Vroedvrouwen op Texel in de Negentiende eeuw


Elk dorp had een eigen vroedvrouw, die ook de vrouwen in de wijde omtrek moest helpen.
De Koog viel sinds 1803 onder de vroedvrouw van De Waal. Het dorp Koog was zo verachterd, dat daar geen aparte praktijk meer lonend was.
Elke vroedvrouw kreeg van het Eiland een vast tractement, waarvoor zij de armen gratis moest helpen. Wie welgesteld genoeg was, moest haar zelf betalen. Hierover was wel eens iets te doen dat in de Gemeenteraad besproken moest worden.
De vroedmeester mocht alleen bij een bevalling geroepen worden als de vroedvrouw dat nodig vond. Zij had in zo’n geval recht op een geldelijke compensatie, en ook als men van haar diensten helemaal geen gebruik wilde maken. Sommige vrouwen vertrouwden meer op een Doctor, en riepen in plaats van de vroedvrouw van hun dorp liever meteen zo’n man bij de bevalling. Ook daarover werd wel eens notitie gemaakt in de Notulen, want dat was strijdig met de regels: de vroedvrouw beoordeelde de noodzaak van het inroepen van zulke hogere hulp.
De kans op een gelukkige bevalling was, als er iets niet goed ging, met de hulp van een Dcotor niet veel groter dan met die van een vroedvrouw. In veel parentelen staan gevallen van vrouwen die kort na de geboorte van een kind stierven. Ook waren er vrouwen die veel kinderen kregen en daarna nog lang leefden- het was vooral een kwestie van geluk hebben.

Aanstelling en ontslag
De Gemeente stelde de vroedvrouwen aan. Men zette bij een vacature een advertentie in een Courant om kandidaten op te roepen. Er waren in die tijd maar weinig vrouwen bereid om op zo’n afgelegen eiland te komen werken, veel keus was er daarom meestal niet.
De kandidate moest ‘geadmitteerd’ zijn, een diploma hebben. In Amsterdam was in 1795 al een Vroedvrouwenschool van Professor Bon, bij wie men lessen in verloskunde kon volgen. Veel vrouwen hadden al meegelopen in de praktijk van hun moeder en op die manier ervaring opgedaan. Bij gebrek aan sollicitanten moest de Gemeente soms daarmee genoegen nemen, zo’n vroedvrouw moest dan alsnog examen doen.

Zonder bewijs van goed gedrag kon iemand niet worden aangesteld. Dat hield ook in dat men ‘de tegenwoordige orde van zaken moest zijn toegedaan’, republikein zijn. Wie openlijk Oranjegezind was had in de eerste jaren van de Bataafsche Republiek geen werk.

Elke vroedvrouw ontving jaarlijks een lading turf voor het verwarmen van haar huis, betaald door de Gemeente.

Als de vroedvrouw een andere betrekking aannam, was het meestal zo dat zij dat pas aan de Gemeente meedeelde als ze vertrok. Dan zaten de vrouwen van haar dorp maanden zonder hulp. Ook kwam het voor dat de vroedvrouw niet meer goed voldeed. Ze werd oud, was niet betrouwbaar, noem maar op. Maar zo iemand ontslaan en een ander aanstellen was niet eenvoudig- dan moest ze het wel erg bont gemaakt hebben (zie het verhaal over Anna Kienhorst- die werd ontslagen wegens dronkenschap).
En daarbij, niet elke klacht werd gegrond verklaard, een vrouw in het kraambed gestorven was heel gewoon, kindersterfte ook. Dat werd niet meteen aan de vroedvrouw geweten.

Vroedmeester
De gewone plaatselijke heelmeester of chirurgijn was niet opgeleid tot het begeleiden van bevallingen- en mocht dat dan ook niet doen. Toch hadden sommige vrouwen liever een Doctor dan een vroedvrouw aan hun kraambed. De Texelse doctoren kregen opdracht om zich tot Vroedmeester te laten bijscholen. Later waren er doctoren die liever geen bevallingen dede. Dat kostte ze teveel tijd- laat de vroedvrouw er maar de hele nacht bij gaan zitten, en de dokter roepen als ze het niet redt, in feite terug naar het oude systeem.

Baker
Bij elke bevalling werd de vrouw verzorgd door een baker, maar daarover werd niets opgeschreven in de Notulen. Dominee Huizinga had vaak met bakers te maken. Zie zijn aantekeningen over dit onderwerp.

Burg
1795-1799 Cornelia Rotteveel (1767-1844) was geboren in Den Haag. Zij was weduwe van J. Westman toen zij in 1795 op Texel kwam. Zij trouwde op 1 maart 1797 met Maarten Jansz Schagen (1774-1844) van den Burg. Merkwaardig is dat zij overleed op 15 februari en hij op 15 juni van hetzelfde jaar. Maarten Schagen was een zoon van Jan Cornelisz Schagen en Dirkje Maartens Zuidewind, er waren nog 6 kinderen Cornelis, Jan, Dirk, Pieter, Jannetje en Elisabeth. Hij was politiedienaar van beroep.
1800-1802 Anna Barbara Kienhorst echtgenote van Roelof Beens
1802-1828 Helena Schiereke wed. Rechlien
1828-1867 praktijk overgenomen, aangesteld in 1831 dochter Johanna Rechlien

Koog
Kaatje Hendriks
Gerrit Ariesz Spigt (1723-1778) en Caatje Hendriks Koot (17xx-1802) beiden uit de Koog.
Getrouwd in 1746, 10 kinderen. Huwelijksdatum 2 augustus 1746, haar eerste kind kwam op 23 september. Na haar dood werd de praktijk waargenomen door de vroedvrouw van de Waal, die na 1 Nov. 1803 beschouwd werd als vroedvrouw van Koog en Waal op beide tractementen, f 110- en f 58 te zamen f 168.

Waal
Tot 1802 Engeltje Hoogheid
1802-18xx Wilhelmina Hachnel

Oudeschild
1793 Trijntje Pieters Bommel, Hendrikje of Trijntje van Gend
1817 Ontslag Trijntje Pieters Bommel weduwe van Hendrik van Gent
1817-1827 haar dochter Klaasje van Gent, huisvrouw van Jan Hollander
1828 Helena Schiereke
1831-1832 aanstelling C. Rechlien Heel- en Vroedmeester
1834-1836 Christina Schneider
1836-1867 Jenske Jans Oomes

Hoorn
1793-1822 Maartje Cornelis Rentenaar
1822 Anna Maria Heijmans
1826 Telea Breeland

Oosterend
Dieuwertje Koopman
1798 Wobbigje Jans Wobbe wed. H. Noltanus
18xx-1837 Wilhelmina Hachnel
1838-1843 Christina Schneider
1843-18xx P. Stolp, Plattelands genees-, heel- en vroedmeester

Doctors
11-10-1808 2 Vroedmeesters, met Name Dirk Ooykaas en H.M. Ahlé
1822-1824 G.J. Teljer, Plaatselijk heel- en Vroedmeester
1827-1828 G. Zegers
1828-1831 S. Galama Med. Arts, Obst: Docter en Vroedmeester
1831- 1866 C.A. van Deinse, thans te Schagen, is benoemd tot Eilandsdocter en vroedmeester.
1867 Jan Ensing (zie hoofdstuk over hem)
De meeste doctoren bleven niet lang.

Brief van Dominee Huizinga 10-1-1857 Doctor P. Scheurleer gaat naar Dieren, en Doctor Acker gaat ook weder weg. Nu aanwezig C.A. van Deinse, P. Stolp, K. Hille, A.E. Stiggelbout, E.C. de Konnigh, vroedvrouw Johanna Rechlien, J. Breeland, J.J. Oomes, apotheker A.C. Petersen. P. Stiggelbout heeft zijn vader in de practijk geadsisteerd.

Opgave aan Gouverneur 13-1-1866
C.A. van Deinse Medisch Doctor, A.E. Stiggelbout Plaatselijk Heelmeester, J.J. Knap, K. Hille, W. Stolp en Jb. Koning Pz idem, P.M. Stiggelbout Algemeen en Plaatselijk Heelmeester, J.H. Rechlien vroedvrouw, J.J. Oomes idem, A.E. Petersen apotheker.
1867 aanstelling van J. Ensing Eilandsdoctor, in 1868 mede tot Doctor in de verloskunde gepromoveerd

Kasboek van de Gemeente Texel

Vroedvrouwen


Texel in de Bataafse tijd
Het was 1795, het oude Bewind was verdreven, de Stadhouder naar Engeland gevlucht, en de Democratie ingevoerd. Bataafse Republiek- Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap.
Het Eilandsbestuur was in handen van de drie Committé’s, van Algemeen Welzijn, van Justitie en van de Zeedijken. Het Committé van Algemeen Welzijn deed het dagelijks bestuur van de Gemeente. Het bestond uit 1 lid voor elk dorp en 2 in Den Burg. De voorzitter van de Raad wisselde eerst per twee weken. Later was de voorzitter een van de twee raadsleden van Den Burg, steeds voor een kwartaal.

Vroedvrouwen genoemd in de Notulen gehouden bij het Committé van Algemeen Welzijn van Texel, vergaderd op het Huys der Gemeente aan den Burg aldaar
Tussen [ ] verduidelijking

Vergadering 17 augustus 1795
De vroedvrouw aan den Burg overleeden zijnde, werd den Secretaris verzogt advertentie te doen zetten in de Amsterdamsche Courant omme voor den 1 Oct. 1795 zig te adresseren aan het Committé van Algemeen Welzijn-

Vergadering den 7 September 1795
Cornelia Rotteveel wed. J. Westman, zonder kinderen, wonende op de Overtoomsche Weg te Amsterdam in de Goude Haring ten Huyze van Gerritje Godo, wed. Bart Rotteveel- vroedvrouw aldaar- solliciteerd als Vroedvrouw aan den Burg- zeggende zedert lange haar moeder als noodhulp, ook zelve wel vrouwen te hebben bediend; en ook nog geduurig de Lessen waarneemende van den Professor Bon te Amsterdam, van wien zy vertrouwde de voldoenendste bewijsen te kunnen produceeren van haar bekwaamheid, ook van haar goed gedrag in staat is alles ten genoegen te brengen-
Daar men ingevolge de gedaane advertentie verpligt is tot den 1 October 1795 aanstaande te wagten, kan deselve Sollicitant inmiddels haar attestatien zo van bekwaamheid als goed gedrag onder de Municipaliteit consigneeren- waarna men haar na den 1 October nader zoude schryven- dat haar aangezegt-

Wyders is geresolveerd by volgende Vergadering de Tractementen zo van de Vroedvrouwen, Schoolmeester en van de Turf aftedoen.

Vergadering 14 September 1795
Cornelia Rotteveel wed. Joh. Westman, sollicitant na de Vroedvrouwplaats van den Burg versoekende daar nu de tyd tot de oproeping met den 1e deezer Maand October geeyndigd is, dat aanmerking op haar mag werden gemaakt, te meer daar er geene meerdere sollicitanten waren- leggende nog ten bewyze haarer bekwaamheden over, het door haar gedaan Examen voor Professor Bon te Amsterdam.
Daar by de door haar overgelegde bewyzen geene gevonden werd, van haar goed gedrag, zo als haar aanvangkelyk was aangezegd, dat vereischt wierd-
Als ook daar het Committé aanmerkte ‘er bewyzen van daadzaken niet onder het opzigt van haare moeder, maar van andere deskundige Neutrale nodig waaren, omme daar het een Zaak van Consequentie is, zo veel te geruster in de begeeving van de post van vroedvrouw te kunnen overgaan-
Werd haar zulks aangezegt, met byvoeging: zo zy dit na genoegen van het Committé kon doceeren, dat zy dan tot Vroedvrouw van den Burg zou worden aangesteld-
Welk een en ander zy aangenomen heeft te produceeren.

De Vroedvrouw van den Burg den 18 Aug. 1795 overleden en deszelves Tractement verscheenen zynde den 11 Juny te vooren, vraagt haaren Man van die tyd af betaling, gelyk ook de aan haar verschuldigde Turf. Dit geaccordeert.

Vergadering den 9 October 1795
Cornelia Rotteveel wed. Westman, Sollicitant als Vroedvrouw naar den Burg, levert in bewys haarer goed gedrag- geteekend door de Burger Jan Stockelaar van Eyk, wonende onder Nieuwer Amstel, gedateerd 9 October 1795-
Is geresolveert haar by provisie te admitteren dan daar men ingevolge Notulen van den 2 October laastleden haar te kennen gegeven had, het Verlangen omme meerder bewys van daadzaken niet onder opzigt haarer moeder, maar zo zy zeide die te kunnen produceeren onder opzigt gedaan van de Vroedmeester uit het PestHuys of andere te Amsterdam- dat dit bewys met dat van den Professor Bon hetwelk reeds was overgegeven, voldoende zou aangemerkt worden, als wanneer haar eene acte van qualificatie zou werden gegeven- en haar Tractement gereekend worden, met Heeden een aanvang genomen te hebben-

Vergadering den 18 November 1795
Ingekomen zynde eene nadere attestatie van de Vroedmeester L.H. Schuman te Amsterdam ten bewyze van de Kunde en daadzaken van Cornelia Rotteveel, beroepene Vroedvrouw aan den Burg alhier- werd deselve goedgekeurd en als nu begreepen genoeg bewyzen ingekomen zynde, denzelve Vroedvrouw ten volle geadmitteerd-

[Al die tijd moesten de barende vrouwen in Den Burg zich behelpen met de hulp van de andere vroedvrouwen, of met die van de chirurgijns]

Vergadering 8 January 1796
Werd aangemerkt, daar ‘er noodsakelyk een plan diende te werden daargesteld, waaruit voortaan Bodens, Vroedvrouwen, Schoolmeesters en wat dies meer zy moeten werden betaald- of het niet best zoude zyn, dit van de Dienaaren zo lang te seponeeren- en of men tot dat eynde niet eene Commissie zouden benoemen-
Conform het voorstel geconcludeerd zynde, daartoe benoemd de Maire, met de Burgers Quast, Poulus Kikkert Alb, Keyser en den Secretaris, met versoek hier aan spoedig een begin te maken-

Vergadering den Eerste April 1796
De Secretaris gevraagd hebbende of de Vroedvrouw van den Burg geene acte van Qualificatie moest hebben, als ook of deselve van geene behoorlyke Instructie moet weesen voorsien, zo Ja! of de oude Instructie voor de Vroedvrouw de goedkeuring deeser Vergadering wegdroeg?
Werd in de eerste plaats zeer zeker geresolveerd dat de Vroedvrouw eene Qualificatie moet werden gegeven ten haare kosten- Ten andere: dat men deselve ook van eene Instructie zal voorsien- zynde wyders de oude Instructie geresumeert, de nodige veranderingen daar in gemaakt, en dan Secretaris versogt, de alzo veranderde aan haar te behandigen-

Vergadering 17 Mey 1796
Uit de by Kas zynde Gelden van de Ontfanger van de Koog betaald f 29- zynde voor 1/2 Jaar Tractement voor de Vroedvrouw aan de Koog, verscheenen 25 April 1796-

Vergadering 4 July 1797
D
e Secretaris geeft kennisse dat ‘er een erreur [fout] in de laastgedaane Reekening van deese Vergadering is en wel in de eerste post, in de optelling onder het Articul voor de Vroedvrouwen betaald ingeslope is, also die post niet moest zyn f 1137- maar f 1338- en dat daar uit volgde dat het Saldo in de Casse f 200- minder was-
Waarop deselve Reekening geexamineerd zynde, en zulks also bevonden wordende, is geresolveert zulks by advertentie ter kennisse van alle ende een iegelyk te brengen, als meede in het Register der Reekening daar van melding te malen, ten eynde zulks ten allen tyden kennelyk zy- maar also hier door nu een meerderheid in de Cas der Ontfangers veroorzaakt word, werd deselve Commissie welke tot het opmaken der Reekening was gequalificeerd, andermaal versogt en geauthoriseerd dat naartegaan, en van hunne bevinding rapport te doen.

October 1797 Dingsdag S’ morgen 10 uuren
Ingekomene request van Cornelia Rotteveel, Vroedvrouw aan den Burg, versoekende verhooging van Tractement, daar de Vroedvrouw van den Burg except die van de Koog S’ Jaarlijks het laagste Tractement geniet- en dikwerf tot hulp der andere Vroedvrouwen, moet heene gaan, ofschoon haar daar voor niet meerder word te goedgedaan-
Waarover zeer ampel gedelibereerd zijnde, en in aanmerking genomen dat alle de Eilands Tractementen voor de Vroedvrouwen op eene egale voet behandeld te zijn-
Is zulks alsoo ook conform gearresteerd, dog teffens geresolveerd; dat hier by aanstaande vacature agt op zal werden gegeven en zullende het versoek der Suppliante om verhooging van Tractement, als geconsidereerd wordende de Eerste te zijn, hier meede worden gereekend te zijn en aanvang te hebben genomen, en bij eene te verleene Ordonnantie de betaling alzo gedaan worden-
Dog zal de vroedvrouw van Oosterend derselver Tractement worden verminderd op f 110- en haar daar van worden kennis gegeven-

[Cornelia bereikte met dit verzoek geen verhoging van haar eigen tractement- de vroedvrouw van Oosterend zal hier niet blij mee geweest zijn]

Ontslag van onwaardige beambten
De eerste verandering van het landelijk bestuur
[In 1798 was er in Den Haag een staatsgreep, waardoor er andere regels kwamen. Iedereen in dienst van de Gemeente, die nog sympathie voor Oranje liet blijken, was ‘onwaardig’ en moest worden vervangen. Dat gold ook voor de vroedvrouwen. Men maakte in de Raad lijstjes van de namen van zulke beambten].

Vergadering 3 April 1798 van de Municipaliteit
Nopens de wijse der reorganisatie der onwaardige Schoolmeesters en Vroedvrouwen- heeft ieder Lid aangenomen zyne gedagten daar over te laten gaan, en die de volgende Vergadering te Communiceeren-

Vergadering 10 April 1798
Wyders is gearresteerd: te demitteeren [ontslaan] de Vroedvrouwen van de Waal, Oosterend en Oudeschil- dog dit voor als nog secreet [geheim] te houden- alsmeede de Schoolmeesters van den Burg, Waal en Hoorn, alle uit hoofde haarer Orange denkwyse- en in de Courant simpel te doen adverteeren 1 Vroedvrouw en 1 Schoolmeester op Texel benodigd te zyn- kunnende men dan uit de Sollicitanten [hoeveel sollicitanten dacht men te krijgen?] zo veele kiesen als men benodigd heeft.
En heeft men als nog gepersisteerd bij de bepaling van Tractement voor de Vroedvrouw van
f 110- en het Tractement voor de Schoolmeesters in het Generaale zonder onderscheid ieder op f 150-, kunnende die genegen zyn, kunde bekwaamheid heeft en deese tegenswoordige Ordre van Zaken toegedaan is, zig addresseeren voor den 8 Mey 1798, mits franco.

Vergadering 17 April 1798
Binnen gestaan Cornelia Rotteveel, vroedvrouw aan den Burg, versoekende daar zy deese Tegenswoordige Ordre Zaken van herte toegedaan is, zij niet mag begreepen worden onder die vroedvrouwen, welke staan geremoveert te worden- intercedeerende voor haare zuster Bartje zo op dit Eiland een Vroedvrouw benodigd was-
Wat het eerste betrof heeft de Vergadering zig niet geexpliceerd, en nopens het tweede gerenvoyeerd naar de daar van gedane advertentie in de Couranten.

Vergadering 24 April 1798
Binnengestaan Tryntje Hoogwoud van Oosterend, solliciteerend na een Vroedvrouwplaats op Texel- leggende over eenige bewysen van haare bekwaamheid-
En is het zelve provisioneel aangenomen-

Vergadering 8 Meij 1798
Ingekomen Missive Wobbigje Jans Wobbe wed. W.H. Noltanus, geschreeven te Abkoude 4 Mey 1798, sollicteerende als Vroedvrouw op Texel, met toezending van declaratoir van het Intermediair Bestuur van Abkoude, wegens haar funcie als Vroedvrouw en de tegenswoordige ordre van Zaken te zyn toegedaan- daar het zelve bewys is missende van goed gedrag zal haar dit worden aan aangeschreeven-

Wyders daar het thans aan de ordre was eene resolutie te neemen, wegens het aanstellen van Vroedvrouwen en Schoolmeesteren, in plaatse van die welke men voorhad te demitteeren dog in aanmerking neemende: dat ‘er bijna geene Sollicitanten waaren opgekomen-
Is gearresteerd: de tyd van Sollicitatie te verlengen tot den 19 Juny aanstaande en hier van in de Amsterdamsche Courant advertentie te laten doen-

Aan Wobbigje Jans Wobbe, wed. W.H. Nolthenius Vroedvrouw te Abcoude
Ik heb last van de Municipaliteit deeses Eilands UEd te schryven, dat ingevolge gedane advertentie UEd behalven bewysen van bekwaamheid en de tegenswoordige Ordre van Zaken te zyn toegedaan nog moet toonen bewys van goed gedrag, het welk ontbreekt-
De tyd tot de te doene Sollicitatie is verlengt tot 19 Juny aanstaande zo nu nog inclineerd, kan UEd het ontbrekende mits franco zenden
Ik ben Uwe MedeBurger
WRomans Texel 14 Mey 1798

Extra Vergadering 22 Mey 1798
Binnen gestaan Wobbigje Jans Wobbe solliciteerende na een Vroedvrouwsplaats op Texel, overleggende bewys van bekwaamheid gegeven door Professor Bon te Amsterdam dato 14 Oct. 1797, idem van Gerritje Godo vroedvrouw aan de Overtoom meede van haar bekwaamheid, en eindelyk van de Municipaliteit van Abcoude dato 17 Mey 1798, inhoudende dat zy aldaar ruym den tyd van 5 maanden als Vroedvrouw had gefungeerd, en blyken van kunde daartoe vereyscht wordende had gegeven, alsmeede dat zy de tegenswoordige Ordre van Zaken was toegedaan en het declaratoir deswegens onderteekend, en verder zig als een goede vreedzame Ingezeetene had gedragen-
Daar als nu de bewysen van goed gedrag ontbreeken, en dit haar ook bereids is aangeschreeven, en men provisioneel genoegen genomen heeft, met het door haar bereids geproduceerde, zal zo ras zy bewys van goed gedrag ter tafel brengt- eene resolutie ten
opzigte van haar werden genomen, en daar dadelyk van kennis gegeven-

Vergadering 29 Meij 1798
Ingekomen declaratoir Gemeente bestuur van Abcoude dato 26 Mey 1798 inhoudende bewys van goed gedrag ten opzigte van Wobbigje Jabs Wobbe wed. Hendrik Noltings, als Sollicitant naar een Vroedvrouwsplaats op Texel-
En zun als nu alle de bewysen voor goedgekeurd en dezelve Wobbigje Jans Wobbe tot Vroedvrouw aangesteld aan Oosterend, waar van haar direct zal worden kennis gegeven, met versoek van als nu spoedig over te willen komen- zullende zo ras deselve op Texel is, de als nog fungeerende oude Vroedvrouw van Oosterend, werden aangezegt: dat zy van haare post is ontslagen-

De Missive aan de beroepene Vroedvrouw Wobbigje Jans Wobbe tot Abcoude, was van deese inhoud
Goede Vriendin,
Uwe bewysen alsnu in alles voldoenende door de Municipaliteit alhier goedgekeurd zynde, heb ik last UEd met de Vroedvrouwsplaats aan Oosterend op deesen Eilande geluk te wenschen, met versoek van Uwe spoedige overkomst.-
Ik ben Uw Heilwenschende MedeBurger
Uit naam van de Municipaliteit van Texel (get) WRomans Texel 31 Mey 1798

Vergadering 13 Junij 1798
Binne gestaan Wobbigje Jans Wobbe beroepen Vroedvrouw van Oosterend, versoekende qualificatie, en dat de oude Vroedvrouw van haare aanstelling worde kennis gegeven- en is zulks geaccordeerd, werdende de Boode gelast de oude Vroedvrouw aan Oosterend kennis te geven, dat zy van haare post ontslagen is, met overgaave van haare Ordonnantie voor zo verre zy geld te goed had op de Ontfanger van Oosterend-
Werdende verders de Secretaris gelast de aangestelde Vroedvrouw qualificatie te geven in forma, zullende haar naderhand instructie werden ter hande gesteld, omme zig naar te reguleeren.

[De op staande voet ontslagen vroedvrouw kreeg geen enkele uitkering]

Vergadering 19 Junij 1798
Binnegestaan Tryntje Hoogwoud solliciteerende naar een Vroedvrouwsplaatse, vragende daar thans de dag is bepaald tot het begeven der Vroedvrouwsplaatse, zy in aanmerking mogt komen- en is haar aangezegt dat haar de resolutie deser Vergadering wel zal worden aangezegt- Zynde het begeven der vroedvrouwsplaatse op Heede in deliberatie gebragt-
Als wanneer geresolveerd is, denzelve Tryntje Hoogwoud aanteschryven: dat haare bewysen niet voldoende geoordeeld worden, maar zo zij zig wil doen examineeren, door een Professor in de Vroedkunde te Amsterdam of elders, men als dan niet ongenegen zoude zyn haar te plaatsen, daar men een Vroedvrouw noodig oordeelde-

de Missive aan Tryntje Hoogwout aan Oosterend luid aldus
Goedevriendin
De Municipaliteit vorderd van Uw Examen wegens uwe bekwaamheid voor een Professor in de Vroedkunde het zy in Amsterdam of elders gedaan; dewyl het bewys daarvan overgegeven door haar niet voldoende gehouden word. Zy heeft my gelast, uw dit de moeten melden, gelyk ik doe by deesen- en ben
Uw MedeBurger
(get) WRomans Texel 19 Juny 1798

Vergadering 17 July 1798
Binnegestaan Tryntje Hoogwoud sollicitant naar een Vroedvrouwplaats op Texel alsnu overleggende volkomen bewys van haar gedaan examen als Vroedvrouw van 9 July 1798 voor den Lector W. ten Houten, S. van der Hout, Med. Doctor en S. de Sonaville, Med. Doctor, uitmakende het Collegie der Vroedkunde te Alkmaar, vraagende als nu geplaast te worden- het welk in deliberatie zynde gebragt, en het examen ondersogt zynde, is het zelve zeer voldoende bevonden-
Dan hoe zeer men ook genegen was denzelve Tryntje Hoogwoud een plaats als Vroedvrouw te geeven, is uit hoofd der publicatie van het Intermediair uitvoerend Bewind van 16 Juny 1798 waarby alle verdere remotien verboden worden, denzelve aangezegt: dat men zulks als nu niet doen kan; maar dat zo dra ‘er eene Vroedvrouwsplaats op Texel vacant komt, men dan dadelyk op haar persoon het nodig reguard zal neemen-

Tweede Staatsgreep
[Na een nieuwe staatsgreep een half jaar na de eerste moest het lopende beleid stoppen. Niemand werd meer ontslagen wegens Oranjegezindheid en de ontslagen ambtenaren wilden hun werk terug].

Vergadering 30 October 1798
Diaconen van den Hoorn als in alimentatie hebbende Jan van der Meer en Arie Koger, de Eerste dagroeper en de tweede Nagtroeper-
ook Dieuwertje Koopman, Vroedvrouw aan Oosterend-
De derde een Vrouw van hooge Jaare, waar door dikwerf buiten staat, in het uitgebreide district van Oosterend meenigmaal haare functie naar behooren waarteneemen- ten anderen: deels uit Ouderdom, deels uit onkunde, een en andermaal in gevallen geweest dat zy de Hulp van andere Vroedvrouwen hebben moest, waarby haare steeds durende gehegt- en verkleefdheid aan Oranje, en dit door woorden en daaden aan den dag leggende, is zulks oorsaake men nodig had geoordeeld, om aldaar een andere Vroedvrouw te moeten aanstellen-
[In het geval van deze oude vroedvrouw zocht men redenen om haar niet terug te nemen]

Vergadering 13 November 1798
Binnen gestaan de Vroedvrouw aan het Oudeschil, te kennen gevende: dat zy thans tot beter gerief der Burgery haare woonplaats in het voornoemde dorp genoomen had, en haar afgelege wooning op de Noord Kaap had geabandonneerd [verlaten], dat zy daar zulks alleen tot gemak en omme beter by den hand van de Burgerij te zyn, door haar verrigt geworden zynde, dan ook vermeende aanspraak te hebben op die resolutie van dese Vergadering waarby de Vroedvrouwen verhooging van Tractement is toegezegt (zie Notulen 31 Oct. 1797).
Waar over gedelibereerd zynde is geresolveerd, het Tractement van de Vroedvrouw aan ’t Oude [Schil] zo als die van den Burg en Oosterend is bepaald, tot f 110- S’ Jaars te verhoogen- onder den mits dat deselve aan het dorp het Oude Schil haar woonplaats houd- dog weder aan de Noord Kaap gaande woonen, dat het zelve dan wederom tot f 95- S’ Jaars zal verminderd worden- blyvende niettemin de 25 Tonne Turf daar en boven, als vooren aan het Tractement geaccordeerd en verbonden-
[De Noordkaap lag ten westen van Oudeschild].

Vergadering 7 Mey 1799
Ingekomen aanschryving als vooren dato 1 Mey 1799 inhoudende aanschryving van de Agent over de Nationale Opvoeding, tot het doen van de opgave wegens het publicq onderwys, idem wegens de Doctoren, Chirurgyns en Vroedvrouwen-
Daar wegens het publicq onderwys reeds geantwoord is, zal nopens het tweede opgave geschieden- zynde tot dat einde gesteld in handen van de Secretaris-

Aan de Agent van Nationale Opvoeding der Bataafsche Republicq
MedeBurger!
Ingevolge Uwe Notificatie in de binnelandsche Nieuspapieren betrekking hebbende op de Genees, Heel, Vroed en Artzenij Mengkunde, hebben wy de Eer te berigten: dat by ons Art. 1, 2, 3, 4 en 5 geen plaats heeft, als in zo verre dat ‘er 6 Chrirugyns op ons Eiland zyn, welke zo wel voor het internes als externen ageeren- dog alle welke de minste toelagen van Eilands weegen genieten- dezelven zyn woonagtig als volgt:
Aan en Burg 3, Oudeschil 2, Hoorn 1, Oosterend 1
Ook zyn ‘er 6 Vroedvrouwen die Jaarlyks Tractement hebben-
die aan den Burg heeft f 110- en 22 ton Turf
Oudeschil f 110- en 22 ton dito
Hoorn f 90 en HuysHuur en 22 ton dito
Koog f 58- en 13 ton dito
Waal f 100 en 22 ton dito
Oosterend f 110 en 22 ton dito
Wy hebben de Eer ons te noemen naar toewensching van
Heil & Broederschap
De Municipaliteit van Texel voornoemt
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 10 Mey 1799

Vergadering 16 July 1799
Binnegestaan de Vroedvrouw aan den Burg versoekende tot herstel haarer gezondheid, een week vryheid omme zig van het Eiland te begeven- en is naar deliberatie deszelfs versoek geaccordeerd-
[Was de gezondheie een voorwendsel om te gaan solliciteren?]

Vergadering 2 October 1799
De vroedvrouw aan den Burg geeft kennis van haar beroep naar Muijden als vroedvrouw aldaar, zeggende morgen daar heen op reijs te moeten gaan-

[Vreemd dat ze deze stap voor het bestuur geheim gehouden had- nu was er weer geruime tijd geen vroedvrouw in het dorp].

Vergadering 26 November 1799
Daar men tegenswoordig wederom de vrye en onverhinderde Correspondentie heeft, met het vaste Land, is als nu geresolveert wegens de Vroedvrouw aan den Burg, de nodige publiciteit in de Amsterdamsche Courant te doen- moetende de Sollicitanten zig addresseeren voor de 24 Dec. 1799-

[Eind augustus 1799 werd Texel bezet door Engelse en Russische troepen, die door een Invasie in Holland de Fransen zouden verdrijven het het oude Oranjebestuur zouden terugbrengen. Dit mislukte jammerlijk, waarna de bezetters eind oktober met de terugtocht begonnen. Al die tijd was Texel van de rest van het land afgesloten (al kon de vroedvrouw op 2 oktober wel gewoon naar Muiden reizen)].

Vergadering 24 december 1799
Aan de Ordre zynde een besluyt te neemen; over de Sollicitanten tot een Vroedvrouwsplaatse aan den Burg, is uit aanmerking dat ‘er geene andere Sollicitanten als Vroedvrouwen zyn als die van den Hoorn & Oosterend- de tyd te prolongeeren tot 1 february 1800 en hier van als vooren advertentie in de Amsterdamsche Courant te doen-

Vergadering 28 January 1800
Thans aan de Ordre zynde de begeeving der Vroedvrouwsplaats aan den Burg-
Zyn de volgende Lyst van Sollicitanten geformeert:
Wobbigje Jans aan Oosterend, Martje Rentenaar aan den Hoorn, Anna Barbara Kienhorst te Leymuyden en Vriesekoop. Elisabeth Voskuyl onder Alkemade, Neeltje Jans de Jong op het Eiland Marken, Maartje Jurriaans op de Helder
En zyn de bewysen van de Sollicitanten wegens hunne bekwaamheid in overweeging genomen en nopens de derde geresolveerd: aan de resp. Municipaliteiten zig te addresseren of zy nog werkelyk vroedvrouw is- zo niet, waarom zij van Leijmuiden en Vriesekoop vertrokken is- en hoedanig het gedrag van haar Man was-
Nopens de Vierde: bewysen van haar bekwaamheid en goed gedrag- en of zy deese tegenswoordige ordre zyn toegedaan-
gelyk ook al het zelve te ondersoeken: nopens de Vyfde Vroedvrouw-
Zullende de Burger Langeveld zig nopens de Laaste aan de Helder informeeren-
Alle te versoeken ten spoedigste en wel voor Heede 14 dagen te antwoorden

[Het aanstellen van een al op Texel werkzame vroedvrouw zou het probleem alleen maar verplaatsen. Men koos dus een van de ‘vreemde’ sollicitanten].

Aan de Municipaliteit van Leymuiden en Vriesekoop
Medeburgers!
Het is by deeze dat wij Uwe elicidatie versoeken, over Anna Barbara Kienhorst, Huisvrouw van Roelof Beens, welke na de vacante Vroedvrouwsplaats aan den Burg alhier solliciteerd; ten einde wij mogen weeten of zy nog werkelyk tot Uwent als Vroedvrouw fungeert- zo ja hoedanig haare bekwaamheid by bevinding, en deszelfs zedelyk gedrag als die haars man is- ook daar haare Brief uit Amsterdam gedateerd met opgaave van haar addres daar is; doed ons zulks in twyffel brengen, of zy bij Uwent nog wel fungeert-
Zo dat laaste plaats had, zoude het ons aangenaam weesen, dat wy wisten om welke reeden zy van Uw vertrokken is- in spoedige afwagting hiervan, zo het kon zyn voor den 18 deeser, alzo de begeeving by ons pressance heeft- zyn wij naar Vaderlandsche Heilwensch!
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 7 feb. 1800

Aan de Municipaliteit van Roelofaartjes veen onder Alkemade
Medeburgers!
Onder de Sollicitanten naar de vacante Vroedvrouwsplaats aan den Burg alhier bevind zig Elizabeth Voskuyl geadmitteerd Vroedvrouw by Uw-
Wy wenschte gaarne geëlucideert te zyn of deselve by Uw ondervinding van bekwaamheid aan den dag gelegd- of getrouwd is- kinderen heeft en hoe veel, hoedanig haar zedelyk gedrag- en zo zy getrouwd, ook die haar S’ Man is, en eyndelyk of zy de tegenswoordige Ordre van Zaken zyn toegedaan dat alles zoude ons aangenaam weesen te weeten: zo het kon voor den 18 deeser, omme met de begeving te kunnen voortgaan- in gelyke gevallen onse dienst aanbiedende zyn wij naar Heilwensch!
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 7 feb. 1800

Gelyke Missive afgezonden aan de Municipaliteit van het Eiland Marken

Vergadering 18 feb. 1800
Thans aan de ordre zynde resolutie te neemen over de begeeving der Vroedvrouws plaats is na Lectuure der brief van de Municipaliteit van Leijmuiden en Vriesekoop over Anna Barbara Kienhorst, geresolveerd de begeeving daar van voor als nog in advys te houden, en inmiddels daarover zig te addresseeren aan de Municipaliteit van Purmerend-

Aan de Municipaliteit van Purmerend
MedeBurgers
Anna Barbara Kienhorst Huisvrouw van Roelof Beens solliciteerend alhier naar de vacante Vroedvrouwsplaats, heeft ons blyke gezonden zo van haar gedaan examen te Zwol als admissie te Vriesekoop en Leymuiden-
Dan daar wij van laastgemelde Municipaliteit by wien wij ons wegens haare bekwaamheid en Zedelyk gedrag informeerde berigt ontfangen, dat zy reeds den 15 April 1798 naar Uw gemeente als Vroedvrouw is vertrokken- deed ons zulks de vryheid neemen van Uw te versoeken, op het volgende ons met Ul antwoord vereerd te zien; of zij nog werkelyk vroedvrouw te Uwent is? zo ja! of ‘er bewysen van bekwaamheid by bevinding voorhanden? En hoedanig is het zedelyk gedrag zo van haar als deszelfs Man is?
Het zal ons aangenaam weesen, hierop spoedig rescriptie te bekomen, bereid zynde reciproque in andere gevallen wederkeerig dienst te doen- terwyl wy de Eer hebben ons te noemen- zyn wij naar Vaderlandsche Heilwensch!
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 20 feb. 1800

Vergadering 4 Maart 1800
Ingekomen Missive Municipaliteit Purmerend dato 25 feb. 1800 waarbij kennis gevende: dat Anna Barbara Kienshorst Huysvrouw van Roelof Beens by haar wel als Vroedvrouw heeft gefungeerd: dog uit hoofde zo zy vermeene van de weinige practycq die zy had weggegaan is-
En is dezelve provisioneel aangenomen voor Notificatie-

Thans aan de Ordre zynde uit de ingekomen Sollicitanten voor de vacante Vroedvrouwsplaats aan den Burg eene Verkiesinge te doen- is also tot Vroedvrouw aan den Burg verkoosen Anna Barbara Kienhorst, Huysvrouw van Roelof Beens, geweesene Vroedvrouw te Leymuyden en Vriesekoop dog laast te Purmerend- zig thans ophoudende te Amsterdam, en werd de Secretaris gelast dezelve daarvan kennis te geven: met vermelding van zig uitterlyk voor het eindigen deezer maand alhier tot waarneeming van haar beroep te sisteeren ofte zo veel eerder als de Cagen beginnen te vaaren-

[Inmiddels was een strenge winter begonnen, waardoor scheepvaart en ook verhuizing onmogelijk was. De Kaagschepen konden pas weer varen als het ging dooien en dat was dat jaar pas eind maart].

Burgeres!
In de Sollicitatie naar de vacante Vroedvrouwsplaats alhier aan den Burg, Uw verkoosen hebbende, zo versoeken ten spoedigste immers voor het Laaste van deese Maand tot aanvaarding van Uwe post zig herwaards te begeven, waarmede wy Uw alle geluk en voordeel wenschen en dat tot genoegen van de Ingezeetenen mag waarneemen-
In afwagting hiervan zyn wy toewensching van
Heil
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 5 maart 1800
Uw papieren zullen wy tot Uw komst bewaaren

Die aan Elizabeth Voskuyl Vroedvrouw te Roelofaardjesveen
Burgeres!
Daar de Keuse ter vervulling van de vacante VroedVrouws plaatse alhier gevallen is op Anna Barbara Kienhorst, laast Vroedvrouw te Purmerend, zo zende hier bij te rug het bewys van Uw Examen-
Wy wenschen Uw in het vervolg beter Succes en alle Heil
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 5 maart 1800

Antwoord van Anna Barbara Kienhorst:
Gelykh Vryheyd Broederschap
Ik Burgeres anna Barbara Kienhorst, Huysvrouw van Roelof beens
U Edele Brief onfangen Den 12 maart Als dat uEdele my verkoosen heft
Tot froet Vrouw van Den Burg van texel
War Van ik uEdele Burgers Die gennen Die Mey met Dese post Begunstig heft nog
Mals met Geen Dank kan betonnen om Dat ik onvermogen ben mar Wensen als Dat Den alweten Gogt u voor u Brafheyd mag Lonnen om Dat Gey tont Dat gey Geleykheydt En Vreyhet Sey toegedaan
En mey man is Desen tegenwordigen teyt is toe Gedaan En ik Beloven u Representante van Texel aldat ik mey op Die teyt sal laten vinden So als Gey Burgers Verkiest namentley van Desen Mant maart 1800
Blyven u toegenegende Vrindin anna Barbara Kienhorst Huysvrouw van roelof Beens
Amsterdam Den 17 maart 1800

Vergadering 26 Augustus 1800
Daar de Vroedvrouw van de Burg nog geene instructie heeft, is de Secretaris versogt deselve tegens de naaste Vergadering te formeeren-

De Vroedvrouw aan de Burg versoekt een 1/2 Jaar Tractement van Turf en de Wederhelft in het aanstaande voorjaar 1801-

Vergadering 16 September 1800
Ingevolge resolutie der voorgaande Vergadering suppediteerd den Secretaris een Concept instructie voor de Vroedvrouw aan den Burg-
Naar Lectuure van deselve, is geresolveert deselve alom tot een synosuure voor alle de Vroedvrouwen te stellen- dan alvoorens het zelve te arresteeren- word den Secretaris geauthoriseerd de Consideratien en advys daarover van den Burger Dirk Ooykaas, Chirurgyn Major in dienst der Bataafsche Republicq, wonende alhier, te inquireeren-

Vergadering 9 October 1800
Op de klagten van de Vroedvrouw aan den Burg dat Grietje Hoeven, Huisvrouw van Govert van Oosten, geen gequalificeerde Vroedvrouw zynde, onlangs verlost hebbende zekere Bregje Pieters bygenaamd Klyn Mok van een onegt kind- is dezelve Grietje Hoeven geroepen, daar over onderhouden en wel ernstig door de precident gerecommandeert zig voortaan te wagten- vooral omtrent zulke persoonen die in ontugt leven, de post van Vroedvrouw waarteneemen.

Vergadering 10 Maart 1801
De secretaris suppediteerd Instructie voor de Vroedvrouw aan den Burg- naar Lectuure en resumptie is deselve in zo verre gearresteerd- dat daar men voorneemens is deselve voor geheel Texel te maaken, ‘er alvoorens op zullen gehoord worden de Vroedvrouwen van den Burg, Hoorn, Waal, Oosterend, en het Oude Schil en dat zulks Heede 14 dagen S’ middags 3 uure.

Vergadering 24 Maart 1801
Thans aan de Ordre zynde voortelezen de vervaardigde Instructie aan de Vroedvrouwen deezes Eilands, zyn binnen gestaan die van den Burg, Oudeschild, Hoorn, Waal en Oosterend. Naar dat die hun voorgelezen was, en de precident afgevraagd de getrouwe naarkoming van die, hebben zy zulks aangenomen, en ieder daarop den Eed in handen van de precident afgelegd- zullende nu ieder de zyne worden ter handen gesteld-

Tegens de volgende Vergadering opteroepen Symon Gerbrandsz Zoetelief, Vischafslager aan den Burg, als van zig gegeven hebbende eene slegte behandeling door de Vroedvrouw aan den Burg, zyn Huisvrouw by de verlossing aangedaan- ten einde zulks te kunnen ondersoeken, en onwaar bevonden wordende, hem deswegens te corrigeeren-

Vergadering den 14 April 1801
Binnen gestaan Symon Gerbrandsz Zoetelief Vischafslager aan den Burg, en is deselve door den precident afgevraagd, welke klagten hy intebrengen had, over de Vroedvrouw aan den Burg- en brengt deselve zodanige niets beduidende aantygingen en beschuldigingen tegens gemelde Vroedvrouw- dat de precident hem in Naam der Vergadering aanzegt: zig voortaan omzigtiger te moeten dragen, en zo hy voortaan iets te beschuldigen van aanbelang had, zulks niet te spargeeren, maar daar van dadelyk aan deese Vergadering kennis te moeten geven-

Gerbrand (1766-1806) en zijn vrouw Hilletje Hendriks Dijt (1767-1803) hadden 11 kinderen. In 1800 werd hun zoon Cornelis geboren, waarbij A.B. Kienhorst geholpen had. Daarover had hij iets te klagen. Het jongetje stierf in 1802. De moeder kreeg in 1801 haar laatste kind en stief in 1803.

Vergadering 28 April 1801
Op voorstel van de precident is de Secretaris gelast in de Instructie voor de Vroedvrouwen te inseeren, dat het Tractement hen gegeven, alleenig daar voor strekt, omme de armen en behoeftigen Gratis te moeten bedienen

Vergadering 8 September 1801
Binnen gestaan de Vrouw van Govert van Oosten genaamd Grietje Nooten- wonende alhier, overleggende bewys van Examen by het Collegie over de Vroedvrouwen te Alkmaar dato 3 October 1801- versoekende daar zy naar Vacante Vroedvrouwsplaats genegen is te solliciteeren- en wel in den eerste naar Soetermeer- zy alzo versogte bewys dat zy hier woonagtig, en van goed gedrag is- geaccordeerd

Vergadering 23 Maart 1802
Kaatje Hendriks Vroedvrouw aan de Koog zynde overleeden den 14 Maart ll- is hetzelve in advys gehouden tot naaster-

Vergadering 4 Mey 1802
Hendrik Kuyp, getrouwd geweest met Kaatje Gerrits Spigt, geevt kennis, dat overmits het overlyden zyner behuwdmoeder Kaatje Hendriks het nodig was over zyne 3 Voorkinderen in de Nalatenschap hunner Grootmoeder Voogden wierden gecommitteerd en aangesteld- hy tot dat einde voordraagt de persoonen van Hertje Dogger en Klaas Keesje-
Waar over zynde gedelibereerd, verklaard de Vergadering ‘er niets tegen te hebben maar daar men bedugt is, dat H. Dogger als bereids verscheidenen Voogdye hebbende, het zal weigeren aanteneemen, zal alvorens de acte gereed te maken, deswegens zyn gevoelen afgevraagt worden- gelyk ook daartoe de toestemming van de Weesmeester aan den Burg-

[Kaatje Hendriks was de vroedvrouw van De Koog. Hendrik Cornelisz Kuip (1748-1809) getrouwd met Catharina Gerrits Spigt (1750-voor 1803). Haar ouders waren Gerrit Ariesz Spigt (1723-1778) en Caatje Hendriks Koot (17xx-1802) beiden uit de Koog]

Thans aan de ordre zynde resolutie te neemen, over de te voorsiene VroedVrouwsplaats aan de Koog, is geresolveert: 3 maal daar van advertentie te doen in de Amsterdamsche Courant, inhoudende: onder anderen dat die welke naar afgelegd Examen voor het Geneeskundig Bestuur zig in staat bevind, en zynde van een goed zedig gedrag, voor de 15 Junij aanstaande aan de precident van het Gemeente bestuur zig kan addresseren-

Vergadering 4 Mey 1802
de Missive aan de departementale Commissie van geneeskundig Bestuur te Haarlem luide aldus
Burgers!
Zo bekomt UEd de Naamen en Woonplaatsen van de Persoonen onder onze Gemeente de Genees Heel en Verloskunde uitoeffenende- bestaande in de navolgende
Aan den Burg: Dirk Ooykaas Chirurgyn Major by de Marine
J.H. Kuypers, A. Dubegt en Klaas Vermeulen Chirurgyns
Anna Barbara Kienhorst geadmitteerde Vroedvrouw
Aan de Waal: Engeltje Hoogheid idem
Aan Oosterend: Wobbigje Jans Wobbe idem
Georg Theodoor Otto Chirurgyn
Aan ’t Oudeschil: P. Thielman dito
Tryntje P. de Boer geadmitteerde Vroedvrouw
Aan den Hoorn: Martje Rentenaar dito
J.H. Hagen Chirurgyn
Aan de Koog de vroedvrouwsplaats vacant
De Chirurgyns ageren allen als doctoren en apothekers zonder tractement,
dog de Vroedvrouwen genieten S’ Jaarlyks Eilands Tractement, die van den Burg f 110- Waal f 100- Oosterend f 110- Oudeschil f 110- Hoorn f 92, benevens ieder 25 Tonne Turf
Artzeny Mengkundige bestaan hier niet even min gequalificeerde Collegien, Reglementen en inrigtingen betrekkelyk gemelde Konsten-

Vergadering 1 Juny 1802
De precident doet de Vergadering opmerken dat daar advertentie van de Vacatuure van het School aan het Oude Schil moet geschieden; deselve gelieven te beslissen, uit hoofde dat het zelve School van zeer veel aanbelang is, of het Tractement zal zyn f 105- dat zo als het zederd korte verhoogd is f 150- Waar over zynde gedelibereerd en in aanmerking genomen, dat de Maatschappij er zeer veel aangelegen legt dat ‘er overal goede en bequaame Schoolleeraren gevonden worden, even zo als bequaame Vroedvrouwen- dat dit laaste de Vergadering ook zo begreepen had, wanneer zy naar zyne Raade besloot: dat by Vacatuure van de Vroedvrouwen Oude Schil en Hoorn, derselver Tractementen zoude verhoogd worden, zodanig als de Burg en Oosterend gearresteerd worden- dat men thans in het zelve geval was ten opzigte van de Schoolmeester-

Vergadering 1 Juny 1802
Vermits het overlijden van de Vroedvrouw van de Waal [Engeltje Hoogheid], het zelve al meede te adverteeren op een Tractement van f 110- 25 Ton Turf en verdere Emolumenten zig, mits bewysen produceerende van afgelegd Examen voor eenig departementaal geneeskundig bestuur deezer Republicq voornoemt, de Sollicitanten addresseerende voor 15 Julij aanstaande en dit week om week te doen adverteeren in beide Couranten als bove en werd de Secretaris gelast ook de gewoone advertentien nopens de Kermis maar driemaal te doen dog alleen in de Amsterdamsche Courant-

Vergadering 9 Junij 1802
Van wegens Gerrit S. Duynker aan den Hoorn gepresenteerd wordende ter teekening een Huurceel voor ’t Huys bewoond hij de Vroedvrouw aan den Hoorn a f 20- S’ Jaars- is de Secretaris gelast deselve in Naam der Vergadering te teekenen-
Dan werd in overweeging gegeven, daar de Huysen aan den Hoorn thans tot eene geringe prijs te koop zyn, of men niet veel voordeeliger deed een Huys aldaar voor de Vroedvrouw te koopen- en is zulks geconcludeerd- zynde de Secretaris by gelegenheid daartoe gequalificeerd-

Binnen gestaan de Vroedvrouw van den Burg, versoekende daar uithoofde van de Vacatuure van de Koog, zy van tyd tot tyd genoodzaakt word, aldaar ook armen en behoeftige Vrouwen te helpen- dat ook haar deswegens met eenig domagement mag worden te goed gedaan-
Waar over zynde gedelibereerd: is haar aangezegt: dat zy maar moest voortgaan met het betragten haarer pligt- ook zo zy by behoeftige nog Arme aan of in de bedryven van de Koog tot hulp geroepen word- dat zo ras wegens de wedervulling van de Vroedvrouwplaats aan de Koog eene finale resolutie bekend zal zyn, zy zal hebben optegeven welke diensten zy had gepresteerd, wanneer men niet ongenegen was, haar daar voor van Eilands weegen te contenteeren-

Ingekomen eene Missive van Aaltje Spithout, Huysvrouw van Pieter Bouman geschreeven te Opheusden by Wageningen dato 3 July 1802, solliciteerende als Vroedvrouw na de Waal- daar de tyd van Sollicitatie eerst eindigd met 15 July aanstaande- is het zelve tot de naaste Vergadering in advys gehouden-

Vergadering 27 July 1802
Daar de tyd der Vervulling van de vacante Vroedvrouws plaatse aan de Koog & Waal, reeds gepasseerd zyn- steld de precident aan de ordre, daaromtrent eene resolutie te neemen- en is hetzelve in advys gehouden tot Vrydag den 6 augustus aanstaande, wanneer Extra ordinaire S’ middags 2 uuren zullen vergaderen en te gelyk resolutie neemen: over de begeeving der vacante Schoolmeesterspost aan ’t Oudeschil waarvan de tyd der Sollicitatie met 1 Augustus geexpireerd zal zyn-

Vergadering 6 Augustus 1802
Thans aan de ordre zynde eene resolutie te neemen ter vervulling der Vacatuure zo van de Vroed Vrouws plaatse aan de Koog en Waal als Schoolmeesterspost aan ’t Oudeschil
Is Eerstelyk gearresteerd daar geene opgekomen zyn ter wedervervulling van een VroedVrouw aan de Koog, die provisioneel [voorlopig] te vereenigen met die van de Waal, en alzo het Tractement der Laaste voor de provisioneele Waarneeming tot wederopzegging toe te verhoogen met f 20- S’ Jaars-
Wyders opgenomen en geexamineerd hebbende, de bewysen der ingekomene Sollicitanten na de Waal, als Eerstelyk Wilhelmina Hachnel te Amsterdam, geexamineerd 5 Maart 1801, door de Commissie van Geneeskundig bestuur te Amsterdam, toen oud zynde 37 Jaar-
Ten tweede Helena Schiereke, mede te Amsterdam geexamineerd als vooren 16 Aug. 1798 toen oud zynde 37 Jaar- ook een bewys van haar goed gedrag in 1799 van den Buurt N. 37 te Amsterdam-
Ten derde Johanna Dunners wed. Joh. Kemp van Leeuwaarden oud 55 Jaare, geexamineerd by de departementaale Commissie van Geneeskundig bestuur dato 13 April 1802- zynde laast geweest Vroedvrouw op Wester Schelling dog ontslagen uit hoofde der gedefungeerde Vroedvrouw aldaar weder was aangesteld-
Ten vierde Aaltje Bouman gebooren Spithout te Opheusden in de Opper Betuwe by Wageningen- geexamineerd den 15 April 1802 door D.L.S. de la Geneste StadsMedicine doctor en J. van Munster, Stads Operateur, Heel en Vroedmeester te Nymegen-
Eindelyk ten vyfde Neeltje Jans Jong, actueel Vroedvrouw te St. Maarten, geexamineerd zynde 15 January 1787 door Jan Casper Burger, Chirurgyn en Vroedmeester te Hoorn, ook bewys van goed gedrag door Schout en Scheepenen van St. Maarten dato 20 feb. 1801
Over alle dewelke zynde geresolveerd, is gearresteerd: dat de twee laaste in geen aanmerking kunnen komen, als zynde maar geexamineerd door particuliere geneeskundigen-
En daar behoorlyke bewysen van goed gedrag by de overige ontbreeken, ook daar men geen keuse vermag te doen, zonder dat de verkosene uit Kragte der resolutie van het Uitvoerend Bewind dato 3 Jan. 1801 voor eenig departementaal geneeskundig bestuur is geëxamineerd- zullen de Eerste, tweede en derde aangeschreeven en gelast worden, een behoorlyk bewys van goed gedrag van dingsdag 24 Aug. aanstaande te moeten produceeren- als meede de twee Eerste bewys van afgelegd Examen voor eenig departementaal Geneeskundig bestuur- dan tot dit laaste niet inclineerende, zulks te melden, dewyl men met de beroeping moet voortgaan-
en zal almeede wegens het fungeeren der derde als Vroedvrouw op Wester Schelling, met de reeden van wederontslag by het Gemeente bestuur aldaar ondersoek gedaan worden-

De Missive aan Wilhelmina Hachnel Vroedvrouw te Amsterdam was van deeze inhoud:
Geagte Vriendin!
Ingevolge onze gedaane advertentie ook vooral eene Vereischte zynde, dat de Sollicitant naar de vacante Vroedvrouwsplaats van de Waal alhier, moet zyn van een goed zedig gedrag en hier van ons geen bewys overgelegd weesende, zo gelieven UEd te zorgen, dat het zelve in behoorlyke ordre voor dingsdag den 24 deezer maand aan ons ingezonden word- ook daar men volgens resolutie van 3 Januarij 1801 niet vermag eenige aanstelling in het Vak der Vroedkunde te doen, zonder dat de Verkosene geëxamineerd is by eenig departementaal geneeskundig bestuur, verlangen wy ook: dat gy voor die tyd daar van Uw Diploma zend-
Indien gij egter hier toe ongenegen was, verwagten wy in allen gevallen berigt, omme met de vervulling van de vacante Vroedvrouwsplaats te kunnen voortgaan-
Heil en Achting
’t Gemeente Bestuur van Texel voornoemt
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 7 aug. 1802

[Dezelfde Missive aan de andere twee]

De Missive aan ‘t Gemeente Bestuur van Westerschelling was van deese inhoude
[navraag naar Johanna Demmers]

Vergadering 24 Augustus 1802
Ingekomen Missive Municipaliteit van Wester Schelling dato 12 Aug. 1802 inhoudende dat Johanna Demmers wed. Joh. Kemp maar 1/4 Jaar aldaar heeft gewoond als Vroedvrouw, egter geen verlossinge heeft gedaan-
Ingekomen Missive van W. Hachnel, idem van de wed. Rechlien geboren Schierecke, Sollicitanten Vroedvrouwen aan de Waal andermaal zendende haare bewysen van afgelegd Examen van de Commissie tot de Geneeskundige toeversigt van Amsterdam- versoekend dat zy hier meede volstaan mogen-
Waar over zynde gedelibereerd is geresolveert de tyd van benoeming der Vroedvrouw aan de Waal te prolongeeren tot 7 September 1802 aanstaande- en hier van aan alle de sollicitanten kennis te geven, op dat ieder tegens die dag zig in staat stellen, zig van zodanige bewysen te voorsien, als ingevolge advertentie van hun gevorderd word- met last die in persoon by deese Vergadering te brengen, wanneer men genegen is de niet verkosene zyne reis en Teerkosten te goed te doen-
Wyders werd de Secretaris gelast Neeltje Jans de Jonge te St. Maarten en Aaltje Bouwman geboren Spithout te Opheusden, beide meede sollicitanten Vroedvrouwen te schryven dat daar zy geen de minste bewysen produceerende van afgelegd Examen voor eenig departementaal geneesrkundig bestuur, zy alzo in geen aanmerking kunnen kome-

aan W. Hachnel over bewysen enz
aan de andere vroedvrouwen idem

Vergadering 31 Augustus 1802
Daar Johanna Demmes wed. Joh. Kemp solliciteerende naar de vacante Vroedvrouwplaats aan de Waal verklaarde niet te willen wagten tot den 7 September wanneer over de begeving finaal zal gedisponeerd worden, maar haare bewysen absoluut te rug begeerd- is met voorkennis van den precident en den Burger Gorter Lid deeser Vergadering, die aan haar te rug gegeven-
Maardaar nu eene nadere resolutie dient genomen te worden nopens de verdere Solicitanten, te meer daar men onderrigt is, dat het Examen van het departementaal Geneeskundig bestuur staat gehouden te worden op den 15 september aanstaande, is de begeving nu uitgesteld tot dingsdag den 21 denselve Maand- zullende hier van de Sollicitanten worden kennis gegeven-

Vergadering 7 September 1802
Binnen gestaan Anna Barbara Kienhorst VroedVrouw aan den Burg, zig beklagende over J.H. Kuyper Chirurgyn alhier- door welkers toedoen zy geene betaling bekomen kan van de Vrouw van Albert Riske, die zy bediend heeft- als gevende denzelve J.H. Kuypers van zig dat door haar toedoen opgemelde Vrouw van Albert Riske ongelukkig zoude geworden weezen zo als in meerdere zaken, zeer tot haar disrespect, zig had uitgelaten- versoekende in haare post te werden gemaintineerd-
En daar men deeze aantyging zeer ter harte neemt, als kunnende van verregaande gevolgen zyn- is haar gelast den Chirurgyn J.H. Kuypers geregtelyk te doen vervolgens, allen zyne beschuldigingen ten haare lasten, en die Heede 14 dagen Schriftelyk inteleveren-

Vergadering 21 September 1802
Binnen gestaan Wilhelmina Hachnel, VroedVrouw wonende te Amsterdam, sollicitant naar de vacante plaats als Vroedvrouw van de Waal- overleggende bewys van afgelegd Examen, voor het departementaal Geneeskundig bestuur van den Amstel dato 15 September 1802, idem bewys van goed gedrag door de Buuren geteekend van de Wyk N 67 en gecertificeerd door de Wykmeester Ab. Elders- verklaarende verders dat zy ongehuwd was-
Versoekende in geval van beroep Vryheid voor haare Oude Moeder van 78 Jaaren om by haar intewoonen-

Binnen gestaan Helena Schiereke wed. J.F. Rechlien, Vroedvrouw wonende te Amsterdam, Sollicitant naar de Waal als bove- overleggende al meede bewys van het departementaal Geneeskundig bestuur dato als vooren- als meede van goed gedrag geattesteerd door de Buuren in N 38 en geverificeerd door de Wykmeester Jan Klyn-
En is haar beide aangezegt, dat men haare bewysen zal onderzoeken, en nog Heede een beroep doen-

Thans aan de ordre zynde eene resolutie te neemen, nopens de te doene verkiesing van een Vroedvrouw aan de Waal, waar na bevoegde Sollicitanten zyn Wilhelmina Hachnel en Helena Schiereke- is daar uit verkoosen Wilhelmina Hachnel- met zodanige bepalingen ten opzigte van het waarneemen van het dorp de Koog met zynen omtrek, als ingevolge resolutie van 6 Aug. ll is gearresteerd-
Zynde de Verkoosene aangezegt, welke hier meede genoegen heeft genomen, en is met haar afspraak gemaakt dat zij den 1 November aanstaande hier zoude zyn, om haare functie te kunne aanvaarden- dan versogt deselve eenig voorschot te mogen hebben, tot afdoening van een en andere Zaken, alzo onmogelyk anders zo spoedig kunnen komen, en is haar 1/4 Jaar Tractement zynde f 32.10- voorgeschoten, welke penningen genomen zyn, uit die zig op het Raadhuys bevinden, van het aandeel der paarden voor Texel van wegens de Engelschen agtergelaten-
en is de anderen haare Getuigschriften en papieren te rug gegeven, met betaling haarer Rys en Teerkosten-

Ter tafel gebragt zynde, een bewys van de VroedVrouw aan den Burg Anna Barbara Kienhorst, geattesteerd bij form van declaratoir, door de Geregtsbode Willem Vlaming, dato 7 Sept. 1802, waarby de Chirurgyn J.M. Kuyper alhier stellig verklaard, dat dezelve Vroedvrouw oorsaake is, de Vrouw van Albert [Ritskes] Baas, Jannetje Kok, onlangs door haar verlost, bedlegerig geworden was- Is naar deliberatie geresolveerd de zelve Chirurgyn J.H. Kuyper opteroepen en over deeze Zaak te onderhouden-
Binnen gestaan J.H. Kuijper Chirurgyn aan de Burg, en is deselve de reeden afgevraagt van beschuldiging ten opzigte van Anna Barbara Kienhorst geadmitteerd Vroedvrouw aan den Burg alhier- waarop deselve in substantie te kennen geeft: dat als Chirurgyn by deselve geroepen zynde, die 8 a 10 dagen oud Kraams was, hij bevond dat zy nog sterk vloeide- dat de Vroedvrouw in barensnood by haar gehaald was, wanneer die het water ontydig had doen springen, waardoor de Verlossing wel spoedig, maar moejelyk was gevolgd- wanneer zy met alle spoed het werk bered hebbende, weggegaan was, zonder te rug te komen, of in het geheel na de Vrouw weder om te zien- uit al het welke hy oordeelde, dat zy Vroedvrouw haaren pligt had te buiten gegaan, daarvoor oorsaake had gegeven, dat Jannetje Kok bedlegerig was geworden- en dat hy dit staande hield- als hebbende deselve Vrouw zulks gezegt-
Naar hen onder het oog gebragt te hebben, dat wanneer de Vroedvrouw haaren pligt niet naarkomt, zy dan een gevaarlyk Voorwerp voor de Maatschappy word, en alzo in haare post niet kan geleden worden- maar ten anderen ook: dat beschuldigingen op hooren zeggen niets afdoen- dat men evenwel moet denken, hij J.H. Kuyper in zyn Vak, als Heel en Geneeskundige, zulks zeker weeten moet, daar hij in het antwoord, op de Geregtelyke afvraging door de Boode Willem Vlaming aan hem gedaan, stellig heeft verklaard, dat Anna Barbara Kienhorst in haare qualiteit, voor de oorsaake te houden was, waaromme Jannetje Kok, Huisvrouw van Albert Baas, ongelukkig Bedlegerig geworden was-
En daar men op deeze Geregtelyke afvraging aan moest gaan, men Amptshalve als administreerende de policien en alzo verpligt zynde voor het Algemeen Welzyn te zorgen, hem gelaste zyne beschuldgingen intetrekken en te zorgen dat hij zig voortaan daar voor moeste wagten- ofte wel anders zo hij van de waarheid zyner proefondervinding had, zulks dan staande te houden voor den Regter, waar heen men deselve Anna Barbara Kienhorst zoude verwysen, en inmiddels haar in haare functie surcheeren-
Dan daar deselve J.H. Kuypers voorgeeft; by zyn antwoord aan de Boode Vlaming gezegt te hebben, dat de Vrouw van Albert Baas hem had kennis gegeven; egter dit uit het Schriftelyk antwoord, door dezelve Boode gegeven, geensints komt te blyken- is deswegens de Boode in zyne presentie hier over onderhouden; welke als nog op zyne Eed declareerd, dat J.H. Kuyper naar hem de afvrage in forma was gedaan, stellig had geantwoord: dat Anna Barbara Kienhorst als Vroedvrouw de oorsaake was, dat Jannetje Kok Vrouw van Albert Baas bedlegerig geworden was-
Over al het welke vervolgens zynde gedelibereerd- is deselve Anna Barbara Kienhorst geroepen, en haar gelast zig door Middel van Regten te moeten zuyveren van de beschuldiging door J.H. Kuypers als Chirurgyn haar in haar qualiteit als Vroedvrouw gedaan, ofdat men by faute van dien, haar dadelyk in haare functie als Vroedvrouw zou surcheeren- hetgeen zy aangenomen heeft-

Vergadering 5 October 1802
En is meede geresolveert de Beroepingsbrief en Instructie van de overleedene Schoolmeester Jacob Veldhuys aan ’t Oudeschil- ook van de overleedene Vroedvrouw Engeltje Hoogheid aan de Waal, door een der Bodens te doen opvragen en ter Secretary deezes Eilands te deponeeren-

Vergadering 19 October 1802
Klagten zynde ingekomen wegens slegt gedrag en veelvuldige dronkenschap van Anna Barbara Kienhorst, Vroedvrouw aan den Burg, zo verregaand: dat daar uit gepasseerde Zondag den 17 deezer in haar eigen Huis, een allerongelukkigste Brand door zou kunnen hebben ontstaan, dog die haaren Man nog tydig zonder hulp van anderen gedempte gekreegen had-
Waarover zynde gedelibereerd, is begreepen door niet ontdekken van de Brand, maar het digthouden van haar huys, zy alzo in poenaliteiten komt te vervallen by het Brandreglement bepaald is zulks dierhalven gerecommandeerd aan de Schout deezes Eilands, dog te opzigten van haar gedrag zullen den Buuren werden opgeroepen, Zaturdag avond 6 uuren, wanneer men daartoe Extra Ord. vergaderen zal- en wanneer uit de getuigens haarde slegte Conduites geenzints passende aan een Vroedvrouw, die een publicq Caracter is bekleed, ten vollen komt te blyken- zal zy worden gedemitteerd, dan alvoorens dat aan haar kenbaar te maaken, daar kennis droeg van afgelegd Examen voor ‘t departementaal bestuur en goed gedrag, van Helena Schiereke te Amsterdam, gesolliciteerd hebbende als Vroedvrouw na de Waal met de aldaar beroepene Wilhelmina Hachnel, zal deselve Helena Schiereke werden afgevraagd, of zy nog beroepbaar is, zo ja! haar dan de Vrouwsvrouwsplaats van den Burg offereerende mits zo spoedig mogelyk overkomende-
En wanneer dezelve dan overgekomen is, zal men Anna Barbara Kienhorst dadelyk van haare demissie kennis geeven- met aanzegging, omme met haare Man binnen 3 maal 24 uure van dit Eiland te delogeren-
[Zie over dit geval en het daarop volgende onstlag van deze vroedvrouw het hoofdstuk ‘Het slegt gedrag van vroedvrouw Anna Barbara Kienhorst’]

Vergadering 2 November 1802
[Het zag er naar uit dat vroedvrouw Kienhorst niet lang meer zou blijven. Weer een sollicitatieprocedure? Eerst maar eens overleggen met Helena Schiereckr, die kort tevoren naar de Waal had gesolliciteerd]
En is al meede op Last van de precident, de navolgende Missive gezonden aan Helena Schiereke wed. Rechlien, vroedvrouw in de Balk in ’t Oog Steeg aan de Botermarkt tot Amsterdam
Goede Vriendin!
’t Is ons lief dat gij nog vrij zyt, dierhalven is ons versoek, dat gij uwe bewysen zo van bekwaamheid als goed gedrag medebrengende, ten spoedigste overkomt, en zig dadelyk by den precident onzer Vergadering vervoegt-
In afwagting hier van zyn wy,
Uw Heilwenschende Medeburgers
’t Gem- bestuur van Texel voorn
Ter ord. van deselve (getekend) WRomans Secr.
Texel 11 Nov. 1802

Vergadering 16 November 1802
Binnen gestaan Wilhelmina Hachnel, beroepene Vroedvrouw aan de Waal, kennis gevende van haare komst, en is dezelve haare Instructie vooorgeleezen- waarop zy alvoorens den Eed te doen versogt: dat ingevalle haar goed gedrag het waardig maakte, zy in het vervolg mogt jouisseeren van het volle Tractement, voorheen de Vroedvrouw van de Koog toegelegt, dog welkers post zy nu geheel moet waarneemen
Waarover zynde gedelibereerd, is haar eerstelyk aangezegt: dat zy beroepen zynde en ook door haar aangenomen is, zij provisioneel de vacante Vroedvrouwspost van de Koog zoude waarneemen, en daar voor per Jaar f 20- zoude genieten boven het vast Tractement van f 110- als Vroedvrouw aan de Waal- zy also vooreerst zig hieraan moet submitteeren- latende haar niettemin vrij en onverlet, in het vervolg van tyd zig daar nader over te addresseeren, waarna zy den Eed op haare Instructie gedaan heeft deselve beroepene Vroedvrouw versogt als nu by voorschot te mogen hebben eenige Turf- als ook dat men haar eenigsints te gemoed wilde koomen, in de door haar in 2 reysen herwaards gemaakte reys en Teerkosten, te zamen wel te beloope van f 25-
Waar over zynde gedelibereerd is geresolveert haar de gewoone Turf 10 Ton te accordeeren- maar daar men in haar versoek tot de vergoeding der reys en Teerkosten niet treeden kan- ook daar aan haar bereids 1/4 jaar Tractement tot voorsiening in haare behoeftens, ter gereeder overkomst voorgeschoten is, haar by wyse van voorschot, aantebieden 1/2 Jaar Tractement ter Somma van f 10- voor de waarneeming der Vroedvrouws post aan de Koog-
Dog welk laaste aanbod, door haar beleefdelyk geweezen is van de hand-

Binnen gestaan Helena Schiereke wed. Rechlien, VroedVrouw te Amsterdam- en is haar afgevraagd: of zy genegen was, de post van Vroedvrouw aan den Burg te accepteeren- daar deselve post door het slecht gedrag van de nog fungeerende Vroedvrouw Anna Barbara Kienhorst stond vacant te worden- zo ja! dat ofschoon de Vergadering bewustheid had van haar goed gedrag en bekwaamheid, uit hoofde haare Sollicitatie zederd weinige weeken gedaan, men nogthans van haar afvorderde deselve bewijsen-
De genoemde bewysen door haar overgelegd zynde- is haar aangezegt zo ras Anna Barbara Kienhorst, deeze avond nog gedemitteerd zal zyn- zy als dan dadelyk in functie moet treeden, en dat men haar zulks zal bekend maken-
Voorts S’ avonds 5 uuren genoemde Anna Barbara Kienhorst zynde opgeroepen- is dezelve uit hoofde haarer geabandonneerd gedrag en slegte conduites in haare post als Vroedvrouw gedimitteerd, met aanzegging: dat haar den tyd van 8 dagen werd vergunt, naar welke tyd zy met haaren Man zig van het Eiland zal hebben te begeeven, ofdat men haar anders met geweld zal doen delogeeren- hebbende wyders Helena Schiereke naderhand weder binnen gestaan, den Eed als Vroedvrouw aan den Burg afgelegd-

Vergadering 5 February 1803
Binnen gestaan de Vroedvrouw van den Hoorn zig beklagende: over het gedrag van Simon Koning en Dirk Kunst, als welkers Vrouwen zy naar behooren had behandeld ten tyde haarer Verlossing, ja zelfs dat door haar toedoen by de eerste in tyds eene Meester was gehaald- nogthans ofschoon zy geene behoeftige Lieden zyn, haar weigerde eenige belooning voor derselver diensten te geeven- en is hetzelve in advys gehouden-

Vergadering 27 Februarij 1803
Binnen gestaan Symon Koning en Dirk Leendertsz Kunst van de Hoorn- en zyn dezelven onderhouden over hun gedrag nopens de Vroedvrouw aan de Hoorn-
Dan verklaarden zy beide, dat zy bereid waaren genoemde Vroedvrouw voor de dienst aan haare Vrouwen beweesen te willen contenteeren, dog thans in de gelegenheid niet te zyn, maar beloofde zulks van hunne eerste te verdienen Gelden te zullen verrigten-
Waarmeede dan de Vergadering genoegen genomen heeft.

Vergadering 1 November 1803
Binnen gestaan Wilhelmina Hachnel Vroedvrouw aan de Waal, en ook als zodanig waarneemende die post aan de Koog, versoekende daar zy uit hoofde van geen bestaan te hebben, elders zig genoodzaakt vind te gaan solliciteeren, dat haar haare papieren en bewysen van bekwaamheid weder mag worden te rug gegeven- ten waare de Vergadering kon goedvinden haar te laten jouisseren van ’t volle Tractement voorheen de Vroedvrouw van de Koog toegelegt-
Waar over zynde gedelibereert is geresolveert- dat uit aanmerking het zeer moejelyk is volgens de tegenswoordige ordre een behoorlyk geexamineerde en bequaame Vroedvrouw te verkrygen voor al in dit saisoen van ’t Jaar en dan nog na zo een afgelegen Eiland- ook ten andere: dat de advertentie Kosten daartoe nog al aanmerkelyk zyn, en eindelyk daar deeze tegenswoordige fungeerende Vroedvrouw ten opzigte haarer kunde en beleid zeer gepresen word, het alzo niet tot bezwaar van de Eilands finantien kan verstrekken wanneer het volle Tractement ook als Vroedvrouw van de Koog ter Somma van f 58- S’ jaars aan haar werd geaccordeerd- zullende alzo de Vroedvrouw van de Waal ook beschouwd worden als vroedvrouw van de Koog beide op de Tractementen daar toe staande: te weeten f 110- en f 58 te zamen f 168 alles gereekend aanvang te hebben genomen met Heede dan 1 November.

Vergadering 29 November 1803
Den burger Gorter geeft kennis dat hy geinspecteerd hebbende het Huis van Pieter C. Boon [aan den Hoorn] tot een Locaal voor de Waag- rapporteerende dat hij dit Huis zeer bouwvallig had bevonden, en dat hem was voorgekomen het Huis van Dirk van der Werf alwaar de Waag thans in is, zeer geschikt er voor waer- dog dat op het zelve f 59.18- Verponding te kwaad was [achterstallige onroerend goed-belasting]- men verpligt was voor de Vroedvrouw aan den Hoorn Sjaars een Huis te huuren tot f 22-
hij also voorsteld zo het mogeleik was het Huis van Dirk van der Werf te koopen-
Dat dit Huis met eenige kosten van f 150- of daaromtrent kon dienen tot een Waag & Woning voor de Vroedvrouw, het Eiland daar bij zou profiteeren volgens Conventie met de Waagmeesteres, wanneer het Eiland een Locaal besorgde f 4- pagt Sjaars meer, en de Huis voor de Vroedvrouw te samen f 26-
Dat hij gepasseerde Maandag den 23 deser Maand hier van een de presente Leeden had kennis gegeven, welke goedgevonden hadden D. v.d. Werf op heden opteroepen-
En is het gedrag van den Burger Gorter geapprobeerd-

Vergadering 27 december 1803
Binnen gestaan de Vroedvrouw van den Hoorn, zeggende geinformeert te zijn, dat de Municipaliteit een Huis gekogt had waar zij voortaan in zoude moeten woonen- zij gelegenheid had het Huis waar zij in woonde te koopen, wanneer de Huur die het Eiland gewoonlijk betaalde, S’Jaars aan haar wierde uitgereikt als zij zeer tegens het verhuisen aanziet-
Ten andere zig beklagende dat de Chirurgyn Hage in haar werk komt als Verlosser der Veele Vrouwen voor een gering salaris, terwijl de armen en behoeftige aan haar worde overgelaten-
En is haar aangezegt, dat wat het eerste betrof, deese Vergadering verpligt was, eene behoorlyke Woning voor haar te zorgen, en zulks ook doen zal-
Dog wat het Tweede aangong daar zij een geadmitteerd Vroedvrouw is, men ook in haar post zal maintineeren, maat dat men dan ook verlangde zij opgave deed, welke Vrouwen door de Chirurgyn Hage van tijd tot tijd door haar gebruijkt word- en gaf deselve op de Vrouw van M. Daalder en van Jan Pietersz Krijne, zijn ten opzigte van het laaste geresolveerd de Chirurgyn Hagen opteroepen-

Vergadering 17 January 1804
Binnen gestaan H. Hagen praktizeerend Chirurgyn aan den Hoorn en is deselve het ongenoegen deezer Vergadering te kennen gegeven: door dien hy zig eigener authoriteit ook de Verloskunde aanmatigde, zeer tot prejudicie van de aan den Hoorn geadmitteerde Vroedvrouw- dezelve zulks erkennende, vraagt genoemde Hagen, of het hem dan niet vergunt is, wanneer hy ergens gehaald word- en is hem geantwoord dan niet, of de geadmitteerde Vroedvrouw moest hem tot haaren hulp begeeren-

Vergadering 1 Mey 1804
Binnen gestaan Maartje Rentenaar, Vroedvrouw aan den Hoorn, verklaarende ongaarne te gaan woonen in het Huys by de predecesseuren [voorgangers- er is een nieuw bestuur aangesteld] deser Vergadering tot een Waag en te gelyk tot een Woning voor haar gekogt- en is haar aangezegt: daar het aan deeze Vergadering staat haar eene behoorlyke Woning bove haar vast Tractement te bezorgen, zy van haar deswegens geene de minste tegenkanting verwagten- dat zy provisioneel nog kon blyven, daar zy thans woonde, maardat zo ras het door haar bedoelde Huys, door deeze Vergadering in ordre en gereedheid is gebragt, zy dan verpligt zal weesen, het zelve met ‘er woon te betrekken-

Vergadering 15 Mey 1804
De precident herinnerd de Vergadering de noodzakelyk te doene reparatie der Tooren aan den Burg, idem aan het School Huys en Put aldaar- zo ook het Huys aan den Hoorn gekogt tot de Waag en wooning voor de Vroedvrouw- stellende alzo voor tot het een en ander eene commissie te benoemen, welke op zig neeme de werkzaamheden onder haar bestier te zullen doen verrigten
Waartoe geconcludeerd zynde, is tot de te verrigtene reparatie aan de Toorn, Schoolhuys en Schoolput aan den Burg gecommitteerd de Leeden van de Burg, en voor den Hoorn het Lid [van de Raad] aldaar- welke laaste alvoorens door een Timmer en Metselaar de te doene arbeid aan het Huis aan den Hoorn nader zal laten opneemen-

Vergadering 22 Mey 1804
Pieter D. Daalder Lid deser Vergadering hebbende door een Timmerman en Metselaar doen oopneemen de kosten welke zoude vereyscht worden tot herstel van het aangekogte Huys aan den Hoorn, thans gebruykt voor de plaats van de Waag, en verders moetende dienen tot een wooning voor de Vroedvrouw aldaar, legt over deselve Kosten, zullende aan Timmer en Metselwerk beloopen f 182.10- behalven eenige ankers en gedeeltelyk stek-
Waar over zynde gedelibereerd is hetzelve Lid Pieter D. Daalder gequalificeert de noodige reparatie ten spoedigste te laten doen-

Vergadering 12 Junij 1804
Aan de overweeging van deese Vergadering werdende gegeven, of de Vroedvrouw aan het Oude Schil niet diende te worden onderhouden, waarom zy haar woonplaats zonder voorkennis van deese Vergadering thans wederom van het Oude Schil naar de Noordkaap heeft verlegd, daat op versoek der Burgerij aan het Oude Schil den 13 Nov. 1798, haar Tractement tot f 110- S’ jaars is verhoogd, mits aan het Oude Schil haar woonplaats bestendig houdende- is geresolveerd deselve Vroedvrouw daar over te hooren Heede 3 weeken S’ middags 3 uure

Vergadering 3 July 1804
Binnen gestaan Hendrikje van Gent Vroedvrouw aan het Oudeschil- en is deselve afgevraagd waaromme zy tegens de resolutie van 13 Nov. 1798, eigendunkelyk reeds zederd Mey 1803 van het Oudeschil is gaan verhuysen na de Noordkaap bewesten het zelve dorp- waarop zy te kennen gaf, geen woning aan het Oude Schil te kunnen krygen, zynde hetgeen zy had haar onderverhuurd, en dat het Huys op de Noordkaap haar eigen zynde, door het aan andere verhuuren als anderzints zederd zy aan het Oudeschil had moeten woonen, zy zeer veel nadeel had geleeden- En is zij ten sterkste over haar willekeurig gedrag niet alleen geconstringeert, maar ten andere ook haar onder het oog gebragt, deszelfs ongepermitteerde handel, daar haar
f 15- per jaar voor Huur was toegelegd, wanneer zy aan het dorp het Oudeschil woonde- terwyl zij met verzwyging haare verhuysing, niettemin de voorschreeve Huur geduurende een Jaar lang genoten heeft- en wyders haar gelast te zorgen: dat zij voor den eerste November 1804 aanstaande wederom aan het dorp het Oudeschil woonagtig is, met injunctie van aldaar bestendig haar woonplaats te blyve behouden- op poene: dat men anders haar als vervallen zal beschouwen, en wederom een ander als Vroedvrouw zal beroepen- zullende het te veel getrokkene Jaar Huur, van haar eerst te verschynen Tractement werden afgehouden-

Vergadering 18 September 1804
Binnen gestaan de VroedVrouw aan ’t Oudeschil, te kennen gevende: dat zy aan het Dorp geen bekwaame woning kan bekomen minder dan f 30- waarom zy versoekt: op de NoordKaap bewesten het dorp het Oude Schil te mogen blyven woonen- en is haar aangezegt dat haar de resolutie van deeze Vergadering van 3 july laastleden bekend was, zy zal hebben te zorgen, dat zy voor den 1 November aanstaande haare woonplaats aan het Dorp het Oudeschil neemt, en bestendig blyft houden-

[Het Boerderijenboek geeft P.C. van Bommel als bewoner van OS 1 tot 1775, daarna J.C. Kleun en J.J. Roos (die huurden dan het huis van Trijntje Bommel)]
[Databank: Trijntje Pieters Bommel (1742-1822), dochter van Pieter Cornelisz Bommel en Immetje Teunis (hadden 11 kinderen, waarvan alleen Trijntje overbleef), trouwde in 1762 met Hendrik Ariesz van Gent (17xx-1800). De trouwerij was op 15 januari, hun eerste kind kwam op 15 augustus. Totaal 12 kinderen: Grietje, Immetje, Arien, Bregje, Jacob, Klaas, Bregje, Pietertje, Geertje, Jan, Klaasje, Jantje.
Klaasje (1785-1827) volgde in 1817 haar moeder op als vroedvrouw]

Vergadering 15 January 1805
Binnen gestaan Pieter Jansz Daalder wonende aan den Hoorn, verzoekende daar zyne Huisvrouw hoog zwanger is, uit hoofde van een Lichamelyk gebrek, hem gepermitteerd mag weezen, tot de Verlossing den Chirurgyn Hagen in plaatse van de Vroedvrouw van den Hoorn te gebruyken-
Ook was hy en zyne Vrouw zeer tegens opgemelde Vroedvrouw ingenomen, eensdeels: om haar byzonder gedrag en anderdeels wegens de gerugten die men van haar verspreid heeft
De precident dierhalven hem citeerende van de aantyging voorschreeve opening te geven- zegt deselve Pieter J. Daalder, dat by het laaste Kind van zyn Vrouw, de Vroedvrouw alvoorens de kaart lag, met te vragen: wat zy nu dagten, of het een Jongetje of Meisje zou zyn- het geen in geene deele te passe kwam-
Ten ander dat ‘er gerugten gegaan hebben, dat zy Vroedvrouw een onegt Kind had gebaard- welke zy in stilte S’ nagts op het Kerkhof zou bestopt hebben-
De precident hem hier op te kennen gevende dat het eerste niets afdoet, om dat het zotternij is met zulke dingen zig optehouden, die niemand behoeft in zyn huys te permitteeren- en wat het tweede aanbelangt: dat dit wel gezegt, maar nooit, hoe zeer daar onderzoek naar gedaan is, beweezen was geworden-
Dat behalven de Vroedvrouw aan den Hoorn, nog 4 Eilands Vroedvrouwen zyn, waar van, wilde hy die van den Hoorn niet hebben, [men] gebruyk konde maken- staande het hem niettemin vrij, by welke Vroedvrouw ook, de Chirurgyn Hagen te roepen, omme ingeval dezelve Vroedvrouwen de Verlossing niet bewerken konde, daartoe de assistentie van opgemelde Hagen, of andere Heelkundige, te gebruyken-
Kunnende men, om der gevolge willen, men van geadmitteerde Vroedvrouwen genoegsaam is voorzien, de Chirurgyn Hagen, die geen geadmitteerde Vroedmeester is, de te doene verlossinge aan Zwangere Vrouwen niet permitteeren, als by nood-

Vergadering 19 November 1805
Ingekomen versoek van Wilhelmina Hachnel Vroedvrouw voor de Waal en Koog- versoekende daar voorheen de Vroedvrouw van de Koog S’ jaars 13 Tonne Turf genoot- zy als nu de post van Vroedvrouw bekleedende, voortaan ook die 13 Tonne Turf mogt genieten als hebbende maar zeer geringe verdiensten van de Vrouwen, zo dat zy ter nauwer nood bestaan kan- en is het verzoek geweezen van de hand-

Vergadering 16 September 1806
Ingekomen Extract Register uit het departementaal Bestuur van Holland dato 26 Aug. 1806 inhoudende: opgave binnen 2 maanden der Naamen van de Doctoren, Heelmeesters, Vroedvrouwen, Apothekers &a met byvoeging van hunne diploma’s en de getuigschriften hunner bevoegdheid- of deese ontbreekende: van den tyd geduurende welk zy zyn geëtablisseerd geweest, en hunne Kunst en professo hebben uitgeoefend-
Waar over zynde gedelibereerd, is beslooten: voor eene Commissie bestaande uit de Bailliuw, Leden van den Burg met de Secretaris- de Genees en Heelmeesters op Texel en Vroedvrouwen Heede 8 dagen S’ middags 2 uuren opteroepen-

aan de Commissie van Geneeskundig onderzoek en toeversigt
aan den Burg Dirk Ooijkaas zedert 1797, H:M: Ahlé zedert 1797, A. Dubert zedert 1801,
aan den Hoorn Hendrik Hagen zedert 1797, aan ’t Oudeschil Pieter Thielman zedert 1800,
aan Oosterend Georg Theodoor Otto zedert 1797
Vroedvrouwen
Aan den Hoorn Maartje Cornelis Rentenaar zedert 1793, hebbende Getuijgschrift van afgelegd Examen gegeeven door Cornelis Bootsman Heel en Vroedmeester dato 6 Augustus 1790
Aan ’t Oudeschil Trijntje Pieters Bommel zedert 1793 heeft diploma van het Vroedkundig Collegie te Alkmaar dato 26 July 1793
Aan Oosterend Wobbigje Jans Wobbe zedert 1798 heeft bewijs van afgelegd Examen gegeven door A: Bonn Artz: et Chirurgale Professor te Amsterdam dato 14 October 1797
Aan de Waal en voor ’t Dorp de Koog Wilhelmina Hachnel zedert 1802 hebbende diploma van de Departementale Commissie tot het Geneeskundig Bestuur van den Amstel gegeven te Amsterdam dato 15 September 1802
Aan den Burg Helena Schiereke zedert 1803 hebbende diploma als vooren, meede gedateerd 15 September 1802
Alle welke Vroedvrouwen zyn van Goede reputatie en gedrag-

Vergadering 15 October 1806
Op de ingekomen berigten wegens het sterfgeval van Styntje Mooij van ’t Oude Schil uit hoofde eene ongelukkige verlossing, is daar over gehoord Trijntje van Gent Vroedvrouw te Oudeschil- dan deselve zig deswegens na behooren verantwoord hebbende- is wijders daar over onderhouden de Chirurgyn Hagen, welke gemelde Stijntje Mooij van de placenta had verlost-
Waar over zynde gedelibereerd- is gemelde Chirurgyn Hagen voortaan voorzigtigheid gerecommandeerd te meer daar een vorig Chirurgyn en de Vroedvrouw geweigerd had de placenta weg te neemen en hij geen gequalificeerd Vroedmeester was-
[Stijntje Mooij (1778-1806) dochter van Reijer Lammertsz Mooij en Jannetje Klaas Schar. Getrouwd met Sierk Riskesz van de Woude (1775-1839), hun zoon Riske werd gedoopt op 12-10-1806. De zoon leefde nog in 1829 (hij was toen niet opgekomen bij een inspectie van Militaire verlofgangers)]

Vergadering 20 Januarij 1807
Wyders is nog besloten: tegens de naaste Vergadering opteroepen: de Vroedvrouw aan Oosterend, ten einde: deselve te onderhouden over het voorgevallene opzigtelyk de Vrouw van Willem Saatman-
[Willem Jacobsz Saatman of Zaadman (1766-1828) getrouwd met Maartje Jacobs Groot (1767-1812), 4 kinderen, de laatste geboren in 1803, dus geen relatie tot zwangerschap, tenzij het een miskraam betrof. Gewoon burenruzie?]

Binnen gestaan de Vroedvrouw van Oosterend en is deselve onderhouden over het voorgevallene met de Vrouw van Willem Saatman- na haare verantwoording gehoord te hebben is haar gerecommandeert zig te houden aan haare Instructie, en de armen even goed te helpen als de meer vermogende, dewyl opzigtelyk de armen zij daar voor het Tractement van Eilands weegen geniet-
Dezelve Vroedvrouw zig beklagende over de geringe belooning die zy voor haar moeite van de Burgerij was genietende- verzogt dezelve verhooging van Tractement- en is haar gezegt: dat men daar over nader zoude delibereeren.

Vergadering 17 February 1807
Wyders is beslooten het gebrekige van het Oude School en Schoolhuis aan de Waal aftebreken- wanneer het overige van dit gebouw nog sterk en eene goede wooning overig bleef, voor een Vroedvrouw of tot een ander einde, en dat de afkomst van dese afbraak, toerykende bevonden zal worden, de kosten goed te maken-
En heeft de Vergadering conform besloten, en de Commissie voor hunne moeite bedankt-

Vergadering 24 february 1807
Tot waagmeesteresse aan den Hoorn in plaatse van Martje Jacobs Reijmer die bedankt had; op de pagt van f 8- is aangesteld de Vroedvrouw Maartje Rentenaar in de Waag woonagtig-
En zal de Bode de oude acte intrekken en op Secretary bezorgen, wanneer de nieuwe gereed gemaakt, en de aangestelde tegens de volgende Vergadering werden opgeroepen om den Eed te doen-

Vergadering 25 Maart 1807
Wyders is op voorstel van Regenten voornoemt, ten einde voortaan disputen over de Ouderdom [leeftijd] der Kinderen in het Weeshuis opgevoed werdende voortekomen [die moesten niet jonger zijn dan 4 jaar en niet ouder dan 12]- besloten:
Dat de Eilands Vroedvrouwen, in vertrouwen dat die gewoon zyn summiere aanteekening van de by haar verloste Kinderen te houden, geobligeert zullen zyn binnen Heede 14 dagen ter Tafel alhier intezenden opgave- houdende: hoe veele Kinderen, met Naam en toenaam, door hun geduurende de uitoeffening van hun beroep alhier ter wereld zyn gebragt- en al verder: dat zy dit S’ jaarlyks zullen moeten continueeren van alle Kinderen in dat Jaar verlost- welke opgave zal moeten geschieden telkens op de eerste Vergadering van het Gemeentebestuur na Nieuwe Jaar-
Welke aanteekening als dan aan Regenten zullen worden overhandigd, omme die ter bekwaamer plaatse in een apart register te doen inseeren-

Vergadering 2 Juny 1807
Op voorstel van regenten van het Weeshuis ten einde alle abuisen over de ouderdom der alhier geborene Kinderen, welke onderhoud aan het Weeshuis mogte komen te vervallen, voortekomen- is beslooten: alle de Vroedvrouwen dezes Eilands, zo als zy gelast worden by deezen, dat zy alle drie Maanden by de aanvrage om betaling haarer Tractement, schriftelyk na behooren zullen hebben optegeven- het getal en de datum van de by hun verloste en in hun district geboren Kind of Kinderen met de Naam, zo van het zelve als Vader en Moeder-
En zal hiervan by Extract de 5 Eilands Vroedvrouwen werden kennis gegeven- ten einde zig daarna te gedragen- en wijders by de komst eener Nieuwe Vroedvrouw en derselver Instructie worden geinsereerd om te strekken na behooren-

Vergadering 28 Julij 1807
Aan het Gemeentebestuur klagten zynde gedaan, dat kortelings de Chirurgyn Hagen aan den Hoorn 3 Vrouwen en kortelings nog een Vrouw aan de Koog, zonder behulp van een Vroedvrouw had verlost- zeer tot prejudicie van de gequalificerde Vroedvrouwen-
Ook dat de Chirurgyn H.M. Ahlé aan den Burg alhier ook dit meermalen heeft gedaan- ofschoon zy beide geen diploma’s van Vroedmeesters zyn hebbende-
Is beslooten zig hierover met nadruk aan de departementale Commissie van Geneeskundig Ondersoek en toeversigt te Haarlem te addresseeren- met versoek: dat niet dan bij gevalle waar in de vroedvrouw Heelkundige Hulp nodig hadde, deselven vergunt werden daar by te assisteeren-

Aan de Departementale Commissie voor Geneeskundig ondersoek en toeversigt te Haarlem
Mijn Heeren
Wy vinden ons in de noodzakelykheid te klagen over de Chirurgyn Hendrik Hagen aan den Hoorn alhier woonagtig, van welke zyne diploma en getuigschriften wy UL opgave deede, den 27 Sept. 1806, zonder diploma de Vroedkunde uitoeffenende, hebben wy hier over ons ongenoegen betoond, dan hier aan geen gehoor gevende, hem volstrekt verboden, ten waare: gelyk met alle andere Chirurgyns, by die Verlossingen, waar bij Heelkundige hulp te passe kwam, hebben wy onze Vroedvrouwen gelast henlieder bystand interoepen-
Dan onlangs zig andermaal veroorlovende 3 kort op elkander aan den Hoorn en 1 verlossing aan de Koog te doen- moeten wy zulks ter Uwer kennisse brengen- Zo meede opzigtelyk de Chirurgyn H.M. Ahlé aan den Burg alhier, insgelijks 27 sept. voornoemt aan UL opgegeven; welke ook onderscheidene maalen als Vroedmeester geageert heeft-
Wy versoeken: dat tegens een en ander Kragtdadig werden voorzien- op dat niet ieder Chirurgyn ongequalificeerd, zig tot Vroedmeester opwerpende, het zo edel werk der Vroedkunde, ’t welk wij voor een byzonder Vak houde, ten eenemale nutteloos en ilusoir worden gemaakt.
Wy betuigen met verschuldigde hoogagting te zyn Myn Heeren, Uwe goede vrienden
‘t Gemeente Bestuur van Texel voornt
ter Ordonn. van deselve (get) WRomans Secretaris
Texel 1 Aug. 1807

Vergadering 24 November 1807
Ingekomen aanschryving depart. Comm. Geneeskundig ondersoek en toeversigt te Haarlem, dato 20 Nov. 1807 inhoudende: dat de Heelmeesters Ahlé en Ooykaas op Texel scheenen
genegen te zyn zig in de Verloskunde te doen examineeren, en ofschoon het Niemand vrystaat de Verloskunde zonder afgelegd bewys van bekwaamheid uitteoeffenen, zo word nogthans tot April 1808 aanstaande dog niet langer, de Heelmeesters op Texel voorheen verlossingen gedaan hebbende vergunt in tegen natuurlyke gevallen verlossingen te doen- met verder last aan het Gemeentebestuur van te zorgen, dat als dan eene bekwaame Vroedmeester door hun word aangesteld-
Waar over zynde gedelibereerd is besloten de Heelmeesters Ahlé, Hagen, Ooijkaas en Thielman als welke laaste nu onlangs ook eene Verlossing heeft gedaan, by Extract uit de aanschryving voornoemd, zulks ter hunne kennisse te brengen-
Wyders dit het Geneeskundig bestuur te berigten, met byvoeging: dat Ooykaas onlangs [op 22-11 bij de geboorte van Reijer] nog eene Verlossinge heeft gedaan by de Vrouw van Abram Kikkert procureur alhier, zonder alvoorens daar van een Vroedvrouw verwittigd, nog bygehaald te hebben-

[Dat kan ook: niet de chirurgijns het doen van bevallingen te verbieden, maar ze examen te laten doen als Vroedmeester. Hier schoten de vroedvrouwen weinig mee op].

Binnen gestaan de Vroedvrouw van den Burg, zig beklagende over de geringe belooning welke zy van de In en opgezetenen zomtyds in het geheel geen geniet, als wendende de meeste voor niet verpligt te zyn haar iets te geven, uit hoofde zy van Eilands weegen betaald word, en is besloten, dat de Vroedvrouwen over Texel in het generaal hier klagtig over vallen, by advertentie de In en opgezetenen van dit hun omineus begrip tragten aftebrengen- met byvoeging: daar het Eilands Tractement voor de Vroedvrouwen maar zeer gering is en word gegeven voor Armen en behoeftigen, en alzo niet in staat het bestaan der Vroedvrouwen te versekeren- men alzo vertrouwt dat het algemeen belang vereischt, dat ieder na zyn Staat en Conditie verpligt is, van de kennis en wetenschap eener Vroedvrouw gebruik gemaakt hebbende, ook daarvoor nabehoren te betalen-

Aan de Departementale Commissie van Geneeskundig onderzoek en toeverzigt te Haarlem
Myn Heeren!
Ter voldoening Ulieder aanschryvinge van den 20 dezer jongstleden, hebben wy de Chirurgyns Ahlé, Hagen en Ooykaas alhier by Extract den inhoude van dezelve Aanschryving gecommuniceerd, en vinden ons verpligt, ter Uwer Kennisse te brengen: dat de laaste weinig dagen te vooren, al wederom zonder dat ‘er een onzer gequalificeerde Vroedvrouwen bygevraagd of geweest is, eene Verlossing heeft gedaan, by de Huisvrouw van de Procureur A. Kikkert wonende aan den Burg-
Niet onverschillig denkende, aan eene toekomstige Vroedmeester, waarvan wy al het nutte en noodsakelyke onder eene bevolking van 5000 Zielen op een zo afgelegen Eiland, zeer duidelyk pentieeren, komt het ons nogtans bezwaarend voor, daar wij al reeds 4 Vroedvrouwen uit onse eigen Finantien besoldigen.
Wy betuigen met agting te zyn
Uwe Goede Vrienden
‘t Gemeentebestuur van Texel voornt
Ter ord. van deselve (get) WRomans Secr.
Texel 1 Dec. 1807

Vergadering 11 October 1808
Op voorstel van den precident is besloten aan de chirurgijns Hagen aan den Hoorn en Thielman aan ’t Oudeschild te doen aanzeggen: dat daar ‘er thans 2 geadmitteerde vroedmeesters op Texel bestaan, zij zig voortaan met geene vroedkundige werk meer zullen hebben optehouden, op poene dat anders tegen hun zal werden gehandeld volgens de wet.
Voorts zullen de vroedmeesters Ooykaas en Ahlé onder dezelven verpligting werden gelegt als de vroedvrouwen, namentlijk:
Omme tot naaukeurige ouderdom der kinderen, die voortaan aan het Algemeen Weeshuis zullen werden opgedragen, dat zij alle 1/4 Jaaren aan het Gemeentebestuur zullen weezen optegeeven, de kinderen met de naams der ouders en woonplaats die zij in dat 1/4 Jaars, door middel der Vroedkunde verlost hebben- waarvan bij Extract hun zal worden kennis gegeven
Nog is vastgesteld: dat by kennisgeving alom te adverteeren, een ieder zal berigt worden:
dat daar ‘er thans door de Geneeskundige Commissie van onderzoek en toeverzigt zyn geadmitteerd op Texel 2 Vroedmeesters, met Name Dirk Ooykaas en H.M. Ahlé, welke ook behoorlyk gepatenteerd zyn- niemand nog een Chirurgijn tot vroedkundige hulp voortaan mag gebruiken-
Dat degeene welke uit verkiezing, zonder nood, een Vroedmeester wil gebruiken, daartoe volkomene vrijheid heeft, maardan ook gehouden zal weezen aan de vroedvrouw van zijn District waar men woonagtig is, telkens te moeten betalen niet minder als f 3.-
tot welke invordering ten eigen profijte, zodanige vroedvrouw word geauthoriseerd en gequalificeerd- zullende de vroedvrouwen niettemin worden gelast, zig stiptelijk aan hunne Instructie te moeten houden en speciaal wel aan Art. 3 en 4.
En zal deese kennis geving alvoorens te worden aangeplakt, door de Eilands Booden aan de Vroedvrouwen werden voorgelezen, ten einde dezelven daar aan geen ignorantie kan voorwenden-

KIndermoord
Vergadering 17 January 1809
Den Heer Bailliuw Langeveld geevt in Naam van den Geregte deezes Eilands aan den Vergadering kennisse- dat op den 15 December des afgelopene Jaars 1808 agter Ongeren alhier in een Sloot nevens het Hooyland van de Erve Pieter Augustynsz Dyksen in de Ambagtsheerlykheid Walenburg, was gevonden een eerstgeborene dood Kind zynde een Meisje- dat niettegenstaande alle aangewende Moeite van die van den Geregte de daderesse nog dader hier van niet te ontdekken is geweest, zynde alle recherche te vergeefs bevonden- Dat die van de Geregte niettemin oordeelde, door het uitlooven eener aanzienlyke premie, nog eene laaste proef te moeten neemen: maar daar opgenoemde Geregte geen Kas hebbende hunne toevlugt zoude moeten neemen tot de Eilands Kasse- zo versogt zyn Edelgestrenge de bewilliging deeser Vergadering omme zo mogelyk de ontdekking van de schuldige van dit feit, eene premie van f 150- te betalen uit de Eilands Kasse te mogen uitloven-
Waar over zynde gedelibereerd, en van de noodzakelykheid overtuigd, zyn die van de geregte tot die Som van penningen uit de Eilands Kasse, ter uitloving in forma voornoemt geauthoriseerd-

Vergadering 4 Grasmaand 1809
Ingekomen aanschryving Land Drost- omme ten spoedigste opgave te doen van de Geneeskundige vorderingen-
Optegeven het getal Chirurgyns en Vroedvrouwen- dog welke haare dienst door ’t Eiland worden betaald- voorts dat de behoeftigen door de Corporatien, waartoe zy behoren worde bygestaan- dat dit wel beter mogt zyn, maar dat de tydsomstandigheid de Casse hebben uitgeput &a zo dat zy zelve wel subsidie hebben mogten-

Aan dezelve- dat in onze Gemeente zig bevinden 6 Chirurgyns, 2 Vroedmeesters en 5 Vroedvrouwen, de laaste door het Eiland bezoldigd, wonende allen op de onderscheidene dorpen aldaar- zodanig: dat het ons nimmer aan Genees, Heel of verloskundige hulp heeft ontbroken-
Dat wyders: de min vermogende en behoeftigen hier inne gesubsidieerd en ondersteund worden, door de Corporaas waartoe zy behooren, terwyl zy die geene belydenis van Godsdienst deede, hunne toevlugt vinden by de Aalmoesseniers of Gemeene Armen Voogden
Maar dat deese bystand niet geschied, zo als zy wel behoorde, uit hoofde van het groot aantal, en dat alle die Kassen door de tyds omstandigheeden zyn uitgeput, en dus zelve wel benodigd hadde, van elders gesubsidieerd te worden-

Vergadering den 20 November 1810
Ingekomen Missive van de Departementale Geneeskundige Commissie geschreeven te Haarlem, den 7 van Herfstmaand, verzoekende informatie nopens een bestaande resolutie op Texel, waarby die geene welke een Vroedmeester gebruikt, geobligeert zoude weezen aan de Vroedvrouw van zyn plaats f 3- te moeten betalen-
Waar over zynde gedelibereerd, is de Secretaris gelast in den Geest dezer Vergadering te berigten-

Brieven van de Burgemeester van Texel aan het hoger gezag
aan de Geneeskundige Commissie van Geneeskundig onderzoek en toeverzigt te Haarlem
MijnHeeren!
Wanneer wy in den jaare 1808 onze In en Opgezetenen bij kennisgeving verwittigde- dat: ons Eiland thans het geluk had, 2 geadmitteerde Vroedmeesteren te hebben, elk en een ieder wierd verboden voortaan tot Vroedkundige hulp een Chirurgyn te gebruiken- als dewelken by deze kennisgeving wel expresselyk wierden geconstringeerd in ’t Vervolg uit dien hoofde eenige diensten te presteeren, waaren wy eensdeels verheugd, over de meerdere kunstmatige hulp de lydende Menschen ook in dit Vak, op dit Eiland aangebragt- daarnu Ryk en Arm, het onwaardeerbaar voorregt genoot, in moejelyke verlossingen van eene bekwamere hand te kunnen en te mogen profiteeren
Maar ten andere bragt onze pligt nu ook meede, voor het bestaan van onze 5 vaste en geadmitteerde Vroedvrouwen te zorgen-
Ons Eiland vrij uitgestrekt, als waarop zijn 6 Kerkhebbende dorpen met eene bevolking van nagenoeg 5000 Zielen, had ons bereids in 1807 bedagt doen zyn, derzelver Tractementen gegeven uit de Eilands Finantien (alleen voor armen en behoeftigen) door het verhoogen van zommige op eene gelyke voet te brengen- hier toe wierden wy vooral gedrongen: der ongelukkige omstandigheeden de Verdiensten van de Gemeene Man (meestal Zeevarende) doende stille staan, bragt zulks te weeg, dat het gewoone recompens of defayement haar gedaane werk, van de blyde Moeder of Vader toegedagt al geringer en geringer lopende, tot niet gekome was, terwyl inmiddels de ondervinding leerde: dat de Vermogende en zij daar men nog al verwagting van hadde, dit spoor begonnen te volgen, zig met de elendige tyden behielpen, en voor den dienst der Vroedvrouwen, dat recompens zo gering maakte, dat het schandelyk was-
En daar onzer Vaderen Spreekwoord Nieuwe Bezems Vegen Schoon, door allen tyden heen is bewaarheid geworden- zage wy dit ook hier: dat toen ‘er Vroedmeesters waaren, elke Vrouw van eenige verbeelding, er van wilde geholpen weezen-
Niemand egter hier in willende de Wetten schryven nogthans verpligt: zo wy zeide, der Vroedvrouwen Last te verzekeren, voorheen door ons bestuur op een jaarlyks Tractement dat hoewel niet groot, nogthans verseld met de gewoone Emolumenten of recompenses, alzo eene Vrouwe bestaan kon opleveren-
Stelde wy vast dat wie uit eigen verkiezing, zonder nood een Vroedmeester wilde gebruiken, dan ook gehouden zoude weezen, voor iedere Verlossing, door de Vroedmeester gedaan, aan de Vroedvrouw van zyn district of wyk, ten profyte van dezelve 3 guldens moest betalen-
En daar wy hierdoor niemand zyne Vrye wil aan banden leggen, ter contrarie: daar de nood een Vroedmeester riep, had een Vroedvrouw niets te vorderen, dog dat die geene welke uit zugt of verkiezing een Vroedmeester haalde die zig voor zyne moeite op recompens, met geene gulden, daalder of 2 gulden zou laten afzetten- zogt dan ook aan zyne onderheevige Vroedvrouw 3 Guldens konde geven, oordeelde wy hier toe geene andere Wet nodig te hebben, als ons zelve te wel en bevoegt agtende, het bestaan van de Ambtenaaren, Suppoosten en bediendens te ten behoeven van het publiek door ons geroepen en aangesteld, te moeten en ook te kunnen verzekeren, ten kosten van dit zelve publiek-
Hier meede van de toedragt der Zaake en onze motive vertrouwende UEdns na behooren geinformeerd te hebben
Noemen wy met verschuldigde agting
MijnHeeren!
UEdns D.W. Dienaren
‘t Gemeente Bestuur van Texel voornt
ter Ordon. van deselve (get) WRomans Secretaris
Texel 22 van Slagtmaand 1810

De Notulen van 1811, 1812 en 1813 ontbreken grotendeels.

Raad 20-9-1817 Ontslag Trijntje Pieters Bommel weduwe van Hendrik van Gent en aanstelling Klaasje van Gent, huisvrouw van Jan Hollander aan het Oude Schild, hare dochter, als vroedvrouw. Accoord.
[Klaasje van Gent (1785-1827) dochter van Hendrik Ariesz van Gent (17xx-1800) en Trijntje Pieters Bommel (1742-1822), geboren te Oudeschild. Getrouwd in 1816 met Jan Teunisz Hollander, eerste kind na 8 maanden, kinderen Aaltje, Teunis en Hendrik.
Klaasje is gestorven op 2 januari 1827, ruim een jaar voordat haar twee zoontjes stierven in 1828, binnen een week. Jan Hollander is niet hertrouwd. Hij was een zoon van Teunis Jansz Hollander (1753-1827) getrouwd met Aaltje Jans Platvoet (1752-1812), beiden uit Oudeschild. In 1828 waren van deze familie alleen hun kinderen Jan en Aaltje nog in leven. Aaltje trouwde in 1840 met Jan Bruin (1817-1885) uit Oudeschild. Ze kregen 6 kinderen]

Raad 20-3-1822 Vervulling van de vroedvrouwplaats aan den Hoorn, vacerende door het overlijden van Maartje Rentenaar, aangesteld Anna Maria Heijmans, huisvrouw van G. Luijt, op een tractement van f 150,-
[Maartje Rentenaar (1758-1822) uit Barsingerhorn, dochter van Cornelis Rentenaar en Antje Reijers Weeland. Ze was getrouwd met Arie Cornelisz Klok (1759-1830) uit Den Hoorn. Ze had zelf geen kinderen.
De aangifte van haar overlijden werd gedaan door Teunis Koopman (37) schoenmaker en Cornelis Griek (31), landbouwer, beide van Den Hoorn]

Bekendmaking!
De Schout van de gemeente van Texel, ontvangen hebbende eene dispositie van ZE den Heere Staatsraad Gouverneur van Noord Holland, van den 8sten dezer N 73/4831 (Prov. blad N 70) waarbij gemelde Heer Gouverneur-
Uit overweging dat in sommige gemeenten het verkeerde denkbeeld bestaat, dat Zoodanige vroedvrouwen, welke Tractement uit de Gemeente kas genieten, voor het Tractement verpligt zouden zijn alle barende vrouwen in de gemeente, zonder onderscheid, gratis te bedienen en dat het, voor het overige, aan elk zoude vrijstaan, aan dezelve al of niet eenig geschenk te geven, de respective plaatselijke besturen inviteert, om hunne ingezetenen indachtig te maken, dat, integendeel, aan de plaatselijke vroedvrouwen alleen daarom tractement uit de gemeente-kas gegeven wordt, om dezelve daardoor aan de gemeente meer bepaaldelijk te verbinden en voorts om daardoor te erlangen de noodige verloskundige hulp voor de armen of bedeeld wordende personen, welke zoodanige Vroedvrouwen alléén verpligt zijn gratis te adsisteren; terwijl elk die niet bewijsbaar onvermogend is, of gealimenteerd wordt, wel degelijk verpligt is, om dezelve voor hare geneeskundige diensten te betalen:
Zullende men, in cas van geschil, zich ten dezen behoren te houden aan het tarief, gearresteerd bij resolutie van HEGA de Gedeputeerde Staten in dato 29 Junij 1820; met aanmaning aan de respective plaatselijke besturen om de gemeentelijke vroedvrouwen bij dit haar regt- nadrukkelijk te handhaven en haar alzoo het effect te verzekeren van Artikel 9 der instructie voor de vroedvrouwen, gearresteerd bij ZM besluit in dato 31 Mei 1818, N 63;
Brengt hetzelve door deze, ter kennisse van alle die Ingezetenen dezer gemeente wien zulks zoude mogen aangaan; met ernstige vermaning aan dezelven, om voor zoo verre zij niet bewijsbaar onvermogend zijn, of gealimenteerd worden, de vroedvrouwen, voor derzelver adsistentie, behoorlijk te belonen, en om zich, in geval van verschil deswegens, stiptelijk te houden aan het tarief gearresteerd bij resolutie van HEGA de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland, van den 29sten Junij 1820.
En wordt voorts een geteekend Exemplaar dezer bekendmaking ter hand gesteld aan ieder der 4 Vroedvrouwen, op dit Eiland woonachtig, en uit de gemeentekas Tractement genietende; ten einde, bij voorkomende gelegenheden, aan haar te kunnen dienen tot een middel ter overtuiging der zoodanigen, welke als nog in het verkeerde denkbeeld zouden mogen verkeren, dat de bij de vroedvrouwen genoten wordende Tractementen, ook den niet-gealimenteerd wordende of niet volstrekt behoeftige zoude vrijstellen van het behoorlijk, overeenkomstig zijnen staat, belonen van de door haar toegebragte verloskundige hulp.
Texel den 25e October 1822

19-12-1822 aan Provinciale Commissie voor Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt
Overleden Maartje Rentenaar, vroedvrouw aan den Hoorn, aangesteld A.M. Heijmans, huisvrouw van G. Luijt, voorzien van een diploma op de 13e junij 1818 afgegeven door de Commissie voor Geneeskundig Onderzoek te Groningen,
Terwijl zich als Plaatselijk Heel- en Vroedmeester heeft neergezet G.J. Teljer, welke mij heeft gezegd geene opgave van zijn diploma te kunnen doen.

30-12-1824 Commissie voor Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt
Dat geene geneesheer in deze Gemeente is overleden, geene nieuw gevestigd, maar dat uit dezelve vertrokken is de Heer Gerardus Josephus Teljer, Plaatselijk Heelmeester en Vroedmeester.

12-12-1825 GS. De Gemeente Blokker wil een proces beginnen tegen Anna Maria Heijmans.
Zij zegt dat zij aanvankelijk de benoeming tot vroedvrouw aldaar had aangenomen, doch bedankt had. Zij vermeent dat zulks haar destijds nog geheel vrij stond, omdat zij nog niet in functie was getreden, zelfs nog niet van eene behoorlijke acte van aanstelling was voorzien. Dat de schoone uitzichte op eene bestaansverbetering met welke men haar, van de zijde van het Gemeentebestuur van Blokker en Westwoud gekoleurd hadde, haar naderhand waren voorgekomen verre af te wezen als men haar die hadde voorgesteld,
En dat aan de andere kant, eene door de Ingezetenen van het Dorp den Hoorn, bij vrijwillige intekening, aan haar verzekerde toelage van f 40 Jaarlijksch, hare zekere inkomsten alhier zoodanig hadden verbeterd, dat het alsnu zeer twijfelachtig wierd, of eene verplaatsing naar de gezegde Gemeente haar wel voordeelig zijn zoude. 3 1/2 bladzijde.
[Als zij was vertrokken zou men aan den Hoorn grote problemen hebben gehad]
Vele vrouwen die in het geval verkeerden van hare hulp weldra te zullen behoeven, buiten alle plaatselijke hulp gelaten hadden.
Blokker en Westwoud, nabij een stad gelegen, zouden minder van verloskundige hulp zijn verstoken, dan het volkrijk, doch afgelegen Dorp den Hoorn, alwaar de tegenwoordige vroedvrouw schier de eenige toevlucht uitmaakt. [Burgemeester Reinbach vindt] dat alhier althans niet tegen het algemeen belang is gehandeld, maar dat hetgene elders geleden is hier weder is gewonnen.

Raad 22-8-1826 Brief aan de Gouverneur over aanstelling van een Eilandsdoctor:
Dat behalve de Burgemeester slechts 2 Raadsleden voor de aanstelling van een bezoldigde Eilandsdoctor, de overige Leden van de Raad zich tegen de uitloving van eenig Tractement van Eilandswege hebben verklaard.

Raad 27-10-1826 Gedeputeerde Staten willen dat de Gemeente Texel hierop terugkomt, anders zal men de Raad aanschrijven om ten spoedigste te procederen tot het benoemen van eenen nieuwen Medisch Doctor, tevens Vroedmeester zijnde, op een Jaarlijks Tractement van f 500- De Raad berust.

30-12-1826 Provinciale Commissie voor Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzicht
Geene veranderingen in het Personeel der bevoegd geneeskunst beoefenaren, echter met opzigt tot de vroedvrouwen, dat A.M. Heimans van hier naar de Zijpe is vertrokken en in derzelver plaats is beroepen Telea Breland, geadmitteerd vroedvrouw te Smilde, provincie Drenthe.
[Zie over Tjella Breeland het aparte hoofdstuk over haar leven in Den Hoorn]

Raad 2-2-1827 -Aangesteld Medisch Arts obstr. Doctor te Beest, G. Zegers, bul gehaald te Leiden bij Professor Kraus.

31-12-1827 Geneeskundig verslag
Dat als Eilandsdoctor is beroepen en zich heeft gevestigd G. Zegers uit de gemeente Beest te Gelderland, alsmede dat de Plaatselijk D: C.F. Rechlien is beroepen te Staveren, en eindelijk dat de vroedvrouw van het Oude Schild Klaasje van Gent in het begin van dit jaar is overleden. BOK

Raad 20-3-1828 Adres onbekwaamheid van Helena Schierecke
Klagte van een aantal personen aan het Oudeschild alhier ten aanzien van het meer en meer onbekwaam worden voor haren post van Helena Schierecke, vroedvrouw aan het zelve dorp, veroorzaakt door gevorderde Jaren en bepaaldelijk van doofheid, weshalve men aldaar verlangde derzelver plaats vervuld te zien door eene andere tot dien post geschikter persoon, ten einde daardoor in de behoeften te dezen aanzien behoorlijk te voorzien.-
Waarover gedelibereerd zijnde:
Is besloten de gedachte vroedvrouw Helena Schierecke op grond van het vorengenoemde, te rekenen van 1 Junij eerstkomende af, als Eilandsvroedvrouw te bedanken en dezelve een Jaarlijksch pensioen aantebieden van f 75,-. mits zij zich voortaan van alle vroedkundige verlossingen onthoude; en vervolgens dezelver plaats te doen vervullen door een ander geschikt voorwer, te dien einde daartoe op eene legale wijze te beroepen en aantestellen; en wijders besloten, de thans nog provisioneel als vroedvrouw aan den Burg fungerende Johanna Helena Rechlien, huisvrouw van Nanning Kikkert, mede tegen 1 Junij aankomende als zoodanig te bedanken, aangezien in de behoefte te dien aanzien zeer gevoeglijk kan worden voorzien door het Ministerie van den Arts obstr. Eilands Doctor en vroedmeester Zegers, waardoor alzoo het financieel der Eilands Kasse wordt te gemoet gekomen, zonder dat hierdoor eenigzins aan de belangen der ingezetenen woordt gepraejudiceerd.
[Dat dachten ze- maar doctor Zegers dacht er anders over. Gelukkig was Johanna Rechlien aanwezig en beschikbaar].

1-7-1828 Eilandsdoctor, Heer Med:d:art:obst: Doctor Zegers bedankt en gaat naar Zaandam, publicatie in de dagbladen voor een ander, tractement f 500-

11-12-1828 Doctor Georg Zeegers is naar Staphorst vertrokken. Dat deszelfs plaats sedert 1 October is vervuld geworden door Doctor Sipke Galama, die zijn graad verkregen heeft den 13 Mei 1822 aan de Academie te Groningen.

2-1-1829 In de loop van het jaar 1828 uit andere Provincien de Heer S. Galama Med. Arts, Obst: Docter en Vroedmeester, met deszelfs echtgenoot, een kind en dienstmeid genaamd Houkje Halstra van de Provincie Vriesland.
Naar andere Provincien de Heer Zegers Med. Arts, obstr. Docter en Vroedmeester, met deszelfs echtgenoot en 2 kinderen en de Heer J.J. Bakker, Ontvanger van Registratie van Domeinen naar Alphen Provincie Zuid Holland

8-4-1830 President Provinciale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt
Dat de 5e dezer van eenen zoon verlost zijnde zekere Antje de Wit, huisvrouw van J. Verberne alhier aan den Burg woonachtig, aan den de gevolgen dier verlossing is overleden op hedenmorgen. De vrouw is aanvankelijk bijgestaan en verlost door de aan den Burg wonende vroedvrouw J.H. Rechlien. Gisterenavond echter en hedennacht is de Vroedmeester H.M. Ahlé ter hulp geroepen op verzoek der familie, waarbij echter voormelde vroedvrouw niet moet tegenwoordig zijn geweeest, alzoo naar ik verneem, die op dat oogenblik bij eene andere vrouw op eenen geruimen afstand van den Burg geroepen, en dus verre van den hand was. Alle hulp is echter te laat gekomen.
[Jan Verberne (1799-1880), zoon van Jacob Pietersz Verberne en Antje Jans van Heerwaarden, was weduwnaar van Jantje Krijnen (1800-1828), met wie hij in 1821 getrouwd was. Er waren 4 kinderen, waarvan 2 nog in leven, Jacob van 4 jaar en Jannetje van nog geen 3 maanden. Jan trouwde op 25 januari met Aafje Klaas de Wit (1796-1830) uit Oudeschild. Hun zoon Klaas (1830-1849) bleef in leven.

28-4-1830 Idem, stukken proces verbaal Ahlé, Rechlien, Verberne
Johanna Rechlien is een dochter van Helena Schierecke, zij liet zich voor ongeveer 7 à 8 jaar als vroedvrouw examineren en verkreeg een volledig diploma als zoodanig, hetwelk aanleiding gaf dat zij bij enkele gelegenheden van ziekte of afwezigheid harer moeder eene verlossing deed, zonder daartoe eene speciale vergunning of ook eenig tractement van Eilandswege te genieten. Dit duurde tot voor ongeveer 2 Jaren geleden, wanneer de vroedvrouw Klaasje van Gent aan het Oudeschild komende te overlijden, Helena Schierecke naar het Oudeschild werd verplaatst, enz, enz.
[terwijl Johanna Rechlien] hangende de deliberatien van de Raad naar Provincie en tot gerijf der ingezetenen op haar diploma af de vroedkunde al uitoefenen en van het gratis bedienen der armen eene douceur toelegde en welke staat van zaken heeft geduurd, zonder dat zij immer is benoemd geworden tot vaste vroedvrouw en alzoo alles te beschouwen als eene provisionele maatregel, die de nood in der tijd vorderde, maar thans kan geacht worden te zijn weggenomen, weshalve dan op dit Jaar te dien aanzien eene definitieve maatregel te dien aanzien zal genomen worden.
[Johanna Rechlien (1792-1867) geboren in Amsterdam, dochter van Johan Friedrich Rechlien (17xx-1800) uit Pommeren, Duitsland, en Helena Schierecke (1756/57-1835) uit Amsterdam. Johanna was in 1815 getrouwd met barbier Nanning Dirksz Kikkert (1797-1880), 7 kinderen, waarvan het oudste jongetje geboren en gestorven was in 1814. Het jongste kind werd geboren op 23 november 1830. Johanna had een ruime ervaring met bevallingen].
[Helena Schierecke (1756-1835 had behalve Johanna nog een dochter Dorothea Marie Christiane (1788-1835) en een zoon Carel Frederik (1794-1848). Beiden zijn overleden op Texel. Dorothea was in 1817 getrouwd met Teunis Rutsz Schaatsenberg (1786-1820), daarna met Arie Ariesz Leijen (1780-1855).
Carel (1794-1848) was genees- heel- en vroedmeester. Hij was op 26-8-1814 op Texel getrouwd met Maartje Dirks Kikkert (1794-1847). Zij overleed in Muiden, 5 kinderen].

1-9-1830 Provinciale Commissie voor Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt
Op gisteren 31 Augustus des morgens te 8 ure is met behulp der vroedvrouw aan het Oudeschild Helena Schierecke van een gezond kind op eene alleszins natuurlijke wijze en onder gunstige omstandigheden verlost Naantje Zunderdorp, huisvrouw van Jan Snooy. Kort na de verlossing schijnt er eene zware bloeding te hebben plaats gegrepen en zonder tusschenpozing te hebben aangehouden tot half een ure daaropvolgende, als wanneer de kraamvrouw bezweken is, alles zonder dat de placenta is afgehaald of zelfs pogingen daartoe schijnen aangewend te zijn.
De Heer A: Obst: Dr: Galama is geroepen te half 12, deze echter aan den Burg en alzoo op den afstand van bijna een uur zijnde, was de vrouw reeds gestorven toen dezelve omstreeks 1 ure ter plaatse was.
In hoeverre nu deze noodlottige afloop van zaken aan de vroedvrouw is te wijten wil noch kan ik beslissen, zooveel ten minste is zeker, dat dezelve op de vrage des voormelde Docters of zij die zoo sterke vloeijng niet had opgemerkt, geantwoord heeft van Ja, maar dat zij gemeend had te moeten afwachten wat er van worden zou.
Ik verzoek dus ten ernstigste dat UEd zonder de minste oogluiking deze omstandigheden wilt onderzoeken en [mogt u] termen daartoe vinden nadrukkelijke maatregelen te nemen, dat althans door die vroedvrouw zoo iets niet meer kunnen plaatsvinden. Het ware meer dan betreurenswaardig, dat eene gemeente alwaar zooveel aan den Geneeskundigen dienst Jaarlijks wordt ten koste gelegd, dat daar binnen korten tijd 2 slagtoffers van onkunde of verzuim zouden geweest zijn.
[Dat is wel een hard oordeel over de vroedvrouwen. Bij een nabloeding kan een verloskundige ook nu weinig meer doen dan een ambulance bellen, waarin tegenwoordig mogelijkheden zijn om de zaak te stabiliseren. Zoiets overkwam bijvoorbeeld Marie Maas, getrouwd met Cor Lemstra, doodgebloed na de bevalling van haar tweede dochter in 1939].

[Naanje Zunderdorp (1793-1830), dochter van Machiel Pietersz Zunderdorp (1759-1822) en Antje Willems Visser (1758-1811) was getrouwd met zeeman Jan Barendsz Snooij (1790-18xx). Ze kwamen allebei uit Oudeschild. Ze waren getrouwd op 5 maart 1820 (het eerste dochtertje Antje kwam op 2 juni). Daarna kwam een Hendrikje in 1822 en dan dit kind Naantje. Hendrikje en Naantje stierven in 1831. Jan hertrouwde in 1832 met Engeltje Smit, 2 kinderen, en in 1855 met Cornelia Gorter uit Den Helder].

Raad 13-1-1831 -De voorzitter geeft ter vergadering kennis:
Dat bij hen op den 10 dezer is ingekomen eene missive van den Heer Eilands Med en Art Obstr Doctor S.J. Galama, waarbij dezelve kennis geeft van het door hem ontvangen en aangenomen beroep in deszelfde hoedanigheden door den Raad der Stad Sneek; als mede dat dezelve voornemens is het zij reeds in dese, hetzij in de volgende maand te vertrekken.
Onmiddellijk een advertentie plaatsen? Of is dat niet nodig?

Raad 11-7-1831 -Eilandsdoctor, 6 kandidaten, benoemd is Anthonie van Deinsen, thans Med. Art. obstr. Doctor te Schagen, op f 500.-

Raad 25-11-1831 Geneeskunde, aanstelling C. Rechlien Heel- en Vroedmeester aan het Oudeschild
Aanstelling Johanna Rechlien,
De plaats van vroedvrouw aan den Burg, welke gedurende eenigen tijd ad interim is waargenomen door Johanna Helena Rechlien, vroedvrouw, alhier woonachtig, ofschoon de vroedvrouwplaats aan den Burg, bij het bestaan van eenen Eilands Art. Obst. Doctor aldaar, strikt genomen zoude kunnen en in aanmerking der finantielen toestand dezer gemeente, welligt zoude behooren te worden afgeschaft, in aanmerking echter dat voornoemde Johanna Helena Rechlien die post thans reeds sedert eenigen tijd ad interim heeft waargenomen, dezelve om die reden als nu definitief te beroepen en aantestellen als Eilandsvroedvrouw aan den Burg, onder de op dat stuk bestaande reglementen en voorwaarden tegen een jaarlijksch Tractement van f 80.- uit Eilands kas bij kwartalen uittekeeren (zonder aftrek dan der gewone zegel-regten); wordende echter bij eventueel bedanken of overlijden derzelve vroedvrouw, door den Raad expresselijk aan zich voorbehouden de geheele Suppressie der bestaande vroedvrouwplaats aan den Burg, als minder noodig geworden en alzoo ten behoeve der Eilands Kas kunnende worden uitgewonnen.
En zal bij Extract dezes van deze bedanking en benoemingen ieder voor zoo verre hem of haar aangaat, worden kennisgegeven aan de belanghebbenden.

Raad 25-5-1832 Is gelezen een rekest van de Eilandsvroedvrouw (bepaaldelijk aan den Burg) Helena Schierecke, daarbij te kennen gevende, dat ingeval zij weder naar den Burg moest terugkeeren, zij uit hoofde harer hooge Jaren en zwakte, van oordeel is voor hare post als vroedvrouw aan den Burg te moeten bedanken enz enz.
Waarover gedelibereerd:
Is besloten:
1e Het voornoemde aanbod van bedanking aantenemen, en de voornoemde vroedvrouw Helena Schierecke uit hare betrekking als Eilandsvroedvrouw bepaaldelijk aan den Burg, te ontslaan, zoo als geschiedt bij dezen, te rekenen van den 1e July 1832 af.-
Met dankbetuiging tevens voor de zorg en vlijt waarmede zij, zoo ver het bestuur bewust is, zich steeds van die post heeft gekweten.
2e Voor en inplaats van Helena Schierecke voornoemd aantestellen en te benoemen zoo als geschiedt bij dezen als vroedvrouw aan den Burg, Johanna Rechlien, huisvrouw van Nanning Kikkert, wonende alhier aan den Burg, onder de last en de verpligtingen welke tot heden aan die post verbonden zijn, en onder genot eener Jaarwedde van 120 Guldens, echter onder de navolgende bepaling en voorbehouding:
a Dat voornoemd J. Rechlien Huisvrouw van N. Kikkert zal verpligt zijn het leven lang gedurende hare Moeder, voornoemde H. Schierecke, dezelve hare Moeder op eene voegzame wijze te onderhouden en te alimenteren, zonder echter dat het Bestuur bij deze iets wil derogeren aan de bevoegdheid van haar J. Rechlien zich in deze natuurlijke en tevens wettige verpligting ook door de overige kinderen van H. Schierecke te laten bijstaan;-
en
b Dat de aanstelling van voornoemde J. Rechlien als vroedvrouw aan den Burg zal geacht worden optehouden met het kwartaal waarin het overlijden harer moeder, voornoemde Helena Schierecke zal plaats hebben, als wanneer zij verpligt zal zijn zich op nieuw, her verkiezende tot het Bestuur te wenden, ten einde over de al of niet voortduring der post en de wijze hoe, zich als dan met hetzelve te verstaan.
En zal van dit besluit bij Afschrift dezes worden kennisgegeven aan voorn: H. Schierecke en J. Rechlien.
-Wordt gelezen een Rekest van verschillende Ingezetenen van het Oudeschil, te kennen gevende dat alzoo tegenwoordig sedert het overlijden van den Genees- en Heelmeester Hagen aan het Oudeschil zelve geene geneeskundige Hulp gevonden wordt, en de naaste Hulp van den Burg niet dan na eenigen tijd en met meerdere kosten te verkrijgen is, om in plaats van den vervulling der thans aldaar tevens opengevallen vroedvrouwplaats aldaar een Plattelands Heel- en Vroedmeester te mogen hebben tegen een tractement van f 200- ’s jaars.
Waarover gedelibereerd:
Overwegende:
Dat alzoo het eene waarheid is dat sedert het overlijden van den plattelands Heelmeester H. Hagen in 1813 het kan geacht worden wenschelijk te zijn om in de tevens vacerende vroedvrouwplaats aan het Oudeschil eene vroedmeester te benoemen, tevens de Heel- en geneeskunde uitoefende op een Tractement van f 200- ’s jaars.-
Overwegende echter tevens, dat alzoo dit Tractement van f 200- aan eenen eventueel te benoemen Heel- en Vroedmeester de Som van f 40- zoude te boven gaan het Tractement dat thans aan de tot dus verre aan het Oudeschil bestaan hebbende vroedvrouwenplaats is verbonden geweest en alzoo een meerder bezwaar ten beloope dier Som opleveren zal voor de geneeskundige dienst dezer gemeente, tot welke meerdere uitgave alzoo de goedkeuring zal noodig zijn van Z.E. den Heer Gouverneur der provincie alzoo bij aldien deze post op die wijze vervuld wierd, dat meerder bedrag der geneeskundige dienst over 1832 op de onvoorziene uitgaven moeten worden gevonden hebben.
Is besloten:
Het verzoek van de Rekestranten toetestaan behoudens de nadere goedkeuring in deze wijzinging der Geneeskundige dienst alhier, door Z.E. den Heer Gouverneur der provincie.
Zullende vervolgens de in deze gebruikelijke oproeping twee Malen in de Haarlemmer Couranten plaats hebben.

28-5-1832 Gouverneur- Vacature vroedvrouwplaats aan het Oude Schild

9-7-1832 Gouverneur- aanstelling vroedmeester/geneesheer te Oude Schild, anderhalve bladzijde.

14-11-1832 Een vroedvrouw aanstellen aan het Oude Schild of een Chirurgijn?

31-12-1832 Aan de Permanente Commissie voor het Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt
Veranderingen C.F. Rechlien is naar Muiden vertrokken, Helena Schierecke is afgetreden als Eilandsvroedvrouw en zedert en wel tot 1e July 1832 de vacante vroedvrouwplaats aan het Oude Schild heeft permanent waargenomen, doch nu uit hoofde van hare hooge jaren haar ontslag heeft genomen. Plaats Oude Schild is vacant.
Vroedvrouwplaats aan den Burg definitief vervuld door de reeds alhier aanwezige vroedvrouw J.H. Rechlien.

1-2-1833 -Vroedvrouw, 6 sollicitanten, benoemd Trijntje Spaans, huisvrouw van Teunis Vink van Avenhorn, op f 150-

1-2-1833 Aan Trijntje Spaans, huisvrouw van F. Vorst, Avenhorn,
U benoemd tot vroedvrouw aan het Oude Schild op een tractement van f 150.- ’s Jaars en vrije woning. Zoodra de omstandigheden van het jaargetij dit toelaten zal het ons aangenaam zijn dat gij uwe betrekking komt vervullen.

21-2-1833 Vroedvrouw Oudeschild, Trijntje Spaans heeft bedankt, dan benoemd Christina Snijders van Rotterdam.

25-10-1833 Aan de Gouverneur, afsluiting zeedijk
Dat het eene verbazende omweg is indien men van het Oudeschild over den Burg naar het Oosterend des Eilands moet en hetwelk in Spoedvereischende gevallen ongetwijfeld zeer ten pregreditie van de belanghebbende zal strekken.
Dat afsluiting door middel van met sloten voorziene hekken geschiedde, zoodanig dat sleutels daarvan zouden ter hand gesteld worden aan de plaatselijke pastoor, Heelmeester en vroedvrouw van het Oudeschild om, in de uitoefening hunner functien des verkiezende, het noodige gebruik te maken.

4-1-1834 Uit andere Provincien de persoon van F.J. Schneider van het Koninkrijk Beieren, in de Hollandsche Zeedienst en Christina Schneider, vroedvrouw, benevens hare moeder Neeltje Schipper, beide van Rotterdam.

31-12-1834 Verandering in het personeel
1 Christina Schneider, vroedvrouw van Barendrecht Zuid Holland, is benoemd in plaats van de alhier overleden vroedvrouw Wilhelmina Hachnel
2 Vertrek van den Heer Hermanus Mauritius Ahlé, Plattelands Heelmeester naar den Helder

31-12-1834 Geene veranderingen in het personeel der Genees-, Heel- en verloskundigen.

23-2-1835- Vroedvrouw Burg: heeft op haar verzoek binnen gestaan Johanna Helena Rechlien vroedvrouw aan den Burg op Texel, te kennen gevende: Dat zij tot dusverre in hare opgemelde betrekking heeft genoten een jaarlijks Tractement van f 180.-
Dat dit Tractement haar toeschijnt in vergelijking met de gegeven wordende Tractementen aan de vroedvrouwen op de andere dorpen dezer gemeente; in aanmerking gemomen de groote omtrek welk tot den Burg behoort, eenigzints te laag gesteld te zijn, weshalve zij voorstelt en verzoekt om met een jaarlijks Tractement van Tweehonderd Guldens te moeten worden begiftigd in plaats van f 180.-
Waarover gedelibereerd:
In aanmerking genomen de billijkheid van het door haar gedane verzoek-
Is besloten aan de voornoemde Johanna Helena Rechlien in hare voornoemde betrekking een Jaarlijks Tractement toetestaan van f 200.- (zegge Tweehonderd Guldens) te rekenen van den Eersten January dezes jaars af.-

Raad 24-4-1836 Vroedkunde- Christina Schneiders bedankt per 1 Juny eerstkomend. Bij haar heeft zich aangemeld Jenske Jans Oomes, thans vroedvrouw aan het Nieuwediep [er hoort eigenlijk een sollicitatieprocedure te komen, maar zo kan ’t ook] f 180-

Raad 28-8-1837 Vroedkunde- vacature na overlijden van Eilandsvroedvrouw Wilhelmina Haechnel aan het Oosterend.

9-3-1838 Vroedvrouw Oosterend: rekest C. Schnertzel geboren Schneider, thans vroedvrouw te Barendregt, om op een Tractement van f 200 te worden geplaatst te Oosterend.

9-1-1839 Hier gevestigd F.J. Schnertsel en Christina Schneider, Echtelieden van Barendrecht Zuid Holland. Geene personen vertrokken naar andere Provincien.

20-6-1839 Aan den Heer President der Permanente Commissie van Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt te Haarlem
Dat Louisa Oghland, huisvrouw van Abram Wiegand thans naar Batavia, is gestorven op 7 Juni, na verlost te zijn op de 5e van een levend en op de 7e van een dood kind. De vroedvrouw was Jenske Jans Oomes, huisvrouw van Rozeboom, was haar enige hulp.

6-2-1842 Aan de Burgemeester van Hinloopen
Gevraagd geboorte Extract van Grietje Roosenboom, dochter van Wiggert Roosenboom en Jenske Jans Oomes geboren in de maand April 1820
[Vroedvrouw Janske Jans Oomes (1796-1867) van Ameland, gestorven in Oudeschild. Getrouwd met Wiggert Cornelis Rooseboom, kinderen Grietje (1820/21-18xx) Hindeloopen, Jacoba (1824-xx) Helder, Cornelia (1828/29-xx) Graft en Guurtje (1832/33) Oudeschild]

29-10-1842 Aan de Officier van Justitie Rekest Wiggert Rozeboom
Dat de rekestrant ten gevolge van het beroep zijner Huisvrouw naar deze Gemeente als vroedvrouw op jaargeld van f 200,- in den jare 1836, dan ook van toen af door het vestigen zijner huisvrouw te Oudeschild, regtens zijn domicilie aldaar gehad heeft, doch zelve zeldzaam te huis is geweest, daar hij met zijn schuit zich steeds te Nieuwediep ophield, en dan ook de verstandhouding tusschen hem en de zijnen verre af was van goed te zijn [niet zeer orderlijk gedrag, sterken drank]. Of hij gedurende dien tijd zijn huisgezin eenige ondersteuning heeft doen toekomen? Niet veel.
Zijn vaartuigje is oud, nu voor brandhout door den rekestrant gesloopt. Was onbruikbaar. Huisgezin bestaat uit hem, zijne vrouw en 3 meisjes, alle beneden de 12 jaar.

Raad 12-4-1843 De voorzitter geeft der vergadering kennis dat bij hem is ingekomen verzoek tot ontslag van de Eilandsvroedvrouw Christina Schneiders, Huisvrouw van Frans Joseph Schnertzel te Oosterend, als zij met 1e dezer maand voornemens was zich met ter woon van hier te begeven en te vestigen in Oudewater, welk ontslag haar dan ook is verleend en waarop zij Christina Schneiders dan ook den 1e dezer van hier is vertrokken.
Waarover gedelibereerd:
Is besloten:
In de alzoo vacerende vroedvrouwplaats ten gelegener tijd op eene geschikte wijze te zullen voorzien; doch alvorens deze Zaak ter nader overweging provisioneel aan te houden.

Raad 24-7-1843 Geneeskundige dienst
De voorzitter deelt de vergadering mede dat bij hem is ingekomen een verzoekschrift aan deze Gemeenteraad van dato 1 July ll geteekend door 70 der voornaamste Ingezetenen van het dorp Oosterend en omtrek, meestal hoofden van Huisgezinnen, daarheen strekkende dat om redenen daarbij in het breede aangevoerd, de te Oosterend thans vacerende vroedvrouwsplaats, mogt worden vervuld, niet door een vroedvrouw, maar door een plattelands genees- Heel- en vroedmeester, onder genot van het gewone tractement aan de vroedvrouw aldaar toegelegd:- wordende dit stuk der vergadering voorgelezen.
Is besloten: Het zelve te houden in nadere overweging om daarop bij de eerstvolgende vergadering definitief te beslissen.

Raad 1-8-1843 Vroedvrouwsplaats Oosterend
Wordt gelezen eene Missive van de Provinciale Commissie van Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in Noord Holland van dato 12 Aug. ll N 4409 aan den Heere Staatsraad Gouverneur van Noord Holland en door Z.H.E.G. bij apostillaire dispositie van den 16 dezer N 178/13789, gesteld in Handen van het Gemeente bestuur van Texel om daarop te dienen van berigt, Consideratie en Advies, alles betrekkelijk de vervulling der thans vacerende vroedvrouwsplaats te Oosterend alhier.
Wordt almede door den voorzitter der vergadering kennisgegeven en voorlezing gedaan van zekere ampele Missive betreffende dat zelfde onderwerp, in dato 28 July ll N 228, door Burgemeester en Assessoren aan Z.E. den Heere Staadsraad Gouverneur voornoemd geschrevene en bij voornoemde apostillaire gevoegd.
Waarover gedelibereerd:
Overwegende dat wat betreft Z.M. in deze bij Hoogstdeszelfs besluit van 6 January 1823 gemanifesteerden wil, het duidelijk is, dat die bij de alhier voorgestelde wijzigingen niet wordt tegengegaan aangezien binnen deze Gemeente van Texel ook buiten het dorp Oosterend zich nog drie vroedvrouwen zullen bevinden welke Casueel in de mogelijkheid zijn de aan haar behoefte hebbende vrouwen te helpen.
Dat verders zoo als dan ook reeds bij de Missive van Burgemeester en Assessoren is opgemerkt, de Kas der Gemeente geene verhooging hoe ook genaamd voor de Geneeskundige dienst toelaat, en alzoo ook geene plaatsing van Heelmeester en vroedvrouw beide te denken is, behalve nog dat ook door derzelver Concurrentie meer dan waarschijnlijk beider bestaan geheel onvoldoende zou blijven.
Is besloten:
Zich met het reeds gedane voorstel van Burgemeester en Assessoren te vereenigen en alzoo overeenkomstig het slot der Missive van de Provinciale Commissie van Geneeskundig toevoorzigt te zullen overgaan tot de benoeming van eene plattelands genees- Heel- en vroedmeester te Oosterend, tegen een Jaarlijks Tractement van f 200.-
Wanneer althans het provinciaal Gouvernement zich met dit Slot-Advies van de voornoemde Commissie zal kunnen vereenigen, ten welker einde Extract dezes zal worden ingezonden aan Z.E. den Heere Staadsraad Gouverneur, met beleefd verzoek hieromtrent wel te mogen worden geïnformeerd, ten einde ingeval van toestemming, onverwijld aan deze, voor de bevolking van Oosterend zoo dringende Zaak, het vereischt gevolg te kunnen geven-

Brieven 29-12-1843 Geneesheer J.P. Gelauff naar Nieuwediep, Jufvrouw Christina Schneiders vroedvrouw van Oosterend naar Oudewater.
Hier gevestigd P. Stolp, Plattelands genees-, heel- en vroedmeester van Wormerveer.

11-9-1850 Aan de Burgemeester van Helder
U te doen toekomen de gequitificeerde geboorteacte van Cornelia Cornelisdochter Griek. Van het overlijden harer vader Cornelis Griek kan geene acte worden overgelegd, als zijnde daar indertijd geene aangifte van gedaan, als [is hij] in 1826 in betrekking van loods verongelukt.
[Cornelia was geboren op 19 juli 1826, na de dood van haar vader dd 26-4-1826. Volgens opgave (Genealogische databank) is hij als zeeman op een Noorse brik het gat van Texel uit gevaren en is hij overboord geslagen. Cornelia had deze papieren nodig om te kunnen trouwen met Klaas Luitsen (1821 Burg- 1879 Bloemendaal)]
Zij is geboren om 04.00u; aangifte geb op 21 juli 1826 door Anna Maria Heijmans, vroedvrouw, wonende in Den Hoorn; getuigen bij de aangifte: Cornelis Pietersz Smit, 32 jaar, voerman, wonende in Den Hoorn en Gerrit List, 31 jaar, klerk ter secretarie, wonende in Den Burg [de akte vermeld Den Hoorn]; zij is oorspronkelijk aangegeven als zoon Cornelis, bij akte van 5 sep 1850 van de arrondissements rechtbank Alkmaar is dit gewijzigd in dochter Cornelia.

24-10-1850 Dat op den 24 dezer 1829 binnen den gemeente is geboren zekere Aaltje, dochter van Cornelis Dirksz Bakker en Aaltje Bijl. De vrouw is bij de verlossing bijgestaan door de [nu] nog levende Vroedvrouw Telia Boereland aan den Hoorn alhier. De man, een loods, was destijds in zijn beroep naar zee. De Vroedvrouw heeft alzoo de aangifte verzuimd, en zocht zich te verontschuldigen daarmede, dat zij destijds die aangifte heeft opgedragen aan den Postloper, die zulks verzuimd heeft. De overige vrouwen die bij de bevalling destijds zijn tegenwoordig geweest, zijn alle overleden.
Ik heb de belanghebbenden, die thans te Nieuwediep woonachtig zijn achter de Molen, geraden zich te adresseren aan den Arrondissementsregtbank te Alkmaar om alsnog, volgens het advies van den Heer Staatsraad aan 12 B: VI vonnis, te obtineren tot verschijning alsnog in de Registers van de Burgerlijke Stand na voornoemde en verzuimde aangifte.
[Cornelis Bakker (1789-1858 Helder) en Aalje Bijl (1795-18xx) hadden drie dochters Marritje (1827), Antje (1829) en Helena (1832) en twee zoons Dirk (1834) en Willem (1836).
Antje is op 15 november 1850 getrouwd met Hendrikus Koopman. Ze hadden een dochter Antje, geboren in 1856].

31-12-1851 Opgave Heel- en verloskundigen en vroedvrouwen.
Dat J. Westenburger is vertrokken naar Berlicum.

[De vroedvrouw van Den Hoorn was oud en gebrekkig geworden en niet meer geschikt voor haar taak. Ze ontving f 200,- per jaar waarvoor ze nauwelijks nog een tegenprestatie leverde.
Burgemeester en Wethouders van Texel zonnen op een manier om haar te ontslaan en een nieuwe plattelandsdokter aan te stellen, die ook bevoegd was om bevallingen te doen].

15-1-1853 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland
Een eenparig verzoek der bewoners van het Dorp den Hoorn en deszelfs omtrek alhier, strekkende, dat het den Gemeenteraad mogt behagen in plaats van de Oude Vroedvrouw, die in het algemeen geheel niet of althans uiterst zeldzaam meer wordt gehaald, aan het Dorp den Hoorn een Plattelandsch Genees- Heel- en Verloskundige te beroepen, op het aan de Vroedvrouw verbonden Tractement.
[Dit verzoek was al verschillende malen eerder gedaan] Door de indijking van de Prins Hendrikpolder heeft het district van het Dorp den Hoorn een belangrijke uitbreiding verkregen (nu al meer dan 1000 zielen), op anderhalf of meer uur gaans van de naaste Geneesheer verwijderd. Door de staat van de wegen gedurende een groot gedeelte des jaars zijn er vele moeijlijkheden en kosten.
2,5 folio. Iedereen is voor verbetering, maar er is geen geld.
De Oude Vroedvrouw is 64 jaar en in een zwakke gezondheidstoestand [waardoor zij] bijna altijd buiten staat is na behoren dienst te doen. De vrouwen aan het Dorp den Hoorn en deszelfs omstreken worden alzoo bijna zonder uitzondering door de Verloskundige van den Burg bijgestaan, hetwelk op anderhalf uur afstand maar al te dikwijls groote ongelegenheden en bezorgdheid veroorzaken. Het Plaatselijk Tractement van f 200,- aan de Vroedvrouw van den Hoorn wordt in de volsten zin des woords geheel om niet uitgegeven. Zoodanige staat van zaken kan naar het oordeel van de Raad niet langer blijven bestaan en daarom is de Raad bereid een Plaatselijk Genees- Heel- en Verloskundige aldaar te benoemen.
De Oude te ontslane Vroedvrouw Tjella Breeland zal f 50,- pensioen ontvangen, dat zal billijkerwijze geene reden tot beklag kunnen opleveren.

B&W 11-3-1853. 4 Vroedvrouw aan den Hoorn

14-3-1853 Aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Holland
Dat de Raad der gemeente in hare vergadering op den 25 Februarij bereids een benoeming heeft gedaan van en Plaatselijk Genees- Heel- en Verloskundige voor het Dorp den Hoorn, doch dat des niet te min de betrekking der aldaar aanwezige vroedvrouw is behouden, echter onder vermindering van een gedeelte harer tot dusverre genoten Tractement, en is alzoo, naar het ons toeschijnt, dezerzijds geheel overeenkomstig de bedoeling van UEGrootAcht opgenoemde missive gehandeld.

15-3-1853 Aan Tjella Breeland, vroedvrouw aan den Hoorn
Wij hebben de eer ter Uwer kennisse te brengen, dat de Raad dezer gemeente in hare vergadering van den 25 Februarij Ll het besluit heeft genomen een Plaatselijk Genees- Heel- en Verloskundige aan het Dorp den Hoorn te beroepen, en werkelijk toen dat beroep heeft plaatsgevonden. Tevens is door den Raad goedgevonden UE in Uwe betrekking als Plaatselijk vroedvrouw te behouden, doch ten gevolge de weinige diensten die UE verrigt, het door UE tot heden toe genoten Tractement te verminderen op de som ad f 50,- ’s jaars, te rekenen den 1sten April aanstaande, zullende het eerste kwartaal van dit jaar UE als naar gewoonte nog worden uitbetaald.

[Het leek allemaal voorspoedig te gaan met de benoeming van een nieuwe dokter en het ontslag van de Oude Vroedvrouw. Maar helaas ging de jonge dokter liever naar Java dan naar Texel].
17-5-1853 Aan de Commissie voor het Geneeskundig Toevoorzigt
Dat de Raad tot Plaatselijk Heel- en Vroedmeester voor het Dorp den Hoorn heeft benoemd de Heer A.C. Vogler. Genoemd geneesheer ontving 4 dagen na zijne benoeming als Geneesheer op dit Eiland een Rijksbenoeming als Geneesheer op het Eiland Java, welke hij heeft aangenomen, en mitsdien voor die van den Hoorn heeft bedankt.

8-9-1853 Aan de Provinciale Commissie voor het Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt te Haarlem
[Sinds het afhaken van A.C. Vogler] hebben wij ter besparing van kosten, onderhands getracht een Genees- Heel- en Verloskundige voor den Hoorn te bekomen, en meende daarin geslaagd zoude hebben met de persoon van Jan Maats bij UEd Commissie bekend. Dan ook deze heeft ons bij missive van den 1 Augustus Jl kennisgegeven, hij heeft zich gevestigd in de Gemeente Noord Schermer, zoodat wij nog steeds zoekende zijn en blijven, om iemand voor die betrekking te vinden, terwijl voortdurend het volle Tractement aan de Vroedvrouw Tjella Breeland wordt uitbetaald, ofschoon van die f 200,- geene de minste dienst wordt genoten, en [dit bedrag] in de volsten zin des woords geheel om niet wordt uitgegeven, alzoo geene eenige vrouw die verloskundige wil gebruiken, en alreeds verscheidene jaren niet hebben gebruikt, alzoo die Vroedvrouw om hare ouderdom en zwakke ligchamelijke gesteldheid ook niet meer in staat is om uit te gaan.
[Weet U een geschikte jonge geneeskunstuitoefenaar voor ons? Tractement f 150,-]

26-10-1854 Kennisgeving aan de vroedvrouw J.J. Ooms dat haar tractement op de eerste January op 100 gulden is verminderd
idem aan T. Breelant

6-12-1854 Aan de Commissaris
2,5 folio over vroedvrouw van den Hoorn en Oudeschild. Begonnen op een tractement van f 200,-

Drie jaar later was de Oude Vroedvrouw nog gewoon in dienst van de Gemeente Texel. Een jonge dokter voor Den Hoorn en omstreken was nog steeds niet gevonden, of misschien was dat Doctor Acker, maar die ging alweer weg.
10-1-1857 Doctor P. Scheurleer gaat naar Dieren, en Doctor Acker gaat ook weder weg.
Nu aanwezig C.A. van Deinse, P. Stolp, K. Hille, A.E. Stiggelbout, E.C. de Konnigh, vroedvrouw Johanna Rechlien, J. Breeland, J.J. Oomes, apotheker A.C. Petersen.
P. Stiggelbout heeft zijn vader in de practijk geadsisteerd
.

25-6-1857 Salaris van de vroedvrouw Jetske Oomes, aangesteld in 1836 op f 180,-

13-1-1866 Aan den Heer Inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezigt in Noord Holland te Amsterdam
C.A. van Deinse Medisch Doctor, A.E. Stiggelbout Plaatselijk Heelmeester, J.J. Knap, K. Hille, W. Stolp en Jb. Koning Pz idem, P.M. Stiggelbout Algemeen en Plaatselijk Heelmeester, J.H. Rechlien vroedvrouw, J.J. Oomes idem, A.E. Petersen apotheker

Brief 9-1-1867 Aan den Heer Inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezigt in Noord Holland te Amsterdam
A.E. Stiggelbout Algemeen Heelmeester, J.J. Knap Jb idem, K. Hille idem, Jb Koning Pz idem, P.M. Stiggelbout Algemeen en Plaatselijk Heelmeester, W. Stolp Plaatselijk Heelmeester, J.H. Rechlien vroedvrouw, J.J. Oomes idem, A.E. Petersen Apotheker

Brief 9-2-1867 Aan den Heer Geneeskundig Inspecteur der Provincie Noord Holland te Amsterdam- Vroedvrouw Jenske Oomen is den 29 Januari overleden.

Raad 1-3-1867
Vroedvrouw Jenske Oomes aan den Burg en Helena [Johanna] Rechlien aan de Burg zijn gestorven. Verzoek van W. Stolp geneesheer aan het Oude Schild om tot plaatselijk Genees-, Heel- en Verloskundige te mogen worden aangesteld op een tractement van 300 gulden van de hand gewezen.
Eilandsdoctor: Meerberg heeft afgezien van de betrekking, Voorzitter stelt alsnu voor den Heer J. Ensing van Groningen als zoodanig te benoemen (na deliberatie) voor 300 gulden ingaande den 1 April en tevens met de bepaling zich te moeten onderwerpen aan de Instructien voor de plaatselijk heel- en verloskundige dienst in deze Gemeente reeds bestaande of nader vasttestellen.

Raad 12-4-1867 Verzoek Sikkes c.s. om een toelage van 250 aan de Geneeskundige te Oude Schild overwegende dat de behoefte aan eenen Geneesheer te OS, vooral nadat in de vacature van Eilanddoctor op geschikte wijze is voorzien, niet zeer groot kan geacht worden te zijn, en althans niet grooter dan bijvoorbeeld aan het Dorp de Hoorn,
overwegende dat het welligt wenselijk is om voor het OS eene vroedvrouw te benoemen
bij het groot aantal geneeskundigen in den Burg en het Nieuwediep aanwezig tijdige hulp ten allen tijde zonder bezwaar kan worden ingeroepen,
waardoor de aanwezigheid van een geneesheer te OS niet zeer noodzakelijk kan beschouwd worden.

Raad 20-3-1868 Missive Dr. Ensing: ‘om aangezien hij mede tot Doctor in de verloskunde is gepromoveerd, voor de verloskundige behandeling aan armen en onvermogenden eene tractementsverhooging te mogen ontvangen’

Raad 2x-9-1870 Na eene nieuwe oproeping: ‘alleen den Heer W.J. Wiggertsma te Hoorn’ reageerde maar die kon niet worden aangesteld ‘dat deze echter om bekende redenen niet in aanmerking kan komen’-
Afwachten of er nog iemand reageren zal, of een vroedvrouw aanstellen.

Raad 28-12-1870 Wordt gelezen eene missive van den Heer J. Ensing Eilandsdoctor aan den Burg alhier, in substantie inhoudende het verzoek om verhooging van tractement tot een bedrag van 200 gulden, waarvoor door hem wordt aangenomen om de armenpractijk te OD en OS waartenemen.
Hierover gedelibereerd, wordt besloten het tractement van den Heer J. Ensing Eilanddoctor alhier te verhoogen met 100 gulden ingaande des 1 January 1871, onder voorwaarden, dat voorden tijd dat te Oosterend of te Oudeschild geen geneesheer en verloskundige gevestigd is, hij zich gratis zal belasten met de geneeskundige en verloskundige practijk voor de algemeene Armen op beide genoemde plaatsen wonende.

Raad 17-2-1871 Ensing bedankt ‘omdat de behandeling van kraamvrouwen op twee zoo ver van elkander verwijderde dorpen hoogst moeijelijk is’.

B&W 27-11-1873 9 Sollicitanten vroedvrouw C.M. Kappelhoff van Haarlem en C. Hoorn te Oostegeest. Voorzitter ‘wenscht het idee van de Heren Wethouders te vernemen, omtrent het wonen der vroedvrouw aan de Koog, aangezien die plaats geenen geschikte gelegenheid aanbiedt om er iets bij te kunnen verdienen’.

6-12-1873 3 Vroedvrouw aan den Hoorn
Voorstel Voorzitter om een vroedvrouw aan den Burg te doen wonen, tevens belast met de praktijk te Koog en een aan den Hoorn.

13-12-1873 9 Missive van de Burgemeester van Vlieland omtrent vroedvrouw Maria Steltenpöhl geboren Nuijens.

30-12-1873 5 M. Steltenpohl neemt de betrekking aan.

13-7-1874 7 Missive aan Doctor J. Ensing ‘om aan de Heer Ensing te kennen te geven, dat de Heer Stiggelbout is benoemd in plaats van een vroedvrouw te Koog en de instructie daaromtrent geenen moeijlijkheid kan opleveren, dat aan het verzoek om verhooging van het tractement geen gevolg kan worden gegeven en geene wijzigingen in de instructie kunnen worden gebragt.

Brief 12-12-1874 Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar
Proces verbaal Rijksveldwachters van Wingerden en Deijs contra Maria Nuyens en A.S. Steltenpohl alhier, inzake overtreding der wet op de uitoefening der Geneeskunst. Voornoemde Maria Nuyens, vroedvrouw alhier, behandelde zedert geruimen tijd de zieken alhier en levert geneesmiddelen, zonder dat wij tot dusver in staat waren het feit behoorlijk te controleren. Thans hebben wij een flesje medicijnen door haar afgeleverd in beslag genomen, maar aangezien de veldwachters hebben verzuimd om het zelve door haar te doen waarmerken, heb ik haar opgeroepen ten einde het alsnog te kunnen doen. Ik zal mitsdien van hare verklaring proces verbaal opmaken, die ik UEdA toezend.

26-7-1875 A. Stiggelbout is wegens ouderdom niet in staat de loop naar de Koog heen en weer te doen. Voor kennisgeving aangenomen.

20-8-1875 Missive Stiggelbout, die belast is met het gratis verleenen van verloskundige hulp te Koog, Oudeschild en Burg, waarvoor hij uit de gemeentekas jaarlijks f 250,- ontvangt, en welke te kennen geeft, dat hij op zijne leeftijd niet in staat is anderhalf uur heen en weer terug naar de Koog te loopen. Voorzitter vraagt hoedanig hiermede te handelen. Gesprek hierover met Stiggelbout.

Brief 8-11-1875 Aan de plaatselijke vroedvrouw Mejuffrouw Maria Nuyens aan den Hoorn
Mejuffrouw! Namens de Raad deze Gemeente verzoek ik U mij vóór 15-1- aanstaande te willen opgeven het aantal en de namen der vrouwen aan wie gedurende dit jaar verloskundige hulp is verleend.

25-11-1875 Missive Stiggelbout, kennisgevende dat hij de verloskundige hulp aan de Koog gratis zal verleenen, als is het ook men daartoe geen rijtuig disponibel heeft. Aangenomen voor kennisgeving.

8-3-1876 Doctor Ensing over de behandeling der zieken vanwege het Armbestuur, ‘terwijl hij voorts het wenschelijk zou achten dat de vroedvrouw aan den Hoorn werd ontslagen en te Oosterend een vroedvrouw werd aangesteld. Naar Raad voorstel om de vroedvrouw aan den Hoorn eervol ontslag te verlenen.

Raad 9-3-1876 Missive van Ensing en de vroedvrouwen aan den Hoorn, inhoudende een antwoord op de aan hen gedane vraag tot het geven van een verslag van hetgeen door hen in hunne betrekking is verricht ten dienste van de gemeente. Na voorlezing brief van de vroedvrouwen wordt besloten op eene beslotene vergadering [hierop] terug te komen.

Brief Burgemeester Loman 30-10-1876
Aan de Heer Voorzitter van Gedeputeerde Staten
Vroedvrouw Maria Nuyens is aangesteld per 3-4-1874 op f 250 per jaar
Dat echter al spoedig bleek, dat de benoemde niet geschikt was hare betrekking behoorlijk te vervullen, aangezien zij zóó slordig en onzindelijk bleek te zijn, dat hare hulp alléén in onvermijdelijke gevallen werd ingeroepen, zoodat zij dan ook niet meer dan bij 3 of 4 verlossingen heeft geholpen.

14-11-1876 Van GS is een afwijzende beschikking ingekomen voor Mej. M. Nuijens, vroedvrouw aan den Hoorn op het door haar ingediende rekest betreffend haar gegeven ontslag als vroedvrouw, en welke beschikking aan haar is ingezonden.

27-4-1877 benoeming vroedvrouw den Burg, sollicitanten: K. Frank van Giethoorn, Hendrica Outhuis te Harmelen, F. Stins van Andijk, weduwe H.J. Haverbult te Uithoorn.
Besloten zowel voor Burg als voor Oosterend vroedvrouw aantestellen, besluit volgende vergadering.

B&W 25-7-1877.
7 Voorstel Mejufvrouw H. Outhuis van Harmelen te benoemen als vroedvrouw te Oosterend. Naar Raad.
8 Sollicitatie van mejufvrouw E. Bakker van Vlieland als vroedvrouw aan den Burg. Informatie intewinnen.

27-7-1877 Mejuffrouw Outhuis benoemd te Oosterend voor f 250 per jaar.

E. Bakker van Vlieland solliciteert naar betrekking van vroedvrouw Burg.

B&W 20-8-1877.
6 Missive van Professor Lemans, betreffende Mejufvrouw Bakker, die solliciteert naar de betrekking van vroedvrouw aan den Burg. Wordt besloten aangezien de informatien zeer gunstig zijn, een voorstel tot de benoeming aan de Raad voor te stellen, doch nog eens te schrijven naar Harmelen over Mej. Outhuis.

28-8-1877 Benoeming E. Bakker als vroedvrouw te Burg.

B&W 31-8-1877.
3 De benoemde vroedvrouw E. Bakker is reeds benoemd te Axel. M. Outhuis is benoemd te Oosterend, is geschreven om eerder te komen ten gevolge van de ongesteldheid van den Geneesheer J. Koning.

B&W 16-11-1877.
6 Sollicitatie van N.C. de Vlieger geboren Slierendrecht te Amsterdam en G. Grijn te Marken naar de betrekking van vroedvrouw. Informatie intewinnen.

Brief 14-1-1878 Aan den Heer Inspecteur der Geneeskundigen Dienst in Noord Holland
Johannes Ensing is Medisch Doctor, Jacob Koning Plaatselijk Heelmeester, P.M. Stiggelbout Algemeen en Plaatselijk Heelmeester, H. Outhuis vroedvrouw, H.R. de Holl apotheker.

14-1-1879 J. Ensing Medisch is Doctor, Jacob Koning Plaatselijk Heelmeester, P.M. Stiggelbout Algemeen en Plaatselijk Heelmeester, H. Outhuys vroedvrouw, A.M. Berens Vroedvrouw, H. R. De Holl apotheker.

B&W 20-1-1880.
10 Missive Mej. Stins, vroedvrouw te Andijk betreffend sollicitatie Eijerland.

B&W 12-3-1880.
5 Missive van J.L. Ditmars vroedvrouw te Nieuwkerk en M.L. Pronk vroedvrouw te Zaandam solliciterend naar de betrekking van vroedvrouw te Eijerland.



Terug naar de vorige bladzij