oud 20 jaren, dienstmeid wonende bij mijnen neef Jan Pietersz Keijser en Naantje Langeveld, dochter van wethouder Pieter Langeveld. Omstreeks ten 4 uur is zij plotseling ongesteld geworden, gepaard met benaauwdheden en brakingen, dadelijk geneeskundigen hulp aangeboden, welke zij heeft geweigerd, met meerdere redenen aangegeven "Ik heb de dood toch in het lijf". En aangezien hare ouders dood waren heeft men haar oom bij haar gehaald, welke genoegen nam met haren wil om nog geen geneesheer te halen. Intusschen verergerde haar toestand zoodanig, dat zij in de loop van de nacht is overleden. Nadat het lijk uit het huis haars meesters, naar het Gesticht van Weldadigheid was overgebragt, heeft men de doodstede opgeruimd en toen op het bed gevonden haar daagsche zak, waarin onder andere zich bevond een pakje van 2,5 ons Arsenicum, waarvan het papier gebroken was en zigtbaar in hoeveelheid was verminderd. Uit onderzoek is mij gebleken, dat genoemde Rensje Kok gistermorgen omstreeks 9 uur dat pakje rattenkruid bij de winkelier M. Langeveld alhier had gekocht. Aan eene vergiftiging door anderen valt hier niet te denken, alle omstandigheden leiden tot het zeer zekere vermoeden, dat zij zichzelven heeft vergiftigd en hier eene fatale zelfmoord door vergiftiging heeft plaatsgehad. Ik heb van de zaak dadelijk rapport gemaakt, hoe moet ik verder handelen? Huizinga 16 December 1860. Zelfmoord van Rensje Kok door rattekruid. [Rensje Kok was de dochter van Daniël Cornelisz Kok (1807-1850) en Johanna Pieters de Wit (1797-1859). De aangifte van het overlijden, dat plaatsvond op 11 december om 7 uur, is dezelfde dag gedaan door Abraham van zaal (35), binnenvader van het Gesticht en A.D. Voigt (34), koopman (en Gemeentesecretaris). Helemaal alleen. Rensje had geen directe familie, er was voor haar een tweeling Roosje en Rensje geweest die maar een maand hadden geleefd, haar moeder was de enige overlevende van 4 kinderen, hetzelfde gold voor haar grootmoeder en grootvader De Wit. Van de grootmoeder aan vaderskant was niemand meer in leven Aan de kant van de vader van haar vader was nog een tante en een oom in leven van de 8. De tante is in Heenvliet overleden in 1869, die woonde waarschijnlijk niet op Texel. De oom overleed in 1862. Deze Cornelis Cornelisz Kok is degene geweest die aan haar ziekbed is geroepen, er was in het hele dorp niemand anders die familie van haar was]. 20-12-1860 Aan B&W van Hoorn Uwe Missive de 7 dezer begeleidende een Besluit houdende bedeeling aan Cornelis Bethlem alhier geboren. Aangezien C. Bethlem is RC-lidmaat, zonder kinderen, en bij het Burgerlijk Armbestuur dezer Gemeente is besloten geene armlastigen elders te ondersteunen, zijn wij verpligt de bedoelde onderstand te weigeren. Mogt Cornelis Bethlem zich met dat besluit bezwaard voelen, kan hij zich hier vestigen, als wanneer hij overeenkomstig zijne behoefte, in vergelijk met anderen, in bedeeling zal worden opgenomen. 12-12-1860 Besluit over Rattenkruid. 24-12-1860 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Aanbesteding van het vernieuwen der Torenspits aan den Hoorn 31-12-1860 Aan den Heer Officier van Justitie [Pieter Selser is dd 27 december opgeroepen om zijn gevangenisstraf uit te komen zitten] Sedert doet de ingevallen vorst zich zoo streng gevoelen, dat de communicatie met den vasten wal is belemmert, en de overtogt niet dan met bijna onoverkomelijke bezwaren kan plaats hebben. Genoemde P. Selzer heeft zich dan ook bij mij vervoegd, om UEdG te verzoeken, het bevel van gevangeniszetting te willen uitstellen, tot dat de gemeenschap van dit eiland met den vasten wal weder geregeld bestaat. 22-12-1860 Besluit Burgemeester van Texel, Wiegert Pietersz van den Herberg arbeider alhier, dat door hem thans niets kan worden verdiend en hij hulpbehoevend is, f 1,- per week voor rekening van de gemeente Dantumadeel, alwaar hij heeft erkend Domicilie van Onderhoud. 10-1-1861 Besluit Burgemeester van Texel, aan Adrianus Kees heelkundige hulp, als hebbende de voorvoet gebroken, voor rekening van Budel idem Pieter Koenraad f 1,- Stellendam, grote armoede 19-1-1861 Collecte voor de Watersnood 19-1-1861 Maarten Daalder, geüniformeerd Justitiedienaar met f 188,- 's jaarlijks 10-2-1861 f 1726,47,5 voor de Watersnood 15-2-1861 Aan den Heer Luitenant Colonel Militie Commandant 3 e Ressort Noord Holland Certificaat van voldoening aan de Nationale Militie ten behoeve van Dirk Huizinga om te zijn student in de Godgeleerdheid 13-3-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal wegens diefstal gepaard met inbraak. De persoon van Hendrik Gielis, welke zeer zeker de dader zal zijn, heeft zich van af donderdag jongstleden verwijderd gehouden en ofschoon nog in deze gemeente woonachtig, is het mij nog niet mogen gelukken, niettegenstaande daartoe aangewende pogingen door mijne Veldwachters, hem in handen te krijgen. Na arrest [zal ik hem] opzenden. 15-3-1861 Aan de Heer Luitenant Kolonel Militie Commandant 3 e Ressort Noord Holland Broederdienst. Het geval doet zich voor omtrent Biem Lap (6 broeders, 2 hebben gediend, 1 is waarschijnlijk overleden, omdat er al 5,5 jaar niet van hem is vernomen), uit nevensgaande stukken voorkomende als buitenzeeman, doch die gaarne de andere vrijstelling zoude willen doen gelden. 5-4-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat in de Kolonie van Weldadigheid te Frederiksoord voor deze gemeente zich bevinden 2 huisgezinnen en eene bestedeling, te zamen 6 mannen en 7 vrouwelijke personen 8-4-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Pieter Tanis, ontslagen in Ommerschans, is weer op Texel 30-4-1861 Besluit Burgemeester Texel, de weduwe Johannes Meesters, aan klederen f 4,- Nieuw Vosmeer 10-4-1861 93 Nieuw Vosmeer weduwe J. Meesters f 4,- 94 Amsterdam S. Vrieslander f 23,55 95 Terschelling C. Jongeboer f 28,- 96 Terschelling G. Rotgans f 14,48 97 Dantumadeel W.P. van den Herberg f 10,- 98 Budel A. Kees f 15,40 99 Vlissingen G. Cornelisse f 25,- 100 Goede Reede C. Verhoeve f 35,- 16-4-1861 Aan B&W van Scheemda Maria Meis haar bedeeling stoppen, stuur haar met de beurtschipper naar Texel 13-4-1861 Besluit Burgemeester Texel, aan Arie van Pol geneeskundige hulp Leerdam 18-4-1861 Brand Lochristy 24-4-1861 Cornelis Verhoeve 24-4-1861 Arie van Pol 11-5-1861 Maria Meis in costij te laten F 1,- per week zondermeer 11-5-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland dat de vooruitzigten voor het jagt veld te beoordeelen naar het wild dat in het afgeloopen jaar en wel in het laatste van de jagttijd op klein wild, aanwezig was, niet zoo gunstig zal zijn als men mogt hoopen, omdat er voornamelijk wat haas en wel het meest met xx [netten] zijn gevangen, dat hier geen schadelijk gedierte voor de wildstand wordt aangetroffen en dat naar sommiger gevoelen den Provinciale duinen goed zoude zijn bij xx maatregelen te xx tot opvanging van het konijn. 16-5-1861 Arie van Pol 16-5-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Nadat gedurende een tijdsverloop van meer dan 5 jaren, aan de belendende bewoners van de Burgwal aan den Burg alhier, gelegenheid is gegeven, die sloot nevens hunne erven en huijzen voor eigen rekening te dempen, is van die gunstige bepaling des gemeentebestuurs slechts door eenige weinige bewoners gebruik gemaakt. De door deze op verschillende plaatsen bewerkstelligde dempingen, heeft geene de minste belemmeringen in de afwatering van het dorp en particuliere gebouwen en erven veroorzaakt. Aaangezien er weinig lust en belangstelling schijnt te bestaan bij de belendende bewoners des Burgwals, om dezelven voor eigene rekening te dempen, heeft het Gemeentebestuur gemeend tot die demping overtegaan voor rekening der gemeente, en zal op heden door openbare besteeding van een gedeelte ter lengte van 124 ellen worden begonnen [op het hoogste deel] en zal de demping worden begonnen en vervolgens van tijd tot tijd geregeld worden. 16-5-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Een proces verbaal met het berigt van bevinding, omtrent een overlijden door zelfmoord, van de persoon van Arie Kooger, alhier plaatsgevonden. Arie Kooger was geboren in 1811, zoon van Michiel Kooger en Neeltje Kunst. Hij is overleden op 13 mei, om 6 uur 's morgens. De aangifte van zijn overlijden werd gedaan door Hendrik Helm (53) boer, behuwd broeder, en Tijs Flens (29) boer, neef van de overledene. Arie was getrouwd met Antje Helm] Huizinga 14 Mei 1861. Altijd veel gesprek over Janssonius, alsmede over een verschrikkelijk geval dat gistermorgen aan het Oude Schild heeft plaats gevonden. Arie Michielsz Koger, een man van onbesproken gedrag, heeft zich in de hals of nek een zoodanige wonde toegebragt, dat hij onmiddelijk dood neerzeeg, terwijl hij aan de ontbijttafel zat, zonder dat er iets bijzonders was voorgevallen. Zijne vrouw was even naar zolder gegaan en zijn zoon was in de winkel. Voor dien zelfmoord zijn volstrekt geene aanleidingen te bedenken. 23-5-1861 Aan Zijne Excellentie den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken te 's Gravenhage Ter voldoening der reisgelden verstrekt aan de ontslagen bedelaar P. Tanis Nr. 3850, hebben wij de eer UEdG bij deze aantebieden eene waarde van f 3,25 waarvoor reeds kwitantie is ontvangen bij UHEdGestr missive dd 20 dezer 315. 27-5-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat het Onderstands Domicilie van Van Dithorst Jacob Hendrik door ons niet kan worden erkend, en wel om redenen, dat na gedaan onderzoek in de dienaangaand betrekkelijke registers, niet kan worden gevonden, dat de bedoelde persoon in deze gemeente is geboren of gedoopt, dat bij de oudste menschen hij, noch zijne ouders bekend zijn geweest, en de naam Van Dithorst hier nimmer is gehoord, dat zijne opgaaf van te zijn gedoopt in de Luthersche kerk alhier is onjuist, als zijnde in deze gemeente geene Luthersche gemeente, waaruit blijkt dat de bedoelde persoon met zijne geboorte of doopplaats niet bekend is. 30-5-1861 Aan den Heer Griffier der Arondissements Regtbank te Amsterdam Dat door mij op de kaart der huwelijksacte van den 29-4-1847 no 23 waarbij Pieter Meijer en Sara Borgman door het huwelijk zijn verenigd, is gesteld de volgende aanteekening: Bij vonnis op de 25 Maart 1861, door de Arondissements Regtbank te Haarlem bij verstek gewezen, tegen welk vonnis geen aantekening van beroep is gedaan, is het huwelijk tusschen Pieter Meijer en Saartje Borgman in nevensgaande acte omschreven, op grond van overspel ontbonden, Texel 29-5-1861. [Sara was een dochter van Luitje Burgman en Geertje Fielstra, geboren in Eenrum rond 1829. Ze was in 1847 getrouwd met Pieter Meijer uit Ouddorp, zoon van Johannis Meijer en Kaatje den Bleijker. Geen kinderen] 5-6-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Harm Hendrik Lohuis is verpleegd in het Gesticht van Weldadigheid, voor f 0,50 per dag, maar dat is niet genoeg om ook de medicijnkosten te dekken. Besluit van de Burgemeester van Texel aan Barbara van Helsloten, weduwe van Fredrik van Kooten, onderstand te verleenen van f 1,- per week voor rekening van Vianen, waar zij is geboren op 13-12-1804. 17-6-1861 Burgemeester heeft de Milicien verlofgangers geïnspecteerd. De Milicien Verlofganger Hendrik Gielis, ligting 1857 bevindt zich in het Huis van Arrest te Alkmaar. 18-6-1861 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Dat de kwaadaardige keelontsteking, die zich sedert eenigen tijd elders vertoont, door hen [de Heeren Geneeskundigen op Texel] alhier nog niet is waargenomen. Besluit Burgemeester van Texel aan Maaike Halebeek te verleenen geneeskundige hulp en eene wekelijkschen ondersteuning ad f 1,- voor rekening van de gemeente Ameland, waar zij is geboren 22-7-1802, dochter van Teunis Halebeek en Trijntje de Boer. 24-6-1861 Ingezonden de navolgende aanmaningen: 174 Dirk de Groot Egmond aan de Hoef 175 Cornelis Verhoeve Goedereede 176 Cornelis Jongeboer en Gerrit Rotgans Terschelling 177 Wiegert Pietersz van der Herberg te Dantumadeel Afschriften derzelve 178 voor D. de Groot, C. Jongeboer en G. Rotgans aan Gedeputeerde Staten van Noord Holland 179 C. Verhoeve aan GS van Zuid Holland 180 W.P. van der Herberg aan GS van Vriesland 2-7-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat ik op dit oogenblik bij eigen ondervinding weet, er nog veele eendvogels zitten te broeijen, zoodat naar mijn bescheiden oordeel de jagt op waterwild alhier dit jaar niet eerder behoort te worden geopend dan op Zaterdag den 17 Augustus e:k:. 11-7-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Konijnen schieten werkt de uitroeijing juist tegen. Jacob Lindeman [is broodjager, het gaat hem niet om de konijnen maar om de hazen. De pachters willen hem niet op hun grond hebben] de adressant bezigt mijns inziens geene goede middelen om zijn doel te bereiken, door namelijk de pachters te beschuldigen, dat zij om eigen voordeel de konijnen niet opvangen. Ik geloof de pachters zich weinig met konijnen bemoeijen. Advies van Keijser is geen vergunning aan Jacob Lindeman geven. 23-7-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal verhoor van J. Zoetelief. Tevens heb ik de eer UEdA alsnog aantebieden een proces verbaal wegens beleediging opgemaakt contra den persoon van Willem Maas. [Willem Maas geboren in 1815, zoon van Hendrik Maas en Jantje Mulder] [Willem Maas geboren in 1843, zoon van Dirk Maas en Cornelia Lely] 8-8-1861 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Het verslag omtrent de verwachtingen van de te veld staande oogst in het lopende jaar. 15-8-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Bij deze aantebieden, de in duplo opgemaakte Memorie van verdiensten ten behoeve der deskundigen, betrekkelijk het lijk van de door zelfmoord overledene Arie Kooger, met de daarbij behoorende registratie. 17-8-1861 Besluit Burgemeester van Texel aan Johanna Maria Uytenhoff, volstrekt geen inkomsten, te verleenen f 1,- per week ten koste van Amsterdam, aldaar geboren 9-4-1806 19-8-1861 Aan B&W van Vlieland [Olfert Visser van Vlieland heeft bedeeling noodig. Zullen wij hem hier bedeelen of hem naar Vlieland terugsturen?] 19-8-1861 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord Dat in de registers onzer gemeente niet is te vinden eene Remmetje Bakker, doch wel dat er in 16-3-1788 is gedoopt Reijnoutje Willems, vader Willem Albertsz Bakker en moeder Martje Gerrits Boon, waarom wij UEd verzoeken ons deswegens te willen informeren of door nevensgaande namen dezelfde personen worden bedoeld. [Dat was ze] 19-8-1861 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord Wij verzoeken UEd bij deze, voor 4 weken verlof te willen geven aan Neeltje Kooiman, voor onze rekening in de Kolonie van Weldadigheid verpleegd wordende, om zich te begeven naar de gemeente Helder, ten einde daar dien tijd door te brengen bij hare zuster, welke is gehuwd met Leendert Bijl, xx aldaar. De reiskosten zullen tot dat einde haar worden toegezonden. Tevens nemen wij de vrijheid UEd te berigten, dat over dit voorschot ten onzen last kan worden gedisponeerd. [Neeltje Kooijman was geboren op 5-5-1812 in de banne van de Waal. Haar zuster Maartje was van 1816. Hun ouders waren Albert Simonsz Kooijman en Maartje Jacobs Boon. Er waren totaal 8 kinderen, waarvan in 1861 alleen Neeltje en Maartje nog in leven waren. Maartje was in 1849 getrouwd met Leendert Bijl, die in 1820 was geboren in Herwijnen] 31-8-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat Leendert Griek, Pieter van der Wal, Leendert van der Wal, Gerard van der Kooi, Maarten van der Vliet, Simon Bos en Maarten van der Vliet slechts in zooverre bij mij bekend zijn dat ik weet dat zij schelpvissers zijn. [Of ze handig zijn om konijnen te vangen met strikken] kan ik onmogelijk beoordelen, maar of er in het belang van den uitroeijing van het konijn, van de adressanten eenig gunstig resultaat te wachten is, mag ik met reden betwijfelen [de Burgemeester denkt dat ze de vergunning aanvragen om in de duinen te mogen komen] ten einde bij gelegenheid eenige strooperij uitteoeffenen. [Geen vergunning geven]. 31-8-1861 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Verklaring van de geneeskundigen, betrekkelijk de ligchaamsgebreken van J.P. Bouma. [Burgemeester is ook] van oordeel, dat de Hoofdonderwijzer Bouma door eene hooge mate van doofheid, voor de behoorlijke waarneming zijner betrekking sedert eenigen tijd geheel ongeschikt is geweest, en het niet te verwachten is dat hij van deze kwaal zal herstellen. 4-9-1861 B&W van Helder Dat voor onze rekening kan worden genomen de kosten van verpleging in het Gesticht Meerenberg van Frans Beumkes, alhier geboren, en welk bewijs is verlangd bij UEd missive dd 3 dezer N 129/1033 6-9-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Bij deze opgave te doen van de namen en voornamen van den Secretaris Voigt/ Anthon Diderich en den Ontvanger List/ Gerrit 9-9-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat het verzoek van de adressanten Arie Vermeulen, Klaas Wetsteen en Willem Knol dezelfde strekking heeft, als het adres van Leendert Griek cs 4-9-1861 Aan B&W van Amsterdam Dat Johanna Maria Ulfenhout, weduwe A. Weetniet, gedoopt is te Amsterdam in de RC Kerk de Posthoorn. Genoemde weduwe verkeert steeds in eene voortdurende ziekelijken toestand en [is] alzoo buiten staat iets te kunnen verdienen. Zij is bezwaard met 2 inwonende dochters, waarvan de een nog te jong is om iets te kunnen verdienen, doch de oudere ijverig poogt, om zooveel te verdienen als zij maar kan, doch onmogelijk in het geheel onderhoud kan voorzien, waarom de verleende ondersteuning onvermijdelijk is. 16-9-1861 Hele bladzijde over Jan Zoetelief [matroos geweest, nu arbeider, 2 kinderen] die het vergrijp aan drift toeschrijft. Evenwel komt hem die drift over, zonder men hem niet ontzet, waarin het wel eens noodig is, hij leere, [dat] vergrijpen in drift ook ongeoorloofd zijn. 20-9-1861 Aan B&W van Amsterdam Over doopbewijs van Johanna Uitenhof 20-9-1861 Aan den Heeren Commissie van de aanneming voor de Marine te Nieuwe Diep In het Gesticht van Weldadigheid dezer gemeente, bevindt zich een jongeling van forsche bouw, groot 1 El 409, geboren den 3-3-1851, ouderloos, welke jongen wij wenschen te plaatsen bij de Marine. 14-9-1861 Aan B&W van Dantumadeel Gelet op het verzoek gedaan door Wiggert Pietersz van der Herberg, arbeider alhier, om geneeskundigen hulp, overwegende dat hij ziek is en geneeskundigen hulp onvermijdelijk is, en dat hij te arm is om die hulp zelve te kunnen bekostigen, overwegende dat hij geene onderstand kan erlangen, noch van kerkelijke, noch van bijzondere instellingen van Weldadigheid, Besluit aan W.P. van der Herberg voornoemd te verleenen geneeskundigen hulp, en zulks voor rekening van de gemeente Dantumadeel, alwaar hij heeft erkend Domicilie van Onderstand. 20-9-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal opgemaakt door mij BM, contra Korstiaan Vervoorn, gehuwd met Geeske van der Hoek, en ten last van Teuntje Bakker, gehuwd met Philippus de Bok alhier, wegens mishandeling. 27-9-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Door mij Burgemeester opgemaakt proces verbaal ten verzoeke van Maartje Pippeling contra Eva Gootjes, wegens het vermissen van een hemd. Het bewuste hemd is in mijn bezit. 27-9-1861 Aaan B&W van Amsterdam Naar aanleiding van Uwe missive dd 24 dezer N 8278, waarbij ons is aangeboden een Besluit houdende verleening van Onderstand aan Catharina Gomes, als zoude zij den 15-11-1834, binnen deze gemeente zijn geboren, hebben wij van af 1830 tot 1840 de geboorteregisters nagezien, maar geen Catharina Gomes gevonden, waarom wij vooralsnog haar Domicilie van Onderstand niet kunnen erkennen. 4-10-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat ik een nader onderzoek omtrent het ontvreemde hemd van Maartje Pippeling contra Eva Gootjes heb ingesteld en beide zoo aanklaagster als beklaagde bij xx voor mij heb doen komen en andermaal verhoord, waarvan de relazen op het verbaal zijn gesteld. Ik heb bij die gelegenheid door beide partijen, een ander hunner hemden doen medebrengen en die doen vergelijken en beoordeelen door twee vrouwen, naaisters alhier, welke aan mij hebben te kennen gegeven, dat het bedoelde ontvreemde Hemd eene juiste overeenkomst had met dat van Maartje Pippeling, en op xx na niet overeenkwam met het hemd van Eva Gootjes. Tevens vermeenen zij, ook te gelooven, dat de hoekjes van onderen in het ontvreemde Hemd niet bij de making, maar pas kort geleden daarin zijn gemaakt, dat het duidelijk is te zien het genaaide dier hoekjes niet door dezelfde hand is gedaan, als door welke het Hemd is gemaakt, terwijl bovendien naar hare bescheiden oordeel de hoekjes in het hemd van Eva Gootjes, door deze ter vergelijk aangeboden, pas onlangs zijn ingenaaid, immers het naaigaren is nog geheel nieuw en ongewassen. Eva Gootjes zeide mij bij het laatste verhoor, geen hemd aan te hebben omdat zij er slechts 2 had, thans bij mij aanwezig. Bij ingesteld onderzoek is het ons gebleken dat zij wel een hemd aanhad, zonder hoekjes, doch ook van veel kleiner fatsoen. 4-10-1861 Aan den Heer Directeur van de Kolonie van Weldadigheid te Frederiksoord Dat de weduwe Nieuwenhuize, van af heden voor rekening dezer gemeente in de kolonie van Weldadigheid Frederiksoord kan verblijven [behalve als blijkt dat zij onder de gemeente Groningen valt]. 7-10-1861 Aan B&W van Amsterdam J. Uitenhout heeft mij te kennen gegeven dat de opgave, als zoude zij in der kerk de Posthoorn gedoopt zijn, zeer zeker fautief is, en zij dan zeker naar haar meening gedoopt zal zijn in de RC kerk de Poel. 7-10-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat de plaats, van waar het hemd van Maartje Pippeling is weggenomen, in het geheel niet is afgesloten, noch als een aanhoorigheid van een bewoond huis kan worden aangemerkt. Volgens mijne informatien staat Eva Gootjes en familie hier volstrekt niet ongunstig bekend, en heb ik omtrent haar geene opspraak mogen vernemen. De namen der personen die ik de bewuste hemden heb laten beoordelen zijn Martje Moojen en Antje Dekker, beide alhier aan den Burg woonende. De in beslag genomen hemden heb ik de eer hierbij aan UEdG toetezenden. 11-10-1861 Aan de Heeren GS van Noord Holland Dat tot wethouder dezer gemeente is herbenoemd de Heer Pieter Langeveld. 2-10-1861 B&W van Goedereede Besluit om aan Cornelis Verhoeve f 2,50 per week voor rekening van Goedereede toe te kennen, de ziekte waaraan hij steeds is leidende, andermaal is verergerd, waardoor hij niet buiten hulp en geneesmiddelen kan. 10-10-1861 Idem voor Gerrit Rotgans, behoeftig, f 0,60 per week Terschelling 14-10-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Ten verzoeke van de alhier gestationeerde veldwachter, een door hem opgesteld proces verbaal contra zekere Gerardus Scholten alhier. 19-10-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Verhoor van Gerardus Scholten en de bestolene Jan en Simon Bakker. 19-10-1861 Inlichtingen omtrent Willem Kooijman, die voor rekening van deszelfs Onderstandsdomicilie wordt opgenomen in het aan het Rijk behoorende Gesticht te Veenhuizen. Signalement: lengte 1.409 el, aangezigt rond, voorhoofd breed, neus ordinair, mond idem, kin rond, haar blond, wenkbrauwen idem, merkbare teekenen geen. Naam Kooyman Willem. Geboren Texel 3-3-1851. Hervormd gedoopt op Texel, hervormd opgevoed, zonder beroep, ongehuwd, nog niet Militiepligtig, is in deze gemeente geboren en steeds woonachtig geweest. Vader Kooijman Cornelis, moeder de Vogel Esther, overleden. Met geboorteacte. Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Brief 21-10 -1861 over Willem Kooijman: genoemd persoon is, ofschoon nog geen 12 jaren oud, van eene kloeke gestalte en gezond van gestel. [De vader Cornelis Kooijman (1811/12-1860) kwam uit Zierikzee, hij was op Texel getrouwd met Esther de Vogel uit Ouddorp (1822/23-1860). Esther was op 28 februari gestorven, haar man was al eerder overleden. Ze lieten twee kinderen na, Antje (1846/47-1929) en Cornelis (1854/55- 4 juni 1864 Burg)] 31-10-1861 Aan xx Aan de Heer Inspecteur van het Lager Onderwijs in Noord Holland Aan de Plaatselijke Schoolcommissie Dat den Heer J.P. Bouma, Hoofdonderwijzer aan de Openbare school van Lager Onderwijs te Oosterend alhier, om reden van ongeschiktheid is verleend eervol ontslag, per 1 januari eerstkomend. Oproeping sollicitanten. En een ontslagbrief aan Meester Bouma zelf. 1-11-1861 Aan B&W van Vlissingen Besluit Burgemeester van Texel aan Gerardus Cornelisse, zonder beroep, hoogbejaard, met zijn vrouw volslagen gebrek lijdende f 1,- voor rekening van zijn Domicilie van Onderstand Vlissingen. 1-11-1861 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord Toetezenden Willem Kooijman, overigens hebben wij de eer genoemden persoon aan de goede zorgen beleefdelijk aantebevelen. 14-11-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Declaratien der heelkundigen en recepten, wegens verleende hulp aan K.H. Kramer, grasmaaijer wonende te Haverbek in Oldenburg, verpleegd volgens besluit van de Burgemeester dezer gemeente dd 15 Juli Jl, opgezonden bij onze missive dd 18 daaraanvolgende N 214, en welke persoon alhier is overleden. 1 Dat aangezien de armlastige vreemdeling is, welke regtstreeks van zijne woning naar hier is gekomen, om gras te maaijen, om na afloop van den tijd, weder naar zijne vaderland terug te keeren, bij ons aan hem volstrekt geen familie bekend is, waarop den aan hem verstrekte onderstand kan worden verhaald. 2 Dat de bedoelde armlastige in deze gemeente nimmer ondersteuning heeft noodig gehad, en daarom ook niet heeft genoten. Hij was nimmer buiten zijn vaderland geweest, en was hier sedert eenige dagen. 3 Dat aangezien de armlastige als eerlijk werkman behoorlijk van de noodige papieren was voorzien, en wanneer hij gezond was gebleven steeds in verdienste was geweest, zoolang hij zich hier zoude ophouden, een xx over de grenzen niet te pas kwam. 4 Dat de armlastige geen proviand genoot waarop de ondersteuning kan worden verhaald, en dat door hem niets is nagelaten waaruit in die kosten kan worden tegemoet gekomen. Zijn pas hebben wij de eer hierbij te overleggen. 19-11-1861 [Gemeente Helder heeft de loods Pieter Visser laten verplegen en bewaken voor f 1,50 per etmaal, of f 10,50 per week. Gemeente Texel neemt daarin geen genoegen] en vordert dat hij dadelijk worde opgezonden naar het Gesticht Meerenberg, daar is eene herstelling om de inrigting spoediger te verwachten, en kan de patiënt voor minder dan het halve wachtgeld worden verpleegd als wanneer hij geene ondersteuning van zijn geboorteplaats noodig heeft. 21-11-1861 Dat de weduwe Wilkes Zaatman met haaren zoon Jan Zaatman, indertijd als vrije Kolonisten in de Maatschappij van Weldadigheid zijn opgenomen geweest, zonder bezwaar der gemeentekas of van het Burgerlijk Armbestuur alhier. Gegevens in de archieven der gemeente of van het Burgerlijk Armbestuur zijn er niet of zijn in het ongereede geraakt, en daar deze zaken voor onzen tijd zijn geregeld kunnen wij er niet meer van mededeelen. De Directie der Maatschappij zal dienaangaande betere inlichtingen kunnen geven. Hoe de plaatsing van de weduwe Zaatman met haar zoon Jan in de Maatschappij dan ook mag worden opgenomen, wij kunnen ons toch niet met het gevoelen vereenigen, dat na de dood der moeder het kind zijn Domicilie van Onderstand in deze gemeente kan blijven houden. Zijn moeder kwam van den Helder en het kind is daar geboren. 26-11-1861 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Frans Heinrich Kramer voldaan geteekend. 20-12-1861 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal door mij opgemaakt wegens beleediging contra Dirk Jansz Eelman, door deze gepleegd op de persoon Jacob Kuiper, vergezeld van een verklaring afgegeven door den Geneesheer Klaas Hille betrekkelijk de aangebragte beleediging. 20-12-1861 2 bladzijden aan de xx over het kind van Zaatman 4-1-1862 Aan B&W van Leiden Onderstand toegestaan aan A.J. Keijzer tot Ultimo dezer maand [en dat hij dan maar naar Texel terug moet komen als hij hulp wil]. 15-1-1862 Nieuwe stichting Doopsgezinden van Burg, Waal en Oosterend. 22-1-1861 Aan de Weledele Heer L.J.H. Leviete, RC pastoor aan den Burg Klok luiden des morgens te 7 en 9 ure, des middags te 12 en des namiddags te 2 uur. Des winters hetzelfde, alleen om half 10 in plaats van 9 uur. Nimmer is deswegens eenige aanmerking geweest. In de bestaande regelementen voor het luiden der klok kan geene verandering worden gebragt, tenzij alle de verschillende kerkgenootschappen zulks eenparig mogten verlangen. 23-1-1862 Verzoek van Grietje Boogaard, huisvrouw van Gradius Scholten, arbeider, thans afwezend, om onderstand, Overwegende, dat Gradus Scholten, als daartoe veroordeeld, thans gevangenisstraf ondergaat, dat zijne vrouw daardoor in groote armoede verkeert, temeer daar hare 3 zeer jeugdige kinderen allen ziek zijn, Besluit f 2,-, voor rekening van Warnsveld, waar G. Scholten den 23-8-1823 is geboren. 23-1-1862 Gelet op het verzoek vanwege 2 kinderen, welke zijn verlaten door hunnen vader Jan Hoogerheide, sjouwerman, welke zich thans in de gemeente Helder bevinden, Overwegende dat die kinderen zijn minderjarig, en daardoor het Domicilie van Onderstaand huns Vaders volgen, overwegende dat zij, zeer jong zijnde, vooral in dit Saisoen niets kunnen verdienen, aan alles gebrek, ondersteuning van f 2,- ten koste van Sint Annaland. [Jan Hoogerheide (1804-1876) uit Sint Annaland (Zeeland) en Antje Veen (1812-1857) uit Oudeschild hadden 8 kinderen. Antje is gestorven in Oudeschild, Jan in Den Helder. Alle kinderen waren op Texel geboren. In 1862 woonde de oudste dochter Elisabeth al getrouwd in Den Helder. Ook de meeste andere kinderen, Koendert, Gerrit en Antje waren oud genoeg om voor zichzelf te zorgen. Het jongste kind was in 1857 een jaar na de geboorte gestorven. Voor het nodig hebben van onderstand bleven over Frouwtje (1849) en Adriaantje (1852), zou men denken, maar uit de volgende brief blijkt iets anders. Waar zouden die meisjes gebleven zijn? Ook in Den Helder?] 28-1-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat gisterenavond omstreeks 6 ure brand is ontstaan in de Boerenhofstede, staande in de Polder Waalenburg alhier, bewoond door de veefokker Maarten Ran. Het huis is geheel afgebrand, mitsgaders de zich daarin bevindende voorraad hooi, ten bedrage van 90 wagens, terwijl nog 50 schapen, 7 koeijen, 1 paard, alle boerengereedschap en de gehele inboedel van de bewoner, een prooi der vlammen zijn geworden. De oorzaak van de brand is onbekend, hoogstwaarschijnlijk is dezelve ontstaan in de schoorsteen. Het gebouw alleen is voor brandschade verzekerd, van de roerende goederen was niets verzekerd. 29-1-1862 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat de opgemelde missive te laat is uitgestuurd, om de gedagvaarden het uitstel mede te deelen, van de dag waarop voor Uwe Regtbank de zaken dier gedaagden zouden worden behandeld. De gedaagden waren reeds vertrokken, met uitzondering van Frouwtje Knol, Geertruida Knol en Catharina van Lenten, welke geene middelen schijnen te hebben om over te kunnen komen, en mij hebben verzocht UEdG nevensgaande missive aantebieden. 31-1-1862 Aan B&W van Warnsveld Het gaat om dezelfde G. Scholten, en hij en zijne vrouw zijn allebei RC leden, doch de armverzorgers dier gemeente hebben geweigerd die vrouw te onderstand te verleenen. 1-2-1862 Brand Maarten Ran 5-2-1862 aan B&W Sint Annaland Dat Jan Hoogerheide geen lidmaat is der Hervormde kerk, doch daartoe wel behoort, en zijne kinderen door den doop wel in de schoot dier kerk zijn opgenomen geworden, en dat zij uit de diaconiefondsen der Hervormde kerk te Oudeschild alhier, geene onderstand kunnen bekomen. Dat Jan Hoogerheide zich buiten deze gemeente bevindt en zich in de gemeente Helder schijnt optehouden; of hij zal terugkeeren is niet met zekerheid te zeggen. De kinderen zijn 2 jongelingen Gerrit 19 en Pieter 15. De bedeeling, thans niet meer dan f 1,- zal ophouden zoodra er wat is te verdienen, dat wij hoopen in de loop der maand Maart zal plaatshebben. 6-2-1862 aan B&W van Scheemda Dat wij toestemmen in de bedeeling van f 2,- per week, zoolang de armlastige M. Meis ziek is, benevens in het verstrekken van turf en eetwaren tot een bedrag van f 10,- 24-2-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat het eens zeker de daadzaak is, het zoogenaamde Westerkerkhof, sedert onheugelijke jaren ongetwijfeld eene algemeene begraafplaats is geweest; doch waarvan de Roomsch Catholieken op dit eiland het langst gebruik hebben gemaakt, en [dat] daar verschillende Catholieke familien tot het jaar 1830 aldaar hunne afgestorvene betrekkingen zijn begraven. Om deze redenen bestaat er bij de Catholieke bevolking alhier, zoo in het algemeen als bijzonder, eene zekere belangstelling voor deze plek grond, en dat dezelve ongestoord zal blijven bewaard. Die belangstelling wordt nu opgewekt, omdat de kerkvoogden der Hervormde gemeente van den Hoorn, die plek gronds ter openbare verkoop aanbieden, en waarvan reeds 2 jaar is sprake geweest. De Catholieken zijn dus bevreesd, die plek grond in particulier bezit zal geraken, waarom dan ook het parochiaal kerkbestuur der gemeente aan den Burg is opgetreden, en zich genegen heeft verklaard die grond bij onderhandsche overeenkomst van het Hervormde kerkbestuur aan den Hoorn overtenemen, ten einde daardoor voor het vervolg gewaarborgd te zijn, het Westerkerkhof ongestoord blijve bewaard. Voor zooverre ons bekend, zijn de kerkvoogden van den Hoorn wel genegen aan het verlangen van het RC kerkbestuur van den Burg te voldoen, en hun het Westerkerkhof overtedoen, doch het schijnt dat men het onderling over de geldelijke aangelegenheid nog niet eens kunnen worden. Kerkvoogden der Hervormde gemeente van den Hoorn eischen voor die plek grond de somma van f 300,-, dat het RC kerkbestuur te hoog voorkomt. Mogt het verschil van gevoelen over de waarde van het Westerkerkhof tusschen de verschillende besturen worden gevonden, dat geloven wij om veele redenen eene wenschelijke zaak tot stand was gebragt. 14-2-1862 Aan B&W te Helder Dat wij inzake de kwestie over het Onderstandsdomicilie van Cornelis Buys en het kind Jan Zaatman de Koninklijke beslissing afwachten. 19-2-1862 Benoeming van P.J. Bouma tot hoofd school Oosterend en tot hulponderwijzer W. Buis. 23-2-1862 Brand Hertenberg Ran 10-3-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de adressante op heden in leven heeft 4 zonen, genaamd Simon, Dirk, Biem en Arie Lap. Dat het een bekende zaak is, [dat] haar zoon Willem in het najaar van het jaar 1854, als scheepsjongen met het te Rotterdam te huis behoord hebbend schip 'Olivier van Noord', kapitein Verberne, op reis van Calcutta naar het Vaderland, fataal is verongelukt, en alzoo zijn door in de golven heeft gevonden. Dat echter dat overlijden nog niet wettig kan worden geconstateerd, waartoe de adressante is procederende en in de maand Mei aanstaande zal daarvan uitspraak geschieden. Dat Dirk Lap, door eenen plaatsvervanger, van de ligting 1855 onder N 35, zijn dienst heeft volbragt bij het 7 e Regement Infanterie en Pieter Lap, mede door plaatsvervanger, van de ligting 1853 onder N 31, bij het 5 e Reg. Inf. Dat door den dood van haren zoon Willem van de 5 zonen der adressante slechts 2 moeten dienen, welke dienst dan ook is volbragt door Pieter, welke op den 9 October 1856 ook den dood in de golven heeft gevonden, en door Dirk. Bij ons bestaan geene bezwaren, het overlijden van Willem voor echt aantenemen, daar haren zoon Biem [dan] eene vrijstelling door broederdienst heeft. Bijaldien nu het overlijden van Willem als wettig kan worden beschouwd, zoude de Militie Raad, deswegens uitspraak kunnen doen. Kon echter dat overlijden niet worden aangenomen, alvorens de uitspraak van de Regtbank moet geschieden, dan nemen wij de vrijheid te adviseren, bij designatie van des adressantes zoon Biem, hem van eene inlijving te verschoonen. Wanneer de vrijspraak op nevensgaande stukken nog niet kan plaatsvinden, nemen wij de vrijheid dezelven van Uwe Excellentie terug te verzoeken. 10-3-1862 School Verberne 10-3-1862 Nieuwe RC kerk, 2 bladzijden 15-3-1862 Aan B&W Scheemda Dat niet meer wordt toegestemd in eenige bedeeling te verstrekken aan M. Meis. Het Burgerlijk Armbestuur verlangt dat M. Meis overkomt naar deze gemeente om in deze gemeente te worden ondersteund. Vanaf heden wordt door deze gemeente niet meer gerestitueerd (en stuur een gespecificeerde rekening). 20-3-1862 RK f 20.000 voor de bouwing van de nieuwe kerk 1-4-1862 aan de Heer Luitenant Colonel Militair Commandant 3 e district van Noord Holland Het getal zonen van Arie Lap 19-4-1862 Dat in de Kolonie der Maatschappij van Weldadigheid zich voor rekening van onze gemeente bevonden op 31-12-1861 8 mannen en 5 vrouwen. 16-4-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Het adres van Reinoutje Boon, weduwe A. Lap, houdende verzoek om vrijstelling van de dienst der Nationale Militie van haar zoon Biem Lap, op grond van Broederdienst. Met stukken. 21-4-1862 Aan den Heer Officier van Justitie Relaas van een door mij ten verzoeke van Gerrit Logman opgemaakt proces verbaal, dat uit de omstandigheid enkel bezit dat G. Logman gedurende den tijd dat zijne schoonvader Jan Jacobsz Verberne het schuurtje gekocht heeft, vermeen ik mij moreel overtuigd te mogen houden, dat J.J. Verberne het schuurtje alleen ter wille van zijne schoonzoon G. Logman heeft gekocht en het hem uit vaderlijke goedheid ten gebruike heeft gelaten, hoedanig hij dan ook ten laatste door hem is miskend geworden en dat Verberne het werkelijk uit finantiele ongelegenheden nu heeft moeten verkopen, dat hij anders nog niet gedaan zoude hebben, al trok hij geen genot van, en het bezit hem schade was. 3-5-1862 Aan den Heer Officier van Justitie Proces verbaal door den Rijksveldwachter opgemaakt contra Jan Stark, met opmerking dat het corpus delict waarvan in het relaas sprake is, op heden nog niet aan mij is overgegeven. Tevens voeg ik hierbij een Relaas door mij opgemaakt op aanklagt van Albert Dros contra Antje Griek, hetwelk ik niet eerder heb kunnen opzenden, omdat ik eerst den xx April laatstleden, de getuige Annetje Jacobs heb kunnen hooren, waarom ik het relaas nog heb opgehouden, en gepoogd, om meerdere getuigen voor de waarheid der aanklagt te bekomen, waarin ik niet heb kunnen slagen, omdat naar mijn bescheiden oordeel het feit aan Antje Griek te laste gelegd, niet voldingend door getuigen wordt gestaafd. 5-5-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland 1 Teunis Hemmer 2 Johannes Rovers plaatsvervanger voor Cornelis Kuip 3 Biem Lap Er is alzoo geen oproepingsbrief gezonden voor de persoon Sikkelerus Petrus, voorkomend aan het hoofd van de naamlijst van de lotelingen der Nationale Militie van de klassen van 1858-1861 als nalatige, aan welke ook tot den dienst is aangewezen. 5-5-1862 Aan de Provinciaal Controleur van het Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt te Haarlem C.A. van Deinse heeft eene apotheek opgerigt, waaruit hij zijne patienten geneesmiddelen verstrekt 6-5-1862 Aan de Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder Proces verbaal opgemaakt door Veldwachter Maarten Daalder contra Pieter Kok en Pieter de Jager wegens overtreding van het laten weiden van schapen in de kunstmatige helmbeplanting der Provinciale Duinen alhier. 7-5-1862 Aan den Heer Officier van Justitie Naar aanleiding van UEdG missive Dat de Commissaris in Zeezaken hier, en welligt is dat elders ook zoo, de beambten der Strandvonderij steeds als hunnen tegenpartij beschouwen. Bij onze instructie zijn wij verpligt bij voorkomende strandingen den gezagvoerder onze hulp en bijstand aan te bieden. Hoogst zeldzaam wordt dat aangenomen; gedurende een xx verloop van 10 jaren, dat ik met het beheer der Strandvonding ben belast geweest, is slechts door 2 gezagvoerders van die aanbieding gebruik gemaakt; zoo den regel vordert die aanbiedingen door den in xx der commissie afgegeven, zoodat ik noch mijne onderstrandvonders zich met de berging en bescherming der zaak bemoeijen [en nog een onleesbare alinea]. Had de kapitein van het Russische Barkschip Alcion het schip laten bewaken door eene schuit met een wacht aan boord, de wegvoering van het sloophout had niet gebeurd; doch nu was de halfgesloopte romp verlaten en voor zeeroof prijs gegeven. De nalatigheid van de gezagvoerder heeft wel tot het feit bijgedragen en zoodanige verzuimen hebben meestal uit karigheid der gezagvoerder plaats [en een onleesbare bladzijde] 12-5-1862 Aan den Heer Officier van Justitie Heb ik den aangeklaagden Jan Stark en den eigenaar Albert Kikkert gehoord, waarvan het door mij opgemaakte relaas, met het verbaal van bekeuring hiernevens gaat. 12-5-1862 Aan den Heer Officier van Justitie Proces verbaal opgemaakt ten verzoeke van Simon Dijker wegens laster 19-5-1862 aan B&W van Scheemda Hele bladzijde over Maria Meis, dat ze dadelijk moet overkomen om hier in het Gesticht van Weldadigheid te worden verpleegd. 19-5-1862 Aan den Heer Officier van Justitie Proces verbaal opgemaakt door de Rijksveldwachter contra Jan Helm. Ter voorkoming van noodelooze op en terugzending, heb ik gemeend bevoren de beklaagde te hooren over het hem tenlaste gelegde feit, waardoor ik vervolgens verpligt ben geweest, ook dat gedeelte der buren van Hoogenberg te hooren, welke den beklaagde hebben te werk gesteld. Tevens gaat hierbij een proces verbaal door mij opgemaakt op aanklagt van Jacob van Gurp, wegens mishandeling. 22-5-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Declaratie betrekkelijk F.H. Kramer 26-5-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat op de voordragt van de Ontvanger der Staatsloterij te Alkmaar J.F. van Goudt, tot gedelegeerden der 2 e klasse voor de 248 e 249 e en 250 e Staatsloterijen, binnen deze gemeente zijn toegelaten Willem Moojen en Samuel Vlessing. 26-5-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Extract overlijdensregister betrekkelijk de persoon van F.H. Kramer, den 7-8-1861, en welke acte in de maand September 1861 door ons aan het Departement van Buitenlandsche Zaken is ingezonden geweest, doch ook weder terug ontvangen, omdat het nog niet verlangd was. 27-5-1862 Aan B&W van Alkmaar Verleende onderstand aan Simon Kopjes en zijn gezin. Aangezien de Armenfondsen dezer gemeente niet toelaten aan personen in de kracht van hun leven, zoo als deze armlastige onderstand te verleenen, zoo verzoeken wij na zijne herstelling de toepassing van Art. 44 Alinea 12 der Armenwet, want na zijn herstel wordt in geen onderstand weder toegestaan, al ware het ook, hij weder geneeskundigen hulp noodig had. [Simon Kopjes is geboren in 1827, gestorven in 1865. Zijn ouders waren Gerrit Kopjes en Martje Verberne, geboren op Texel, overleden in Alkmaar. Getuigen bij de aangifte van zijn geboorte waren Willem Jansz Robbok (50), verver, en Simon Zijm (43), landbouwer. Simon was in 1854 getrouwd met Margaretha Ewalt uit Alkmaar. Hun eerste kind kwam in december 1854. Van de andere 7 kinderen waren er al drie gestorven voor de vader dood ging op 13 juli 1858, in Wormerveer (waarom daar?)] 30-5-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Kwitantie van f 40,22, wegens door deze gemeente betaalde verplegingskosten van personen in de Rijksgestichten te Ommerschans en Veenhuizen over 1861. 30-5-1862 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Ik heb onderzoek doen instellen te De Cocksdorp omtrent de indruk welke de zaak van Antje Griek aldaar heeft gemaakt. Uit dat onderzoek is gebleken dat de algemene publieke opinie geheel ten gunste van Antje Griek is gestemd en ten ongunste van A. Dros. Men gelooft dat zij het schootje wel van de vrouw zal hebben gekregen, anders had zij het niet in het openbaar durven dragen; niemand heeft van de oneerlijkheid van Antje Griek gehoord of ondervonden, en de burgers hier, waar zij vroeger gewoond heeft, nemen haar weder gerust in dienst. Ik zend de verbalen hierbij terug en vermeen naar mijn bescheiden oordeel om xx UEdG te mogen adviseren, ook in het belang van A. Dros, aan de zaak geen gevolg te doen geven. 5-6-1862 Aan den Heren Gedeputeerde Staten van Noord Holland UEdGroot te doen bekomen de extracten en afschriften der briefwisseling welke na den 15-9-1859 is gevoerd door de gemeentebesturen van Texel en Helder, zoo onderling als met het bestuur der Maatschappij Frederiksoord, over de verzorging van den minderjarigen Jan Zaatman. 12-6-1862 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord Na Uwer missive dd 7 dezer, betrekkelijk de kolonist Albertus Boon, hebben wij de eer UEd te berigten, dat de ondersteuning aan dien persoon te verstrekken van onzes wegen voor 6 weken wordt verlengd, wanneer wij wederom omtrent zijnen toestand wenschten te worden ingelicht. 12-6-1862 aan het Gemeentebestuur van Amsterdam Dat de persoon Anne Willem Huidekoper, voor de schutterij op de registers dezer gemeente is gebragt. 13-6-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat bij mij geen bedenkingen bestaan, tegen het uitreiken van vergunningen aan Cornelis Maartensz Boon en Maarten Cornelisz Boon, tot het vangen van konijnen met strikken, mitsgaders van vergunning tot het schieten van konijnen aan IJsbrant Ran en Leendert Blaat, op de Provinciale duin- en mientgronden alhier. 16-6-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat ik den 14 e dezer per post eene gelijke schrifture heb ontvangen van het Ambtsgerigt te Breisach, betrekkelijk de daarin genoemde Dirk Huizinga, Dat door mij er omgaande post aan genoemd Ambtsgerigt is geantwoord dat de gearresteerde Dirk Huizinga werkelijk die persoon is, welke hij heeft verklaard te zijn, Dat hij ingezetene dezer gemeente is en zijne vader alhier is wonende, die zeer verlangend is, dat hij terugkome, Dat ik de vrijheid nam te verzoeken den gearresteerde onder opzigt daar te houden, en van al het noodige naar behooren te voorzien, tot dat hij zoude worden afgehaald, hetwelk zoo spoedig mogelijk zoude plaats hebben, alswanneer al de aan hem verstrekte behoeften, in dank, zoude worden gerestitueerd, en waarvoor ik zooveel noodig mij aansprakelijk heb gesteld. Vervolgens heb ik ook onverwijld alle de maatregelen genomen en ten uitvoering gebragt ten einde een spoedige afhaling door zijne betrekkingen zoude kunnen plaatshebben. Ik vermeen alzoo, in deze zaak door mij dadelijk de maatregelen zijn genomen, welke door de omstandigheden gevorderd werden. 17-6-1862 Aan B&W van Scheemda Is ons toegezonden eene verklaring van Marten Meis, zich verbindende zijne moeder Maria Meis te onderhouden en van al het noodige te voorzien (zoolang zijne fondsen dit toelaten) tegen betaling van f 1,-'s weeks ten laste dezer gemeente. Het Burgerlijk Armbestuur kan met deze verbintenis geen genoegen nemen, om dat het in deze persoon geene voldoende waarborg vind, dat hij die verbintenis blijvend zal kunnen gestand doen. Het bestuur alhier blijft dus bij hare vordering dat M. Meis naar hier moet overkomen, tenzij het gemeentebestuur van Scheemda erkenne dat bijaldien Marten Meis niet bij magte mogt zijn, zijne verbindtenis tot onderhoud zijner moeder gestand te doen, hetzelve zich daarvoor aansprakelijk blijft stellen. 19-6-1862 Toren Oosterend 23-6-1862 Aan de Heer Luitenant Kolonel Provinciaal Adjudant in Noord Holland en aan de Commissaris des Konings Bij deze aantebieden een dubbel van de Staat model N 39 betreffende de intelijven persoon Pieter Sikkelé dezer gemeente. 26-6-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de opening der jagt in deze gemeente niet voor den 9-8 aanstaande behoort bepaald te worden. 26-6-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland [Burgemeester Keyser verwondert zich over de aantallen aanvragen voor het schieten van konijnen, nu door Kikkert, wonende aan de Koog], omdat hij van de jagers hoort dat er zoo weinig konijnen zijn, en die er zijn niet onder schot te nemen. 3-7-1862 aan B&W van Amsterdam Besluit Burgemeester van Texel aan Lucas Lafebre, door kneuzing zijner ledematen en daarbij komende ongesteldheid niets kan verdienen, hulp ontvangen f 2,50 van zijn Onderstandsdomicilie Amsterdam 5-7-1862 aan B&W van 's Hertogenbosch Besluit Burgemeester van Texel aan Johanna Rijnvis weduwe van Christiaan Nieuwind (overleden den 29 Juny 1862) onderstand aan haar en hare 2 nog jonge kinderen f 2,50 voor rekening van 's Hertogenbosch. In vroeger huwelijk met Hendrika Peek verwekt Catharina 1846, Hendrica 1848 en Christiaan 1854 in deze gemeente werkzaam, welke thans inwonende zijn bij hunne stiefmoeder alhier, geheel hulpeloos f 2,50 per week voor rekening van hun Onderstandsdomicilie Werkhoven. 10-7-1862 aan B&W van Werkhoven Dat [deze kinderen] niet op den leeftijd zijn, dat zij zich zelven kunnen vestigen. Evenwel hebt U regt de overkomst der kinderen te vorderen, en willen wij gaarne medewerken dat die kinderen naar Uwe gemeente worden geleid, wanneer zulks door UEd verlangd wordt. Tot wij dienaangaande Uw besluit vernomen hebben, moeten wij met de onderstand tot het opgegeven cijfer voortgaan. 15-7-1862 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord Dat wij toestemmen in uwe wekelijksen ondersteuning van f 0,65 aan de weduwe van A. Boon, in uwe Maatschappij gevestigd. Boek 348 21-7-1862 Aan den Heer Commandant van het 4 e Reg Infanterie te Gouda Certificaat Nationale Militie ten behoeve van Melle [Mijndert, geboren op 10-11-1839] Zegel, ligting 1858 N 45470 tot het aangaan van een huwelijk met Maartje van der Wal. 17-7-1862 Besluit Burgemeester Texel om Frans Schouten, zadelmaker, om opneming in het Gesticht van Weldadigheid alhier en geneeskundige hulp, geboren 2-6-1802 24-7-1862 Vernieuwing klokken Oosterend 28-7-1862 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar N 213 Inzending proces verbaal inzake beleediging door Jacob Stark contra Leendert Blom N 214 inzending van een doodacte van Dirk Wuis ter voldoening aan art. 50 Burgerlijk Wetboek [Dirk Wuis was 6 jaar, geboren en wonend in de Haarlemmermeer. Het kind is gestorven in het Burger Nieuwland. De aangifte werd gedaan door de vader Cornelis Wuis (1830 Waalenburg) en Willem Maas (76), wonend op Texel. Cornelis was een zoon van Cornelis Jacobsz Wuis en Neeltje Harmens de Boer. Hij had met zijn vrouw Trijntje Langedijk uit Heerhugowaard nog 2 zoontjes met de naam Cornelis, beiden jong gestorven. Op 8 mei 1863 hertrouwde Cornelis met Elisabeth Hartog. Trijntje moet dan al een tijdje dood zijn geweest, misschien zelfs al voor dit ongeluk met haar zoontje. Waarschijnlijk waren ze op familiebezoek op Texel bij zijn zuster Antje Wuis, die op de Strooppot woonde. Zij huurde de plaats van Willem Jacobsz Maas. N 215 2 aanvragen jagtacten door Conick Westenberg en Dominee Wieringa 30-7-1862 Aan den Heer Officier van Justitie Proces verbaal opgemaakt op de klagte van Dirk Vos, wegens laster tegen zijne vrouw Jantje Roeper door Aagje Smit, huisvrouw van Jan Burger, waaromtrent een verbaal van den Rijksveldwachter hierbij is gevoegd. De in laatst genoemd proces verbaal voorkomende getuige de weduwe Jacob Bruin, heb ik om haren hoogen ouderdom, van het verhoor in deze verschoond, te meer nog omdat de getuigen Fokje de Vries en Marretje Blom, de zaak genoegzaam bevestigen. 31-7-1862 Aan B&W van 's Hertogenbosch Declaratie laatste onderstand aan Maria Johanna Rijnvis, weduwe Christiaan Nieuwind, aangezien ze met haar 2 kinderen naar Amersfoort is vertrokken. 8-8-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Over schieten van konijnen, maar ook andere dieren door jagers en stropers. Ik neem alzoo de vrijheid Uwe Excellentie ernstig in overweging te geven, geene buitengewone vergunningen tot het schieten van konijnen meer uit te reiken, en de laatst door UExc aan mij toegestane vergunning voor Jan Simonsz Duinker, die nog onder mij berust intehouden en de opvanging van de enkele konijnen die er nog zijn, alleen te doen plaatshebben, door het zetten van konijnenstrikken, nog het meest afdoende middel. 9-8-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Verslag omtrent de verwachtingen van de oogst gedurend dit jaar in deze gemeente. 11-8-1862 Aan Burgemeester en Wethouders van den Helder Dat de fondsen van ons Burgerlijk Armbestuur niet gedogen voortdurend onderstand te verleenen, dat daarom de bedeeling van de weduwe Johannes Hoek, Nan van der Wielen en de vrouw van Jan Mangel moet ophouden en van onzenwege niet wordt gerestitueerd. Wanneer genoemde armlastige personen zich door dat besluit bezwaard gevoelen, moeten zij zich hier komen vestigen, als wanneer de evenredige bedeeling op hem zal worden toegepast. 28-8-1862 Aan Burgemeester en Wethouders van den Helder [Gemeente Texel wil geen onderstand vanwege C. Buijs meer betalen, alleen als hij op Texel komt wonen]. 2-9-1862 Besluit Burgemeester van Texel aan Gerrit Rotgans tot hij is hersteld, geneesmiddelen en onderstand van f 2,- per week te geven voor rekening van zijn Onderstands Domicilie Terschelling 2-9-1862 Dat wij het kind van Jan Zaatman voor onze rekening nemen (maar wat Den Helder al voor hem heeft besteed gaan we niet terug betalen). Want alsdan zouden wij hem niet in de Kolonie van Weldadigheid gelaten hebben, zoo als wij nu ook besloten hebben, het naar hier te doen overkomen. [halve bladzijde met onbegrijpelijke redenatie] 2-9-1862 2 bladzijden toren Oosterend 7-9-1862 Besluit Burgemeester Texel, verzoek van Johanna de Valk weduwe van Mattheus Mulkhuizen om huisvesting en onderstand. Zij is zonder huisvesting en zeer behoevend. Besluit haar optenemen in het Gesticht van Weldadigheid voor f 0,50 daags, behalve eventueel benodigd hebbende kleederen of geneesmiddelen, voor rekening van Sommelsdijk. 13-9-1862 Aan Burgemeester en Wethouders van den Helder Gemeente Texel betaalt 'ons aandeel der kosten besteed aan' C. Buis f 93,03,5 En hoe zit het met de kinderen van Gerrit Buis? 16-10-1862 Aan B&W van xxx Lauwrens Britting is op 25-6-1795 op Texel gedoopt, geboren uit ouders die zich toevallig als kermisreizigers in deze gemeente bevonden ter gelegenheid der kermis, die altijd den 24 Junij inviel en toen ook weder zoo spoedig mogelijk zijn vertrokken. Toevallig alhier, en de armlastige mag door ons niet erkend worden als binnen deze gemeente Onderstanddomicilie hebbend. Hij heeft hier nooit gewoond. Probeer het maar eens bij Zuid Laren. 10-10-1862 Besluit Burgemeester van Texel Gerardus Cornelisse F 1,- voor rekening van Vlissingen 21-10-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Milicien verlofgangers Maarten Brouwer, Jan de Jong, Jan Leen, Arie Rab, Klaas Luitsen, Teunis Hemmer, Johannes Daalder, Gerrit Hendrik Houtwipper, Kors Saris, Jan Roeper hebben zich den 15 dezer aangemeld. 24-10-1862 Aan Burgerlijke Stand gemeente Amsterdam Register van overlijden van Laurens Britting wordt terug gestuurd- omdat ons niet bekend is een Laurens Britting eenige betrekking op deze gemeente heeft. 25-10-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland 16 stuks kennisgeving van plaats gehad hebbende hermeting van kadastrale perceelen, alle betrekkelijk de provinciale duin en mient gronden gelegen in deze gemeente. 7-11-1862 Aan B&W van Scheemda Dat wij bereid zijn uw voorstel van bedeeling aan Maria Meis aantenemen, wanneer U ons verzekert, dat de onderstand nimmer hooger zal worden, wat er ook moge gebeuren, hetzij ziekte of andersints 18-11-1862 Aan B&W van Zijpe Zekere Willem van der Vliet is uit Zijpe naar Texel gekomen, en gaat nu weer weg. Bij zijn vestiging is geen bewijs van woonplaatsverandering ingekomen, nu is niets van hem te vinden. 10-12-1862 Besluit Burgemeester van Texel, Op het verzoek gedaan vanwege Wiegert Pietersz van der Herberg, arbeider, wonend alhier, om geneeskundige hulp en ondersteuning, Overwegende dat het na expres ingesteld onderzoek gebleken is de armlastige ernstig ziek is, en geneesmiddelen en onderstand volstrekt onvermijdelijk is, In aanmerking nemende dat hij hier die hulp noch van kerkelijke, noch van bijzondere instellingen van Weldadigheid kan erlangen, en ook nimmer onderstand heeft gehad dan voor rekening van zijn erkend Onderstands Domicilie Besluit Aan Wiegert Pietersz van der Herberg voornoemd, om redenen gezegd, te verleenen genoemde, 2 lakens, en gedurende zijne ziekte f 1,- per week, en zulks voor rekening van zijn Domicilie van Onderstand de gemeente Rinsumageest, als zoodanig erkend. 10-12-1862 Aan B&W van Leyden, dat als Albert Jacobsz Keijzer steun nodig heeft, hij maar naar Texel moet komen 22-12-1862 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat bij de gewoed hebbende hevige stormen uit het Noord Westen op den 18, 19, en 20sten dezer, de Zeevloed aan onze kusten tot de verbazende hoogte van 1 el 95 duim boven gewoon volzee is opgeklommen geweest. Sedert de vloed van het jaar 1825, toen het water maar 5 duimen hooger is geweest, had de zee zoodanige hoogen waterstand hier niet bereikt. Niettegenstaande die hooge waterstand en 3 dagen lange storm zijn aan onze Zeeweringen geene beduidende schaden veroorzaakt. Het poldertje Volharding, buiten den Eyerlandsche Zeedijk, is in den morgen van den 20sten dezer ingeloopen. 20-12-1862 Besluit Burgemeester van Texel Mattheus Martinusse arbeider alhier, om geneeskundige hulp en onderstand, vrouw en 8 kinderen, onderstand van f 2,- per week, ten koste van Melissant, geboren 28-8-1824 30-12-1862 B&W Haarlem Wegens verleende onderstand aan Arie Meijer, zoon van Krijn Meijer en Pietertje Troost, geboren alhier den 22-6-1818 (niet 1837), Dat wij voor deze gemeente niet erkennen het Onderstands Domicilie van genoemde Arie Meijer en ook niet zullen restitueren de kosten wegens verpleging verstrekt, omdat hij onder toevallige omstandigheden in deze gemeente is geboren, terwijl zijne ouders, welke in de gemeente Ouddorp, provincie Zuid Holland woonachtig en gedomicilieerd waren, zich toevallig hier bevonden. 16-1-1863 Koepokinentingen 17-1-1863 Parochiaal kerkbestuur van de Sint Johannes den Dooper aan den Burg, geenen bedenkingen (voor het machtigen tot het sluiten door dit bestuur) van een geldleening van f 25.000 17-1-1863 Maria Meis f 1,- per week Scheemda 19-1-1863 B&W Haarlem Krijn Meijer en Pietje Troost zijn nooit op Texel gevestigd geweest. [Zij zijn] kort hier geweest en weder van hier vertrokken. Of zij naar Ouddorp zijn gegaan kunnen wij niet nagaan. Het Onderstands Domicilie van hun zoon is niet hier. 20-1-1863 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland over vergunningen konijnenvangen 20-1-1863 Aan Burgemeester en Wethouders te Alkmaar Besluit Burgemeester van Texel Neeltje de Groot, dienstmeid in deze gemeente aanwezig, [vraagt] om opname in het Gesticht van Weldadigheid en geneesmiddelen. Ze is ziek en kan niet blijven in het huis haars meesters, waardoor zij geene huisvesting heeft en de opname in het Gesticht enz onvermijdelijk is. Voor rekening van de gemeente Alkmaar, alwaar zij is geboren den 24 Januarij, zijnde 22 of 23 jaren oud, dochter van wijlen Reijer de Groot en Elisabeth Tenbergen. 16-2-1863 en 3-3-1863 Aan B&W te Amsterdam Over onderstand aan Leendert Bakelaar. Zijn vader Philippus Bakelaar is in de gemeente Goedereede geboren den 14-4-1814, en dat alzoo de door hem eerst gedane opgave der gemeente Ouddorp geheel fautier zijn gedaan. De familie Bakelaar woont op Texel, maar komt er niet vandaan. 4-3-1863 De loteling Bakelaar L. N 23, absent bij de loting en ligchaamsgebreken [hebbend], verpleegd in het Binnengasthuis te Amsterdam en buiten staat om voor den Militieraad te verschijnen, waarom zijne gebreken daar zullen moeten onderzocht. 6-3-1863 Nu is Neeltje de Groot beter, maar zonder werk en dakloos. Willen B&W van Alkmaar berigten, hoedanig nu met dat meisje gehandeld moet worden, of ze niet beter naar Alkmaar terug zou kunnen gaan? 27-3-1863 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat in de Kolonie der Maatschappij van Weldadigheid uit deze gemeente op 31-12-1862 waren 7 mannelijke en 5 vrouwelijke bestedelingen. Pieter Keyser Burgemeester Pieter Langeveld wethouder J.L. Kikkert wethouder en lid Gedeputeerde Staten van Noord Holland Raad: Simon Keyser, Cornelis Kuiper, Arie Bremer, IJsbrand Koppen, Hendrik Bakker, Cornelis Rey, Cornelis Simonsz Dijt, Pieter Kuiper, Gerrit Vlaming 24-4-1863 B&W Haarlem Over Onderstandsdomicilie van Arie Meijer 24-4-1863 B&W Amsterdam Dat wij toestemmen in de verschaffing van een steunwerktuig aan de zoon van G. Boven 27-4-1863 aanleg grindweg naar Cocksdorp 3 bladzijden 5-5-1863 Ontvanger der Registratie te Helder N 111 voorwaarden verkoop domeingrond 8-5-1863 Aan den Heer Burgemeester te Oosterhesselen Dat wij Jannetje Bakkers vrijlaten naar hier te komen, doch dat wij daarvoor geene reisgelden verstrekken. 8-5-1863 Zeuren over declaratie van Scheemda 7-5-1863 Over geld voor RC Johannes de Doper kerk 9-5-1863 Weg Eijerland 19-5-1863 Aan B&W van Doetinchem Toestaan onderstand aan Hendrina Esman, huisvrouw van Johannes van Embden, doch niet langer dan voor 2 maanden 19-5-1863 Heer Ontvanger der Registratie te Texel Over woonplaats Laurens Wietting/Britting 19-5-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Pietertje Plavier, ongehuwd, zonder beroep, alhier wonend, lijdende aan krankzinnigheid, waarom eene verpleging in een Geneeskundig Gesticht en wel te Meerenberg noodzakelijk is. Ze heeft geen familie of voogd, verzoek opname door U of ambtshalve. [Pietertje was geboen in 1798, gedoopt op 27 mei, dochter van Hendrik Abrahams Plavier en Lijsbeth Pieters Boerhorst. Ze is op 2 april 1865 in Bloemendaal gestorven. Pietertje was de jongste van 8 kinderen. Haar vader is gestorven in 1812, haar moeder in 1835. Van de broers en zusters was alleen Marretje nog in leven, die was getrouwd met Reindert Dirksz de Vries, die al een gezin met 6 kinderen had. Zus Aagje was ook getrouwd, maar driekwart jaar na het huwelijk met Hendrik Nannings gestorven in 1816. Van de andere broers en zusjes is niets bekend] 23-5-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal wegens aanklagt in zake mishandeling door Pieter Biemsz Vlaming contra Nan Slot 27-5-1863 B&W Vlissingen Gerardus Cornelisse vraagt onderstand gedurende het hele jaar door 29-5-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat Pietertje Plavier maandag eerstkomend naar Meerenberg zal worden overgebragt. De politiebeambten hebben in deze week veel werk gehad, en omdat de overbrenging van de patiente niet zoo noodzakelijk was, en aangezien zij volgens ons oordeel niet gevaarlijk is, heeft het Gemeente Bestuur geoordeeld met de overbrenging te wachten tot na de Pinkster. 30-5-1863 Aan den Heer Griffier bij de Arrondisements Regtbank te Alkmaar Dat op de acte der geboorte van Jacob Flens den 30-5-1821, in onze registers van de Burgerlijke Stand ingeschreven, is gesteld het navolgende Bij acte op den 28-4-1863 door den Ambtenaar van de Burgerlijke Stand der gemeente Helder opgemaakt, is dit kind door Jannetje Flens, als uit haar geboren, erkend. Wij verzoeken UEdA die kantteekening ook te willen doen bewerkstelligen in het Register ten Uwer Griffie berustende. 6-6-1863 Aan B&W te Helder Houdende de voorloopige verpligting voor de verlaten kinderen van Pieter Verberne, dat het Burgerlijk Armbestuur dezer Gemeente besloten is de 5 oudste kinderen voorloopig naar deze gemeente te doen overkomen, en het jongste aan de verzorging der familie overtelaten. De grootmoeder dezer kinderen, welke is inwonende bij de loods Simon Verberne, mede te deelen, dat die 5 oudste kinderen gereed moeten zijn om eerstkomende maandag den 8 dezer des morgens te 8 ure met de Stoomboot Texel naar hier te kunnen vertrekken, als wanneer een onzer Veldwachters tegenwoordig zal zijn, om die arme kinderen te begeleiden. Wil evenwel eene vrouw der familie mede komen, om de ziekelijke kinderen gedurende de vervoering op te passen, hebben wij reeds daarvoor maatregelen genomen, dat zij franco per Stoomboot Texel kan reizen. Tegelijk met de kinderen, worden de aanwezige, zindelijke klederen verwacht. Nog nemen wij de vrijheid U te verzoeken de aanwezige meubelen, welke daarvoor vatbaar zijn, voorloopig voor ons te doen opbergen, hetzij bij de familie, of in eene bergplaats Uwer gemeente, opdat daarover nader zoude kunnen worden beschikt. Waarschijnlijk gaat het hier om Pieter Pietersz Verberne (1824-1867, in 1851 getrouwd met Aaltje Rotgans (1826-1862). Ze hadden 7 kinderen in 9 jaar (1851, 1852, 1854, 1856, 1857, 1859, 1860). Twee ervan waren snel dood, maar de anderen leefden tot volwassenheid, een zelfs tot in 1944. Moeder dood, vader weg. Hij was van beroep sjouwerman. Omdat de vader van Texel kwam moest die gemeente de kinderen opvangen. 6-6-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal contra zekere Antje Griek alhier wonende, wegens diefstal en misbruik maken van vertrouwen 8-6-1863 grindweg Eijerland 8-6-1863 Aan den Heer Controleur der Waarborg der Goud en Zilverwerken te Alkmaar Dat de Goud en Zilversmit Dirk Schuit van hier met der woon naar Monnickendam is vertrokken 12-6-1863 Aan B&W van Helder Gerrit de Wijn en Leentje Moojen Echtelieden zonder kinderen alhier, hebben mij hun verlangen te kennen gegeven, het bedoelde kind van haar nicht Jannetje Moojen te mogen behouden zonder bezwaar uit het Weeshuis Uwer Gemeente en willen hetzelve als eigen kind voor hare rekening aannemen. Trijntje Moojen is nu in het /komt nu voor rekening van het Weeshuis te Helder [Trijntje Moojen was geboren op 7 februari 1857 in Den Helder. Haar moeder Jannetje, dochter van Johannes Gerardus Moojen (Purmerend) en Trijntje Disper (Spanbroek) overleed op 10 april 1860 in Den Burg, terwijl haar ouders in Den Helder waren gestorven] [Gerrit de Wijn leefde van 1816-1899. Hij was in 1848 getrouwd met Magdalena Moojen (1822-1897). In 1863 waren ze al op middelbare leeftijd] 19-6-1863 Aan B&W van Helder Cornelis Krijnen weigert volstrekt zich het lot zijner zuster en pupil [hij is aangesteld als haar voogd] aan te trekken, en laat haar geheel aan zichzelve over. [De Burgemeester spreekt van] nalatigheid. Het ligt echter buiten mijne bevoegdheid daartegen op te komen. Martje Krijnen heeft nog bovendien 2 broers en 2 zusters, maar geene [van hen] schijnen haar te willen aantrekken, om wederspannigheid en ondeugd. 22-6-1863 Proces verbaal wegens overtreding betreffend het weiden van vee 2 processen verbaal contra C.W. Moojen en diens zoon Willem 27-6-1863 6-6-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Het is wel gebleken dat die jongeling [Willem Moojen] sedert eenigen tijd niet gunstig bekend staat, en de slechte opvoeding van dat kind zoowel aan de moeder als aan de vader mag worden geweten. Eene plaatsing in het Gesticht zoude daarom voor hem wel wenschelijk zijn. Met acte van geboorte. 29-6-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal van G. Vlaming contra Jan Zegel 30-6-1863 Aan Schoolopziener, Inspecteur en Schoolcommissie Besluit Gemeenteraad Op de Openbare School kinderen van beide kunne, welke de volle leeftijd van 6 jaren zullen hebben bereikt. 6-7-1863 Grindweg 6-7-1863 Verordening van Policie, over de onlangs in deze gemeente opgerigte wagendienst door Jacob C. Bakker van den Burg naar de Haven te Oudeschild visa-versa 18-7-1863 Wissel f 87,45 aan de gemeente Scheemda voor Maria Meis 18-7-1863 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Krijn Meijer, hele bladzijde onleesbaar 21-7-1863 Koepokinentingen 27-7-1863 Stoomboot Texel 31-7-1863 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Hier zijn geen Fransche onderdanen 13-8-1863 Toren Oosterend 13-8-1863 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Verwachting van de oogst 20-8-1863 Joseph Francois Luts (41) en Geessien Niehuis (32) Echtelieden, wonende te Amsterdam, doch zijnde toevallig alhier [zijn de ouders van] Norbetus Josephus Lutz, die volgens Amsterdam op Texel Domicilie van Onderstand had. Eerder vechtpartij met policie door F. Luts cs 11-9-1863 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Verhoging tractement van de secretaris, 3 pagina's slecht leesbaar, sinds 1819 was het f 700,- Tussen 1837 en 1852 + f 200,- voor een klerk ter secretarie. W. Bok kreeg f 900,- 15-9-1863 Aan den Heer Directeur der Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord Wat betreft het ontslag uit de Kolonie van Weldadigheid door de weduwe A. Boon. Van onzent wege kan die vrouw de Kolonie verlaten, doch moet zelve in het reisgeld voorzien. Gaarne werden wij bekend gemaakt met de datum van het eventuele vertrek. 25-9-1863 School Burg 25-9-1863 Nieuw postkantoor 1-10-1863 Schoolgelden 5-10-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Onderzoek, beklaagde Jan Maartensz Dekker te hooren wegens het willekeurig afhakken van een Boom. Relaas, waaruit niet wel blijkt door wien de Boom is omgehakt en weggevoerd. Hoe dit ook zij, de Boom is ongetwijfeld omgehakt door een ondergeschikte persoon, het zij op last van Jan Maartensz Dekker of Reindert Smit, doch altijd in het belang der Bouwing van het huisje voor den beklaagde. Geen diefstal, maar een willekeurige handeling, en miskenning der wettige verordeningen. 6-10-1863 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Overleden Marijtje Kalf, weduwe C. Lap, gepensioneerd zeeloods weduwe alhier, ingeschreven in het Grootboek voor Pensioenen en Onderstanden aan Schippers, Loodsen enz onder N xx, met een Jaarlijks Pensioen ad f 156,- 16-10-1863 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Om Mattheus Martinusse en Martinus Verduin (welke als bekwame strikkenzetters bekend staan) aantebevelen. 23-10-1863 Aan B&W te Helder De gemeente Texel keurt de verstrekking van onderstand aan Klaartje Jans Blom, weduwe Willem Daniel Flens, niet goed. Die vrouw, ondersteuning behoevende, kan zich in deze gemeente vestigen en onderstand erlangen, en wel door opname in het Gesticht van Weldadigheid alhier. [Willem Flens leefde van 1791 tot 1835. Hij was in 1815 getrouwd met Klaartje Blom. Ze kregen 4 kinderen, waarvan de twee eersten allebei binnen het jaar stierven. De derde, Daniel leefde tot 1876, de vierde was in 1862 overleden. Klaartje had dus nog maar een kind in leven. Ze had 2 schoondochters, Machilla Holleman en Johanna Roelofs, beiden in Den Helder. De eerste had 8 kinderen, en voor de grootmoeder was geen plaats meer] 23-10-1863 B&W Leyden Door ons wordt genoegen genomen in de ondersteuning van f 1,- per week buiten de geneesmiddelen, aan A.J. Keijzer, doch alleen gedurende den tijd zijner ziekte, moetende hij na zijn herstel meerder onderstand behoevende zich hier komen vestigen als wanneer hij hier, zoo noodig in evenredige bedeeling zal worden opgenomen. 26-10-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal opgemaakt door den Brigadier van de Rijksveldwacht te Helder en de Gemeenteveldwachter Hendrik Schellinger alhier, contra Jacob Hillenius cs, schelpvisschers alhier wonende, wegens verduistering van geborgen scheepsvoorwerpen, van het in de nabijheid van dit Eiland gestrand en verbrijzelde Engelsch Brikschip Blossom. 20-10-1863 Aan de Heer Procureur van het provinciaal Collegie van Toezigt op de Kerkelijke administratie bij de Hervormde en xxx De Kerkhoven der verscheidene dorpen dezer gemeente, allen in eigendom toebehoorende aan en onder het bestuur zijn van de Hervormde Kerkgenootschappen alhier … dienen tot openbare begraafplaatsen en dat almede het Kerkhof der RC Gemeente alhier, haar eigend is en door haar Kerkbestuur wordt beheerd. 6-11-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat de Adressante Mijs Boon weduwe is, en ook al wat op jaren komt, en dat zij belang stelt in het lot harer Dochter Aaltje, gaarne zoude verlangen aan deze eene vermindering van gevangenisstraf mogt worden toegekend is niet onnatuurlijk. Dat echter de Adressante voor een groot gedeelte van de ondersteuning harer dochter moet bestaan, is naar het oordeel der publieke opinie meer een gezocht motiev, dan wel eene daadzaak, waarmede voor zoo wel mij bekend ik geheel kan instemmen. Ik vind alzoo geen vrijheid het verzoek van de Adressante gunstig te ondersteunen. [Meijs Boon, dochter van Auker Jacobsz Boon en Aagje Jans Knaap, was geboren in 1800 en dus al wat op leeftijd. Haar echtgenoot was Willem Cornelisz Griek (1798-1852). Ze hadden 9 kinderen, die in 1863 allemaal in leven waren, behalve de tweede zoon Auker. Meijs was dus niet uitsluitend op deze dochter aangewezen voor ondersteuning. Maar ze had geen dochter Antje of Aaltje, wel 2 dochters met de naam Aagje, een geboren in 1836 en een van 1841. Dat is niet gebruikelijk, een naam wordt, als het kind blijft leven, niet twee keer in hetzelfde gezin gebruikt] 7-11-1863 Besluit Burgemeester van Texel om Jan Breepvel, arbeider alhier, tot het bekomen van onderstand, vrouw, 3 kinderen RC, als zijnde zeer verarmd, gebrek, omdat de man door een gebrek aan de voeten weinig kan verdienen en de vrouw in eene zwangere toestand is, steun f 1,50 per week voor rekening van zijn Onderstand Domicilie Koewacht provincie Zeeland, daar geboren 5-1-1803 30-10-1863 Besluit Gerardus Cornelisse f 2,- Vlissingen 21-11-1863 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat de Milicien verlofgangers Boon Willem, Bakker Meijert, List Pieter, Garritsen Hendrik en Bosland Johannes, allen in het genot van onbepaald verlof gesteld, zich bij mij hebben aangemeld. Besluit Burgemeester Texel Neeltje Visbeen, om geneesmiddelen en verpleging in het Gesticht van Weldadigheid, ernstig ziek, geen huisvesting, ten koste van Melissant, daar geboren 3-9-1840 2-12-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal door mij ter vervolging opgemaakt op aanklagten van J.C. Bakker cs contra Sijbrand Reijerszoon Keijser, terzake opzettelijke vernieling van voorwerpen in het sterfhuis van dezelfs Grootouders alhier. [De Grootouders waren Cornelis Bouwens Bakker en Neeltje Jans Bakker, die binnen enkele maanden allebei stierven, hij op 9 oktober 1863, zij op 14 juni. Zij waren de ouders van Grietje Cornelis Bouwens Bakker, die met Reijer Pietersz Keijser was getrouwd. Sijbrand was hun oudste zoon, geboren in 1836]. 23-11-1863 Aan B&W van Pieterburen Besluit Burgemeester van Texel aan Willem Huizinga geneesmiddelen voor zijne vrouw, lijdende aan longteering, te verleenen geneeskundige hulp, medecijnen, en zoonoodig ondersteuning en liggingstukken, klederen en versterkende middelen, en zulks voor rekening van zijn geboorteplaats de gemeente Pieterburen, alwaar hij den 17-7-1805 is geboren. 27-11-1863 Aan B&W van Grijpskerk Besluit Burgemeester van Texel aan Cornelis van der Ploeg, arbeider wonende alhier, te verleenen f 1,- Onvermijdelijk, als kunnende hij door hoogen ouderdom niets verdienen 5-12-1863 De Hervormde Kerkhoven hebben steeds ten allen tijden gediend tot algemeene begraafplaats van alle lijken, onverschillig tot welk kerkgenootschap ook behoorende. Eerst in het jaar 1828 zijn de RC besloten en overgegaan tot het aanleggen van een bijzondere begraafplaats voor de leden van hun kerkgenootschap, waartoe authorisatie is verleend bij dispositie van den Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland dd 25-7-1828 N 35 [en nog 3 bladzijden hierover] 10-12-1863 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Een kennisgeving door de Bewaarder der Hijpotheken en van het Kadaster te Alkmaar, onder meer aan mij toegezonden, betrekkelijk eene plaats gehad hebbende hermeting van gronden in het Beheer en genot bij de Provincie Noord Holland gelegen op dit Eiland. 16-12-1863 Aan B&W van Zwolle [Jan Duinker te Zwolle heeft onderstand nodig. Texel zal gedane voorschotten niet restitueren] en wanneer de armlastige zich door dit ons besluit bezwaard gevoeld, wordt het hem vrijgelaten zich naar hier te begeven, als wanneer hij in evenreedige bedeeling zoo noodig zal worden opgenomen. 17-12-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar 5 stuks proces verbaal, alle opgemaakt ter zake van Strandberoovingen alhier, zoo door mij als den Brigadier der Rijksveldwacht te Helder, als den Veldwachters alhier. De verschillende stukken bevinden zich onder mij berustende, van welke voorwerpen nader door mij aan UEdG zullen worden toegezonden. 21-12-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Heb ik de daarbij aangewezen personen gehoord, waarvan het Relaas hierbij gevoegd is. Dat de Partij kousen in de avond van de 4 December door de beklaagde op het strand zijn gevonden, allen naar het schijnt los aanspoelende, zooals door hun wordt verklaard. Dat het echter niet bekend is van welk schip die kousen afkomstig zijn, maar hoogstwaarschijnlijk behoord hebbend tot de lading van een met de Jongste Stormen in zee verongelukt, of in de nabijheid der kust verbrijzeld schip, waarvan dan de lading her en derwaarts verspreid raakt en uit elkander slaat door de zee. Dat voor zooveel mij bekend deze lieden in de Gemeente niet ongunstig bekend staan. 31-12-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Heb ik de persoon Bonifasius Wiegel gehoord, dezelfde die bekend is onder den naam van Faas Wiegel, waarbij het relaas hierbij gevoegd is. Tevens berigt ik UEdG, dat de strandberooving vrij zeker is geschied gedeeltelijk in de avond of nacht van de 4 e December en dat op de 5 e laatstleden doch niet door middel van braak, maar ook bij aanspoeling, terwijl ook evenmin aangewezen kan worden van welk [verongelukt] schip de voorwerpen afkomstig zijn enz. Dat de verdachte personen niet ongunstig bekend staan, maar behooren tot dezulke welke bij voorkomende gelegenheden, de stranden veel bezoeken. 21-12-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Gehoord Tobias Smit. De redenen van verdenking dat Roelof Visser zich met Tobias Smit aan Strandberooving had schuldig gemaakt heb ik verkregen, door de aan mij gedane mededeelingen van de beklaagde Arend Heerschap, die genoemde personen ook des nachts op het strand had gezien. Zooals dan ook meer andere voorwerpen van lading kistjes en pakken door mijne strandwachters zijn geborgen. De verdachte personen staan in deze gemeente anders volstrekt niet ongunstig bekend, maar wonen in de nabijheid der stranden, en bezoeken die veel als er wat te doen is met stranding van schepen. 22-12-1863 Aan de Heeren GS van Noord Holland no 253 Berigt aan de gemeente Grijpskerk dat Cornelis van der Ploeg aldaar is geboren en heeft schoolgegaan, dat zijne ouders waren Geert van der Ploeg en Geertje Coeraai of Kraai, dat hij den 22-9-1800 is geboren. 25-12-1863 Het bij de Roode Ton verongelukte Galjoot Johanna Margeena. [Texel heeft de] scheepsjongen F. De Jonge, te Kampen thuis behoorende, van kleedingstukken voorzien. Men dankt de Commissaris des Konings voor de toegewezen gelden. 29-12-1863 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Stukken terug te zenden- Dat ik een verder onderzoek te dier zake heb ingesteld, waaruit blijkt dat de omhakking der Boom is geschied door Reindert Smit en deszelfs knecht Jan Gomes, evenwel toch altijd met medeweten van Jan Maartensz Dekker, die ook volgens eigen nadere verklaring daarbij tegenwoordig is geweest. Het is ook gebleken den Boom werkelijk de bouwing van het Huisje in den weg stond, en noodzakelijk moest worden weg geruimd om het gebouw aan de straat in gelijke rigting te plaatsen met de belendende gebouwen. Jan Maartensz Dekker en Reindert Smit zonder daartoe vooraf vergunning te hebben aangevraagd [de Boom omgehakt]. Ze hebben f 5,- boete betaald voor overtreding artikel 3 der APV dd 25-3-1857. Burgemeester Keyser acht vervolging niet noodzakelijk. 14-1-1864 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland Dat het ons bekend is, het vaartuig der adressanten, door den storm van 4-12-1863 van zijne ankers in de zoogenaamde Mok achter den Hoorn is weggeslagen, en op de Zuider Zee gezonken is. Dat de adressanten hierdoor hun eenig middel van bestaan hebben verloren, en uit eigen middelen volstrekt onvermogend zijn, zich weder een ander vaartuig aan te schaffen. Dat na ingesteld onderzoek ons gebleken is de geschatte waarde van het schuitje door de deskundige niet te hoog is gesteld, en de adressanten werkelijk een verlies van f 350,- hebben geleden. Wij veroorloven ons daarom de vrijheid, het verzoek van deze reeds bejaarde schippers gunstig te ondersteunen, opdat hun het doen eener collecte in de Provincie moge worden toegestaan tot het door hen verloren bedrag. 14-1-1864 Dat wordt toegestaan f 1,- per week aan J. Duinker Zwolle 16-1-1864 Aan Zijne Excellentie de Minister van Marine te 's Graven Hage Verzoek van Cornelia Lap, dochter van den gepensioneerden Zeeloods Cornelis Lap en Martje Kalf, beide overleden, en mede te deelen, dat zij hare woning binnen deze gemeente blijft vestigen. 20-1-1864 Besluit van Burgemeester Texel, Geertruida Veen weduwe A. de Jong, 6 kinderen, dat zij niets kan verdienen, grote armoede, RC, f 1,50 ten laste van Vianen 27-1-1864 21-11-1863 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland De school van den Heer Bosch is opgeheven wegens vertrek naar elders 9-2-1864 Sectie K N 198 huis en N 199 kerk geheel geamoveerd 25-2-1864 wierindustrie 2 bladzijden 15-2-1864 Besluit van Burgemeester van Texel, Pieter van der Vliet, schelpvisser te Cocksdorp, dat genoemde persoon door het onverwachts afgaan van een vuurwapen zich door den hand heeft geschoten en volstrekt heelkundige hulp behoeft. Naar Gesticht van Weldadigheid, daar behandelen, geen lidmaat eener kerk enz f 0,50 daags voor rekening van Ouddorp, daar geboren 11-2-1833. [Pieter van der Vliet (1833-1915) zoon van Job Damusz van der Vliet (1793/94 Ouddorp- 1839 Eierland) en Klaasje Willems Aams (1798/99- xx). Pieter trouwde in 1858 met Henriette Cornelia Ottesz (1831/32 Amsterdam- 1882 De Cocksdorp). Ze kregen 3 kinderen, Cornelia Alida (1856 Eijerland- 1909 De Cocksdorp), Job (1861 De Cocksdorp- 1942 Westermient) en Henrie Johan (1866-1868 De Cocksdorp). Pieter hertrouwde in 1887 met Josina Blom (1844 Eijerland- 1916 Illinois). Met haar vertrok hij in 1888 naar Amerika] 15-2-1864 Besluit van Burgemeester van Texel, Pieter Smits zonder beroep, wonend te Cocksdorp, oud en afgeleefd, niets kan verdienen, armoede, f 2,50 per week voor rekening van Ter Heyden, waar hij is geboren 1-3-1799. 29-2-1864 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Naauwgezet onderzoek doen instellen tot het bekomen van 1 of 2 getuigen in zake C. Knaap cs. Het heeft mij echter niet mogen gelukken daarin te slagen, want op het Strand is de uitvoering van het feit door niemand opgemerkt ter oorzake van Dampig weder, en onder de huisgenoten van de beklaagde bevinden zich geene vreemde personen, want dienstboden worden in die huisgezinnen niet aangehouden en [die gezinnen] bestaan alleen uit familie, ouders en kinderen. 10-3-1864 Aan B&W van Ouddorp Pieter van der Vliet is niet in de toestand om naar Ouddorp te kunnen vertrekken. Binnen eenige dagen [zal] een zijner vingers moeten worden afgezet, thuis verplegen is onmogelijk door de bekrompenheid der woning, maar meest nog om de afstand van geneeskundige hulp, welke zeer kostbaar en buitengewoon moeijelijk zoude worden. Verpleging kan niet anders dan in het Gesticht van Weldadigheid. 15-3-1864 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat ik Reijer Daalder en IJsbrand Ran voor mij heb doen komen. Beiden waren thans geheel kalm en bezadigd en gaven wederkerig hun verlangen te kennen aan de zaak geen verder gevolg mogt worden gegeven, als in driftvervoering ontstaan, waarom beide verklaarden den volgenden dag reeds berouw te hebben gehadt. Waarop zij in mijne tegenwoordigheid met nog 2 aanwezige getuigen, elkander de hand van verzoening hebben gegeven. Of UEdA [zo goed wilt zijn] het proces verbaal terzijde te willen leggen. 9-3-1864 Besluit Burgemeester Texel Jan Idelaar, kramer, ziek, zonder behoorlijke huisvesting, arm, op te nemen in het Gesticht van Weldadigheid f 0,50 per week voor rekening van Mariahafen bij Norden in Hannover, aldaar geboren 16-11-1815, zoon van H. Idelaar en Trijntje Jurrens, beide overleden. Op 22-3-verstuurd naar de Minister van Binnenlandse Zaken 's Gravenhage 2-4-1864 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland De despositie waarbij Jan Hemelrijk cs is toegestaan om te collecteren in het Arrondisement Alkmaar voor het verlies van zijn vaartuig, terwijl door mij [erop] zal worden toegezien de gecollecteerde gelden tot aankoop van een ander vaartuig zal worden aangewend. [Jan Hemelrijk was geboren in 1797, overleden in 1871, zoon van Johannes Hemelrijk en Jannetje Jans Kok. Getrouwd met Aafje Kunst in 1830, woonde in den Hoorn] 15-4-1864 Besluit Burgemeester Texel dat de steun aan Jan Breepool f 1,50. De huismoeder is bedlegerig en door gebreken aan de beenen kan de man weinig verdienen, volstrekte armoede in dat huisgezin. Declaratie naar Koewacht. 9-4-1864 Besluit Burgemeester van Texel Wiegert van der Herberg geneeskundige ondersteuning, dat de armlastige ernstig ziek is en hulp onvermijdelijk f 1,50 per week, voor rekening van Rinsumageest. 14-4-1864 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland 2 aanslagbiljetten grondbelasting ten name van de Provincie Noord Holland dienstjaar 1864, ten aanzien van echter het eene biljet eene verkeerde te naamstelling heeft plaatsgevonden, alzoo het eene is gestelt op naam van de Staat en de Gemeente, maar het ander den Staat en de Provincie, aangezien de aanslagen betrekking hebben tot een gebouwtje gevestigd op de Provinciale Mientgronden op het Kadaster bekend en aangemerkt Sectie H N: 925 [N 927 lag vlak bij de keet van Gerrit Leen, kaart 1873, 925 onvindbaar] 22-4-1864 proces verbaal, klager L.S. Bakker proces verbaal op klagte van Geert Kikkert contra Samuel Vlessing en diens vrouw Rosella Elte wegens lasterlijke scheld en smaadwoorden 20-4-1864 Besluit Burgemeester van Texel, Evert Tanis, arbeider te Eijerland, opname in het Gesticht van Weldadigheid, geneesmiddelen en verpleging voor rekening van Ouddorp 1-5-1864 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Aan B&W van Amsterdam Plaatsvervanger Dirk Wilhelm Riek voor de loteling Gerrit Duinker N 2 en Johannes Coenraad Imes voor de loteling Pieter Bakker N 15, beiden van Amsterdam 28-5-1864 Aan B&W van Leeuwarden De persoon van Dirk Groen, alhier toevallig geboren uit ouders in Uwe gemeente domicilie hebbende, waarom genoemd kind ook à costy moet worden ingeschreven. 2-6-1864 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat wij gaarne wenschten, dat de voor rekening dezer gemeente in het Gesticht Veenhuizen verpleegd wordende jongeling Kooiman Cornelis, op de Kweekschool voor de Zeevaart te Groningen wordt opgenomen, en wij bereid zijn de daarop loopende kosten aan het Bestuur dier inrigting te voldoen. 11-6-1864 Aan B&W van Helder De schoonzoon van de weduwe Flens, Claartje Jans Blom, vraagt om haar opname in het Armgestigt alhier. Maar kan die schoonzoon eigenlijk niet betalen voor het onderhoud zijner moeder? [Klaartje Jans Blom (1794-18xx), dochter van Jan Simonsz Blom en Stijntje Ariens Kooger, geboren in Oudeschild. Zij was getrouwd met Willem Daniëlsz Flens, ze hadden 4 kinderen, Daniel, Trijntje, Daniël en Jan. De eerste twee waren als baby gestorven, de jongste in 1862. Alleen Daniël was in 1864 in leven. Kennelijk woonde hij in Den Helder] 15-6-1864 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar 2 processen verbaal opgemaakt door Rijksveldwachter Roerdinkholder xx-6-1864 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Over Philippus Veen, dat ik op gisteren mij verpligt heb gevonden den persoon van Philippus Veen in verzekerde bewaring optenemen, voor waarborg van de Openbare veiligheid. P. Veen is voor eenige jaren ook in het Gesticht Meerenberg wegens krankzinnigheid verpleegd geweest. [Nu schijnt die ziekte terug te komen] [hij was] gisteren in hoge mate van opgewondenheid, tusschenpozend met vlagen van krankzinnigheid en razernij, waarbij hij niemand onverlet konde laten, en zelfs in de huijzen der Burgers indrong. Verpleging in Gesticht Meerenberg noodzakelijk 23-6-1864 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat er geene getuigen meer te vinden zijn inzake Jacob Krijnen cs zoo betrekkelijk het feit aan Paulus Kikkert als ten aanzien van Antje Dekker. Reeds had ik te voren daartoe een streng onderzoek ingesteld. De hond is gedood op de grond in pacht bij Jacob Krijnen en als zoodanig zijn eigendom. Antje Dekker was daar geheel vreemd. Intusschen vind ik mij verpligt UEdA optemerken, dat Jacob Krijnen algemeen hier bekend staat, voor een zeer driftig oploopend en boosaardig mensch en bij zijne naburen daarom gevreesd wordt. [de enige Paulus Kikkert op de site van Rob Gomes die in aanmerking komt om deze Paulus te zijn is geboren in 1850, een jongen van 14 jaar. Het zou ook nog Poulus Kikkert kunnen zijn, geb 26 apr 1839] [Antje Dekker was de naaste buurvrouw. Zij woonde van 1853 tot 1863 met echtgenoot Jacob Keijzer in het boerderijtje De Onderneming aan de Randweg. Haar erf raakte aan de Zuidkant het stuk Bleekerijstrook, dat door Jacob werd gepacht. Het ging haar in feite niet aan wat hij met zijn hond deed, maar ze was er wel getuige van. Kennelijk ging het doden op een zodanige manier dat zij er wat van heeft gezegd]. [Jacob Krijnen was op 4-10-1820 geboren in Den Hoorn. Zijn ouders waren x en x. Hij trouwde op 29-4-1847 met Guurtje Hendriks Maas (1816-1888). Zij hadden al een dochter, die geboren was op 12-9-1846. Jantje Krijnen kreeg een zusje en een broertje, Marretje (1849-1940) en Hendrik (1850-1931). Jacob pachtte wat stukjes mientgrond, waar nu 'Windy Ridge' is. Hij had er een keet. Rond 1870 bouwde hij een nieuwe keet nog verder van de bewoonde wereld, aan de Randweg. Hij had blijkbaar liever geen buren. Jantje was de moeder van de gebroeders De Porto van de Ploegelanderweg. Hein en Martje woonden bijna hun hele leven in het huisje aan de Ruijsweg, nu Huussie van Hannes (Hannes van Heerwaarden woonde daar na de familie Krijnen)]. Te betalen door de gemeente Texel: 136 Frederiksoord f 163,14 137 Doetinchem f 11,25 138 's Graven Hage f 7,25 139 Rotterdam f 62,28 140 Haarlem f 29,72 141 Alkmaar f 1,24 142 Leyden f 24,20 143 Zwolle f 1,94,5 144 Purmerend f 1,90,5 145 Nieuweramstel f 2,28 146 Helder f 131,69,5 147 Scheemda f 52,- 148 Amsterdam f 5,52 11-7-1864 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Dat Maarten van der Vliet in het bezit zijnen verstandelijke vermogens zeer beperkt [is] en zich steeds in eene staat van ongesteldheid voordoet, en schijnt te bevinden. Het werken is bij genoemd persoon zeer weinig ontwikkeld, waardoor hij in allendeelen bij anderen zeer ten achteren staat. 11-7-1864 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar 2 processen verbaal contra A. Smit en H. Gielis Ofschoon het vermoeden wel is opgewekt dat Hendrik Gielis het aangehaalde touw wel van de schijven zal kunnen hebben ontvreemd, kan zulks onmogelijk worden bewezen, alzoo hier geen getuigen voor het feit kunnen worden verkregen. Immers Hendrik Gielis is reeds vroeger wegens misdaad/ diefstal veroordeeld geweest en is mitsdien hier niet gunstig bekend. Hoedanig de zaak ook zijn moog, is het aan de andere kant eene strandberooving waarvan Gielis ook schuldig en strafbaar is. 15-7-1864 Besluit Burgemeester Texel, Johanna Woesthoff, weduwe Albert de Boer, geneesmiddelen ten koste van Hoorn, daar geboren den 16-10-1825 21-7-1864 Aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Helder Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar diefstal van de schijven, [na de] verklaring Kommandant der Reparatien en verklaring van schipper J. Hemelrijk, [ben ik gekomen tot] de volgende ontdekking. Dat zekere Cornelis de Porto, zwager van Hendrik Gielis, bij welke laatste genoemde zwager is inwonende, aan de veefokker J.P. Witte aan den Hoorn, ook Touw te koop heeft aangeboden. Ik heb daarop J.P. Witte gehoord, en vervolgens ook C. de Porto, door welke de zaak bevestigend is beantwoord blijkens het vervolgd relaas. Alles doet vermoeden de diefstal van het Touw der schijven, wel door Hendrik Gielis en Cornelis de Porto is gedaan, want het ontstrengelde Touw, aan een kluwen hierbij gevoegd, heeft zeer veel overeenkomst met het andere Touw. 27-7-1864 Aan de Heer Directeur xxx Twee en een halve pagina over de afwezigheid van de Kadastrale stukken op het Raadhuis, en de onhandigheid daarvan voor bv de notarissen. 1-8-1864 Aan den WelEd Heer N. Van Doorn, Kamerheer toegevoegd aan de Thesaurie des Konings te 's Graven Hage Dat het eene waarheid is bij den hevigen en noodlottigen storm van den 4 December 1863 genoemde 8 visschers hunne schuiten hebben verloren en van de overblijfselen derzelve weinig of niets is teregtgekomen. Zij hebben geen ander middel van bestaan enz. De ruime opbrengst der daartoe gehouden collecte op dit Eiland levert naar mijn bescheiden oordeel daarvan een overtuigend bewijs, er bestaan alzoo bij mij wel overwegende redenen deze arme visschers aan de bijzondere liefdadigheid van Zijne Majesteit aantebevelen. 30-7-1864 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Milicien verlofganger Sikkele Petrus ligting 1862 heeft zich hier aangemeld 2-8-1864 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Hendrik Gielis en Cornelis de Porto blijven volharden bij hare vroegere bekentenissen, het touw op het strand gevonden te hebben, ieder op zichzelve, en niet in vereeniging met elkander. De looddiefstal alhier blijkt ook dat door Hendrik Gielis en Cornelis de Porto zal zijn gedaan. De looden Pijp en vergaarbak is gestolen van het huis naast dat welk door de beklaagde wordt bewoond. Ik heb evenwel de zaak niet tot klaarheid kunnen brengen, omdat zij tot geene bekentenissen willen komen. Het zijn een paar ondeugende personen, die in de Publieke Opinie hier zeer verdacht zijn. 1-8-1864 Besluit Burgemeester van Texel, Jacob Ochque, door ligchaamsgebreken geheel buiten staat om te werken, in behoeftige omstandigheden, f 1,- Schoondijke, daar geboren den 12-9-1793 1-8-1864 Idem, nu voor gemeente Hoofdplaat 1-8-1864 Besluit Burgemeester van Texel, verzoek van Cornelis van der Ploeg, arbeider, om geneeskundige hulp voor zijne vouw Aagje Jelles Fielstra, eene ernstige ziekte, oppassing en verzorging 50 cents daags, voor rekening van Grijpskerk 9-8-1864 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Dat is gebleken in het Tarwegewas alhier, zich geen verschijningen nog hebben voorgedaan van een gekleurde made in de Aren van dat gewas. 10-8-1864 Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland Verwachtingen van de Oogst 19-8-1864 Aan den Heer Burgemeester te Grijpskerk Dat de vrouw van Cornelis van der Ploeg, hoewel nog ziek, begint te herstellen. Ik kan niet ontkennen dat de oppassing van de vrouw van Cornelis van der Ploeg zeer kostbaar is. Men moet echter daarbij in aanmerking nemen, dat de man op 74-jarigen leeftijd [64] zich in een staat van onnozelheid en kindsheid bevindt, en zich zelve niet kan helpen, evenzeer als de zieke vrouw gestadig oppassing behoeft, is het niet te veel. En [daarbij] kan men nog moeijelijk daarvoor iemand krijgen, omdat veel menschen voor dien man bevreesd zijn. De oppassing zal echter niet langer voortduren als hoogstnoodzakelijk is. Het maximum van de onderstand is in deze Gemeente voor Armlastige boven 60 jaren in de maanden Mei, Juni, Juli, Augustus en September f 2,- en de overige maanden van het Jaar f 3,- per week. 29-8-1864 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar Proces verbaal opgemaakt door den Rijksveldwachter E. Roerdinkholder op aanklagte van Pieter Roeper contra Arie Dijksen cs, wegens rustverstooring en beschadiging van eens anders eigendommen, mitsgaders het proces verbaal ven verhooring der beklaagden en getuigen door mij opgemaakt. In het belang van rust, orde en zedelijkheid beveel ik UEdA de vervolging dezer zaak dringend aan. Tevens een proces verbaal door Roerdinkholder wegens ontvreemding van eenige Bessen/Eieren door andere kinderen opgezocht of geleezen. Alleen kinderwerk. Vanwege de onbeduidendheid dier zaak, kostenverlies van het Rijk enz, niet vervolgen. 13-9-1864 Aan B&W te Helder Dat Christiaan en Adrianus Doodhagen niet bekend zijn, en hunnen vader niet voor rekening van de Gemeente in de Kolonie Frederiksoord gevestigd kan zijn geweest, zullen wij die zaak zoo spoedig mogelijk onderzoeken. Boek 349 20-10-1864 Aan de Secretaris der Commissie van Oppertoezigt over de Kweekschool voor Zeevaart te Groningen Adrianus Kooiman (12) en Cornelis Verberne (13) zijn in het Gesticht van Weldadigheid alhier. Beide [zijn] krachtige gezonde jongelingen zonder gebreken. Het Burgerlijk Armbestuur zou ze gaarne op het Kweekschool voor de Zeevaart geplaatst zien, dat willen ze zelf ook. 22-10-1864 Besluit Burgemeester van Texel [om] aan Gerardus Cornelisse f 1,50 voor rekening van Vlissingen [te verstrekken] Huizinga 24 October 1864. Burgemeester Keyser plotseling overleden. |