Schoolmeester van de Koog


Over Hendrik Simonsz Smit die in 1795 iets verkeerds zei, werd ontslagen en pas na de Franse tijd weer aangesteld.
Hier volgen de Notulen van de Texelse Gemeenteraad over hem en zijn opvolgers.

De Bataafse republiek kon niet bestaan zonder de steun van Frankrijk. Om niet door Oranje en Engeland te worden heroverd, had men een leger gevormd met Franse militairen. Dat was niet zozeer een bezettingsmacht, maar militairen in Bataafse dienst, die moesten worden betaald en ondergebracht. Deze inkwartiering bij de burgers gaf erg veel problemen.
Men zocht naar andere gebouwen, zodat er geen militairen meer bij de burgers in huis hoefden te wonen.

Een Schoolmeester moest de kinderen leren lezen en schrijven, maar ook de plaatselijke belastingen innen, de klok luiden en op het uurwerk passen. Voor de verandering van het bestuur was hij Hervormd en daarom tevens koster en voorzanger in de Hervormde kerk.

MEESTER HENDRIK SMIT
Zoon van Simon Jacobsz Smit en Trijntje Pieters Boon van De Waal, geboren in 1763. Hij overleed in 1823, in de boeken staat op 23 juni.
Zijn lijk is op vermelde datum om 17.00u opgevist door de getuigen bewesten de Hors in het Noordergat; hij is sedert 9 april 1823 vermist; aangifte door Hendrik Witte, 28 jaar, visserman en Pieter de Graaf, 46 jaar, visserman; beide wonende in Oudeschild
Getrouwd in 1788 met Vrouwtje Hendriks Bakker (1770-1827). Kinderen Trijntje (1801-18xx) en Hendrik (1804-1858).

Meester Smit woonde in 1795 niet in het Schoolmeestershuis, maar werd wel erg kwaad toen dat gevorderd werd vanwege de inkwartiering van soldaten. Hij zei toen dingen die hij beter niet had kunnen zeggen en werd onmiddellijk ontslagen. Pas na de Franse tijd mocht hij weer schoolmeester worden.

Het Schoolhuis
In 1795 behoorde dit huis ‘aan den Lande’, net als de school. Het had in 1812 nummer 9 kadasternummer H 40. De eerste huisnummers werden in 1800 ingevoerd, kort daarna in 1807 onder Lodewijk Napoleon weer veranderd.
Daar woonde in 1812 Jan Bakker, onderwijzer van De Koog, in 1830 was dat Hendrik Smit.
Voor 1824 werd school gehouden in de toren van de kerk (1742). Het gebouw was eigendom van Domeinen. In 1719 was de oude kerk vervangen door een nieuwe. Zou de school werkelijk in de toren van de oudste kerk zijn gehouden, een gebouw uit 1415? Dat verklaart deze opmerking van de Schoolopziener:
1839 Het schoollokaal heeft een middeleeuws aanzien. Het daglicht valt er aan de eene zijde in door drie gaten in de wand, aan de tegenovergestelde zijde door glasraampjes in het lood.

Vergadering den 24 Augustus 1795
Wegens de Koog
Of daar ook een Ledig Huys te bekomen zou zyn, bekwaam om 14 Man te Logeeren- te Huur, voor de Maand, 1/4 Jaar, 1/2 Jaar of zo men best kon-
Welke behoeftens ‘er toe vereischt wierden?
Zo neen! om ‘er dan een Barak of Loots tot Logement als vooren opteslaan- wat zo een gebouw wel zoude kosten?
De behoeftens van Tafels, Banken, Krebben en Matrassen daar in, wat die wel zoude kosten-
Idem ook Ketels, Tang, Asschop- ingelyks Slaaplakens

Vergadering 21 September 1795
Den Burger Jan Gerritsz Spigt eene der Leeden tot de Commissie van besorging der Logementen Krebben en Stroo, tot de inquartiering der fransche Militie, geeft te kennen:
Dat hy ingevolge den afspraak by voorgaande vergadering het ledig staande Huys des Schoolmeesters aan de Koog, als geen andere plaats voorhanden zynde, en requisitie genomen hebbende tot voortaan Logies der Militairen tot dat eynde den sleutel op den 18 dezer van de Schoolmeester, onder toezegging van redelyke vergoeding aan hem, had gevraagd; dienzelve avond overwagts op nieuws 20 Man Militairen gekomen waaren- dat ‘er nergens geene plaats aan de Koog zynde, en den Burger ‘er niet meede kon belast worden, de Militairen van hem de sleutel des Schoolmeesters Huys hebben afgevraagd, omme daar in te kunnen zyn- hy deselve Sleutel aan hem had moeten geeven,
Dat vervolgens den Schoolmeester uit Naam van eenen Hendrik den Berger, van hem te rug geeyscht had die Sleutel, zeggende hy van dien daar toe order had, dat de Militairen er dadelyk uit moesten- hy goedgevonden had denselve Schoolmeester de Sleutel te weigeren
Dat derselve Schoolmeester zyne uitdrukkingen tegens het tegenswoordig Systtiema, verre van prysselyk in tegendeel zeer aanstotelyk by deeze gelegenheid zyn geweest- waaromme hy goed gevonden hebbende met de Lieden van den Burg Waal en Oosterend te spreeken, dezelve met hem van Oordeel waaren, opgemelde Schoolmeester by provisie in Zyne post als schoolmeester en Ontfanger te bedanken- hetgeene dan ook door hem also was verrigt geworden.
Welk rapport gehoord zynde, is Pieter Alb: Kikkert van oordeel: dat wat het in requisitie neeme, van dat Huys des Schoolmeesters aan de Koog betreft, zulks unaniem was geresolveert; dog ten opzigte van de demissie, dit in de Vergadering moest werden gebragt, omme daarover een besluit te neemen- Dit zelve was Paulus Alb: Kikkert van advies-
Daar de Schoolmeester van de Koog tegenwoordig aan den Burg is, werd geresolveert, alvorens eene Conclusie te neemen, hem zelve te spreeken-

De Schoolmeester van de Koog als nu binnen gestaan zynde, zegt geene hatelyke uitdrukkingen zo verre hy weet te hebben gebezigd- dat het wel is waar: hy moejelyk wordende, men hem zyn Huys ontnam, het wel kan zyn, hy zig het een of ander ontrollen laten had.
Den Schoolmeester vervolgens afgegaan zynde: werd geresolveerd: daar zyne eigene bekentenisse zyn gehoudene gedrag confirmeerd, als welke zyne tegenstreving aan de goede zaak en de ordres van dit Committé ten duidelykste blykbaar zyn- zonder eenige verdere handelingen hier meer over te houden, den zelve Schoolmeester ook tegelyk Ontfanger aan de Koog, van zyne posten te dimitteeren [ontslaan] zo als geconcludeerd word by deesen- Moetende zyn Reekening en Verantwoording doen heeden over 14 dagen-
De Schoolmeester binnen gestaan zynde, werd hem alleen aangezegt: dat men hem verder de intentie van het Committé wel zoude laten weeten.
Voorts is direct geresolveerd het Bondgenootschap te schryven, dat men het Ledig staande Schoolmeesters Huys behoorende aan den Lande, in requisitie genomen had- en gereed zou doen maken-
Nader op voordragt van de Maire geresolveerd: dit te schryven aan het Committé van Algemeen Welzyn van Holland- om reeden het Schoolmeesters Huys, een provinciale Eigendom was-

De Brief aan den Burger Buyskes was van volgende inhoud-
MedeBurger Buyskes!
Daar wy den arme Burgers van de Koog met de drukkende inquartiering niet langer konde belasten- hebben wy gebruik gemaakt van het leedig staande Huys des Schoolmeesters, deeze bewoonde het tog niet, er was geene andere plaats en wy konde de aankomende Militie nergens anders Huysen.
Inliggende zal UEd zien, is de Kennisgeving daar van aan het Committé van Welzyn
Heyl en Broederschap
Texel 22 September 1795

Vergadering 25 September 1795
De Notulen zyn geresumeerd, en dezelve tot ampliatie nopens de Schoolmeester van de Koog by voorige Vergadering genotuleerd gevoegd.
Dat dezelve in bijweesen van dit Committé wel degelyk bekend had, tegens den Burger Jan Gerritsz Spigt te hebben gezegt: dat hy volgens zyn geweeten, met het tegenswoordige bestier niet kon instemmen-

Vergadering den 9 October 1795
Aan de order van den dag zynde de zaak des Schoolmeesters van de Koog die daar ook te gelyk ontfanger is-
Werd by meerderheid geconcludeerd, denzelve dadelyk van zyn post te ontzetten, en dit aan de Boode optegeven om hem aantezeggen- en te gelyk dat hy heeden 8 dage reekening en verantwoording van zyn post als Ontfanger zal hebben te doen, des morgens om 11 uuren-

Vergadering den 9 October 1795
Aan de Ordre van den dag zynde de Ontfanger van de Koog, die daar ook Schoolmeester was, zyne Reekening en Verantwoording, zo voor het aandeel van de Koog in de Binnelandsche Kosten, als ook voor het zelve dorp, moeste doen; heeft zyne Verantwoording zo verre men kon zien in ordre gedaan-
En bleek dat by Cas was van den Jaare 1793 wegens de binnelandsche Kosten f 92.5.8
Uit de zogenaamde Kerkemiddelen wegens Huurceel en reekening Boek over 1791, 1792, 1793, en 1794 f 128.9.3
In de zogenaamde dorps Cas f 16.-.12, tezamen f 238.15.12
Naar afloop en ontfangst hier van is hem gegeven deese naarvolgende quitantie
50a Ontfangen by ons ondergeteekende Leeden van het Committé van Algemeen Welzyn op Texel, van Hendrik Smit als geweesene Ontfanger van de Koog alhier eene Somma van twee Honderd agt en dertig guldens vyftien stuyvers twaalf penningen, zynde volgens ontfangstboek en overgelegd restant Lysten van de Koog
Als meede quitantien zynde het Saldo der reekening van Ontfangst en uitgave over 1793 ter Somma van f 94.5.8
Idem uit de zogenaamde Kerkemiddelen volgens Huurceel en Reekening boek over 1791, 1792, 1793 en 1794 blykens by Saldo f 128.9.3
Idem uit de zogenaamde dorps Cas lopende de Ontfang tot 21 Maart 1795 en de uitgave tot 12 feb. 1795 f 16.-.12 te zamen f 238.15.12
Nog eenig geld, Ontfangen by ons ondergeteekende Leeden van het Committé van algemeen Welzyn op Texel, van Hendrik Smit als geweesene Ontfanger van de Koog alhier eene Somma van twee Honderd Agt en dertig Guldens Vyftien Stuyvers twaalf penningen, zynde volgens Ontfangboek en overgelegde restant Lysten van de Koog als meede quitantien zynde het Saldo der Reekening van Ontfangst en uitgave over 1793 ter Somma van f 94.5.8
Idem uit de zoogenaamde Kerkemiddelen volgens Huurceel en Reekening boek over 1791, 1792, 1793 en 1794 blykens by Saldo 128.9.1
Idem uit de zoogenaamde dorpsCas lopende de ontfang tot 21 Maart 1795 en de uitgave tot 12 feb: 1795 16-:-12
Te Zamen f 235.15.12
Nog eenig geld door hem ontfangen van Kors Jac: Bakker, zynde door het vuur zwaar beschadigd, en zo verre als het zigtbaar was, bestaande in 24 Schellingen 42 Sethalven, 68 dubbeltjes 1 stuyver en 12 duyten

De predikant van de Koog met zyn Kerkeraad binnen gestaan zynde, geven te kennen: dat de Schoolmeester van de Koog ook tegelyk hunne koster zynde, zy door de demissie van denzelve Meester ook van hunne Koster verstooken waaren; versogten dierhalven handopening tot beroeping eene andere Schoolmeester en Koster.
Daar de post van Koster aan de Gereformeerde Gemeente van de Koog behoord, dog die van Schoolmeester aan deese Vergadering staat, verklaard zig het Committé zig niet met de beroeping eener Koster te willen inlaten.

En zal meede ter naaster Vergadering beslooten worden, over de aanstelling eener Schoolmeester aan de Koog-

16 October 1795 het Eerste Jaar der Bataafsche Vryheid
Aan den order van den dag zynde, eene Conclusie te neemen over het beroepen eener Schoolmeester aan de Koog-
Werd voor een Jaarlyksch Salaris gesteld f 120- 20 ton Turf en zo lang het Committé geen vaste wooning voor hem heeft f 25- aan HuysHuur- dat hy by provisie ook zal moeten waarnemen den Ontfang, zo van de Binnelandsche, Zoogenaamde Dorps en Polderkosten-
En alle maanden aan dit Committé reekening moeten doen-
Moetende hier van Advertentie dog alleen over Texel gedaan worden, kunnende zy die zig bekwaam oordeelen op den 6 November 1795 aan dit Committé addresseeren.

Vergadering den 6 November 1795
Aan de order van den dag zynde, het aanhooren van sollicitanten tot een Schoolmeester aan de Koog, hebben zig aangedient de Burgers
Dirk Mulder met overgave van eenige Schriften en Reekening Boek over de Stuurmans Kunst,
Jacob Bakker, alleen overleggende zyn Naamteekening, beide aan de Koog
Hendrik Isbrandsz Bakker Schoolmeester op Oost alhier, overleggende zyne Schriften
Theunis de Boer, woonagtig aan Oosterend, overleggende zyne Naamteekening
Jan Pronk, Ondermeester aan het Oude Schil- overleggende zyne Schriften- alsmeede attestatie van bekwaamheid en goed gedrag, door Jacob Veldhuys, Schoolmeester aan het Oude Schil
Cornelis Hendriksz Neef, van de Koog, overleggende zyne naamteekening
Alle dan overgelegde Schriften zyn ter naaster Vergadering geseponeerd en de Sollicitanten aangezegd dat men hun nader de intentie van deeze Vergadering zoude doen weeten

Aan de order van den dag zynde, de begeving van de Schoolmeesters post aan de Koog, is daar door die van het Committé van Justitie deswegens bedenkelykheeden vallen, geresolveerd hiermeede te wagten tot aanstaande Vrydag den 20 deeser als wanneer men de geheele Municipaliteit by een zal doen vergaderen.

Vergadering den 20 November 1795
present de geheele Municipaliteit except de Leeden Hendrik C. Bakker, P. Alb. Kikkert, Jacob C. Boon, Simon Klaasz Bakker, Aris Sunderdorp, Aris Spigt, Cornelis List, Cornelis W. Smit, als meede de Maire dewelke niet op het Eiland was.
Nopens de begeeving der post als Schoolmeester van de Koog, werd naar lange daarover gehoudene deliberatie geconcludeerd, dat zulks aan het Committé van Algemeen Welzyn behoord-
Aan de order van den dag Zynde de beroeping van een Schoolmeester aan de Koog, zal daarover ter naaster Vergadering een finaal beroep geschieden-

Vergadering den 27 November 1795
Uit de Sollicitanten naar de post van Schoolmeester aan de Koog, verkoosen te worden geexamineert, Jan Pronk ondermeester aan ’t Oude Schil en Dirk Mulder aan de Koog woonagtig-
Tot het examen te verzoeken de Schoolmeester Jacob Veldhuys van ’t Oude Schil- dit te doen in byweesen van 2 Leeden van dit Committé- op aanstaande Vrydag middag ten 2 uuren op het Huys der Gemeente-

Vergadering den 2 December 1795
Dirk Mulder gesolliciteerd hebbend als Schoolmeester aan de Koog, bedankt voor de reflectie op zyn persoon gemaakt, en verkiest dus niet als Sollicitant geëxamineert te worden- als daar verhoopt de Commissie eenigsints aan de gang gerekende beter fortuyn te zullen hebben-

Dierhalven het examen van de Sollicitanten naar de post van Schoolmeester aan de Koog; Heeden aan de order van den dag zynde-
Zal by dat Examen hetwelk nu alleenig maar zal gaan over Jan Pronk, Ondermeester aan het Oudeschil, en hier by assiteeren de Leeden Jan Gerritsz Spigt en Gerrit Sluysman.
Dewelke zig dan ook dadelyk met den Examinator den Burger Jacob Veldhuys, en den te Examineerene Jan Pronk, beneden op Scheepens Kamer geabsenteerd hebben-

Voorts brengt de Commissie gestaan hebbende over het Examen van Jan Pronk, dit rapport dat het zelve Examen naar haare genoegen gedaan, en den geexamineerde bewyse van veel bekwaamheid gegeven had, waaromme van oordeel waaren, dat men met volle maate aan denzelve den post als Schoolmeester van de Koog kon opdragen
Waarop geresoveerd zynde, is het zelve conform het rapport gearresteerd en denzelve Jan Pronk naar hem te hebben doen binnen staan met de post als Schoolmeester aan de Koog op het vastgesteld Tractement, gefiliciteerd.
Zullende met den 1 January 1796 zyn beroep moeten aanvaarden, als wanneer hem ook zyne Instructie ter hand gesteld zal worden-
Zynde den Examinator den Burger Jacob Veldhuys, voor zyne in deese gedane moeite by provisie bedankt.

Jan Coendertsz Pronk (1776-1832) geboren te Oudeschild, gestorven aan Den Helder, getrouwd met Maria Pleij (1775-1824) uit Amsterdam. Kinderen Nicolaas, Koenraad en Antje geboren in Den Helder. Het laatste kindje stierf anderhalve week na de geboorte, de moeder 3 maanden later. Alleen Koenraad werd oud, leefde tot 1896, maar had geen nakomelingen.

Vergadering 22 December 1795
Ingekomen een Concept Reglement voor de Schoolmeester van de Koog, ontworpen door den Burger Jacob Veldhuys- is het zelve Reglement geresummeert en in zo verre goedgekeurd- dan op aanmerking van den Secretaris, dat ‘er geene gebeeden by bevonden wierden, zo voor als naar Schooltyd te doen, ook dat ‘er geene melding in werd gemaakt van de Schoolboeken
welke tot algemeen Onderwys moeste dienen
werd op voorstel van den Burger Poulus Kikkert Alb geconcludeerd- dat men de werkjes van de Maatschappy tot Algemeen Welzyn, dat is van A.B.C. af tot de Jongen behoorlyk leesen kan, zoude ontbieden; en naar Examinatie daar van, zo zulks maar eenigsints met de pryzen uitkwam in het School aan de Koog introduceeren
Zynde de Commissie tot dat eynde aan de Secretaris opgedragen, omme die werkjes spoedig voor Reekening van ’t Eiland te ontbieden.

Vergadering den 29 December 1795
De Schoolmeester van de Koog, binnen gestaan zynde, versoekt te mogen weeten hoedanig met de Ontfangst te handelen- als meede versoekt te mogen hebben een gedeelte van de hem Competeerende Turf- en verders zegt niet te weeten waar dat de Sleutel van het School is.
Naar dat hier over eenigsints met hem gehandeld was, is hem aangezegt; dat de eerste Vergadering van dit Committé, naar dat hy bezit van zyn School aan de Koog genomen zal hebben, hy zig maar by dit Committé moet laten aandienen, als wanneer hem wel onderrigting gegeven zal worden- en nopens de Turf dat men hem by provisie 8 ton geeven zal- en ten opzigte van het laatste, dat zo ras hy gereed is; men zorgen zal dat hy gebruik van ’t School kan neemen. Zynde de besorging van dit laaste opgedragen aan den Burger Jan G. Spigt.
Dan daar men in geene onaangenaamheeden wilde koomen, tot verkryging der Sleutel van den School- zal men het zelve doen openen, en daar van direct kennis geeven, aan het Committé van Algemeen Welzyn van Holland

de Missive aan ’t Committé van Algemeen Welzyn van Holland was van deesen inhoude
MedeBurgers!
Door onze aanstelling van eenen andere Schoolmeester aan de Koog alhier, wilde wy die possessie doen neemen van het School aldaar den Lande Competeerend
Dan, daar men de Sleutel weg hield, of niet voor handen vond, zyn wy in de noodsakelykheid geweest, het zelve School te doen openen, omme tot gebruyk der Jeugd te doen verstrekken-
Wy hebben gemeend UL hier van te moeten kennisse geven, en zyn naar toewensching van
Heyl & Broederschap
De Municipaliteit van Texel ter ord van deselve (get) WRomans
Texel 31 Dec. 1795

Vergadering den 5 January 1796
Het Reglement van de Schoolmeester van de Koog nogmaals naargezien zynde, is het zelve gearresteerd, en zal hem op volgende Vergadering die worden ter hand gesteld.
En zullen de ontbodene Lesboeken van de Maatschappy tot Nut van ’t Algemeen, inmiddels hem ter naarziening werden gegeven, ten eynde te beoordeelen welke hem zoude kunnen dienen, waarvan hy berigt zal geeven-

Vergadering den 11 April 1796
Meede aan den Ordre van de dag zynde, dat de Schoolmeester van de Koog, als fungeerende Ontfanger aldaar Rekening moest doen, heeft deselve ter Tafel voor ontfangst gebragt f 142.3.2 waarmeede zyn Reekening accoord bevonden is, welke penningen by de andere gelden van de Koog gedaan is- hebbende voorts denzelve Schoolmeester betaald uit die Gelden 1/4 Jaar Tractement ter Somma van f 30- als meede een vierde Jaar Huyshuur f 6.5-

Vergadering 31 Mey 1796
De Ontfanger van de Koog binne gestaand zynde, doed reekening zyner ontfangene restant gelden van ontfangene binnelandsche Kosten en Kerkemiddelen over 1793 en 1794, wanneer bleek dat hy ontfangen had f 83.3.14 welke penningen accoord bevonden zynde, van hem zyn overgenomen- dan daar de Ontfanger by zyne aanstelling hem was toegezegd voor zyne moeite uit de ontfangst by provisie zoude hebben, het Salaris van 5 pCt daartoe staande, en zulks by zyne laaste gedaane Reekening van 11 April 1796 niet was gevalideert en hem nu daar voor was te rug gegeven
Voor de ontfangene penningen van 11 April ll f 7.2-
En voor de op Heeden verantwoorde f 4.3- te zamen f 11.5-

Vergadering den 14 July 1796
Vervolgens aan de Ordre van den dag zynde de Kerkelyke persoonen van allerlye gezindheeden, benevens de Schoolmeesteren en Gemeene Lands bediendens die in de Grondvergadering niet geweest zyn, in den Eed te neemen- ingevolge decreet van 5 April 1796, hebben de volgende persoonen gepresteerd
Ds. Glasvoort, Roomsch Cappellaan de Groot, Ds. Sas, Ds. Tenckinck, Ds. Horst
Gemeene lands deurwaarder den Berger, Schoolmeester Hofstee, dito J. Visser, dito & Collecteur Jacob Smit, Collecteur C. Kwast, Schoolmeester H. Bakker, dito Jan Pronk
Zynde Ds. Schutte niet op Texel- en Ds. Greidanus benevens de Mennonite Leeraar Hoekstra niet gecompareerd- dewelke tegens aanstaande dingsdag morgen ten 11 uuren zullen opgeroepen worden-
De predicant Glasvoort solliciteerd instantelyk: dat ‘er van weges deeze Vergadering voorsieninge geschieden, tot het aanstellen en besoldigen van een Koster en Voorsanger in de greformeerde Gemeente aan de Koog-

Vergadering 13 September 1796
Opde gedaane Klagten, dat de predikant van de Koog, de Klok en uurwerk stil doet staan, als voorgevende hem de klok te behooren, en daar de Municipaliteit tot nog toe weigerd de Koster der Gereformeerde Kerk te betalen, hy dus deselve ook verboden heeft, langer daarop te passen- te meer daar voor de Scheiding van de Kerk van de Staat, niemand buiten de Gereformeerde Gemeente regt tot deese Kerk heeft- nog daar over eenig gezag voeren-
Waar over gedelibereerd zynde is eerstens de Schoolmeester van de Koog aangesteld op het uurwerk te passen, dat het zelve tot gerief der Burgery aan de gang blyft,
ten anderen: werd de Boode Kalf gelast, denzelve predicant van de Koog, de Sleutel der Kerk door welke men naar de Tooren moet gaan, aftevragen, met byvoeging of ‘er twee sleutels van zyn. Zo Neen! dat ‘er dan een tweede Sleutel zal worden bygemaakt; - en zal zulks dadelyk ook alzo moeten geschieden, als wanneer een Sleutel aan deselve Predikant en een aan de Schoolmeester worden gegeven,

Dominee Glasvoort begreep nog niet goed dat de tijden veranderd waren. De burgerlijke overheid was niet meer verantwoordelijk voor kerkelijke zaken. Voor een koster moest de kerk voortaan zelf zorgen.

Vergadering den 19 September 1796
de Schoolmeester Jan Pronk versogt attestatie van een goed gedrag als meede zyn goede Trouw in het onderwyzen der Jeugd-
geaccordeerd, en den Secretaris versogt conform aftegeven-

Ingekomen Missive van H.S. Glasvoort gereformeerde predicant aan de Koog, weigerende de Klok en Uurwerk aan de Koog aftestaan, of van wegens dit Committé daarover directie te voeren-
Idem ingekomen schriftelyk antwoord van den Schoolmeester Jan Pronk aangesteld door
deese Vergadering omme op derselve Klok en Uurwerk te passen
Eindelyk schriftelyk rapport van de Boode A. Kalf gezonden aan deselve H.S. Glasvoort tot afgaave der Sleutel van de Kerk zo ‘er twee waaren, of anders omme daar na een te doen maken,
Waarop naar deliberatie in aanmerking genomen eerstelyk: dat de Klok behoord aan het Volk als zynde voormaals door de Burgery van de Koog betaald-
Ten tweede: dat het uurwerk voorheen gestaan hebbende op het School, en onderhouden altoos door de selver de Koog, dus meede aan het Volk behoort-
Eindelyk ten derde: dat de Tooren is gemaakt en onderhouden van S’ Lands weegen, als ook de Kerk- dus die al nieuw behoord aan het Volk-
En daar het nog niet geaccordeerd is, of de Kerk Nationaal of domesticq zal blyven- dan hoedanig het begreepen word, de Kerken altoos de Eigendom des Volks zullen blyven-
Is geresolveerd: den zelve H.L. Glasvoort predicant der Gereformeerde Gemeente te doen aanzeggen “Dat de Klok en Uurwerk aan de Koog het Eigendom zyn van het Volk van Texel en de Tooren en Kerk van het Volk van Holland- dat het Committé van Algemeen Welzyn, als representeerende het Volk van Texel, hem hier van geregtelyke kennis doen geven-
dat zy Jan Pronk hebben aangesteld omme ten dienste van het Volk van de Koog op de Klok en Uurwerk te passen, gelastende aan hem Ds. Glasvoort denzelve als zodanig te erkennen, daar meede onverhinderd te doen geworden en tot dat eynde de Sleutel van de Kerk overtegeven, omme daar na eene tweede te doen maken,
ofte by faute van dien, dat het Committé hem in Naam van het Volk doen aanzeggen: dat zyn Tractement niet meer zal betaald worden, dat hy zig daar over dan kan addresseren, daar hy het goedvind-

Vergadering 24 September 1796
Ingekomen eene Missive van de gereformeerde predicant aan de Koog H.L. Glasvoort, zeggende: geen magt bezeten te hebben, zonder voorkennisse van de Opzigter Leendert den Berger de Sleutel van de Kerk ten gebruyke van de Kerk aan iemand over te kunnen geven, dog dat hy als nu de Sleutel aan Jan Pronk tot oppassing der Klok en Uurwerk van dit Committé aangesteld had besorgd-

Jan Pronk keek intussen verder dan De Koog.
Vergadering 16 Mey 1797
De Schoolmeester van de Koog zig elders ter sollicitatie willende begeven, versoekt attestatie nopens zyn gedrag- geaccordeerd, en is de Secretaris versogt die te depecheeren
Deselve vraagt meede premissie omme zig 4 a 5 dagen te absenteeren- geaccordeerd

Extra Ordinaire Vergadering den 1 Mey 1798
Ingekomen eenige Schriften met sollicitatie brief van Jan Pronk, Schoolmeester aan de Koog-

Vergadering 9 April 1799
Binnen gestaan Jan Pronk Schoolmeester aan de Koog- kennis gevende: dat hij tot Ondermeester op eene de Stads Armeschoolen te Amsterdam benoemd was, en dat hy met den 1 Mey aanstaande dit zyn beroep aanvaarden moest-
en is den zelve met het beroep en also aanstaande beter fortuin geluk gewenscht en wyders geresolveerd: Advertentie over Texel aantezetten, dat die geene welke naar de Schoolmeesters post van de Koog genegen en bekwaam is, zig voor den 1 Mey aanstaande aan de Municipaliteit te moeten addresseeren-

Ingekomen Missive van H.L. Glasvoort predicant bij de Gerefomeerde Gemeente aan de Koog, namens de Kerkenraad dier Gemeente aldaar geschreeven, dato 10 April 1799, verzoekende daar thans by de vacature der Schoolmeester die voor de Jaare 1795 ook te gelyk by hunne Gemeente Koster en Voorsanger was, uit hoofde hunner behoefte wederom te gelyk als Koster en Voorsanger mag worden beroepen-
Daar het zelve versoek strydig is, tegens de aangenoomene principes, is dezelve Missive gehouden buiten deliberatie-

Vergadering 23 April 1799
De Ontfanger van de Koog suppediteerd ter Tafel van de ontfangene Gelden over 1796 en 1797
f 646- gesteld in handen van den Ontfanger Star omme nader te verreekenen-
Deselve Ontfanger van de Koog ook te gelyk aldaar geweest zynde Schoolmeester dog van daar beroepen tot Ondermeester naar eene der Stads Armeschoolen te Amsterdam, versoekt een Attestatie van zyn goed gedrag-
en is hetzelve geaccordeerd; op de Loffelykste wyse te depecheeren-

Extra Vergadering dingsdag 30 April 1799
Thans aan de Ordre zynde het begeven van ’t School aan de Koog-
Zegt de precident dat daar toe zig niemand had aangediend, dan Jacob Grauw wonende aan den Hoorn alhier, op wiens gedrag en wandel hy vertrouwde dat de Vergadering niets te zeggen zoude weeten-
Dat daar het zelve School hoe eerder hoe beter van een Schoolmeester diende te worden voorzien, hy voorstelde danzelve Jacob Grauw binnen te doen komen, in het by zyn deeser Vergadering te laten schryven, en daar men omtrent de Cyferkunst niet dan voldoende getuigenisse wegens S’ mans bekomen had, dan ook wanneer het geschreevene de goedkeuring deeser Vergadering wegdroeg, denselve met het School aan de Koog voornoemt te filiciteeren- en is conform geresolveerd-
Denzelve Burger Jacob Grauw alzo zynde binnen gekomen, en tot genoegen aan het geresolveerde voldaan hebbende, en met het School aan de Koog gefiliciteerd geworden- zullende hem zyne Instructie nader worden ter handen gesteld-

Schoolmeester


Vergadering 27 October 1801
Ingekomen opgave der Schoolmeesteren op Texel van de Leerboeken door henlieden tot Onderwys gebezigd, daar die van het Oude Schil, Koog, als meede van de Schoolmatres Tryntje Koger aan den Burg niet ingekomen zyn, is het zelve gehouden in advys-

Hendrik Smit zou wel weer Schoolmeester willen zijn. Waarom juist nu?
Vergadering 6 April 1802
Ingekomene Missive van Hendrik Smit geschreeven op de Kwelders den 25 Maart 1802 versoekende attestatie wegens zyn gedrag en wandel, op het gepasseerde in October 1795 wanneer als Schoolmeester en Ontfanger van de Koog is gedimmiteerd intetrekken, opdat hy in zyne post weder hersteld worden, dan in staat te zyn ergens elders te kunnen gaan solliciteeren- en is de daarop te neemende resolutie voor als nog gehouden in advys-

Burgers
In het Jaar 1782 wierd ik tot Schoolmeester in het bijschool op Oost inde Jurisdictie van Oosterend beroepen en heb dien post zoo ver mij bewust is daar tot algemeen genoegen waar genomen, gelijk ook uijt die onder UL berustende Attestatie genoegsaam blijkbaar is, tot op de 22 October 1786, toen ik als Schoolmeester, voorzanger en Ontfanger aan de Koog op Texel beroepen wierd; en heb aldaar zoo ver mij bekend is, aan de betragting van mijn ampt en pligt na mijn vermogen en tot genoegen der Burgerij voldaan; en mijn beroep waargenomen tot in het Jaar 1795, toen de bewuste verandering van Zaaken in ons gemenebest voorviel;
wierd ik in den maand October door het toenmaals Regerend bewind onder de naam van het Committé van algemeen Welzijn van mijn ampt als Schoolmeester en Ontvanger aan de Koog voorn. ontslagen wegens Ingebragte beschuldiging van Jan G. Spigt, dat ik mij voor de oude Constitutie zou verklaard hebben, waar van misschien nog ene nota bij UL zal zijn berustende, tog vermenende daardoor niet tegen de tegenwoordige order van Zaken, of aangenomen Stelregel misdaan te hebben, daar de regten van den mensch en Burger leeren, dat een ider zijn gevoelen vrij aan een andert openbaren mag, ergo dat men vrij doen mag na de wet, of aangenomen Huisregel en is geen misdaad en zoo dan ook niet Strafbaar en
in de oude Staatsregeling Art.1 staande Staatsregeling oordeelt geen gevoelen maar daden, zoo waaren dan gevoelens vrij,
weliswaar dat ik mij Enigsints heb verset tegen het gants onwettig en willekeurig gedrag door den Leden van Het toenmaal regerend bewind van Texel voorn. wegens het onttrekken van mijn huijs en vrijdommen als gehegt aan mijn Ampt (tot inquartiering der Fransche Soldaten, tot dat ik orders van Mijn Heer L. Den Berger bekoomen had om de Zaak maar te Laten loopen) toch het welk mij egter als hoogst misdadig werd toegekent, verders weet ik niet mij in Eniger deelen Ergens in ontgaan te hebben-als streijdig tegen de tegenwoordige order van Zaken of Burgerlijke samenleving of verwaarloosing van ampt of pligt; of in welke betrekking het ook zoude mogen zijn.
Dus hoopende gy Lieden geen swarigheijd te zullen maken mij eene behoorlijke Attestatie te verlenen wegens mijn gedrag en wandel als zijnde genoegzaam onder UL bekent; om mijn persoon elders te Adresseren ten Eijnde ik weder hier of elders als Schoolmeester te mogen werden geinplageert of het gepasseerde in de maand october 1795 te herroepen en mij weder met die zelve inkomste en voorregten als door mij genoten- in mijn voorige post te herstellen- belovende mij inmiddels als een Stil en vreedzaam Burger te zullen gedragen onderwerpende de regtmatige Straffe indien ik mij onverhoopt ergens in quan te ontgaan
Blijve onder inwagting van de Nodige attestatie te zullen genieten volgens Schielijk Adres van UL houdende mij bij onverhoopte wijgering van dese van alle Burgerlijke voorregten verstooken
UL W Ed onderdanige Dienaar
Hendrik Smit Kwelder Den 25 Maart 1802

Schoolmeester

PS verzoek deze ingeleijde met die onder UL zijnde Attestatien P. Consent te bezorgen ten Huijse van Hertje Dogger zoo Gij Lieden meerde aantekeningen begeert; gelieft te melden

Vergadering 20 April 1802
Thans al meede aan de ordre zynde resolutie te neemen over ingekomen Missive van Hendrik Smit by voorige Vergadering in advys gehouden, tendeerende omme te hebben eene declaratie van zyn goed gedrag en wandel, of herroeping ten zynen opzigte van de resolutie in October 1795 genoomen, wanneer van zyn posten als Schoolmeester en Ontvanger aan de Koog was ontzet ten einde of hier of elders zyne sollicitatien als Schoolmeester te kunnen doen- te rescribeeren:
Dat zo hij genegen is als Schoolmeester te gaan solliciteeren- hy zig vooraf ter Examen by het het departementaal Schoolbestuur wegens publicatie van 15 Junij 1801 verpligt is te addresseeren- en wanneer dan verder attestatie nodig heeft, dat hy zig in persoon voor deeze Vergadering moet sisteeren- werdende hem zyne toegezondene bewysen te rug gegeven-

In het najaar van 1808 bezocht de schoolopzichter A. Numan Texel. Die stelde vast dat Jan Grauw, aan de Koog, een zeer onbekwaam onderwijzer was. Jan overleed een maand later.

Vergadering 5 October 1808
Ingekomen missive van de Plaatselijke Schoolcommissie kennis gevende: van het overleiden van de schoolmeester Jacob Graauw aan de Koog, voorstellende tot de provisioneele waarneming te benoemen en te qualificeeren de Persoon van Jacob Romain onder administratie van Regenten van ’t Weeshuis, met verder berigt, dat zij daar van advertentie zullen laten doen in de bijdragen en verzoekende: al meede daar van advertentie te effectueeren in de Couranten, moetende hebben de 3e Rang.
Waarover zijnde gedelibereerd, is vastgesteld het Tractement van de onderwijser aan de Koog met aflating van de Turf in eens op f 150,- [voor] oppassen en luiloon der klok f 30,-, vrij wooning en verdere Emolumenten te stellen.
Zynde de Secretaris gelast hier van advertentie te doen in de Koninglyke Haarlemmer Courant, moetende de Sollicitanten zyn niet minde als van den 3e Rang, en zig voor den 15 dec. 1808 addresseeren-
Zijnde wijders geapprobeerd dat Jacob Romeijn, opgevoed in het Weeshuis alhier, gedurende de Vacature het School aan de Koog zal waarnemen- alsook den ontvangst der binnenlandse kosten hebben. Waar van dan advertentie zal geschieden zo dat deswegens alles zal zijn geschikt.
En zal hier van Extract worden gegeven aan de Plaatselijke Schoolcommissie tot informatie

Vergadering 21 December 1808
De tyd geexpireerd zynde van de Sollicitatien naar het Vacante School aan de Koog alhier, waarvoor zig geadresseerd hebben
Jan Jongkind Schoolmeester te Boekel
Hendrik Bakker op Oost alhier
Lammert Vis, in de Moerbeek onder de bedryven van Nieuwe Niedorp
Jacob van der Veen, ondermeester aan de Helder
en Jan Bakker dito in de Ryp
Is vastgesteld: agtervolgens art. 9 der huishoudelyke schikking alle dezelven getuigschriften en bylagen per Missive te stellen in handen van de Plaatselyke School Commissie, omme denzelver Consideratien en Advys
Zullende daar de Voorschriften en acten van toelating van de Sollicitant Hendrik Bakker ontbreeken- de bode worden gelast, deselve aantezeggen, die ten spoedigste ter Secretary inteleveren-

aan de plaatselyke Schoolcommissie op Texel
Mynheeren!
Agtervolgens de ordres van het Gemeentebestuur dezes Eilands gaan hier by de Getuig en Voorschriften der Sollicitanten naar het vaceerende School aan de Koog alhier- te weeten: van
Jan Jongkind Schoolmeester te Boekel
Hendrik Bakker op Oost alhier
Lammert Vis, in de Moerbeek onder de bedryven van Nieuwe Niedorp
Jacob van der Veen, ondermeester aan de Helder
en Jan Bakker dito in de Ryp
hebbende allen den 3e Rang-
ten einde agtervolgens art. 9 der huishoudelyke Schikking deswegens aan ’t Gemeentebestuur te dienen van dezelver consideratien en advys-
Texel 2 Jan. 1809

De Plaatselijke Schoolcommissie of Schoolbestuur was een nieuwigheid, ingesteld door de Koning van Holland. Er was ook een Provinciale Schoolopziener.

Vergadering 31 January 1809
Ingekomen Missive van Hendrik Bakker Schoolmeester op Oost, bedankende voor zyne gedaane Sollicitatie naar het vacante School aan de Koog-

Ingekomen Missive van het plaatselyke Schoolbestuur geschreeven op Texel dato 18 January 1809 dienende van consideratie en advys op de Sollicitanten na het vacante School aan de Koog namentlyk Jacob van der Veen, Lammert Vis en Jan Bakker,
deselven 3 Sollicitanten alzo in aanmerking komende, is daar van eene Nominatie gemaakt, en zullen met de Stukken te rug werden gezonden aan de plaatselyke School Commissie, ten einde een en ander aan de Opziender der Schoolen te verzenden-

Extra Vergadering 3 Maart 1809
Ingekomen Missive van ’t Plaatselyk Schoolbestuur alhier, in dato den 1: van Lentemaand 1809- Versoekende: daar op de provisioneele Nomminatie van de Sollicitanten na de Koog by den Heer Schoolopziener geen reflectie is gemaakt- deselven te veranderen in een effective Nominatie met bepaling van dag, omme die ter Examinatie opteroepen- stellende voor Vrydag den 17 Maart en tot Examinator de Schoolonderwyser aan den Burg Willem van Haarst
En is na gehoudene deliberatie de 2 provisioneele op de Effectieve Nominatie gebragt- waarvan de Plaatselyke School Commissie zal worden kennis gegeven- als meede dat de dag tot oproeping en doen der Examen van de Candidaten was bepaald op Vrydag den 24 Maart voordemiddag- neemende de Vergadering genoegen met de voorgestelde Examinatie

Vergadering 24 Lentemaand 1809
present alle de Leeden demto C.D. Bakker meede present alle de Leeden van de plaatselyke School Commissie
Vrydag Morgen 9 uuren
Uit de Sollicitanten naar de vacante School Onderwysers post aan de Koog tot het doen van plaatselyk Examen heede zynde opgekomen als Lammert Vis en Jan Bakker, zynde Jacob van der Veen blykens eene ingekomene Missive van de zelve, door ziekte verhinderd-
Is na afgenomen Examen door den kundige Willem van Haarst [meester van Den Burg] by meerderheid van stemmen beroepen Jan Bakker, ondermeester in de Ryp
Zynde bepaald: dat op den Eerste Meij aanstaande, de beroepene zyne post zal aanvaarden-

Aangesteld werd Jan Cornelisz Bakker (1790-1816) van Barsingerhorn, in 1810 getrouwd met Neeltje Jans Spigt (1779-1812) van de Koog.
Zij is overleden in huis nr. 9 om 15.00u; aangifte overlijden op 4 mei 1812 door Pieter Cornelisz Boon, 54 jaar, boer en Hendrik Nielen, 55 jaar, boer; beide buren van de overledene; beide wonende in De Koog; de 2e getuige kon niet schrijven
Hertrouwd ruim 3 maanden later met Marretje Hendriks Bruin (1784-1859). De getuigen bij het huwelijk waren allemaal familie van de bruid. Ze kregen twee kinderen in De Koog, Aafje in 1813 en Neeltje in 1815. Driekwart jaar later was Jan dood.

Zo kwam in 1816 de onderwijzerspost weer vrij. Hendrik Smit werd nu weer aangenomen.
De Staatsraad Gouverneur van Noord- Holland schreef: Ik heb de Eer UEd te informeren dat Z. Excell. Den Heere Minister voor het publiek onderwijs, Nationale Nijverheid en de Colonien, ingevolge mijne gedane voordragt, wegens de vervulling der vacerende school aan de Koog op Texel door de wederbenoeming bij dezelve aan Hendrik Smit van dezen post in 1795 ten gevolge der politieke omstandigheden van dien tijd ontzet, geene Zwarigheid maakt om uit kracht van art 2 van het besluit van Z.M. in dato 20 Maart 1814 UEd de noodige authorisatie tot het herstellen en weder te benoemen van denzelven Hendrik Smit bezittende den 4e rang op de genen die daartoe geregtigd zijn te verlenen.

25-10-1817 Gouverneur, Rekest van Hendrik Smit,
verzoekende als Schoolonderwijzer aan het Dorp de Koog voornoemd (van welken post hij, door en ten gevolge der omwenteling van 1795 is geremoveerd) te mogen worden hersteld.
[Eigenlijk hoort een sollicitatie met meerdere sollicitanten en een vergelijkend examen te worden gehouden] maar aan de andere kant is de gemelde H. Smit niet vrijwillig ontslagen.
Burgemeester Reinbach steunde Smit, die weer als onderwijzer werd benoemd.

11-5-1818 Hendrik Smit is hersteld in zijn vorigen post. Acte van rang aan Hendrik Smit ter hand gesteld.

Of deze beslissing voor de schooljeugd de juiste was valt te betwijfelen. Hij had het werk lang niet meer gedaan en was geen vrolijke man, hij was ‘zwaarmoedig’. Na 5 jaar ging het niet meer. Hendrik is tenslotte de zee ingelopen. Zijn lijk werd gevonden op 24 juni 1823.

Op zijn overlijdensakte staat: Hendrik Smit, wiens lijk door de natemeldene getuijgen is opgevischt bewesten de punt van de Hors in het Noordergat van Texel den 23e dezer maand ten vijf uren des Namiddags oud Zestig jaren wonende [en overleden doorgestreept] aan de Koog op Texel van beroep onderwijzer geboren Texel. Zoon van Simon Smit en Trijntje Boon, beide overleden, gehuwd met Vrouwtje Wuis. Zijnde de gemelde Hendrik Smit sedert den negenden April vermist, en het gemelde lijk door ons erkend, dat van voornoemde Hendrik Smit te zijn.
Op de verklaring van Hendrik de Wit bekende van de overledene, oud 28 jaren, wonende aan het Oudeschild van beroep visscherman en van Pieter de Graaf wonende aan het Oudeschild van beroep visscherman oud 26 jaren, bekende van de overledene.
Na mijn voorlezing geteekend door de declairanten
Bevestigd, ingevolge de Wet door mij ondergeteekende M: Gijsbert Coenraad Willem Reinbach Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente van Texel
Hendrik De Wit
Pieter De Groot GCMReinbach

Hendrik was getrouwd met Vrouwtje Bakker, Vrouwtje Wuis met Cornelis Visser.


Schoolmeester



Home