Conscriptie 1812


Brieven in 1812 aan de Maire van Texel gestuurd betreffende de conscriptie:
De brieven zijn per jaar bewaard, op datum. Bij de brieven bevindt zich een lang geleden met de hand geschreven lijst met een genummerde beschrijving van de brieven.
De toon van de brieven is dwingend, onvriendelijk, terecht uitgaand van onwil en uitvluchten van de op te roepen lotelingen. De toon van de brieven is dreigend naar de burgemeester toe.

Hieronder vet de genummerde samenvatting van de brieven, met de van de foto overgetypte brief en tussen [ ] de gegevens van de Databank van Rob Gomes betreffende de lotelingen.
‘Classe’ is het jaar van de loting.

10 24 Febr. Van den Onder Prefect E.J.R. Mollerus, betreffende overlegging van Geboorteacte van den vader van den conscrit Jan Kalf, die plaatsing aan het einde van het Depot verlangt.
Aan den Heer Maire van het eiland Texel
Mijnheer de Maire!
De Conscrit Jan Kalf getrokken hebbende N. 30 van de Classe van 1808 verklaard dat zyn Vader 73 jaar oud is, en noodzaaklyk is tot zyn onderhoud, in zodanig geval zou hy recht hebben om volgens de wet aan het einde van het Depot geplaatst te worden;
Het is de pligt van den Heer Maire hier naauwkeurig onderzoek na te doen, en zo het overeenkomstig de waarheid is, een Certificaat volgens het model Litt. H der aan hun toegezondene Instructie optemaken en ten spoedigsten my in te zenden;
De akte van de Geboorte van den Vader moet by het Certificaat gevoegd en niet vergeten worden.
Ik noeme my met agting,
De Onder-Prefect voorn- EJR Mollerus
Zoo dit Certificaat Donderdag den 27 dezer des morgens ten 1 uuren in behoorlyke form met de akte van overlyden van de Vader, niet aan de Heer Onder-prefect te Hoorn is bezorgd, moet de Conscrit zich volstrekt op den 28 te Amsterdam bevinden.
De Heer Maire is hier voor verantwoordelijk.

[Jan Adamsz Kalf (1788-1828) zijn vader Johann Adam Harmensz Kalf was geboren in 1738 te Fliensdorf, Hessen. Hij overleed op 29-12-1829].

13 3 Maart. Van den Onder Prefect v/h Arr. Hoorn, betreffende oproeping naar Amsterdam van de lotelingen Pieter Schrama, Leendert Daalder, Jacobus Ran, Hendrik Jans, Jacob Jonas en Joh. Boogaard.

Mijnheer de Maire!
Het is ten gevolge Eener aanschrijving van den hr. Prefect van dit Departement, ten einde het Contingent voor de bezoldigde garde van Amsterdam voltallig te maken, dat ik ul inviteer en des noods gelast om aan de hier na te meldene personen een schriftelijke waarschouwing te doen toekomen, waar bij ul deselven gelast om op aanstaande maandag den 9 dezer maand, des morgens precies ten 7 uren te Amsterdam in het diaconie oude mannen en vrouwen huis voor den Raad van Recruteering te verschijnen, als
Van de Classe van 1808 de personen
Schrama (Pieter) getrokken hebbende N. 36
Daalder (Leendert) getrokken hebbende N. 37
Bij aldien een of beide deze personen recht op uitzondering of om aan het einde van het depot geplaatst te worden hadden, en daar toe de nodige bewijsstukken zoude kunnen worden geproduceerd, zoude een, of beide de navolgende persoonen door u moeten worden opgeroepen, en aan dezelve eene gelijke waarschouwing worde ter hand gesteld, als:
Ran (Jacobus) getrokken hebbende N. 38
Jans (Hendrik) getrokken hebbende N. 40
Van de klasse van 1809
Moet door u gewaarschouwd worden om ingelijks op de hier boven bepaalden tijd te Amsterdam te verschijnen de persoon van
Jonas (Jacob) getrokken hebbende N. 10 welke volgens uw zeggen bij de jongste gehouden raad van recruteering maar voor eenige dagen in hechtenis was, en dien volgens nu op vrije voeten zal gesteld zijn,
Alsmede de persoon
Boogaard (Johannes) getrokken hebbende N. 23 welke men verondersteld nu wel geneezen te zullen zijn;
Ik acht het onnodig Mijnheer de Maire u aan te moedigen tot een stipte naarkoming van het voorschreevene, UE weet dat gy voor een prompte executie persoonlijk verantwoordelijk zijt.
Ik noeme mij met achting
Mijnheer de Maire
De onder Prefect voorn-
CJR Mollerus
[Pieter Gerritsz Schrama (1788-1874) Hoogeberg]
[Leendert Daalder Dirksz (1785-1847) of Jansz (1788-1846) Den Hoorn]
[Jacobus Jansz Ran (1788- ?) boerenknecht Zevenhuizen]
[Hendrik Jans ?]
[Jacob Jonas ?]
[Johannes Dirksz Boogaard (1789-?) Oudeschild]

14 3 Maart. Van de Onder Prefect, als voren, betreffende een certificaat van dienst van Pieter Wichman en terechtwijzing daarover.

Mijnheer de Maire
Bij de jongste zitting van den raad van Recrutering heb ik aan Ul overhandigd, het certificaat van activiteit van dienst van Wichman (Pieter) ten einde daar bij te voegen u Certificaat overeenkomstig het model der aan u toegezondene Instuctie en gequoteerd Lett. D, waar bij Ul certificeert, dat de persoon Wigman (Pieter) is de broeder van Wigman (Gerrit)
Ik heb niets ontvangen dan het hier nevens terug gaande certificaat het welke niet in de vereischte order is; en hetwelk ik u verzoek te redresseeren, zo als daar op is aangeweesen, en aan mij met het certificaat van activiteit van dienst ten spoedigste toezenden.
Ik hoop Mijnheer de Maire dat ik deze Stukken eindelijk in goede order zal ontvangen, en gij mij niet meer lastig zult vallen van dezelve aan UE te moeten renvoijeeren.
Ik noeme mij met achting
Mijnheer de Maire
De onder Prefect voorn-
EJR Mollerus

[Pieter Jansz Wigman (1784-18xx) was een halfbroer van Gerrit Jansz Wigman (1789-18xx) Oosterend. De moeder van Pieter, genaamd Pieterje Gerrits Mol, was kort na zijn geboorte overleden (vandaar de naam Pieter). Vader Tijs hertrouwde het jaar erop met Stijntje Gerrits Kolk, 4 kinderen, waaronder Tijs en Gerrit].

16 14 Maart. Van den Onder Prefect v/h Arr. Hoorn, lastgeving tot oproeping van de conscrits Jacob Jonas en Johannes Boogaard, om den 18e dezer te Amsterdam in het Diaconie oude mannen en vrouwenhuis tegenwoordig te zijn.

Mijnheer de Maire
Het Contingent, het welk dit arrondissement in de besoldigde Garde van Amsterdam moet leveren nog niet voltallig zynde, zo inviteer ik UEd ten gevolge eener aanschrijving van en Heer Prefect van dit Departement by my op heden ontfangen, om dadelyk na ontfangst dezes aan de persoonen Jacob Jonas, en Johannes Boogaard, beide concrits van de Classe van 1809, de eerste getrokken hebbende N. 40 en de laatste N. 23, eene schriftelijke waarschouwing te doen toekomen waarby UE hen gelast, dat zy den 18 deser Loopende maand Maart precies des morgens ten 7 uuren te Amsterdam in het Diaconie oude mannen en vrouwen huis moeten tegenwoordig zyn.
Van den eersten persoon heeft men gezegd dat hij in hechtenis was, zo hy nog niet op vrye voeten gesteld is, moet dit bewezen worden; de tweede zal wel weder hersteld zyn en moet dus noodwendig opkomen.
Ik beveel UE alle naauwkeurigheid en spoed aan tot het uitoeffenen van den inhoud dezer missive en verzoek UEd my verzekering te geven, dat de hierboven genoemde persoonen zich op den bepaalden plaats en tyd te Amsterdam zullen vinden
Ik noeme mij met achting
Mijnheer de Maire
Uw Dienstwillige
De onder Prefect voorn-
EJR Mollerus
NB Die geene der Conscrits welke zich zoude willen laten remplaceeren, moeten hun remplacant mede op den 18 dezer maand aan den Raad ter goedkeuring aanbieden. Bij gebreke van dien zullen zy dadelyk worden ingelyfd.
De Maire word verzogt dit aan de door hem opgeroepen persoonen te laten weeten.

17 23 Maart. Van den Onder Prefect v/h Arr. Hoorn, betreffende verzoek of lastgeving tot oproeping van 15 met name genoemde conscrits, om den 30e dezer te Amsterdam te verschijnen voor den Raad der Recruteering, met verdere aanwijzing.

Mijnheer de Maire!
Het is ten gevolge eener op mij verstrekte authorisatie van den Heer Prefekt van dit Departement, vervat in deszelfs Missive van den 22 dezer by my op heden ontfangen, dat ik UEd inviteer en des noods gelast, om aanstonds na ontfangst dezes, aan ieder Conscrit, wiens naam UEd op de derde pagina dezer Missive zult vinden, aangetekent, eene schriftelijke waarschouwing te doen toekomene, waar by UEd dezelve uitdrukkelyk gelast, dat hy op den 30 dezer loopende maand Maart, des morgens precies ten 7 uuren, in ’t Diaconie oude Mannen en Vrouwenhuis op de Amstel te Amsterdam, voor den Raad van Recruteering moet verschynen, ten einde aldaar te worden geexamineerd.
Alle die geeneder Conscrits welke getrouwd zijn of volgens de wetten op de Conscriptie het recht hebben om aan het einde van het Depot geplaatst te worden, kunnen zich onthouden van voor de Raad te verschijnen, bij aldien my hunne bewysstukken in behoorlyke form en in de fransche taal opgemaakt, uitterlyk op den 28 dezer maand door uw zyn toegezonden; by gebreke van dien moeten zy zich met de overige Conscrits volstrekt naar Amsterdam begeven, zo zy niet als weerspannig willen worden verklaart en als zodanig gestraft.
Ik twyffel geenzints Mij Heer de Maire of UEd zult alle pogingen aanwenden, dat deze oproeping met de meeste orde en naauwkeurigheid worde volbragt en zorg dragen dat alle de door mij opgegeven Conscrits waarvan mij geene bewijsstukken van uitzondering, of om aan het einde van het depot geplaatst te worden, zullen zyn weg komen, zich met de overige op de hier boven bepaalden tyd en plaats te Amsterdam zullen bevinden.
Ik verzoel uw my ontfangst dezes te accuseeren en my tevens kennis te geven van het geen door uw ten gevolge dezer Missive zal zyn verrigt geworden-
Ik noeme mij met achting
Mijnheer de Maire
De onder Prefect voorn-
EJR Mollerus

Classe van 1808
Nr. van ieder Conscrit by de Loting te beurt gevallen
Namen en Voornamen der Conscrit
Aanmerkingen
V Canton
40 Jansz/ Henry
41 Hassing/ Pierre
42 Visser/ Guillaume
45 Smit/ Gerard
47 Krijne/ Jacob Ariesz
48 Duinker/ Arien
Classe van 1809
30 Brouwer/ Gerrit
31 Dyker/ Cornelis
33 Schatzenberg/ Jacob
35 Vos/ Albert
38 Rosendaal/ Jakone
32 Raselaar/ Simon
36 Breemer/ Willem
37 Nieuwenhuizen/ Jacob
Bij de laatste 4: De Heer Maire zal de ouders dezer Conscrits verwittigen dat zy alle weerspannige zullen worden verklaard, indien zy zich niet laten remplaceeren

[Hendrik Jansz ?]
[Pieter Hassing (1788-1868) Den Hoorn, vader van Oudeschild, moeder van de Waal]
[Willem Visser Pieters (1788-1854) Den Hoorn of Lammertsz (1795-1866) Oudeschild]
[Gerard Abelsz Smit (1788-1842) wagenmaker, Den Burg]
[Jacob Ariesz Krijnen (1788-1870) zeeman, Den Hoorn]
[Arie Albertsz Duinker (1786-1854) zeeman, Oosterend]
[Gerrit Brouwer Jacobsz (1789-1871) of Gerritsz (1791-1838) zeeman, beiden uit Oosterend]
[Cornelis Cornelisz Dijker (1789-1860) zeeman van Oosterend]
[Jacob Willemsz Schaatsenberg (1789-1863) arbeider van Den Hoorn]
[Albert Simonsz Vos (1789-1864) zeeman, Oudeschild]
[Jan Gerritsz Rosendaal? (1792- ?) van Oosterend]
[Simon Roselaar ?]
[Willem Breemer ?]
[Jacob Hendriksz Nieuwenhuizen (1789- ?]

18 28 Maart. Van den Onder Prefect v/h Arr. Hoorn, betreffende vrijstelling van dienst aan de conscrits Willem Visser en Aldert Vos en verzoek om toezending van Certificaat van dienst van den conscrit Rosendaal.

Mijnheer de Maire!
Ik heb met Uwe Missive van den 26e dezer een certificaat van den Conscrit genaamd Visser (Willem) als zynde de oudste zoon eener weduwe. Ik zal hetzelve aan de raad van recrutering overhandigen.
[De vader van Willem Visser was in 1799 gestorven, Willem had een jongere broer en 2 zusters, die voor hun onderhoud op zijn arbeid waren aangewezen. Moeder Neeltje Bakker leefde nog tot 1832].
Dat de Conscrit Vos (Albert) den 21 dezer reeds in ondertrouw is opgegeven en reeds eene huwelyksche proclamatie te zynen opzichte is afgekondigd kan geen reden van uitzondering geven daar het Secratas Consultie art. 10 al zegt, dat de Manschap behorende tot de Jkassen 1807, 1808, 1809, 1910 1811 en 1812 welke naar de bekendmaking van hetzelve gehuwd zyn, niet gerekend zullen worden te behoren tot de cohorten der eerste oproeping van de nationale Garde.
[Albert trouwde op 2 april 1812 met Remmerig Reijers Daalder. Het eerste van hun 6 kinderen werd geboren op 8 januari 1813, dus van ‘moeten trouwen’ was hier geen sprake].
Ik verzoek U dier halven den conscrit Vos (Albert) ten ernstigste te laten waarschouwen dat hy zich op den 30e dezer des morgens ten 7 uuren te Amsterdam in het Diaconie oude Mannen en Vrouwen huis laat vinden zo hy niet als weerspannig wil verklaard en als zodanig behandeld worden, met al de overige welke zich daar niet zullen bevinden-
Ik verwagt ten spoedigste het certificaat van den Concrit Rosendaal welke UEd zegt dat in dienst is op een der in de rheede van Texel liggende schepen-
UEd had voor deze conscrit een provisioneel Certificaat volgens het Model in de aan U overhandigde Instructie te vinden behoren aftegeven-
Ik noeme mij met achting
Mijnheer de Maire
De onder Prefect voorn-
EJR Mollerus

20 6 April. Van den Onder Prefect in het Arr. Hoorn, betreffende oproeping van 4 genoemde conscrits op 14 April in de Hollandsche kazerne te Amsterdam om aldaar in de 3e Cohorte der Nat. Garde te worden ingelijfd, benevens voorschriften bij remplaceering.

Conscriptie

Conscriptie

39 12 Sept. Van den Onder Prefect v/h Arr. Alkmaar. Kennisgeving ter oproeping van genoemde personen voor de loting in de conscriptie op 24 dezer te Amsterdam.

Mijn Heer de Maire!
Op de derde Bladzijde dezer Missive zullen door U gevonden worden de in de Zee Conscriptie vallende Manschappen welke tot de loting der opengevallen plaatsen worden opgeroepen, en zich ten dien einde op den 24 dezer maand te Amsterdam voor de Raad van Ligting in Persoon moeten vertonen ten einde hunne reclamaties of verzoeken te doen gelden en op dezelven te worden gehoord, daar alle Schriftelyke verzoeken zullen worden van de hand gewezen.
Deze zitting zal te 8 uren ’s morgens in het Oude Vrouwen en Mannenhuis, op den Amstel te Amsterdam plaats hebben en zal door U hiervan zonder eenig verzuim hunlieden worden kennis gegeven, en alle zodanige welke onder eenig voorwendsel hoe ook genaamd zich aan deze oproeping zoude willen onttrekken dadelijk aan de Gendarmerie moeten gesignaleerd worden en naar Amsterdam voor de gemelde Raad opgezonden, en welke als bij de voorkeur tot de activiteit zullen geroepen worden.
Ik inviteer U mij de ontvangst dezer per omgaande te accuseren.
Ik noem mij met achting
Mijn Heer de Maire!
Ueddienstwillige
By absentie der Secretaris der Onder Prefectur
Blom van Assendelft

N: du Tirage Nom & Prenoms Commune Observations
116 Buis Pieter
123 Stark Jan
131 Boon Cornelis
145 Bakker Pieter
147 Buis Benjamin
148 Wigman Thijs
150 Kramer Remmert
152 Brouwer Pieter
155 Bijkes Jan
[allen van Texel]

[Pieter Pietersz Buijs (1786-1842) zeeman van Oudeschild]
[Jan Willemsz Stark (1774-1858) zeeman van Oosterend]
[Cornelis Boon (teveel keuze)]
[Pieter Bakker (idem)]
[Buis Benjamin Pietersz (1786-1835) zeeman, Oudeschild]
[Tijs Jansz Wigman (1786-1853) zie boven]
[Remmert Jacobsz Kramer (1769-1857) zeeman van Den Hoorn]
[Pieter Jacobsz Brouwer (1783- na 1839) boer in 1812, later zeeman]
[Jan Bijkes ?]

50 6 October. Certificaat v/d Commandant ten behoeve van Arie Gomes.
Le soussigné Capitain, Commandant bat 32:
Compagnie de Cannoniers Garde Cotes, certifique que le nommé Gomes (Arie) est appointé ala dito Compagnie depuis le 27 Mars de l’an mil huit cent onze [1811],
Au Tessel le 6: Octobre 1812-
CAJ:Van Breenigen
Capt-
[Arie Jansz Gomes (1783-1851) zeeman van Oudeschild]



Terug naar de vorige bladzij