Brievenboek 1829-1833


1829

N 1 Gouverneur 2-1-1829

Patentzegels nog niet ingekomen

N 2 Gouverneur 2-1-1829

In de loop van het jaar 1828 uit andere Provincien

de Heer S. Galama Med. Arts, obst Docter en Vroedmeester, met deszelfs echtgenoot, een kind en dienstmeid genaamd Houkje Halstra van de Provincie Vriesland.

Naar andere Provincien de Heer G. Zegers Med. Arts, obst Docter en Vroedmeester, met deszelfs echtgenoot en 2 kinderen en

de Heer J.J. Bakker, Ontvanger van Registratie van Domeinen naar Alphen Provincie Zuid Holland

N 3 Gouverneur 2-1-1829

Dat het aantal zielen der hervormden aan het Oudeschil bedraagt 917

Het getal der Ledematen dezelve 432.

Het tractement van S Rykswege voor den Predikant is f 670.- Toelage der gemeente f 250.-

N 4 Dat het aantal zielen der hervormden van Waal en Koog bedraagt 159

Het getal der Ledematen dezelve 79

Het tractement van S Rykswege voor den Predikant is f 800.- Toelage der gemeente f 50.-

N 5 Dat het aantal zielen der hervormden aan den Hoorn bedraagt 559

Het getal der Ledematen dezelve 254

Het tractement van S Rykswege voor den Predikant is f 700.- Zonder eenige toelage

N 6 Gouverneur 3-1-1829

De nog ontbrekende mandaten voor H Coster en J Hink toe te zenden

N 7 Gouverneur 3-1-1829

Te doen toekomen de opgaven der geboorten, huwelijken en sterfgevallen in 1828

N 8 Gouverneur 3-1-1829

Ingezonden staat der sterfgevallen, zonder dat het noodig zal zyn dien staat dit Jaar van eenige nadere toelichting te doen verzeld gaan, alzoo de sterfte over den verloopen Jare zoo wel in het algemeen als in de verschillende levensjaren niet dan gewoon is.

N 9 5-1-1829 Attestaties de vita

N 10 GS 7-1-1829 staat der vaccinatie

N 11 Provinciale Commissie van geneeskundig onderzoek en toeverzicht te Haarlem

Idem

N 12 Gouverneur 7-1-1829

Naamtekeningen

N 13 Gouverneur 7-1-1829 patentzegels

N 14 Gouverneur 15-1-1829

Dat in het laatste kwartaal van 1828 alhier geene acten van Transactie wegens overtreding van het reglement van Pl. belasting gesloten zyn.

N 15 GS 24-1-1829 Gedeputeerde, onderstand Fransje van der Wijk

Ds Steinfort berigt dat zij wel lidmaat van de hervormde gemeente van Oosterend is, maar al reeds in Mei 1821 deze Gemeente heeft verlaten en reeds sints ruim 4 ½ jaar aan het Nieuwediep woonachtig is.

N 16 Gouverneur 29-1-1829

Alhier geen vrywilligers voor de NM

N 17 Gouverneur 29-1-1829 Alphabetische Lyst ligting NM 1829

N 18 NM 31-1-1829 Collonel der afd Kurassiers N 9 te Haarlem

De persoon van Jacob Smit, gediend hebbende onder de 9e afdeeling Kurassiers, van de ligting des Jaars 1820, heeft ingevolge bekomende Paspoort, dato 10-3-1825, zynen diensttyd volbragt, waarop nu zyn eenige en jongere broeder zyn vrystelling recommandeert; ik heb dientengevolge de eer U te verzoeken mij zoo dra mogelijk een extract uit het stamboek van zynen volbragte dienst te willen doen toekomen, ten einde aan de billyke en op de wet gegronde reclame van dezelfs broeder kan worden voldaan.-

N 19 31-1-1829 certificaat van volbragte dienst van Willem Hemelrijk

N 20 31-1-1829 Militieraad

N 21 7-2-1829 NM

N 22 Gouverneur 16-2-1829 Begraafplaatsen

N 23 18-2-1829 Dat bij de door mij op heden gehouden inspectie der verlofgangers alhier woonachtig, niet zijn verschenen Hendrik Troost en M. Witte, van wier wegblijven mij geene redenen bekend zijn.

N 24 Gouverneur 19-2-1829

Geene zodanige voorwerpen alhier

N 25 Gouverneur 19-2-1829

Maatschappij voor Moederlijke Weldadigheid

Dat lijkt de Burgemeester een mooi initiatief voor in de stad, maar niks voor Texel

N 26 Gouverneur 24-2-1829

Staat wegens de alhier aanwezige begraafplaatsen

N 27 27-2-1829 Gouverneur, Rekest P. Jz. Krijnen en D.A. Eelman, dat zij zich bevinden in de diepste armoede en ternaauwernood van de Armenkassen zijn te weeren.

Het is reeds twee malen dat de beide vermelde persoonen soortgelijke rekesten als de onderhavige hebben ingediend welke scuccessievelijk door den voormaligen Heer Gouverneur zijn in mijn handen gesteld om daarop te dienen van berigt, consideratie en advis hetwelk dan ook door mij uitvoerig is gedaan (miss 9-6-1827 N 62 en 22 Maart 1828 N 49) waaraan het genoeg zal zyn te refereren ten einde UEx met de geheele toedragt dezer zake welke nu ten 3e male wordt opgehaald, bekend te maken.

Er valt dan ook eigentlijk niets meer ten dien aanzien te zeggen. Het is eene waarheid dat beide rekestranten zich in de diepste armoede bevinden en ternaauwernood van de Armenkassen zijn te weeren, terwijl ook de zonderlinge maar waarlijk wanhoopige voorslag van PJ. Krijnen om tot afbetaling der schuld als loods te mogen dienen genoegzaam bewijst dat hij niets meer te wagen of te verliezen heeft- dat ook ten volleb toepasselijk is op den anderen die alleen door zijne familie nog, een sober stuk brood te verdienen vindt.

Ik gevoele hoe onaangenaam het is finale remissien te moeten geven, intusschen uit aanmerking van het volstrekt onvoldoende ten aanzien der rekestranten van alle gedeeltelijke remissien daar zij niets bezitten zoude ik van gevoelen zijn dat dit de eenigste maatregel zal zijn welke ik denk zal kunnen genomen worden.

[Pieter Jansz Krijnen (1760-1833) van den Hoorn]

[Er zijn 4 mannen genaamd Dirk Arisz Eelman, die in aanmerking komen wat betreft hun leeftijd]

N 28 9-3-1829 Prijs en kwaliteit van het brood op Texel

N 29 Gouverneur 9-3-1829 Prijs en kwaliteit van het brood op Texel

N 30 Gouverneur 12-3-1829

Mandaat f 1000 school Oosterend

N 31 Gouverneur 14-3-1829 begraafplaatsen

N 32 Gouverneur 14-3-1829 Bedelaars

N 33 Militie Comm: 21-3-1829 NM

N 34 Gouverneur 23-3-1829 Staatsblad

N 35 25-3-1829 Aan de Burgemeester van Vaasen Gelderland,

Doopextract van zekere Andries, onechte zoon van wijle Pieter van der Berg en Jannetje Laurens Former [geboren in Vaassen in 1808] en welke zich als gealimenteerde binnen deze Gemeente bevindt.

[Pieter van den Berg (17xx-18xx) getrouwd met Jannetje Lourens Former (gedoopt op 12-10-1783) van Oudeschild. Kinderen Laurens van den Berg (maart 1811-18 december 1811) en Pieter van den Berg (overleden 20 december 1811), beiden gestorven in Oudeschild].

N 36 Burgemeester Haring Carspul 28-3-1829

Dat het eene waarheid is dat Neeltje Sluisman gedurende den tijd dat zij gealimenteerd is geworden is afwezig geweest; dan dat die afwezigheid steeds is geweest onder den titel van familiebezoeken te gaan afleggen waartoe zij bevoorens verlof verzocht en hetwelk haar dan ook, ofschoon ongaarne, werd toegestaan als wanneer zij na verloop van 3, 4, of 8 dagen weer terug kwam.

Dat het echter er zeer verre af is dat hierdoor eenige wezentlijke verligting in de alimentatie van Neeltje Sluisman zoude zijn aangebragt al zoo vooreerst haar woon en verblyf plaats steeds bij armen voogden bleef en zij bij het terug keeren in hare woning alles even zoo terug vond als zij het verlaten had en tafel en bed ten allen tyde terug en gereed vond- en anderdeels diezelfde uithuizigheden eer tegen dan met de goedkeuring van armen voogden verzeld gingen daar de bewuste persoon niet altoos even zeer haar verblijf weder binnen trad als zij hetzelve verlaten had en mitsdien vrij wat meerder moeite veroorzaakte dan eene uithuizigheid van weinige dagen verligting had toegebragt zoo als ook nog eens bij dergelijk familiebezoek naar het dorp Oosterend x het geval was van waar zij per wagen reisde x

Eindelijk is het wel mogelijk dat deze uithuizigheden bij elkander genomen een aantal weken uitmaken ofschoon het opgegeven getal ongetwijfeld te groot is, doch armevoogden hebben daar het in zoo ettelijke tijden verdeeld is nimmer dit byeengetrokken.

UWEd gevoelt dus ligt dar het zeggen van Neeltje Sluisman van allen gromd ontbloot is. Het is bewezen waar dat zij gedurende den opgegeven tijd is geweest gealimenteerd door RC Armverzorgers aan den Burg waarop hare nu en dan plaats hebbende vriendenbezoeken even min verandering hebben gemaakt als dit by eenen particulier het geval zoude zijn en het zal mij zeer aangenaam zijn indien door UWE tusschenkomst deze waarlyk even ongegronde als onbillijke aanmerking ingetrokken en de rekening voldaan worde.

N 37 Gouverneur 28-3-1829

Hier geen Huis van bewaring of huis van Plattelands Policie

N 38 Gouverneur 27-3-1829 186 kiezers (boven 150)

N 39 Gouverneur 1-4-1829

Geen transactien Plaatselijk belastingen

N 40 6-4-1829 Colonel Utrecht

Dat Jan Dekker, van de 3e Comp en 2 Batt der 5e afdeeling Infanterie, nummerwisselaar van Arie Duynker, met een verlofpas van UEdGestr voor 14 dagen op den 28 der vorigen maand alhier ziek uit het Hospitaal aangekomen is, op dezelfden dag van zijne aankomst is overleden, waarvan ik de eer heb UEdGestr kennis te geven met bijvoeging dat ik zijne kleedingstukken, bestaande uit een Capot, een mouwvest, 2 hemden, een onderbroek, een Policiemuts en een paar schoenen tot nadere dispositie heb doen in bewaring nemen.

N 41 Net zo'n brief aan de Gouverneur

[Jan Dekker (1807-1829) zoon van Willem Maartens Dekker en Aagje Simons Dekker. Jan is overleden op 28 maart, aangifte gedaan door zijn broeder Simon Dekker (29), verver, en Pieter Wuis (35), commissionair, beiden wonende in den Burg.

Aagje zag haar man en 3 van haar 5 kinderen voor haar zelf overlijden]

N 42 Gouverneur 8-4-1829

Rekest RC Kerkmeesters van het Oudeschil

N 43 8-4-1829 Aan de Burgemeester van Zwolle

Zo ras mogelijk te doen toekomen

A Extract uit het sterfregister van UEA gemeente bevattende het overlyden van zekere Jannetje Lourens Former geboortig van Texel welke volgens opgave den 8 febru: 1824 of daaromtrent binnen UEA stad moet overleden zijn

B dergelijk extract uit de trouwregisters van UEA gemeente van dezelve Jannetje Lourens Former met Henricus Comis een reizende speelman, welk huwelijk zoo wat in het laatst van 1819 of in 1820 moet geweest zijn.

N 44 9-4-1829 Aan de Burgemeester van Harderwijk

Zo ras mogelijk te doen toekomen Extract uit de geboorte of doopregisters van UEA stad betreffende zekeren Andries, onechten zoon van wijle Jannetje Lourens Former bij Pieter van den Berg verwekt welke volgens opgave in den Jare 1808 binnen UEA stad zou geboren zijn en welk zich als gealimenteerde binnen deze gemeente bevindt, om welke reden ik dan ook hetzelve op ongezegeld papier verzoek. Geen precieze datum bekend.

N 45 GS 10-4-1829 Vaccine

N 46 Prov: Commissie 10-4-1829 Vaccinatie

N 47 15-4-1829 Gouverneur

Dat, in de hoop dat de daarbij genoemde Lammert Mooi moge blijven voortgaan een goed en werkzaam gedrag te leiden, ik geen bedenkingen tegen deszelfs ontslag weet aan te voeren en derhalve daarin genoegen neem.

N 48 Wethouder stad Zwolle 16-4-1829

Jannetje Lourens Former- kosten optegeeven

N 49 Burgemeester Helder 18-4-1829

Dat ik deselve missive heb ter kennisse gebragt der directie van het algemeen armbestuur dezer gemeente en dat dienvolgens het door wijle Maarten Bakker achtergelaten huisgezin zich op aanstaanden dinsdag den 21 sten dezer herwaards begeeven kan per postschuit zullende hetzelve aan den Burg in het gesticht van weldadigheid worden ingenomen.

N 50 18-4-1829 Gouverneur

Extract van de deliberatien deze Gemeenteraad, consideratie en advies op zeker rekest van H. van Lit, met de daarbij behoorende missive van den Heer Hoofd Ingenieur van den Waterstaat dezer Provincie van den 6 April N 151/4278 overeenkomstig Uw Dispensatie van den 8 April ll houdende eenige bedenkingen welke de Gemeenteraad de eer heeft aan UExc medetedeelen naar aanleiding van de missive van den Heer Hoofd Ingenieur van den Waterstaat dezer Provincie van den 6 April N 151/4278.

N 51 Gouverneur 18-4-1829

Missive Heer Hoofdingenieur

N 52 GS 18-4-1829

Rekest A.L. van der Wijk

N 53 Gouverneur 18-4-1829

Rekest van A. Bremer

N 54 Gouverneur 25-4-1829

Aangaande de verkiezing van leden der landelijken stand in de provinciale staatsvergadering

N 55 Diaconen Oosterend 25-4-1829

Dat op den 23e dezer zijn aangekomen Martje Jans Kuiter weduwe Maarten Bakker met hare 2 kinderen welke voor eenigen tyd geleden van hier naar het N. Diep is vertrokken.

Alzoo deze voorwerpen [personen] in eenen uiterst elendigen toestand zijn aangekomen heb ik de noodige last gegeven dat dezelve door de zorgen van Heeren directeuren van het gesticht van weldadigheid aldaar Provisioneel ingenomen, gereinigd en van het onontbeerlijke voorzien geworden zijn.

Ik heb intusschen verstaan dat deze vrouw lidmaat is van de gereformeerde diaconie van Oosterend weshalve die Diaconie dan ook voor derzelver alimentatie en die harer Kinderen zal behoren zorg te dragen en het is tot dat einde dat ik de eer heb U bij deze uit te noodigen deze voorwerpen zoo ras mogelijk van hier te doen afhalen en overnemen met vergoeding der aanvankelijke gemaakte noodig kosten- ten zij UEerw: liever mogt willen dat derzelver alimentatie bij voortduring voor Uw rekening in het voorn: gesticht plaats vonden wanneer daaromtrent tusschen de voorn: Directie en UEerw: de noodige billijke maatregelen zouden moeten worden genomen en waaromtrent ik UEerw: besluit met de meesten spoed ben inwagtende.

[Martje Jans Kuiter (1786-1844) van Oosterend, overleden in De Cocksdorp. In 1809 getrouwd met Maarten Jacobsz Bakker (1763-1824), 3 kinderen Aafje, Jan en Jacob. De jongens waren in 1829 16 en 12 jaar oud. In 1830 is Martje hertrouwd met Dirk Pietersz Dijksen (1773-1836). Van de familie van Maarten Bakker was bijna niemand meer in leven. Zijn 2 oudste broers stierven in 1829, 81 en 78 jaar oud.

Zij is overleden om 02.00u; aangifte overl op 13 dec 1844 door Jan Maartensz Bakker, 31 jaar, schoenmaker, wonende in Oosterend en Jacob Maartensz Bakker, 27 jaar, boerenarbeider, wonende in Ongeren; beiden zoon van de overledene]

N 56 28-4-1829 39 aan de Burgemeester van Zwolle

Mij wel te willen opgeven of de persoon van Jannigje Louwerens welke in het laatst van 1819 zich in UEd stad heeft met der woon gevestigd en aldaar den 1 Junij 1820 met zekeren Henricus Commis is getrouwd, zich destijds in de daartoe bestemde registers ten aanzien van het vestigen eener woonplaats heeft doen inschrijven: Zo ja! Onder welken datum? Zoo neen, dan zal zij zonder twijfel als hebbende het beroep van Liedjes Zangster uitgeoefend, waarvoor zij dan ook vóór 1819 steeds gewoon was alhier een patent te vragen, in 1826 in UEA gemeente zich van zoodanig patent hebben voorzien, hetwelk uit de registers der patenten over dat Jaar zoude te ontdekken zijn en waaromtrent ik zeer gaarne de zekerheid wilde hebben [kosten worden vergoed].

N 57 Gouverneur 1-5-1829 39

Stembiljetten

N 58 Gouverneur 5.5.1829 39

Rekest Dirk de Graaf

N 59 GS 6-5-1829 39

Staten van Huiszittende Armen, Godshuizen, Werkplaatsen van liefdadigheid, Commissien van vereeniging, van het kosteloos onderwijs, afzonderlijke stichtingen, Bank van Leening

N 60 GS 6-5-1829 39

Inspectien van godshuisen en gestichten van weldadigheid

N 61 Burgemeester Rotterdam 11-5-1829 39

Kosten toegezonden extracten ad 3.06

N 62 Idem Burgemeester van Zwol ad 2.04

N 63 16-5-1829 Burgemeester van Helder, Trijntje Smit

Dat zich sedert een paar dagen in zeer behoeftige omstandigheden binnen deze gemeente bevindt en uit dien hoofde, als geen lidmaat zijnde van eenig kerkgenootschap, door het Algemeen Armbestuur provisioneel alhier is opgenomen zekere Trijntje Smit, welke sedert 1823 onafgebroken in UEdA Gemeente is woonachtig geweest, laatst als dienstmaagd bij de bakker Kooy en mitsdien tot UEd Gemeente behorende. Zij is ziek, krijgt geneeskundige hulp. Transport naar uwe Gemeente? Men zal dus een wagen dienen te geven.

Burgemeester Reinbach zal inmiddels zorgen dat geene dan de volstrekt noodzakelijke kosten gemaakt worden.

N 64 20-5-1829 Mil Comm 3e Ress Noord Holland

Dat bij de door mij gehouden inspectie der verlofgangers niet zijn verschenen de persoonen van W. Hemelrijk, M. Witte, H, Troost, Jb. P. Bakker, Gerrit Kooger en Riske van der Woude, zonder dat mij nopens hun wegblijven iets ter kennisse is gebragt geworden.

[Willem Hemelrijk (1807-1842) zoon van Johannes Hemelrijk en Jannetje Jans Kok, werkman, getrouwd in 1833 met Hendrikje Dirks Gollenstein]

[Hendrik Troost (1807-18xx) zoon van Pieter Troost en Martje Jacobs Bakker]

[Michiel Witte (1807-1856) van de Westen (Groenendaal) zoon van Frans Michielsz Witte en Martje Gerrits Dijt, in 1837 getrouwd met Maartje Spigt, 9 kinderen]

[Jacob Pietersz Bakker (1808-1880) zeeman, zoon van Pieter Gerritsz Bakker en Neeltje Hendriks Koorn, getrouwd in 1837 met Antje Bakker van Wieringen]

[Gerrit Kooger (1806-1865) zoon van Cornelis Klaasz Kooger en Antje Pieters Brouwer, getrouwd in 1838 met Aaltje Simons van Wijk (1792-1842) later met Kaatje de Jong van Wieringen]

[Riske van der Woude (1806-1839) zoon van Sierik Riskesz van der Woude en Stijntje Reijers Mooij]

N 65 Gouverneur 25-5-1829

Tarif van hetgene binnen deze gemeente op het begraven van lijken zal geheven worden.

N 66 BM Berg 2 5-5-1829

De gevraagde doop en dood extracten

N 67 27-5-1829 Gouverneur, uitgebroken Mazelen (Corbilli)

Dat deze meestal van een eenvoudigen en goedaardig [karakter] zijn en weinige bedenkelijke complicatien opleveren, terwijl overigens alle geneeskundigen hulp overvloedig aanwezig is.

N 68 27-5-1829 Aan de Burgemeester van Helder

Trijntje Smit is thans hersteld en gaat mitsdien volgende week weer naar den Helder. Met declaratie.

N 69 Comm van Landbouw 30-5-1829 Hengsten

[Op Texel is geen hengstenhouder, wel zijn 3 zeer voldoende Hengsten aanwezig] en dat men alle redenen heeft zich te vleyen met eene aanvankelijk goeden uitslag der vorigen Jare genomen poging om de paardenteelt alhier te bevorderen. De stierenkeur heeft naar behoren plaats gehad.

N 70 BM van Haringcarspel 30-5-1829

Nog niet betaald voor Neeltje Sluisman

[Neeltje Sluisman (1811-1839) geboren en gestorven aan den Burg]

N 71 Regter ter Instructie Arr: Deventer 2-6-1829

Dat verscheidenen Jaren geleden alhier gewoond hebben Philip Stoepman en Jannetje Schagen Echte lieden verwekt hebbende kinderen te weten Simon en Hendrik [onbekend]

Albert en Jan, geboren 1784 en 1786 hebben zich alhier in het Jaar 1814 voor de loting der Land Militie doen inschrijven en hebben daarbij als toen vrijwillig dienst genomen. Genoemde Jan is in het laatst van 1814 getrouwd en woont sinds dien tijd op het Nieuwe Diep bij den Helder.-

Zie daar alles wat van de familie Stoepman door mij kan worden ingelicht.

[Jan Philipsz Stoepman (1786-1840) x 1814 Jannetje Simons van der Wijk, 7 kinderen]

N 72 Gouverneur 2-6-1829

Rekest Hendrik Burger- als zeeman buitenslands verzuimd plaatsvervanger voor de NM te stellen

N 73 Circulaire 10-6-1829 Als 18 Junij niet op zondag valt wordt die dag den aanstaande zondag gevierd.

N 74 Gouverneur 20-6-1829

Staat betrekkelijk het lager onderwijs

N 75 20-6-1829 Gouverneur, Prijzen van lammeren

N 76 20-6-1829 Betaling aan Rijksstoeterij voor de Hengsten

N 77 24-6-1829 Officier bij de Regtbank van Eerste Aanleg te Alkmaar

Sedert een paar maanden is van hier vertrokken zekere Dirk Henkes oud volgens opgave 60 Jaren of daaromstreeks van beroep Zeeman, gedomicilieerd binnen deze gemeente aan Oost.

Men meent te weten dat die persoon door UEG zoude geapprehendeerd zijn, het zij terzake van bedelarij, het zij om eenig misdrijf. Er ligt mij aan gelegen om van dien persoon eenige zekerheid te hebben en het is om die reden dat ik de eer heb mij tot UEG te wenden ten einde zoo spoedig dit mogelijk zij te worden geinformeerd of UWEG omtrent den bedoelden persoon eenige Kennis draagt en zo Ja wat er van denzelven geworden zij.

[Dirk Henkes (1763-1829) zeeman, uit Wesel in Duitsland, getrouwd in 1799 (ondertrouw op 4-12-1799) met Jantje Pieters Timmerman (1779-1839) van Oosterend. Kinderen Albert (1799-1871), Pietertje (1803-1843), Pieter (1806-1812) en Pieter (1818-1852). De oudste werd geboren op 26 november 1799. Dirk overleed op 5-12-1829 in Ommerschans].

N 78 Gouverneur 1-7-1829 Transactien

N 79 1-7-1829 Gouverneur

Sedert een aantal Jaren heeft alhier de gewoonte bestaan dat de eigenlijk behoeftigen dezer Gemeente zich de noodige brandstoffen verschaften door de zogenaamde heid te halen op de Mient en het steeken aldaar van zooden welke gedroogd zijnde eene reedelijke brand opleveren. Dit trouwens werd reeds bij oogluiking toegelaten alzoo toch de voormalige conditien waarop deze gronden verpacht werden niet meer inhielden dan de vergunning dat de pachter zelve voor zich de noodige brandzooden mogt steeken.

Dit jaar echter, vooral sedert de Mientgronden uit de pacht zijn geweest en gedurende welken tijd zij aldus onder geen eigenlijk beheer kunnen geacht te worden geweest te zijn, is dit gebruik van zoden te steeken in het grofste misbruik ontaard, zoodanig dat verre dat slechts de schamelen daarvan zoude gebruikt gemaakt hebben, een aantal meer of min welgezetenen en zelfs gegoede ingezetenen dezer Gemeente, waaronder ook vele boeren, zich niet ontzien hebben eene deerlijke verwoesting door het zooden steeken aan te rigten en talloze wagens daarvan hebben weggereden.

Zoodra nu dit misbruik ter mijner kennisse is gekomen heb ik met overleg van den voornoemde Ontvanger der Registratie gezorgd dat zulks onmiddellijk gestuit werden door de Mientgronden te doen surveilleren door de dienaren der Policie en der Justitie.

Ten einde zelven des te beter aan Uwe Exc: verlangen te beantwoorden heb ik mij op gisteren verzeld van den Secretaris dezer Gemeente en den voorn. Ontvanger ter plaatse zelve begeven en heb mij van de waarheid van het bovengezegde kunnen overtuigen door eene ontelbare Menigte van zooden, die gestoken en te drogen gelegd zich nog heden aldaar bevinden en die men door mijne genomen maatregelen belet is geworden te vervoeren.

Ik aarzel dus niet Uwe Excell: in het belang der Provincie ter Consideratie te geven zoo ras mogelijk in de verpachting dier gronden te voorzien alzoo de surveillance derzelve bij de weinige hulpmiddelen die wij daarvoor hier hebben voor zulke uitgestrekte gronden niet dan zeer moeijelijk en dus voor geen langen duur vatbaar is- en heb de eer Uwe Excell: voortestellen of het niet gepast zoude zijn om bij een eventuele verpachting derzelven zoodanige bepalingen te maken als waar door volstrekt belet wordt dat althans de meergegoede klassen van ingezetenen alhier van de voormelde gronden eenige brandzoden mogten steeken, alzoo het van zelve spreekt dat hierdoor buiten en behalve het nadeel dat de gronden zelve door zulken geweldige uitspittingen lijden.

Ook de eiland kasse wordt te kort gedaan daar op die wijze des te minder invoer van brandstoffen van buiten af noodzakelijk is en de belasting daarop zelven door diegenen ontdoken wordt, welke dezelve anders verpligt zijn te helpen dragen.

N 80 3-7-1829 Gouverneur

Dat er in den laatsten tijd geen konijn alhier in de duinen is te zien geweest, als zijnde hetzelve door de laatstgenomen maatregelen der vrije jagt en bijzonder door het doen springen van fretten met open bek, zoo goed als uitgeroeid te beschouwen.

N 81 Gouverneur 6-7-1829 Militaire bedden

N 82 Gouverneur 8-7-1829

Staat ter inlijving van den loteling Hendrik Burger, behoorende tot de ligting dezer gemeente over 1828, welke persoon in zijn Professie van buitenzeeman is afwezig geweest.

N 83 8-7-1829 Gouverneur, Burgerlijken Stand

De Gemeente Texel heeft sedert verscheidene jaren eene sterfte van ± 120 personen 's Jaars. In deze proportie heeft dit volgehouden tot de maand Mei ll incluis doch in de maand Juny heeft dit een geheel andere wending genomen en is 't getal der overledenen in die maand alleen ten gevolge der alhier heerschende Mazelziekte op 60 personen gebragt; terwijl tot op heden wederom in deze maand 16 lijken zijn aangegeven en waardoor de Registers van Overlijden bij dezen voortgang binnen 18 dagen zullen vervuld zijn, als zijnde daarin nog plaats voor 36 acten.

[Burgemeester Reinbach wil graag extra zegels en acten]

[Internet: Mazelen-epidemie, die sedert het begin van de maand Maart (1829) in de stad Leyden geheerscht heeft. Juni en Juli in Tilburg. In Sneek in de herfst van 1829.

Grote sterfte onder kinderen in 1829.

Verschillende hits op diverse stambomen 'overleden aan de mazelen'.

In de nacht van 25 op 26 september werd prins Hendrik getroffen door de mazelen].

N 84 11-7-1829 Hengsten Achilles en Rszwuske, dekkingen 1828

N 85 15-7-1829 Permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid

Zekere Dirk Henkes, van beroep zeeman, gedomicilieerd aan Oost op dit Eiland, heeft voor eenigen tijd plotselijk zijne woonstede en gezin verlaten, is op bedelarij betrapt, bij vonnis der Regtbank te Haarlem den 2 April ll tot 3 dagen gevangenisstraf veroordeeld en vervolgens den 15 April verzonden naar de Ommerschans geworden.

Daar intusschen er alle reden is om te geloven dat dan persoon alleen zijne woning heeft verlaten ten gevolge van Huisselijke twist en onenigheid, en van een zwak Hersengestel zijnde welligt in eene zekere verbijstering van zinnen een stap heeft gedaan die hem a posterior zeker berouwt en waarvoor hij dan ook strikt genomen geene aanleiding had, alzoo hij, ofschoon schulden hebbende, des niet te min hoegenaamd geen bepaald gebrek leed, neem ik de vrijheid op grond van een en ander mij tot UWelE te wenden met verzoek of er geene termen zouden zijn om den bewusten Dirk Henkes weder te ontslaan en tot zijn gezin en woonstede te doen terugkeren en waaromtrent ik de eer heb UEd antwoord intewagten.

N 86 Schoolcommissie te Texel 20-7-1829

Ik heb UE Missive van den 18e dezer ontvangen en gelezen. Ik wil mij niet verledigen eenige der aanmerkingen te wederleggen die in dien brief vervat en even ongegrond als zeer ongepast voorgedragen zijn. Dat de onderwijzers dezer gemeente dit kwartaal hun tractement nog niet bekomen hebben is even min mijne schuld als die van den Heer Ontvanger dezer gemeente; zulks doet mij zelve leed dan een weinig meerdere bekendheid met administrative zaken zoude UEd doen kennen dat eene zoodanig vertraagde betaling zeer dikwijls bij veel hogere departementen ook bij de beste administratie het geval kan zijn waartoe omstandigheden kunnen medewerken die niet altoos in de magt van de hoofden der administratie liggen en zonder dat ééne enkele dergelijke vertraging de Schoolcommissie de bevoegdheid geeft als het ware uit één mond met de onderwijzers éénen Klaagtoon aan te heffen die niet minder onvoorzigtig dan ongegrond is- daar dezelve den onderwijzeren een vermoeden moet inboezemen alsof hunne belangen niet genoegzaam werden in acht genomen of dat bij de geldelijke administratie dezer gemeente niet de strikte orde werd gehandhaafd als werkelijk daarin waargenomen wordt Beide welke denkbeelden nimmer behoren gekoesterd veel min aangekwaakt te worden.-

De onderwijzers kunnen den 21e dezer over hunne penningen beschikken ter gewone plaatse en tijde. Ik hoop dat eene dergelijke hoogst zeldzame vertraging by vervolg altoos moge kunnen voorkomen worden doch ik maak er geen de minste zwarigheid in UEd te verzekeren dat eene dergelijke vertraging van eenige dagen des niet te min zeer moglijk ook bij vervolg nu en dan kan plaats hebben hetwelk zich de onderwijzers alsdan evenzeer zouden moeten getroosten als nu het geval geweest is behoudens derzelver bevoegdheid om zich hetzij door UE tusschenkomst te wenden tot mijn heer den Gouverneur dezer Provincie en zich deswegens te beklagen- iets dat mij zeer aangenaam zijn zal.

N 87 BM van Haring Carspel 22-7-1829

Niets van vernomen- binnen 8 dagen berigt graag

N 88 24-7-1829 Aan de Burgemeester van Zwolle

Sedert een zeer geruimen tijd en wel sedert den 10 September 1819 bevindt zich binnen deze Gemeente ten koste van het Algemeen Armbestuur een zekere jongeling genaamd Andries Former, waarvan de juiste geboorte tijd en plaats ondanks alle aangewende moeite zijn onbekend gebleven.

Dan welke benevens een daarna overleden zuster in den Jare 1819 herwaarts getransporteerd op bevel van de Burgemeester van Amsterdam, alwaar zij door hunne moeder Jannetje Lourens Former waren verlaten geworden en op straat gezet.

Deze moeder dier kinderen was van hier geboortig. Zij had dan ook aanvankelijk binnen deze gemeente gewoond dan verliet die op zekere jaren gekomen zijnde al spoedig ten einde een volkomen zwervend leven te leiden gedurende hetwelk zij twee onechte kinderen verkreeg bij zekeren Pieter van den Berg een van welken te Twello boven Couverden en de andere (de bovengenoemde Andries) te Vaassen in Gelderland zoude geboren zijn.-

Deze kinderen nu werden den 10 September 1819 herwaards getransporteerd op grond dat derzelve Moeder haar laatste domincilum binnen deze gemeente had. Dit was nu wel zoo niet

daar zij eigenlijk een zwervend leven leidde en evenmin hie als elders welligt bepaald gedomiliceerd was doch zoo veel was ten minsten waar, dat dezelve Jannetje Former ofschoon zeer zelden, des echter nu en dan, op Texel verscheen en als dan soms een kleinen wijl aldaar vertoefde om hare zwervende levenswijze voort te zetten.

In de hoop dan ook haar spoedig weder te zien opdagen en in de overtuiging die kinderen niet aan het gebrak ten prooi te mogen laten werden dezelven aangenomen en provisioneel onder directie en ter alimentatie gesteld van het algemeen armen bestuur dezer gemeente.

De voormelde Jannetje Lourens Former intusschen kwam niet te voorschijn- en tot voor zeer korten tijd was men volmaakt onkundig gebleven wat van haar geworden ware-

Thans echter heeft men de volkomene zekerheid dat die persoon zich in het najaar van 1819 met de woon heeft begeven binnen UEA Stad aldaar den 1 Juny 1820 in het huwelijk is getreden met zekeren Henricus Commis en vervolgens den 1 Maart 1824 aldaar is komen te overlijden.

Er blijft dus geen redelijke twijfel meer over of deze Andries behoort volstrekt niet tot deze gemeente maar had in tegendeel door UEA gemeente (of het algemeene armbestuur dezelve) moeten zijn opgenomen en daaraan datgene toegebragt wat tot heden door het algemeen armbestuur dezer gemeente heeft plaats gehad omdat het zelve steeds onbewust bleef aan het laatste domicile der moeder.

Ik heb de eer UEA met den naar het mij voorkomt gegronde aanspraak dier directie alhier bekend te maken en welke ten overvloede zich beroept op het KB van 28-11-1818 (Staatsblad N 40) waarbij alle soortgelijke onderwerpen geheel geregeld zijn- en het zal mij alzoo zeer aangenaam zijn van UEA te mogen vernemen hoedanige Maatregelen zullen moeten genomen worden teneinde den bewusten Andries naar UEA gemeente als de plaats van zijn onderstand domicilie te kunnen transporteren en men omtrent al het daarmede in verband staande zoo ras mogelijk handelen.

[De kinderen zijn hier verzorgd. Moeder is niet meer tevoorschijn gekomen. Zij blijkt hertrouwd te zijn in Zwolle, dus de kinderen horen daar. Andries moet maar daarheen].

[Jannetje Lourens Former (1783-1824) uit Oudeschild. Haar vader Lourens Luijtsz Former overleed in 1800 in Delfzijl, haar moeder in 1827 in Oudeschild. Men heeft blijkbaar niet geprobeerd de kinderen bij hun grootmoeder Martje Gerrits Bakker onder te brengen. Jannetje had 3 kinderen, Andries en 2 zoontjes met Pieter van den Berg, Laurens en Pieter, die beiden in 1811 zouden zijn gestorven (tenzij de Pieter gestorven in 1820 de zoon was en die in 1811 de vader, dat past beter in het verhaal van de Burgemeester)]

N 89 GS 25-7-1829

Dat de eilands bode Reijer Kikkert welke zich bij herhaling heeft schuldig gemaakt aan pligtsverzuim en nalatigheid in den uitoefening zijner bediening voor den tijd van 6 weken waarin ook de gemeente Raad in deszelfs vergadering op gisteren gehouden bewilligd heeft.

[Reijer Pietersz Kikkert (1760-1831) geboren aan den Hoorn]

N 90 25-7-1829 Gouverneur

Besluit van de Gouverneur tot het houden eener Jaarlijksche veulenmarkt en uitloving eener premie op denzelven ter waarde van f 25.- terwijl het mij zeer aangenaam zoude zijn de autoricatie Uwer Ex hierop zoo spoedig mogelijk te mogen bekomen ten einde de noodige Kennisgeving in de Haarlemmer en Leeuwarder Couranten tijden geschieden kunnen.

N 91 GS 30-7-1829

Te doen toekomen de rekening van het algemeen armbestuur over 1828

N 92 Gouverneur 3-8-1829 borderel van Liquidatie 357.49

N 93 Gouverneur 5-8-1829

Dekboekjes hengsten Rijkstoeterij te Borculo

N 94 Gouverneur 7-8-1829

Niet toepasselijk

N 95 8-8-1829 Aan de Gouverneur

Bij deze kennis te geven van den ontvang des staats van bedelaars gedurende de Maand Mei ll in de Ommerschans opgenomen voor zooverre die ten laste dezer gemeente komen.

Ofschoon nu niets door mij is aantevoeren tegens de erkenning van den daarop geplaatste Dirk Henkes zoo vind ik mij echter verpligt UEx kennis te geven dat die man hoogst waarschijnlijk alleen ten gevolge van huiselijke onaangenaamheden stil zich van huis heeft verwijderd, door den nood gedwongen is gaan bedelen en daarop gevat geworden naar de Ommerschans opgezonden is.-

Nu komt die persoon ten laste der plaatselijke gemeentekas, ware hij daarentegen terug, dan zoude hij zoo als hij tot heden altoos deed, in zijn eigen nooddruft voorzien en bijaldien ook dit onmogelijk ware en ook zijne vrouw, noch volwassen kinderen dit konden, ook dan nog had hij op geheele of gedeeltelijke ondersteuning aanspraak uit de diaconie Kas zijner gemeente doch kwam in geen geval ten laste van het algemeen, zoo als nu het geval is.-

Daarom en om dat zoo als ik stellig weer, dien Man de gedane stap reeds zeer berouwt heb ik bij de permanente commissie van weldadigheid reeds de noodige poging gedaan om ware het mogelijk dien persoon weder ontslagen te krijgen doch heb daarop bij missive van den 24 Julij ll N 14 vernomen dat zoodanig ontslag alleen stond ter beschikking van den Heer administrateur voor de gevangenissen en het armwezen doch dat in het algemeen geen dergelijk verzoek werd in overweging genomen voor de zoodanige personen geen vol jaar in de gestichten zijn geweest.

Het komt mij voor, dat het belang der gemeente haast vordert dat die man althans met het jaar ontslagen worde- Zijn eigen verlangen strekt daartoe en ik geloof niet dat hij eenmaal terug zijnde zich andermaal, door te bedelen aan het gevaar van opvatting zoude blootstellen.-

Uwe Ex met deze omstandigheden bekend makende zal het mij aangenaam zijn indien UEx te dien opzigte zoo eenige maatregelen zal gelieven te nemen als zij meest gepast zal oordeelen voor de plaatselijke Kasse ten spoedigste van dat bezwaar te ontheffen.

[Hij heeft spijt, zal het niet nog eens doen]

N 96 Militie Comm: 12-8-1829

Absent gebleven bij de Inspectie voor de eerste maal Jan Boon en J.C. Koppen, voor de 2e maal Willem Hemelrijk, Gerrit Kooger en Pieter v/d Woude, voor de derde maal Michiel Witte, Hendrik Troost

N 97 Hoofd Inspecteur van het Lager onderwijs 12-8-1829

[Opgetogen dankbetuiging over mooi rapport]

N 98 BM Haring Carspel 15-8-1829

Ontvangen f 104.- Dank!

N 99 GS 17-8-1829

Advertentien Veulenmarkt

N 100 Gouverneur 19-8-1829

Directie der haven

N 101 Militie Comm: 22-8-1829

Dat na gedaan onderzoek het mij gebleken is dat de voor absent opgegevene Jan Boon aan eene teringziekte is labourerende waardoor hij deszelfs ziekbed niet kan verlaten.

Dat daar de naast bijgelegen Militaire Gevangenis voor dit Militie kanton aan den Helder is gevestigd en de tijd te kort komt om de schuldigen hunne opgelegde straf nog voor den tijd tot afmarsch naar de respective Compagnien bepaald te doen ondergaan Neem ik de vrijheid UEWgestr: in consideratie te geven of het niet welligt doelmatiger zoude zijn uit aanmerking der boven gemelde redenen de personen bij mijne missive van den 12 dezer N 96 opgeven met uitzondering echter van J. Boon en G. Kooger de bepaalde straf by het garnisoen te doen ondergaan, hoezeer ik (indien de tijd zulks had gedoogd) gaarne aan deze personen een exempel had willen statueren vermits ik de personen van W. Hemelrijk, P. v/d Woude en H. Troost inzonderheid meer en meer als tegenstrevers der goede orde leer kennen.

[Jan Meijertsz Boon (1806-1829) overleed op 10 september]

[Gerrit Cornelisz Kooger (1806-1865) van Oosterend, woonde in 1829 in den Helder]

N 102 NM 27-9-1829

Dat de verlofganger Koppen Jan Corn: flankeur enz wegens ziekte buiten staat is de najaars exercitien voor dit Jaar bij te wonen [met certificaat van de eilandsdokter SJ Galama]

[Jan Cornelisz Koppen (1809-1835)]

N 103 29-8-1829 President der Regtbank in Eerste Aanleg te Alkmaar

Bijgevoegde rekest van de familie van Teunis Smit

Dat de zinneloosheid en woelingen van dien ongelukkigen meer en meer toenemen, weshalve het mij, om der publieke veiligheid wille, zeer gevallig zou zijn hierop zoo mogelijk ene favorabele dispositie te mogen erlangen.

N 104 31-8-1829 Gouverneur Vaccinatien

N 105 idem Prov Comm:

N 106 Gouverneur 2-9-1829 Zetters

H. van Heerwaarden, H. Boermeester, C.J. Dijksen, Jb. Brans, T. Zijm

N 107 GS 2-9-1829

Stichtingen van beurzen ten behoeve het onderwijs zijn alhier niet aanwezig.

N 108 2-9-1829 Gouverneur, Rekest Helena Plavier

Dat de rekestrante behoort tot die klasse der Maatschappij, welke niet dan met inspanning van alle vlijt het nodige onderhoud kan vinden, waardoor dezelver toestand vooral als weduwe, niet onder de gunstige kan gerekend worden, doch dat desniettemin de kieschheid mij verbiedt de rekestrante voortestellen als eenig aller bijzonderst voorwerp van medelijden of rampspoed, tot welke opinie der zelver rekest al ligtelijk aanleiding zoude geven.

Het zij mij alzoo vergund dezelver rekest in zoo verre te appuyeren als dat van elke weduwe die met zorgen een dagelijks stukje brood verdienen moet op dergelijke ondersteuning aanspraak mag maken.-

[Helena Plavier (1765-1842), dochter van Abraham Hendriksz Plavier en Johanna Maria Klijn, getrouwd in 1791 met Pieter Heden de Wit, kinderen Aafje, Johanna, Abram en Simon, waarvan alleen Johanna (1797-1859) volwassen werd. Johanna was de moeder en Helena dus de grootmoeder van Rensje Kok].

N 109 9-9-1829 Officier der Regtbank te Alkmaar

Teunis Smit is gisteren getransporteerd naar het Gesticht voor Krankzinnigen in de nabijheid van Haarlem, onder directie van den Heer van der Horst.

N 110 Gouverneur 10-9-1829

Toelage van f 120.- voor de onkosten van onderhoud, stalling en oppassing der hengsten uit Borculo is niet toerijkend.

N 111 Gouverneur 12-9-1829

Rekening van de gemeente ontvanger over 1828

N 112 BM Oosterzee Vriesland 15-9-1829

Verklaring gevraagd voor Trijntje Buis dienstbaar thans alhier wonende geboren den 12 van Herfstmaand 1809, staande onder voogdij, zou een huwelijk aangaan met zekere Cornelis Sluisman doch behoeft daartoe als geheel ouderloos zijnde overeenkomstig art. 160 des vigerende BW een consent gegeven bij eenen raad zamengesteld uit de familie of vrienden harer ouders onder voorzitting van den Heer Vrederegter van het kanton waar de voogd woonachtig is welke zulks naar aanleiding van ZM Besluit van den 9-3-1815 gratis doen zal en waardoor het oogmerk zal kunnen bereikt worden van een paar hupsche jonge lieden die door hun arbeidzaam gedrag verdienen te worden voortgeholpen.

N 112a Gouverneur 28-9-1829

Kwitantie voor overstorting f 83.28.5 voor de bedelaars weeshuizen in de Noordelijke Provincien

N 112b Gouverneur 1-10-1829

Geen acten van transactie

N 112c 1-10-1829 Gouverneur

f 42 verpleging van Bedelaars over 1825/26 en 27

N 112d Gouverneur 1-10-1829 geredresseerde mandaten

N 112e Gouverneur 3-10-1829

Hendrik Burger, buitenzeeman, wil remplacant stellen

N 112f 5-10-1829 Gedeputeerde Staten

Geene koepokentingen vanwege de mazelen

N 112g idem aan Prov: Comm:

N 112h Gouverneur 8-10-1829

Geene archiven van godshuisen of andere gestichten die tot het gemelde oogmerk zouden kunnen dienen.

N 112i 9-10-1829 Overleden Milicien Jan Boon- of zijne kleeding en equipment stukken enz, soo niet allen meer voorhanden zijn moeten worden ingetrokken daar hij volgens zijn zakboekje nog f 22.94 bij de Comp: te goed heeft.

N 112j Gouverneur 9-10-1829 dat den 1 September dezes Jaars alhier is overleden Jan Boon in leven flankeur bij de 1e Comp: 3 e Batt: 10e afdeeling infanterie oud zijnde 23 Jaren behoorende tot de ligting van 1825.

N 112k 10-10-1829 Aan de Dijkgraaf van Texel

Ik meen te hebben opgemerkt dat alhier het denkbeeld bestaat dat particuliere ofschoon overigens wettig zamengestelde Collegien en mitsdien ook het dykscollegie van Texel de bevoegdheid hebben om op eigen gezag te beschikken over het raadhuis dezer gemeente ten einde hare vergaderingen of bijeenkomsten te houden, zonder dat eene voorafgegane kennisgeving aan mij als hoofd van het plaatselijk bestuur dezer gemeente daarvan zoude te passe komen.

Ik heb de eer UEd uit dien hoofde optemerken dat dit zoo niet is- en dat, ofschoon het wel van zelven spreekt dat nimmer aan eenig wettig zamengesteld collegie door mij eene egschikte plaats zal worden geweigerd ten einde hare bijeenkomsten te houden des niet te min de goede orde en de geringe localiteit van ons Raadhuis volstrekt vorderen, dat over hetzelve Raadhuis nooit of nimmer worde beschikt ten minste 24 uren bevorens stellige kennisgeving alleen door middel van UEd bode bekomen en daardoor alle teleurstellingen aan UEd zijde worde voor gekomen, die anders ligtelijk konden voorgekomen worden.

N 112l Gouverneur 11-10-1829

Dat zich dezer dagen by den ontvanger der plaatselijke belastingen ontdekt heeft dat ten gevolge de 4000.- subsidie welke egdurende 4 jaren aan het dyksbestuur alhier verleend isen worde deze gemeente reeds sedert het vorige Jaar verstoken is van de 7 Opcenten over dezelfde Som van f 4000.- als welke anders door haar genoten waren en welk gemis alzoo deze gemeente zoude komen te staan op een Jaarlijks bedrag gedurende dien tijd van f 280- en dus gezamenlijk een verlies zoude toebrengen van niet minder dan f1120- zoo als dit alles is apparerende enz.

N 112m Gouverneur 12-10-1829 Volkstelling

Voor 1500 huisgezinnen invullingsbiljetten benoodigd.

N 112n Controleur N. Diep 14-10-1829 opcenten

N 112o Gouverneur 19-10-1829

Jan Boon- aangifte overlijden BS niet vermeld dat gemelden persoon in Militaire dienst was.

N 112p Gouverneur 23-10-1829

Dat Cornelis Jacobsz Roeper, plaatsvervanger van Biem Vlaming, geensints als deserteur kan aangemerkt worden. Hij is niet opgeroepen en dacht dat hij vrij was. Roeper is werkman in Alkmaar en zal dadelijk opkomen als hij wordt opgeroepen.

[Cornelis Roeper (1802-1861) uit Oudeschild, zoon van Jacob Cornelisz Roeper en Lijsbet Hendriks Koorn, ouders overleden in Den Helder en Akersloot. Getrouwd met Maaike Swang uit Dordrecht, zij en Cornelis zijn gestorven in Alkmaar].

[Biem Vlaming (1807-1861) van Oost, zeeman, zoon van Klaas Biemsz Vlaming en Aagje Jacobs Plaatsman, getrouwd met Antje Bakker van Oost in 1830, 4 kinderen].

N 112q Gouverneur 23-10-1829

Extracten uit de deliberatien van den Gemeenteraad

N 112r 23-10-1829 Aan de Burgemeester van Hasselt

Dat ik voor mij als in hoegenaamd geene betrekking staande tot den persoon van Jan Dito, die ik overigens wel kenne, bij geene mogelijkheid UEA zoude kunnen van dienst zijn tot bekoming der UEA toekomende f 48- te meer daar niets moeijelijker is dan geld van dien persoon te bekomen, wanneer ik tenminste de ingewonnen berigten mag geloven-

De eenige weg om éénmaal hetzij geheel of ten deele te bekomen zal zijn deze commissie aan den Heer Bok, één der Notarissen alhier, over te laten. Deze staat met Jan Dito in betrekking. Ik heb ook dien Heer reeds hierover gesproken, die mij beloofde aantekening van UEA schuldvordering te zullen houden en zoodra de gelegenheid zich voordoet UEA belangen te zullen waarnemen, hoewel ZEd mij verzocht heeft UEA wel te willen melden, dat hij volstrekt geen tijd daarvoor kan bepalen, alzoo Jan Dito schier altoos van kennis en nimmer bij kas was, en men dus geduldig eene voorkomende gelegenheid moest afwachten of die som bij gedeelten zien te innen.

N 112s Gouverneur 26-10-1829 Toren Oosterend

Dat het onvermijdelijk zal zijn dat eenige herstellingswerken geschieden aan den toren van de hervormde kerk aan het Oosterend alhier, zonder welke die toren gevaar zoude loopen gedeeltelijk te storten en mitsdien alsdan oneindig meerder zoude vereischen tot herstel dan dit bij eene nog tydige voorziening het geval kan zijn en zulks ten einde Uwe Ex hieromtrent de noodige voordragt zoude kunnen doen aan het departement van Marine door hetwelk deze Kosten gedragen worden uit aanmerking van het uitsluitende doel waartoe deze toren sedert langen tijd is blijven staan als strekkende tot een onmisbaar baken voor de Scheepvaarders op de Zuiderzee- zooals die toren dan ook altoos door het departement is hersteld geworden en nog laatstelijk ten gevolge van ZM besluit van 21 Junij 1821 N 79 destijds aan mij kenbaar gemaakt bij UEx missive van 14 Aug N 403/2868

N 113 Gouverneur 29-12-1829

Koninklijke Loterij

N 114 Gouverneur 29-10-1829

Terug te zenden ordonnatie ten behoeve van C. de Leeuw vermits dezelve met zijn huisgezin reeds sedert eenigen tijd van hier is vertrokken en zich op het eiland Marken bevindt.

N 115 GS 31-10-1829 begrooting 1830

N 116 4-11-1829 Burgemeester van Utrecht

Certificaat van onvermogen aangaande Ch.E. Ulrich om gelegaliseerd doopattest gratis aan te vragen. Gedoopt 26-2-1807 in de Lutherse kerk.

[Charlotte Ulrich (1807-1888), dochter van Johan Herman Ulrich en Antje Trap. Zij trouwde op 29-11-1829 met Pieter Jacobsz Eelman (1793-1867) van de Waal. Kind Johannes (1830-1896)].

N 117 Gouverneur 7-11-1829

Rekest der gezamenlijke buiten loodsschippers aan den Hoorn alhier woonachtig aan HEGA Heeren GS van NH stelt bygevoegde verklaring van eenige Schippers van Vischschuiten te Enkhuizen gecoteerd N 103/13509 en blijkens apostillaire dispositie van UEx van 29-10-1829 gesteld in mijne handen om berigt Consideratie en advis.-

Hetzelve kan zeer kort zijn-

Inderdaad ik zoude de waarheid te kort doen indien ik in eenig opzigt de bij dat rekest aangevoerde gronden en redenen voor hun verzoek tegensprak daar de minste Kennis met de Hoorner Stranden genoegzaam is om zich van derzelver juistheid te overtuigen en ik schroom dan ook niet deze zaak aan de welwillendheid en naauwkeurige aandacht van HEGA met ruimte aan te bevelen, overtuigd dat de bijzondere belangen der rekestranten en de Koophandel en de menschelijkheid hierbij even zeer een dadelijk belang hebben.

Ik moet echter bij deze gelegenheid Uwe Ex opmerken dat ik niet hoop dat, verondersteld dat er temne gevonden werden om aan het voormelde verzoek eene haven voor loodsvaartuigen aan het Hoorner Strand eenig gevolg te geven dat dit alsdan de niet minder noodzakelijke verbetering der haven aan het Oudeschild alhier als het ware zouden doen achten als in dat geval minder noodig of welligt nutteloos te worden. Men zoude zich zeer daarin bedriegen daar beide belangen van elkander geheel afgescheiden zijn en de haven die men op goede gronden beweert dat thans aan den Hoorn noodig wordt toch nimmer grooter of dieper zoude behoeven te zijn dan alleen voor de loodsmansvaartuigen terwijl het belang van alle overige Zuiderzeevaarders en mitsdien ook Enkhuizer visschers steeds in eene doelmatige verbetering der haven aan het Oude Schil genoegzaam voldaan konde worden.

En het is daarom dat ik met de aanbeveling van die rekesten verzoek steeds en niet minder de behoefte der haven van het Oudeschil aan de belangstelling van UEx blijf aanbevelen.

N 118 Gouverneur 9-11-1829

Rekest Kerkvoogden der Hervormde Gemeente van Oosterend

N 119 12-11-1829 Gouverneur

Gouden medaille voor Doctor Galama

[Biografisch portaal, citaat uit Van der Aa: Sipke Jans Galama (1800-1858) uit Harlingen, zoon van Jan Sipke Galama. Hij studeerde eerst te Franeker, daarna in Groningen. In 1821 werd hij daar bevorderd tot geneesheer, terwijl hij later ook het doctoraat in de heel- en verloskunde daar ontving. Dokkum 1822, Rinsumageest 1825, Murmerwoude 1827, Texel 1829, Sneek 1831. Getrouwd met Sipkje Visscher (1778-18xx)].

[Kinderen: Cornelis Jacobus, Weltje Elisabeth, Cornelia Sipkje, Cornelia Sipkje, Sipkje, Antje, Sipke Jans. Cornelis werd geboren in 1830, overleden 4-11-1857]

N 120 12-11-1829 Gedeputeerde Staten

Deliberatien Gemeenteraad aangaande het Eilandshuis staande aan den Hoorn

N 121 Gouverneur 16-11-1829

Bij het rondbrengen der invullingsbiljetten benoodigd tot de opneming der bevolking in deze gemeente ben ik tot mijn groote bevreemding ontwaar geworden dat aan het getal derzelve nog 150 stuks ontbreken.

N 122 Militie Comm: 18-11-1829

Willem Hemelrijk- Hendrik Troost- Arie Remmerts [wilt u die straffen?]

N 123 Gouverneur 27-11-1829

Staat, in de acte der tauxatie voorgeschreven

N 124 GS 2-12-1829

Ordonnatie ten behoeve CC. Bakker ontvangen en uitgereikt.

N 125 GS 2-12-1829

Ordonnantie ten behoeve van het gemeentebestuur ontvangen.

N 125a Gouverneur 7-12-1829

Terug te zenden ordonnantie tbv C. de Leeuw, nu te Marken

N 126 7-12-1829 Gouverneur, Haven achter de Hors

Dat ten gevolge eener Conferentie gehouden met de voornaamste der rekestranten en den Commissaris der Loodsen P. Duijnker volgens hin gevoelen de plaats der verzochte haven zoude moeten zijn op het eiland Texel achter de Hors aan de Strandzijde op het einde der Steenen glooying die aan de duin ligt (Molwerk) dat de wijze hoe dit zoude moeten aangelegd worden ten einde de minste kosten te vereischen een zaak is waarover de adressanten zich niet kunnen of durven uit te laten, als alleen door deskundigen te bepalen. Dat echter derzelver ruimte steeds zoo groot zoude moeten zijn om desnoods eene 30tal kleine vaartuigen te kunnen bevatten en derzelver diepte op 2 el (6 of 7 brede voeten) by laag water zoude moeten zijn.

Ik neem deze gelegenheid waar om hun verzoek andermaal te ondersteunen daar de ondervinding dezer dagen het hooge belang voor de Commercie eener zoodanige haven op nieuws heeft doen inzien.

N 127 Gouverneur 7-12-1829

Redding door Reijer Smit cs

Dat de redding van den kapitein en equipage van het verongelukte schip Farald Baland, alleen is toeteschrijven aan de buitengewone moed en volharding der voorn: schipper R.H. Smit en Cons. en die redding niet heeft kunnen volbragt worden, zonder zich zelven en het zijne aan het dadelijkste lijfsgevaar te hebben blootgesteld, waarbij niet moet uit het oog verloren worden, dat hetzelve is ten uitvoer gebragt met een vaartuig dat door de behoeftige omstandigheden van Reyer H. Smit alles behalve in staat is, om met eenige hoop op goeden uitslag zich op zulke hooggaande zeeën te wagen als ten deze het geval was.

Dat die man reeds herhaalde malen is werkzaam geweest in de edelmoedige pogingen tot redding van ongelukkigen, die (naast de voorzienigheid) alleen aan hem, hun leven te danken hebben- en dat alzoo deze R.H. Smit alle aanspraak heeft op eene onderscheiding.

Alleen neem ik de vrijheid per slotte optemerken dat ik gelove dat eene geldelijke belooning wel de aangenaamste en doelmatigste zal zijn voor een man die vrouw en 6 kindeen heeft in de wezelijken zin des woords gebrek lijdt en die met onophoudelijk tobben en zwalken op de Noordzee met gevaar van gezondheid, lijf en leven, dit geheele jaar geen f 180- heeft kunnen verdienen! Al het welke dan op den persoon van Willem Gomes, een zijner metgezellen, evenzeer van toepassing is en hetwelk helaas wel het lot is dat thans een geheele stand drukt van menschen zonder welke geene Commercie denkbaar is, die als zoodanig de volste aanspraak hebben op een eerlijk en genoegzaam onderhoud en des niet te min volgens de bestaande orde van zaken in den letterlijke zin in de Noordelijke Zeehavens geen genoegzaam brood kunnen verdienen.

[Reijer Hendriksz Smit (1791-1848) van Oudeschild, zeeman]

N 128 Gouverneur 10-12-1829

Dat alhier geene verlofgangers aangekomen zijn.

N 129 Gouverneur 10-12-1829

20 stuks attestatie de Vita

N 130 BM Helder 17-12-1829

Pietertje van der Wijk

N 131 Gouverneur 17-12-1829

Dat de persoon van R. Smit een huisgezin heeft van vrouw en 6 kinderen. Willem Gomes vrouw en 5 kinderen en Meindert de Boer 18 jaar oud en ingehuwd is.

Betreffende de verhouding die in acht zoude behoren genomen te worden bij eene eventuele beloning heb ik de eer Uwe Exc: optemerken dat in alle gevallen de eerste persoon R. Smit als eigenaar der schuit een dubbel aandeel zoude dienen te hebben een voor zich en een gelijke voor de Schuit; dit is eene gewoonte die alhier als ware kracht van wet bekomen heeft en zonder uitzondering in alle soortgelijke gevallen wordt in acht genomen, terwijl ik het overigens aan Uwe Exc: beter oordeel zelve ter beslissing overlaat in hoeverre R. Smit en W. Gomes als ouders van talrijke huisgezinnen behoren te worden beloond boven den derde die alleen voor zich te zorgen heeft en als ongehuwd en kinderloos dan ook niet kan geacht worden die zelfs opoffering in de bewuste redding te hebben betoond als welke moet verondersteld worden indedaad bij de eersten te zijn geweest, aanwezig.-

N 132 GS 18-12-1829

Staat der alhier aanwezig zijnde brand-blusch-middelen

N 133 Gouverneur 18-12-1829

Getal der hervormde zielen

N 134 Gouverneur 21-12-1829

Rekest Regenten van algemeen Weeshuis

N 135 GS 21-12-1829

Extracten uit de deliberatie van den Gemeenteraad

N 137 Gouverneur 22-12-1829

Voorstel om A. Former, als volstrekt niet tot deze Gemeente behorende, maar als een Rijksinboorling waarvan het domicilum onbekend is gebleven te doen beschouwen.

N 138 Secr: Generaal van Marine en Kolonien 22-12-1829

Quarantaine van de manschappen en vaartuigen die in aanraking geweest waren met het uit Alexandrië in Afrika gekomen schip De la Garde. Zij zijn na de noodige herhaalde visitatie op den 21e daarvan ontslagen.

De Heer Ahlé is naar ik meen in den Jare 1822 door den Heer voormaligen Gouverneur dezer Provincie tot visitateur van besmette verdachte en alhier gestrande Schepen benoemd. Ik heb deze Heer verzocht my visie te geven zijner aanstelling, dan deze scheen voor het oogenblik in het ongerede te zijn geraakt. Doch ZEd heeft my eene missive van denzelven Heer Gouverneur laten zien van 1 Nov 1828 N 15/5801 waarin hij als visitateur genoemd wordt.-

N 139 Gouverneur 24-12-1829

Tabellen

N 140 29-12-1829 Provinciale Commissie

Geene veranderingen in het medisch personeel, alleen zedert eenigen tijd is overleden de chirurgijn George Theodoor Otto.

N 141 Gouverneur 29-12-1829 Patentzegels

N 142 Gouverneur 31-12-1829

Naamtekening van Leden van de Raad met tekenbevoegdheid: GCW Reinbach, G.M. Hillenius, C.B. Bakker

N 143 Gouverneur 31-12-1829

Staat der bevolking van de onderscheidene Godsdienstige gezindheden

N 144 31-12-1829 Ingekomen uit andere Provincien

J.F. Schönfeld, met vrouw en kind en meid van Ameland, beroepen predikant te Oudeschild

en C.C.G. Offerhaus, beroepen hervormd predikant aan den Hoorn met vrouw uit Loppersum. Niemand vertrokken.

N 145 Gouverneur 31-12-1829

Geen transactie Plaatselijke belastingen

N 146 Gouverneur 31-12-1829

Dat op den 20e dezer maand alhier is overleden Johan Adam Kalf geboren 23-1-1738, gepensioneerd dienaar der Justitie binnen deze gemeenet woonachtig geweest zijnde en een Jaarlijks pensioen van S' Rykswege genoten hebbende ad f 144.-

Boek 332

1830

N 1 Gouverneur 4-1-1830

Staat der geboorten en Huwelijken en Sterfgevallen over 1829

N 2 6-1-1830 Aan de Gouverneur, Reekst van P.J. Gordijn, zich noemende Plattelands heelmeester en alhier gedomicilieerd, doch thans in het Huis van Arrest te Alkmaar.

Het voormeld rekest bevat eene mengeling van waarheid en onwaarheid- bepaaldelijk wat aangaat het bekomem van patent als Plattelands heelmeester over 1829 hetwelk zoude blijken uit de Kohieren dezer gemeente als zijnde op die kohieren integendeel by Speciale Nota de volgende woorden gesteld:

Het Patent wordt door den Burgemeester geweigerd uit hoofde deze belastingschuldige P.J. Gordijn geen diploma kan bewijzen.

Ten gevolge waarvan aan P.J. Gordijn geen patent voor den Jare 1829 is toegestaan.- terwijl het er zeer verre af is als had de rekestrant in der tijd ter goeder trouw gemeend door eene acte van Patent de vrye uitoefening van zijn beroep verkregen te hebben; neen- verre van daar! Nimmer is de rekestrant onbewust geweest dat geen patent alleen hem vrijheid gaf de practijk uit te oefenen. Maar alleen eene aller verregaandste onbeschaamdheid en herhaald moedwillig verzet tegen alle mijn ernstige en herhaalde vertogen gepaard met de hoop op Straffeloosheid volslagen minachting eindelijk van alle openbaar en regterlijk gezag. Ziedaar alleen wat de oorzaak zyner tegenwoordige straffe is.-

[Gordijn had belastingschuld en kreeg van de Burgemeester daarom geen patent voor het jaar 1829, was dus niet bevoegd in dat jaar]. Patent geweigerd uit hoofde [dat] deze beschuldigde geen diploma kan bewijzen. [Ook drank in het spel] geen aanmerkingen op gedrag gedurende de laatste maanden. Nader examen voor rehabilitatie ten einde de dierbaarste belangen mijner ingezetenen tegen onkunde en dronkenschap beveiligd worden.

N 3 GS 7-1-1830 Vaccinatien

N 4 Prov: Comm:

N 5 Gouverneur 8-1-1830

Rekest van den pastoor de RC gemeente aan het Oudeschil

Dat beide alhier zijnde RC geestelijken door hun minzaam, bescheiden en Christelijk gedrag zich aller achting waardig maken.

N 6 Gouverneur 11-1-1830 getal trekpaarden

N 7 Gouverneur 26-1-1830 Toren Oosterend

Sinds dien tijd zijn redenen tot voorziening in de bouwvalligheid dier toren niet verminderd en ik vermeen alzoo ten einde dreigende ongelukken te voorkomen en opdat van het nu aanstaande saisoen alle party getrokken worden niet te mogen nalaten deze aangelegenheid andermaal aan de herhaalde oplettendheid van Uwe Exc: te moeten aanbevelen.

N 8 Gouverneur 28-1-1830

Rekest Pastoor

N 9 28-1-1830 Gouverneur, onderstandsdomicilie van Jannetje Bakker

Bedelaarskolonist in de Ommerschans, dochter van Hendrik Bakker en Stijntje Buissekool, die is gestorven in 1814 aan den Burg. Hendrik Bakker is toen in Amsterdam gehuwd met zekere Doortje …. Hij heeft gediend als stuurman ter koopvaardij en hij, of liever deszelfs huisvrouw, woont nog steeds in Amsterdam (achtereenvolgens in de Visserstraat, Smaksteeg en Langestraat). Jannetje Bakker is in 1815 van hier vertrokken en nimmer weder op Texel geweest, als 3 dagen in 1820 met haren zoon, gezegden man Jan Bremer om de familie te bezoeken en daarop dadelijk weder vertrokken zonder dat men haar ooit heeft terug gezien.

Texel is geen domicilie van onderstand van Jannetje Bakker, maar Amsterdam.

Stijntje en Martje Buisekool hebben nimmer te Amsterdam gewoond.

[Jannetje Hendriks Bakker (1793-18xx)]

N 10 x 18-1-1830

Dat Hendrik Kerkmeyer hier geen roerend of onroerend goed heeft bezeten.

N 11 Gouverneur 29-1-1830 NM

N 12 Gouverneur 29-1-1830 NM

N 13 Kommanderende Officier der 10 afd Infanterie te Gorinchem

Dringend verzoek namens de erfgenamen van Jan Boon mij te informeren welke de beste en onkostbaarste wijze zoude zijn om voor hen die dit zeer behoeven te bekomen hetgeen denzelven Jan Boon nog van achterstallige Soldij te goed was en hetwelk volgens opgave f 27 of daaromtrent zal belopen.

N 14 Kolonel of Kommanderende Officier der 10 afd Nat: Infanterie 30-1-1830

Certificaten voor volbragten dienst

Ligting 1817 Spreeuw Michiel 1823 Vries Tjalling de 1824 Hin Pieter

Van activen dienst

1825 Kooyman Meindert 1826 Goudsmit Abram rempl: voor Cornelis Boon 1827 Klik Jan rempl: voor Jan Kuyper

broeder in dienst Wyn Hendrik de, Geus Hendrik, Vlaming Jacob, Boer Dirk de, Bethlem Cornelis

terwijl Boven Meindert en Buyskes Johannis zijn overleden

Welke ontbrekende stukken door de stremming der Communicatie met den vasten wal die reeds eenen geruimen tyd heeft aangehouden en thans door meer en meer toegenomene vorst en vermenigvuldiging van drijfijs hoogst moeyelijk en zeer irregulier is niet zijn ontvangen (doch die ik zoo haast dezelven zijn ontvangen in het postkantoor, zal doen bezorgen).

[Uitstel tot 2e zitting] als wanneer ik hope niet door wind of weer terug gehouden te zullen worden.

[Buisman: 1829-30 Zeer strenge winter, eind jan dieptepunt]

N 16 GS 10-2-1830 Belastingen

N 17 12-2-1830 Gouverneur, over de krankzinnige A. Former, 2 bladzijden

Rekest door het Plaatselijk bestuur van dit eiland aan ZM ingediend betreffende den krankzinnigen Andries Former als mede de daarbij gevoegde Correspondentie van B&W van Amsterdam [enz] gesteld in mijne handen om b c en a.

Ik kan niet beter doen dan Kopielijk hierbij overteleggen de stukken die mij den 10-9-1819 door den dienaren der Policie van Amsterdam, welke dienaren A. Former begeleid hebben op last van Heeren Burgemeesteren aldaar zijn ter hand gesteld geworden. Uit die missive van Heeren Burgemeesteren staat met zoo vele woorden dat A. Former en zyne Zuster (nu reeds overleden) destyds te Amsterdam zyn op straat neder gezet en verlaten en daarop naar het schynt op grond van eenige zaken by hen gevonden Extract uit het register van ingekomene voorwerpen in het bedelaarsgesticht te Hoorn hierbij gaande sub b door my in der tyd aan voornoemde Heeren Burgemeesteren onverwijld eene missive is gezonden mede kopyelijk sub c hiernevens gaande en in welke reeds destijds ik heb aangevoerd door eene provisonele opneming der kinderen volstrekt niet te willen erkennen dat juist deze gemeente het onderstands domicilie dier kinderen zoude uitmaken.

Ik vermeen alzoo hierdoor genoegzaam bewezen te hebben

1 dat die Kinderen in Amsterdam verlaten zijn

2 dat dezelven op last van Heeren Burgemeesteren dier Stad herwaarts gevoerd en den 10 Sept: 1829 [1819] aangekomen zijn.

In hoeverre nu hieruit gevolgen afteleiden zijn waaruit men zou kunnen afleiden dat Amsterdam het onderstands domicilie in het onderhavige geval zoude zijn laat ik ter beoordeeling over. Maar zooveel is naar myn oordeel zeker dat het zooland alle stellig bewijs ontbreekt dat Andries Former de oudste zoon is eener Texelsche. Tot zoolang het altoos eene hardheid zoude zijn daarmede die Gemeente te belasten dan welke die verlatenen als op goed geluk af eenmaal is toegezonden en alleen uit barmhartigheid reeds te lang is ten koste derzelver is onderhouden.

N 18 Kommandant Gorkum 12-2-1830

Toetezenden het doodcedul van den Flankeur Jan Boon

N 19 15-2-1830 Gouverneur

Dat het doen eener jaarlijksche opgave van kinderen bestemd om naar de etablissementen der Maatschappij van Weldadigheid te worden opgezonden op deze Gemeente niet van toepassing is.

N 20 Kommandant Gorkum 17-2-1830

[Het geld van Jan Boon geeft men niet zomaar af]

N 21 Nikolaas de Groot 17-2-1830

Afrekening als plaatsvervanger [van Jan Boon?]

N 22 Militie Comm: 17-2-1830

Dat Willem Hemelrijk en Hendrik Troost zijn niet op inspectie opgekomen en zich mitsdien geheel wederspannig aan de bevelen van hoogere Authoriteiten hebben betoont.

N 23 20-2-1830 Comm Comp Mariniers Rotterdam

Marinier Meijert Bethlehem is overleden in het laatst der maand January in het hospitaal aldaar. Dit stelt deszelfs broeder C. Bethlehem van den dienst vrij. Gevraagd om attestatie van overlijden, en of er eenige nalatenschap door zijn broeder en erfgenaam kan worden gereklameerd.

[Meijert Bethlehem (1808-1830) zoon van Simon Cornelisz Bethlehem en Ester Meijerts Duijnker. Overleden op 31-1-1830. Cornelis was zijn halfbroer, zoon van Bregje Gerrits Kikkert (1776-1839)].

N 24 Mil. Comm: 22-2-1830

Doodcedul voor Meindert Boon en Johannes Buikes

N 25 A. Pieters te Helder 2-3-1830

Dat door U kan worden gedisponeerd over de som van f 31 wegens schadeloosstelling van het voor Uw woonhuis aan het Oudeschil gemaakte bordes en nog f 5 ter tegemoet koming in de helft van het verleggen der bewuste waterleiding.

N 26 Komm: Gorkum 3-3-1820

[getekende stukken in duplo terug] weshalven ik vertrouwe dat hiermede aan UWE intentie zal zijn voldaan terwijl de erfgenamen voor het overige de toezending der bewuste gelden zullen afwagten op die wijze als UWE zult vermeenen meest gepast te zijn.

N 27 Gouverneur 6-3-1830

Dat door mij uit hoofde van gebrek aan Personeel niet kan worden voldaan aan UEx aanschrijving van den 15 december N 194/2536

N 28 Gouverneur 6-3-1830

Rekest Diaconen van Hervormde Gemeente aan het Oudeschil

N 29 Gouverneur 10-3-1830 belasting

In deze gemeente geen wijnkooper

N 30 Mil. Comm: 12-3-1830 Militieraad

N 31 Gouverneur 15-3-1830

Dat voor zoo verre de visscherij in de binnenwateren op dit eiland betreft dezelve een merkelijk nadeel ondergaan heeft van den Strengen en langdurigen Winter en voornamelijk de snoek en aal bijzonder daardoor geleden hebben.-

N 32 Gouverneur 18-3-1830

Proces verbaal verhing van eenige Landerijen

N 33 Gouverneur 27-3-1830

Kosten Staatsblad

N 34 Off: admin: flankeur batt: 10 afd: infant: Gorkum 27-3-1830

De goede ontvangst der missive van 20 dezer N 35 met de ingesloten assignatie ad f 26.04 en UWEfgest: namens de erven J. Boon hunnen hartelijken dank te betuigen voor de door UWEdgestrenge ter dezer zake genomene moeite.-

N 35 29-3-1830 Minister van Financien

Ontvangen f 50 ten behoeve van Helena Plavier

N 36 Gouverneur 1-4-1830

Transacties plaatselijke belastingen

N 37 6-4-1830 Gouverneur, Bedelaars-kolonist Jantien of Jannetje Bakker

Burgemeester is er niet van overtuigd dat Texel voor haar moet betalen.

N 38 Gouverneur 7-4-1830

Rekest Hervormde gemeente aan den Burg

N 39 8-4-1830 President Provinciale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt

Dat de 5e dezer van eenen zoon verlost zijnde zekere Antje de Wit, huisvrouw van J. Verberne alhier aan den Burg woonachtig, aan den de gevolgen dier verlossing is overleden op hedenmorgen. De vrouw is aanvankelijk bijgestaan en verlost door de aan den Burg wonende vroedvrouw J.H. Rechlien. Gisterenavond echter en hedennacht is de Vroedmeester H.M. Ahlé ter hulp geroepen op verzoek der familie, waarbij echter voormelde vroedvrouw niet moet tegenwoordig zijn geweeest, alzoo naar ik verneem, die op dat oogenblik bij eene andere vrouw op eenen geruimen afstand van den Burg geroepen, en dus verre van den hand was. Alle hulp is echter te laat gekomen.

Ik hoop dat voormelde vroedvrouw ten dezen in alles naar aanleiding van het KB van 31-5-1818 N 66 zal gehandeld en behoorlijk UWEdgestr van deze omstandigheid kennis gegeven hebben. Ik begreep dat deze zaak van genoegzaam belang was om ook van myne zijde UWEdgestr: hiervan onmiddellijk berigt te geven.

[Jan Verberne (1799-1880), zoon van Jacob Pietersz Verberne en Antje Jans van Heerwaarden was weduwnaar van Jantje Krijnen (1800-1828), met wie hij in 1821 getrouwd was. Er waren 4 kinderen, waarvan in 1828 2 nog in leven, Jacob van 4 jaar en Jannetje van nog geen 3 maanden. Jan trouwde op 25 januari met Aafje Klaas de Wit (1796-1830) uit Oudeschild. Hun zoon Klaas (1830-1849) bleef in leven.

N 40 Gouverneur 14-4-1830

Eerste onderwijzers

W. Brouwer 650, P. de Ridder 650, T.R. Zwaal 400, J.P. Bouwma 400, H. Bakker 300, A. Visser 300, H. Smit 210

Tweede onderwijzers of ondermeesters

S. Kleyenburg, H. Gersen, M. Hillenius 250

N 41 GS 21-4-1830 Vaccinaties

N 42 Prov. Comm: idem

N 43 GS 24-4-1830

De dispositie aangaande verpleegde vondelingen en verlatene kinderen is op deze gemeente niet toepasselijk.

N 44 Prov. Comm: Geneeskundig onderzoek te Haarlem 28-4-1830 Antje de Wit

Stukken proces verbaal geneesheer Ahlé, vroedvrouw Rechlien, weduwnaar Verberne

Wat aangaat het tweede lid Uwer Missive zoo verzoek ik de volgende omstandigheden in aanmerking te willen nemen door welke Zamenloop de voormelde J.H. Rechlien niet op de lijst der geneeeskunstbeoefenaren binnen deze gemeente bekend staat.

De gezegde Johanna Rechlien is een dochter van Helena Schierecke, zij liet zich voor ongeveer 7 à 8 jaar als vroedvrouw examineren en verkreeg een volledig diploma als zoodanig, hetwelk aanleiding gaf dat zij bij enkele gelegenheden van ziekte of afwezigheid harer moeder eene verlossing deed, zonder daartoe eene speciale vergunning of ook eenig tractement van Eilandswege te genieten. Dit duurde tot voor ongeveer 2 Jaren geleden, wanneer de vroedvrouw Klaasje van Gent aan het Oudeschild komende te overlijden, Helena Schierecke naar het Oudeschild werd verplaatst, en alzoo destijds de Heer Zegers die ook art.obst.doctor was alhier beroepen en aan den Burg woonachtig was, zoo werd bij het Plaatselijk bestuur in overweging genomen of de vroedvrouwsplaats aan den Burg zoude worden vervuld, dan niet.

Het onverwacht vertrek intusschen daarop van voorm: Hr. Zegers gaf al weder aanleiding dat men hangende de deliberatien van de Raad en de bestaande vacature haar Provisioneel en tot gerijf der ingezetenen op haar diploma af de vroedkunde al uitoefenen en van het gratis bedienen der armen eene douceur toelegde en welke staat van zaken heeft geduurd, zonder dat zij immer is benoemd geworden tot vaste vroedvrouw en alzoo alles te beschouwen als eene provisionele maatregel, die de nood in der tijd vorderde, maar thans kan geacht worden te zijn weggenomen, weshalve dan op dit Jaar te dien aanzien eene definitieve maatregel te dien aanzien zal genomen worden.

Ik (hoop) vertrouw dat deze toevallige zamenloop van omstandigheden in aanmerking dit een en ander tot genoegzame motieven bij UWEgestr: zal strekken waarvan tot heden de bedoelde opgave niet is gedaan aie anders nimmer verzuimd is geworden.-

[Johanna Rechlien (1792-1867) geboren in Amsterdam, dochter van Johan Friedrich Rechlien (17xx-1800) uit Pommeren, Duitsland, en Helena Schierecke (1756/57-1835) uit Amsterdam. Johanna was in 1815 getrouwd met barbier Nanning Dirksz Kikkert (1797-1880), 7 kinderen, waarvan het oudste jongetje geboren en gestorven was in 1814. Het jongste kind werd geboren op 23 november 1830. Johanna had een ruime ervaring met bevallingen, ook van haarzelf].

[Helena Schierecke (1756-1835 had behalve Johanna nog een dochter Dorothea Marie Christiane (1788-1835) en een zoon Carel Frederik (1794-1848). Beiden zijn overleden op Texel. Dorothea was in 1817 getrouwd met Teunis Rutsz Schaatsenberg (1786-1820), daarna met Arie Ariesz Leijen (1780-1855). Carel (1794-1848) was genees- heel- en vroedmeester. Hij was op 26-8-1814 op Texel getrouwd met Maartje Dirks Kikkert (1794-1847). Zij overleed in Muiden. 5 kinderen].

N 45 29-4-1830 Gouverneur, Rijkshengsten anderhalve bladzijde

N 46 Gouverneur 4-5-1830

Hendrik Bakker was in 1814 van hier naar Amsterdam vertrokken en daar in 1816 in tweede huwelijk getreden met Doortje Dros. Jannetje Bakker was altijd bij Doortje Dros thuis geweest (in een burgerlijk fatsoenlijken toestand). Jannetje Bakker was minderjarig en volgde dus haar vaderlijk onderstandsdomicilie te Amsterdam.

Rob Gomes NHArchief: Hendrik Albertsz Bakker (48), weduwnaar van Sijntje Buisekool, trouwde in Amsterdam op 28-8-1816 met Doetje Douwes Tjebbes (48).

N 47 8-5-1830 Gedeputeerde Staten, A. Former

Dat in de maand December des voorigen Jaars door ons aan ZM de Koning is ingeleverd geworden een adres betrekkelijk zekere Krankzinnigen die gezegd werd A. Former genaamd te zijn in Sept: 1819 als een verlaten Kind in Amsterdam is gevonden en op last van Heeren Burgemeesteren der Stad den 8 Spet: 1829 [19] naar herwaards is vervoerd op grond dat deszelfs moeder Jannetje L. Former zoude genaamd zijn en binnen deze gameente laatst gedomicilieerd geweest zijn en bij welk adres wij ZM verzochten dat het Hoogstdezelve mogt behagen dit ongelukkig voorwerp als niet tot deze gemeente kunnende gebragt worden op Rijkskosten in eenig daartoe geschikt eatblissement te willen plaatsen.

Wij hebben de eer hetzelve adres ten overvloed kopijelijk hiernevens overteleggen (bijl. 1).

[teruggezonden om b c en a, N 57]

Thans blijkt het bij voorn: Missive van den Heer administrateur voor de gevangenissen en het armwezen dat ons adres verzonden is aan UEGA ten eind te beslissen welke gemeente het onderstands domicilium van A. Former is.

Met zoo weinig woorden als mogelijk is willen wy alsnu beproeven op eene voldoende wijze te betoogen dat deze gemeente het onderstands domicilie van A. Former niet is, het geheel aan de wysheid van UEGA overlatende te bepalen welke gemeente dit onderstands domicilie wel is.

Immers

Het is eene daadzaak dat A. Former in September 1819 te Amsterdam op straat is neder gezet en verlaten.-

Deze A. Former nu weet niemand van waar hy gekomen of wiens kind hij is- Men zegt dat zyne moeder eene Texelsche en zyne geboorte plaats Vaassen in Gelderland was- het bewys echter voor beide ontbreekt niet alleen, maar zelfs uit een opzettelijk onderzoek by den Heer Burgemeester van Vaassen doen blyken dat de geheele opgave van afkomst en geboorteplaats onjuist en verkeerd gedaan is (zie bijl. 2) en zooveel is zeker dat hij niet binnen deze gemeente geboren is.

Het is al verder waar dat deze A. Former in 1819 alleen op de aanwyzing van zeker Extract uit het register van ingekomen voorwerpen in het bedelaars gesticht te Hoorn dd 29 April 1819 en dat by hem schijnt gevonden te zijn naar Texel is vervoerd- welk Extract op zich zelve echter hoegenaamd geen bewijs kan opleveren daar hetzelve zeer waarschijnlijk is geformeerd geworden op het getuigen af eene landloopster de Juistheid wier verklaringen genoegzaam daaruit blijkt dat de door haar opgegeven geboorteplaats van A. Former geheel onjuist is.

Het is eindelijk waar dat reeds in 1819 toen voormelde A. Former op dit Eiland werd aan wal gezet dat toen reeds door den Burgemeester van van hetzelve is geprotesteerd tegen alle opvatting als zoude deze gemeente dan die provisionele opneming moeten beschouwd worden alsdeszelfs wettig domicilie van onderstand te zijn.-

Uit alle dez daadzaken volgt derhave dit:

1 Dat alle stellig bewijs ontbreekt dat de personen die door Heeren Burgemeester en Wethouderen van Amsterdam den 8-9-1819 is herwaards gevoerd de Zoon is eener Texelsche-

2 Dat het eenige Stuk naar aanleiding van hetwelk men vermoedde dat Texel de laatste woonplaats der moeder zoude zijn geweest, blijkt zoodanig verkeerde opgaven te behelzen dat hetzelve hoegenaamd geen vertrouwen kan inboezemen zelfs niet om te dienen als begin van bewijs-

3 Dat dezelve A. Former volgens de eigene verklaring van Heeren Burgemeesteren van Amsterdam by missive van 8-9-1819 door de moeder aldaar zijnde nedergezet en verlaten, Men met grond mag veronderstellen dat hij reeds van dat oogenblik af had moeten zijn ten laste dier stad tot tyd en wijle men het ware onderhouds domincilie van hem A. Former met zekerheid ontdekt had-

4 Dat eindelijk dit bestuur alzoo behoort te worden ontlast van een bezwaar dat zy nooit anders dan provisioneel heeft op zich genomen en naar aanleiding van art. 13 van het besluit van 28-11-1818 en hetwelk by volslagen gemis alhier eener doelmatige verblijfplaats van zulke ongelukkigen meer en meer kostbaar wordt-

Wij vermeenen ten deze genoegzaam te hebben aangetoond dat deze gemeente niet niet is het onderstandsdomicilie van den genoemden A. Former en verwagten overigens met vertrouwen de uitspraak die het UEGA in derzelver wijsheid behagen zal ten deze te nemen.

N 48 Mil. Comm: 14-5-1830

Inspectie verlofgangers met uitzondering echter van Gerrit Koger en Hendrik Troost

N 49 18-5-1830 Gedeputeerde Staten

Dat reeds zedert 1 January 1829 alle begraving in de kerken alhier volstrekt hebben opgehouden en alle de begraafplaatsen binnen deze Gemeente in zoodanige staat zijn, dat daarvan behoorlijk gebruik kan worden gemaakt, gelijk dan ook zonder onderscheid zedert voormeld tijdstip af geschiedt.

N 50 Gouverneur 17-5-1830 Volkstelling

N 51 17-5-1830 Commissie Landbouw 2 ½ bladzij stierenkeuring

Keurmeesters: BG Hendrik van Heerwaarde, Jacob Zuidewind, HN Sijmon Daalder en C.W. Bakker, OD en WL Hendrik Brouwer en Jacob C. Dijksen, Koog Pieter Dogger en Joris Schrama

N 52 28-5-1830 Toren Oosterend

N 53 Gouverneur 28-5-1830

Rekest van Hendrikje R. Huisman huisvrouw van Jan Buis

Waarom haar zoon Reijer Buis plotseling in dienst moest

N 54 GS 1-6-1830

Dat alhier geene doofstommen beneden den 18 Jaren oud woonachtig zijn.

N 55 GS 1-6-1830 Bakkerijen

N 56 Kadaster 10-6-1830

N 57 Gouverneur 11-6-1830 Volkstelling

N 58 Governeur 27-6-1830

Staat der schoolgebouwen en onderwijzerswoningen

N 59 Gouverneur 3-7-1830 Transactien

N 60 Directie Stoeterij 7-7-183o Wissel f 120.-

N 61 GS 8-7-1830 vaccinatien

N 62 Prov. Comm: idem

N 63 Kolonel van Rijks Stoeterij 9-7 1830

Staat van premien voor onderhoud van 2 hengsten

N 63 Gouverneur 9-7-1830

Kachel voor het Raadhuis 47.10

N 65 BM Schoonhoven 12-7-1830

Arie van Gelderen is in de Registers van de Burgerlijken Stand van 1811-1822 niet bekend.

N 66 Gouverneur 13-7-1830 Hengsten en veulens

In alle gevalle komt het mij voor dat het van belang is zoo ras mogelijk te beslissen omtrent het volgend lot der beide thans hier zijnde hengsten; zij zyn ons in eigendom afgestaan- doch wij mogen noch die verkoopen noch die laten snijden zonder verlof van den Heer Directeur van de Poll, volgens art. 120 van het reglement en daar nu de dektijd voorby is en die hengsten alzoo volstrekt nutteloos zijn, zoo ontveins ik niet dat het my niet alleen in het belang myner gemeente maar ook van het Gouvernement dat eenen onderstandspremie voor dezelven betaalt, voorkomt van aanbelang te zyn, dat bij aldien die hengsten of verkocht of gesneden moesten worden, dat zulks dan hoe eerder hoe beter plaats vinde ten einde en Gouvernement en gemeente van derzelver onderhoud te ontslaan.-

N 67 Gouverneur 14-7-1830 Rekest van S. Ran

Reinbach heeft geen oordeel over de geschiktheid van Ran voor de gevraagde post

N 68 Gouverneur 19-7-1830 Staat

N 69 Dijkgraaf Texel 19-7-1830

Kwestie omtrent het beheer van wateringen en wegen, 2 bladzijden

N 70 20-7-1830 Toren Oosterend, anderhalve bladzijde

Dat timmerman Hendrik Plavier, verzeld van eenen metzelaar te plaatse zijn gezonden ten einde met de meest mogelijke naauwekeurigheid den aard en omvang dier herstellings werken op te nemen en van de daarby noodige kosten eene begrooting te maken.

N 71 2-8-1830 Gouverneur, bedelaars kolonist Jantien Bakker

Haar onderstandsdomicilie is niet op Texel maar in Amsterdam

N 72 GS 4-8-1830

Dat de instellingen van Liefdadigheid zich steeds in de beste order bevinden

N 73 Gouverneur 13-8-1830

Alhier geene Maatschappij van Levens verzekering

N 74 Mil. Comm: 13-8-1830 Inspectie allen aanwezig

N 75 Gouverneur 13-8-1830

Hiernevens te doen toekomen eene Kwitantie ad f 50- voor onderhouds kosten van Bedelaars over 1828

N 76 Gouverneur 17-8-1830 A. Former

Alzoo directeuren van het gesticht van Weldadigheid alhier waarin zich de krankzinnige A. Former bevindt van tyd tot tyd by my aanmelden om te vernemen of het het Heeren Gedeputeerde Staten deze provincie behaagd heeft eenig besluit te nemen op het in derzelver handen gestelde adres van het Plaatselyk bestuur dezer gemeente in December 1829 aan ZM ingediend betrekkelyk voornoemden A. Former (en zulks by dispositie van den Heer administrateur voor de gevangenissen en het armwezen van 26-4 ll N 67) en waarop van wege dit bestuur by missive van 8 mei ll N 46 de belangens dezer gemeente by UEGA zyn gehandhaafd geworden-

Zoo neem ik de vryheid met gepasten eerbied Uwe Exc: te verzoeken mij wel te willen informeren of er reeds eenige en zoo Ja welke uitspraak in deze aangelegenheid door UEGA voornoemd genomen is omdat hoedanig die uitspraak dan ook zij de definitieve lots bepaling van dat voorwerp inderdaad dringend noodzakelijk is.

N 77 Gouverneur 18-8-1830 Zetters

N 78 20-8-1830 Gouverneur, Hengsten

N 79 20-8-1830 Regenten Weeshuis, over het op Peil houden der Schilsloot

Ingevolge de veelvuldige Klagten aan het Oudeschil omtrent de buitengewone last die zy in de kelders hunner woningen lijden aan het grondwater, heb ik my derwaarts begeven en een naauwkeurig onderzoek in doen stellen naar de redenen die daar van oorzaak zouden kunnen zijn.

Het is mij by die gelegenheid duidelyk geworden dat de hoogte van het Water der Zoogenaamde Schilsloot onder UEd beheer staande als eene hoofd oorzaak moet beschouwd worden van de tegenwoordige groote ongelegenheid waarin zich in der daad verscheiden Ingezetenen van het Oude Schil bevinden en dat men met grond mag veronderstellen dat die Hoofd oorzaak weggenomen zijnde dat als dan ook de gevolgen zullen ophouden.

Ik heb uit dien hoofde na ryp beraad en na inwinning der advizen van deskundigen peilen doen slaan op 2 plaatsen te weten eene by de brug achter het huis van Fokke Boermeester en de tweede by de zoogenaamde boerebrug en heb de eer UEd by deze uittenodigen en ten enstigste aantebevelen onverwijld na bekomen kennis dezer te doen aanvangen met de werkzaamheden ten einde de voornoemde Schil Sloot overal 8 ½ palm (3 oude amsterdamsche voeten) beneden of aan de op mijn last gestelde peilen gebragt en voortaan naauwkeurig gehouden worde.

N 80 Gouverneur 21-8-1830 wateringen en ringsloten 2 bladzijden

N 81 GS 24-8-1830 begraafplaatsen

N 82 25-8-1830 Gouverneur

Certificaat voor W. Hemelrijk, opgeroepen doch verhinderd

N 83 28-8-1830 Aan Kerkmeesteren der Hervomde Kerk Oosterend en Waal, Burg, Oudeschild, Hoorn

De Gemeente neemt de begraafplaatsen over, zodat die algemeen zullen zijn.

N 84 Gouverneur 1-9-1830 NM

N 85 1-9-1830 Provinciale Commissie voor Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt

Op gisteren 31 Augustus des morgens te 8 ure is met behulp der vroedvrouw aan het Oudeschild Helena Schierecke van een gezond kind op eene alleszins natuurlijke wijze en onder gunstige omstandigheden verlost Naantje Zunderdorp, huisvrouw van Jan Snooy.

Kort na de verlossing schijnt er eene zware bloeding te hebben plaats gegrepen en zonder tusschenpozing te hebben aangehouden tot half een ure daaropvolgende, als wanneer de kraamvrouw bezweken is, alles zonder dat de placenta is afgehaald of zelfs pogingen daartoe schijnen aangewend te zijn.

De Heer A: Obst: Dr: Galama is geroepen te half 12, deze echter aan den Burg en alzoo op den afstand van bijna een uur zijnde, was de vrouw reeds gestorven toen dezelve omstreeks 1 ure ter plaatse was.

In hoeverre nu deze noodlottige afloop van zaken aan de vroedvrouw is te wijten wil noch kan ik beslissen, zooveel ten minste is zeker, dat dezelve op de vrage des voormelde Docters of zij die zoo sterke vloeijng niet had opgemerkt, geantwoord heeft van Ja, maar dat zij gemeend had te moeten afwachten wat er van worden zou.

Ik verzoek dus ten ernstigste dat UEd zonder de minste oogluiking deze omstandigheden wilt onderzoeken en [mogt u] termen daartoe vinden nadrukkelijke maatregelen te nemen, dat althans door die vroedvrouw zoo iets niet meer kunnen plaatsvinden. Het ware meer dan betreurenswaardig, dat eene gemeente alwaar zooveel aan den Geneeskundigen dienst Jaarlijks wordt ten koste gelegd, dat daar binnen korten tijd 2 slagtoffers van onkunde of verzuim zouden geweest zijn.

[Dat is wel een hard oordeel over de vroedvrouwen. Bij een nabloeding kan een verloskundige ook nu weinig meer doen dan een ambulance bellen, waar tegenwoordig mogelijkheden zijn om de zaak te stabiliseren. Nog niet heel lang geleden was er niets aan te doen, zoalsb ijvoorbeeld bij Marie Maas, getrouwd met Cor Lemstra, die is doodgebloed na de bevalling van haar tweede dochter in 1939. Ze woonden in Nieuwendam].

[Naanje Zunderdorp (1793-1830), dochter van Machiel Pietersz Zunderdorp (1759-1822) en Antje Willems Visser (1758-1811) was getrouwd met zeeman Jan Barendsz Snooij (1790-18xx). Ze kwamen allebei uit Oudeschild. Ze waren getrouwd op 5 maart 1820 (het eerste dochtertje Antje kwam op 2 juni). Daarna kwam een Hendrikje in 1822 en dan dit kind Naantje. Hendrikje en Naantje stierven in 1831. Jan hertrouwde in 1832 met Engeltje Smit, 2 kinderen, en in 1855 met Cornelia Gorter uit Den Helder].

N 86 Gouverneur 2-9-1830 Bank van Leening

N 87 3-9-1830 Gouverneur, Begraafplaatsen

N 88 Gouverneur Vogtmaten ten dienste van de Scholen

N 89 GS 9-9-1830 Rekening algemeen armbestuur 1828

N 90 Gouverneur 10-9-1830 NM

Dat heden zijn getransporteerd naar de infimerie aan den Helder Hemelrijk Willem en Geus Arie. Er bevindt zich thand nog één Milicien alhier namelijk zekere Meindert Kikkert. De man lijdt volgens het getuigenis van hemzelve en van de hem omringenden ondragelijke Smarten veroorzaakt door de verre gaande staat van reumatismus enz waarin zich zyn ligchaam bevindt en waarvan een Certificaat door my is opgezonden aan Uwe Ex: afgegeven door den eilandsgeneesheer S.J. Galama. Deze geneesheer vermeenende zich te moeten houden aan den stipten letter van Uwe Ex: aanschryving wilden voorn: M. Kikkert geen Certificaat afgeven als overtuigd dat hij buiten levensgevaar kan vervoerd worden. De patient en deszelfs bloedverwanten en bekenden verklaren eenparig daartegen dat de geringste noodzakelykste beweging hem reeds de hevigste smarten doet lijden en het dus mitsdien onmogelijk en bij het Gouvernement zeer zeker als niet bedoeld kan beschouwd worden dat een zoodanig lyder van den Burg naar den Helder per wagen en vaartuig eene allermoeyelykste weg en reise zoude afleggen alleen omdat het niet stellig zeker is dat hij die reize niet met den dood zoude bekoopen.

[De Gouverneur moet maar beslissen over het vervoer van Kikkert]

[Meijndert Albertsz Kikkert (1807-1839)]

N 91 11-9-1830 Toren Oosterend aanneming herstelwerk.

N 92 Gouverneur 11-9-1830 NM

N 93 20-9-1830 GS, W. Verberne

Dezer dagen heeft alhier zekere Willem Verberne, wonende alhier aan den Burg, een rekest ingediend, houdende in substantie verzoek om ingevolge ZM besluit van 27-5 ll nopens het lager onderwijs eenige kinderen in zijn huis, in het Lager onderwijs te mogen onderrichten bepaaldelijk het lezen en schrijven.

Deze man heeft reeds zedert eenen geruimen tijd het voornemen gekoesterd dan is hierin zoodanig verkeerd te werk gegaan dat hij tot twee malen toe in de afgelopen 2 jaren zich op de aanklagte van den Burgemeester alhier een correctioneel vonnis van de regtbank van eersten aanleg te Alkmaar heeft op de hals gehaald als onderwijs gegeven hebbende zonder daartoe Speciaal te zijn geautoriseerd achtervolgens de bekende wet op het lager onderwijs van 3 april 1806.-

Aanvankelijk nu kwam het ons voor dat het 11e artikel van voornoemd KB van 27 mei ll volkomen genoegzaam was om op grond daarvan in des Suppl: verzoek te difficulteren.-

Bij nader overleg echter en wel bepaaldelijk in overweging nemende den persoon van den rekestrant als zynde Roomsch Catholyk en zich reeds meer dan eens uitgelaten hebbende over het zoogenaamde illiberal van ons gouvernement in dit opzigt en ten andere in aanmerking nemende de tegenwoordige omstandigheden welke gebiedend vorderen dat elk bestuur in dusdanige gevallen niet dan met de hoogste omzigtigheid handelt, ten einde aan de vyanden der algemeene rust geene aanleiding hoegenaamd te geven en eindelijk in aanmerking nemende of men welligt uit de stellige woorden des voornoemden 11e artikels zoude kunnen afleiden als ware de daarbij uitgedrukte bepaling van ZM niet op het onderhavig geval toepasselijk, om alle deze redenen vermeenden wij het beter te zijn alvorens op des rekestrants verzoek te kunnen disponeren door de meerdere wijsheid van UEGA in deze te worden voorgelicht.

Wij nemen alzoo de vrijheid het onderhavig geval te brengen onder de aandacht van UEGA en zulks te eerder daar in geval van weigering van des rek: verzoek het wel geen bedenken lijdt of hij zoude zich tot UEGA wenden naar aanleiding van voorn: 11 art: 2e Lid van voorn: KB.

[Willem Jansz Verberne en Antje Teunis Smit. Pieter Wilhelmus Verberne (1807-1881) zoon van dit paar, was 'Monsieur Verberne', onderwijzer. Zou in 1835 trouwen met Aagje Kooger (1811-1837)]

N 94 Gouverneur 23-9-1830 Loterij

N 95 23-9-1830 Gouverneur, Hengsten

Het kostbaar onderhoud derzelven gedurende eenen langen tijd dat zij nutteloos zijn en het naderend slecht Jaargety dat een eventueel noodig transport derzelven zeer zoude kunnen belemmeren zoo al niet onmogelijk maken- dit alles doet mij en in het belang myner gemeente en in dat van het rijk zelve met gepasten eerbied de vrijheid nemen Uwe Ex: vermogende tusschenkomst in deze ten Sterkste en by herhaling te verzoeken.-

N 96 Gouverneur 2-10-1830

Dat hier geene eigenlijk gezegde veldwachters bestaan.-

N 97 Gouverneur 2-10-1830 belastingen

N 98 4-10-1830 Gouverneur,

Roomsch Catholiek contra Hervormd aan het Oudeschild, 3 bladzijden.

Hervormden scholden de Roomsen uit. Reinbach hield een toespraak in de kerk.

N 99 Gouverneur 8-10-1830 Schutterij

N 100 GS 9-10-1830 Vaccinatie

N 101 Prov. Comm: idem

N 102 Gouverneur 9-10-1830 Transactien

N 103 Gouverneur 9-10-1830 wegen en wateringen

N 104 Agent van het Domein te Alkmaar 11-10-1830

Naar aanleiding eener uitnoodiging van den Heer Gouverneur dezer Provincie dezer dagen is myn voornemen een duizendtal tonnen turf by tijds op te doen ten einde in den volgenden winter tegen inkoopsprijs aan den behoeftigen alhier weder aftestaan.

De plaats waar die te bergen provisioneel is nergens geschikter dan aan het OSchil omtrent de haven- De eenige gelegenheid intusschen die zich daaromstreeks aanbiedt zoude zijn in eene der zich aldaar bevindende Rykspakhuizen onder UEDGstr: administratie.

[BM vraagt gratis vergunning om dat pakhuis te mogen gebruiken]

N 105 11-10-1830 Gouverneur, onderhoud wateringen en tochten

De verregaande bemoeizucht van de protestantse Willem I irriteerde verschillende groepen in het Zuiden: de katholieken, de Franssprekenden, de liberalen. Van een dreigende opstand was echter geen sprake. Dat veranderde na de juli-revolutie van 1830 in Frankrijk. Hierbij werd de Franse koning ten val gebracht. Na deze revolutie braken ook in de Zuidelijke Nederlanden ongeregeldheden uit, die in Brussel begonnen. De koning stuurde zijn beide zoons naar Brussel, wat niet succesvol was. Uiteindelijk sloten ze een wapenstilstand. Er volgde een lange tijd van politiek geharrewar. Willem I weigerde aan de eisen van de Belgen tegemoet te komen, waardoor een scheiding onvermijdelijk werd.

23-26 september 1830 gevechten in Brussel

Mobilisatie

N 106 Gouverneur 11-10-1830 Vrywilligers

Ingevolge de door mij op heden gedane afkondiging der Proclamatie van onzen geliefden Koning hebben zich hier een drietal personen aangegeven die ik hoop dat door meerderen zullen achtervolgd worden al vrijwilligers voor het mobile gedeelte der Schuttery waarvan een zichzelven zal uitrusten en de beide anderen dit zullen afwagten.

[Waarheen moeten zij zich begeven?]

N 107 Directeur postschipperij 14-10-1830 confidenteel

Spoed, ook straks in de winter

N 108 Gouverneur 21-10-1830 intezenden staten

N 109 Directeur Comm: der Marine Amsterdam 20-10-1830

Cornelis J. Duynker die de eer zal hebben UEdgestr: deze te overhandigen sedert vele jaren buiten Loods schipper alhier aan den Hoorn woonachtig heeft zich aangespoord gevoeld om aan de vrywillige werving voor ZM armada op de Stroomen deel te nemen. Hij is door en door Zeeman en ik twijfel niet of UEdG: zult in hem een geschikt voorwerp voor de diensten kunnen hebben- liefst echter zoude hij zoo dit zijn kon op eene Kanonneer boot of Zoortgelyks vaartuig geplaatst zijn.

N 110 Gouverneur 22-10-1830 Rustende schutterij

Militaire vrijwilligers, bewapening

N 111 Gouverneur 22-10-1830 geweren

Dat door mij als Burgemeester in der tyd en wel den 21 April 1814 op last van en aan den Heer Verschuir toenmalig Commissaris van het Kwartier Alkmaar met schipper Cassander zyn verzonden 100 stuks schietgeweren alle behoord hebbende tot de voormalige Schuttery dezer gemeente en welke ik mitsdien thans vermeen te kunnen terug verlangen of door een gelyk getal anderen vervangen te zien.-

N 112 Mil. Comm: 29-10-1830 Rustende schutters

N 113 29-10-1830 Gouverneur, voorraad turf voor de winter

Dat deze maand door mij zoo veel mogelijk is opgenomen geworden de hoeveelheid brandstoffen en de voorraad van verschillende levensbehoeften die op dit eiland zijn aangebragt.

Er reeds 2500 tonnen turf meerder in voorraad dan het vorige jaar, terwijl er nog dagelijks scheepsladingen zoo van levensmiddelen als van brandstoffen aangevoerd worden, zoodat wij menen gerustelijk deze winter te kunnen afwachten.

N 114 2-11-1830 Mill Comm: Schuttery

Toetezenden de nominative staat der Manschappen welke tot den eersten of tweeden ban der Schuttery dezer gemeente behoren-

[geweren]

Wijders verzoek ik UEdGest in het belang van het vaderland bijzonderlijk te willen in acht nemen de locale gesteldheid van deze Gemeente, welke (bijaldien de 1e ban moet uittrekken) het dringend noodig zal maken, dat de Schutterij dezer Gemeente voor alle andere definitief georganiseerd worde, alzoo het anders zeer ligt zoude kunnen gebeuren dat bij eene vroege vorst en alzoo gestremde gemeenschap met den vasten wal, dezelve het geheele saisoen door werkeloos zoude moeten blijven.

N 115 Mil. Comm: 5-11-1830

Wekelyksche situatie Staat van den eersten ban der Schuttery alhier

N 116 Mil. Comm: 5-11-1830 geene veranderingen

N 117 Mil. Comm: 15-11-1830 rustende schutterij- loting

N 118 16-11-1830 Kapitein ter Zee Dir van het Maritiem Etablissement Willemsoord

Brenger dezes is Giel Jacobsz Duynker, oud 18 Jaren, van hier geboortig. Zijn voornemen is zich voor de vrijwillige zeedienst op de rivieren te verbinden. Burgemeester beveelt hem aan.

N 119 BM Helder 19-11-1830 Bewijzen

N 120 Gouverneur 22-11-1830

Volstrekt van geene toepassing

N 120

Gouverneur 22-11-1830 Attestatien de vita

N 121 Mil. Comm: 26-11-1830

Tabellen in duplo der personen voor de Schutterij geloot hebbende over 1803 tot en met 1796 alsmede over 1804 en 1805

N 122 Gouverneur 27-11-1830 Militie

N 123 30-12-1830 Gouverneur

Dat zich op gisteren bij mij hebben vervoegd zekere Klaas Gomes c.s. alhier aan het Oudeschil woonachtig uitmakende Commissarissen van zeker fonds alhier voor Zeelieden dat ten doel heeft uit de bijdragen van deszelfs leden uitkeringen te doen hetzij aan die leden zelve behoeftig of gebrekkig wordende hetzij bij overlyden aan derzelver weduwen; en du vallende in de termen van het KB van 16 July ll (Staatsblad N 54). Ik heb op nevens gaande lyst den aard en strekking van hetzelve fonds zooveel mogelyk uitgedrukt terwyl ik de zich noemende Commissarissen van het zelve heb opgemerkt, de volstrekte noodzakelijkheid om bij openbare akte het aanzijn en den gang van dat fonds te verzekeren en het Concept daarvan voor 1 Juny 1831 aan ZM goedkeuring te onderwerpen, alzoo het zoogenaamde reglement of wet van dat fonds zoo als dit thans bestaat zoo verwonderlijk is zamengebragt dat hetzelve by mogelijkheid niet onder de oogen van het gouvernement kan gebragt worden.-

N 124 Mil. Comm: 3-12-1830

Certificaten van zwangerschap met verzoek om aangaande de persoon van Duynker AP 1805 N 23, Duijnker Jan C 1803 N 35, Boom Jan G 1800 N 26, Hemelrijk J 1797 N 4 (waaromtrent door ons geene uitspraak gedaan is uithoofde wy deswegens niet stellig hebben durven beslissen) eenige elucidatie te mogen erlangen.

N 125 Gouverneur 4-12-1830 Militie

N 126 Gouverneur 6-12-1830 Naamteekeningen

N 127 Mil. Comm: 7-12-1830 Schuttery

N 128 Ontvanger der belastingen te Oudeschil 7-12-1830

N 129 Mil. Comm: 8-12-1830 Vrijwilligers

Sicco Rienstra Slothouwer, predikant Hervormde Gemeente van den Burg, Leendert Blanken, Ontvanger van Registratie onder voorbeding echter bij dezelve als officieren te worden geplaatst-

[A. Kikkert was geen kapitein van de schutters]

Toen in 1813 eenige burgers zich vrijwillig wapenden om eene gevreesde aanval der Franschen te weren toen bood genoemde Heer A. Kikkert met 2 a 3 andere personen op de overige dorpen zich aan, om bij die vrijwilligers als Kapitein te ageren daar toch één het bevel diende te hebben. Zedert echter by de Schuttery die hier ofschoon dan rustende, is dezelve nimmer benoemd geworden en is dus de door hem aangenomene titel nimmer door het gouvernement gekend geweest of erkend geworden-

Ik moet te meer UEG hierop opmerkzaam maken daar het partikuliere gedrag van denzelven van dien aard is dat het hoogstwaarschynlijk ongenoegen onder de Burgerij zoude geven indien eventueel aan denzelven eenig bevel alhier wierde opgedragen tenzy hij verkoos uit te trekken als wanneer die Zwarigheid zoude vervallen.-

N 130 Mil. Comm: 10-12-1830

Dat zich bij mij vervoegd hebben Philip Christiaan Sauzethaler Commis der 1 e klasse by de in en uitgaande regten en accynsen alhier met aanbieding van den Persoon van Jan Cornelis Schagen oud 20 jaren welke laaste voldaan heeft aan de NM en voor den dienst is goedgekeurd ten einde dezelve persoon gedurende de thans bestaande onlusten in ons vaderland in militaire dienst zoude worden ingelijfd (liefst bij de Flankeurs of Jagers) zullende dezelve persoon geheel voor rekening van gemelde Heer Sauzethaler worden geequipeerd.

N 131 Lt. Colonel Gillde te Haarlem 13-12-1830 idem

N 132 Gouverneur15-12-1830 Toren Oosterend

Bewijs van goedkeuring en afschouwing- betaling

N 133 Gouverneur 16-12-1830

Dat Cornelis Jansz Kooger op den 24-11-1830 is uitgevaren met het schip Wilhelmina naar Suriname

Dat Jan Smit zich bevindt aan boord van het fregatschip Maria gedestineerd naar Suriname op zijne terugrijze is

Dat Johannes Bakker Waayop in de maand augustus ll is uitgevaren met het schip de Onderneming naar Suriname en alsnog uitlandig

Dat Pieter Dijker in de maand November met het schip de 2 Gebroeders naar Marseille is uitgevaren

Dat Ysbrand Vos vermoedelijk nog te Amsterdam is aan boord van een Koopvaardij schip, laatstgemelde heeft van mij order ontfangen om zich op aanstaande maandag den 20 dezer S' morgens 11 ure te Haarlem bij Uwe Ex: te vervoegen.-

N 134 Gouverneur 16-12-1830 hier zijn gene veren gevestigd.

N 135 Mil. Comm: 17-12-1830

Dat Simon Smit 1801 N 26 in Maart dezes jaars is gepasporteerd geworden en dus Lid der eerste ban is-

Dat Klaas Puiman 1798 N 29 bekend staat als weduwnaar zonder kinderen doch dat het gebleken is dat hy een Kind uit deszelfs bestaan hebbend huwelijk heeft, waaruit deshalve als nu resulteert dat Smit in plaats van Puiman by de 1e ban behoort geplaatst te worden.

[Klaas Cornelisz Puiman (1798-1853) was weduwnaar van Pietertje Maarschalk (1798-1825) gestorven 2 maanden na de bevalling van een jongenstweeling Klaas en Pieter, die maar 2 weken geleefd hadden. De oudste dochter Cornelia (1823-1869) werd geboren 6 weken na het huwelijk. Zij trouwde in 1844 met Albert Jonker (1817-1901), 9 kinderen (het eerste kwam 2 maanden na de bruiloft)]

N 136 Mil. Comm: 18-12-1830

Dat Albert Jansz Bruin om lighaams gebreken finaal is afgekeurd

Dat Willem Keijzer wiens broeder Dirk Keijzer reeds gedesigneerd is tot den eersten ban dezer Schutterij en welke broeders bij hunne ouders inwonen

Dat de designatie van Jan Jansz Bakker en Arie Frans Witte is volgens de wet vermits de by hun respectivelijk inwonende broeders niet gedesigneerd zijn

Pieter Hin welke eene zwangere vrouw heeft

Augustyn Dyksen welke volgens bovengemelde staat is afgekeurd [(1805-1841) dit was de echtgenoot van Akkes Kil of Cornelisje List (1804-1886), 4 dochters]

N 137 Gouverneur

N 138 Mil. Comm: 21-12-1830

Dat het voornemen van den Heer Sauzenthaler is om den door hem aangebodenen Jan Cornelisz Schagen bij het flankeurs batalon der 10e afd: infanterie geplaats te krijgen, alzoo hem de uitrusting bij het Noord Holl: Jager Corps te kostbaar valt.

Daar het tegenwoordig saisoen van dien aard is dat met elken dag de Correspondentie kan gestremd en dus de aansluiting van [het Texelse] contingent al spoedig eene vertraging zoude kunnen ondervinden die in alle opzigten te bejammeren zoude zijn [is het beter ze nu te laten uittrekken]

N 139 Mil. Comm: 27-12-1830

N 140 BM Amsterdam 27-12-1830 Jan Horst

N 141 Bm Alkmaar 27-12-1830 Frans Dopmeyer

N 142 C. Zunderdorp 28-12-1830

Tot mijn leedwezen verneme ik dat de menigte drijfijs de postschuit niet toelaat te varen en alzoo de post heden niet zal overkomen. Aan deze noodzakelijkheid moet men zich onderwerpen. Ik hoop en vertrouw echter dat het weder dit toelatende zonder eenig uitstel op morgen en voortaan degelijks zonder uitzondering de postlevering over de Hors [zal gaan].

[BM dreigt postschipper Zunderdorp]

N 142 Gouverneur 29-12-1830 NM

N 143 Gouverneur 29-12-1830 NM Geen vrywilligers aangeboden

N 144 Mil. Comm: 29-12-1830

N 145 Gouverneur 29-12-1830 adres van Jan Albertsz Dijker

N 146 Gouverneur 29-12-1830 opneming Kapitaal van f 3000

N 147 Gouverneur 29-12-1930

Ophelderingenomtrent zeker fonds voor weduwen en wezen alhier aan het Oudeschil

N 148 Gouverneur 30-12-1830

De Heer Karel Frederik Rechlien, Heel- en Vroedmeester, van Schiermonnikoog

Jufvrouw Johanna Helena Rechlien is tot vroedvrouw in deze gemeente aangesteld.

N 148 Gouverneur 30-12-1830

De Heer Karel Frederik Rechlien, Heel- en Vroedmeester, van Schiermonnikoog

Jufvrouw Johanna Helena Rechlien is tot vroedvrouw in deze gemeente aangesteld.

N 149 Gouverneur 30-12-1830

Jaarlijksche staat der bevolking

N 150 Gouverneur 30-12-1830 Transactien

N 151 Gouverneur 29-12-1830 Begroting 1831

N 152 Gouverneur 30-12-1830 Patentzegels

N 153 Gouverneur 31-12-1830

Uit andere provincien alhier gevestigd P.T. Wielandt, beroepen Predikant aan de Waal, met zusters Anna en Hermanna

Leendert Blanken, Ontvanger van Registratie

Carel Frederik Rechlien, Heel- en Vroedmeester, met vrouw en 4 kinderen van Schiermonnikoog

Naar andere provincien vertrokken den Heer Hendrik Rolff, Ontvanger van Registratie naar Zevenaar.

1831

N 1 Gouverneur 3-1-1831 Schutterij

N 2 3-1-1831 Gouverneur Marine

N 3 Mil. Comm: 3-1-1831

Dat Pieter Griek welke zich dit Jaar weder voor den Militie Raad moest sisteren als te klein zynde vrijwillig in den Zeedienst is overgegaan

Dat Teunis Kooymans, ofschoon te klein, vrijgesteld zal worden door den dienst van zijner broeder

Dat alleen nog overschieten Maarten Bakker en Pieter Kooger, welke men verzoekt, uit aanmerking van het saisoen waardoor men niet dan met levensgevaar dit eiland kan verlatem, gevoegd bij deze verre afstand, tot de 2e Zitting te adjourneren-

N 4 Gouverneur 4-1-1831 staat der geb: Huwel: en Sterfgev:

N 5 Gouverneur 5-1-1831 Schutterij

Ongeregeldheden

N 6 Gouverneur 6-1-1831 Schutterij

Alsnog plaatsvervangers voor:

Cornelis Teunisse Koning- Dirk Arisz Eelman oud 33 jaren

Jan Cornelisz Verberne- Albert Jager (35)

Klaas Bremer- Jan Gieles (32)

N 7 Mil. Comm: 6-1-1831 Schutterij

N 8 Gouverneur 7-1-1831

Hedenmorgen 6 ure, het door mij aangewezen Uur, bevonden zich alle de dienstpligtigen op de haven waren reeds ingescheept en zouden lang vertrokken zijn indien de ongelegene wind dit tot heden 12 Ure middags niet had ondoenlyk gemaakt.

Ik hoop echter dat hunne overtogt onder het geleide van 2 leden van het bestuur nog heden zal kunnen plaats hebben en dezelve op morgen den 8 Dec: by tijds te Haarlem zullen kunnen bevinden.

N 9 A. de Vries, Kapt: ter Zee onder x der Marine Willemsoord 8-1-1831

De persoon van Dirk Smit Texelaar, van beroep loods, doch thans zedert 1 ½ Jaar gealimenteerd als om redenen van misbruik in den drank in der tijd van zyn loodsmanschap ontzet in het gesticht van Weldadigheid alhier gealimenteerd, oud 61 Jaren, heeft zich op heden tot mij gewend met ernstig verzoek om als vrijwilliger gedurende den tijd dat zulks mogt worden noodig geacht zich te verbinden voor de Ryksflottilje op de rivieren en stroomen enz, zulks in zoodanige betrekking als mogt worden goedgevonden.

Zyn gedrag is zedert den tijd dat hij zich in voornoemd gesticht heeft bevonden uitmuntend geweest en heeft hij alle tevredenheid aan Heeren Regenten van hetzelve gegeven; hij staat bekend als van ouds door en door Zeeman en het eenigste bezwaar dus zoude welligt zyn eene reeds gevorderde ouderdom.

Ik heb dan om die reden begrepen best te zyn ten einde nutteloze moeite en kosten te sparen UEDGestr: bevorens met dit verzoek bekend te maken, terwijl ik echter UEDGestr: bekenne dat het my en Heeren Regenten voornoemd zeer aangenaam zyn zoude indien UEDGestr: deze persoon voor den dienst van ZM konde verbinden, vooral daar ik geloof dat ongeacht zijne jaren zijn nog sterk en gezond lighaams stel hem als bevaren Zeeman en loods althans tot een zeer bruikbaar voorwerp zoude maken.

[Dirk Willemsz Smit (1769-1843) van Oudeschild, weduwnaar van Grietje Cornelis Blom (1775-1828), 4 dochters]

N 10 Gouverneur 8-1-1831 Schutterij

[Begeleiders van de manschappen pas maandag weer terug]

N 11 Gouverneur 12-1-1831 Eeredienst, getal zielen der Hervormden

N 12 Gouverneur 12-1-1831 Brandbluschmiddelen

N 13 12-1-1831 GS, geen vaccinaties

N 14 Prov. Comm: idem

N 12a 13-1-1831 Gouverneur

Intezenden de situatie staat van de Eerste Ban schutterij dezer gemeente zoo kompleet mogelijk opgemaakt, met opmerkingen a, b, c,

d dat Gerrit Mulder reeds onder de 57 te Haarlem aangekomene personen behoort en ingelijfd is en ook op de laatste lijst van designatie onder N 53 voorkomt,

en Lodewijk Vermeulen is den 10 ll teruggezonden zijnde anders vrij.

[de dienstplichtigen van de 1e ban waren ongehuwden]

N 13a Gouverneur 13-1-1831 gemaal

N 14 17-1-1831 Gouverneur

Naar aanleiding der aanwijzing vervat in de dispositie van HEdA Heeren gedeputeerde Staten dezer provincie van d 23 Dec. Ll N 33 in fine betreffende de verpleging van den ongelukkigen A. Former zijn de noodige aanvragen deswegens gedaan bij Heeren regenten der beide gasthuizen te Amsterdam. Dan is in dat verzoek door dezelve heeren gedifficulteerd op grond: "dat de geringe uitgestrektheid van het lokaal voor krankzinnigen bestemd en ingerigt al sedert eenige Jaren heeft moeten doen besluiten om geene Krankzinnigen in andere gemeenten gedomicilieerd meer in te nemen". Enz.

Deze weigering is voor ons eene wezenlijke teleur stelling, vooral daar wij ons vleien dat die aanwijzing en aanbeveling van Heeren gedeputeerde Staten voornoemd waarschijnlijk zoude gegrond zijn op de overtuiging van de mede werking in deze der Stad Amsterdam zelve, welligt uit aanmerking der omstandigheden die deze zaak ook betrekkelijk die stad verzeld hebben. Hoe dit zij- ik meende in alle gevallen Uwe Ex C van deze weigering te moeten kennis geven. Of het welligt Uwe Ex Cell. moge behagen hare vermogende tusschenkomst in deze te willen aanwenden, ten einde door middel der regering van de Stad Amsterdam, Heeren Regenten der beide gasthuizen te bewerken, dat in dit bijzondere geval van de bij die administratie aangenomen regel afgeweken en mitsdien de persoon van Andries Former tegen een vast Jaargeld van f 100- in het buiten gasthuis opgenomen mogt worden.-

N 15 20-1-1831 Gouverneur

Beloning redders van kapitein en manschappen van het op deze gronden vergane schip Farald Laland in 1829. Dat Reyer H. Smit nog niets heeft gehad.

N 16 Gouverneur 24-1-1831 schutters

N 17 24-1-1831 Aanschrijving van GS betrekkelijk de opneming van behoeftigen met ongeneeslijke kwalen.

Dat wij het geluk hebben in deze gemeente geene voorwerpen zoo verre mij althans bekend is te hebben, die in de bedoelimh van voormelde aanschrijvingen vallen; met uitzondering alleen van Andries Former, thans nog altoos in het Gesticht van Weldadigheid in den Burg, dan ook welke wij hoopen op eene meer geschikte plaats buiten deze gemeente te zullen kunnen plaatsen, overeenkomstig de bedoeling ook van Hunne EdelGrootAchtbare Gedeputeerde Staten omtrent dezen persoon.

N 18 28-1-1831 Gouverneur

[Pieter Griek was vrijgesteld van de Nationale Militie omdat hij te klein was, ook al in 1829 en 1830. Hij is nu bij de Marine. Mogen wij hem aftrekken van het contingent der Militie dezer gemeente over 1831?]

[Pieter Griek (1809-1835) uit den Hoorn, zoon van Cornelis Meijndertsz Griek en Maria Cornelis de Graaf, matroos, volgens Verklaring van het Departement van Marine dd 31-8-1836 overleden aan boord Zijner Majesteits korvet De Heldin]

N 19 28-1-1831 Kapitein ter Zee onderdirecteur der Marine te Willemsoord

Brenger dezes de persoon van Laurens Slot wil heeft bij mij eene verklaring geteekend tot vrijwillige dienstneming bij de Marine en heeft mij alzoo zijn verlangen te kennen gegeven van tot onderhoud zyner moeder S' maandelijks f 10.- te laten staan. Verzoek hem hierin behulpzaam te willen zijn.-

N 20 29-1-1831 Gouverneur,

Op he rekest van AJ. Heineman wed: Bolt, heb ik de eer Uwe Ex: te melden dat ik op hetzelve niet anders weer te berigten, als dat de schoonzoon der rekestrant genaamd Pieter G. Dros een dienstpligtig nummer heeft, als zoodanig door den Heer Militie Commissaris is gedesigneerd en ook opgezonden is- terwijl de zwangerschap zijner vrouw indien die werkelijk zwanger is althans, nog zoo weinig gevorderd is, dat de dokteren daarvan geen certificaat kunnen afgeven.

De voorn: persoon is alzoo te regt in dienst gesteld, terwijl de vrouw overigens van den 4 ll af wekelijks f 2- verkrijgt als subsidie uit de plaatselijke Kasse.

[Pieter Dros (1801-1878), zoon van Gerbrand Gerbrandsz Dros en Trijntje Hendriks Pronk, was op 31 october 1830 getrouwd met Johanna Geertruida Bolt (1803-1865) uit Donkerbroek gem. Ooststellingerwerf. Hun zoon Nicolaas werd geboren op 25 juli 1832, dus als er al sprake was van zwangerschap is daaruit in 1831 geen voldragen kind geboren].

N 21 31-1-1831 Commissaris van Policie

Arie Vlas had zich niet aangemeld voor de Nationale Militie. Arrest.

N 22 BM in de Ryp 31-1-1831

[Besluit Koning: Extra kosten, daarom extra Personele omslag om de kosten te dekken] voor welke maatregel ik steeds eene groote tegenzin gekoesterd heb, uit hoofde ik mij voorstel dat het zeer moeyelyk is daarbij eene eenigzins billijke regel tot maatregel aan te nemen.-

[Hoe is dit aangepakt in de Rijp?]

N 23 31-1-1831 Texel moest 16 man leveren, de bevolking was 4460 Zielen, daaruit zou een ligting NM volgen van 15 man.

N 24 Gouverneur 31-1-1831 Schutterij

N 25 4-2-1831 Gouverneur

Van de Miliciens zijn 9 uitlandig als zeelieden.

Frans Dopmeijer is reeds vóór half Januari naar Haarlem gezonden, als zijnde alleen door de hoogst gevaarlijke toestand zijner vrouw een paar dagen achtergebleven.

Dat eindelijk Gerrit Gorter met overleg van den voorn: Heer Militie Commissaris niet is gemarcheerd al hebbende destijds eene hoogst zwangere vrouw, welke ook zedert verlost is van een nog levend kind.

N 26 Gouverneur 7-2-1831 Schuttery

N 27 Militie Comm: Hoorn 9-2-1831 certificaten

N 28 7-2-1831 Aan de Heeren S.J. Galama, Med. Arts Obstr. en H.M. Ahlé, oud Chirurgijn Majoor, Genees- Heel- en Vroedmeester te Texel

IK heb de eer UEd uittenoodigen mij op heden te verzellen naar den Hoorn ten huize van Hendrik Wilner aldaar No 48 woonachtig, alwaar zich moet bevinden het lijk van zekere Dieuwertje Bakker, plotseling overleden in den morgen van den 4 dezer, en zulks ten einde hetzelve lijk overeenkomstig de voorschriften der wet te schouwen op dusdanige wijze als door UEd zal noodig geoordeeld worden.

N 29 Gouverneur 9-2-1831 Dat op den 4e dezer maand alhier is overleden den Heer Matthys den Berger geboren 18 September 1763, gepensioneerd ambtenaar van S' Ryksdomeinen binnen deze gemeente woonachtig geweest zynde en een Jaarlyks pensioen van S' Rykswege genoten hebbende ad f 200.-

N 30 Gouverneur 10-2-1831 Hengsten

Wat te doen met de afgestane hengsten Rswuski en Atilla [waar al vaker over geschreven is]?

N 31 11-2-1831 Gouverneur

Naar aanleiding van art. 85 van het reglement op het bestuur ten platten lande acht ik mij verpligt van het volgende alhier dezer dagen plaats gehad hebbende vooral kennis te geven.

Zekere Albert Mulder oud 38 jaren, van beroep boer, vroeger geconfineerd [in de gevangenis] geweest ten zake van Diefstal van vee, doch thans woonachtig aan den Hoorn alhier, was voornemens om zich den 4de dezer alhier in ondertrouw te doen opnemen met zekere Dieuwertje Bakker, oud 23 jaren, dienstmeid mede aan den Hoorn bij zekere Hendrik Wilner en Huisvrouw (welke laatste was de eigene moeder van genoemde A. Mulder) woonachtig en zedert 4 maanden bij hem zwanger.-

Denzelfden dag echter ten ondertrouw bepaald wordt zij door H. Wilner des morgens te 4 ure dood in bed gevonden nadat zij te 4 ure de vrouw door haar geklaag had wakker gemaakt en volgens de verklaring van deze over misselijkheid en benaauwdheid had geklaagd; doch hetgeen toen haar eenig water en azijn was toegediend weder bedaard was.-

Door de bijna geheel afgebroken gemeenschap met den Hoorn ten gevolge der gevallen Sneeuw, verneem ik eerst op maandag den 7 ll dat er aanleiding bestond om te veronderstellen dat voormelde D. Bakker eenen geweldigen dood had ondergaan.

Ik begeef mij dadelijk met den Secretaris der Gemeente [W. Bok] verzeld van twee geneesheeren derwaarts op weg, kom op het oogenblik der begraving aan- doe het lijk schouwen en openen en wordt bevestigd in het dadelijk opgevat vermoeden dat de overledene gewurgd is- ofschoon van den dader van het misdrijf op dat oogenblik zich nog niets met zekerheid vermoeden liet.

Ik stel daarop mijn proces verbaal van het gevondene als dat der geneesheeren aan den Heer Vrederegter alhier ter hand ten einde in deze verder te handelen naar behoren.

Deze vangt dan ook dadelijk aan met het doen der noodige onderzoekingen, en het hooren van verschillende getuigen, met dat gevolg dat er aanleiding schijnt te bestaan om niemand anders dan den aanstaanden man zelve den vermoorde van dat misdrijf te verdenken, genaamd Albert Mulder.

De voorn. Heer Vrederegter begeeft zich dan ook op gisteren den 10 e dezer naar den Hoorn verzeld van de noodige dienaars van Justitie en Policie met oogmerk den voorn: Albert Mulder in hechtenis te nemen. Men is bezig met zich gereed te maken tot de terug reize naar den Burg toen de gevangene zich een gunstig oogenblik weet ten nutte te maken, de dienaars ontspringt en op hetzelfde oogenblik zich in een ter plaatse bevindende regenbak stort met als gevolg dat hij niet dan levenloos is uit dezelve terug gehaald ofschoon de middelen der kunst doch te vergeefs aan hem zijn aagewend.

Alle deze omstandigheden alzoo bij één gevoegd maken het meer dan waarschijnlijk dat de voornoemde Albert Mulder de dubbele moord van vrouw en kind indedaad begaan heeft; de eenige die over deze schrikkelijke gebeurtenis eenig zeker licht kan doen opgaan is de moeder van hem Albert Mulder- die ik vermoed dat des nachts toevallig op den moord zal zijn aangekomen doch als moeder vrij natuurlijk tot dus verre alles ontkend heeft.

Ik heb ter zelver tijd de eer Uwe Excell de noodige autorisatie te verzoeken ten einde de kosten ter zake der geregtelijke Schouwing van voorm: lijk gemaakt op de onvoorziene uitgaven over 1831 te kunnen plaatsen.

[Albert Mulder (1792-1831) zoon van Cornelis Albertsz Mulder en Liesbeth Jacobs Abbenes, was op 27 april 1817 getrouwd met Stijntje Maartens Daalder (1793-1822) van den Hoorn. Het eerste kind kwam op 21 october. Hun kinderen waren Jantje (1817-1849), Elisabeth (1820-1822) en Gerrit (1822-1823)]

[Dieuwertje Bakker (1806-1831), dochter van Gerrit Willemsz Bakker en Neeltje Dirks Boon.

De aangifte van haar overlijden op 4 februari werd gedaan op de 5 e door Albert Mulder (38), boer, wonende in den Hoorn en Jacob Puinman (27) werkman wonende in den Burg]

N 32 Gouverneur 11-2-1831 ordonnancie f 100 van GS voor gemeente

N 33 Gouverneur 14-2-1831 Schutterij

N 34 Gouverneur 14-2-1831 niet van toepassing

N 35 Gouverneur 21-2-1831 Schutterij

N 36 Gouverneur 21-2-1831

Doodextract van den Heer M. den Berger, Burger Ryks pensioenen n 2609

N 37 Gouverneur 22-2-1831

De persoon van Giel Duynker, loteling van 1831 getrokken hebbende n 47, heeft zich vrijwillig voor de dienst der Marine in December 1830 aangemeld, en dient werkelijk op de Oorlogsschepen te Vlissingen. Hij telt mee voor het Texelse contingent.

N 38 Plaatselyk Comm: van s' Hage Collonel 24-8-1831

Op het dringend verzoek van een inwoner dezer gemeente genaamd Christiaan van Scharenburg (39) van beroep timmerman, gewerkt hebbend aan de fortificatiën van den Helder in 1812/13 en 1822/23, en welke niet ongenegen was om dienst zou nemen onder de compagnie werklieden. [Wat kan hij verdienen? Hij is minvermogend] alzoo [die informatie] die hem welligt aan eene vergeefsche en kostbare reis zoude blootstellen.

N 39 Directeur van s' Ryks Stoetery te Borculo 24-2-1831 Hengsten.

Kontrakten haver. Verzoeke de hengsten niet voor het laatst van Maart te zenden. Men is dit hier zoo gewend en zulks op grond van de langduriger voorjaarskoude dan [gebieden] wel meer landwaarts is gelegen, waardoor het beter is dat de volens niet zoo vroeg komen.

N 40 Gouverneur 25-2-1831

Rekest P.G. Dros, gehuwd 31 October 1830

Dat ook het bygevoegde Certificaat hoe het dan ook zij nog niets beteekent alzoo de Zwangerschap ten minste tot aan het begin der 5e maande zoude moeten gevorderd zijn.

N 41 26-2-1831 Gouverneur, policie

Dat het bedrag der kosten van de geregtelijke schouwing van het lijk van Dieuwertje Bakker is voor de Doctoren welke daarbij zijn tegenwoordig geweest f 12,20. Voor een vrije kamer en vuur en licht in de herberg van den Hoorn f 3,80, totaal f 16,-

N 42 4-3-1831 Aan de Gouverneur

De Doctoren konden op 29 januari totaal geene bewijzen vinden van een bestaande zwangerschap van de vrouw van P.G. Dros, doch 14 dagen later geeft de vroedmeester Rechlien een stellig attest dat die vrouw reeds 4 ½ maand zwanger is, hetwelk alzoo met terug rekening tot op den tijd waarop voornoemde P.G. Dros CSu [naam vrouw is Johanna Bolt]

getrouwd zijn (31-10-1830) niet anders overlaat dan of te veronderstellen of dat zij vroeger eene ongeoorloofde gemeenschap gehouden hebben of dat de verklaring der Heeren Galama en Ahlé meer naauwkeurig zijn dan die van den Heer Rechlien.

Dit punt intusschen kan ik niet beslissen. Ware er maar eenige zekerheid voor mij dat men zich veroorlooft het Gouvernement met valsche Certificaten te bedriegen, dan moge Uwe Excellentie zich verzekerd houden, dat dezulken in mij steeds eenen onverbiddelijken strenge vervolger zouden vinden.

Ik zende Uwe Ex: ten overvloede hiernevens een attest van den Heer Ahlé, Galama sedert van hier met der woon vertrokken zijnde.

N 43 den Heer Facu med. Doct. en vroedmeester te Helder 10-3-1831

[Wilt u de zwangerschap Johanna Bolt onderzoeken?]

N 44 12-3-1831 aan de Predikanten der onderscheiden Godsdienstige gezindheden

Publicatie betrekkelijk de personele omslag der kosten voor de Schutterij, met verzoek dezelve op morgen van de Kansel aan de Gemeente te willen voorlezen.

N 45 Gouverneur 15-3-1831

Facu heeft zwarigheid gemaakt een Certificaat welk ook in deze zaak af te geven.

Johanna Bolt is verwezen naar de Heer Lector aan de Geneeskundige School te Alkmaar J. van dam, ten gevolge waarvan zij van dezelven nevengaand attest heeft verkregen.

Dat op zoodanig certificaat af de schutter P. Gerbr. Dros van de dadelijken dienst tot den 2e Ban zoude kunnen overgaan.

N 46 Gouverneur 31-3-1831

Vrijstelling 38 Dirk de Boer en 39 Cornelis S. Bethlehem, beiden geboren in 1810

40 Jacob List als geene redenen tot vrystelling hebben zal behoren te worden gedesigneerd in plaats van de door ons abusievelijk gezondene

N 39 Roeper, Willem geboren in 1811 en welke laatste zich zoude doen vervangen door zekere Lambaly, doch waarvan mij den uitslag als nog onbekend is.

N 47 Gouverneur 31-3-1831 Transactien

N 49 Gouverneur 31-3-1831 Staatsblad

N 49 31-3-1831 Gouverneur

Dat de hengsten Attila en Rswusky op den 19 alhier in publieke veiling bij opbod en afslag zijn verkocht aan een koopman van buiten voor f 32 en f 52.

N 50 Gouverneur 1-4-1831

Dat dezer dagen zynde binnengevallen de persoon van Teunis Smit als buiten zeeman. [Hij zou naar de verzamelplaats gedirigeerd worden] Op verzoek echter der familie van dezelven T. Smit, die vermeent dat dezelve uit hoofde van nog altoos zeer zwakke geestvermogens van de dienst behoort te worden vrijgesteld, heb ik denzelven voor de Commissie tot onderzoek der leden voor de schutterij doen roepen die denzelven heeft doen onderzoeken van hetwelk nevensgaand attest het gevolg is.

N 51 Gouverneur 8-4-1831 belastingen

N 52 Gouverneur 8-4-1831

Hendrik Plavier [wil zijn geld] voor de herstellingswerkzaamheden aan de toren van Oosterend. Dat de aannemer een Burgerman zynde, met een zwaar huisgezin belast deze penningen hoogelyk behoeft-

N 53 8-4-1831 Heer Directeur van 's Rijks Stoeterij te Borculo

Dat de hengsten Achilles en Hyon met A. Snellink zijn aangekomen.

N 54 Gouverneur 8-4-1831

Dat hier geene reglementen of voorschriften bestaan-

N 55 Kap: ter Zee te Willemsoord 12-4-1831

Aan te bevelen de persoon van Harmen Wagenaar oud 59 Jaren van beroep Scheepszeilemakergezel en zoo hij zegt ervaren in alle de behandeling van het tuigagie, die de eere zal hebben UEDG deze te overhandigen. De voorn: persoon zoekt alhier vergeefs om werk. Welligt dat er gelegenheid voor hem bestaat bij de tegenwoordige omstandigheden om onverschillig dan ook waar, voor eenen onbepaalden tijd als zoodanig in Rijksdienst te worden gebruikt en waartoe het mij zeer aangenaam zijn zoude indien UWEgest Uwe belangrijke tusschenkomst in deze zoo dut zijn kon zoude willen doen gelden.

N 56 14-4-1831 Predikanten

Bidden voor een gunstige beschikking des Almagtigen voor de zwangere Princesse Marianne, getrouwd met Albert van Pruissen.

N 57 Gouverneur 16-4-1831

Personele omslag over de ingezetenen tot het vinden der Kosten voor de mobile Schutterij

N 58 Gouverneur 18-4-1831 Schutterij

Thans uitlandig Wynandus van Leeuwen N 32 en Simon de Wyn N 42

N 59 Gouverneur 18-4-1831 Schutterij

Cornelis Visser waarschijnlijk onder een vreemde naam aangemonsterd

N 60 Gouverneur 18-4-1831

Rekest van de Hervormde predikant over zijn te hoge aamslag in de personele omslag

N 61 Gouverneur brief over rekestranten

N 62 GS 23-4-1831 Staat der vaccine

N 63 idem aan Prov: Comm:

N 63 Gouverneur 25-12-1831

Dat door mij den aannemer der herstellingswerken aan den toren van Oosterend gesproken en door denzelven aangenomen is zich geheel met Schatkistbiljetten te doen betalen met verzoek intusschen dat die voldoening dan nu zoo spoedig mogelijk en kon dit zyn in Schatkistbiljetten van niet groote sommen plaats vond.

N 64 Comm Nationale Schuld 23-4-1831

Geldleening over 1830

N 65 BM Helder 27-4-1831

Soldybrieven wel aangekomen

N 66 3-5-1831 Gouverneur

Rekest van Aaltje P. Kunst, op 12-12-1830 getrouwd met Meijert P. Dijker. Zij is ook zwanger. Meijert in de 2e Ban.

[Meijert Dijker (1805-1840) uit Oosterend, zoon van Pieter Cornelisz Dijker en Reijnoutje Pieters Timmerman, zeeman, in 1830 getrouwd met Aaltje Kunst (1807-1897) uit den Hoorn. Het eerste kind kwam op 14-9-1831, keurig binnen het huwelijk]

N 67 4-5-1831 Gouverneur

Reparatie toren van den Hoorn welke ten laste is van het Ryk als dienende dezelve tot een baken in Zee.-

N 68 Agent van het Domein 5-5-1831

Aanbesteding op 25 Mei ek

N 69 Gemeente Veendam 11-5-1831

Doopattest van J.T. Drenth is wel aangekomen. Dat zich op heden gemelde persoon bij mij heeft vervoegd en te kennen gegeven dat hij uithoofde zijne Broeders Hendrik en Tjakke reeds in dienst waren en zij slechts met hun 5 ongehuwde broeders waren waarvan hij de tweede was, niet tot den dienst der Schutterij verpligt zoude zijn.

N 70 Gouverneur 11-5-1831

Jan Reyersz Smit ligting 1829 N 32 en Cornelis Jansz Kooger 1828 N 25, beide voor 1 jaar vrijgestelde buitenzeelieden zijn van hun reizen terug gekomen. Wanneer moeten deze personen verschijnen?

N 71 Gouverneur 17-5-1831

Prijs der oude Schapen over 1829 en 1830 f 4 a 5, lammeren 2 a 3, minder dan in de vorige jaren. De reden hiervan moet worden gezocht in de meer dan gewone Sterfte die reeds zedert 3 jaar eene menigte Schaapvee heeft doen omkomen.

Dat de wol over 1829 en 1830 gemiddeld is geweest 1 gulden per Ned. Pond schoone wol. De vette (of ongewasschen) door een 65 Centen. De uitvoer derzelve is ongetwijfeld ieder Jaar plus minus 15000 Ned Ponden minder geweest waarvan de reden almede in de meerdere Sterfte van het Schaapvee moet gezocht worden.

N 72 BM x 17-5-1831

Pietertje van der Wijk

N 73 Gouverneur 18-5-1831

Rekest van Grietje Hopman, huisvrouw van J.C. Verberne, welke voor de dienst der schutterij tot plaatsvervanger heeft gesteld Albert Jager, met verzoek om gemelde Verberne tot de 2e Ban te demarcheren en dat alzoo deszelfs plaatsvervanger Albert Jager uit gemelden dienst mag worden ontslagen.

[Grietje Hopman (1803-1854) dochter van Johannes Hopman en Antje Witte, in 1827 getrouwd met Jan Verberne, beviel op 29 augustus 1831 van een dochter]

N 74 Gouverneur Schutterij 18-5-1831

Rekest van L. Smit- dat er geene bedenkingen tegen het verzoek bestaan en dat hem diervolgens is aangezegd zyn plaatsvervanger op de bepaalden dag en plaats te moeten aanbieden.-

N 75 tot 82 19-5-1831 Personele omslag

N 83-86 19-5-1831 idem

N 87 BM Helder 30-5-1831

Soldij brieven groot f 5 en f 8 van Pieter Bakker en G.J. Duynker.

Certificaat van Jan Burger om te trouwen.

N 88 30-5-1831 Gouverneur

Cornelis J. Kooger is broodwinner voor zijn ouders. Pieter J. Kooger, voor 1 jaar vrijgesteld uit hoofde van te kleine gestalte, kan nu wel in den Helder aanmonsteren.

[Jan Jansz Kooger (1777-1845) en Feijtje Cornelis Bakker (1778-1858) overleefden op 1 na al hun kinderen. Jan was zeeman, net als zijn zoon Jan (1806-1820 Haiti) en Pieter (1811-1845). Dochter Martje (1814-1841) bleef ongehuwd. Alleen Cornelis (1809-xx) trouwde in 1836 met Margaretha Dijker van Oudeschild. Ze woonden later in Den Helder, waar Feijtje overleed]

N 89 1-6-1831 Gouverneur

Maartje Roos, weduwe Aldert Dijker, verzoekt om hare zoon Jan Dijker, milicien van de ligting 1830, dienend in Breda, tot haar terug mogt keeren. Gisteren heeft gemelden vrouw zich andermaal bij mij vervoegd met de dringende bede om toch haren zoon, die thans haren eenige kostwinner is, bij haar te mogen hebben.

De vrijstelling was al verleend, maar Jan Dijker was niet ontslagen. Burgemeester: Dat Uwe Excellentie mitsdien in het belang der gemelden weduwe om aan haar het genoemde verkregen regt te laten genieten ten einde hare zoon haar in hare behoeftige omstandigheden tot kostwinner mag verstrekken.

[Aldert Dijker (1767-1830) zoon van Klaas Jansz Dijker en Grietje Jans Kluts, zeeman, schipper, was op 8 juni 1830 overleden in Oudeschild. Zijn weduwe Maartje Roos (1773-1845) had 7 kinderen. Zoon Martinus was op 2 september 1830 gestorven. Klaas was kostwinner voor zijn eigen gezin, de derde zoon was Jan. Dan was er nog de tweelingbroer van Jan, Pieter en Reijer van 1814]

N 90 Gouverneur 3-6-1831 Openbaar bestuur

N 91 Gouverneur 6-6-1831

Orders gegeven na in temporaire Zeedienst te zijn geweest Cornelis Jansz Kooger en Jan Reyersz Smit en van den thans binnen gevallen Arnoud Langeveld, zullende dezelve op morgen van hier per beurtman vertrekken terwijl van den binnengekomen Jan Wigman een Certificaat van Ziekte hierbij gevoegd is.

N 92 Gouverneur 7-6-1831

Rekest van den Heer Schonfeld

N 93 BM Helder 8-6-1831

Paket voor de Gouverneur

N 95 Gouverneur 8-6-1831

Opgave van het getal der stemgeregtigden

N 94 Gouverneur 9-6-1831

Staat der Sommen voor het lager onderwijs besteed

N 96 Gouverneur 20-6-1831

Vertaling van zeker vertoog door den Heer Wijkmeester te Minden aan ZM aangeboden

N 97 18-6-1831 Gouverneur, Quarantaine maatregelen in verband met Cholera morbus

Waaronder: dat een iegelijk die niet tot de Strandvonderij in onmiddellijke betrekking staat, ten stelligste wordt verboden zich onder welk voorwendsel ook, op de stranden te begeven op straffe van in Cas van overtreding als aan Quarantaine onderworpen te worden behandeld en vervolgens aan de Regter te worden overgeleverd.

Besmette schepen weren met strenge maatregelen, 3 bladzijden.

N 98 Komm: Officier van ZM wagtschip N. diep 18-6-1831 Quarantaine

N 99 Gouverneur 19-6-1831 Surveillance N. Diep

N 100 Gouverneur 20-6-1831

Nauwkeurige opname van het getal Schapen dat zedert September tot in dit voorjaar (terzake der bijzondere sterfte) zijn omgekomen; waaruit my gebleken is dus als waarheid zal kunnen worden aangenomen dat een getal van pm 4000 Schapen alhier zal gestorven zijn; waarvan afgetrokken de gewone Sterfte die op 14 a 1500 stuks berekend wordt- zoo rest 2500 Schapen die als buitengewone Sterfte door het ongans kunnen aangemerkt worden. Indien men nu aanneemt zoo als wel waarschijnlijk is, dat zich pm 25000 stuks Schaapvee in September 1830 op Texel bevond, dan zoude de buitengewone sterfte pm 10 ten 100 nederkomen dat waarschijnlijk by het overige Noord Holland en vooral Drenthe, Groningen en Vriesland vergeleken nog een vrij gunstig resultaat zal te noemen zijn.

Deze vermindering van Schaapvee heeft natuurlijk een verminderd product van lammeren ten gevolge gehad- gelukkig dat de merkelijk hogere prijs der lammeren deze ramp is te gemoet gekomen zijnde de prijs derzelve dit voorjaar geweest f 3 a 3 ¾ en zelfs f 4- waardoor de mindere uitvoer door de hoogere markt is opgewogen.-

De uitzigten overigens dit voorjaar waren en zijn nog voor de Schapenfokkerij vrij gunstig- de algemeene groote Sterfte aan het soort van Schaapvee dat ook alhier in Drenthe gevonden wordt onder de byzondere tydsomstandigheden die veel aanvraag deed naar de gemeene wolswaden denkelijk voor de leverancier van mondering lakens deed de prys der weinig overgebleven wol van 1830 in het laatst van dat Jaar en het tegenwoordige zeer ryzen. Met zekerheid echter laat zich de wol en Schapen voor dit Jaar nog niet bepalen, doch zal hoogstwaarschijnlijk weinig hooger zijn dan het vorige.

[Buisman: drie zomers koel en nat, dat zou tot meer ongans kunnen hebben geleid]

Paardenfokkery: dat onze onvermoeide pogingen in het bestryden en overwinnen der bestaande vooroordeelen alhier op dit belangrijk artikel meer en meer uitzigt op eenmaal goede resultaten beginnen te krijgen. De plaatsing van hengsten uit de Rijks Stoeterij in plaats van eigene hengsten heeft aan mijne verwagting zeer voldaan. Door de 2 gezondene hengsten die op heden weder vertrokken zijn zijn niet minder dan 106 stuks merries gedekt, terwijl het vorige saisoen dit getal slechts 36 bedroeg. Het bezoek van den Heer Kolonel directeur der Stoeterij alhier dezer dagen heeft denzelven overtuigd dat deze tak van Industrie alhier verdient te worden aangemoedigd, zynde ook ZEdG vrij wel voldaan over het resultaat der tot dusver gevallene Volens.

N 101 Gouverneur 23-6-1831 Overtreding rottekruid

N 102 24-6-1831 Gouverneur, toren van den Hoorn

Dat wij ten einde ook den minstend schyn van partydigheid in het bepalen van het meerder of minder belang des torens der kerk van den Hoorn alhier, waarbij geraden hebben het oordeel deswegens inte winnen van den Kommissaris en overlieden der loodsen alhier als zonder twyfel daartoe by uitsluiting bevoegd, personen welke eenstemmig hebben verklaard dat voor de binnenkomende Schepen dien toren volstrekt onmisbaar was en daarvan dan ook de verklaring hebben afgehoord die ik de eer heb Uwe Ex: hiernevens overteleggen.

Het komt ons alzoo voor dat alhier het onderhoud van dien toren voor ons van groot bezwaar zoude zyn en uit dat oogpunt derzelver amotie niet on wenschelyk zoude zyn, het geen tegenspaark lydt of de toren valt in de uitzonderingen des KB van 28 Junij 1830 N 54 en behoort door het departement van marine te worden hersteld.

N 103 25-6-1831 Gouverneur, bewaking stranden

Dat met den besten wil de daarbij voorgeschrevene maatregel door mij zonder hulp van buiten af niet genomen kan worden.

Zoo de mogelijkheid toch daartoe bestond, dan reeds ware dit door mij op eigen gezag onder dadelijke kennisgeving aan Uwe Excellentie voor ettelijke dagen geschied als op zich zelven beschouwd eene maatregel van de eerste vereischte- dit punt is door mij in de Conferentie die ik uit eigen beweging voor al het tot deze materie behorende met den opperstrandvonder en den visiteur der quarantaine op den 18 ll heb gehouden en waarvan ik Uwe Exc: bij mijne missve onder dien datum N 97 dadelijk kennis gegeven heb ampel overweging gewezen en alleen de innige overtuiging gegrond op eene volkomene bekendheid met de localiteit der gemeente en het personeel van deszelfs inwoners heeft dit ontwerp doen opgeven in Uwe Excell: om andere hulp doen verzoeken.

Uwe Excell: gevoelt toch ligtelijk dat op dit ogenblik p-m 140 à 150 manschappen, vooral juist de bloem der bevolking alhier als milicien of schutter de wapens dragen, dat reeds de geheele voorraad van geschikte voorwerpen alhier heeft uitgeput. Hetgeen is overig gebleven is volstrekt niet genoegzaam om den aller noodigsten arbeid der hooibouw naar behoren waar te nemen over deze uitgestrekte gemeente. Wat nu schiet er over!

Voeg hierbij de weinige manschappen die wat jaaren en ligchaams sterkte betreft nog eenigzins zouden kunnen gebezigd worden of zeelieden zijn die meestal afwezig en van de loodserij niet gemist kunnen worden of de zoodanigen zijn wier personeel volstrekt niet de waarborgen aanbiedt die men als eerste vereischte van bewakers der stranden zoude moeten vorderen.

Eindelijk gelieve Uwe Excell: vooral optemerken dat de uitgebreidheid strand die volgens Uwe Exc: begeerte en dit te regt volstrekt noodzakelijk door patrouilles gestadig zouden moeten bewaakt worden, ten minste 6 à 7 uren afstand beloopt-

4 à 5 posten (zal het althans eenige waarborg aanbieden) zijn hierop dringend noodig; stel nu iedere patrouille op 5 man; en dat de zelve om de derde beurt de wagt hebben- dan nog ware er een aantal van p-m 75 man, waarop men rekenen konde, die onder stellige subordinatie staan volstrekt noodzakelijk- als nog wel voorafgegaan door het strengste bevel, dat niemand van de landzijde het strand genaakte zonder schriftelijke vergunning.

Ik gevoel zeer goed de moeijelijkheden die de maatregel met zich brengt- doch de zwarigheid vervalt zoodra dit punt stellig beslist is

1e Dat men deze stranden doelmatig bewaken zal althans zooveel wenschelijke voorzigtigheid vermag- en 2e dat op de plaats zelve geen personeel daartoe voorhanden zij- en niets zal mij te veel bezwaar vallen om het gouvernement op alle mogelijke wijze in deze zoo belangrijke aangelegenheid mijnen dienst te betoonen mits mij de noodige middelen daartoe worden verschaft. Ik hoop en vertrouw dat Uwe Excell: de gegrondheid zoo ik mij voorstel aan deze mijne redenen zult gevoelen [afwachten van nadere bevelen] in overeenstemming met den Opperstrandvonder, met wien ik nog heden daarover heb geconfereerd, alle mij mogelijke voorzorgen bij voortduring nemen zal.

[Cholera kwam uit India, waar in 1817 een grote epidemie was. In 1831 kwam de ziekte naar Europa. Terwijl de ontwikkelingen in Frankrijk en Duitsland nauwlettend in de gaten werden gehouden omdat men verwachtte dat de ziekte vanuit het zuiden naar Nederland zou komen, kwam de ziekte ons land binnen via Scheveningse botersmokkelaars, die de bacterie meebrachten uit Engeland. In de loop van de 19e eeuw zijn er 4 grote epidemieën geweest, waarbij tienduizenden slachtoffers vielen (mensengezondheid.infonu.nl).

Oorzaak was besmet water. In 1883 werd de cholerabacterie ontdekt]

N 104 BM Helder 27-6-1831

Soldybrieven tnv G.J. Duynker groot f 5 en P.J. Bakker ad f 8.-

N 105 28-6-1831 Gouverneur, strandbewaking

Kennis te geven van de aankomst op gisteren in de Roggesloot van S'Ryks transportboot N 20 onder bevel van den luitenant ter Zee J.A. ten Cate die mij verzocht heeft in hetgeen betreft het nemen van doelmatige Maatregelen tot wering van alle verdachte voorwerpen hem met mijne raad te willen dienen. Tot betere bereiking van dit doel stel ik mij dan ook voor nog heden mij met den Heer opperstrandvonder derwaarts te begeven ten einde over alles met elkanderen te spreken.

N 106 Gouverneur 30-6-1831 geen transactien

N 107 4-7-1831 Gouverneur, maatregelen bij onverhoopte stranding

N 108 6-7-1831 Gouverneur, Staat van vaccinatien

N 109 idem

N 110 12-7-1831 C.A. van Deinse, thans te Schagen, is [op Texel] benoemd tot Eilandsdocter en vroedmeester.

N 111 12-7-1831 Gouverneur, toren van den Hoorn

Deliberatie van de gemeente raad van Texel N 1 betreffende de te doene herstellingen of den amotie van den toren van de hervormde kerk aan den Hoorn.

N 112 Gouverneur 13-7-1831 Vertrek van de kanonneerboot van het Eijerland naar het Nieuwe Diep

N 113 14-7-1831 Gouverneur

Van Deinse is in vrijwillige dienst bij de Noordhollandsche Schutterij, ontslag daarvan gevraagd om in deze gemeente zijne belangrijke functien te kunnen uitoefenen, met de meeste spoed, zeker in deze tijd van Cholera.

N 114 Gouverneur 16-7-1831 Militie Jan Wigman

N 115 18-7-1831 Gouverneur Quarantainewagt

Strandwacht met moeite bijeen, zij eischen 2 gulden per 24 uur.

N 116 Directeur generaal by de marine 18-7-1831

[De moeder van Laurens Slot zou 5 gulden per maand van zijn soldij krijgen] tot heden intusschen heeft die moeder, eene behoeftige vrouw, niets daarvan ontvangen. Haar zoon bevindt zich op de Schelde en weet niet beter of deze uikering heeft geregeld zijn beloop.

[Lourens Slot (1811-xx) zoon van Nan Gerritsz Slot (1785-1828) van Oosterend en Reinoutje Laurens Boon (1787-1857) uit de Waal. Er waren nog 3 broers, Gerrit, Jacob en Jan, maar die waren nog jong, 18, 15 en 12 jaar].

N 117 GS 20-7-1831 Staten

N 118 Gouverneur 25-7-1831 Opgave van het getal van Aandeelen in de vrijwillige geldleening welke in deze gemeente zijn ingeschreven.

N 119 Gouverneur 25-7-1831

Kopij van het register van inschrijving tot deelneming inde vrywillige Negociatie van 38 millioen gulden waarbij blijkt dat het totaal bedrag van het alhier ingeschrevene is voor f 11300.-

N 120 1-8-1831 Burgemeester van den Helder

Dat de persoon van Johannes Dito geboren in 1798 bij de loting voor de Schutterij heeft getrokken N 32 en dat dezelve voor den Dienst is gedesigneerd, doch uit hoofde dezelve zedert lang met de woon van hier vertrokken was, door mij niet tot den dienst is opgeroepen kunnen worden.

[Johannes Dito (1798-xx), zoon van Jan Hendriksz Dito (1761-1840) en Marijtje Claas Hoogendijk (1767-1834). Johannes trouwde in 1828 met Jannetje Hagen (1806-xx) uit den Hoorn, in 1835 met Johanna Cornelia van Kleef (1806-xx) uit Alkmaar].

N 121 Gouverneur 4-8-1831

Dat wij adviserende krankzinnige Commies Berg en zyn huisgezin niet in de Armenkamers van de Koog te plaatsen. De Koog is juist de minst geschikte plaats van het geheele eiland, omdat het slechts een klein gehucht zijnde, waarvan de mannen dikwijls allen op den dag in het veld zijn, zoo een krankzinnige zonder naauwkeurig toezicht de grootste ongeregeldheden en ongelukken zouden kunnen daarstellen, zonder dat men eenige magt zoude kunnen tegenstellen- voeg daarbij dat die Armenkamer is een bouwvallig gebouw is dat eerst nog zoude dienen hersteld te worden, doch dat gedaan zijnde als dan nog niets anders dan bloote huisvesting oplevert zonder iets meer, terwijl HEA van denkbeeld zyn den ongelukkigen aan de Koog te kunnen besteden iets waartoe aldaar volstrekt geene gelegenheid is.

N 122 4-8-1831 Gouverneur, dekboekjes van Attila en Rszewusky van de stoeterij Borculo

N 123 Commissaris 5-8-1831 geldleening

N 124 8-8-1831 Predikanten cs

Dat de 1e dezer een algemene Bededag [zal worden gehouden], ten einde de belangen van het dierbaar Vaderland aan den Almagtigen nederig op te dragen en zijnen Goddelijken zegen op onze wapenen in de aangevangen strijd met ootmoed aftesmeken.

N 125 8-8-1831 Aan de Burgemeester van Durgerdam

Dat Dirk Harmen Boom, loods alhier aan het Oude Schild woonachtig, op den avond van den 1e dezer aan boord van het Texelsche beurtschip van Amsterdam komende, schipper L. Dijksen, is in het water gevallen en verdronken. Hij moet eene zekere som bij zich gehad hebben, welke wel f 120- zoude bedragen hebben. [Burgemeester geeft de personalia op] en verzoek alle die effecten mee te geven met schipper L. Dijksen, welke weder a.s. vrijdag van Amsterdam naar Texel vaart, of op te geven [hoe anders te handelen].

[Dirk Boom (1796-1831) zoon van Harmen Jansz Boom en Neeltje Simons Graaf, zeeman, verdronken in het IJ. Getrouwd met Cornelisje Pieters Hin (1797-1867), 6 kinderen].

N 126 Borculo 8-8-1831

Staat van kosten over Atilla en Rszwuski

N 127 11-8-1831 Nicolaas van Hattum plaatsvervanger voor H. Burger, ongehuwd.

N 128 15-8-1831 Gouverneur, f 166,57 ten behoeve der Bedelaars werkhuizen

N 129 Gouverneur 15-8-1831

Ingevulde Staat B

N 130 Gouverneur 22-8-1831 Militie

N 131 23-8-1831 Gouverneur

Pieter Bikker is alzoo op eene volkomen wettige wijze van den Schutterlijken dienst vrijgesteld uithoofde van gebrek aan den borst.

N 132 Predikanten 22-8-1831 toezending nevensgaand Besluit

N 133 Gouverneur 23-8-1831 Schutterij

N 134 25-8-1831 Gouverneur, adres van bedelaarskolonist Jannetje Bakker om van de Bedelaars Kolonie te worden ontslagen.

Dat de erfenis waarop zij hare aanstaande verwachtingen schijnt te bouwen, niet van deze plaats herkomstig is. [Nagaan hoe dat zit] opdat zij soms korte dagen na hare loslating weder gevat en opgebragt worde, hetwelk even zoo verdrietig als kostbaar voor de gemeente is en waaromtrent de ondervinding ons geleerd heeft dat zij Jannetje Bakker berucht is door haar veelvuldige omzwervingen, aanleiding heeft gegeven tot omvangrijke correspondentie.

[Als het waar is van die erfenis kan het ontslag niet worden geweigerd]

N 135 Gouverneur 25-8-1831 Loterij

N 136 Gouverneur 27-8-1831

Nominative opgave der leden van de Schutterij

N 137 Gouverneur 29-8-1831 Collegie van Zetters

Reinbach Burgemeester, G.M. Hillenius Eerste Assessor

Hendrik Boermeester, Cornelis P. Dijksen, Jacob Brans, Tijs Zijm, Jan Pelder

N 138 Militie Comm: 29-8-1831 Inventaris

N 139 31-8-1831 Gouverneur [heeft f 50 gestuurd]

Dat Uwe Excellentie in het denkbeeld verkeert als of op dit oogenblik de stranden bewaakt worden, dat echter tot mijn leedwezen het geval niet is.

[geen mannen en teveel strand].

N 140 Gouverneur 5-9-1831 Rekest van Jacob Bakker

Dat de adressant behoorlijk is onderzocht geworden door 2 geneesheren alhier die geene redenen schijnen gevonden te hebben om hem als ongeschikt voor den activen dienst te keuren; weshalve ik dan ook hem voor den dienst heb aangenomen-

Dat het mede eene bekende Zaak is dat hij zijn moeder en ongelukkige Zuster wezenlijk zeer noodzakelijk is en het door hem aangevoerde overeenkomstig de waarheid is-

Het komt mij alzoo voor dat wanneer hij door Uwe Ex: op eenige wijze van den activen dienst (die voor hem in alle gevallen slechts voor 2 M kan zijn alzoo hij bijna 34 Jaar bereikt heeft) konde beschouwd worden, dit zeer gewenscht zoude zijn.

N 141 5-9-1831 Gouverneur, Toren van den Hoorn

Dat het mij voorkomt de doelmatigste en minst kostbare wijze van herstel en onderhoud des kerktorens van den Hoorn alhier te zijn, dezelve met het driejarig onderhoud onderhands alhier aan te besteden op gelijke wijze als zulks nog onlangs alhier het geval is geweest met de Dominiale Gebouwen op dit Eiland gedaan [onder toezigt van den Eilandsarchitect].

N 142 5-9-1831 Gouverneur

Dat naar aanleiding [van uw brief] onmiddellijk is overgegaan tot de aanstelling van 8 wachters te paard, die nacht en dag zullen patrouilleren langs dat gedeelte strand dat meest noodig kan geacht worden bewaakt te worden, tegen beloning f 1,50 per Etmaal, althans tot het Saisoen niet ongunstiger wordt en waartoe ik de 2 stuks toegezondene ordonnantien ieder ad f 50 zal besteden.

N 143 Gouverneur 5-9-1831

Staat aangaande de persoon van Pieter Brederoe

N 144 8-9-1831 Gouverneur, 25 mannen naar Haarlem

S. Brans heeft geremplaceerd, 5 anderen denken dat te zullen doen, 2 denken dat hun vrouw zwanger is.

N 145 10-9-1831 Gouverneur, surveillance strand

Over bewaking van Eijerlandse Gat en Roggesloot.

N 146 10-9-1831 Gouverneur

Rekest van Jan Blom- deze kreeg marsorder. Hij heeft onmiddellijk na den ontvangst dier order tot den uitmarsch zich tot de voltrekking van zijn huwelijk laten inteekenen en is voorts op den 8 dezer gehuwd-

Dat ik vervolgens de vryheid heb genomen hem 5 dagen uitstel tot zijn vertrek naar Hamburg te verleenen uit hoofde van deze omstandigheid-

Dat hoezeer de deugdelijkheid van het certificaat van Zwangerschap door my niet wordt betwijfeld, als zynde hetzelve niet gellegaliseerd, moet ik echter daartoe opmerken:

Dat daar dit Huwelijk na den ontvangst der order tot den uitmarsch heeft plaats gehad, het door mij betwijfeld wordt of zit certificaat wel als Geldig kan worden aangemerkt-

[Jan Blom (1806-1835), zoon van Meijert Lammertsz Blom en Engeltje Willems Smit. Hij trouwde op 8 september 1831 met Marretje de Wijn (1808-1889), dochter van Abraham de Wijn en Heijltje Noordberg. Hun eerste kind kwam op 24 januari 1832, dus dat trouwen werd even zo goed wel tijd. Nu kon hij zich in de 2e Ban laten plaatsen als kostwinner. Jan was zeeman. Kinderen Heiltje (1832-xx), Engeltje (1833-1903) en Jan (1835-1836). Toen de kleine Jan werd geboren was de vader al ruim 3 maanden dood.

Marretje hertrouwde in 1839 met meester Teekele Rijnsz Zwaal van Terschelling].

N 147 Gouverneur 10-9-1831

Dat de in 1830 tot den eersten ban gedesigneerde schutters deze gemeente Willem Reiersz Ran en Pieter Karsman buiten zeelieden reeds zedert eenen geruimen tyd zyn binnen gevallen en zich te Amsterdam op de Schepen of aan de Buitenkant schuil houden ten einde daardoor den dienst der Schutterij te ontgaan.-

N 148 16-9-1831 Gouverneur, visiteurs quarantaine

Schip gestrand achter het Zanddykshuis. Ik zal mij onmiddelyk verzeld van den Heer Opperstrandvonder en Visiteur der quarantain derwaarts begeven, ten einde alle die maatregelen te nemen welke de omstandigheden zullen vorderen.

N 149 17-9-1831 Gouverneur

Fester Smit en Meindert de Ruyter zijn niet gemarcheerd wegens zwangerschap van hun vrouw.

[Fester Smit (1804-1857), zoon van Willem Festersz Smit en Martje Reinderts Spijkman, trouwde met Martje Smit op 5 september 1830. Op 13 februari 1832 werd hun zoon Willem geboren].

[Meindert de Ruiter (1806-1863) zoon van Dirk de Ruiter en Vrouwtje Meinders Visser, metselaar, in 1831 getrouwd met Jannetje Vos (1807-1860). Het eerste kind werd geboren op 24-2-1832].

N 150 16-9-1831 's avonds 8 ure, Gouverneur

Stranding van een smakschip van Bremen, met steenkool uit Sunderland, 4 man aan boord, kapitein en kok verongelukt, schip geheel verbrijzeld.

Tot mijne groote bevreemding was de kanonneerboot van het Vlie vertrokken en zoo men zeide naar het Nieuwediep, zonder mijn toestemming en medeweten!

N 151 19-9-1831 Gouverneur

Er ligt wederom een gewapend vaartuig in de Roggesloot.

N 152 22-9-1831 Gouverneur

Jacob Bethlem heeft een plaatsvervanger gesteld, Bartel van de Noort

N 153 22-9-1831 Gouverneur

Certificaat van zwangerschap waardoor de schutters Fester Willemsz Smit en Meindert de Ruyter van den uitmarsch bevrijd zijn.

N 154 23-9-1831 Gouverneur, quarantaine

N 155 23-9-1831 Aan de Burgemeester van den Helder

Dat de Gereformeerde Diaconie van den Hoorn, waartoe Pietertje van der Wijk met hare kinderen behoort, mij haar verlangen heeft te kennen gegeven om de gezegde familie bij zich te mogen ontvangen. [Wilt u ze sturen?].

[Pietertje van der Wijk (1804-xx) uit Oudeschild, dochter van Auker Luijtsz van der Wijk en Cornelisje Cornelis Dekker, een van 8 kinderen. Getrouwd met xx, kinderen xx].

N 156 Schoolopziener 26-9-1831

Felicitatie met benoeming

Wat is gebeurd met het rekest van Plaatselijke Schoolcommissie?

N 157 Gouverneur 26-9-1831

Rekest van Jan Verberne

N 158 Gouverneur 27-9-1831

Rekest Maarten Vlaming- Hij heeft thans by de buiten gewone laatste kligting over de Loting van 1828 ook zijn tweede Zoon moeten missen en het lijdt geen twijfel of dit heeft den gevoeligsten invloed op zijn beroep als Oesterschipper, waartoe een knecht hem onontbeerlijk is, die hij zich uit eigen fondsen niet zal kunnen aanschaffen en hem dus doen noodzaken althans by voorraad zijn beroep dat juist thans het belangrijkste is te moeten laten varen en niet anders dan de treurigste Gevolgen voor hem en zijn Gezin hebben.

[Kan de oudste zoon niet met groot verlof naar huis?]

N 159 28-9-1831 Gouverneur, strandbewaking

Reinbach verzoekt inlichtingen, hoe te handelen met

1 haringvisserij (bokking) en op geep, aalkorven?

2 wier en het gestadig afhalen van ballast van de punt van de Hors voor de koopvaarders in het Nieuwe Diep?

3 wat als iemand met een lijk of met driftgoederen in aanraking komt?

4 tussen Eijerlandse Huis en Zanddijkshuis is geen locaal waarin eventueel de equipage van een gestrand schip kan geborgen worden. Burgemeester heeft daar 'een oude houten tent' laten plaatsen.

N 160 BM Helder 26-9-1831 Soldijbrieven voor PJ. Bakker

N 161 28-9-1831 Gouverneur

Willem Ran, zeeman, onderhoudt van zijn gage zijn ouders. Als milicien is hem dat onmogelijk. Hij wil wel op een kanonneerboot geplaatst worden.

[Willem Ran (1803-1839), zoon van Reijer Willemsz Ran (1765-1833) en Antje IJsbrands Snip (1776-1852), was bootsman. Hij is overleden in Banjematti, Oost Indië].

N 162 Gouverneur 30-9-1831 Transactien

N 163 Gouverneur 30-9-1831 Schutterij

N 164 Gouverneur 4-10-1831

Missive van Heeren B&W van Amsterdam betreffende WR Ran en P. Karsman

N 165 6-10-1831 Gouverneur, onderhoud toren van den Hoorn

Klaas van Graauw is met f 273 de laagste inschrijver.

N 166 Kapitein ter Zee dep: Marine 10-10-1831

Verblijplaats Jan Jansz Dito

N 167 10-10-1831 Gouverneur, strandbewaking, alle visserij verbieden

N 168 a, b en c 18-10-1831 Gouverneur en Prov Commissie

Geene vaccinatien

N 169 Gouverneur 13-10-1831 Staat

N 170 Gouverneur 12-10-1831 begrooting 1832

N 171 Gouverneur 17-10-1831

Staat van betaling van bewaking der stranden

N 172 Gouverneur 22-10-1831

Ontvangst ordonnantie van f 50-

N 173 25-10-1831 Gouverneur

Op de 24e op de Haaks gestrand en vervolgens gedeeltelijk verbrijzeld het brikschip Bienne, van de Memel naar Engeland. Kapitein en verdere equipage door den Texelsche loodsschipper A. Lap geborgen en te Wieringen in quarantaine gebragt. Het schip dat gedeeltelijk verbrijzeld is, met de lading balken op heden aan wal gespoeld, welke als aan geene quarantaine onderworpen, door opzichter van den Opperstrandvonder worden geborgen. [Burgemeester Reinbach heeft gelast alle andere voorwerpen onaangetast te laten, eventueel te verbranden of onder de grond te stoppen]

N 174 BM Sluis (in Vlaanderen) 26-10-1831 wed. H. de Wijn

Ontvangst bevestigen van assignatie ad f 13.16 tbv de weduwe Harmen de Wijn alhier.

[Harmen Jansz de Wijn (1792-1831) van Oudeschild, was op 16 oktober gestorven in Sluis. Zijn weduwe was Trijntje Hendriks Bakker (1796-1864) uit Oosterend. Er waren 5 kinderen geboren in Oudeschild en Den Burg, waarvan 4 nog in leven, allen later gestorven op Texel]

N 175 GS 28-10-1831

Dat het aan Armenvoogden en Diakenen alhier het best is voorgekomen om Jannetje Flens met haar huisgezin in deze gemeente te alimenteren. Ik verzoek UEd mitsdien dezelve per Postschuit herwaards te depecheren.

N 176 BM Helder 28-10-1831

Soldy brieven PJ. Bakker

N 177 Gouverneur29-10-1831 intezenden Staat

N 178 29-10-1831 Gouverneur, toren van den Hoorn, bestek, aannemingscontract enz,

terwijl ik gelast heb dat de werkzaamheden aan de Toren onverwijld moesten worden aangevangen.

N 179 Gouverneur 31-10-1831

Dat door mij aan den Heer van Deinse het in die missive vervatte is medegedeeld geworden, waarop door ZEd mij verklaard is dat hij zich over deze aangeleegenheid ten spoedigste tot Uwe Ex: zelve hoopte te wenden.

N 180 GS 2-11-1831 Eilandsrekening

N 181 GS 2-11-1831 Rekening Algemeen Armbestuur 1830

N 182 Gouverneur 4-11-1831 3 ordonnantien ieder ad f 50-

N 183 Ontvanger registratie 7-11-1831 Lyst

N 184 8-11-1831 4 pagina's oestervisserij

N 185 Gouverneur 11-11-1831 Strandbewaking

N 186 Gouverneur 12-11-1831 Schutterij

N 187 BM Wijk aan Zee 15-11-1831

Remplacering voor Jacob Bethlehem

N 188 Agent Rijkskassen te Alkmaar rekest S. Kikkert

N 189 P: Korf Helder 23-11-1831 Visverbod opgeheven

N 190 BM Helder 24-11-1831 Soldybrieven voor P. Bakker, GJ. Duynker en L. Slot

N 191 Gouverneur 26-11-1831 Situatiestaat schuttery

N 192 Gouverneur 26-11-1831 Gouverneur, geneeskundige dienst en de cholera

N 193 26-11-1831 Gouverneur, hengsten

N 194 Ontvanger directe belastingen te Texel 26-11-1831

N 195 Gouverneur 28-11-1831 aftreding leden raad

N 196 Gouverneur 30-11-1831 oestervisscherij

N 197 1-12-1831 Gouverneur, maatregelen quarantaine

N 198 2-12-1831 Gouverneur Stranding

Dat heden nacht in de Gronden van het Eijerland een brikschip is vervallen, waarvan 11 man met eene barkas de vlucht genomen hebben en zich thans bevinden aan boord van een in de Roggesloot liggend vaartuig, alwaar zij door mij Provisioneel in quarantaine gehouden worden gehouden, terwijl ik de noodige levensmiddelen derwaarts heb toegezonden; zooverre het mij tot heden bekend is bevindt zich de Kapitein met 3 man nog aan boord.

Volgens informatie van het scheepvolk zoude dit schip komen van Petersburg, geladen zyn met Hennip en talk en naar Engeland gedestineerd. Van dit een en ande kan men geene verzekering hebben voor de Equipage met de papieren aan de wal is.

De Opperstrandvonder bevindt zich op het Eijerland om ingeval het Schip mogt breken en de Goederen aan den wal komen de noodige voorzieningen te nemen.

[Er is geen gewapend schip daar, is wel nodig!]

N 199 5-12-1831 Gouverneur

[Het schip is totaal verbrijzeld] en men is druk bezig met het naar het wrak af en aan te varen ter berging van wat zich vinden laat. Bij gebrek aan een gewapend vaartuig kan zulks niet belet worden.

5-12-1831 Brief 200 Gouverneur

De Kapitein en 2 matrozen door Texelsche kaagschippers behouden aan de Roggesloot gebragt, de scheepsjongen is verongelukt. Behalve de equipage nu ook 5 vaartuigen en 12 Texelaren in quarantaine. Aan het bergen en brengen werwaarts zij willen van de lading door particulieren kan ik niet doen.

N 201 Gouverneur 5-12-1831 kwitantien

N 202 7-12-1831 Gouverneur, kanonneerboot aan het Eijerland gekomen

N 203 Gouverneur 7-12-1831 Ordonn: Strandbewaking ad f 50-

N 204 Gouverneur 8-12-1831 Schutterij

Dat Kors Goojers en Jan Pietersz de Lange voorwaardelyk zyn vrijgesteld, J. Bikker onvoorwaardelyk en dat de persoon van Willem Jan Kikkert van zijn reis naar Oost Indië nog niet is terug gekomen.

N 206 Gouverneur 10-12-1831 f 50- voor strandbewaking

N 207 Gouverneur 14-12-1831

Wederom rekest van Jan Verberne- Dat ik zonder Uwe Ex: met nutteloze omslag van woorden te vermoeyen niet beter doen kan dan my te beroepen op den woordelyken inhoud mijner missve van den 26-9-1831.

N 208 Gouverneur 14-12-1831 rekest Hendrik Boon

N 209 Gouverneur 14-12-1831 rekest Aagje Dekker weduwe Willem Dekker

N 210 Gouverneur 15-12-1831 ordonnantien strandbewaking

N 211 Gouverneur 22-12-1831 Schutterij

Jan Cornelis Verberne heeft zich laten vervangen door Albert Jager, dat hy Verberne thans buiten staat is geraakt om dien plaatsvervanger langer te kunnen betalen om welke redenen hij verzocht dat gemelde plaatsvervanger mag worden ontslagen als wanneer hy zelve wenscht in dienst te treden.

N 212 Gouverneur 23-12-1831

Rekest armbestuurders der RC-gemeente te Oosterend

N 213 Gouverneur 23-12-1831 Strandbewaking

Intezenden Staat in triplo der gedane betalingen totaal f 283.50

N 214 Hoofd admin: 1 Batt: artillerie te Nijmegen 23-12-1831

Milicien C. Keyzer

N 215 Gouverneur 23-12-1831 Attestaies de vita

N 216 23-12-1831 Aan de kapitein ter Zee Onder Dir Marine Willemsoord

U te zenden de stukken ter ontvangst eens pensioens voor Trijntje H. Bakker, weduwe van den gesneuvelden stuurman H.J. de Wijn, behoorlijk gelegaliseerd te doen geworden.

[Harmen de Wijn (1782-1831) zoon van Jan Simonsz de Wijn en Trijntje Harmens de Haas, kapitein ter zee, tweede stuurman bij de Marine, was overleden op 16 october 1831. Zijn vrouw was Trijntje Hendriks Bakker (1786-1864), 5 kinderen, de jongste 11 jaar].

N 217 Gouverneur 23-12-1831 BS

N 218 24-12-1831 Gouverneur

Docter van Deinse [zocht een plaatsvervanger], die kost thans f 1200- tot f 2000- per jaar en zijn niet dan met moeite verkrijgbaar.

N 219 24-12-1831 Gouverneur

R.H. Smit cs- over het in 1829 redden van 8 schipbreukelingen van zeker op de Zuidwal gebleven schip Farald Laland. Vergun mij alzoo deze zaak op dringend verzoek van de belanghebbenden andermaal onder de aandacht van Uwe Ex: aan te bevelen opdat zij de vruchten mogten genieten der goede meening die het Gouvernement ten hunnen aanzien heeft aan den dag gelegd en waarvan de uitvoering tot dusverre alleen door de noodlottige tijdsomstandigheden is verhinderd geworden.

N 220 BM Helder 25-12-1831 soldijbrieven

N 221 Gouverneur 28-12-1831 Onderwijs

N 222 28-12-1831 Gouverneur

Naamtekening van de Burgemeester en de 2 leden der Gemeenteraad: Reinbach, G.M. Hillenius en C. Bouwesz Bakker

N 223 Gouverneur 31-12-1831 Transactien

N 224 Gouverneur 31-12-1831 Patentzegels

N 225 31-12-1831 Verandering in het medisch personeel: Overleden Hendrik Hagen, vertrokken Galama, gevestigd Van Deinse.

N 226 31-12-1831 Gouverneur, Geene personen uit andere Provincien gevestigd, naar andere Provincien S.J. Galama met vrouw en 2 kinderen naar Sneek, Vriesland.

N 227 Gouverneur 31-12-1831 Loterij

1832

N 1 Gouverneur 2-1-1832 Ordonnancie Strandbewaking

N 2 Gouverneur 2-1-1832 Oestervisschery

N 3 Gouverneur 3-1-1832 BS 1831

N 4 3-1-1832 Gouverneur, rekest Lijsbeth Pieters Metselaar, weduwe Lodewijk Vermeulen

In overeenstemming met de waarheid, dat ik niet mag ontveinzen dat naar mijn oordeel die vrouw van haren zoon, een kaagknecht, niet die ondersteuning kan hebben die zij voorgeeft, vooral daar ik haar nu na het overlijden van haren man in plaats van tot dus verre f 1- voortaan f 2- uit Eilands kas zal toeleggen.

[Elisabeh Metselaar (1778-1858) dochter van Pieter Cornelisz Metselaar en Trijntje de Haan, uit Oosterend, getrouwd met Lodewijk Klaasz Vermeulen (1760-1831) uit de Koog, overleden op 5 september te Oost. Er waren 7 kinderen, afwisselend geboren in Koog, Oost, Oosterend, Zanddijkshuis. Beide oudste zoons waren van beroep 'zeeman'].

N 5 3-1-1832 Gouverneur, rekest Frouwtje Bakker, weduwe Jacob Duynker

Dat ik zelve hartelijk wensch dat haar zoon met alle de vele anderen ten spoedigste terugkere, maar dat ik na rijp overleg geene termen vinde dat haar zoon boven anderen zijn ontslag zoude bekomen.

[Vrouwtje Bakker (1774-1856) dochter van Jacob Bakker en x, getrouwd in 1808 met Jacob Albertsz Duijnker (1777- voor 1 april 1832) uit Oosterend, hun zoon was Jacob Duijnker (1812-1832). Zoon Jacob overleed in Middelburg op 1 april 1832].

N 6 11-1-1832 Gouverneur geene vaccinaties

N 7 prov. Comm: idem

N 8 gouverneur 11-1-1832 brandbluschmiddelen

N 9 13-1-1832 Kwitantien

N 10 13-1-1832 Personele omslag

N 11 Gouverneur 18-1-1832 getal Hervormde Zielen

N 12 Gouverneur 19-1-1832 Schuttery

N 13 Gouverneur 21-1-1832 Schuttery

N 14 Gouverneur 21-1-1832 Attestaties de vita

N 15 Gouverneur 21-1-1832 Toezending stukken

N 16 Ontvanger directe belastingen OSchil 24-1-1832 Oestervisschery

N 17 22-1-1832 Gouverneur, R.H. Smit

Ontvang te berigten waarby gaande afschrift van ZM Besluit N 67 vergezeld van 3 Getuigschriften en 3 ordonnantien respectivelijk voor den in het besluit vermelden Loodsschipper RH. Smit bestemd.

Ik zal zorgen dat op eene plegtige wijze de uitreiking dier Stukken aan hen geschiede terwijl Speciaal door mij zal gezorgd worden dat de f 300- voor RH. Smit tot het bedoelde einde bestemd worden en waartoe ik hoop de meest doelmatige middelen te zullen aanwenden.

[Deze uitslag] wordt door mij op hoogen prijs gesteld, niet alleen uit aanmerking der personen zelve maar vooral ook uit hoofde van den Gunstigen invloed die dezelve hebben moet om by onverhoopte volgende gelijksoortige omstandigheden eene Gelijke uitkomst te mogen doen verwagten.-

N 18 Gouverneur 24-1-1832 Oestervisscherij

N 19 25-1-1832 Kolonel Comm:

De plaatsvervanger van Leendert Brans is Jan Wilminck

N 20 Visiteur in en uit klaaring te Terschelling 25-1-1832 Oestervisschery

N 21 Gouverneur 25-1-1832 BS

Vestigingskosten van bedelaars over 1830 f 35.-

N 22 25-1-1832 Gouverneur, Andries Former

Naar aanleiding van UEdGr Dispositie van den 23 Dec 1831 n. 33 houdende aanwijzing van deze Gemeente als onderstands Domicilie van den krankzinnigen A. Former en tevens Goedgunstige beschikking om, uit aanmerking van den buitengewoon ongelukkige toestand van dien persoon ter gemoet koming in de kosten daaraan verbonden jaarlijks en tot weder opzeggens uit de Provinciale fondsen aan het Gemeente bestuur van Texel Eenhonderd Gulden te verstrekken en onder verdere bepaling om van den toestand van dien persoon op de wijze daarbij bepaald aan EEdGr verslag te doen, heb ik de eer te berigten

Dat de toestand van den persoon van Andries Former nog heden altoos geheel dezelfde is wat betreft zijne verstandelijke vermogens zoo als die waren tijdens de verleening van bovengenoemde toelage, zonder dat er eenige verandering hoegenaamd in valt op te merken.

Weshalve ik op grond daarvan tevens de vrijheid neme UEdGr voortdurende welwillendheid in het belang van dien Ongelukkigen interoepen.

N 23 Gouverneur 26-1-1832 Halve centen

Dat ofschoon men niet zeggen kan eenen overvloed van halve centen binnen deze Gemeente bestaat, het mij echter niet toeschijnt dat er eene stellige behoefte aan bestaat.

N 24 BM Helder 26-1-1832 Geboorte extracten

N 25 BM Helder 28-1-1832 Soldij brieven van PJ. Bakker, L. Slot, GJ. Duynker

N 26 28-1-1832 Aan de Burgemeester van Wieringen, over het schip Farule Harold Laland

Redding door Reier Smit, Willem Gomes en Meindert de Boer. Gratificatie van f 300- voor R. Smit en f 50- voor beide anderen, eindelijk gelukt die te verkrijgen, met last om dit op eene plegtige wijze aan hen vanwege onzen Geëerbiedigde Koning ter hand te stellen.

Ten einde daaraan behoorlyk te voldoen heb ik echter volstrekkelyk noodig eene beknopte doch tevens volledige en vooral getrouwe mededeeling noodig van het destijds voorgevallenen. [Hoe is het indertijd precies gegaan met die stranding?]

N 27 Nat. Militie 30-1-1832

N 28 Gouverneur 30-1-1832 Schuttery Hendrik Jansz Bakker

N 29 Gouverneur 30-1-1832 Jan Verberne

N 30 Gouverneur 30-1-1832 Alphabetische Lijst

N 31 Comm: tot de Conversie der Nat. Schuld 31-1-1832

N 32 Vrijw: Negotiatie 31-1-1832 Inschrijving

N 33 Gouverneur 1-2-1832 Geene vrijwilligers

N 34 Gouverneur 2-2-1832

Rekest van den RC-pastoor L.J. Quaadman

Opsplitsing der RK gemeente, 2 pastoors, die beiden klagen, en terecht, over hun inkomsten

N 35 3-2-1832 Admin Inf Haarlem

Er heeft zich by mij aangediend de gepasporteerde schutter Maarten Dekker, te kennen gevende dat hij verpligt was zijne aanhebbende kleederen, als tot de 3e Afdeeling 1e Batt 4e Comp der mobile NH Schutterij behoorende, waaronder hij gediend heeft, te moeten inleveren by de Hoofd adm: der 1e afdeeling Infanterie te Haarlem.

Het is dien ten gevolge dat ik de eer heb UWEdgestr: bij deze kennis te geven dat de gemelde Kleederen zeer versleten en van weinig waarde zijn, en daar gemelde Dekker thans dezelve wel benoodigd is, als geheel buiten verdienste zijnde, is het mij voorgekomen, dat hij dezelve in eigendom moest behouden.

N 36 Gouverneur 4-2-1832

Rekest van Neeltje Daalder wed Dirk Bethlehem met eene missive omtrent dit onderwerp van den Heer Burgemeester van den Helder-

Dat Maarten Bethlehem over de ligting van 1829 voor dese gemeente is uitgetrokken en nog dient bij de 18 Afd 1 Bat 1 Comp Infanterie-

Dat ik [mij beroep] op de gelijksoortige gevallen van de wed Jacob Duynker en de wed Lodewijk Vermeulen, op wier rekesten ik de eer heb gehad mijn gevoelen bekend te maken, waarop Uwe Ex: heeft goedgevonden een afwijzend antwoord aan de rek: te doen geworden- immers moet men toch veronderstellen dat ook deze weduwe Dirk Bethlehem ongetwijfeld eenig ondersteuning zal genieten van het Heldersch bestuur even als zulks het geval was met de beide genoemde weduwen.

N 37 Gouverneur 6-2-1832

Rekest van Armverzorgers der RC-gemeente aan den Burg

N 38 Gouverneur 8-2-1832

Extract uit het register der deliberatien van de Gemeente Raad van den 6 dezer houdende voordragt van 5 leden tot de daarstelling der Commissie voor eene eventuele Gedrongene Geldheffing-

N 39 Visitateur in en uit klaaring te Terschelling 9-2-1832 Oestervisschery

N 40 9-2-1832 Gouverneur, uitreiking medailles R.S. Smit cs

Ik acht mij verpligt Uwe Excell: bij deze kennis te geven dat naar aanleiding Uwer Excell: missive van den 17 Januari ll N 248/844 op Gisteren Avond in de Hervormde Kerk alhier aan den Burg de plegtige uitreiking heeft plaats gehad aan de personen van R. H. Smit, M. de Boer en W. Gomes van de aan hen door ZM goedgunstig verleende Getuigschriften, en voorzoover de twee laatste betreft tevens den aan hun toegekende gratificatie, alles ter zake van het redden van schipbreukelingen op den 15 October 1829 van het brikschip de 2 Gebroeders- De gewone Godsdienstoefening dien avond was tot deze plegtigheid Expresselijk ingerigt- terwijl door den Eerw. Slothouwer te dien Gelegenheid eene zeer doelmatige redevoering, in welken ook de regtmatige Hulde en lof aan onzen dierbaren Koning werd toegebragt, gehouden is na welke de uitreiking zelve van het voormelde door mij onder de vereischte toespraken werd uitgereikt; al het welk eindelyk afgewisseld en besloten door orgelmuziek zeer ten genoegen schijnt afgeloopen van de belanghebbenden zelve als van de geheele talrijke schare aanwezenden, die ten getale van ettelijke honderden tot dit einde was bijéén gekomen.

N 41 9-2-1832 Gouverneur, quarantaine

Geen geld ontvangen sinds 29-12-1831

N 42 Mil. Comm: 11-2-1832 Certificaten

N 43 Comm: Amersfoort 14-2-1832

Negotiatie. A. Veenboer wil ipv in geld in effecten deelnemen.

N 44 Gouverneur 14-2-1832 Weduwenfonds Oudeschil

N 45 Visitateur 17-2-1832 Oestervisschery

N 46 Gouverneur 17-2-1832 Oestervisschery

N 47 Gouverneur 18-2-1832

N 48, 49, 50 Gouverneur 22, 23 en 24-2-2832 ordonnanties strandbewaking

N 51 24-2-1832 Gouverneur

Jacob Verberne is reeds van hier vertrokken.

N 52, 53 Gouverneur 25. 27-2-1832 Ordonn: strandbewaking

N 54 Gouverneur 27-2-1832 Oestervisschery

N 55 BM Helder 29-2-1832 Soldybrieven

N 56 Gouverneur 1-3-1832 ord: strandbewaking

N 57 1-3-1832 Gouverneur, quarantaine

Dat de nu gedane betalingen zijn loopende tot en met den 19 Nov: 1831

N 58 Dijksbestuur van Texel 1-3-1832 Parate executie- zie dispositie

N 59 Gouverneur 2-3-1832 Strandbewaking ordonnanties

N 60 Gouverneur 5-3-1832

Extract deliberatien raad

N 61 Gouverneur 6-3-1832 ordonnantie

N 62 7-3-1832 Aan de Lt Colonel Chef van het Alg: depot der Landmagt nr 33 te Harderwijk

Dat ik de bij uwe missive toegezonden medaille en attest voor Jan Bakker in behoorlijke orde heb ontvangen, doch dat ik het geraden oordeelde die voorwerpen althans provisioneel aan de familie van hem Jan Bakker en niet aan hemzelven ter hand te stellen, alzoo deze zich zedert eenigen tijd in eenen toestand bevindt, welke zoo al niet geheel krankzinnig, ten minste zeer na daaraan grenzende is, weshalve de uitreiking der medaille aan hemzelven tot meer geschikte gelegenheid is uitgesteld.

N 63 12-3-1832 Gouverneur Vrywilligers

Commissie bestaand uit de Heeren H. van Lit, H.M. Ahlé tevens secretaris, Pieter J. Duynker, C. Schram en J. Brans- dat het noch aan den Yver dezer Commissie noch aan de mijne zal ontbreken om de best mogelijke uitslag dezer poging te verzekeren-

N 64 Gouverneur 13-3-1832 rekest P. L. Visser

Om te worden geplaatst op de Stoomboot Noord Holland in plaats van de overleden matroos Pieterse-

Dat het mij na gedaan onderzoek gebleken is dat de voorn: rekestrant is van een zeer geschikt en eerlyk Gedrag, alle verlangde Kunde als Zeeman bezit en dus dienaangaande gerustelijk zich voor de bewuste betrekking kan aanbieden- dewijl overigens hij echtgenoot en vader van 7 kinderen zynde, ik des rekestrants verzoek aanbeveel-

[Pieter Lammertsz Visser (1799-1862) zeeman, loodsman, getrouwd met Aaltje Huisman (1801-1870), beiden van Oudeschild. Ze trouwden op 1-5-1825, 't eerste kind kwam op 6 augustus. In 1832 waren er 3 kinderen, Lammert, Reijer en Jannetje]

N 65 14-3-1832 Gouverneur Station Rijkshengsten

N 66 14-3-1832 Aan de Kap. ter Zee onder dir der Marine te Willemsoord

Dat Klaas Kuiper, zoon van Klaas Kuiper en Jannetje Dros geboren 27 januari 1809 aan de wet op de Militie heeft voldaan en zich steeds als een goed en stil jongeling heeft gedragen.

N 67 Gouverneur 15-3-1832 mandaat Oestervisschers

N 68 Gouverneur 16-3-1832 Zegelgelden

N 69 Comm: NH schutters 16-3-1832

Toekomen een behoorlijk gelegaliseerd Certificaat van 2 geneesheeren alhier omtrent de niet vervoerbaarheid voor het oogenblik van den Schutter Cornelis Dekker [u hoeft mij geen aanschrijving te sturen of me te herinneren] daar ik de overtuiging koester al datgene met naauwgezetheid na te leven, wat my van Gouvernementswege wordt voorgeschreven.-

N 70 17-3-1832 Rijks Hengsten

N 71 17-3-1832 Gouverneur, rekest van Trijntje Prins weduwe Jan Smit, om ontslag van J.J. Smit

Zij heeft 2 zoons in dienst en 1 thuis, trekt f 2 per week, meer dan ze van haar zoon zou trekken.

N 72 19-3-1832 GS f 100- wegens subsidie ter gemoetkoming in de onderhoudskosten van den krankzinnige A. Former onvangen

N 73 20-3-1832 Gouverneur, strandbewaking en quarantaine

N 74 Gouverneur 21-3-1832 Schuttery

N 75 21-3-1832 Gouverneur, rekest om ontslag van Trijntje Tjebbes weduwe Bakker

als Colonist in de Ommerschans, geteekend door dezelver zoon Jakob Bakker, gesteld wordt in mijne handen om berigt, consideratie en advies, heb ik de eer te berigten-

Dat ofschoon deze vrouw aan mij van geene Gunstige zijde bekend is, maar in tegendeel door een hoogst ligtvaardig gedrag zich befaamd heeft gemaakt,

Dat echter daar zij zich met hare beide, zoo ik mij niet bedriege, onechte Kinderen, nog laatstelijk vrijwillig in de voornoemde kolonie begeven heeft, mij onder verbetering toeschijnt wanneer zij de kolonie verlaten wil, dat haar dan dat verzoek zoude kunnen worden toegestaan, tenzij zij zich belangrijke redenen daartegen mogten verzetten, die echter bij mij niet bekend zijn.

N 76 21-3-1832 Gouverneur, quarantaine

N 77 Gouverneur 24-3-1832 temporaire dienst marine

Dat Pieter Dijker buiten zeeman zedert eenigen tijd is binnengekomen doch door ongesteldheid niet in Staat is geweest om in temporaire zeedienst overtegaan maar zich thans in staat gevoelt en daartoe aan my heeft aangeboden te welken einde hy zich aan het Gouvernements Bureau zal vervoegen op aanstaande woensdag.

N 78 BM Helder 24-3-1832 Soldijbrieven

N 79 Maatsch: v. Weld: 26-3-1832

Geboorte acten van Daniel Vos en Dirk Duynker

N 80 Ontv. Registratie Texel 26-3-1832

Dat PJ Puinigh en JCW Termaten hier niet woonachtig zyn

N 81 Gouverneur 26-3-1832 rekest Jan Bas

Om ontslag uit den Schutterlijken dienst

N 82 Gouverneur 31-3-1832 Transactien

N 83 Gouverneur 2-4-1832 Staatsblad

N 84 GS 4-4-1832 premie oesters

N 85 Gouverneur 6-4-1832 Zegelgelden

N 86 6-4-1832 Ordonnantie Strandbewaking

N 87 Gouverneur 9-4-1832 Ordonnantie Kl. van Grouw ad f 360.-

N 88 Pres: Militieraad 9-4-1832 Loteling Hendrik Visser

N 89 Gouverneur 9-4-1832 Haven van Texel

N 90 13-4-1832 Gouverneur, strandbewaking

17-4-1832 Gouverneur, aanvraag paspoort

Verzoek om aan Meijert Bakker, oud 13 jaren, zonder beroep, die van plan is zich met het schip 'Schoon Verbond', kapitein B. Draaier, te begeven naar Philadelphia in Noord Amerika, eene buitenlandsche pas te willen afgeven. Met signalement, doopceduul en certificaat van goed gedrag.

[Geboren in 1818/19, is dit de zoon van Jannetje Coenraads Bakker (1775-1844?]

N 96 Waarnemend Inspec: van het Kadaster te Haarlem 17-4-1832

N 97 Gouverneur 20-4-1832 ord: strandb:

N 98 Gouverneur 29-4-1832 Kantonnale vergadering

S. Keijser wil er niet heen

N 102 BM Helder 26-4-1832 Soldybrieven

N 103 Gouverneur 28-4-1832 afgevaardigde kan. verg.

Keijser wil nu wel

N 104 Gouverneur 2-5-1832 Schutterlyke betrekkingen

N 105 Gouverneur 2-5-1832 Oestervisschers

N 106 2-5-1832 Gouverneur, strandbewaking betaald t/m 25-2-1831

N 107 Gouverneur 3-5-1832 ord: strandbewaking

N 108 Gouverneur 5-5-1832 ord: strandbewaking

N 109 Gouverneur 7-5-1832 premie oestervisschers

N 110 Gouverneur 9-5-1832 mandaat oestervisschers

N 111 Kol: dir: Stoet. Borculo 11-5-1832 station hengsten

N 112 Gouverneur 12-5-1832 ord: strandbewaking

N 113 Gouverneur 14-5-1832 ord: strandbewaking

N 114 Gouverneur NM 15-5-1832

Dat Jan Buis Loteling van dit Jaar N 49 op eene buitenlandsche reize naar de Oostzee is en mitsdien voor als nog in den tijdelijken dienst niet kan overgaan.-

N 115 Gouverneur 16-5-1832 ord: strandbewaking

N 116 18-5-1831 aan Jacob Bakker te Ommen

Ten gevolge eener bij mij ontvangen Aanschrijving van Zijne Ex den Heer Staatsraad Gouverneur van Noord Holland dd 14 dezer N 98/7297 dient deze om u te kennen te geven: dat de Procureur Generaal der Maatschappij van Weldadigheid Trijntje Tjebbes, weduwe Bakker heeft geautoriseerd tot ontslag uit de Ommerschans zoodra hare schuld zal zijn voldaan.

N 117 Gouverneur 19-5-1832 rekest J.C. Bas

[Is al eerder behandeld]

N 118 21-5-1832 Gouverneur, adres van bedelaars Kolonist Jantien Bakker,

N 98/7211 wordt in Gesteld in mijne handen om berigt, Consideratie en advies, heb ik de eer onder terugzending van dat Adres te kennen te geven

Dat deze Jantien Bakker al weder dezelfde is die zich bij Adres in 1832 heeft gewend tot Uwe Excll: om hetzelfde ontslag, destijds onder het valsch voorwendsel eener erfenis bekomen te hebben, waaromtrent ik reeds toen het grootste wantrouwen koesterde- dat door ondervinding gebleken is terecht te zijn.

Bij mijne missive van 25 Augustus 1831 n: 134 is op dit rekest gecoteerd no. 98/12814 destijds ampel berigt, en ik neem de vrijheid mij alsnog daaraan te refereren.

Uwe Excell: zal ligt gevoelen dat het voor deze Gemeente verkieslijker is dat zij onder het Goed opzicht waaronder zij zich thans bevindt blijft, dan door hoogstwaarschijnlijke nieuwe uitspattingen ook op nieuw kosten aan dezelve te veroorzaken en tot bezwaar te verstrekken. Men weet toch zonder liefdeloos te veroordeelen wat men van dat soort van menschen te wachten heeft; doch wanneer Uwe Excell: van oordeel is, dat haar ontslag op Goede Gronden niet wel geweigerd kan worden- welnu dat zij dan ontslagen worde in de Hoop dat zij inderdaad zich betere; een nuttig Lid der maatschappij worde en alzoo deze Gemeente niet tot last verstrekke.

N 119 Gouverneur 22-5-1832 rekest Diac: cs Herv: Gem: Oudeschil

N 120 BM Helder 24-5-1832 Soldybrieven

N 121 25-5-1832 Gouverneur, maatregelen Cholera

N 122 Gouverneur 28-5-1832 NM

N 123 28-5-1832 Gouverneur, Vacature vroedvrouwplaats aan het Oude Schild

Benoemen van een Genees en Heelmeester tegen een Jaarlyks tractement van f 200.-

N 124 Gouverneur 28-5-1832 Tarieven belastingen

N 125 Gouverneur 29-5-1832 rekest W. Visser

N 126 BM Helder 30-5-1832

JJ Roelofsen is hier niet overleden

N 127 Gouverneur 1-6-1832 mand: Oesterv:

N 128 Gouverneur 2-6-1832 Strandbewaking

N 129 GS 4-6-1832

Staten van instellingen van Liefdadigheid

N 130 Hoofd administratie 17e afd: infanterie te Naarden

U bij deze te doen geworden de kledingstukken van den Gepaspoorteerden Schutter Jan Bas

bestaande in: 1 een politie muts, 2 een Stropdas, 3 een Buis, 4 een lange broek, 5 een Hemd, 6 een onderbroek, 7 een paar Sokken, 8 een paar Schoenen

N 131 B en W der Stad Amsterdam 4-6-1832

Betreffende Grietje Dirks Duynker:

Dat volgens door mij ingewonnen informatie deze Grietje Dirks Duynker den 26 maart 1826 lidmaat is geworden van de Hervormde kerk aan het Oudeschild alhier; dat zij in october 1826 met der woon is vertrokken naar den Helder en aldaar tot den 17 meij 1832 heeft gediend en ook in 1828 hare Attestatie van Lidmaatschap der voorn: Kerk aldaar heeft ingeleverd.- [haar onderhouds domicilie is daar].

[Grietje Dirks Duijnker (1803-1832), overleden in Amsterdam op 10-9-1832. Haar vader Dirk Klaasz Duijnker (1771-1814) was in Den Hoorn gestorven. Haar moeder Ariaantje Cornelis Kok (1779-1848) hertrouwde in 1818 met Cornelis Jansz Boon (1782-18xx), kinderen Ariaantje en Bregje (1821-1831 Ommerschans), en overleed in Frederiksoord, Drente, als koloniste in de Kolonie van de Maatschappij voor Weldadigheid. Zoon Jan Duijnker (1810-1866) overleed in Zwolle]

N 132 Gouverneur 7-6-1832 Aanvrage om Autorisatie voor uitgaven

N 133 waarnemend Inspecteur kadaster te Haarlem 8-6-1832

In te zenden aanvrage in quadruplo wegens belooning voor het rondbrengen en ophalen der Bulletins betreffende de kadastrale aanslag voor deze Gemeente ten name van Cornelis Mooy ad f 63.30 voor 1055 ingekomen Bulletins.

N 134 Gouverneur 11-6-1832 Kadaster

Afkondiging en aanplakking zal op morgen den 12e plaats vinden

N 135 13-6-1832 Gouverneur, Dieuwertje Dogger weduwe Pieter Dogger vraagt om ontslag uit de dienst van haar zoon Jacob Dogger.

Dat het in genoemd rekest aangevoerde met de waarheid overeenkomt, het daarin gedaan verzoek is vallende in de termen van art. 21 der wet op de Nat. Mil. van 8-1-1817 en alzoo door den Suppl: het bij voorn. art. 21 voorgeschreven ter bekoming van Ontslag zal behooren te worden in acht genomen.

[Dieuwertje Dogger (1786-1847) van Oosterend, dochter van Jacob Saakomsz Dogger (1750-1795) en Pietertje Cornelis Boon (1760-1811) was getrouwd met Pieter Hertjes Dogger (1782-1832) uit de Waal in 1809. Er waren 7 kinderen, Jacob was de oudste zoon. Pieter was overleden op 30 april in Waalenburg].

N 136 Gouverneur 14-6-1832 Gemeente rekening

N 137 en 138 Gouverneur, 15 en 23-6-1832

Ordonnantie strandbewaking

N 139 23-6-1832 Gouverneur f 83.28.5 voor de Bedelaarswerkhuizen

N 140 BM Helder 23-6-1832 Soldijbrieven

N 141 Gouverneur 25-6-1832 Ord: Strandbewaking

N 142 Gouverneur 25-6-1832 rek: J. Dalmeyer

N 143 Gouverneur 26-6-1832 rek: D. de Graaf

Behelzende eenige klagten, omtrent de aanhoudende vermindering van het door dien man in Erfpacht van het Domein bezeten goed en bepaaldelijk opmerkingen omtrent hetgeen naar zijn oordeel zoude moeten worden gedaan ten einde die Gronden en ook de Texelsche Zeedijk voor Groote rampen te behoeden enz enz.

Zoo ik mij niet bedrieg en vooral naar aanleiding van een noot en dorso van een der hoeken geplaatst zal de bedoeling geweest zijn dit rekest te stellen in handen van den Heer Hoofdingenieur van den Waterstaat- ik althans moet Uwe Ex: bekennen mij niet in staat te gevoelen iets daarop te berigten, veel min te dienen van consideratien en advies daar het bij dit rekest behandelde onderwerp naar het mij toeschijnt geheel is liggende buiten den Kring mijner werkzaamheden en hetgeen ik stellig weet, buiten die mijner kundigheden; ik neem alzoo de vrijheid Uwe Ex: hetzelve stuk bij deze te retourneren.

N 144 26-6-1832 ord: strandbewaking

N 144a Gouverneur 27-6-1832 Kadaster

[Gebouw afgebroken en een ander op dezelfde plaat gebouwd, zonder verdere aanduiding]

N 144b Gouverneur ord: strandbewaking

N 145 Gouverneur 28-6-1832 patentzegels

N 146 Gouverneur 30-6-1832 Transactien

N 147 Gouverneur 30-6-1832 Haven van Texel

N 148 Gouverneur 30-6-1832 Kadastrale begrooting

N 149 Gouverneur 2-7-1832 ord: strandbewaking

N 150 Gouverneur 2-7-1832 Oestervisscherij

N 151 Gouverneur 2-7-1832 premie Oestervisschers

N 152 Gouverneur 2-7-1832 Mandaat Schoolgeld

F 1000 ter vernieuwing der Schoolgebouwen alhier over 1832

N 153 GS 2-7-1832 subsidie schoolboeken

N 153 Gouverneur 5-7-1832 Geneeskundige dienst

N 154 J. Schol Oudeschild 5-7-1832

Dat ik met UED overtuigd ben van de hooge noodzakelijkheid om te voorzien in de geneeskundige hulp, bepaaldelijk aan het Oudeschil-

N 154a Gouverneur 8-7-1832 rekest W. Verberne

Dat deze persoon dezelfde is voor wien ik de eer heb gehad bij missive van den 20 September 1830 N 93 uitvoerig te schrijven aan HEGA HH GS der Provincie waaraan ik de vrijheid neem te refereren en bij welke missive per slotte het Gevoelen van HEGA werd verzocht omtrent de al of niet toelating van dien persoon tot het Geven van bijzonder lager onderwijs.-

Zedert is deze Zaak in denzelfden toestand gebleven.

Het stilzwijgen van HEGA op myne missive en de byzondere tydsomstandigheden hebben ook wij die Zaak laten blijven zoo als die was, tot dat dezelve alsnu op nieuw door den Heer Schoolopziender Kluppel is te berde gebragt.

Uwe Ex: zal alzoo hoop ik de Goedheid hebben mij in dit bijzondere geval wel te willen verschonen van het geven van Advis daar het juist eene zaak is waarin ik bij genoemde missive het wijzer oordeel van HEGA voormeld heb ingeroepen.

N 155 9-7-1832 Gouverneur, aanstelling vroedmeester/geneesheer te Oude Schild, anderhalve bladzijde.

Dat het hoofdoel is een plattelands genees en Heelmeester aan het Oudeschil te hebben, iets waarvan het noodzakelijke niet wel te ontkennen is, en dan ook door voorn: Commissie erkent wordt- en dat by de tevens bestaande noodzakelijkheid om eene vroedvrouw aantestellen in plaats der vorige het naar het Gevoelen van den raad eenvoudiger en veel onkostbaarder tevens is die functien welke zeer Kompatibel zijn in dezelfde persoon te vereenigen daar op deze wijze in den Geneeskundigen dienst zoo wel wat de verlossingen als wat de overige deelen daarvan betreft aan het Oude Schild volkomen voorzien wordt; komende zelfs deze maatregel ons op een Jaarlijksche vermeerdering van f 40 te staan, terwijl de voorgeslagen maatregel der bij mij zeer hooggeachte Provinciale Commissie zonder naar mijn inzien eenig stellig meerder nut opteleveren, der Gemeente ten minste f 150.- mee zoude kosten iets waarin de raad waarlijk niet kan toestaan, daar ons Geneeskundig personeel ten Gevolge der uitgestrektheid dezer Gemeente reeds zooveel kost en de toestand van ons Budget de strengste Zuinigheid gebiedt overal waar die met het wezenlijk belang mijner ingezetenen maar eenigsins is overeen te brengen.

N 156 Gouverneur 10-7-1832 Vaccinatie

N 157 idem Prov: Comm:

N 158 12-7-1832 Gouverneur, strandbewaking

N 159 Gouverneur 12-7-1832 premie Oesterschippers

N 160 12-7-1832 Gouverneur, Rijkshengsten

N 161 Gouverneur 16-7-1832 ord. Strandbewaking

N 162 Gouverneur 19-7-1832 ord. Strandbewaking

N 163 Gouverneur 20-7-1832 ord. Strandbewaking

N 164 Gouverneur 20-7-1832 Kadaster

Dat bij de verschillende polderbesturen dezer Gemeente alleen het Dijkscollegie van Texel 2 kleine Gebouwen of boedjes in eigendom bezit bepaaldelijk tot het bergen van materialen van dat Collegie geschikt doch waarvan de naauwkurige opgave en beschrijving zooals mij de Dijkgraaf verzekerd heeft reeds aan het kadaster gedaan is.-

N 165 BM Helder 23-7-1832 Soldijbrieven

N 166 24-7-1832 Gouverneur, rekest van de 1e Lt J.L. Kikkert

Dat uit aanmerking der in dit geval plaats hebbende omstandigheden en het belangrijke voor den broeder van den rekestrant Willem Jan Kikkert en zijn gezin, dat hij in zijnen nuttigen stand als buiten Zeeman moge kunnen blijven werkzaam zijn; iets waarbij vooral ook in dezen tijd de maatschappij mag geacht worden een wezenlijk belang te hebben;

Dat hij uit hoofde van een zeer zwak gestel voor den soldatendienst ongetwijfeld vrij ongeschikt is-

Dat uit dien hoofde het wenschelijk zoude zijn indien het doel van den rekestrant dat namelijk de dienst van hem voor zijnen broeder mogt gelden, mogt kunnen bereikt worden-en beter in zijn beroep van buitenzeeman moge blijven.

Dat ik echter tevens niet geloof dat aan het verzoek van den rekestrant zoo als het daar ligt op grond der wet zal kunnen voldaan worden- te meer daar W.J. Kikkert eene eigene en geheel afgezonderde huishouding heeft.

W.J. moet zelf een rekest indienen voor onbepaald verlof. Het zal in het algemeen belang zijn het in te willigen.

N 167 26-7-1832 Gouverneur, Eereteekens en certificaten, 6 stuks, ontvangen.

Dat deze door mij op eene gepaste wyze aan de belanghebbenden zullen worden ter hand gesteld.

N 168 Gouverneur 30-7-1832 Betalingdocumenten H en P Plavier

Gemaakte kosten voor de Quarantaine tent

N 169 Gouverneur 1-8-1832 Rekest Ingezetenen Oude Schild

Dat ik zonder my over de byzonderheden van dat rekest te willen uitweiden hetwelk in meer dan een opzigt tot in het bespottelijke overdreven is- desalniettemin wat het wezen der zaak betreft de wensch der rekestranten niet kan misbillijke en vermeen niets beter te kunnen doen dan wat in deze geheele Zaak betreft mij eenvoudig te refereren aan de missive dd 28 mey n 123, 5 July N 153 en 9 July n 163 ll als waarin dit punt ampel behandeld is.-

N 170 3-8-1832 Gouverneur

Dat de waarde der nalatenschap van wijle G.H. Dijt nog met geene Zekerheid is te bepalen- daar deze geheel bestaat in het aandeel van den overledene in de nog altoos onverdeelden boedel van zekere vooroverledene weduwe R.H. Dijt, doch dat ten einde te voldoen aan de voorschriften der wet op het regt van successie de boedel en nalatenschap van voorn: GH Dijt voor korten tijd ten kantore der registratie alhier is aangegeven geworden door RC Armvoogden als erfgenamen, ten zuivere beloope (namelijk op het oogenblik van het overlijden) ad 416.22.- zijnde de Som alzoo over welke de verschuldigde regten zullen betaald worden.-

[Gerrit Dijt (1749-1831), zoon van Hendrik Cornelisz Dijt (1725-1784) en Gerritje Gerrits Smit (1726-17xx), op 9 december overleden. Ongehuwd. Gerrit was een van 11 kinderen, geboren tussen 1747 en 1769. Alleen zijn zuster Martje was nog in leven bij zijn dood, die was getrouwd met Jan Gerbrandsz Zoetelief, 8 kinderen.

Reijer Hendriksz Dijt, van de onverdeelde boedel, was in 1826 gestorven, zijn echtgenote op 28-9-1831. Kinderloos].

N 171 4-8-1832 Gouverneur, quarantaine schip Gezina

Dat in de Eyerlandsche Gronden vervallen is het pleitschip de Vrouw Gezina, schipper H Moorberg, komende van Antwerpen gedestineerd naar de Eems geladen met Stukgoederen.

Ik heb onmiddellijk de noodige orders gegeven ten einde alle gemeenschap met dit vaartuig te beletten den Visiteur der Quarantaine alhier aan boord gezonden, die mij de bovenstaande bijzonderheden heden avond heeft mede gedeeld terwijl het voorn: Schip daarop onder behoorlijk toevoorzigt in de Roggesloot is gebragt tot nadere orders van de Schout bij Nagt Lantsheer deswegens zullen zijn ingekomen.-

N 172 Gouverneur 8-8-1832 Plaatselijke omslag

N 173 10-8-1832 Gouverneur

Terug te zenden het metalen kruis met het certificaat voor den overleden schutter Dirk Eelman bestemd geweest.-

[Dirk Eelman (1797-1832), zoon van Aris Gerritsz Eelman en Hiskje Jans Kooiman, was werkman, arbeider en schutter. Hij is als schutter gestorven op 24-1-1832 in Eindhoven. Getrouwd met Trijntje Bakker (1803-1830) op 28 november 1824 (het eerste kind kwam op 28 maart 1825). Trijntje overleed enkele maanden na de geboorte van het derde kind].

N 174 Gouverneur 9-8-1832 Rekest H. Buisman

Dat de persoon van H. Buisman ofschoon alhier geboren en in het Weeshuis opgevoegd niet in deze Gemeente woonachtig is noch op den bijzonderen rol der Schutterij dezer Gemeente is aangeteekend en deszelfs betrekkingen mij geheel en al onbekend zijn, weshalven ik de vryheid neem gemelde Dispositie bij deze terug te zenden.

N 175 Ontvanger registratie Helder 14-8-1832 recognitie gelden

N 176 14-8-1832 B&W Amsterdam

Willempje Schagen is geboren op Texel, in 1824 naar Alkmaar vertrokken, heeft daar gewoond tot November 1831, dus haar onderstands domicilie ligt in Alkmaar.

N 177 Gouverneur 16-8-1832 NM

Dat den buitenzeeman Jan Buis zich bij gezondheid zich op aanstaande zaturdag zal vervoegen aan het Gouvernements Locaal a costy om in tydelyke Zeedienst te treden-

N 178 Gouverneur 16-8-1832 ord: Strandbewaking

N 179 17-8-1832 Gouverneur

De 10e lijst in triplo, wegens gedane betalingen der strandbewaking alhier tot het afweren de Cholera tot en met 3 maart ll

N 180 17-8-1832 Gouverneur,

Alzoo sedert eenige dagen het reeds van verre dreigend gevaar voor de Cholera ook in deze Gemeente merkelijk is toegenomen zoo verzoek ik Uwe Ex: ten dringendste te willen goedkeuren dat ik onverwijld overga tot de uitnoodiging van eenen Genees Heel en Vroedmeester aan het Oudeschil alhier in de openlijke dagbladen en zulks alles naar aanleiding van mijn [eerdere brieven] daar ik alle verdere vertraging dezer aangelegenheid onder de bestaande omstandigheden wezenlijk vermeen niet te zijn overeenkomstig het billijk belang der ingezeteneen dezer geheele Gemeente en vooral van het Oudeschil.

[en nog anderhalve bladzijde argumenten]

De Heelmeester Rechlien is naar Huizen vertrokken, de Geneeskundige dienst alhier moet worden uitgebreid, 2 bladzijden.

N 181 Pred: Oudeschil 18-8-1832

N 182 20-8-1832 Ord: Strandbewaking

N 183 20-8-1832 Gouverneur, over de viering van 24 Augustus

N 184 Gouverneur 22-8-1832 Ord: Strandbewaking

N 185 Gouverneur 24-8-1832 Schuttery

N 186 Gouverneur 27-8-1832 rekest Pastoor de Garde

N 188 Gouverneur 29-8-1832

Voordragt officieren rustende Schuttery

N 189 H. de Wit aannemer aan het Oudeschil 29-8-1832

J. Noorberg is aangesteld ten einde toetezien op de rigtige uitvoering van de door UED aangenomene Uitdieping der Haven beoosten het Oudeschil alhier.-

N 190 Gouverneur 30-8-1832 Collegie van Zetters

N 191 31-8-1832 ord: Strandbewaking

N 192 fung: Inspecteur v.h. Kadaster 5-9-1832

Terug te zenden de Kadastrale plans en eigendoms Lijsten der Vaste Goederen van deze Gemeente zynde door den Heer Controleur der dir: belastingen het noodige gebruik gemaakt.

N 193 Gouverneur 5-9-1832 Wezen der kermissen

Dat de Jaarlijksche kermis alhier invalt op 24 Junij en ook destijds in dit Jaar is gehouden geworden.-

N 194 6-9-1832 Cont dir bel Nieuwe Diep

Eene reclamatie op grond van onbewoonbaarheid van het perceel onder art. 185 voorkomende van den Heer Notaris Bok alhier.

N 195 Gouverneur 6-9-1832 premie oestervisschers

N 196 10-9-1832 Gouverneur

Dat Jan Vos geboren op Texel in 1805 den 7 april, woonachtig op Texel, zoon van Leendert Vos en Martje Duinker beide overleden, zedert 2 a 3 Jaren als buiten Zeeman afwezig geweest nu onlangs is binnen gekomen en volgens informatie zich ophoudt by Jan Saverd Conducteur van een Stoomboot op Hamburg, wonende op de Texelse kaai te Amsterdam.

Dat dezelve persoon is ongehuwd en dienstpligtig voor de Schuttery en dat hij in plaats van W.J. Kikkert welke gehuwd en mede in 1805 geboren is, op de bijzondere rol der Schuttery over 1831 behooren geplaatst te zijn indien dezelve Vos zich had laten inschrijven doch zulks is door hem niet gedaan geworden.

Ik neem alzoo de vrijheid Uwe Excellentie te verzoeken, de noodige Orde te willen doen geeven dat gemelden Jan Vos worde opgespoord en bij de Schuttery ongelijfd alzoo ik vrees ingeval ik hun eene schriftelijke Order zend hy zich weder naar eenen andere plaats zal begeven, te meer daar ik aan zijn gedrag bemerk dat hij zich van den dienst der Schuttery zoekt te onttrekken.

[Jan Leendertsz Vos (1805-18xx) was de jongste zoon van Leendert Cornelisz Vos (1767-1810) en Martje Jans Duinker (1767-1808)]

N 197 Gouverneur 10-9-1832 rekest Alb. de Wyn

N 198 Gouverneur 14-9-1832 Schutterij

Dat de persoon van Jan Vos alhier geboren in het Jaar 1805 den 7 april werkelijk ambtshalve is ingeschreven en het niet gebleken is dat er tijdens de verzuimde inschryving redenen tot uitsluiting of vrystelling bestonden.

Dat alzoo gemelden Jan Vos in plaats van Willem Jan Kikkert op de bijzondere rol dezer Gemeente over 1831 is gebragt en mitsdien beschouwd wordt tot den werkelijken dienst der Schutterij te behooren.-

N 199 17-9-1832 Gouverneur, strandbewaking

Dat ik onmiddellijk de noodige orders heb gesteld dat met dien dag [12 dezer] de quarantaine wagt te paard alhier is ingetrokken.

Ik heb voorts doen opmaken de nevensgaande algm: rek: en verwantw: van al het te dier zake voorgevallene tot en met de 12 dezer ingesloten benevens de triplicaten der laatst gedane betalingen ad f 366.- Ik twijfel niet of Uwe Ex: zal dezelve overeenkomstig vinden aan Hare aanteekeningen en alzoo op de voldoening van het Saldo ad f 2006.- wel de noodige Order willen stellen.

N 200 Hyp: bew: te Alkmaar 17-9-1832

JA Clagen heeft hier geen roerende of onroerende Goedereen

N 201 Gouverneur 19-9-1832 rekest S. Weel

Dat aan den inhoud Uwer Ex: dispositie reeds vroeger door mij voldaan was alzoo de moeder van S. Weel op den 17 Sept. ll reeds de hoogste toelage die hier gegeven wordt (f 2.-) genoten heeft.

[Simon Weel (1807-1860) uit Oudeschild, zoon van Pieter Jacobsz Weel (1772-1826) uit Medemblik en Dieuwertje Simons (de) Graaf (1772-1849), Weel was de grootvader van Annaatje Weel x Jacob van Heerwaarden, die 6 babietjes verloor en bij de 6e zelf overleed, wonend op de Mient (Catharinahoeve)]

N 202 Gouverneur 20-9-1832 Eilandsrekening

N 203 Gouverneur 19-9-1832 rekest alg. Weesh.

Wederbelegging van kapitaal- geene zwarigheid

N 204 Gouverneur 20-9-1832 Geldleening voor uitdiepen haven f 3000.-

N 205 BM Helder 25-9-1832 Soldybrief voor C. Ryk, GJ. Duinker, L. Slot en PJ. Bakker

N 206 Gouverneur 24-9-1832 Schuttery

N 207 Gouverneur 29-9-1832 Schuttery

Rekest Jan Fulps Krijnen houdende verzoek om ontslag

N 208 Gouverneur 1-10-1832 Transaction

N 209 Gouverneur 1-10-1832 wekelijksche Staat der Schuttery

N 210 Gouverneur 3-10-1832 onvoorziene uitgaven

Declaratie van reiskosten van den Heer S. Keijser ad f 50.- alsmede nog f 50.- ten einde als Gratificatie te worden ter hand gesteld aan 2 personen die gedurende 30 dagen dit jaar ten raadhuize alhier hebben gevaceerd tot het geven der noodge inlichtingen en het doen der vereischte aanwijzingen op de kaarten en plannen van het Kadaster van de alhier aangeslagenen.

N 211 Circulaire 3-10-1832 Predikanten en Pastoors

Uitnoodiging om in HE gebeden indachtig te zyn de gezegenden toestand van Princes Marianne

N 212 Gouverneur 5-120-1832 Oestervisschery

N 213 4-10-1832 Gouverneur, rekest Gordijn,

Veel over den man te doen geweest. Naar Oost-Indië en West-Indië geweest al scheepsarts sinds 22 februari 1830. Misbruik van Sterke Drank verbeterd? Geene stellige bewijzen van matigheid. Wil weer een vaste betrekking als Geneesheer, wat Reinbach liever niet heeft.

N 214 Gouverneur 8-10-1832 Schuttery

N 215 8-10-1832 Commandant ZM Schip Kenau Hasselaar Nieuwe Diep

Of Jan Vos daar aan boord is?

10-10-1832 Ja.

N 216 Gouverneur 9-10-1832 Schutterij

Rekest Johannes Antonius Brasser

N 217 9-10-1832 Gouverneur, Vaccinatien

N 218 idem Prov. comm:

N 219 Gouverneur 11-10-1832 Schutterij

Als Jan Vos zich niet had verzwegen, zou WJ Kikkert vrij geweest zijn, daar het te kort uit juist 1 man bestond.

Of het niet mogelijk ware Jan Vos dadelijk nog in te lijven voor den dienst over het loopende Jaar, iets dat dan toch, nu men hem ontdekt en opgespoord heeft niet moeyelijk zijn kan en waardoor WJ Kikkert voor de rol konde geschrapt worden, zonder dat aan het Gouvernement daardoor te kort gedaan of eenig ander dienstpligtige het minste benadeeld wordt, terwyl tevens hierdoor WJ Kikkert die thans in de gelegenheid is als opper Stuurman naar de Oost Indien te gaan zoodanig in Zyne nuttige betrekking zoude kunnen blijven terwijl byaldien hy moest worden ingelijfd welligt voor altoos in zyne Carière wordt opgehouden, daar het hem onmogelyk schijnt zich te doen remplaceren, waarbij dan nog mag gevoegd worden dat zyn eenige broeder JL Kikkert thans reeds als vrijwilliger zedert 2 jaren by de armee is dienende.

[Willem Jan Kikkert (1805-1836) getrouwd met Dieuwertje Koorn in 1825, zou op 25-2-1836 sterven tijdens de reis van Batavia naar het Vaderland]

N 220 Gouverneur 13-10-1832 ordonn: Sttrandbewaking

N 221 Gouverneur 13-10-1832 rekest C. Schagen

N 222 Gouverneur 15-10-1832 Schutterij

N 223 Gouverneur 15-10-1832 declaratie kosten Quarantaine tent

N 224 Gouverneur 17-10-1832 Schutterij

Rekest van Pieter Karsman om ontslag-

Dat gemelde persoon op de eerstdaargestelde Schuttersrol dezer gemeente welke in 1828 is opgemeekt bekend staat onder n 67.

Dat dezelve persoon buiten Zeeman van beroep zich in het voorleden Jaar eenigen tijd in Amsterdam heeft opgehouden en vervolgens in de maand October nadat zulks by mij was bekend geworden, door middel der policie is in dienst gesteld en gemelde persoon alzoo niet met de vereischte bereidwilligheid aan Zijne verpligting heeft voldaan.

N 225 Gouverneur 20-10-1832 ord: Strandbewaking

N 226 Gouverneur 22-10-1832 Schutterij

N 227 Gouverneur 22-10-1832 rekest LJ Quaadman

N 228 BM Helder 24-10-1832 soldijbrieven

N 229 Gouverneur 27-10-1832 kosten quarantaine tent

N 230 Gouverneur 29-10-1832 Schutterij

N 231 Gouverneur 5-11-1832 idem

N 232 Ontv. Dir. bel te Texel 5-11-1832

Uitvoer van Oesters

N 233 Ingenieur verificateur van het Kadaster 8-11-1832

N 234 Controleur der bel. Te N Diep 7-11-1832

N 235 8-11-1832 Gouverneur

C. Boon had oesters naar Bremen gebracht onder voorwendsel die naar Hamburg te brengen-

N 236 Gouverneur 8-11-1832

N 237 Gouverneur 9-11-1832 plaatselyke belasting

N 238 Gouverneur 12-11-1832 Schutterij

N 239 Gouverneur 12-11-1832 rekest Pieter A. Eelman

Dat het aangevoerde in zoo verre deszelfs boerderij aangaat met de waarheid overeenkomt alzoo het schynt dat er voor het tegenwoordige geene geschikte voorwerpen tot waarneming dezer boerderij gevonden worden of althans zich hiertoe niet willen verpligten- Terwyl wat het onderhoud zijner familie betreft hij wel kan gezegd worden, voor dezelve onmisbaar te zijn doch dat thans dezelve door het Plaatselyk bestuur (voor zooverre zulks de eilandskasse toelaat) wordt ondersteund.

Het komt mij alzoo voor eene wenschelijke Zaak te zijn dat aan gemelde rekestrant tot behoud van Zyne door vlyt en oppassendheid verkregene vee een onbepaald verlof worde verleend en aarzel dus niet Uwe Ex: het door denzelve gedaan verzoek bij deze eerbiedig aantebevelen.

N 240 Gouverneur 12-11-1832

Goedkeuring rekening Algemeen Weeshuis en voogden van de Molenstraat

N 241 Gouverneur 13-11-1832 Vijandelijke schepen

N 242 Gouverneur 13-11-1832

Gisteren middag zich digt voor de hulp aan de Haaks gewind zijn twee oorlogsfregatten wier vlag niet te onderkennen was en verder zeewaarts nog 9 oorlogsschepen in zee gezien zijn weshalven de Loots vaartuigen voor uit Zee zijn binnen gekomen en ook het vuur van Kijkduin is uitgebluscht. Bericht van den Helder.

N 243 14-11-1832 Een vroedvrouw aanstellen aan het Oude Schild of een Chirurgijn?

Pieter Kikkert uit Vlaardingen heeft zich aangemeld.

N 244 Gouverneur 19-11-1832 schuttery

N 245 20-11-1832 Gouverneur, rekest Helena Plavier wed. Pieter de Wit

Dat de rekstrante, voortijds tot eene welvarende en fatsoenlijke burgerklasse behoorende, thans door het verlies van haren man met hare dochter in zeer bekrompene omstandigheden verkeert en niet dan met de grootste inspanning en vlijt een sober en naauwelijks toereikend levensonderhoud zoude kunnen vinden. Gunstig aantebevelen.

[Helena Plavier (1765-1842), dochter van Abraham Hendriksz Plavier en Johanna Maria Klijn, doopgetuige was Margaretha van der Merct. Ze was in 1791 getrouwd met Pieter Heden de Wit, 4 kinderen, waarvan alleen Johanna (1797-1859) nog in leven was].

N 246 Gouverneur 21-11-1832

Geene officieren der infanterie hier.

N 247 Gouverneur 22-11-1832 Schutterij

Staat der manschappen

N 248 Gouverneur 23-11-1832 Oestervisserij

N 249 directeur post te Texel 23-11-1832

Met het grootste Leedwezen heb ik heden vernomen dat de papieren die ik heden aan het Provinciaal Gouvernement had gemeend te verzenden te laat zijn aangekomen en de post reeds vertrokken was.-

Volgens de steeds ten aanzien der post alhier geldende regel konde ik met billijkheid verwachten dat dezelve heden iets later dan gisteren zoude vertrokken zijn hetwelk echter het geval niet geweest is en waardoor alsnu zeer belangrijke papieren tot morgen moeten blijven liggen.

Ik verzoek UE alzoo ten gevolge den verantwoordelijkheid die op my rust wel de noodige zorg te willen dragen

1 dat de postschuit niet vroeger vertrekke dan tyd en gelegenheid dit volstrekt doen noodig zijn

2 dat bij voortduring toch alle mogelijke spoed worde gemaakt met de bezorging der brieven en papieren dagelijks na de aankomst der post-

3 eindelijk dat UEd mij met elken dag kortelijk doch shriftelijk wilt berigten met de postvrouw den waarschijnlijk uiterlijken tijd waarop de volgende dag de post vertrekt.

De omstandigheden maken mij dit alles ten gebieden de pligt waarvan UE met mij in het belang des Gouvernements de volstrekte noodzakelijkheid wel zult willen inzien.-

N 250 Gouverneur 23-11-1832 Verz: stukken

N 251 Gouverneur 24-11-1832 schutterij

N 252 24-11-1832 Heeren Predikanten

Verzoek om nevensgaande kennisgeving van de Kansel te willen voorlezen

N 253 BM Helder 26-11-1832 Soldy brieven

N 254 Gouverneur 26-11-1832 Schutterij

N 255 Gouverneur 29-11-1832 ontslag JF Krijnen

N 256 Gouverneur 4-12-1832 kadaster

Dat het zeer noodig zal zijn ter inlichting der belanghebbenden in het bezit te zijn der eigendomslijsten behoorende tot het kadastrale archief dezer gemeente

N 257 Gouverneur

Proces verbaal van grensscheiding dezer Gemeente en dat van verdeling in Sectien.

N 258 Gouverneur 6-12-1832 rek: Loodsleerlingen

N 259 Gouverneur 6-12-1832 Staten voor de Landstorm

N 260 Gouverneur 6-12-1832

Duplicaat kwitantie van den Ontvanger der registratie alhier ad f 171.88 voor het bedrag van vestiging en onderhoudskosten van bedelaars over 1831

260a Gouverneur 12-12-1832

Fransche visschers kopen de haring op

N 261 Gouverneur 12-12-1832 ord: oestervisschers

N 262 Gouverneur 12-12-1832 kadaster

N 263 Gouverneur 1312-1832 rek JF Schönfeld

N 264 Comm: tot de conversie der nationale schuld te Amsterdam 13-12-1832

Inschrijving in de negotiatie van 138 millioenen

N 265 Gouverneur begraafplaatsen 14-12-1832

N 266 Gouverneur 14-12-1832 Quarantaine tent

Dat die menschen vooral in dit jaargetijde eene wezenlijke behoefte hebben aan de hun nog verschuldigde penningen.

N 267 14-12-1832 Gouverneur Declaratie quarantaine

N 26813-12-1832 Predikanten, Dankzegging voor de gelukkige verlossing van Princesse Marianne daardoor te vervangen en de Almagtige te danken voor het behoud van de moeder, vergezeld van de bede dat de Almagtige haar Troost en bemoediging in het geleden smartelijk verlies en HKH een spoedig en volkomen herstel tot vorige krachten moge schenken.

N 269 P. Kikkert te Vlaardingen 15-12-1832

Dat door UEd alle mogelijke spoed zal worden aangewend om alhier in functie te kunnen treden, alzoo de bewoners van het Oude Schil zeer naar die aankomst verlangd wordt.

N 270 Gouverneur 15-12-1832 schutterij

N 271 Gouverneur 17-12-1832 bedelaars werkhuizen

N 272 Gouverneur 18-12-1832 rek. algmeen armbestuur

N 273 Gouverneur 19-12-1832 rekest Jan Molenaar

N 274 Gouverneur 22-12-1832 rekest van het Weeshuis en armenkamers

N 275 Gouverneur 22-12-1832 Nat. Militie

N 276 Gouverneur 21-12-1832

Reclamatie wegens grondbelasting over de laatste driekwart van 1832 voor de Heer W. Bok alhier.

N 277 Gouverneur 24-12-1832 naamteekening BM en Leden van de Raad

GCW Reinbach, GM Hillenius en CB Bakker

N 278 Gouverneur 24-12-1832 Schuttery rekest G. Rey

N 279 Gouverneur 24-12-1832 NM

Heden komt de vader van den milicien Gerrit Duynker mij boodschappen dat zijn zoon gisteren avond laat in zyne betrekking van Zeeman uit zee was teruggekomen en aangenomen heeft om op aanstaande donderdag S'morgens 11 Ure aan de Gouvernements Bureaux te compareren; waarvan ik de eer heb Uwe Ex: kennis te geven ten einde alle onaangename gevolgen voor gemelden milicien te voorkomen.

N 280 23-12-1832 Gouverneur, kosten Cholera plus minus f 1400-

Daarvoor geen geld, mogen wij het bedrag brengen op dienst 1833?

N 281 Gouverneur 24-12-1832 Schuttery

N 282 24-12-1832 Gouverneur,

Quitantie f 45- en kosten f -.78.4 bedelaars in Ommerschans over 1831

N 283 Comm: Conversie Nat. Schuld Amsterdam 26-12-1832

Vrijwillige negotiatie van 93 mill: guldens rentende 5 ten 100

N 284 Gouverneur 26-12-1832 Vrijw: geldleening 93 mill:

N 285 Gouverneur Schutterij 27-12-1832

N 286 Gouverneur 29-12-1832

Dat ik onverwijld genoemde Willem Verberne voor mij heb doen komen en denzelven met alle mogelijke nadruk het betamelijke en hoogst pligtmatige onder het oog heb gebragt om de bewuste justitie kosten op de hun toegeschreven wijze te voldoen, met gevolg dat hy op nieuw mij plegtig beloofd heeft aan deze zijne verpligting by vervolg zonder hapering te zullen voldoen.

N 287 31-12-1832 Leden van het Plaatselijk Bestuur van Schil, Waal, Hoorn, Oend

Ten gevolge eener aan mij gedane uitnoodiging waaraan ik zelve in persoon zal voldoen wat den Burg aanbelangt, heb ik de eer UEA bij dezen ten dringendste te verzoeken om zamen met de Heeren geestelijken binnen uw dorp en omtrek gelegen- verwijderde boerenwoningen desnoods over te slaan- te willen begeven en dezelve aftevragen wat zij verkiezen te geven voor onze thans krijgsgevangene dappere soldaten, dit opteschrijven en die lijst ten spoedigste aan mij toetezenden, des wanneer ik wel voor het ophalen dier gelden zal zorgdragen.

N 288 31-12-1832 Aan de Geestelijken van Texel, net zoiets

N 289 Gouverneur 31-12-1832 Transactien

N 290 31-12-1832 Aan de Permanente Commissie voor het Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt

Veranderingen C.F. Rechlien is naar Muiden vertrokken, Helena Schierecke is afgetreden als Eilandsvroedvrouw en zedert en wel tot 1e July 1832 de vacante vroedvrouwplaats aan het Oude Schild heeft permanent waargenomen, doch nu uit hoofde van hare hooge jaren haar ontslag heeft genomen. Plaats Oude Schild is vacant.

Vroedvrouwplaats aan den Burg definitief vervuld door de reeds alhier aanwezige vroedvrouw J.H. Rechlien.

N 291 Gouverneur 31-12-1832 Schutterij

1833

N 1 2-1-1833 Als men niet wil teekenen voor eene bijdrage mag ook gegeven worden op een opene schaal.

N 2 2-1-1833 Gouverneur patentzegels

N 3 Gouverneur 2-1-1833 terugzending rekest DJ Swartsel

Zedert verscheidene jaren dit Eiland verlaten

N 4 Comm: van inzameling Liefdegiften 2-1-1833

Alleen ten gevalle van het Oudeschil heb ik reeds toegstaan het bezigen van eene Schaal voor hen die niet verkozen optegeven wat zy wilden bijdragen.

Ik wil de kieschheid der Oudeschilders die dan volstrekt hunne gaven in het verborgen willen geven gaarne ontzien als dit niet anders zijn kan ten einde het doel niet te missen.

N 5 Gouverneur BS 1832

N 6 Gouverneur 3-1-1833 Brandbluschmiddelen

N 7 3-1-1832 Gouverneur, Geene uit/naar andere Provincien

N 8 Gouverneur 2-1-1833 Oestervisschers

N 9 BM Helder 4-1-1833 Soldijbrieven

N 10 4-1-1833 Gouverneur, verslag aangaande de krankzinnigheid van A. Former

Naar aanleiding van HEGA Dispositie van den 29 Dec 1830 N 33 houdende aanwijsing van deze gemeente als onderstands domicilie van den krankzinnigen Andries Former en tevens goed gunstige beschikking om uit aanmerking van den buitengewoon ongelukkigen toestand van dien persoon ter gemoetkoming in de kosten daaraan verbonden jaarlyks en tot wederopzeggens toe uit de provinciale fondsen aan het gemeenet bestuur van Texel 100 gulden te verstrekken en onder verdere bepaling om van den toestand diens persoons op de wyze daarbij bepaald aan HEGA verslag te doen, heb ik de eer aan Uwe Ex: te berigten

Dat de toestand van den persoon van Andries Former wat zijne verstandelijke vermogens betreft nog steeds dezelfde is als tijdens het verleenen van bovengenoemde toelage, zonder dat deswegens iets kan worden opgemerkt hetwelk eenige verandering in deszelfs toesatnd doet veronderstellen.

N 11 4-1-1833 Commissie tot de Contributie der Nationale Schuld te Amsterdam

De Heer van Lit heeft ingeschreven voor vijftien-dertigste en niet zooals abusievelijk staat vijftien-zestigste. Herstellen en mij te doen geworden.

N 12 Gouverneur 7-1-1833 Schuttery

N 13 Gouverneur 7-1-1833 Lotery

N 14 Gouverneur vaccine

N 15 idem

N 16 Gouverneur 12-1-1833 uitdieping haven

N 17 Gouverneur 14-1-1833 ord. Strandbewaking

N 18 Gouverneur 14-1-1833 NM

N 19 Gouverneur 14-1-1833 Schutters

N 20 Gouverneur 15-1-1833 Ord: Strandbewaking

N 21 Gouverneur 18-1-1833 begrooting 1833

N 22 18-1-1833 voorz: der HoofdComm: van penn: voor krygsgevangen

Fonds van Nationale Dankbaarheid der Krijgsgevangenen van de Citadel en Schelde te Alkmaar gevestigd-

Inschrijving, eene som van f 576.82.-

N 23 Gouverneur 21-1-1833 Schuttery

N 24 Gouverneur 21-1-1833 Eeredienst

Toestand der Hervormde Gemeenten

N 25 BM Helder 22-1-1833 NM

N 26 Gouverneur 23-1-1833 reclame kadaster aansl:

Eene reclame van den Heer WBok alhier betrekkelijk de kadastrale aanslag over de laatste 3 M 1832

Het is mij toegeschenen dat alzoo dezelfde reclame reeds in haar geheel bij Uwe Ex: is bekend en toegelicht geworden voor zooverre de eerste 9 M 1832 betrof ten deze geene verdere bewijsstukken noodig waren.

N 27 BM Helder 26-1-1833 Soldybrieven

N 28 Gouverneur 28-1-1833 Schuttery

N 29 Gouverneur 29-1-1833 Fonds Oudeschil

N 30 Gouverneur 29-1-1833 NM

N 31 Gouverneur 30-1-1833 rekest RC armverzorgers Burg

N 32 Gouverneur 1-2-1833 Mob. Schuttery

Niemand heeft zich aangediend.

N 33 Gouverneur 31-1-1833 geene vrywilligers NM

N 34 1-2-1833 Aan Trijntje Spaans, huisvrouw van F. Vorst, Avenhorn,

Dat U benoemd bent tot vroedvrouw aan het Oude Schild op een tractement van f 150.- 's Jaars en vrije woning. Zoodra de omstandigheden van het jaargetij dit toelaten zal het ons aangenaam zijn dat gij uwe betrekking komt vervullen.

N 35 Gouverneur 1-2-1833 officieren landstorm

N 35a 1-2-1833 afschrijven andere vroedvrouwen-sollicitanten

Uwe documenten zullen u allen in orde worden terug gezonden, zoodra het Open water dit vervoer op eene min kostbare dan per post toelaat.

N 36 B & W van Vlissingen 1-2-1833 toezending papieren vroedvr: Lazerom

N 37 1-2-1833 Gouverneur, Maatsch: van Weldadigheid

Nominatieve staat der kinderen uit de godshuisen dezer gemeente om naar de Colonien der M v W te worden opgezonden-

N 38 2-2-1833 Gouverneur, ord: strandbewaking

N 39 Gouverneur 2-2-1833 Comm: fonds OS [uitleg 'instappers']

N 40 2-2-1833 ?

N 41 11-2-1833 Gouverneur, 11e lijst van betalingen Cholera

N 42 14-2-1833 Gouverneur, 12e lijst idem

N 43 Gouverneur 5-2-1833 reglement begraafplaatsen

N 44 Gouverneur 5-2-1833 rekest Cornelis Visser, niet difficulteren

N 45 Gouverneur 6-2-1833 ord: Strandbewaking

N 46 voorz: Commissie inzameling gelden Citadel 6-2-1833

N 47 Gouverneur 7-2-1833 ord: Strandbewaking

N 48 Gouverneur 7-2-1833 begrooting 1833

N 49 Gouverneur 8-2-1833

Onverwachte uitgaven 1832

N 50 Gouverneur 7-2-1833 ord: Strandbewaking

N 51 Gouverneur 7-2-1833 betalingen

N 52 Gouverneur 8-2-1833 ord: Strandbewaking

N 53 Mil. Comm: 9-2-1833 NM

Dat de certificaten voor Pieter Brederoe n 48, Jan Buis n 49, Pieter Dijker n 38, Giel Duynker n 47, Jan Michielsz Kooger n 22. Jan Krijnen n 34, Arnoud Langeveld n 20, Wijnandus van Leeuwen n 32, Eliza Luitsz n 37, Jan Reyersz Smit n 32, Jan Wigman n 37, Simon de Wyn n 41 bij mij voor als nog niet zijn ontvangen, alsmede dat de personen welke uithoofde van hunne ligchaams gesteldheid (zijnde Hendrik Boogaard n 43, Jan Schaatsenberg n 32. Teunis Swart n 42) by de 1e zitting hebben moeten verschijnen door mij niet zijn opgeroepen [uit hoofde] van de kostbaarheid der reize van dit eiland en verzoeke alzoo dat ik de ontbrekende persoonen even als in vorige jaren tot de 2e zitting mogen worden geadjourneerd, ten einde dezelve tegelyk tydig met de reclames der lotelingen van dit jaar kunnen worden onderzocht-

N 54 Gouverneur 9-2-1833 Schuttery

N 55 Gouverneur 8-2-1833 ord: Strandbewaking

N 56 Gouverneur 9-2-1833 Landstorm

N 57 Gouverneur 11-2-1833 Kwit: Strand bewaking 11e lijst

N 58 Gouverneur 11-2-1833 ord: Strandbewaking

N 59 Gouverneur 10-2-1833 patentbladen

N 60 Gouverneur 13-2-1833 ord: Strandbewaking

N 61 Gouverneur 13-2-1833 Schutterij

N 62 Gouverneur 14-2-1833 rekest P de Garde

Van den RC Pastoor van het Oude Schil PJ de Garde

N 63 Gouverneur 12-2-1833 ord: Strandbewaking

N 64 Gouverneur 13-2-1833 Kadaster

N 65 Gouverneur 14-2-1833 12e Lyst in triplo wegens gedane betalingen van bewakingen de Stranden alhier tot afwering van de besmetting der cholera f 528.- t/m 23 mei 1832.

N 66 Gouverneur 14-2-1833 rekest G. Vermeulen om ontslag uit den dienst der Schuttery om reden van 34 jarigen ouderdom. Niet difficulteren.

N 67 Gouverneur 14-2-1833 onderhouds gelden bedelaars

Dat alsnu de betaling heeft plaats gehad van het eerste halfjaar 1832 wegens vervroegde betaling wegens kosten van vestiging vergoeding enz der in de Koloniale Gestichten der maatschappij van Weld: geplaatste personen dezer gemeente.

N 68 Gouverneur 14-2-1833 ord: Strandbewaking

N 69 Gouverneur 15-2-1833 Ontvangst van mandaten

N 70 Gouverneur 16-2-1833 zegel

N 70a Gouverneur 15-2-1833 ord: Strandbewaking

N 71 N 68 Gouverneur 16-2-1833

Ontvangst ordonnantie ad f 540

N 72 BM Helder 16-2-1833 Soldijbrief

N 73 16-2-1833 Regenten van het Weeshuis OS pad

Burgemeester heeft zich onlangs in persoon overtuigd dat de toestand van het Steenenpad, dat van der Wezen waterput loopt naar het Oude Schil en door U moet onderhouden worden, zich in zoodanige staat bevindt, dat hetzelve dringend herstel vordert.

Ik kan niet denken dat UEd hiervan onkundig zijt en alle gevalle verzoek ik UEd vriendelijk doch dringend tevens onverwijld de noodige maatregelen te willen nemen dat het bedoelde pad behoorlijk worde in orde gebragt en alle de geheel vervallene en stukgemaakte parken vernieuwd worden alzoo die Schier niet meer begaanbaar zijn terwijl ik van UEd op den 10 maart e.k. opgave verwacht wat UE van meening zijt daaraan te doen zoodanig dat uiterlijk met 1e April daaraan kunne begonnen worden.

Aanschrijving voor 1 April met reparatie beginnen.

N 74 Regenten Weeshuis, armenkamers Molenstraat en Waalderstraat

Administratie

Vertrek in het zoogenaamde nieuwe Raadhuis

N 75 Gouverneur 22-2-1833 Wapenen Landstorm

N 76 22-2-1833 Gouverneur, Reparatie school Burg

[GS heeft vorig jaar f 1000- bijgedragen aan het herstel der schoolgebouwen] zedert dien tyd is de voorn: Zaak in Statu quo gebleven waardoor de reden zich in de buiten gewone en tevens zorgelijke Omstandigheden des vaderlands en daardoor zoo uiterst vermeerderde werkzaamheden des Gouvernements zich zoo geredelyk vinden laat.

Daar echter alsnu diezelfde oorzaak nog welligt eenigen tijd kan aanhouden en alzoo het geschikte jaargetij zoude verlopen, tot het besteden van de zedert dien tyd reeds beschikbare f 1000.-

Daar de school aan den Burg eene merkelyke herstelling noodig heeft welke al van Jaar tot Jaar uitgesteld nu dit Jaar bij mogelijkheid niet langer kan uitgesteld worden- en daar eindelijk de ons goedgunstig toegestane f 1000 toch altoos besteed kan worden, onafhankelyk van elke andere welligt nog aanstaande bijdrage van het Hooger Gouvernement [enz] doen opnemen en begroten door de Eilandsarchitect.

N 77 Gouverneur 22-2-1833

Bepaling van den tijd der Jaarlyksche Volenmarkt alhier

Diverse rekesten worden door de Burgemeester 'gunstig ondersteund', maar waarover het gaat staat er niet bij.

N 78 Gouverneur 22-2-1833

Inzending numerike opgave Landstorm

N 79 Gouverneur 23-2-1833 Kadaster

N 80 Min. van Financien 25-2-1833 assignatie

N 81 Agent van het domein 26-2-1833 Verpachting Buitenvelden

A Proces verbaal der verpachting dd 24-1-1833

B myne nota van Salaris en verschotten deswegens

C eene quitantie van den Kastelein Logman

N 82 BM Helder 26-2-1833 Soldybrieven

N 83 Gouverneur 27-2-1833 ordonnantien

N 84 Gouverneur 1-3-1833 oestervisschery

N 85 Gouverneur 1-3-1833 reclames kadaster

A 9 stuks reclames betrekkelyk de hier plaats gehad hebbende Kadastrale werkzaamheden

B eene algemeene Reclame betreffende die werkzaamheden door den Heer Jacob P. Dijksen alhier

N 86 Gouverneur 2-3-1833 verpachting Eilands gronden 28-2-1833

N 87 Gouverneur 2-3-1833 rekest armverz: RC Gemeente Burg

N 88 Gouverneur 2-3-1833 rekest diak. doopsgez: Gem: B W en Oend

N 89 Gouverneur 4-3-1833 ordonnantie

f 100 subsidie ontvangen voor de krankzinnige A. Former

N 90 Komm: van den Landbouw 5-3-1833 Vervroeging volenmarkt?

Dat de hoofdreden welke aanleiding heeft gegeven tot het voorstellen van eene vervroeging der Jaarlijksche Volenmarkt alhier daarin gelegen is dat de boeren over het algemeen vermeenen de Volens vooral de vroegst Geworpene niet wel tot aan of over 4 September (zoo als tegenwoordig) by het moederpaard te kunnen houden terwijl wanneer zy om dit te vermyden de Volens voor den marktdag van de moeders scheiden zulks altoos op het voorkomen en de houding der Volens een merkbaren invloed heeft weshalve ook dit niet wel kan plaats hebben-

Als eene niet onbelangrijke tweede reden is ook dit in aanmerking gekomen dat er in het begin van September verscheiden aanzienlyke Oostvriesche paarde markten zyn, welke door de Vriesche kooplieden druk bezocht worden-

Wanneer men nu in het er op toe wil leggen ook deze kooplieden door den tijd te zien komen, dient men den tijd ook wel zoo te schikken dat zulks zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt worde.-

N 91 14-3-1833 Directeur Postkantoor Texel, de postsschuit heeft gisteren niet gevaren- waarom niet? Zo hard woei het niet!

[Maart was de koudste maand van deze winter, met veel storm en regen]

Wij ondergeteekende Postschippers varende van de Helder op Texel en visa versa Certificeeren bij deezen dat op den tienden Maart 1833 door de Storm en Hoog loopende Zee, voor ons ondoendelijk is geweest te kunnen vaaren als bij opoffering van Schuyt en Volk en bij Zulleker geleegentheid Soldaat en Zeemanschip gebruik dient te worden, dit zijn de reeden

Ouden Schil den 12 Maart 1833

K Zunderdorp

C Mets

N 92 Comm: fonds tot onderst: van behoeftige Zeelieden te Oudeschil 11-3-1833

Dat ZM besluit van den 16 July 1830 daarop van geene toepassing is- en Gij alzoo daarmede op dien voet kunt voortgaan-

Ik zen U tevens het alsnu gewijzigd reglement van dat fonds terug.

N 93 Gouverneur 12-3-1833 ord: Strandbewaking

N 94 BM Baarn 12-3-1833 geboorte extract van Karel Muller

N 95 BM Helder 12-3-1833 doopextract van Trijntje Wolf met terugzending van het Certificaat van onvermogen-

N 96 Gouverneur 13-3-1833 ord: Strandbewaking

N 97 Gouverneur 12-3-1833 Rykstolhuizen

N 98 Gouverneur 12-3-1833 terugzending rekest J. de Leeuw

N 99 Gouverneur 12-3-1833

N 100 13-3-1833 Gouverneur, verzoek om ontslag F. Dopmeijer,

b c en a op ontslag van Dopmeijer, thans dienende bij den eersten ban NH Schutterij 1e Batt 4e Comp 3e Afd, nu gedetacheerd bij 's Rijks Zeedienst,

Dat gemelde rekestrant zich in de maand October 1829 alhier met er woon gevestigd hebbende, zich ook vervolgens ter behoorlijker tijd voor den dienst der Schutterij heeft aangemeld, geen bezwaar voor ontslag uit de Schutterlijken dienst.

N 101 Gouverneur 14-3-1833 rekest Dir: Haven van Texel

N 102 Militie Comm: 14-3-1833

N 103 Gouverneur 14-3-1833 ord: Strandbewaking

N 104 14-3-1833 Gouverneur, Kadaster

[De regten eigenaar van bedoeld stuk land is niet gevonden]. Om echter een einde aan deze zaak te maken heeft de onmiddellijk belendende Jacob van Heerwaarde toegestaan hetzelve op zijn naam over te plaatsen, dat ik daarvoor houde de eenige weg te zijn om van deze zaak aftekomen.

N 105 Gouverneur 16-3-1833 patentzegels

N 106 16-3-1833 Gouverneur, 3 stuks reclames Kadaster

N 107 Gouverneur 16-3-1833 ord: Strandbewaking

N 108 Gouverneur 20-3-1833 twee ord: Strandbewaking

N 109 Gouverneur 20-3-1833 kadaster 8 stuks reclames

N 110 Gouverneur 20-3-1833 ord: Strandbewaking

N 111 Gouverneur 23-3-1833 ord: Strandbewaking

N 112 Gouverneur 25-3-1833 ord: Strandbewaking

N 113 Gouverneur 26-3-1833 ord: Strandbewaking

N 114 Gouverneur 26-3-1833

Vervolg op mijn brief van 14-2-1833 terug te zenden den 13e lijst strandbewaking tot afwering van de besmetting der Cholera f 480.

N 115 26-3-1833 Gouverneur, 1 reclame Kadaster

N 116 Gouverneur 26-3-1833 kwitantie Staatsblad

N 117 Gouverneur 26-3-1833 Begrooting 1833

N 118 Gouverneur 28-3-1833 ord: Strandbewaking

N 119 Kolonel Directeur stoeterij Borculo 28-3-1833

Dat bij mij in behoorlijke orde op heden zijn ontvangen de dekboekjes met de daarbij behorende Certificaten alsmede dat alhier behoorlijk is aangekomen de oppasser Snellink met de 2 hengsten Timur en Achilles.

N 120 Gouverneur 30-3-1833 2 ord: Strandbewaking

N 121 Gouverneur 30-3-1833 rekest W. Visser

N 122 Opperhoutvester N: Provincien 30-3-1833

Extract overlijden Jan Meyerts Boon

N 123 Controleur dir: bel: Helder 30-3-1833 bevolking 4530 zielen

N 124 BM Helder 1-4-1833 Soldybrieven

N 125 Gouverneur 1-4-1833 kadaster, 6 stuks reclames

N 126 Gouverneur 1-4-1833 ord: Strandbewaking

N 127 Gouverneur 1-4-1833 transactien

N 128 Gouverneur NM

N 129 Gouverneur 3-4-1833 2 ord: Strandbewaking

N 130 3-4-1833 Leeraren en pastoors, bidden voor de zwangere Princes Fredrik der Nederlanden

N 131 Cont: Helder 3-4-1833 Reclame grondbel:

N 132 J. Molenaar cs 4-4-1833

Toezending dispositie HEGA op rekest

N 133 6-4-1833 Gouverneur, ord: strandbewaking

N 134 8-4-1833 Gouverneur, Landstorm

Het getal der ongehuwden zonder kinderen tot den Landstorm deze Gemeente behorende is 39.

N 135 9-4-1833 Maj Komm ad interim Schutters te Oudheusden

Dat kruis en brevet voor den gewezen Schutter Simon Mossel mij wel is geworden.

[Simon Mossel (1801-1879), zoon van Willem Simonsz Mossel en Stijntje Pieters Bikker. Ongehuwd]

N 136 Gouverneur 9-4-1833 aanvraag Certificaten

N 137 Gouverneur 9-4-1833 inzending Leges

N 138 Gouverneur 13-4-1833 Gemaal

N 139 15-4-1833 Gouverneur, reclames Kadaster

N 140 Ontv: reg: Texel 17-4-1832

Dat Egbert Jannes Haytzen en Jan Fontein Pz hier geen Goederen bezitten

N 141 22-4-1833 Gouverneur, 17 reclames Kadaster

N 142 Gouverneur vaccine, Geene vaccinatien en geene aan de Kinderziekte overleden.

N 143 Prov. Comm:

N 144 22-4-1833 Gouverneur, oestervisscherij

N 145 25-4-1833 Gouverneur, reclames Kadaster

N 146 Major Komm: Off: te Helder 24-4-1833 Schuttery

N 147 Gouverneur 25-4-1833 Landstorm

Hier geen geneeskundige

N 148 26-4-1833 Gouverneur, Landstorm

Geene gemeente dezer provincie die zoo talrijk en tevens zoo uitgebreid is als de onze in zoodanig eenen volstrekte staat van weerloosheid bevindt als hier het geval is, dadelijke hulp hetzij van eene eigene of van eene nabij gelegene militaire magt hulp te kunnen bekomen; terwijl ook nij een eventueel stranden van vijandelijke schepen of vaartuigen zoodanig eene behoorlijk gewapende Landstorm soms de belangrijkste diensten zoude kunnen doen.

[Wij willen onze 100 schietgeweren terug]

N 149 BM Helder 29-4-1833 Soldybrieven

N 150 30-4-1833 Ontvanger Directe belastingen te Texel, 4530 zielen

N 151 2-5-1833 Ontvanger Directe belastingen te Texel, gemaal

N 152 4-5-1833 Gouverneur rekest Kors Bruin

N 153 Gouverneur 1-5-1833 invoerbelasting

N 154 Gouverneur 3-5-1833 Nagtwagtwezen

N 155 Gouverneur 6-5-1833 Kwit: Strandbewaking

N 156 7-5-1833 Gouverneur, strandbewaking,

14e staat ad f 852.-, zaak afgedaan en definitief ten einde gebragt

N 157 ovtv dir bel acc enz te Texel 7-5-1833 gemaal

N 158 Gouverneur 9-5-1833 rekest Bruin

Dat zoo verre ik met de meeste Gezetheid het personeel heb kunnen nagaan van alle degeen die zich thans van deze Gemeente bevinden als leden der active Schuttery er geene is die op Gelijkstaande Gronden dat is eenig kind van eenen hoogst Ziekelijken en hulpbehoevenden Vader, veehouder zijnden gelijk gesteld zoude kunnen vragen: wat de belangrijkste Hulp aangaat die de Zoon den Vader in zijn bedrijf zoude kunnen bieden dit is natuurlijk een minder algemeen iets. Ik vertrouw dat de bovenstaande omstandigheid hem ook bij Uwe Ex: als eene uitzondering op den regel zal kunnen doen gelden.

De ondersteuning die de Vader tot dus verre uit de Gemeentekas geniet is f 1- per week.

N 159 11-5-1833 Predikanten

Verzoek om bijgaande Publicatie betrekkelijk de Personeele Omslag der kosten voor de Schutterij voor te lezen van de Kansel.

N 160 Gouverneur 11-5-1833 rekest Jacob Volkertsz Boon

[Lootsleerling Volkert Boon is op 30 april ingelijfd. Geene termen van vrijstelling].

N 161 ontvanger accynsen te Texel 11-5-1833

[Komt by de volgende raadsvergadering ter tafel]

N 162 13-5-1833 Gouverneur, 8 reclames Kadaster

N 163 13-5-1833 Aan Dominee Steinfort

Burgemeester wijst hem 'dat de gevolgen van het door hem begaan verzuim in de naleving der voorschriften van het Gouvernement door mij uitdrukkelijk worden gesteld voor uwe rekening' (wat verzuimd is staat er niet bij, waarschijnlijk heeft Steinfort de publicatie van 11-5 niet willen voorlezen).

Van het door UEerw begaan verzuim in de naleving der voorschriften van het Provinciaal Gouvernement door mij uitdrukkelijk worden gesteld voor Uwe rekening, terwijl ik op morgen mij voorstel daarvan het rapport aan het Gouvernement intezenden.-

N 164 Diac: Doopsgez. Hoorn, id Burg en Waal, id armverz RC OS 14-5-1833

Tot mijne groote bevreemding voor als nog door UwEd niet voldaan zijnde aan mijne brief van den 11 dezer dient deze om UEd ten dringendste aantemanen om voor als nog binnen 2 dagen de vereischte opgaven bij my intezenden, daar ik anders genoodzaakt zal zijn om UEerw als onwillig bij Zijne Ex: den Heer Gouverneur dezer provincie bekend te maken.

N 165 14-5-1833 Gouverneur Schuttery

Willem Willemse Smit moet nog f 235 betalen aan makelaar R.J. van Maurik wegens geleverde plaatsvervanger in maandelijkse termijnen van f 15-. Deze schijnt het geld niet aan de remplacant uit te betalen. Geen geld meer geven aan Van Maurik zonder overleg met de Burgemeester.

[Willem Smit (1807-1858) zoon van Willem Festersz Smit en Martje Reinderts Spijkman]

N 166 Gouverneur 15-5-1833 Veefokkerij

Prijs oude schapen f 6- tot f 7-

Lammeren in 1831 3.40 tot 3.60, in 1832 iets hoger nog, namelyk 3.50 tot 3.80

Wol gewasschen 1.20 a 1.25

Vette of ongewasschen wol -80 a -85, in 1832 5 cent meer

Verkoop weinig meerder dan in 1829 en 1830, dat is minder dan gewoonlijk want ofschoon de sedert 1828-1831 plaats gehad hebbende buiten gewoone sterfte onder het Schaapvee nagenoeg in 1832 geheel heeft opgehouden, zoo is het echter duidelijk dat het beslag van vee by de verschillende veehouders verminderd zijnde, men algemeen zedert 1 of 2 Jaar er op uit is geweest den veestapel te vergrooten, het welk niet dan ten koste van den uitvoer heeft kunnen geschieden.

N 167 15-5-1833 Gouverneur

Drie bladzijden Personeele Omslag en de houding der Predikanten in deze.

Voorschrift van HEGA van 2-3-1815 om annonce van de kansel voor te lezen. Geweigerd door Steinfort en Wielandt. Anderen doen het ook liever niet.

N 168 Gouverneur 20-5-1833 ord: Klaas van Graauw

Ord: ad f 180 is my wel geworden en zal aan hem worden uitgereikt.

N 169 Gouverneur 20-5-1833

Namens Gerrit Vlaming te verzoeken mij wel te willen toezenden het bewijs dat dezelve in der tijd voldaan heeft aan de wetten op de Nat. Militie er ligt dien man zeer veel aan gelegen daar het dienen moet om in aanmerking der bestaande tydsomstandigheden eene neutrale Vlag voor zijn vaartuig te bekomen.

N 170 20-5-1833 Gouverneur, Over op te zenden kinderen

Dat het eenige voorwerp dat in de termen viel van door ons te worden opgezonden naar de Colonie der Maatschappij van Weldadigheid, genaamd Pieter Keijzer met scheepsgelegenheid van hier verzonden is den 3 mei ll aan het adres van zekeren J. Kutte te Amsterdam, die verdere bezorging op zich heeft genomen, alzoo deze tot dit einde in dadelijke verstandhouding staat met den Directeur der Maatschappij en van wiens tusschenkomst wij om het gemak en min kostbaarheid meermalen hebben gebruik gemaakt.

N 171 20-5-1833 Gouverneur Kadasterkaarten

Dat er zich alhier op een der vertrekken van het Raadhuis eene zeer goede gelegenheid bevindt om met weinig moeite en kosten eene geheel afzonderlijke kast daartestellen ter uitsluitende berging der Kadasterkaarten dezer Gemeente.

N 172 20-5-1833 Aan de Burgemeester van Sloten

Collecte voor Jacob Slip f 23.39.5

N 173 Gouverneur 20-5-1833 Instellingen van Weldadigheid

N 174 Gouverneur 20-5-1833 Schuttery, reclame geweren

Dat ik mij in de maand april 1814 op zekeren dag aan het Oudeschil bevindende ten huize van den toenmaligen ontvanger der Convooyen Abr: Wentel aldaar een klein briefje ontving van den Heere Fontein Verschuur door ZEd zoo al niet geheel geschreven dan althans behoorlijk onderteekend eene uitnoodiging inhoudende om met zekeren schipper Cassander die mij datzelfde briefje ter hand gesteld had aan ZEd als toenmaligen Districts Commissaris toetezenden de 100 stuks geweren in kwestie. Het was zoo men wil eene aanschrijving al dan niet officieel; zeker is het dat zij niet in den gewonen vorm was maar wanneer men nagaat de bijzondere omstandigheden dier dagen even na de overgave van den Helder toen ook op dit eiland alles in eene geweldige staat van onrust en gisting was, dan zal het minder verwondering baren dat ik in der tijd onverwijld voldaan heb aan eene aanschrijving op verzoek der autoriteit aan wier onmiddelijken bevelen ik ondergeschikt was.

Ter dier zelfder gelegenheid echter merkte de toenmalige zooevengenoemde Ontvanger der Convoyen mij op dat tot die verzending van Geweren een binnenlandsch paspoort zoude noodig zijn. Tevens maakte hy van de onderhavige Zaak de nevensgaande eigenhandige korte aantekening:

'Den 21 April 1814 zijn van Texel verzonden met W. Cassander 100 stuks Schietgeweren'

De echtheid van wiens schrift op talloze wyzen kan geverifieerd worden; welke aanteekening door mij bij toeval mag ik zeggen, voor een paar Jaar is gevonden; ik neem de Vryheid die tevens hierbij overteleggen; de ondergeplaatste regels gelieve Uwe Ex: voorbij te zien daar men nimmer gedacht had dat die aanteekening het licht zoude zien.

Het briefje echter van den Heer Fontein Verschuur zelve is hoogstwaarschijnlijk destijds daar ik als niet op mijn bureau zijnde geene gelegenheid had gehad hetzelve dadelijk eene bestemde plaats te geven op tafel by den Heer Wentel blijven liggen en (ook al om deszelfs in-officielen vorm) denkelijk vernietigd geraakt althans ik vind er geen spoor van.

Uwe Ex: heeft hier de geheele toedragt van zaken.

Dat de 100 stuks geweren van deze Gemeente op de door my herhaalde malen aangevoerde manier van hier zijn gekomen is eene stellige waarheid, dievoor zooveel des noods door de eigenhandige aanteekening van wijle de Heer Wentel bewezen wordt; bijaldien (dat echter het geval niet is) de minste twijfel daaromtrent bestond terwijl ik mij vleye dat Uwe Ex: in de toenmalige omstandigheden alhier van onrust en verwarring een genoegzaam motif zal vinden dat ik bij de toenmalige afzending ten einde geen oogenblik te vertragen in de voldoening der mij gezonden aanschrijving met alle die maatregelen van voorzigtigheid heb ik acht genomen als in alle andere gevallen door mij zoude geschied zijn.

N 175 21-5-1833 Gouverneur, 3 reclames Kadaster

N 176 23-5-1833 Gouverneur, rekest Lammert Mooy

Dat na gedaan onderzoek het mij voorkomt dat, althans voor zoo verre deze gemeente betreft, er geen redenen bestaan om des rekestrants verzoek te weigeren en ik alzoo hetzelve als zoodanig aan de gunstige voordragt Uwer Excellentie meen te kunnen aanbevelen.

N 177 25-5-1833 Gouverneur, 2 reclames Kadaster

N 178 29-5-1833 Kol komm 3e afd NH Schutterij te Haarlem

Dat er onderscheiden klagten bij de Gouverneur zijn ingekomen dat zekere Van Maurik te Amsterdam, bezorger van plaatsvervangers voor Schutters, de plaatsvervangers of hunne vrouwen geen betaling meer erlangen doet, tevens zegt ZEd dat de vrouw van H. Fiege zich in hetzelfde geval bevindt als hebbende sedert ettelijke maanden geen betaling gehad. ZEd verzocht alzoo dat Willemse (voor wien Fiege als plaatsvervanger is opgetreden) niet meer aan Van Maurik mogt uitbetalen, maar aan de vrouw van Fiege de nog verschuldigde gelden te voldoen. UEdGestr ziet dat zijn geremplaceerde alhier nimmer heeft opgehouden aan zijne verbindtenis stipt te voldoen.

N 179 Gouverneur 29-5-1833 rekest G. Liedmeyer

Dat Liedmeyer met groote opoffering zijn zoon tot dus verre eene nuttige opleiding heeft gegeven en zich kan vleyen denzelven binnen een jaar met de noodige bekwaamheid toegerust te kunne terug bekomen- in zooverre derhalve zoude het wenschelijk zijn indien er mogelijkheid ware dat hij door de koninklijke gunst gedurende dit jaar worde vrijgelaten ten einde in het volgend jaar boven het gewone kontingent te worden in dienst gesteld-

[Dit moet zijn Johannes Gerardus Liedmeijer (1814-1850) zoon van Joan Gerard Heinrich Liedmeijer (1782-1841) uit Mettingen, getrouwd met Isele Jans Latjes (1776-1825). De zoon moest in dienst]

N 180 29-5-1833 Gouverneur, reclames Kadaster

N 181 Gouverneur, 29-5-1833 Schoolwezen

N 182 ontv. Ryksbel. te Texel 31-5-1833 surveillance plaats eigen middelen


Home