Het slegt gedrag van vroedvrouw
Anna Barbara Kienhorst 1802



Anna Barbara was al 14 jaar gediplomeerd vroedvrouw toen zij op Texel benoemd werd.
Ze bleef steeds maar kort werkzaam op haar achtereenvolgende standplaatsen. Bij haar sollicitatie vroeg men daarover niet door. Ook op Texel werd ze snel weer ontslagen.

1794 examen te Zwolle
1796 Oldebroek
Leijmuiden en Vriesekoop
15 April 1798 naar Purmerend
1799 Amsterdam
1800 Burg op Texel ontslagen eind 1802
onbekende verblijfplaats
1817 St. Nicolaasstraat Amsterdam

Uit: Vroedvrouwen-penningen, door Lydie van Dijk, over de gildepenningen in het Stedelijk Museum Zwolle
In de Resoluties van Schepenen en Raden komt ook een melding voor van een vrouw die niet officieel als vroedvrouw was erkend. Het betrof Barbara Kienhorst, de vrouw van Roelof Beems. Op 27 december 1793 worden de klachten over haar besproken. Zij is niet gekwalificeerd om de vroedkunde uit te oefenen. Toch heeft ze op 21 december Geertjen Prins van een onecht kind verlost. Toen zij daarop werd aangesproken, gaf zij toe dat zij 'in tijd van nood' wel meer als vroedvrouw optrad. Vrouw Beems kwam er met een behoorlijke correctie af, maar in het vervolg zou een dergelijk gedrag beboet worden met 5 goudguldens. Toch zal zij haar werk goed gedaan hebben, want op 9 juni 1794 besloot men haar toe te laten voor het examen voor vroedvrouw buiten de poorten. Ze slaagde voor dit examen en legde op 19 juni 1794 de eed af als vroedvrouw. Toch werd zij niet als stadsvroedvrouw buiten de poorten benoemd, die eer viel Camelia Ites, de stadsvroedvrouw uit Genemuiden ten deel. In februari 1796 was Barbara Kienhorst werkzaam als vroedvrouw in Oldebroek.

ANNA BARBARA OP TEXEL
De vroedvrouw van den Burg was op 3 oktober 1799 onverwachts naar Muiden vertrokken. Er moest zonder uitstel een andere worden beroepen. Voor die benoemd was, gingen er alweer 5 maanden voorbij. Wie in Den Burg moest bevallen was al die tijd aangewezen op de hulp van de vroedvrouwen van de andere dorpen. In de strenge winter van dat jaar was dat allemaal erg lastig. Zouden meer vrouwen dan anders hun bevalling niet hebben overleefd? Of was de kans op sterfte met of zonder vroedvrouw even groot?

Vergadering 28 January 1800
Thans aan de Ordre zynde de begeeving der Vroedvrouwsplaats aan den Burg-
Zyn de volgende Lyst van Sollicitanten geformeert:
Wobbigje Jans aan Oosterend, Martje Rentenaar aan den Hoorn, Anna Barbara Kienhorst te Leymuyden en Vriesekoop, Elisabeth Voskuyl onder Alkemade, Neeltje Jans de Jong op het Eiland Marken, Maartje Jurriaans op de Helder-
En zyn de bewysen van de Sollicitanten wegens hunne bekwaamheid in overweeging genomen en nopens de derde geresolveerd: aan de resp. Municipaliteiten zig te addresseren of zy nog werkelyk vroedvrouw is- zo niet, waarom zij van Leijmuiden en Vriesekoop vertrokken is- en hoedanig het gedrag van haar Man was-
Nopens de Vierde: bewysen van haar bekwaamheid en goed gedrag- en of zy deese tegenswoordige ordre zyn toegedaan-
gelyk ook al het zelve te ondersoeken: nopens de Vyfde Vroedvrouw-
Zullende de Burger Langeveld zig nopens de Laaste aan de Helder informeeren
Alle te versoeken ten spoedigste en wel voor Heede 14 dagen te antwoorden-

[De eerste en de tweede werkten al op het eiland, die kende men al. Zij kwamen niet in aanmerking voor de vacante plaats, want dan moest er in Oosterend en Hoorn een nieuwe vroedvrouw komen, Dat schoot niet op. Naar de andere vrouwen werd onderzoek gedaan, waarbij de vierde en vijfde kennelijk meteen afvielen].

Brief aan de Municipaliteit van Leymuiden en Vriesekoop
Medeburgers!
Het is by deeze dat wij Uwe elicidatie versoeken, over Anna Barbara Kienhorst, Huisvrouw van Roelof Beens, welke na de vacante Vroedvrouwsplaats aan den Burg alhier solliciteers; ten einde wij mogen weeten of zy nog werkelyk tot Uwent als Vroedvrouw fungeert- zo ja hoedanig haare bekwaamheid by bevinding, en deszelfs zedelyk gedrag als die haars man is- ook daar haare Brief uit Amsterdam gedateerd met opgaave van haar addres daar is; doed ons zulks in twyffel brengen, of zy bij Uwent nog wel fungeert-
Zo dat laaste plaats had, zoude het ons aangenaam weesen, dat wy wisten om welke reeden zy van Uw vertrokken is- in spoedige afwagting hiervan, zo het kon zyn voor den 18 deeser, alzo de begeeving by ons pressance heeft- zyn wij naar Vaderlandsche Heilwensch!
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 7 feb. 1800

Vergadering 18 february 1800
Thans aan de ordre zynde resolutie te neemen over de begeeving der Vroedvrouws plaats, is na Lectuure der brief van de Municipaliteit van Leijmuiden en Vriesekoop over Anna Barbara Kienhorst, geresolveerd de begeeving daar van voor als nog in advys te houden, en inmiddels daarover zig te addresseeren aan de Municipaliteit van Purmerend-

Brief aan de Municipaliteit van Purmerend
MedeBurgers
Anna Barbara Kienhorst Huisvrouw van Roelof Beens solliciteerend alhier naar de vacante Vroedvrouwsplaats, heeft ons blyken gezonden zo van haar gedaan examen te Zwol als admissie te Vriesekoop en Leymuiden-
Dan daar wij van laastgemelde Municipaliteit by wien wij ons wegens haare bekwaamheid en Zedelyk gedrag informeerde berigt ontfangen, dat zy reeds den 15 April 1798 naar Uw gemeente als Vroedvrouw is vertrokken- deed ons zulks de vryheid neemen van Uw te versoeken, op het volgende ons met Ulieder antwoord vereerd te zien; of zij nog werkelyk vroedvrouw te Uwent is? zo ja! of ‘er bewysen van bekwaamheid by bevinding voorhanden? En hoedanig is het zedelyk gedrag zo van haar als deszelfs Man is?
Het zal ons aangenaam weesen, hierop spoedig rescriptie te bekomen, bereid zynde reciproque in andere gevallen wederkeerig dienst te doen- terwyl wy de Eer hebbem ons te noemen- zyn wij naar Vaderlandsche Heilwensch!
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 20 feb. 1800

Vergadering 4 Maart 1800
Ingekomen Missive Municipaliteit Purmerend dato 25 feb. 1800 waarbij kennis gevende: dat Anna Barbara Kienshorst Huysvrouw van Roelof Beens by haar wel als Vroedvrouw heeft gefungeerd: dog uit hoofde zo zy vermeene van de weinige practycq die zy had weggegaan is-
En is dezelve provisioneel aangenomen voor Notificatie-

Thans aan de Ordre zynde uit de ingekomen Sollicitanten voor de vacante Vroedvrouwsplaats aan den Burg eene Verkiesinge te doen- is also tot Vroedvrouw aan den Burg verkoosen Anna Barbara Kienhorst Huysvrouw van Roelof Beens, geweesene Vroedvrouw te Leymuyden en Vriesekoop dog laast te Purmerend- zig thans ophoudende te Amsterdam, en werd de Secretaris gelast dezelve daarvan kennis te geven: met vermelding van zig uitterlyk voor het eindigen deezer maand alhier tot waarneeming van haar beroep te sisteeren ofte zo veel eerder als de Cagen beginnen te vaaren-
[De kagen (schepen) konden niet varen omdat de vaarweg gestremd was vanwege de strenge winter, die duurde van eind november tot eind januari. Na korte dooi vroor het opnieuw tot eind maart. De Zuiderzee lag dicht].

Brief aan Anna Barbara Kienhorst
Burgeres!
In de Sollicitatie naar de vacante Vroedvrouwsplaats alhier aan den Burg, Uw verkoosen hebbende, zo versoeken ten spoedigste immers voor het Laaste van deese Maand tot aanvaarding van Uwe post zig herwaards te begeven, waarmede wy Uw alle geluk en voordeel wenschen en dat tot genoegen van de Ingezeetenen mag waarneemen
In afwagting hiervan zyn wy toewensching van
Heil
De Municipaliteit van Texel
Ter ord. van deselve (get) WRomans Texel 5 maart 1800

Uw papieren zullen wy tot Uw komst bewaaren

Anna

Gelykh Vryheyd Broederschap
Ik Burgeres anna Barbara Kienhorst, Huysvrouw van Roelof beens
U Edele Brief onfangen Den 12 maart Als dat uEdele my verkoosen heft
Tot froet Vrouw van Den Burg van texel
War Van ik uEdele Burgers Die gennen Die Mey met Dese post Begunstig heft nog
Mals met Geen Dank kan betonnen om Dat ik onvermogen ben mar Wensen als Dat Den alweten Gogt u voor u xx Brafheyd mag Lonnen om Dat Gey tont Dat gey Geleykheydt En Vreyhet Sey toegedaan
En mey man is Desen tegenwordigen teyt is toe Gedaan En ik Beloven u Representante van Texel aldat ik mey op Die teyt sal laten vinden So als Gey Burgers Verkiest namentley van Desen Mant maart 1800
Blyven u toegenegende Vrindin anna Barbara Kienhorst Huysvrouw van roelof Beens
Amsterdam Den 17 maart 1800

[Zo kwam Anna Barbara naar Texel. Een half jaar later kwam de eerste klacht over haar binnen, die ongefundeerd werd verklaard. De beschuldiging van de Chirurgijn was ernstiger. Niet lang daarna moest men deze vroedvrouw ontslaan wegens dronkenschap].

Vergadering 26 Augustus 1800
Daar de Vroedvrouw van de Burg nog geene instructie heeft, is de Secretaris versogt deselve tegens de naaste Vergadering te formeeren-

De Vroedvrouw aan de Burg versoekt een 1/2 Jaar Tractement van Turf en de Wederhelft in het aanstaande voorjaar 1801-

Vergadering 16 September 1800
Ingevolge resolutie der voorgaande Vergadering suppediteerd den Secretaris een Concept instructie voor de Vroedvrouw aan den Burg-
Naar Lectuure van deselve, is geresolveert deselve alom tot een synosuure voor alle de Vroedvrouwen te stellen- Dan alvoorens het zelve te arresteeren word den Secretaris geauthoriseerd de Consideratien en advys daarover van den Burger Dirk Ooykaas, Chirurgyn Major en dienst der Bataafsche Republicq wonende alhier te inquireeren-

Clandestiene concurrentie
Vergadering 9 October 1800
Op de klagten van de Vroedvrouw aan den Burg dat Grietje Hoeven, Huisvrouw van Govert van Oosten, geen gequalificeerde Vroedvrouw zynde, onlangs verlost hebbende zekere Bregje Pieters bygenaamd Klyn Mok van een onegt kind- is dezelve Grietje Hoeven geroepen, daar over onderhouden en wel ernstig door de precident gerecommandeerd zig voortaan te wagten- vooral omtrent zulke persoonen die in ontugt leven, de post van Vroedvrouw waarteneemen.

[Bregt had een bordeel aan de Hollebol. In 1802 werd zij naar het Tuchthuis gestuurd].

Vergadering 10 Maart 1801
De secretaris suppediteerd Instructie voor de Vroedvrouw aan den Burg- naar Lectuure en resumptie is deselve in zo verre gearresteerd- dat daar men voorneemens is deselve voor geheel Texel te maaken, ‘er alvoorens op zullen gehoord worden de Vroedvrouwen van den Burg, Hoorn, Waal, Oosterend, en het Oude Schil en dat zulks Heede 14 dagen S’ middags 3 uure

Vergadering 24 Maart 1801
Thans aan de Ordre zynde voortelezen de vervaardigde Instructie aan de Vroedvrouwen deezes Eilands, zyn binnen gestaan die van den Burg, Oudeschild, Hoorn, Waal en Oosterend. Naardat die hun voorgelezen was, en de precident afgevraagd de getrouwe naarkoming van die, hebben zy zulks aangenomen, en ieder daarop den Eed in handen van de precident afgelegd- zullende nu ieder de zyne worden ter handen gesteld-

Tegens de volgende Vergadering opteroepen Symon Gerbrandsz Zoetelief, Vischafslager aan den Burg, als van zig gegeven hebbende eene slegte behandeling door de Vroedvrouw aan den Burg, zyn Huisvrouw by de verlossing aangedaan- ten einde zulks te kunnen ondersoeken, en onwaar bevonden wordende, hem deswegens te corrigeeren-
[Dat moet voorgevallen zijn bij de laatste bevalling van echtgenote Hilletje Hendriks Dijt. Het was haar 11e kind in 15 jaar. Moeder en kind overleefden deze bevalling. Hilletje stierf in 1803- bij de geboorte van het volgende kind?]

Vergadering den 14 April 1801
Binnen gestaan Symon Gerbrandsz Zoetelief Vischafslager aan den Burg, en is deselve door den precident afgevraagd, welke klagten hy intebrengen had, over de VroedVrouw aan den Burg- en brengt deselve zodanige niets beduidende aantygingen en beschuldigingen tegens gemelde Vroedvrouw- dat de precident hem in Naam der Vergadering aanzegt: zig voortaan omzigtiger te moeten dragen, en zo hy voortaan iets te beschuldigen van aanbelang had, zulks niet te spargeeren, maar daar van dadelyk aan deese Vergadering kennis te moeten geven-

Vergadering 28 April 1801
Op voorstel van de precident is de Secretaris gelast in de Instructie voor de Vroedvrouwen te inseeren, dat het Tractement hen gegeven, alleenig daar voor strekt, omme de armen en behoeftigen Gratis te moeten bedienen-

[Er waren mensen die vonden dat ze de vroedvrouw niet hoefden te betalen, omdat die al een traktement van de Gemeente ontving. Dat geld was uitsluitend bedoeld voor de hulp aan echt onvermogenden. Alle anderen moesten haar betalen voor haar diensten. Hierover waren regelmatig misverstanden die in de Gemeenteraad besproken werden].

Binnen gestaan de Vroedvrouw van den Burg, versoekende daar 3/4 Jaar van haar Tractement ten opzigte der Turf reeeds verschenen is, de Vergadering geliefde goed te vinden, dit najaar 15 Ton en de resteerende 10 Ton aanstaande voorjaar toetestaan-
Geaccordeerd, en heeft de Burger Gorter op zig genomen, daar voor te zorgen-

Vergadering 4 Mey 1802
de Missive aan de departementale Commissie van geneeskundig Bestuur te Haarlem luide aldus
Burgers!
Zo bekomt UEd de Naamen en Woonplaatsen van de Persoonen onder onze Gemeente de Genees Heel en Verloskunde uitoeffenende- bestaande in de navolgende
Aan den Burg: Dirk Ooykaas Chirurgyn Major by de Marine
J.H. Kuypers, A. Dubregt en Klaas Vermeulen Chirurgyns
Anna Barbara Kienhorst geadmitteerde Vroedvrouw
Aan de Waal: Engeltje Hoogheid idem
Aan Oosterend: Wobbigje Jans Wobbe idem
Georg Theodoor Otto Chirurgyn
Aan ’t Oudeschil: P. Thielman dito
Tryntje P. de Boer geadmitteerde Vroedvrouw
Aan den Hoorn: Martje Rentenaar dito
J.H. Hagen Chirurgyn
Aan de Koog de vroedvrouwsplaats vacant
De Chirurgyns ageren allen als doctoren en apothekers zonder, dog de Vroedvrouwen genieten S’ Jaarlyks Eilands Tractement, die van den Burg f 110- Waal f 100- Oosterend f 110- Oudeschil f 110- Hoorn f 92, benevens ieder 25 Tonne Turf
Artzeny Mengkundige bestaan hier niet even min gequalificeerde Collegien, Reglementen en inrigtingen betrekkelyk gemelde Konsten-

Chirurgijn Kuypers beschuldigde de vroedvrouw van slecht werk
Vergadering 7 September 1802
Binnen gestaan Anna Barbara Kienhorst VroedVrouw aan den Burg, zig beklagende over J.H. Kuyper Chirurgyn alhier- door welkers toedoen zy geene betaling bekomen kan van de Vrouw van Albert Riskesz, die zy bediend heeft- als gevende denzelve J.H. Kuypers van zig dat door haar toedoen opgemelde Vrouw van Albert Riske ongelukkig zoude geworden weezen zo als in meerdere zaken, zeer tot haar disrespect, zig had uitgelaten-
versoekende in haare post te werden gemaintineerd-
en daar men deeze aantyging zeer ter harte neemt, als kunnende van verregaande gevolgen zyn- is haar gelast den Chirurgyn J.H. Kuypers geregtelyk te doen vervolgens, allen zyne beschuldigingen ten haare lasten, en die Heede 14 dagen Schriftelyk inteleveren-

[De vrouw van Albert Aukersz Baas was Jannetje Dirks Kok. Zij werd bij haar 6e bevalling geholpen door deze vroedvrouw. Zij leefde nog tot 1855, maar kreeg geen kinderen meer].

Vergadering 21 September 1802
Ter tafel gebragt zynde, een bewys van de VroedVrouw aan den Burg Anna Barbara Kienhorst, geattesteerd bij form van declaratoir, door de Geregts bode Willem Vlaming, dato 7 Sept. 1802, waarby de Chirurgyn J.M. Kuyper alhier stellig verklaard, dat dezelve VroedVrouw oorsaake is, de Vrouw van Albert [Auke Ritskesz] Baas Jannetje Kok onlangs door haar verlost, bedlegerig geworden was- Is naar deliberatie geresolveerd de zelve Chirurgyn J.H. Kuyper opteroepen en over deeze Zaak te onderhouden-
Binnen gestaan J.H. Kuijper Chirurgyn aan de Burg, en is deselve de reeden afgevraagt van beschuldiging ten opzigte van Anna Barbara Kienhorst, geadmitteerd VroedVrouw aan den Burg alhier- waarop deselve in substantie te kennen geeft: dat als Chirurgyn by deselve geroepen zynde, die 8 a 10 dagen oud Kraams was, hij bevond dat zy nog sterk vloeide- dat de VroedVrouw in barensnood by haar gehaald was, wanneer die het water ontydig had doen springen, waardoor de Verlossing wel spoedig, maar moejelyk was gevolgd- wanneer zy met alle spoed het werk bered hebbende, weggegaan was zonder te rug te komen, of in het geheel na de Vrouw weder om te zien-
Uit al het welke hy oordeelde, dat zy VroedVrouw haaren pligt had te buiten gegaan, daarvoor oorsaake had gegeven, dat Jannetje Kok bedlegerig was geworden- en dat hy dit staande hield- als hebbende deselve Vrouw zulks gezegt-
Naar hen onder het oog gebragt te hebben, dat wanneer de VroedVrouw haaren pligt niet naarkomt, zy dan een gevaarlyk Voorwerp voor de Maatschappy word, en alzo in haare post niet kan geleden worden- maar ten anderen ook: dat beschuldigingen op hooren zeggen niets afdoen- dat men evenwel moet denken, hij J.H. Kuyper in zyn Vak, als Heel en Geneeskundige, zulks zeker weeten moet, daar hij in het antwoord, op de Geregtelyke afvraging door de Boode Willem Vlaming aan hem gedaan, stellig heeft verklaard, dat Anna Barbara Kienhorst in haare qualiteit, voor de oorsaake te houden was waaromme Jannetje Kok, Huisvrouw van Albert Baas, ongelukkig Bedlegerig geworden was-
En daar men op deeze Geregtelyke afvraging aan moest gaan, men Amptshalve als administreerende de policien en alzo verpligt zynde voor het Algemeen Welzyn te zorgen, hem gelaste zyne beschuldigingen intetrekken en te zorgen dat hij zig voortaan daar voor moeste wagten- ofte wel anders zo hij van de waarheid zyner proefondervinding had, zulks dan staande te houden voor den Regter, waar heen men deselve Anna Barbara Kienhorst zoude verwysen, en inmiddels haar in haare functie surcheeren-
Dan daar deselve J.H. Kuypers voorgeeft; by zyn antwoord aan de Boode Vlaming gezegt te hebben, dat de Vrouw van Albert Baas hem had kennis gegeven; egter dit uit het Schriftelyk antwoord, door dezelve Boode gegeven, geensints komt te blyken- is deswegens de Boode in zyne presentie hier over onderhouden; welke als nog op zyne Eed declareerd, dat J.H. Kuyper naar hem de afvrage in forma was gedaan, stellig had geantwoord: dat Anna Barbara Kienhorst als VroedVrouw de oorsaake was, dat Jannetje Kok Vrouw van Albert Baas bedlegerig geworden was-
Over al het welke vervolgens zynde gedelibereerd- is deselve Anna Barbara Kienhorst geroepen, en haar gelast zig door Middel van Regten te moeten zuyveren van de beschuldiging door J.H. Kuypers als Chirurgyn haar in haar qualiteit als VroedVrouw gedaan, ofdat men by faute van dien, haar dadelyk in haare functie als VroedVrouw zou surcheeren- hetgeen zy aangenomen heeft-

[Men geloofde in die tijd niet zomaar een aanklacht zonder gedegen onderzoek. Als het verhaal waar was, dan was de vroedvrouw een gevaar voor de volksgezondheid, maar het konden net zo goed gemene roddels zijn. Sommige chirurgijns wilden zelf bevallingen doen, waarover ook verschrikkelijke verhalen zijn opgeschreven. Het eind van dit proces kwam niet in de Notulen, mede omdat de vroedvrouw korte tijd later werd ontslagen].

Dronken vroedvrouw veroorzaakt bijna brand
Vergadering 19 October 1802
Klagten zynde ingekomen wegens slegt gedrag en veelvuldige dronkenschap van Anna Barbara Kienhorst, Vroedvrouw aan den Burg, zo verregaand:
dat daar uit gepasseerde Zondag den 17 deezer in haar eigen Huis, een allerongelukkigste Brand door zou kunnen hebben ontstaan, dog die haaren Man nog tydig zonder hulp van anderen gedempt gekreegen had-
Waarover zynde gedelibereerd, is begreepen door niet ontdekken van de Brand, maar het digthouden van haar huys, zy alzo in poenaliteiten komt te vervallen by het Brandreglement bepaald, is zulks dierhalven gerecommandeerd aan de Schout deezes Eilands, dog te opzigten van haar gedrag zullen den Buuren werden opgeroepen, Zaturdag avond 6 uuren, wanneer men daartoe Extra Ordinair vergaderen zal- en wanneer uit de getuigens haarde slegte Conduites geenzints passende aan een Vroedvrouw, die een publicq Caracter is bekleed, ten vollen komt te blyken- zal zy worden gedemitteerd [ontslagen].

[Deze dronkenschap was absoluut onbehoorlijk voor een vroedvrouw en ontslag zou beslist nodig zijn- maar dan zat het dorp weer zonder vroedvrouw en dat was ook ongewenst. Dan zou opnieuw een sollicitatieprocedure gedaan moeten worden, zoals kort daarvoor ook al zo moeizaam was gegaan- zodat men besloot tot een list. Een paar maanden eerder was een nieuwe vroedvrouw benoemd aan de Waal, en misschien was de niet-benoemde kandidate nog vrij. Eerst zeker zijn dat de nieuwe vroedvrouw klaar staat, voor de oude op staande voet ontslagen werd- verstandig, maar niet conform de voorgeschreven procedures].

Dan alvoorens dat aan haar [A.B. Kienhorst] kenbaar te maaken, daar men kennis droeg van afgelegd Examen voor ‘t departementaal bestuur en goed gedrag, van Helena Schiereke te Amsterdam, gesolliciteerd hebbende als Vroedvrouw na de Waal met de aldaar beroepene Wilhelmina Hachnel, zal deselve Helena Schiereke werden afgevraagd, of zy nog beroepbaar is, zo ja! haar dan de Vroedvrouwsplaats van den Burg offereerende mits zo spoedig mogelyk overkomende-
En wanneer dezelve dan overgekomen is, zal men Anna Barbara Kienhorst dadelyk van haare demissie kennis geeven- met aanzegging, omme met haare Man binnen 3 maal 24 uure van dit Eiland te delogeren-

Getuigenverklaringen van de buren
Vergadering 23 October 1802
Thans aan de Ordre zynde ondersoek te doen naar het gedrag en de Levenswyse van Anna Barbara Kienhorst Huisvrouw van Pieter Beens geadmitteerd VroedVrouw aan den Burg-
Is eerstelyk gehoord Soutje Jans Boon, Huisvrouw van Cornelis Karsman, wonende aan den Burg in de Weverstraat schuin over genoemde VroedVrouw-
En geeft deselve te kennen: dat zij op Sondag avond van den 17e deeser circa 10 uure deselve VroedVrouw gehoord op straat, scheldende op de Vrouw van Jan Jac. Kikkert, wanneer zy zeer beschonken was- ja zodanig, dat zy Soutje Boon oordeelde: dat wanneer gemelde VroedVrouw ergens in haare post geroepen wierde, zy door oorsaak van drank onbekwaam zoude weesen-
En dat zy voorheen meermalen haar had gezien door drank bezet te zyn-
Van het welke zy ten allen tyde bereid was, met Eede nader te willen bevestigen-

Binnen gestaan Pietertje Kooyman wonende naast de voorgaande in de Weverstraat- en confirmeerde dezelve niet alleen het vorenstaande als zulks ter zelver tyde meede te hebben gezien en gehoord, maar ook deselve Vroedvrouw meermalen beschonken had gezien- en dat denzelve zondag avond kort naar haar Schelden tegens de Vrouw van Jan Kikkert, wanneer zy deposante op haar bankje voor deur zat, door de gang, staande de voordeur open, heeft gezien, dat de genoemde Vroedvrouw, agter in Huys ligt aan Vuur opstak, met welk ligt zy haar ook door de gang in de winkel heeft zien loopen-
Dat ter dier tyd na by haar deposante op Straat stonde Andries Lodewyksz, Klaas van der Sterre, Cornelis de Boer en Albert A. de Ruyter, die gemelde Vroedvrouw met Ligt in haar Huys ziende zwieren, riepen “Daar valt se met het Ligt, ‘er kan wel Brand van koomen”, staande ter dier tyd des Vroedvrouws deur open-
Dat kort hier na, dezelve Vroedvrouw weer op straat is gekomen, beginnende op nieuw te schelden tegens de Vrouw van Jan Kikkert-
Al het welke zy meede ten allen tyde bereid is, met Eede nader te willen bevestigen-

[Jan Jacobsz Kikkert (1752-1812) was getrouwd met Hendrikje Jans Romeijn (1751-1832)]

Binnen gestaan Lysbet Pieters Huisvrouw van Pieter Th. Smit, wonende naast de voorgaande deposante regt ten over de VroedVrouw Anna Barbara Kienhorst- te kennen gevende: dat zy denzelve VroedVrouw dikwerf had gezien, wanneer zy door drank bezet was, en vooral gepasseerde Zondag avond circa 10 uuren wanneer zy gearmd tusschen 2 Militairen aankwam, scheldende tegens de Vrouw van Jan Jacobsz Kikkert- dat des VroedVrouws Man, met de Militaire weggegaan zynde, gemelde VroedVrouw in haar huys is gegaan, wanneer zy deposante door de open voordeur in de gang ziende, dezelve Vroedvrouw met Ligt door de en winkel op het Kamertje een en andermaal zweeren,
wanneer eindelyk het Ligt op het zelve Kamertje uitging- op welk uitgaan van het Ligt eenige jongens op Straat staande, waarvan de een de Zoon van Dirk van der Sterre was, uitriep: “Die vrouw zo doende wel Brand kunnen stigten”- waarna dezelve Vroedvrouw al wederom op Straat kwam, en op Nieuw tegens de Vrouw van Jan Jac. Kikkert begon te schelden- dat zy deposante als toen haar deur sloot en naar Bed is gegaan- al het welke zy meede ten allen tyde bereis is met Eede te willen bevestigen

Binnen gestaan Dirk Nanningsz Koorn wonende naast de voorgaande deposante over deselve VroedVrouw Anna Barbara Kienhorst, te kennen gevende: dat hy op Zondag Nagt van den 17e voornoemt ruym 11 uure zig bevond ten huyse van Maartje Vlaming, wonende tusschen Lysbet Pieters Huisvrouw van Pieter Th. Smit en Soutje Jans Boon Huisvrouw van Cornelis Karsman- welke Maartje Vlaming een winkel van Commenys waaren doet- wanneer ter dier tyd daar kwam dikwerf genoemde Anna Barbara Kienhorst om kaarsen te koopen- zynde toen zeer beschonken- dat dezelve Maartje Vlaming geen kaarsen in huys hebbende, zy weggegaan is- maar kort daarna te rug kwam zeggende “Ik moet kaarsen hebben, want daar is ongemak in myn Huys” hebbende ter dier tyd by haar een Brandende lugt, dat Maartje Vlaming nogmaals verklarende geen Kaarsen te hebben, zy Vroedvrouw niettemin de brandende kaars wegnam en mee in haar Huys geloopen is- waarna hy deposant met de wed. Schagen die by Maartje Vlaming was, buiten deur op straat komende by het Huys van deselve Vroedvrouw een verbazende Sterke en Brandende stank ontdekkende, bespeurde dat zulks uit dat Huys kwam, het welk men geslooten hield, maar dat op den aankomst van de Buuren, welke met geweld wilde weeten: wat ‘er in Huys te doen was, de Man van de Vroedvrouw de deur opende, als wanneer men het zelve Huys stikkend vol rook bevond, en ook ontdekte: dat ‘er op het Kamertje onlangs Brand was geweest, het geen egter naar naukeurig onderzoek hun kwam te blyken door water geblust te zyn- zynde ter dier tyd opgemelde VroedVrouw, nog zodanig door drank bezet, dat zy kwalyk uit haar woorden komen kon- al het welke hy bereid is, ten aller tyde met eedde te willen bevestigen-
Eindelyk is binnen gestaan Abraham Kikkert naaste Buurman van Anna Barbara Kienhorst aan den Burg in de Weverstraat-
En gaf dezelve te kennen dat op Zondag avond den 17 deezer, tusschen 9 & 10 uuren, hy had zien komen deselve Anna Barbara Kienhorst zeer beschonken met 2 Sergeants- welke Sergeants de patrouille ontmoetende, aan dezelve voorgaf uitgezonden te zyn, tot het opzoeken van een deserteur- dat dezelve Sergeanten met des Vroedvrouws Man weggegaan zynde, zy Vroedvrouw scheldende op straat tegens de Vrouw van Jan Jac. Kikkert-
dat op de ontdekking van Brand in haar Huys diezelve nagt hy met andere Buuren in Huys komende, het Huys vol rook, dog by ondersoek de Brand die op een Kamertje had geweest gebluscht vond- zynde als toen gemelde Vroedvrouw nog sterk beschonken, zoals hy deposant voor heen haar dikwils had ontmoet, en zelve nog de volgende dag-
Al het welke hy bereid is ten allen tyde met Eede te willen bevestigen-

De Vergadering onderrigt wordende: dat men welligt bewys zoude vinden dat zy Vroedvrouw in haare post door overmaat van Drank onbekwaam was bevonden- is de resolutie ten opzigte van dezelve Vroedvrouw van laastleden Vergadering voor als nog gehouden in advys-
Zullende op Morgen de Burgers Gorter en Koning hier na verder onderzoek doen-

Anna

Abraham Kikkert was in 1828 eigenaar van nr. 283 en 284.
De getuigen die er recht tegenover woonden zaten dan op de nummers 104 tot 110, maar na zoveel jaren woonde geen van hen nog daar.
Tussen 110 en 111 is het Skoolgloppie, van de Weverstraat naar de Hollebol, nu Burgwal.

Vergadering 30 October 1802
De Burgers Gorter & Koning op de Vergadering van Zaturdag den 6: deezer Maand, nog eenige bewysen van het slegt gedrag van Anna Barbara Kienhorst, Vroedvrouw aan den Burg vermeenende te zullen kunnen ontdekken, berigten dat zy hier inne niet naar genoegen hebben kunnen slagen- werd alzo voorgesteld: of de demissie van Anna Barbara Kienhorst Huisvrouw van Roelof Beens geadmitteerd Vroedvrouw aan den Burg, vastelyk gearresteerd blyft- dan of hier omtrent nog eenige Modificatie zal plaats hebben- is het zelve in advys gehouden tot dingsdag aanstaande de Ordinaire Vergadering, wanneer men onveranderlyk zal decideeren, of de resolutie van den 19 deezer zal stand houden ja! dan neen!

[Meer dan bovenstaande beschuldigingen kon men niet vinden, was het alles bij elkaar erg genoeg om het ontslag door te zetten? Men schoof de beslissing voor zich uit naar de volgende vergadering. Ondertussen kreeg Helena Schiereke bericht].

Vergadering 2 November 1802
en is al meede op Last van de precident, de navolgende Missive gezonden aan Helena Schiereke wed. Rechlien, vroedvrouw in de Balk in ’t oog steeg aan de Botermarkt tot Amsterdam
Goede Vriendin!
’t Is ons lief dat gij nog vrij zyt, dierhalven is ons versoek, dat gij uwe bewysen zo van bekwaamheid als goed gedrag medebrengende, ten spoedigste overkomt, en zig dadelyk by den precident onzer Vergadering vervoegt-
In afwagting hier van zyn wy,
Uw Heilwenschende Medeburgers
’t Gem- bestuur van Texel voorn
Ter ord. van deselve (getekend) WRomans Secr.
Texel 11 Nov. 1802

Vergadering 16 November 1802
Binnen gestaan Helena Schiereke wed. Rechlien, VroedVrouw te Amsterdam- en is haar afgevraagd: of zy genegen was, de post van VroedVrouw aan den Burg te accepteeren- daar deselve post door het slecht gedrag van de nog fungeerende Vroedvrouw Anna Barbara Kienhorst stond vacant te worden- zo ja! dat ofschoon de Vergadering bewustheid had van haar goed gedrag en bekwaamheid, uit hoofde haare Sollicitatie zederd weinige weeken gedaan, men nogthans van haar afvorderde deselve bewijsen-
De genoemde bewysen door haar overgelegd zynde- is haar aangezegt zo ras Anna Barbara Kienhorst, deeze avond nog gedemitteerd zal zyn- zy als dan dadelyk in functie moet treeden, en dat man haar zulks zal bekend maken
Voorts S’ avonds 5 uuren genoemde Anna Barbara Kienhorst zynde opgeroepen- is dezelve uit hoofde haarer geabandonneerd gedrag en slegte conduites in haare post als Vroedvrouw gedimitteerd, met aanzegging: dat haar den tyd van 8 dagen werd vergunt, naar welke tyd zy met haaren Man zig van het Eiland zal hebben te begeeven, ofdat men haar anders met geweld zal doen delogeeren- hebbende wyders Helena Schiereke naderhand weder binnen gestaan, den Eed als Vroedvrouw aan den Burg afgelegd-

[Ook op Texel bleef deze vroedvrouw maar kort in functie- wat waren eigenlijk de redenen van haar eerdere ontslagen? Helena Schiereke werd benoemd, zij moest meteen na het vertrek van de ontslagen vroedvrouw aan de slag gaan].

De gedefungeerde Vroedvrouw aan den Burg Anna Barbara Kienhorst verzoekt voor de waarneeming van de post van Vroedvrouw aan de Koog gedurende de Vacatuure aldaar voor den tyd van 1/2 Jaar eenig dedomagement, zo als de Vergadering voorheen haar had toegelegd-
Waar over zynde gedelibereerd: is uit aanmerking, dat de aangestelde Vroedvrouw aan de Waal, voor de waarneeming van de Vroedvrouwsplaats aan de Koog, zo lang aldaar geen effective Vroedvrouw zal zyn per Jaar f 20- was toegelegt- dat men alzo aan deze gedefungeerde Vroedvrouw voor het half Jaar waarnemende f 10- betalen zal-

INTERNET, een paar snippertjes van het leven van Anna Barbara na het ontslag op Texel. Zij werkte later als vroedvrouw in Amsterdam:
Elisabeth Dijst, geboren op 12-3-1817 in Amsterdam, aangifte
gedaan door Anna Kienhorst, vroedvrouw en wonende St. Nicolaasstraat 48 te Amsterdam. Als getuigen staan vermeld Abraham Swarthoff, oud 38 jaar, beroep kruier en wonende Lange Niezel 12 en Cornelis Bout, oud 37 jaar, beroep kruier en wonende Warmoesstraat 15.

Aangifte gedaan door Anna Kienhorst, vroedvrouw en wonende St. ...... Getuigen zijn Abraham Daniel Nievaard, werkman, 41 jaar en Pieter Beems, werkman, ...



Terug naar de vorige bladzij