Marijtje Buijs

Van Oudeschild via De Cocksdorp naar Lodi in Amerika

Marijtje Buijs was in dienst bij de familie Huizinga van juli 1850 tot haar huwelijk in de zomer van 1852, in de moeilijke tijd dat domineesvrouw Alida Meihuizen overleed. Ze maakte veel mee met de weduwnaar en de moederloze kinderen.

Marijtje was een dochter van Jacob Buijs en Leentje Dirks Kort.
Zij werd geboren op 18 december 1829 om 9 uur. De vader deed aangifte op 19 december, met als getuigen Willem Buijs (42), zeeman en Dirk de Groot (42) werkman, beiden wonende in Oudeschild.
Jacob Buijs (1803-1864) kwam uit Oudeschild, zijn ouders waren Jacob Pietersz Buijs en Kaatje Willems Flens. Leentje Kort (1794-1848) kwam van Wieringen, dochter van Dirk Jansz Kort en Kniertje Koolhaas.
Ze hadden 9 kinderen, Kaatje (1824-1902) getrouwd met Cornelis Griek, Dirk (1826), Cornelia (1828-1856) getrouwd met Jan van der Ploeg, Marijtje, Jacob (1832-1912) met Martje List, Aafje (1833-1884) met Klaas Brouwer, Jantje (1834/35-1860), Tijs (1835-1913) met Bregje Buis en Marretje (1837-1838).
Ze kwam uit een druk en arm gezin.

24 July 1850. Marijtje Buijs is nu als meid bij ons, geholpen door hare zuster Jannetje.

11 November 1850. Vanmorgen Jakob Buijs van Cocksdorp hier. Zijne dochter Marijtje, die hier thans als meid woont, heeft eenige weken hier ziek geweest doch is nu weer beter, zoodat zij met adsistentie van haar zuster Jannetje haar werk weer kan doen. Haar voornaamste ongesteldheid was deze opmerkelijken dat zij eerst na verloop van 17 dagen ontlasting kreeg, niettegenstaande verscheidene middelen, waaronder 3 lavementen, waren aangewend. Mijne vrouw heeft er een moeijelijken tijd mede doorgebragt. Vooral toen haar zuster Jannetje nog weer weg moest om eene algeheele reiniging te ondergaan. Gelukkig dat Alida zelve zoo gezond was. Hare zucht om een ongelukkig verdrukt kind, Jannetje, weer te doen opleven, heeft haar doen besluiten haar hier te houden.

Samuel: 18 february 1851. Wij krijgen nu alle avonden een boterham van tarwebrood dat Marijtje mengt en Jan List bakt.

28 Mei 1851 [Alida gaat met Grietje naar Westzaan] Sedert 5 jaren had mijne vrouw mijne moeder te Westzaan niet bezocht. Van jaar tot jaar werd het plan gemaakt, maar gedurig weer verijdeld. Gister evenwel is het ten uitvoer gelegd. Wij (ik met alle kinderen behalve Menno, die bij Marijtje te huis bleef) hebben haar en Grietje gistermorgen met den wagen van Jakob Cornelisz Bakker naar de haven gebragt vanwaar zij te 9 ure met Teunis Cornelisz Mets naar 't Nieuwe Diep voer. Daar zou zij gister bij Dominee Dekker blijven en vamorgen naar Westzaan gaan met de ijzeren boot enz. Wij verheugen ons dat het weer tot dusver zoo gunstig is.

8 July tot 7 Augustus. De geheele familie, 9 personen, de meid Marijtje Buijs ook mee, naar 't Hoogezand.

Samuel: Woensdag 1 October 1851. Marijtje is nu aan het straatschrobben.

29 October1851. [Alida stierf 's avonds om 11 uur in het kraambed, 34 jaar oud, 13 jaar getrouwd met Huizinga.]
Brief: Voor haar uur daar was had zij gezegd: dat en dat is gedaan, alleen dat is overgebleven, dat moest Marijtje doen.

11 November 1851. Brief aan Westzaan: Nog duren de blijken van belangstelling voort. Alle dagen worden de kinderen uitgevraagd om mij maar verligting te verschaffen. Dit moet evenwel eenmaal weer eindigen en daarom heb ik reeds vandaag de kinderen te huis gehouden.
Mijne meid houdt zich voortreffelijk. Geen moeite is haar te groot, zij doet alles wat zij kan. Ik heb alle redenen zeer met haar te vrede te zijn.

13 November 1851. Marijtje roemde Alida (met als voorbeeld Cornelis Schuil van Oosterend die in de schuur hout hakte en vergeten was binnen te halen voor de koffij op 22 october ).
(Cornelis Pietersz Schuil (1810-1892) werkman van Oosterend, getrouwd met Tetje Dijker, 4 kinderen)

3 December 1851. Brief aan Westzaan: Ik maak er nog geen plan op om mijne huiselijke omstandigheden te veranderen door het nemen van een huishoudster. Mij dunkt het is het beste zoo lang ik Marijtje houden kan nog zoo door te leven.

6 December 1851. Met Marijtje merken met inkt van ondergoed der kinderen.

13 december 1851. Brief Grietje: wij hebben zooeven sagomelk gedronken omdat Marijtje jarig was.
Jannetje Bruin komt hier alle dagen om op de kinderen te passen, en 's avonds gaat zij naar huis.

Samuel: Donderdag 18 December 1851. Nu is Marijtje jaarig geweest en wij hebben haar twee koeken en een zakje met allerhande geven.

22/25 december 1851. Brief: deze of gene der kinderen moet soms nog al eens hoesten, misschien door eenige koude te vatten, en onze kleinste ie nu en dan 's avonds nog al eens wat onrustig, misschien een weinig koortsig. 't Gebeurt wel dat hij des nachts te weinig slaap krijgt. Overdag is hij anders regt vlug meestal en is ons aller vreugde. Zulke kleine ongesteldheden komen bij kinderen niet zelden voor, doch zijn op zichzelve niet verontrustend, evenwel vereischen de kinderen meerdere oppassching en ik verheug mij dat Marijtje, al moet zij ook soms hare nachtrust daaraan opofferen, evenwel niet moede wordt, ook na eene drukke dag, dit offer aan hen te brengen. Ik kan niet genoeg dankbaar zijn dat de Goddelijke Voorzienigheid het zoodanig bestuurd heeft dat ik een zoo goede meid heb, want er kan niet anders van gezegd worden dan dat zij haar taak, die niet gemakkelijk is, met getrouwen ijver vervult. Zij zorgt behoorlijk voor de kinderen met wasschen, reinigen, enz. Houdt goed toezigt over hunne kleeding. Houdt eene goede orde in hare werkzaamheden, gaat ís avonds niet eer naar bed voor dat het noodige werk af is, al zou het ook 2 uur of later in den nacht worden. Legt 's avonds, vooral des zaterdags, alle de kleederen voor de kinderen voor den volgenden dag klaar, maakt de boterhammen gereed, enz. Met zindelijkheid en spaarzaamheid gaat het ook goed.
Dat alles neemt niet weg dat ik altijd mijne lieve vrouw met hare trouwe zorg voor alles blijf vermissen. Hoe veel deed zij niet dat u door anderen wordt gedaan!en hoeveel dat anderen zoo goed niet kunnen doen als zij. Doch als ik op vele anderen zie in soortgelijke omstandigheden, hoevele voorrechten heb ik dan nog!
Marijtje geeft op alles zorgvuldig acht en langzamerhand brengt zij alles wat er is aan kinderkleedingstukken op eene lijst, zoodat ik vervolgens zelf over alles het oog zal kunnen houden. Overigens wensch ik geene eigenlijk gezegde huishoudster te hebben die eenigermate als jufvrouw zoude ageren. Een geschikte meid, met de meisjes zoo als ik thans heb, komt mij verreweg verkieslijker voor (diepe rust, alleen de meid zit nog in 't voorkamertje met haar beminde bij zich).

Huizinga hoopte dat zijn kinderen zich hun moeder zouden blijven herinneren, daar sprak hij over met mensen die zoiets ook hadden meegemaakt.
29 december 1851. Broer [Tijs, geboren in 1835] van Marijtje, nu 18 jaar, heeft moeder met 14 jaar verloren. Kon haar zich niet meer herinneren.

Samuel: Donderdag 1 January 1852. Het is nu niewjaar. Er komen nu een heeleboel niewejaarswenschers. En vanmorgen heb ik en Dirk en Grietje vader een niewejaarsbriefje gegeven en nu is Eleman en Kee de zuster van Marijtje is hier.

3 January 1852. Marijtje wil in 't voorjaar trouwen. Ze wil Aafje introduceren in plaats van Jantje Bruin en de wekelijkse wasvrouw.
Marijtje had verkering met Auker Griek, die was geboren op 18 januari 1825 in Den Hoorn. Hij was een zoon van Willem Cornelisz Griek en Meijs Boon, ook een gezin van 9 kinderen.

21 January 1852. Brief: Marijtje was gister niet vlug, en koortsig, vandaag is zij echter weer goed.
Ik heb vandaag de zuster van Marijtje als tweede meid gehuurd voor 14 stuivers per week ter vervanging van het meisje dat wij nu hebben en de wekelijksche werkvrouw, en schoon ik dan nu voor 2 meid belasting zal moeten betalen naar 20 gulden per jaar, zou ik evenwel hopen er geen nadeel van te zullen hebben. Met february zal zij in dienst treden.

25 January 1852. Brief naar Westzaan: Ik heb vandaag de zuster van Marijtje als tweede meisje gehuurd voor 14 stuivers per week. Ik hoop dan de hulp van wasch- en werkvrouw te kunnen ontberen [voor 2 meiden moest hij 20 gulden belasting per jaar betalen].

Samuel: Vrijdag den 30 Januarij 1852. Nù is het een beetje over half negen, en Grietje gaat nu naar bed en Katrina Sientje en Menno zijn nù al te bed. En ik Dirk en Marijtje zijn nù alleen maar op, ofschoon ik strakjes ook naar bed ga.

Samuel: V febrùarij 1852. Nù is Grietje van daag jarig. En wij hebben haar gegeven, een mandje van vader, een porseleinen kopje van Marijtje, en een mahonyhoùten breibakje van Jantje.

X februarij 1852. Nù hebben wij vandaag een niewe meid gekomen, Aafje, een zuster van Marijtje.

11 February 1852. Marijtje en zuster Aafje aan tafel bezig.

Auke Griek
29 February 1852. Des avonds Auke Griek hier.

4 Maart 1852. Marijtje druk aan 't zolder schoonen.

7 Maart 1852. Zondag. Schoone dag, des namiddags gaat Marijtje met Menno en de 3 meisjes wandelen.

10 Maart 1852. Met Marijtje de boeken op de studeerkamer uitgeklopt.
11 maart 1852. De overige boeken helpen uitkloppen, dus in een namiddag en voormiddag alle boeken schoongemaakt.

12 Maart 1852. [Huishoudster] Jufvrouw Plantinus wordt afgezegd ten gunste van jufvrouw van Giffen. Marijtje nog druk aan het zolder schoonen (vanavond zoo goed als gedaan), ik intusschen veel bij de kleinen.

16 Maart 1852. Marijtje zat vanavond nog druk te naaijen aan kleeding van een pop voor Sientje, die morgen verjaart (gister en vandaag de zijkamer schoongemaakt).

17 Maart 1852. Verjaardag van Sientje.
Maartje Bruin hier, sedert eergister te schoonmaken. Vandaag de binnenkamer.

31 Maart 1852. Vandaag het huis schoonen geheel ten einde na verloop van een volle maand.

2 April 1852. Marijtje ongesteld te 9 uur naar bed gegaan.

6 April 1852. Met Auke Griek de eikenkast in elkaar gezet.

8 April 1852. Marijtje Buijs verhaalt dat haar Auke in zeer onaangename aanraking met de kommiezen is. Hij had uit het gestrande schip in 't Eijerland een scheepsvragt aardenwerk aan wal gebragt en nu vonden de kommiezen een nog grooter hoeveelheid onder de zoldering enz. verborgen waarvan hij zeide onkundig te zijn doordien hij zelf bij de lading niet tegenwoordig was geweest. Marijtje ziet voor zich de toekomst bezorgd in om dat geval met Auke.

15 April 1852. Marijtje van namiddag naar hare zuster Kee (bevallen) om wat eten te brengen.
(Cornelia Buijs was in 1848 getrouwd met Jan van der Ploeg (1823-1859) uit Pieterburen, op 12 april 1852 was hun zoontje Cornelis geboren op de Everstekoog (zie ook het hoofdstuk over Cornelis van der Ploeg)).

16 April 1852. Des middags kwam Moeder Meihuizen hier en zuster Obbina benevens jufvrouw W.L. van Giffen.
Samuel: Vrijdag 16 April 1852. Toen ik van dat slaapje wakker werd gevoelde ik mij wat beter en toen de kinderen ùit het school kwamen kwam Grootmoeder met de tantes (Van Giffen en tante Binna) die mede gekomen waren bij zich. Ik zal ù eens een kort verslag geven wat Grootmoeder medegebragt heeft: een zakje rozijnen, een zakje vijgen, een zakje uleveltjes, een trommeltje koekjes, voor de kinderen, en een broek voor mij en Dirk, en een dikke koek voor Marijtje en Aafje, voor Katrina en Sientje elk een pop, prenten te zamen voor de kinderen, en breidopjes voor Grietje, en een porseleinen servies ook voor Grietje, en een taffeltje en een kanopeetje en stoeltjes voor Katrina, en een hansopje voor Menno en een speeltùigje ook voor Menno, en krente- en witte brood voor vader.

17 April 1852. Tante Mietje van Giffen wijdt zich met lust aan hare taak. Moeder c.s. vlijtig aan alle naaijwerk.

19 April 1852. Marijtje waakt vannacht bij Menno, die nog altijd koortsig blijft.

21 April 1852. Moeder Meihuizen en zuster Obbina zijn dag aan dag ijverig in de weer met 't maken van nieuwe en 't verstellen van oude kleren. Gister hebben zij de kleeren van mijn lieve vrouw in de roode kist gepakt. Vandaag hebben zij de kleederen der kinderen overgebracht en geordend in de nieuw aangekomen eiken kast, terwijl jufvrouw van Giffen bewonderenswaardige blijken geeft van hare geschiktheid voor haar taak vooral ook in de behandeling der kinderen die haar zeer aanhangen.
Marijtje waakte bij Menno, vervolgens Aafje. Marijtje niet wel.

23 April 1852. Menno vrij vlug, doch vannacht heeft Sientje de koorts gehad. Bijkans alle kinderen zijn hoestende, ook Marijtje zwaar verkouden.

25 April 1852. Marijtje vanavond met Auke naar den Hoorn.

26 April 1852. Marijtje ziek, den ganschen dag bedlegerig.

Samuel: Woensdag 28 April 1852. Ik ben nù vandaag naar het Eijerland geweest. Toen wij te Coksdorp aankwamen gingen wij bij Jakob Buis (de vader van Marijtje onze meid) koffij drinken. Hij liet ons een Gouden medaille en nog een stùk anderen bronzen medailles zien, die zij bijna allen voor het redden van de Agnes gekregen hadden.

4 Mei 1852. Marijtje is nu haar dienstwerk uitgetreden en legt bezoeken af [zij gaat trouwen met Auke Griek].
6 Mei 1852. Ik [heb] Marijtje afbetaald. Zij is nu dagelijks afscheid nemende bij haar familie en bekenden.

7 Mei 1852. Marijtje Buijs vanmiddag vertrokken, met aandoening zien wij haar henen gaan, die tot dusver zoo hartelijk deelde in de lotgevallen van ons gezin en die ons zoo ijverig, getrouw en christelijk gediend heeft. Zij zal volgende week de bruid worden.
Samuel: Vrijdag 7 mei 1852. Marijtje is nù weggegaan maar zij komt in de aanstaande week wederom.

12 Mei 1852. Marijtje hier vanmiddag gegeten en in de regen naar Cocksdorp terug.

21 Mei 1852. Des middags Auke Griek en onze Marijtje hier. Zij laten zich inschrijven als Bruidegom en Bruid.

2 Juny 1852. Des voormiddags kwam hier onze Marijtje met haar Bruidegom en ouders en a.s. schoonmoeder. Na hier eerst een glas wijn gedronken te hebben, gingen zij naar het Raadhuis trouwen. Teruggekeerd sprak ik ze ernstig toe. Zij gebruikten hier koffij en brood en reden toen naar Cocksdorp.

15 Juny 1852. Met elkander [neven] met 2 wagens door de Waal naar Eijerland, Ruimzigt, de Eendragt, een geruimen tijd op de plaats Het Fortuin vertoefd, terwijl het sterk regende. Zeeburg, Cocksdorp, met de kinderen Marijtje even bezocht, naar den Burg.

11 July 1852. Bijkans dagelijks corresponderen Juriaan en Mietje. De voorname zaak waar op hunne gedagten spelen is haar reis naar Westzaan, die plaats zal hebben zoodra ik Marijtje hier kan krijgen. Daarover heb ik gister aan haar geschreven (in de Anna Paulownapolder), doch nu hoor ik dat zij te Cocksdorp is. Mietje meent dat zij alleen zonder meid (in geval van nood) het geen week hier zou uithouden. Laatst, toen Aafje een paar dagen van huis was, was zij des avonds dood af.

Marijtje kwam nog vaak helpen bij Huizinga
15 July 1852. Juriaan [Huizinga] hier. Des namiddags hij met Mietje met het karretje van Dirk Leijen (voor 2 gulden) naar Cocksdorp. Zij brengen berigt dat Marijtje weer beter is, zoodat zij morgen komen kan en zij, Juriaan en Mietje, dus op reis kunnen gaan naar Westzaan.

16 July 1852. Juriaan te half 8 met Mietje naar Westzaan. Marijtje hier gekomen.
Samuel: Vrijdag 16 Jùlij 1852. Nù is tante van Giffen vandaag met oome Jùriaan naar Westzaan vertrokken. En Marijtje is vandaag met de Eierlandsche Post hier aan de Burg gekomen want Vader had laatst aan haar een brief geschreven daarin dat oome Jùriaan met tante van Giffen vertrekken zoù en of Marijtje dan zoo lang bij ons blijven wilde tot dat zij terùggekomen waren. Maar wij kregen van haar een brief terùg dat zij ziek was, maar toch heeft zij zich laten overbrengen en toen kwam zij vrijdagmorgen net dat oome en tante reeds reisvaardig [waren].

27 July 1852. Marijtje is zoolang zij hier is niet regt vlug, klaagt over misselijkheid, benaauwdheid, hoofdpijn heeft geen eetlust. Zij ging vanavond vroeg naar bed.

23 September 1852. Huisbezoek, o.a. Marijtje.

29 September 1852. 2 vaatjes boter voor Jakob Buijs en dochter, en 1 vaatje snijboonen en 1 mandje appels van 't Hoogezand ontvangen [van Juriaan en Mietje].

Samuel: Dingsdag 26 October 1852. Auce was toen net bij ons en die verhaalde dat Marijtje bevallen was van een dood kind en dat zij aansluitend ongesteld was.
(Marijtje was dus wel zwanger bij haar huwelijk, zoals gebruikelijk op Texel, maar dat kwam niet in het geslachtenboek omdat het kind dood was. Merkwaardig in dit verband is dat Huizinga er geen aandacht aan besteedde, terwijl hij in die tijd nog vrij hard dacht over zulke gevallen).

3 December 1852. Marijtje Buijs hier sedert een dag of drie.

Samuel: Zondag 30 Janùarij 1853. Ik ben vandaag met Grietje Dirk en Vader naar het Oostereind geweest. Marijtje hebben wij aan het Oostereind gesproken zij is ook in de kerk geweest

Samuel: Dingsdag 1 Febrùarij 1853. Marijtje is nù bij ons, gisteren ook.

3 February 1853. Marijtje Buijs is hier sedert maandag.

20 Maart 1853. Met Dirk, Grietje, Samuel, en Aafje Buijs naar Oosterend en terug, zeer koud. Aafje te Oosterend bij Marijtje gebleven.
Samuel: Maandag 21 Maart 1853. Aafje is Zondag naar Marijtje te Oost gegaan en nù is zij weer terug gekomen.

7 April 1853. W. Bispinck hier om de keuken binnenmuur. Marijtje Buijs hier.
Samuel: Donderdag 7 April 1853. Marijtje is vandaag bij ons geweest.

12 April 1853. Marijtje Buijs hier vanmorgen gekomen en het schoonmaken begonnen.

13 april 1853. Marijtje Buijs hier.
Samuel: 13 April. Marijtje is vandaag bij ons geweest.

28 April 1853. Marijtje is verleden maandag niet gekomen (abortus).
(Marijtjes eerste kind werd pas op 21-4-1854 ingeschreven, maar dat kwam niet omdat zij niet zwanger was geworden- eerst een doodgeboren kind en nu een miskraam)

14 July 1853. Marijtje Buijs hier eergisteren gekomen, vanavond weer vertrokken.

16 July 1853. Marijtje Buijs des middags gekomen en des avonds weer vertrokken.
Samuel: Donderdag 14 July 1853. Marijtje is vandaag bij ons geweest, van middag is zij weg gegaan.

4 Augustus 1853. Marijtje hier weder sedert gister.

Samuel: Zondag 23 October 1853. Vandaag zijn Marijtje, Jantje Bruin, Adriana Vrendenberg en Dominé de Verwer bij ons geweest.
(Adriana was een dochter van dominee Vrendenberg)

Samuel: Vrijdag 11 November 1853. Marijtje is vandaag bij ons gekomen.

Grietje: Maand: 19 Dec: 1853. Aafje is gister naar Marijtje gegaan en van middag weêromgekomen.

Grietje: Dond: 2 Februarij 1854. Aafje is van daag naar Marijtje geweest.

Een jaar na de miskraam werd op 21 1854 april de tweeling Jacob en Willem Griek geboren in Oosterend, waarvan Jacob dezelfde dag overleed.
Bijna moest ze ook nog de kleine Willem verliezen.

7 Mei 1854. Zondag. Met Kors Roeper en Aafje met de wagen naar Cocksdorp. Daar te half 5 gepredikt. Bij Auke Griek. Het kind van Marijtje ligt zeer gevaarlijk.

21 Juny 1854. O.a. bij Marijtje.

1 February 1855. Vandaag Aafje van Cocksdorp terug, waar zij gister heen ging om Auke Griek te bezoeken die gevaarlijk ziek ligt.

Weduwe
Auke is overleden op 4 februari 1855 te De Cocksdorp
12 February 1855. Jakob Buijs van Cocksdorp hier thee gedronken. Verhaalt dat zijn dochter Marijtje, die verleden week haar man verloren heeft (laatstleden woensdag is Aafje er ter begrafenis geweest) zich door haar nadenken nog al vrij wel weet te troosten.

5 Mei 1855. Aafje is vanavond naar Cocksdorp gegaan en zal maandagavond met Marijtje weerkomen.

Samuel Dingsdag 22 Mei 1855. Vader Oome Juriaan Katrina Sientje Menno en ik zijn vanmorgen om 7 uren naar het Eijerland gereden met Jan Dekker. Wij kwamen er om 9 1/2 uur aan en zijn een tijdje geweest in de herberg de Hoop, toen bezocht vader R. Koning A. ... en Marijtje en eindelijk zijn wij naar Ds. Lammers gegaan.

29 Augustus 1855. Cocksdorp, Marijtje bezocht.

6 Mei 1856. Bij Albert Jansz Koning, de vrouw Trijntje Pieters Koning voor 13 weken bevallen. Zij is zeer zwak in 't hoofd en soms zeer wonderlijk.
Ik sprak veel met eene vrouw aldaar, de vrouw van D. Smit aan den Hoorn, die vroeger bij Jan Koning diende. Met haar kon ik veel over mijne Alida spreken. Zij had van Marijtje (destijds op 't Nieuwe Schild) veel van haar hooren verhalen en haar leren hoogachten.

11 July 1856. Marijtje Buijs hier met haar kind, vertrekt spoedig weer.

13 July 1856. Marijtje Buijs is hier nu met haar kind. Ik bespeur dezer dagen dat ik reeds geheel van kleine kinderen afgewend ben.

7 Augustus 1856. Marijtje Buijs hier met haar kind van 't Oude Schild.
8 Augustus 1856. Marijtje Buijs van namiddag weer naar 't Oude Schild vertrokken.

Marijtje hertrouwde in 1859 met weduwnaar Marinus Verduin.
Marinus kwam uit Ouddorp, Zuid Holland. Hij was daar geboren op 26-2-1834, zijn ouders waren Klaas Bouwens Verduin en Jannetje Kloosterman.
Ook zijn ouders hadden 8 kinderen, Maartje (getrouwd met Leendert den Bleijker), Klaasje (geboren 1828/29, getrouwd met Cornelis Wentink), Pietertje (1830/31, met Derk van der Hoek), Marinus, Pieter (1837/38, met Kaatje de Groot), Cornelis (1840, met Jannetje van Lenten), een dood geboren kind (1847) en Bouwe (1847).

De trouwerij van Marinus en Marijtje was op 17 november 1859, het eerste kind Jannetje kwam op 31 januari 1860, in 1861 Leentje, in 1864 Maartje.
Op 22 maart 1866 vertrok het gezin naar Amerika.

Konijnen
Brief van Burgemeester Pieter Keyzer 16-10-1863
Aan Zijne Excellentie de Commissaris des Konings in Noord Holland
Om Mattheus Martinusse en Martinus Verduin (welke als bekwame strikkenzetters bekend staan) aantebevelen.

Oude moeder van Auke
Brief van Burgemeester Pieter Keyzer 6-11-1863
Aan den Heer Officier van Justitie te Alkmaar
Dat de Adressante Mijs Boon weduwe is, en ook al wat op jaren komt, en dat zij belang stelt in het lot harer Dochter Aaltje, gaarne zoude verlangen aan deze eene vermindering van gevangenisstraf mogt worden toegekend is niet onnatuurlijk. Dat echter de Adressante voor een groot gedeelte van de ondersteuning harer dochter moet bestaan, is naar het oordeel der publieke opinie meer een gezocht motiev, dan wel eene daadzaak, waarmede voor zoo wel mij bekend ik geheel kan instemmen. Ik vind alzoo geen vrijheid het verzoek van de Adressante gunstig te ondersteunen.

[Meijs Boon (1800-1870), dochter van Auker Jacobsz Boon en Aagje Jans Knaap, was geboren in 1800 en dus al wat op leeftijd. Haar echtgenoot was Willem Cornelisz Griek (1798-1852). Ze hadden 9 kinderen, die in 1863 allemaal in leven waren, behalve de tweede zoon Auker (ze was de schoonmoeder van Marijtje Buijs).
Meijs was dus niet uitsluitend op deze dochter aangewezen voor ondersteuning. Maar ze had geen dochter Antje of Aaltje, wel 2 dochters met de naam Aagje, een geboren in 1836 en een van 1841. Dat is niet gebruikelijk, een naam wordt, als het kind blijft leven, niet twee keer in hetzelfde gezin gebruikt. Misschien heette een van de twee Aaltje (de jongste), misschien een schrijffout van de ambtenaar].

15 Augustus 1864. Wij reden naar Cocksdorp.
Aldaar wandelen (ik bij R. Koning, bij Aafje, bij jufvrouw Gillot, bij Marijtje).

Schrale verdiensten
Brief Burgemeester 22-10-1865 Idem Marinus Verduin Eijerland, van goed, orderlijk gedrag en bij de schrale verdiensten die Eijerland tegenwoordig oplevert, zou de konijnenvangst hem, tot onderstand van zijn gezin, nog eenigzints kunnen tegemoetkomen. Vroeger was hij reeds in het bezit eener dergelijke vergunning en nimmer heb ik tegen hem klagten hooren inkomen.

De armoede in Eijerland was erg groot, en dat werd in de loop der jaren niet beter.
Huizinga 11 January 1848. Brief: Wij hebben laatst een stukje in het Handelsblad gehad hetwelk de toestand van de arbeidende klasse op Eijerland zeer gunstig voorstelde. Gij hebt het waarschijnlijk ook gelezen. Dat stuk bevat de grofste leugens. Er is geen streek van ons eiland waar zooveel armoede heerscht dan in Eijerland. Burgemeester zeide dat er wel een derde werklieden te veel was.
Na de bouw van de vuurtoren was het ook nog met extra inkomsten in de wintertijd gedaan.
Huizinga 26 January 1865. Brief aan Samuel: Bij de jongste storm is hier geen een schip gekomen, daardoor te meer is 't op Cocksdorp thans zoo arm. De nieuwe vuurtoren schijnt dus nuttig te wezen althans voor de zeelieden op de schepen.
27 February 1865. Brief aan Samuel: De nieuwe vuurtoren hier op Texel voldoet goed, er komen nu althans volstrekt geen schepen op 't strand. Verleden zaterdag was er groot alarm. Men zeide dat er een bark op strand zat. Alle man trok er heen, maar het bleek slechts een Groninger tjalk met grind, die overboord gezet werd, waardoor het schip lichtte en weder kon vertrekken. Men had wel wat anders gehoopt (groote armoede op Eijerland).

Dan maar naar Amerika
Door werkloosheid en armoede gedwongen zochten veel mensen uit de Eijerlandse Polder een beter bestaan in Amerika. Ze hadden weinig keus.
Huizinga 12 April 1865. Uit het Eijerland waren 23 personen vertrokken en er was nog volk te veel want de boer liet zeer weinig doen.
Huizinga 4 April 1867. Verleden week zijn er eens 62 en daarna nog 30 personen van Texel naar Noord-Amerika vertrokken.

Martinus en Marijtje emigreerden uit de Polder op 22 maart 1866. In dat jaar zijn 138 personen van Texel vertrokken.
Ze reisden met een groot deel van de familie Verduin, de ouders Klaas en Jannetje, Pietertje en Dirk van de Hoek, Klaasje en Cornelis Wentink, verder Jacob Eelman en Trijntje Gorter [de zuster van (Pagga) Cornelis Gorter], Aris Jansz Eelman, Cornelis Eelman getrouwd met Stark, Hendrik Mulder, Albert Tol en Pippeling, Pieter Jansz Buis en Willemina Touw van Melissant, Cornelis Stark,
Jacobus Monté, Trijntje Zuur-Dros, Leentje van der Ploeg, totaal 25 volwassenen en 31 kinderen, waaronder Willem Aukersz Griek.

Maartje Verduin, getrouwd met Leendert den Bleijker, was al in 1857 overgestoken toen het grootste deel van de familie Den Bleyker naar Amerika ging.

Huizinga hield nog lang contact met Marijtje.
18 Maart 1868. Ik des avonds aan 't briefschrijven voor Marijtje Buijs te Lodi in Noord Amerika, om morgenochtend te verzenden aan Aafje te Cocksdorp.

9 February 1869. Brief van Marijtje Buijs te Lodi in Noord Amerika ter lezing ontvangen van haar broeder te Cocksdorp. Zij verzoekt mij daarin om een Bijbel, die ik haar wil toezenden. Brief daarbij geschreven, 4 bladzijden.

10 December 1870. Cornelis [Geertsz] van der Ploeg hier met een brief van Marijtje Buijs uit Amerika. Ik aan haar een uitvoerige brief geschreven dien hij maandag kwam halen.

17 December 1870. Gisteravond Cornelis van der Ploeg hier die gaarne met het voorjaar naar Amerika wil vertrekken naar Marijtje Buijs. Hij is bezig met Engelsch te leeren. Ik leen hem daartoe de Spraakkunst van Van der Pijl.

11 February 1871. Des voormiddags ontvingen wij een pakje van Cocksdorp, zijnde een presentje reukwater en zeep van Marijtje Buijs uit Amerika, met brief (ook voor C. van der Ploeg) wat ons eene aangename verrassing was.
Cornelis vertrok op 18 april naar Amerika.

16 April 1871. Ik brief geschreven aan Marijtje Buijs om naar Amerika te zenden, met een pakje boeken en geschriften. Daarbij een jurk voor haar dochtertje.

Toevlucht bij Marijtje
Opvang van andere Texelaars
18 April 1871. Geertje Dekker hier om afscheid te nemen voor de reis naar Amerika. Cornelis van der Ploeg, hem het pakje voor Marij meegegeven (en een paar flesschen wijn en sigaren).

28 Juny 1872. J.C. Bakker verhaalde mij de geschiedenis van het vertrek van zijn zoon Pieter en gezin van Winkel naar Rotterdam en verder naar Amerika. De zaken van zijn zoon waren geheel verkeerd, ook scheen hij voor zich niet zeker te wezen of de brand te zijnen huize had plaats gehad hem niet in handen der politie had kunnen leiden. Deze had zich althans ernstig met de zaak bemoeid, zoodat hij blij was dat hij nu veilig in Amerika zit. Hij was bij Martinus en Marijtje Buijs en verwachtte daarvan het beste. Veel zorgen had hij in stilte om zijn zoon doorgestaan.

Weinig contact meer
21 September 1876. Te Cocksdorp bij Aafje Buijs (thee gedronken met brood).
De herbergier Jakob Buijs had in lang geen brief van Marijtje uit Amerika gehad, maar toch vernomen dat het haar goed ging met haar gezin, dat zij nu een kleine boerderij hadden.

Dagboeken dominee Huizinga en zijn kinderen Grietje en Samuel
Brieven van Burgemeester en Secretaris van Texel
Lijst landverhuizers 'Hijijij is naar Amerika, samengesteld door Karel van Empel
Databank van Rob Gomes



Home