Cornelis Theodorus Elout,
de Maire die van 't Eiland was



Wanneer werd Elout precies Schout van Texel? 1793 of 1795? Dat is uit onderstaande op het internet gevonden bronnen niet duidelijk.

Elout

website Parlement & Politiek:

geboorteplaats en -datum
Haarlem, 22 maart 1767

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 3 mei 1841

loopbaan
-  advocaat te Amsterdam, vanaf 1788
-  schout-crimineel, dijkgraaf en opperstrandvoogd van Texel, 1795
   [hij was vanaf 1793 Officier van de Criminele Justitie]
-  raadsheer Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland, van 5 april 1796 tot 1799
-  raadsheer Gerechtshof, departement Texel, van 1799 tot 1802
-  procureur-generaal Nationaal Gerechtshof, van 12 maart 1802 tot 28 mei 1806
-  lid stedelijke raad van Rotterdam, van 1805 tot 1808
-  lid Staatsraad, van 24 juni 1806 tot 1 augustus 1810
-  lid Raad voor de zaken van Holland te Parijs, van 1 augustus 1810 tot 29 oktober 1810
-  advocaat te 's-Gravenhage, 1811
-  lid Grondwetscommissie, van 21 december 1813 tot 2 maart 1814
-  lid Raad van State, van 6 april 1814 tot 12 september 1814
-  lid Grondwetscommissie, van 22 april 1815 tot 13 juli 1815
-  commissaris-generaal van Nederlands-Indië, van 16 augustus 1816 tot 16 januari 1819
-  minister van Financi
ën, van 1 mei 1821 tot 30 maart 1824
-  directeur-generaal 's Lands Amortisatiesyndicaat, van 1 mei 1821 tot 30 maart 1824
-  minister van Nationale Nijverheid en Koloni
ën, van 30 maart 1824 tot 5 april 1825
-  minister van Marine en Koloni
ën, van 5 april 1825 tot 1 oktober 1829

SCHOUT BINKHORST ONWEL
Binkhorst was niet goed geworden. Het Schoutsambt van Texel werd waargenomen door anderen, en dat tegen een bedrag van f 600 te betalen aan de voogd van Binkhorst:
Miriam Klaassen: Schout Cornelis Binkhorst werd door het Hof van Holland onder curatele gesteld. Officieel bleef Binkhorst ook na 1779 in functie, maar hij zat opgesloten in Beverwijk in het asiel van dokter Johannes van Rossum. Het schoutsambt werd waargenomen door diverse vervangers.

Texelpedia
1769 - 1795 mr. Cornelis Binkhorst, werd wegens 'voortdurende indispositie' vervangen door:
1779 - 1786 mr. G.C.W. Reinbach
1786 - 1788 mr. Gerrit Buijskes
1788 - ???? Hercules de Vries
1792 - 1793 Jacob Valk
1793 - 1795 mr. Cornelis Theodorus Elout

Nieuw Nederlands biografisch woordenboek
ELOUT
(Cornelis Theodorus), geb. te Haarlem 22 Maart 1767, gest. te 's Gravenhage 3 Mei 1841, zoon van Cornelis Pieter en Sara Salome van Orsoy (kol. 804), volbracht in 1788 zijne rechtsgeleerde studi
ën aan de leidsche hoogeschool, waar hij 21 Juni promoveerde op een diss. de testamento duorum una tabula condito en vestigde zich daarna als advocaat in Amsterdam. Na 3 Aug. 1794 te Haarlem in het huwelijk te zijn getreden met Henriëtta Josina van Eybergen, geb. te Haarlem 13 Juli 1768, overl. te 's Gravenhage 17 Jan. 1853, werd hij 27 Maart 1795 schout-crimineel, dijkgraaf en opperstrandvoogd van Texel, 5 April 1796 raad in het Hof van Holland en Zeeland.

Biographisch woordenboek der NederlandenA.J. van der Aa,
ELOUT (Cornelis Theodorus), zoon van den voorgaande, werd geboren te Haarlem den 22sten Maart 1767. Hij genoot eene zorgvuldige opleiding en volbragt zijne regtsgeleerde studien aan de Leidsche Hoogeschool, waar hem het onderwijs van de beroemdste mannen dier dagen te beurt viel Na zijne bevordering tot Doctor in de Regten, vertrok hij, ter uitoefening der Regtsgeleerde praktijk, naar Amsterdam, en werd in 1793 benoemd tot Baljuw, Dijkgraaf en Opperstrandvoogd van Texel. Na in het vogende jaar gehuwd te zijn geweest met Henriette Josina van Eybergen, een naam door Koeverden en Senef met eere bekend, werd hij eenigen tijd later tot Raad in het Hof van Holland en Zeeland benoemd, waarin hij tot in 1802 zitting had, toen hij tot Procureur-Generaal bij het Nationaal Geregtshof werd aangesteld.
Het was eerst in deze betrekking dat hij zich meer zag geroepen tot bemoeijing met zaken van staat, waaraan hij zich, vóór en na de omwenteling van 1795, zooveel mogelijk had gezocht te onttrekken, zoowel uit overtuiging dat de gebreken der vroegere regeringsvorm geleidelijk hadden kunnen worden verbeterd, als uit weerzin tegen allen geweldigen ommekeer en tegen het inroepen van vreemde hulp. In 1804 werd hij, met de Heeren C.A. Ver-huell en J.W. Janssens, door den Aziatischen Raad voorgedragen tot Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indi
ë, welks belangen hij meer had bestudeerd sedert hij in 1791 de Heeren Commissarissen-Generaal Nederburgh en Frijkenius als Secretaris naar Java zoude hebben vergezeld. Die voordragt bleef buiten gevolg, maar in 1805 werd Elout, na het Ministerie van Binnenlandsche Zaken te hebben geweigerd, door den Raadpensionaris Schimmelpenninck, met den Heer van Grasveld, aangesteld tot Commissaris-Generaal over Nederlandsch-Indië.

Vaderlandsche historie door Jan Wagenaar 1795
Het Eiland Texel, door het menigvuldig Ys ter Reede, van het Vasteland afgescheiden, vernam niet voor den 25 van Louwmaand, de komst der Franschen aan de Helder. Schoon die eilanders, wat het meerendeel betrof, bekend stonden voor aan den Huize van Oranje zeer verknogt, ontbrak het niet aan andersgezinden.
Groote vreugde rees 'er by deezen. Op alle Dorpen des Eilands werden Vryheidsboomen geplant, de Burgeryen verkoozen hunne eigene Vertegenwoordigers. De oude Regeeringspersoonen deeden afstand van hunne Posten. De Burgery verzogt den Schout Cornelis Theod. Elout aan te blyven, en de van zyn Post verlaatene Secretaris Maronier verkreeg die weder door de meerderheid van Burgerstemmen-
Op dit Eiland bevonden zich, zints jongste Slachtmaand, eenige Fransche Krygsgevangenen. Niet alleen kreegen zy, door dien lotswissel hunne Vryheid; niet alleen deelden zy in de vreugde der Patriottische Texelaaren, maar bragten ook veel toe tot behoude der goede orde, rust en eensgezindheid onder de Burgery; terwyl de Chef de Brigade Cantagrelle, inzonderheid door zyne raadgevingen de nieuw verkoozene Volksvertegenwoordigers, bystand boodt.

Op Texel wilde men van de innocente schout Binkhorst af
Hoewel Binkhorst al heel lang innocent, geestelijk ziek was, werd hij nog wel beschouwd als de Schout van Texel. Het was wel duidelijk dat hij niet meer in functie zou komen en om hem lecvenslang door anderen te laten vervangen was eigenlijk niet zoals het hoorde.

Omslag Aan de representanten van Holland 25 Maart 1795
Ingevolge derzelver aanschryving van den 6: Maart dezes Jaars, ten eijnde opgave te doen wie op dezen Eijlande tot waarneeming van het recht der Hoge overheid aangesteld zijnde
Daar hier nu opheden, ingevolge het recht den volke toekomende van af en aanstelling der zodanige amptenaaren uit het volk werdende betaald, den Schout van dezen Eylande Mr: Cornelis Binkhorst is gedimmitteereerd en ontslagen uit derselvs posten alhier, en wel te neer, daar dezelve door Innocentie zedert den Jaare 1779 niet dan in Naam alhier geageert, ingevolge zekere resolutie van de Staten van Holland van den 12 Meij derzelven Jaars, en dus de post zedert dien tijd altoos bij Substitutie waargenomen; tot zolange den Effectiven Schout wederom mogte zijn hersteld.
Zo is dan op heden in derzelver plaatse door meerheid van Stemmen uit het midden van den Volke tot Schout van Texel verkosen Mr: Cornelis Theodorus Elout.
Wij verzoeken dus de Confirmatie door Uwe Vergadering van dezelve aanstelling, en dat hij denzelve Commissie mag ontfangen
Waarmeede naar toewensching van Heyl en broederschap
Blyve Uwe Meedeburgeren
Aan de representanten van Holland 25 Maart 1795

Elout was nu verkozen schout. Hij zou op die manier niet meer voor Binkhorst hoeven te betalen. De familie gaf dit inkomen niet zomaar op.

Decreeten van de Provisioneele representanten van het Volk van Holland
den 30 Maart 1795
Request van Jacob Binkhorst, Maire der Stad Hoorn, als Voogd over den Persoon, en Administrateur der Goederen van zyn Broeder Mr. Cornelis Binkhorst, Schout, Dykgraav en Bode van Texel, tevens Strandvonder van Texel en het Eyerland; inhoudende, een verslag der omstandigheeden waar in Mr. Cornelis Binkhorst zich bevindende, versoekende, dat by het verleenen der Commissie van den nieuw te stellene Bailluw van Texel, mag gevoegd worden de bovengestelde Strandvondery, en als dan de uitkeering, by dit Request gesteld, geduurende het leven van Mr. C. Binkhorst, aan denzelve betaald moet worden.
Waarop goedgevonden is, den aangestelden Schout Elout aanteschryven, dat hy, volgens het contract, de uitkeering aan deselve moet blyven betalen.
Idem 25 Mey 1795
Is geleezen de Requeste van Cornelis Theodurus Elout, woonende op Texel, waar by, uit kragt van het gunstig besluit deezer Vergadering, op zyn nader Request, den 4 deezer genomen, bekomen hebbende het verzoekschrift van Jacob Binkhorst, relatif de uitkeering van f 600:0:0 's jaars, door hem Elout aftegeeven; als Schout, Dykgraaf en Boode op Texel, die zaak weder ampel discussieerd, met eenige Bylaagen daar toe betrekkelyk; en, op fundament zyner geallegueerde consideratien; versoekt en vertrouwd, dat de Vergadering het eerste lid van het verzoek, door Jacob Binkhorst afslaande; hem Elout van alle uitkeering; hoe genaamd, zal libereeren.
Idem 22 Maart 1796
Is gelezen de Requeste van Mr. Jacob Binkhorst, Burger en Inwoonder der Stad Hoorn, als Voogd over den Persoon en Administrateur der Goederen van zynen, wegens innocentie in de Beverwyk geconfineerden Broeder, Mr. Cornelis Binkhorst, geweest zynde Schout, Dykgraav en Bode van het Eiland Texel, benevens Bailluw van het, ten Noorde aan dat Eiland grenzende, Eyerlandt, alle welke Ampten, uit kragt eener Resolutie der geweze Staten van Holland van den 12 Mey 1779, onder het oppertoezigt en directie van geweze Gecommitterde Raden te hoorn, door een Substituut zyn waargenomen enz.
tendeerende het zelve Request om ampel gedetailleerde redenen, ten einde de Vergadering den tegenwoordige Bailluw, Mr. C.T. Elout beveele, het jaar uitkeering, verschenen 25 January 1797, ter somme van 600 guldens, aan hem Requestrant qq. voor Mr. Cornelis Binkhorst, ten spoedigsten te voldoen; en dat deze Vergadering wyders de Resolutien der geweze Staten van Holland van den 12 Mey 1779, benevens die van den 30 Maart 1795 der Provisioneele Representanten van het Volk van Holland, nader en finaal gelieve te bekragtigen.
Waar op, na deliberatie, goedgevonden is, de voorsz. Requeste en Bylage, by appointment te stellen in handen van het Committé van Algemeen Welzyn, om advys.

Broer Binkhorst probeerde later nog eens om het afgesproken bedrag van f 600 los te krijgen:
Vergadering 24 January 1797
Idem request van Mr. Jacob Binkhorst als Curator over zynen Broeder Mr. Cornelis Binkhorst voormaals Schout van Texel, versoekende de intercessie van deese Vergadering ten eynde van de pro interrus aangestelde Burgers tot waarneeming van de Schoutspost ingevolge decreet van 11 Juny 1795 pro parte dan wel gezamentlyk, de uitkeering van f 600 S' jaars by decreet voornoemd aan Mr C. Binkhorst toegelegt tebetalen.
Te rescribeeren, dat het provinciaal Committé den 10 October ll den Burger Mr. G.C.W. Reynbach ad interim aangesteld hebbende tot Strandvonder van Texel en het Eierland, den zelve Burger Jacob Binkhorst aan opgenoemde Burger Reynbach zig zal gelieven te addresseren, als zynde by decreet van 11 Juny 1796 bepaald, dat uit de inkomste der Stranden als nu de f 600- aan Mr. C. Binkhorst wel konde worde betaald.

't Land van Texsel, bld 279, Revolutie ook op Texel:
'Aan het hoofd van het eilandsbestuur stond mr. Cornelis Theodorus Elout, die in 1793 bij 'indispositie' van mr. C. Binkhorst tot substituut-schout en dijkgraaf was benoemd. Men mocht hem wel, hij was een man die begreep wat er onder de mensen leefde. Hij stemde toe dat er nieuwe bestuurders van het eiland werden aangewezen, die in overeenstemming met het Franse gezag, niet langer schepenen en burgemeesters, maar municipale raden genoemd zouden worden'.
[Van toestemming van Elout voor deze veranderingen was geen sprake- deze veranderingen werden in de gehele Bataafse republiek doorgevoerd. Men stond in 1795 nog niet onder Frans gezag, maar had Franse militairen in dienst, die de 'gelukkige revolutie' hielpen ondersteunen en doorvoeren].

De meeste bronnen geven het jaartal 1795 voor de aanstelling van Elout als Schout op Texel, behalve Van der Aa en Van der Vlis. Het verschil tussen en 3 en een 5 is in veel handschriften niet zo groot, en een foutje is zo gemaakt.
Pas in onderstaande brief stond het duidelijk:

Aan het Committé van Reekening van Holland was aldus den inhoud
MedeBurgers!
Ter voldoeninge Uwer aanschryving van 24e der gepasseerde Maand January;
kunnen wy Ul melden: dat van 13 Maart tot 8 Mey 1789 alhier als Officier van Justitie gefungeerd heeft, Hercules de Vries van Alkmaar- dog van hier vertrokken zynde, weeten wy niet of leefd of dood is.
Vervolgens is op aanschryving van Gec- Raaden in Westvriesland, van Laastgenoemde datum tot den 31 July daaraan, denzelve ad interim opgevolgd den Precident Scheepen Arie Kikkert, wonende thans aan den Burg alhier.
Dat als toen aangekomen is, Jacobus Valk van Amsterdam, dog gedefungeerd in Augustus 1793 en in September 1794 tot Amsterdam overleeden in wiens boedel door Scheepenen van die Stad in der tyd, tot Curator is aangesteld den advocaat van der Meersch tot Amsterdam voornoemd woonagtig.
Eyndelyk is van Augustus 1793 tot Officier der Crimineele Justitie voornoemt aangesteld den Burger Mr. C.J. Elout thans Raad van den Hove van Holland, welke zyne post heeft nedergelegd den 1 Junij 1796-
hier meede vertrouwende aan Ul versoek voldaan te hebben- zyn wij naar toewensching van
Heil & Broederschap
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 22 feb. 1797

DE MAIRE DIE VAN 'T EILAND WAS
Na de Bataafse revolutie van 1795 was iedereen gelijk. Men was Burger en Burgeres.
Elout was benoemd als Schout van Texel en Bailliuw van het Eiereland. In de Gemeenteraadsnotulen noemt men hem Maire- eigenlijk was hij voorzitter daarvan als hij aanwezig was.
Van de laatste driekwart jaar dat Elout Maire van Texel was, bracht hij veel tijd door met (net)werken aan zijn loopbaan in de landelijke politiek. In januari 1796 was hij even terug op Texel, daarna weer naar Den Haag en vanaf begin april voorgoed weg.
Ondertussen was er geen schout van Texel en geen Bailluw van het Eierland.
Pas in juni 1797 werd Martinus Langeveld als Schout aangesteld.

Dit gebrek aan gezag leidde tot vreemde situaties. Er was geen deskundige leiding bij de stemprocedures, waardoor het Regeringsreglement van Texel zo werd aangepast aan de wensen van jan en alleman, dat het later afgekeurd werd door de Provincie.
Ook de gevechten om de Grote Kerk zouden niet hebben plaatsgevonden als er Schout in de gemeente aanwezig was geweest.
Eigenlijk dacht Elout vooral aan zijn eigen bevordering en liet hij het Texelse volk hulpeloos aan zichzelf over. Onverantwoord!

Notulen van de Municipaliteit (die beginnen in augustus 1795, geschreven door de nieuw aangestelde secretaris Willem Romans):
31-8-1795 Vergadering van den 31-Aug. 1795

Present alle de Leeden, demto de Maire Elout, die van het Eiland was
14-9-1795 present alle de Leeden demto de Maire die van het Eiland was
Vergadering 21-9-1795
present alle de Leeden demto de Maire die van het Eiland was, dog in de nademiddag present was-
Vergadering 23-10-1795
Elout en Sybrand Keyser naar den Haag
Vergadering den 30 October 1795
present alle de Leeden demto de Maire die van 't Eiland was- als meede den Burger Jan G. Spigt
Vergadering den 2 November 1795
present alle de 3 Committé's of geheel Municipaliteit
demto de Maire en 't Lid Sybrand Keyser beide in Commissie naar S Hage-
als meede de Leeden Jacob C. Boon en Hendrik Dekker, de laatste niet op Texel

Wyders geeft de Commissie uit Voorligting nog te kennen: dat veele Burgers by haar hadde geweest zig beklagende over de meenigvuldige Schapendiveryen zodanig dat binnen een week wel 20 gestolen waaren- dat de Schout geduurig van Texel af was en dat ofschoon zy dan wel klaagde 'er geen redres in kwam- zelfs dat hy een van hun allen daar zeer slegt over behandeld had-
Het Committé van Justitie hier ook present, zegt den precident in de eerste plaats: dat de dienaars van Justitie zeer slegt zynde, hy hier te meermale zig hadde zig aan de Schout beklaagd had, zelfs zodanig dat hy met de zelve geen Huysvisitatie zoude wilde doen, en dit ook aan de Municipaliteit had te kennen gegeven- daar men inde tweede plaats kortelings geleeden eene premie van 100 gl. had uitgeloofd ter ontdekking van de daders- en daar dien evenwel niet hielp men op voordragt van een polder in de derde plaats eene algemeene Nagtwagt der Landlieden en Burgers had versogt- dewyl men onmogelyk om de uitgestrekheid van het Eiland zonder medehulp de ontdekking doen kon-
Dat wat nu het eerste aanging, de dienaars der Justitie al deselve gebleven waaren-

Vergadering den 6 November 1795
present alle de Leeden demto [behalve] de Maire van het Eiland & S. Keyser
Vergadering gehouden op den 13 November 1795
present alle de Leeden demto de Maire en den Burger Sybrand Keyser die van 't Eiland waren
Vergadering gehouden op den 15 November 1795
present alle de Leeden demto Pieter Alb. Kikkert & Cornelis Hendr. Bakker zynde de Maire van het Eiland
Vergadering den 18 November 1795
present alle de Leeden, demto den Burger Pieter Alb. Kikkert benevens de Maire welke van het Eiland was.
Vergadering den 20 November 1795
present de geheele Municipaliteit except de Leeden Hendrik C. Bakker, P. Alb. Kikkert, Jacob C. Boon, Simon Klaasz Bakker, Aris Sunderdorp, Aris Spigt, Cornelis List, Cornelis W. Smit, als meede de Maire dewelke niet op het Eiland was.
Vergadering den 27 November 1795
present alle de Leeden demto den Burger Pieter Albertsz Kikkert en de Maire Elout van 't Eiland
Vergadering den 2 December 1795
present alle de Leeden demto de Burgers Pieter Alb. Kikkert, Jan G. Spigt, Cornelis H. Bakker en de Maire die van Texel was
Vergadering den 4 December 1795
present alle de Leeden demto de Maire die van 't Eiland was-
Vergadering den 11 Decem. 1795
present alle de Leeden demto de Maire die van 't Eiland was
Vergadering 15 December 1795
present alle de Leeden demto den Burger Jan G. Spigt en de Maire Elout die van het Eiland was
Vergadering 19 December 1795
present alle de Leeden demto de Maire Elout die van 't Eiland was
Vergadering 22 December 1795
present alle de Leeden demto de Maire die van 't Eiland was-

Vergadering den 5 January 1796
Secreet (geheim voor het Volk van Texel,en daarom hier in een ander lettertype): de Order van den dag zynde: dat die der Leeden zo als ook de Maire Elout, welke den Eed nog niet hadde gepresteerd op hunne ambtsbedieningen, die dadelyk zoude hebbe te doen, ofte zulks verpligt weesen
Verklaarde de maire en ook den Burger Quast Lid van dit Committé bereid te weesen, denzelve dadelyk in handen van dit Committé te presteeren, waarop dan ook door den precident deezer Vergadering Cornelis Hendriksz Bakker de beide voorenstaande den Eed by de Representanten van Holland, in dato 11 December 1795 gearresteerd, is afgenoomen

De Burger Elout, in Commissie geweest zynde naar S' Hage met den Burger Sybrand Keyser- doed daar van het volgende rapport
MedeBurgers!
De ondergeteekende van weegens deeze Vergadering met den Burger Keyser gecommitteerd zynde geweest, om alle die middelen aantewenden, welke zoude kunnen strekken, om de gelden aan dit Eiland van wegens verschillende Committé's van Holland coministeerende te
verkrygen, meend verpligte te zyn van zyne verrigtingen aan Ul rapport te doen.
Dan daar den Burger Keyser reeds van de gemeenschappelyke pogingen, en derzelver uitslag berigt heeft ingeleverd, zal de onderget: die door toevallige omstandigheeden aan U bekend langer van hier afweesig is geweest, en daar dan nog afzonderlyk eenige conferentien in S' Hage gehouden heeft, van deeze alleen Verslag doen.
Vooreerst heeft de onderget: meede gebragt eene Somma van f 2516- welke hy thans overgeeft, in voldoening eener Ordonnantie geslagen ingevolge het Appointment op de requeste tot teruggave der Transport kosten van de Engelsche Krygsgevangen Vrouwen- terwyl hy voor het nog resteerende, de Kosten namentlyk van het verblyf alhier, met den Procureur van Son, is afgesproken, dat deeze daartoe ten alle spoedigste het nodige zoude bezorgen, en daar over verder met den Burger Buyskes handelen.
Ten tweeden: heeft hy meer dan eens vergezeld van de Burger Buyskes zig vervoegd, by het Committé tot de Vivres van 't Bondgenootschap, ten einde afreekening te mogen erlangen, van 't geen dit Eiland competeerde, wegens gedaane Leverantie tot de maand October inclusive, of ten minste gelyk my stellig beloofd wierd, afgifte van het Saldo der maanden Augustus en September- dan alles vrugteloos- terwyl de Directeur General Vonk hem op den 22 December ll verzekerd heeft, alle de Bons te zullen naarzien, en binnen korte dagen met den Burger Buyskes de zaak zal afdoen.
Ten opzigte der uitschotten voor de Amsterdamsche cannonniers, waarover zo veel gesprooken en geschreeven is, is het onderget: eindelyk gelukt, het Committé Militair te
overtuigen van haare verpligting om deeze Gelden op Last van haare Commissarissen geaccordeerd te rembourseeren- 'er is dus tot het verkrygen dier penningen niets meer nodig dan aan het zelve Committé te zenden een Copie authenticq van de Last door de Burgers Crommelin en Van der Wal hunne medeleeden geduurende hun verblyf alhier gegeeven, en daar by te voegen eene brief, waarby de te rug gave der penningen ten sterkste worde aangedrongen en dan twyffeld de onderget: geensints aan den goed uitslag.
Wat de nog Competeerende Gelden van de zogenaamde groote requisitie betreft, tot verkryging derzelver schynt tot nog toe geene de minste mogelykheid te zyn.
Ingevolge van dit Verslag proponeerd de onderget: zo spoedig mogelyk eene Brief te schryven aan den burger Buyskes, met versoek om een & ander hier gespecificeerd te helpen verhaasten, en aan deeze Vergadering spoedig te antwoorden.
Heil & Broederschap
Elout
Texel 5 Jan. 1796
Naar dat dit Rapport gehoord was, is het verrigten van den Burger Elout geapprobeerd en dezelve voor zyne genomene moeite in deezen bedankt.

Wyders doed den Burger Elout rapport dat 'er eene Missive van de fransche Consul te Amsterdam was ingekomen, over een ingevalle fransche Cotter dog daar deselve Cotter bereids in het Nieuwe Diep was gezeild, en zig reeds waarschynlyk aan de Viceadmiraal Ryntjes had geadresseert, had zyn Ed daar ook aan den Viceadmiraal over geschreeven, welke de besorging ook op zig genomen had.

Den Burger Elout zegt, dat de Arme Bos by hem aan Huys, voorheen altoos geleegd was, door de Gereformeerde Diaconie van den Burg, dat zy tot dat einde bij hem zynde gekomen, hy zulks had geweigerd, als van Oordeel was, dat deese Penningen nu voortaan aan de Gemeen Armen behoorde-
Waarover gedelibereerd zynde, is eindelyk geconcludeerd, dat de gelden in die Bos komende, zo nu als in het vervolg zullen verdeeld worden onder de 3 Gezindheeden, Mennonite, Roomsche en Gereformeerde over Texel.

Den Burger C.H. Bakker legt zyne 14 daagsche precidium neder, wanneer unaniem tot precident voor 14 dagen verkoosen werd de Maire Elout.
De precident heeft de Vergadering des Sí avonds ten half 7 uuren gescheiden, en tot aanstaande Vrydag morgen om 10 uuren geadjourneerd.

Vergadering 15 January 1796
present alle de Leeden demto den Burger Pieter Kikkert Alb.
De Notulen der voorgaande Vergadering zyn geresumeert en geapprobeerd

Ingekomen zynde diverente Klagten over die van de Contrarie parthy, wegens Tumultieuse beweeging aan Oosterend- zo door het inslaan van eene menigte Glasen- Orange boven roepen- dreigementen te doen en samenscholingen aldaar te maken, zodanig dat niemand S' avonds daar langer zyn persoon langs de publicque Straat veilig is; werd geresolveerd: daar tegens der Sterkste maatregelen te neemen- en wyders geproponeert wordende by provisie aldaar een detachement Militaire uit de Schans te doen- tot dat eynde dezelve te requireeren en met de Commandant daar over de nodige Schikkingen te beraamen. Zodanig dat de publicque rust bewaard worden, is zulks dadelyk conform het voorstel geconcludeerd en tot de bewerkstelling hier van eene Commissie benoemd, bestaande in de Maire Elout en Kwast, welke nog deeze nademiddag met den Commandant spreeken, en zo het mogelyk was te weeg brengen, dat nog deeze avond aldaar Militie komt- wyders zal de gemelde Commandant werden ter handen gesteld, dit naarvolgende Requisitoir:
De Municipaliteit van Texel requireerd van den Cap. Commandant Van der Asch alhier Guarnisoen houdende, een detachement Hollandsche Militairen met een bekwaam Officier, het getal met bygaande Commissie uit de Municipaliteit te requireeren- te leggen aan Oosterend alhier, ter voorkominge van zodanig Tumultueuse beweegingen aldaar plaats hebbende- aan der zelve Commandant werd op zyne Verantwoordelykheid het Maintien voor de Publicque rust ter plaatse voornoemt op en aanbevolen- en zal gemelde detachement goede ordre en discipline noeten houden- behoorlyke patrouille doen- de Kwaadwillligen te vatten- in bewaaringe te houden en vervolgens aan de Justitie overteleveren-
Actum op 't Huys der Gemeente van Texel den 15 January 1796
Ter ord. als bove (getekend) WRomans

Dewyl dus het werk ten opzigte der Stemopneemers zeer onvolmaakt zynde, eene groote verwarring zoude veroorsaaken, zyn de volgende Commissien uit deeze Vergadering aangesteld omme op den 26e deeser maand in de Grondvergaderingen te gaan, en daar in persoon de Stemopneemers te benoemen
Over den Burg Polus Kikkert Alb, Jan G. Spigt
Hoorn & Westen Sybrand Keyser, Pieter Alb. Kikkert
Oudeschil Maire Elout, S. Kwast
Oosterend C.H. Bakker, Gerrit Sluysman

Extra Vergadering den 27 January 1796 present alle de Leeden
die van de Maire Elout den den Burger S. Kwast, gecommitteerd geweest naar het Oude Schil, was van deezen inhoud:
Aan het Committé van Algemeen Welzyn op Texel
MedeBurgers
'Door U gecommitterd om in de twee Grondvergaderingen aan 't Oude Schil in de Gereformeerde Kerk en het School by een geroepen; uit de aldaar Compareerende Stemgeregtigden te benoemen drie Stemopneemers meenden wy verpligt te zyn, om van ons wedervaaaren aan Ul rapport te doen.
Wy vonden by onse komst beide plaatsen genoegsaam ledig, en het heeft ons niet mogen gebeuren grooter getal by een te zien dan 9 of 10- terwyl nu door de Vergaderde Burgers in de Gereformeerde Kerk reeds van den beginnen veele Zwarigheeden gemaakt wierden, tegen het benoemen van een Kieser met een zo gering getal Stemgeregtigden, begaaven wy ons intusschen naar het School en aldaar geene aanmerkingen of bedenkingen van dien aard geopperd zynde volvoerden wy onse Last, en stelde aan tot Stemopneemers de Burgers Cornelis Jonker, Simon Vos en Jacob de Vaan, van welke wy de gerequireerde belofte afnaamen en die dan ook greetig de vervulling van de hun opgedraagen post aannaamen-
Wy wende ons daarna weder naar de Kerk, en bemerkende dat de aldaar vergaderde Burgers hunne reeds geopperde Zwarigheeden van zo veel gewigt rekende, dat zy begreepen tot de Stemming niet te kunnen overgaan, meende wy de voorzigtigste weg te zyn, van aan elk Stemgeregtigde hoofd voor hoofd aftevragen of zy tot Stemmen gebeigd waaren, 't welk door allen eenparig met Neen beantwoord werd- van welk dan het gevolg was, dat dezelve Vergadering scheide zonder dat uit dezelve een Kieser gekoosen was'
Wy leggen dit eenvoudig verhaal voor Ul open en wenschen Ul Heyl
(getekend) Corn. Theod. Elout en Simon J. Quast
Texel 26 Jan. 1796

Zullende tot dat eynde de Krygsraad voornoemt ofte wel eene Commissie van den aanstaande donderdag den 18e deeser des Sí morgens ten Raadhuyse alhier vergaderen omme de persoonen by de voorn. goedgekeurde Lyste vervat, in de Gewapende Burgermagt aanteneemen- waarby dan ook eene Commissie uit deese Vergadering zal assisteeren-
Daartoe benoemd de Maire Elout en Poulus Kikkert Alb. en zal hier van aan de Krygsraad van den Burg Extract werden gegeven tot derselver narigt.

Vergadering den 11 Maart 1796
Present alle de Leeden, demto P. Alb. Kikkert en de Maire die van 't Eiland was

Vergadering den 17 Maart 1796
Den Burger Elout rapporteerd in den Hage van het Committé tot administratie der Fransche Troupes in dienst deeser Republicq te hebben ontfangen een Wissel op Loofs van der Brat tot Amsterdam, groot f 3943.14- te betalen een maand na dato, alles in voldoening van de door deeze Municipaliteit overgeleeverde Reekeningen tot Ultimo November 1795 ingeslooten, nemende opgemelde Burger Elout aan, denzelve Som ordelyk te voldoen, mits dat die werde gendosseerd op den Burger Pieter J. van Eibergen te Haarlem-
En is conform deeze voordragt, also geconcludeerd-

Vergadering den 22 Maart 1796
present alle de Leeden, demto de Burgers Jan Gerritsz Spigt, Gerrit Sluysman, Pieter Alb. Kikkert en de Maire Elout van het Eiland

Vergadering den 11 April 1796
present alle de Leeden, demto de Burger S. Quast en de Maire Elout

Vergadering den 4 April 1796
Extra Vergadering zynde, waaren present alle de Leeden demto de Maire en den Burger Quast van 't Eiland

Vergadering den 11 April 1796
present alle de Leeden, demto de Burger S. Quast en de Maire Elout

Vergadering den 19 April 1796
Present alle de Leeden, demto den Burger Quast en de Maire, beide van het Eiland
De precident deeser Vergadering met den Burger Poulus Kikkert Alb geeve kennisse dat by hun zig had aangediend een Burger Groot, actueel nog Hoofdofficier van Alkmaar, zeggende geinformeerd te zyn, dat de tegenwoordige Schout van Texel den Burger Mr. C.J. Elout voor zyne post had bedankt, dierhalven presenteerende zyn persoon tot vervulling van deselve post- aangenomen voor Notificatie

Extra Vergadering van alle de drie Committé's
present alle de Leeden demto den Burger Sybrand Keyser
Vrydag Morgen om 10 uure den 22 April 1796

De Maire Elout zegt aan deeze Vergadering dat de tyd der verandering van de Regeering met den 1 Mey aanstaande zynde; hy met overleg van het Committé tot de Zeedyken en dat van Justitie nodig geoordeeld had, deese byeenroeping te doen; ten eynde men het Regeerings reglement voor Texel konde naargaan, en bepalen hoedanig alsnu met de Verkiesing te handelen.

De Maire Elout geeft aan deese Vergadering kennisse: dat hy tot RaadsHeer van den Hove van Holland en Zeeland beroepen zynde, hy die post aangenomen hebbende, als nu zyne post van Schout van Texel, in de Schoot der Burgery nederlag-
Proponeerde verder daar zyn verblyf op dit Eiland nog maar zeer kortstondig zal weesen: dat 'er iemand en wel zo hem best voorkwam, de president van het Committé van Justitie wierde gequalificeert omme by provisie zyne post ad interim waarteneemen; tot dat door het Volk daar inne nadere voorsieninge zal gedaan zyn-

De Vergadering na hun uitterste Leedweesen betoond te hebben over het nederleggen van de Maire zyn post als Schout deeses Eilands, zeggende verhoopt te hebben, nog Lange Nut van de bekleedinge deser Waardigheid van hem te mogen hebben-
Concludeert ingevolge de propositie met versoek aan de precident van 't Committé van Justitie de post van Schout ad interim te willen op zig neemen- hetgeen den zelve dan ook aangenomen heeft, en werd vervolgens aan de hier voorengenoemde Commissie ook opgedragen, omme hunne gedagten te laten gaan, over de wyse ter vervulling van eene andere Schout en Dykgraav.
De Schout ad interim was Gerrit Kooyman.

Daarna vertrok Elout van Texel om er niet of nooit meer terug te komen. Hij ging hogerop.
Voorheen wendde de Texelse regering zich tot de Burger Gerrit Buyskes in Den Haag om karweitjes van allerlei aard voor ze te doen.
Na het vertrek van Elout was hij 'onze Man in Den Haag'. Buyskes werd niet meer genoemd.
Zowel Buyskes als Elout deden het werk voor hun oude Gemeente niet voor hun plezier- zij reageerden niet of laat. Sijbrand Keijser was een tijd werkzaam in Den Haag.
Tenslotte nam de Gemeente een betaalde advocaat in dienst.

VERKIEZING VAN EEN NIEUWE SCHOUT
Het ging in die tijd zo democratisch toe, dat bij verkiezingen iedereen op iedereen mocht stemmen. Hendrik Tigman kreeg de meeste stemmen voor de post van Schout, waarom is niet duidelijk. Hij was van beroep schrijver bij de Vloot en wilde wel graag Schout worden, maar werd zonder duidelijke opgave van reden niet benoemd. Men had in 's Hage ook meteen kunnen zeggen dat iemand die schout wilde worden rechten gestudeerd moest hebben.
Aan de andere kant, hij was democratisch gekozen- daar zou toch rekening meer gehouden moeten worden. Niet dus.

STRAATGEVECHTEN IN DE BINNENBURG
Vergadering 14 October 1796
Present Jan G. Spigt, Cornelis H. Bakker, Ryer Huysman en Jan Wilkes
Vrydag Morgen om 10 uuren
De Notulen van 11 October zyn geleesen en goedgekeurd-
De Vergadering belegd zynde op ordre van de Commissie van onderzoek der geforceerde Negotiatie van 6 pCt [belasting] van den 17 July 1795
Zyn binne gestaan de Burger P. Houttuyn, Lid van 't Provintiaal Committé by zig hebbende L. Van Stipriaan, Secretaris van Haringhuysen, als deszelfs amanuensis
Overleggende Authorisatie gedateerd 19 Aug. ll op zyn Ed en G. Matthaus, Bailluw van Schagen, dog welke laaste door indispositie agtegelaten was.
Versoekende in de eerste plaats, dat hun een behoorlyk vertrek ten Raadhuyse alreeds mag worden aangeweesen, tot het houden hunner zittingen-
Ten tweede: dat de plaatselyke Commissie wegens het viseeren der quitantien, heden middag by hn geroepen worden
Ten derde: eene der Eilands Bodens tot hun gebruyk
En eyndelyk: te mogen weeten wie dat de post van Schout en Bailluw hier overneemt
Naar inzien van een en ander is hun Scheepens Kamer tot gebruyk aangeweesen-
Eene der Eilands Bodens geaccordeerd
En aangenomen de Commissarissen uitgemaakt hebbende de de plaatselyke Commissie tot het Viseeren der quitantien heden Middag by hun te doen komen-
en eindelyk dat den Burger Gerrit Kooyman tot nogtoe de post van Schout waarnam. Dan dewyl de commissie dien Burger als geen precident Scheepen meer zynde [Kooyman was afgetreden na ruzie], verklaarde denselve als zodanig fungerende Schout niet te kunnen erkennen-
En daar op de Notulen van 22 April 1796 en het 11 Art. van het Regeerings reglement naar gezien zynde, versogt denzelve daar op van de Vergadering te mogen weeten: wie dat precident Scheepen was?
Naar hier op geantwoord te hebben, zulks in het zekere niet te weeten; versogt de Commissie dat men het Collegie van Scheepenen zou doen vergaderen, ten eynde die eene precident benoemen- dewyl zodanig een Accusator publicq noodzakelyk de Commissie zoude dienen te assisteeren, in Cas van Arrest, Gyseling of andersints.
En is daarop geresolveerd: morgen ogtend het Collegie van Scheepenen opteroepen, hun van
de Intentie der commissie te verwittigen, zullende naar bekomene bewustheid wie dat precident Scheepen was, de Commissie daarvan dadelyk kennis doen geven, waarna de Commissie vertrokken is- naar alvorens versogt te hebben uit hoofde der beweegingen op gisteren tusschen de Gewapende Burgermagt en de Burgery alhier voorgevallene, informatie te mogen hebben. Daar denselve als den Eed gedaan hebben aan den Lande, zig verpligt rekende, daar van Verslag te moeten doen- versoekende dus tot elucidatie van een en ander, dat aan hun deswegens eene Commissie uit deese Vergadering mag worden gezonden.
zynde als toen dadelyk uit deese Vergadering benoemd, omme op morgen zulks aan het Collegie van Scheepenen voortedragen- de Leeden
C.H. Bakker, R. Huysman en Pieter Alb. Kikkert

Er was dus helemaal geen Schout in functie! Rechteloosheid! Daar moest van hogerhand zo snel mogelijk ingegrepen worden.
Men benoemde Albert Gorter tot president Scheepen, voorzitter van het Committé van Justitie, die als interim Schout fungeerde tot een echte Schout benoemd was.
Als Elout zijn plicht ten opzichte van Texel voorop had gesteld, in plaats van aan zijn persoonlijke loopbaan te werken, was dit nooit zo gebeurd. Hij had het eiland stuurloos achtergelaten midden in het democratiseringsproces. Dat kon niet goed gaan.

MARTINUS LANGEVELD
Tenslotte benoemde men Martinus Langeveld, jurist, tot Schout en Bailliuw- zonder verkiezing. Daar was men op Texel verontwaardigd over- er werd hun iemand opgedrongen, terwijl een ander gekozen was. Vraag het dan niet als toch niet gedaan wordt wat het volk wil!
Langeveld kwam, werkte zich in als Bailliuw, en toen het na een half jaartje nog eens tot verkiezingen kwam, koos men hem.

ELOUT ALS HULP VOOR TEXEL IN DEN HAAG
Men had op Texel wel eens vragen en kwesties, waarbij de hulp van iemand die meer van de wereld wist bruikbaar was. Elout was de aangewezen persoon om in zulke gevallen aan te spreken. Die was daar vast niet blij mee- hij werkte niet meer voor het eiland en wilde er ook niet veel meer voor doen. Men moest op Texel zich zelf redden of hulp inhuren.
Het ging uiteindelijk om geld, zeker in het geval van Elout.

Vergadering den 2 Augustus 1796
De Burger Sybrand Keyser van zyne Reyse uit S' Hage geretourneerd doed rapport
MedeBurgers!
Het heeft de ondergeteekende altyd tot een byzonder genoegen gestrekt het vertrouwen dat Ulieden, meer dan eens, in hem gesteld heeft omme de Belangens van het Volk van Texel
in S' Hage ten uitvoer te brengen, en hy heeft het ook altyd beschouwd, als eene pligt op hem rustende, daar aan te moeten voldoen.
Dat hy by zyne aankomst in S' Hage zig heeft vervoegd by het departement van Algemeen Welzyn, en de reedenen van zyne komst aan deselve nopens het afdoen- wegens de Gereformeerde kerken te kennen heeft gegeven: opdat hy anders verpligt zoude zyn in Naam der Municipaliteit van Texel te verklaaren, dat deselven de handen daar van zoude afwassen, en de gevolgen voor Reekening van het zelve Committé lieten.
Tot dat eynde stelde ik eene Conferentie voor, omme onderling waar het mogelyk deese lang verdrietige Zaak ten eynde te brengen, het welk goedgevonden wordend, versogt ik den Burger Elout als door zyn langduurig verblyf onder ons de Zaak kundig mij hier in te assisteeren, welke daar in bewilligde.
Conferentie wierd daarop met de Burgers Buyskes en Foreest gehoord en daar inne bereykte wy volkomen de wil van Uwe Vergadering- zo dat vastgesteld wierd, dat het decreet van 26 Maarte ll aan Ulieden gezonden, in diervoegen zoude worden gealtereerd, dat de Beheeringen en beschikkingen over de respective Gereformeerde Kerken deeses Eilands volkomen aan de Muncipaliteit wierde verbleeven.
Ten opzigte van het Committé van de Vivres heb ik het zo verre gebragt, dat men my eene Acceptatie groot f 1938.7.2 hebben gegeven, omme over een maand naar dato, dat is: den 19 Augustus Eerstkomende te betalen; welke acceptatie ik gedepostileerd heb op den Burger Elout (welke de goedheid gehad heeft zulks wel op zig te willen neemen) omme die penningen te ontfangen en vervolgens ons te doen geworden-
Ik heb verders met het Committé Militair gesprooken over de betaling der Amsterdamsche Cannonniers en eyndelyk deese verveelende Zaak zo verre ten eynde gebragt, dat men my de resolutie, waarby het Committé van finantie geauthoriseerd word betaling te doen gegeven heeft- de ordonnantie nog moetende werden opgemaakt, waartoe de ordres gegeven zyn, zal die my door den Burger Van Exter werden toegezonden
Laastelyk heb ik het request van de groote rquisitie en handen gesteld van de precident van het Committé Provintiaal met versoek dat zulks mogt werden gegeven by de finantien, en te gelyk aan de Vergadering werden voorgesteld, omme die van de finantie te authoriseeren om met my daarover te handelen, zodanig als vermeenen zoude te behooren-

Dit is also conform myn voorstel gearresteerd, waarop ik my by het Committé van finantie heb vervoegt, en met deselve in onderhandeling getreeden- dan daar S' Lands Casse geene uitgave van dien aard meer konde dulden- bragt ik eyndelyk het zo verre, dat daar ik voorstelde, het Eiland S' Lands Verpondingen Schuldig was, ik aannam wanneer men my Ordonnantie gaf, ik daar voor geen geld uit S' Lands kas zoude ligten, maar dat de Municipaliteit die zoude geeven, tot betalinge van Verponding- waarop ik twee Ordonnantien te zamen groot f 5000- ter goeder reekening ontfing, welke ik de Eer heb hier by overtegeven-
De ondergeteekende vleyt zig zyn verrigtingen de goedkeuring van Ulieden zal wegdraagen, en noemt zig Uwe MedeBurger
(getekend) S:Keijser

Het ging vooral om het loskrijgen van betaling van voorgeschoten grote geldsommen voor allerlei zaken, zoals de 'Amsterdamsche Cannoniers', de 'Fransche Krijgsgevangene Officieren' en de 'Engelsche Krijgsgevangene Vrouwen'. Men had op Texel aanzienlijke bedragen voorgeschoten voor onderhoud en huisvesting van deze mensen en wilde dat geld terug hebben. Ook Elout kon daar weinig aan doen. Soms kwam er toch geld los.

Missive aan den Burger Elout
Geacht MedeBurger
Ik heb ingevolge myn Last opheeden aan den Procureur van Son geschreeven, omme eyndelijk eens en wel binne 14 dagen request te presenteeren tot bekoming der restant gelden ons Eiland van de Engelsche Krygsgevangene Vrouwen competeerende; ofte dat hy ons anders de papieren te rug zend zo hy 'r geen zin in had; dewyl de Municipaliteit dan voornemens was, zig zelve te addresseren. Weest zo goed en dring dit by van Son aan, dewyl de bekrompene omstandigheid van penningen op dit Eiland, voor het zelve noodwendig vorderen dat die in Cas komen.
Ik ben Uw MedeBurger & Vriend (get) WRomans
Texel 1 dec. 1796

Vergadering 21 february 1797
Ter tafel gebragt zynde Extract uit de Resolutien van het Prov. Committé dato 10 feb. 1797- inhoudende dat het Committé van finantie was gequalificeert betalinge te doen voor hetgeene het Eiland competeerde van de Amsterdamsche Cannonniers ter Somma van f 377.1.6
Is den Secretaris versogt den Burger Elout in S' Hage te versoeken de Ordonnantie van die Som te willen doen ligten, en zo de gelden in S' Hage te ontfangen waare, die te doen ontfangen en aan 't addres van den Burger S. Keyser te zende tot Amsterdam aan den Burger Elias Hambeek
Nog zal den Secretaris aan den Burger Pot by de finantie in S' Hage, eene Missive schryven, met Versoek de Ordonnantie aftegeven aan den Burger Elout-

Geld overmaken was niet eenvoudig- men moest het bedrag aan een vertrouwd persoon laten betalen, die het dan weer met een ander meegaf naar de ontvanger.

De Missive aan den Burger Elout luide aldus-
MedeBurger!
Wij hebben van het Provintiaal Committé van Holland dato 10 feb. 1797 aanschryving ontfangen, waarby het departement van finantie van f 377.1.6 voor hetgeene het Eiland komt, van de Amsterdamsche Cannonniers in 1795 alhier gecantonneerd geweest-
Neeme wy de Vryheid Uw te versoeken, dezelve Ordonnantie te ligten en het geld zo het in den Haag betaald wierd, te doen ontfangen, en aan den Burger S. Keyser onder het addres van den Burger Elias Hambeek op de Nieuwendyk tot Amsterdam te willen afzenden, die het dan verder wel afvaardigen zal-
Wy hebben hier ook ingeslooten eene Missive aan den Burger Pot, by het Committé van finantie, aan dewelke wy versoeken de ordonnantie voor ons aan Uw aftegeven-
Wy verwagten UEd ons die Vrienschap niet zal weigeren en zyn naar toewensching van
Heil & Achting
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 22 feb. 1797

Aan den Burger Pot
MedeBurger!
Ingevolge aanschryving van het Prov. Committé van den 10 deeser, het Committé van finantie gequalificeerd zynde, aan ons te depercheeren Ordonnantie ter Somma van f 377.1,6 voor hetgeene ons Eiland competeerd van de Amsterdamsche Cannonniers in 1795 alhier gecantonneerd geweest-
Gelieve UEd de Ordonnantie van die som voor ons aftegeven aan den Burger Mr. C.T. Elout, welke hem aan ons besorgen zal
Heil & Achting
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 22 feb. 1797

Vergadering 21 february 1797
Ter tafel gebragt zynde Extract uit de Resolutien van het Prov. Committé dato 10 feb. 1797- inhoudende dat het Committé van finantie was gequalificeert betalinge te doen voor hetgeene het Eiland competeerde van de Amsterdamsche Cannonniers ter Somma van f 377.1.6
Is den Secretaris versogt den Burger Elout in S' Hage te versoeken de Ordonnantie van die Som te willen doen ligten, en zo de gelden in S' Hage te ontfangen waare, die te doen ontfangen en aan 't addres van den Burger S. Keyser te zende tot Amsterdam aan den Burger Elias Hambeek
Nog zal den Secretaris aan den Burger Pot by de finantie in S' Hage, eene Missive schryven, met Versoek de Ordonnantie aftegeven aan den Burger Elout-

De Missive aan den Burger Elout luide aldus-
MedeBurger!
Wij hebben van het Provintiaal Committé van Holland dato 10 feb. 1797 aanschryving ontfangen, waarby het departement van finantie van f 377.1.6 voor hetgeene het Eiland komt, van de Amsterdamsche Cannonniers in 1795 alhier gecantonneerd geweest-
Neeme wy de Vryheid Uw te versoeken, dezelve Ordonnantie te ligten en het geld zo het in den Haag betaald wierd, te doen ontfangen, en aan den Burger S. Keyser onder het addres van den Burger Elias Hambeek op de Nieuwendyk tot Amsterdam te willen afzenden, die het dan verder wel afvaardigen zal-
Wy hebben hier ook ingeslooten eene Missive aan den Burger Pot, by
153 het Committé van finantie, aan dewelke wy versoeken de ordonnantie voor ons aan Uw aftegeven-
Wy verwagten UEd ons die Vrienschap niet zal weigeren en zyn naar toewensching van
Heil & Achting
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 22 feb. 1797

Aan den Burger Pot
MedeBurger!
Ingevolge aanschryving van het Prov. Committé van den 10 deeser, het Committé van finantie gequalificeerd zynde, aan ons te depercheeren Ordonnantie ter Somma van f 377.1,6 voor hetgeene ons Eiland competeerd van de Amsterdamsche Cannonniers in 1795 alhier gecantonneerd geweest-
Gelieve UEd de Ordonnantie van die som voor ons aftegeven aan den Burger Mr. C.T. Elout, welke hem aan ons besorgen zal-
Heil & Achting
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 22 feb. 1797

Texel moest ook bedragen betalen aan andere instanties, zoals voor de twee Texelse vrouwen die in Haarlem in de gevangenis zaten. Die afhandeling ging via Elout. Hij kon het bedrag voorschieten en het verrekenen met wat hij zelf nog te goed had van Texel.
Ook dat was niet zo eenvoudig als het leek- Elout vond dat zijn rekening eerst betaald moest worden.
Vergadering 30 Mey 1797
De Secretaris van den Burger Elout ontfangen hebbende reekening voor Kost en Kleedergeld van Martje Jacobs Koorn en Tryntje Breroe gedetineerdens in het Werkhuys te Haarlem over 1796, in advys tot de naaste Vergadering.
Vergadering den 1e Juny 1797
Aan de Ordre zynde de reekening van de twee Tuchtelingen te Haarlem, voor 1 Jaar Kostgeld ter Somma van f 317.10- is geresolveerd hier over aan den Burger Elout te schryven, met versoek zo zulks konde, hy opgemelde reekening voldeed, uit het geene het Eiland van hem compiteerde voor de gedaane uitschotten van de Crimineele Reekening, zullende er by gedaan worden, de Reekening van Transportkosten van Martje Jacobs Koorn, na Haarlem.

Missive aan den Burger Mr. C.T. Elout in S' Hage
MedeBurger!
Het zoude ons aangenaam weesen en ook best convenieeren, indien UEd uit de Gelden die wy van Uwe Crimineele Reekening competeeren, zo die bereisd by Uw ontfangen waaren of binnen korte stonde te worden, de te rug gaande geliefde te voldoen
Dewelke wy naderhand, dan met den ander wel konde liquideeren, dewijl onse Eilands Casse door het geene bereids voor den Lande verschoten is, als door schaarsheid van inkomsten weinig voorsien zyn, zo dat deese betaling ons moejelyk zoude vallen
Wy versoeken hierop UEd rescriptie en zyn na toewensching van
Heil & Broederschap
de Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 17 Junij 1797

Vergadering 4 July 1797
Ingekomen Missive van Mr. C.T. Elout inhoudende dat hoe zeer bereids en 5 January 1797 den Eed op zyn Crimineele Reekening had afgelegt, maar nogthans daarop geen betaling had ontfangen- evenwel dat hy provisioneel de aan hem te rug gezondene Reekening voor Kostgeld voor de Twee Tuchtelingen te Haarlem onder zig zal houden.
Aangenomen voor Notificatie.

Vergadering 12 September 1797
Aan de Order zijnde resolutie te neemen over het te betalene Kostgeld van de twee Tuchtelingen te Haarlem geconfineerd
Is naar dat in overweging genomen te hebben nog wel f 1400- dit Eiland van de Crimineele reekening van den geweesene Schout Elout competeerende was- geresolveert een assignatie aan Regenten van het Tugthuys te Haarlem ten beloope der Kostpenningen voor de twee Tuchtelingen op den Burger Elout aftegeven, dog denzelve voorlopig 'er van te adverteeren- alvoorens die afzending deed-

die aan den Burger Mr. C.T. Elout in S' Hage luide aldus
MedeBurger!
Wy zyn genoodsaakt in mindering van het geene ons op Uwe Crimineele Reekening komt assignatie aftegeven aan regenten van het Tuchthuys te Haarlem tot voldoening der Reekening voor de 2 Tuchtelingen groot f 317.10-
Welke wy versoeken UEd op vertoon gelieven te voldoen-
Wy zouden hiertoe niet overgegaan zyn, zo de Schaarsheid van Gelden ons niet drong, waaromme het ons aangenaam zoude weesen, UEd deese betaling deed
In welke afwagting wy zyn, naar toewensching van
Heil en Broederschap
De Municipaliteit van Texel
Ter ord: van deselve WRomans
Texel 20 September 1797

Vergadering 26 September 1797
Geleesen een Missive van den Burger Elout uit S' Hage te kennen gevende: dat hy de op hem getrokkene assignatie tot betaling van de Kostgelden der twee Gevangenen te Haarlem niet zal betalen.

Hopelijk werden de gevangen vrouwen door deze achterstallige betaling niet benadeeld.

CRIMINELE AFREKENING
Vergadering 6 feb. 1798 present alle de Leeden

Door den Burger Representant Keyser geinformeerd wordende: dat de Crimineele Reekening van den Maire Elout als Schout geweest zynde op Texel, den 27 Nov. 1797 bereids aan die Burger omme zyn betaling op te ontfangen versonden is-
Zal aan deselve geschreeven worden, met versoek omme nu ook de Gelden van hem te ontfangen die het Eiland van die Crimineele Reekening competeerd- voorslaande, daar de geweesene Ontfanger Van Wyk aan Zee Cornelis Luytsz, thans Ontfanger aan Oosterend alhier, voor S' Lands Reekenkamer van Holland in Casse heeft ruym f 800- die penningen aldaar in S' Hage te betalen, kunnende men dan die gelden in mindering van gemelde Luytsz alhier ontfangen-

Die aan den Burger Mr. C.T. Elout luide als volgt
MedeBurger! Ons onderrigt zynde: dat in gepasseerde maand November 1798 [1797?] door het Committé van Reekening aan UEd bereids verzonden zoude weesen deszelfs Crimineele reekening als Schout deeses Eilands, omme daarop de te goed hebbende Gelden te ontfangen en versoeken wy Vriendelyk dat UEd de goedheid hebben, het geene ons Eiland daarvan competeerd, hoe eerder hoe beter overtemaken-
Heil en Broederschap
De Municipaliteit van Texel
Ter ordonn. van deselve (get) WRomans Texel 8 Junij 1798

In juni 1798 was dit nog steeds niet afgehandeld. Albert Gorter was als afgezant van Texel naar 's Gravenhage gereisd om te proberen het een en ander te regelen:
Betreffende de Cremineele Rekening door het Eiland aan den burger Elout ter Zomma van 1110.-.- voorgeschooten, moet den ondergetekende aan Uwl. Vergadering ter kennisse brengen, met den burger Elout gesproken te hebben, dan dat Eenichge verschil in de hoeveelheid der pretentie als mede eene door Elout geproduceerde Rekening ter Zomma van 49.-.16-, had veroorzaakt dat den ondergetekende als niet genoeg met deese zaak bekend zijnde, Swaarigheid vond deselve Rekening te doen opteeren, voor dat zulks door hem ter kennisse van Uwe Vergadering zouden zijn gebracht, zijnde den ondergetekende met den burger Elout, overeengekomen, ten Einde zoo veel mooglijk kosten voortekomen, dat gemelde burger ordre zal stellen, ten fine de Municipaliteit hierover zich niet in SHage zal behoeve te addresseeren, dat deese gelden het Eiland competeerende tot Haarlem ten huisen van deszelfs behuwd vader den burger Eekhout op vertoon van de vereist worden pampieren, zal kunnen worden ontfangen-

Vergadering 31 July 1798
de Secretaris suppediteerd ter Tafel zekere Missive van den Burger Elout geweest zynde Schout van Texel, waarby dezelve zegt: dat men van zyn Crimineele Reekening ter finantien deeses voormalig Gewest, wegens betaalde kosten aan den Scherpregter voor 2 gedane Executien had afgetrokken f 107- hy als nu voorsteld zie zom also in mindering aan het Eiland te mogen brengen
Waarover gedelibereerd zynde, is de Secretaris gelast te resribeeren: dat daar het voorschot aan hem Elout als Schout is gedaan, hij dus in zyne qualiteit moest geweeten hebben, of de Scherpregter die aan zyne Instructie gebonden was, zo veel competeerden- men dierhalven hoegaarne ook, geen afkorting op de Eilands gelden konde accordeeren
Scherprechter? Zijn er in die tijd nog doodstraffen voltrokken op Texel, en aan wie?

De Missive aan den Burger Elout in Sí Hage luide aldus
MedeBurger!
Hoegaarne wy Uw f 107- op de posten van f 177- en f 182- op de gedaane voorschotten van deszelfs Crimineele reekening voor in 1795 en 1796 aan de Scherpregter betaalde in mindering lieten valideeren- begrypt UEd zelve wel hoe weinig verantwoordelyk zulks voor ons zoude weesen- daar wij maar simpele voorschieters zyn geweest, die de Betaling deed aan iemand die aan zyn Instructie gehouden was-
Geene vermindering dus kunnende toelaten, zullen wy aan een vertrouwd Schipper, met een quitantie voor het beloop van f 1070.18.8 geeven, omme die gelden by UEd Schoonvader te kunnen ontfangen-
Wy zyn naar toewensching van
Heil & Broederschap
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 2 Aug. 1798

Vergadering 4 September 1798
Ingekomen zynde van de gedaane Voorschot op de Crimineele reekening van Mr. C.T. Elout geweest zynde Schout van Texel f 1070.18.8 welke penningen aan den Ontfanger Star zyn ter handen gesteld, omme nader te verantwoorden-

HET DIJKGRAAFSCHAP
De Dijkgraaf moest pacht betalen. Maar wie was in functie? Elout al lang niet meer.
Die aan den Burger J. v.d. Meulen, waarneemende de post van Rentmeester der domeynen te Alkmaar, nopens de pagt op het Dykgraafschap, luide aldus
MedeBurger!
Wy hebben gemeend UEd te moeten informeeren dat naar het Vertrek van den Burger Elout, het Dykgraafschap alhier, is waargenomen by den Burger Arie Dyksz tot 24 Maart 1797, wanneer den verkoosen Burger Ari Kikkert is geapprobeerd- welke dien post wederom heeft neergelegd en daar van ontslagen 25 September daaraan volgende, en ad interim opgevolgd is, door den Burger Gerrit Jansz Bakker de welke tot Heede nog fungeerd-
Het zal ons dus aangenaam weesen UEd zig ingevolge resolutie van het administratief bestuur des voormalige Gewest Holland, van 26 der voorgaande maand van welke wy meede voorzien zyn, omme wegens de verschuldige pagt van het Dykgraafschap, aan opgemelde Burger zig te addresseren.
Wy zyn naar toewensching van
Heil en Broederschap
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 14 Mey 1798

VRAAG AAN OF OM EEN RECHTSGELEERDE
In 1802 werd men op Texel geconfronteerd met een grote groep militairen, die in afwachting van vervoer naar Kaap de Goede Hoop, die eerder door de Engelsen was veroverd, maar nu, bij een vredesakkoord, weer aan Holland was toegewezen.
Het was niet de bedoeling dat die militairen lag op Texel zouden blijven, maar dat liep anders. Aan het eind van de herfst waren ze nog niet weg.
Er deden zich problemen voor waar men op Texel niet eerder mee te maken had gehad. Men wilde advies vragen aan een jurist, en waarschijnlijk omdat ze geen ander kenden, wendde men zich tot Elout om advies.

Vergadering 11 Junij 1802
ten Huyse van den Burger Langeveld, Schout deezes Eilands, present de Burgers Reinbach Gorter en Schout Langeveld
Vrydag Morgen 11 uuren
Daar de Huyslieden willekeurig met haare Melk opslaan, en dit mogelyk ook wel navolging van andere Neeringdoende, voor al nu daar 'er een Campement van een aantal Militairen zyn, zoude kunnen hebben- is daar men de gedaane Notificatie van den 1 deeser tegens het opslaan der Eetbaare waaren van spys en drank, dat is dat men die aan de Militairen niet duurder als aan de Ingezetenen mag verkoopen op zekere penaliteit, voor niet genoegsaam houd- en daar het meermale in overweeging is geweest, een Middel te bedenken tot het paal en perk stellen der WoekerZugt van de Winkeliers en alle Neeringdoende een advys van 2 Neutrale en deskundige Regtsgeleerde inteneemen en met gronden geadstrueerd- en opdat zulks ten eenemaale onzydig zy, zal den Burger Elout in S' Hage versogt worden, het op zig te willen neemen en de bezorging daar van ten spoedigste te doen-

de Missive aan den Burger Mr. C. T. Elout procureur Generaal by het Nationaal Geregtshof in S' Hage was van deeze inhoude
Geagte Mede Burger!
Ons Eiland thans met een Campement van 2300 Militairen onder Hogeberg geoccupeerd, heeft oorzaake gegeven, dat de Winkeliers en Neeringdoende alhier, verregaande met hunne LevensMiddelen, van de Eerste behoefte opslaan-
Geen bevoegdheid genoeg ons toekennende, om dat te beletten, en de gevoelens deswegens in onze Vergadering verdeeld zynde- hebbe ond doen besluiten, een gemotiveerd advys van 2 Kundige regtsgeleerde te vragen en daar wy uit hoofde van het belang der zaak, gaarne het zelve advys ten eenemale onzydig en ook spoedig hadde- waaren wij overeengekomen de bezorging daar van geheel en al aan Uw optedragen; als vertrouwende dat uit hoofde van de meerdere kennis aan deskundige, gevoegd by de betrekking die gij voorheen tot ons had, wel de goedheid zoude hebben, zig daar meede te willen belasten en ons deeze dienst doen-
Hoe eerder wy het hadde: des te aangenaamer zoude het ons weezen, te gelyk solliciteerende opgave van kosten, voor welkers voldoening wy onverwyld zullen zorgen-
Wy zyn met zeer veel agting
Uw alle Heilwenschende Medeburgeren
Het Gemeente Bestuur van Texel, ter Ordonn. van deselve (get) WRomans Secretaris
Texel 11 Juny 1802

Ingekomen Missive van Mr. C.T. Elout geschreeven in S' Hage den 19 Juny ll ter beantwoording van de deser ztds gezondene Missive van 11 juny te vooren- en ten gelyde van het advys van 2 neutrale Regtsgeleerden Mr. F.J. Gallé en J.A. v. Spyk ten opzigte van willekeurige verhooging der prysen van de winkeliers en Neeringdoende dezes Eilands-
En is als niet beantwoordende aan het Oogmerk dezerzyds zig voorgesteld: de verdere deswegens te neemen resolutie in advys gehouden, tot 'er meerdere in Nadeel klagten inkomen-

VRAAG OM KOPIE
Vergadering 17 Mey 1803
Ingekomen resolutie van het departementaal bestuur Holland dato 29 April 1803 inhoudende dispositie op de addressen van de Roomsche Armebezorgeren aan den Burg, benevens die van het Gemeentebestuur op Texel opzigtelyk het Kind van Maartje Roos- waar by verklaard werd: dat het zelve Kind moet komen, tot lasten van dat Armen Fonds waaruit zy zouden moeten onderhouden en gealimenteerd zyn geworden, indien de hun verlaten hadden of verlaten waren; buiten magt waare, om hun te onderhouden met uitzondering egter tot die plaatsen alwaar locale wetten verseeren of in het vervolg mogte gemaakt worden die ten deze opzigten op byzondere intigtingen gegrond zyn &a
En eindelyk: daar het niet genoegzaam consteert hoe lange tyd de famielje van Maartje Roos het Kind van deselve naar zig genomen en onderhouden hebben en of in dat geval van alimentatie is, de waarschouwing van de Staten van Holland in dato 8 Augustus 1682- werd het Gemeentebestuur ten opzigte van zodanige actie als zy tegens de famielje van Maartje Roos 't zy tegens de Armbezorgers der Roomsch Catholyke Gemeente aan den Burg op Texel omtrent de verpligting om te moeten zorgen voor ít onderhoud van het Kind van gemelde Maartje Roos om mitsdien gehouden zyn in de restitutie der dienaangaande geimpendeerde Kosten te renvoijeeren naar de Ordinairis Justitie-
Waar over zynde gedelibereerd is eerstelyk geresolveerd: de Roomsche Armebezorgeren van den Burg opteroepen: tegens aanstaande Vergadering S' morgens om 11 uuren ten eynde henlieden den inhoude te communiceeren, en te gelyk restitutie vragen van het gedaane uitschot, zullende inmiddels den Procureur Generaal Mr. C.T. Elout in S' Hage versogt werden, of die ook gelegenheid zoude hebben simpele Copie van de waarschouwing van de Staten van Holland in dato 8 Augustus 1682 te besorgen-

DORPSKAS VAN DEN HOORN
Dan was er nog het geval met de dorpskas van den Hoorn. Op Texel had voorheen elk dorp een eigen bestuur met een eigen kas. Nu er nog maar één Gemeente was, moesten de dorpsgelden in de Gemeentekas gestort worden. In den Hoorn werd dat geweigerd.
Vergadering 6 Augustus 1805
De Commissie by deese Vergadering benoemd omme werkzaam te zyn over de Hoornder Cas berigt: dat bij gelegenheid de Heer Hendrik van Stralen de Secretaris van binnelandsche Zaken, onlangs met het Jagt alhier in de Have lag, zy by deselve waaren ontboden- dat zy na een lang onderhoud met zyn Ed genoemde zig aangeboden had, met de Heer Elout de bemiddeling dezen zaak op zig te neemen- maar dat Uwe Commissie zonder zig daarop te verklaaren hadde gemeend alvoorens eens het advys van 2 neutrale regtsgeleerden intewinnen, en het Oordeel van Uwe Vergadering te hooren-
Dat het advys gegeven door de advocaten J. Fabius en B.A. van Houten te Amsterdam, 't welk zy de eer hadden aan UEd Vergadering overteleggen, volmaakt overeen stemde met hunne en zo zy meende ook met het denkbeeld deezer Vergadering; namentlyk: omme Cornelis Willemsz Smit door de ordinaire weg van regten tot de finale overgave der DorpsCasse van den Hoorn te constringeeren- maardat UEd Commissie alvoorens wenschte de gevoelens van UL Vergadering tot het een en ander te weeten-
Waar over zynde gedelibereerd; heeft de Vergadering de Commissie voor haar in deese betoonde werkzaamheden bedankt; en beslooten: by wyse van Compromis de beslissing van dit geval aan de Heeren van Straalen en Elout overtelaten, zynde het Lid Jan Bakker dj met den Bailiuw, daar de precident deser Vergadering intusschen van het Eiland gaat, geauthoriseerd, C.W. Smit daar over te onderhouden en zo deselve daar meede toe besloot, dan het Compromis namens deeze Vergadering te onderteekenen
Na afloop hier van zullen de advocaten Fabius en van Houten daar van onderrigt worden, met verzoek hunne declaratie te willen inzenden

Het advies was: Cornelis Smit dwingen de kas over te geven. Maar Smit liet zich niet dwingen. Er kwam een compromis, waarvoor notaris Star liever niet alleen de verantwoordelijkheid nam. Maar het moest afgerond worden, ook als het niet helemaal in orde was.
Vergadering 27 Augustus 1805
Dezelve geevt namens de Commissie over de Hoornderkas kennisse: dat Cornelis Willemsz Smit genoegen genomen hebbende met het voorgestelde Compromis op de Heeren van Stralen en Elout, UEd Commissie voorschreeve het zelve alzo aan de Notaris Jan Star had opgegeven om gereed te maken, dan dat die zulks ongaarne alleen op zig nam, maar daartoe verlangde de medehulp van de Notaris Wentel, om reeden: dat die daar inne voor C.W. Smit werkzaam had geweest- hebbende alzo Uwe Commissie het gereed maken van dit Compromis, aan die beide Notarissen opgedragen-
aangenomen voor Notificatie en het gedrag van de Commissie goedgekeurd.

Vergadering 25 September 1805
De Secretaris suppediteerd concepr Missive aan de Heeren Mr. H. Van Stralen Jz Secretaris van Binnelandsche Zaken en Mr. C.T. Elout procureur Generaal by het Nationale Geregtshof als verkoosene Arbiters in het Compromis tusschen deese Vergadering en Cornelis Willemsz Smit aangegaan over de questieuse dorpsCasse van den Hoorn- ten gelyde van het zelve Compromis- en is na Lectuure die Missive geapprobeerd en de Secretaris versogt die ten spoedigste in het Net te brengen, te teekenen en te depecheeren by het zelve Compromis, door de Notarissen Star en Wentel te verzenden-

Eind december was dit geval nog niet afgehandeld. Cornelis Smit was slimmer en vasthoudender dan men dacht. Het advies uiteindelijk was: berusten!
Vergadering 5 Mey 1807
Ingekomen Missive van Mrs Hendrik van Stralen en Cornelis Th. Elout geschreeven in de Haag op 30 Maart 1807 en onder andere in deselve te kennen gevende dat 'zy van wegens dese Vergadering en Cornelis Willemsz Smit uit hoofde van de overzetting van de Dorps Cas van den Hoorn als arbiters en Scheidspersoonen geroepen zynde, zy verklaaren: dat om de gevolgens wille het Gemeentebestuur van Texel van zyne zyde zoude behooren genoegen te neemen, en te berusten, in de overgifte aan het zelve door C.W. Smit gedaan, van de Obligatie ten lasten van het Gemeentebestuur van het Eiland Texel groot per resto f 1175- en het Reekening boek van den Hoorn-
Dat het zig dan ook zoude laten welgevallen de verdeeling door dezelve C.W. Smit van de overige gelden der Hoornsche dorpscas tussen de verschillende Godsdienstige gezindheeden aan den Hoorn gedaan- en dat daar tegen C.W. Smit van zyne zyde, met deeze schikking
van het Gemeentebestuur zoude behooren genoegen te neemen, zonder zig eenige verdere of andere susteunen te blyven toeeigenen-
Waar over zynde gedelibereerd, is unaniem besloten in deese uitspraak te berusten, en hier meede de Obligatie per resto van f 1175- ten behoeve van de dorpsCasse van den Hoorn en ten lasten Burgemeesteren van Texel van dato den 8 Maart 1781 voor de Notaris J. van Steenbergen en getuigen alhier gepasseerd, voor geheel vernietigd en geannulleerd te houden
Zullende op dat ten allen tyde 'er blyken en bewysen van zyn, dat deese Zaak afgedaan is, opgemelde uitspraak geannexeerd worden aan dezelve obligatie waarop aangetekend zal worden, dat die hier meede afgedaan en ten eenemale gerijeerd en vernietigd is, als meede Extract uit de Notulen opzigtelyk de resolutie van Heede, ten einde dit alle vereischte legaliteit hebben-



Terug naar de vorige bladzij