Brief over het onderwijs op Texel in 1799



Gedrukte vragenlijst van hogerhand over de staat van het onderwijs met daarbij het antwoord van secretaris Romans in klad (GAT 188)

GELYKHEID, VRYHEID, BROEDERSCHAP
Extract uit het Register der Resolutien van het Intermediair Administratief Bestuur van het voormaalig Hollandsch Gewest.
Maandag den 11. February 1799
Het vyfde Jaar der Bataafsche Vryheid.

Brief Texel 1799
Brief Texel 1799


omslag- betreffende het Publicq Onderwijs der Jeugd op Texel-
opgegeven aan de Agent van Nationale Opvoeding der Bataafsche Republicq 30 April 1799

Aan den Agent van Nationale Opvoeding der Bataafsche republicq Mede Burger!
Ter voldoeninge der aanschryvinge van 11 feb. ll, omme zo dra mogelyk intezenden eene naukeurige opgave nopens de daar by vermelde poincten, zullen wy daar aan Zo veel mogelyk tragten te beantwoorde, door dezelve articulaten optegeven-

Art 1
Welke Letterkundige Instituten ‘er in hunne Gemeente of Gemeentens voorhanden zyn… waarin Opvoeding en Onderwys, in Talen of Wetenschappen gegeven wordt.
Antwoord: In de Eerste op dit Eiland zyn geene dan Nederduitsche Schoolen, welke zig op de naarvolgende dorpen bevinden
Aan de Burg 1 Zoogenaamd groot school 2 voor klyne kindertjes van 2 tot 6 Jaaren
Oudeschil Waal Oosterend op Oost Hoorn en aan de Koog 1 groot School
Art 2
Aan welke Collegiën of individueele Persoonen het Opzicht en Bestuur over dezelve is toevertrouwd.
Antwoord: Er is geene andere opzigt over die Schoolen dan van het plaatselyke bestuur deezes Eilands en zo als t Schoolreglement van t Oude Schil inhoud ook aan de predicant of Kerkmeesteren aldaar
Met den aanvang van de Jaare 1787 had men sommige der beste & kundigste Burgeren over deselve Schoolen tot Schoolarchen aangesteld, maar de daarop volgende ommekeer van Zaken zo schadelyk voor vele nuttige inrigtinge, stoote dit werk- en zederd heeft men er niet meerder aan gedagt-
Art 3 Tot hoe ver zich dat opzicht over die Instituten uitstrekt.
Antwoord: Dezelve Scholarchen waaren geduurende hun aanwesen, werksaam aan een algemeen plan ter bestiering over alle de Schoolen deezes Eilands- maar, de barbaarsheid der gevolgen der Omwenteling meede bragten verstrooide alle hunnen zo waardige arbeid- Zelfs in dier voegen, dat ‘er thans geene spooren van te vinden zyn-
Art 4
Hoe veel Onderwyzers of Onderwyzeressen gevonden worden.
Antwoord: By elk dier by Art. 1 gemelde Schoolen, is een Onderwyzer en die voor klyne Kinderen aan den Burg elk een Onderwyseresse
Geene van allen heeft uitsteekende begaafdheeden of munte uit in het geeven van Onderwys, evenwel is den eene daar inne beter dan de ander
Uitgesonderd die aan het Oudeschil, welk eene bekwaame Leermeester is, veele kundige Onderwysers heeft hervoorgebragt en aan wien het volkryke dorp ’t Oudeschil, door zyn veeljarig verblyf aldaar te danken heeft, dat byna niemand daar gevonden word of hy kan Leezen, Schryven en Zeer goede brieven opstellen; zelfs vind men er veelen, die daar in uitmunten- Ook is men de geciviliseerde ommegang der inwoonderen aldaar veelal aan de indrukselen die hy de Jeugd geeft door zyn onverminderde Vlyt aan hem verpligt-

Brief Texel 1799


Brief geschreven door Theunis van der Sterre, een leerling van Meester Veldhuys

Die aan den Burg is genaamd Cornelis Hofstee, gehuwd oud 51 Jaar, aan geen de minste ambitie, egter zedig van gedrag-

Maartje Luytse oud 78 Jaare, weduwe, tamelyk ervaaren en bequaam tot onderwys, het geene zy ook vrij wel aan de klyne kinderen uitoeffent; hoewel Zedig dog van eene zeer interessante en hebzugtige aard- boven het gewoone Schoolgeld moeten de Kinderen van tyd tot tyd haar met geschenkjes naderen tot zelfs de geringste toe-
Tryntje Symons oud 65 Jaaren, weduwe, zedig, heeft geene geringe bequaamheid tot onderwys; dog uit hoofde van de korte tyd haarer waarneminge, kan men nog weinig over alles oordeelen-
Aan ’t Oude Schil Jacob Veldhuys oud 72 Jaaren, een Voorwerp van algemeene agting, is een uitmuntend onderwyser- geen dorp op dit Eiland, hoe wyd afgelegen, zelfs van de Overkust den Helder, of daar van, zyn kinderen aan zyn Onderwys en met de grootste vrugt toevertrouwd, zo als wy aan het begin van dit articul gemeld hebben.
Tejammer zullen zyne hooge Jaaren hem wel ras voor het geheele Eiland en onze nabuuren en byzonder voor het Oude Schil verlooren doen gaan-
Aan de Waal Jacob Smit oud 48 Jaaren, ongehuwd zedig maar van geringe bequaamheid dus ook van onderwys, een hoofdig man voor geen reeden vatbaar-
Aan Oosterend Cornelis Luytsz oud 34 Jaaren, ongehuwd en Leerling van de agtingswaardige Grysaard Jacob Veldhuys, is in de Schrijf reeken en Onderwyskonst wel ervaaren, zedig, dog te Zagt van aard-
Op Oost Hendrik Isb. Bakker oud 25 Jaaren gehuwd, niet Zeer ervaaren, egter beijverd hy zig in het onderwys- en meede van onbesproken gedrag-
Aan den Hoorn Jan Visser oud 31 Jaaren, gehuwd tamelyk bequaam, dog zonder iever nog ambitie- als vooren onbesproken-
Aan de Koog Jan Pronk oud 21 Jaaren, Leerling van den zelve Grysaard Veldhuijs, wel onderweesen en ook bequaam- zou tot een geschikt onderwyser optelyden zyn, Zo dezelve onder goede toeverzigt was- is naar Veldhuys de beste. Zynde meede Zedig van gedrag-
Art 5
Of de Opzienders eenige Jaarwedden genieten.
Antwoord: de Jaarlyksche besoldingen dier onderwysers, geschoed uit Eilands Casse- genietende behalve vrije wooninge
die van den Burg f 150.- Oudeschil 105.- Waal 75.- (is tegelyk Collecteur van S’ Lands Gemeene Middelen) Oosterend 118.- Oost 80.- Hoorn 150.- Koog 120 en 25.- Huyshuur benevens 20 Tonne Turf
Die van den Burg, Oudeschil, Waal, Oosterend en Hoorn zyn tegelyk Voorsangers en Kosters by de gereformeerde gemeentens, ook alle doodgravers, uitgenomen die van den Burg- die daar voor van deselve Gemeentens of als doodgravers nog eenige besoldinge genieten-
Art 6
Hoe groot de Jaarlyksche bezoldigingen enz. zyn en hoeveel de Leerlingen zelven daartoe bydragen. Antwoord: De Leerlingen dragen voor Leergeld daar toe bij als volgt
Burg die in ’t ABC zyn 16 st. S’Jaars Spellen 1.4.- Schryven 1.12.- Rekenen en Schryven 2.8.-
Oudeschil ABC -.16.-tot Schryven toe 1.10.- Schryven [Lezen?] 2.8.- Cijfferen 3.4.-
Waal leezen en Schryven -.10.- S Jaars Leesen Schryven en Reekenen 1.4.-
Oosterend ABC spellen Leesen tot aan het Schryven toe -.12.- S’Jaars Schryven 1.- Cyfferen 2.12.- Leezen psalm Zingen 2.12.- Stuurmanskonst 12.- en een Stuurmans Huur krygende nog 12.- die Algebra of Koopmans boekhouden leert -.6.- S’weeks bovendien van ieder Kind, in de laaste week van de Vasten 7 Eyeren of 1 Stuyver en 12 penningen-
Oost die Speld, Leest of Schryft 1.4.0- S’Jaars Cijfferen 3.12.- S’palm Zingen 2.12.- Stuurmans Konst leerende -.6.- per week of f 25.- in het geheel, de helft bij den aanvang en de wederhelft, als de Leerling Stuurman is-
Avondschool houdend voor de 5 avonden 1 stuyver- op Paaschen ieder Kind 2 Stuyvers
Hoorn die speld en Leest -.12.- S’Jaars Schryven en Cyfferen 1.4.-
Koog van ABC af met Spellen en Leesen tot aan ’t Schryven -.12.- S’Jaars Schryven 1.- Cyfferen 2.8.-
De twee Onderwysseressen aan den Burg, welke klyne Schooltjes hebben, waar in de Kinderen tot 6 Jaar in het Spellen en Leesen onderweesen worden, genieten geen Tractement, of vrye Wooning. De Leerlingen betalen f 4.0 per Jaar.
Art 7
Welke School-Reglementen er bestaan. Antwoord: de Schoolreglementen worden hier by overgelegd except van de 2 onderwysseressen aan den Burg die ‘er geene hebben-
De examina’s geschieden ten overstaan der Municipaliteit, door daartoe benoemden, zo men vertrouwt kundige burgers. De candidaten moeten Spellen Leezen Schryven Cyfferen en taalkundige beantwoordingen doen- alles voor de Vuijst en worden alzo naar hunne bekwaamheden beoordeeld- niemand word toegelaten ten waare vooraf bewys getoond heeft, van een zedekundig en braaf gedrag-
Art 8
Welke Fondsen en Eigendommen enz. de Instituten bezitten.
Art 9
Welke verdere geëmployeerden er zijn. Art 10
Hoe groot het aantal der Leerlinge is. Antwoord: Het getal der Leerlingen naar eene middelbaare overslag der Laaste 5 Jaaren beloopt voor den Burg 80 Kinderen Klyne Schooltjes 50- Oudeschil 125 a 130- Waal 25- Oosterend 45- Oost 45- Hoorn 135- Koog 40-
Art 11
Welke Wetenschappelyke Instituten er zyn.
Art 12
Opgaave van Beursen en Stipendia.
Antwoord: Ter faciliteering van het genot van onderwys voor minvermogende Leerlingen zo van individueele, als van Kinderen uit Gods en Armen Huyzen diend:
Dat voor die der individueele hoe wenschelyk ook, geen instituut nog Beurssen alhier voor handen zyn- de Kinderen uit het Algemeene Weeshuys aan den Burg staande, gaan na het School van den Burg ter Onderwys, en daar voor betaald het Weeshuys-
Die van eenig Kerkgenootschap en der Gemeene Armen, daar voor betaald het Kerkgenootschap of Armen bestierders-
Aan den Hoorn geschied het onderwys van de Kinderen der Gereformeerde en gemeene Armen voor niet-
Aan den Burg betalen de Ger. diaconen 2/3 Schoolgeld-
Art 13
Of de Schoolgebouwen Plaatzelyke of Kerkelyke Eigendommen zyn.
Antwoord: Betreffende de Schoolgebouwen die aan den Burg en Hoorn behooren de voormaals heerschende Kerken daar ter plaats- Oudeschil alleen de Gereformeerde
Waal, Oosterend en Oost zyn het eigendom der plaats
Koog aan het Gemeene Land
Van Art 5-8-9 en 11 word op ons Eiland niet gevonden-
Hier mede Vertrouwende aan Uwe intentie voldaan te hebben zyn wy naar toewensching van
30 April 1799

Brief Texel 1799


MEESTERS en JUFFEN zoals vermeld in de genealogische Databank van Rob Gomes
Cornelis Hofstee
(1746-18xx) was de vader van Willem Hofstee en deed aangifte van het overlijden van de tweeling van zijn zoon op 24-4-1815

Maartje Luijtze of Luijtsen (1720-1808) was in 1754 getrouwd met Gerrit Schouten.

Trijntje Simons Kooger (1734-1805) was weduwe van Albert Maartensz Brouwer (1730-1795), met wie zij de functie van Weesouders had vervuld. In februari 1799 was ze met haar schooltje begonnen. Ze had 3 eigen kinderen.

Jacob Lourensz Veldhuijs (1727-1802) geboren te Oudeschild, zoon van Lourens Meijertsz Veldhuijs en Neeltje Jacobs Giltjes. Als weduwnaar in 1762 getrouwd met Pietertje Claas Bommel (1737-1811).

Jacob Simonsz Smit (1751-1820) aangesteld na de dood van zijn vader in 1778.

Hendrik IJsbrandsz Bakker (1763-1837) van den Burg, zoon van IJsbrand Hendriksz Bakker en Antje Cornelis Kalis. Hij trouwde in 1785 met Rozina Maria Arnold (17xx-1816), kinderen Antje en Jan. Hertrouwd in 1818 met weduwe Lisbet Simons Vaartjes (1780-1849) van den Hoorn.

Jan Visser (1768-18xx)

Jan Coendertsz Pronk (1776-1832)



Terug naar de vorige bladzij