Ziekte en dood op Texel


ZIEKTE EN DOOD OP TEXEL
zoals opgeschreven door dominee Huizinga als er bij stond wat ze hadden

(citaat van Pieter van Cuijk: “De lieden worden er oud, en bij de kinderen zijn besmettelijke ziekten zeldzaam”, wat niet blijkt uit wat Huizinga er over heeft opgeschreven)

19 January 1846. Des avonds het kindje van W. Bok, Anna Elisabeth, overleden, nog geen jaar oud.

3 February 1846. Ik even bij de weduwe van Jan Boon die dezer dagen blind is geworden.

3 April 1846. Meester Wouter Klaasz. Brouwer heeft voor een paar dagen ook weder een kind verloren aan de Croup, het vierde in 22 maanden, en dezen zelfden dag ook het vijfde, zoodat er nu 2 boven de aarde staan.

18 Juny 1846. Het kind Dirkje Jansz. Bakker zeer ziek, ja stervende.
20 Juny 1846. Het kind van Jan Cornelisz. Bakker overleden.
23 Juny 1846. Des morgens te 7 ure begrafenis van het kind van J.C. Bakker. Ik deed vooraf eene toespraak die mij tamelijk wel gelukte, ook bij het afscheidnemen.

14 December 1846. Bij Jan Sijbrandsz. Timmer zijn zoon Leendert toegesproken, zal niet lang meer leeven.
20 December 1846. Ik even bij J. S. Timmer, zijn zoon verleden zaterdag begraven.

14 February 1847. Tusschen 12 en 1 uur nog eventjes bij Reijer Sijbrandsz. Keijser geweest, zijne vrouw Chrisje zeer ongesteld. Zij lijdt aan eene hooggaande zwaarmoedigheid sedert vele maanden die steeds toeneemt. Vanmiddag had zij een toeval gehad. Zij is soms als waanzinnig.
17 February 1847. Zij schijnt thans geheel simpel te weezen.

16 February 1847. Bij Teeke Jansz. Duinker, de vrouw Hendrikje Gerbrands Dros van tweelingen bevallen.

16 Maart 1847. Des avonds aan het sterfbed van Pieter Sijbrandsz. Koning, van half 2 af lag hij in eene beroerte.

31 Augustus 1847. Martje Aries Boon, 26 jaar oud , aan vreeselijke kramppijnen overleden.

31 Augustus 1847. Allertreurigste toestand bij de vrouw van Jan Leen, de kamer waar zij ligt te lijden en te verlangen naar den dood laat de regen overal door.

25 September 1847. Bij Meester Brouwer die met zijn vrouw Trijntje de Boer ziek ligt.

25 September 1847. Pieter Jansz. Keijser heeft gister zijn arm gebroken.

8 February 1847. In den laatsten tijd vele menschen te Oosterend vrij subiet overleden

12 February 1848. Trijntje Jans Flens was aan eene beroerte plotseling overleden.

17 February 1848. De vrouw Pietertje Cornelis Boon is zeer ziek, zij is ijlende, meent te sterven.
18 February 1848. De vrouw iets beter.
24 Maart 1848. De vrouw weer hersteld.

13 Maart 1848. Aris Arisz. Eelman is verleden woensdag ziek geworden en sedert zooveel verergerd dat hij nu hoogst gevaarlijk ligt. Dr. Stolp oordeelt dat hij den dag niet zal overkomen.
14 Maart 1848. Het overlijden van A. A. Eelman op de Noorderbuurt op gisteravond. De man scheen zich van den beginne af den dood reeds te hebben voorgesteld, vandaar nog eenige beschikkingen die hij gemaakt had. Zijn laatste woord gister getuigde nog van zijne vriendschappelijke gezindheid omtrent mij, daar hij, terwijl hij anders aan niemand meer een woord gaf, mij nog vroeg of Dominee wel een kopje koffij had gehad?.

28 Maart 1848. De vrouw Guurtje Klaas Kuiper, die weder zeer aan vlagen van zwaarmoedigheid laboreert heeft geheel geen lust en zoo zij meent geen kracht.

29 Maart 1848. Berigt van het overlijden van Cornelis Hendriksz. Veenstra te Nieuwendam, daags voor de begrafenis zijner vrouw Trijntje Arens Donker.

31 Maart 1848. Jan Jacobsz. Rab zijne vrouw haar bevalling was ophanden. Hij gaf echter te kennen dat hij het liever anders gewenscht had. Hij was tot dusverre gelukkig met zijne vrouw en wenschte niets meer. Zij hadden 5 weken een kindje gehad, maar de moeite en zorg daaraan verbonden woog tegen het genoegen lang niet op. Alida en ik weerspraken hem krachtig [maar zij hadden nog nooit een kind verloren].

3 April 1848. Bij Grietje Pieters List, nog zeer ziek. Verleeden maandag had ik haar man reeds ernstig vermaand over zijn ruwe behandeling zijner kinderen. Ook thans klaagde de vrouw nog zeer over hem, over zijn gemis van liefde. Nieuwe vermaningen aan hem en haar (om hem toch het leeven in huis aangenaam te maken, enz.).

14 Mei 1848. Ik was bij Jan Maartensz. Daalder. Hij had gister zijn zoontje Fedde begraven. De vrouw Tetje Feddes Valk is geheel troosteloos, krijgt een toeval.

21 Augustus 1848. O.a. bezogt Akkes Kil en 2 dochters, zij zelf vrij ziek.

21 Augustus 1848. Johannes Vos is stokdoof, ik kan hem niet beroepen, maar moet door zijn dochter tot hem spreeken. Hij is reeds 18 weken bedlegerig. Hij beklaagt zich zeer over de onbarmhartigheid der menschen, alle oud-Hollandsche deugden, zeide hij, waren door de Franschen weggevoerd. Het is goed, zegt hij, dat ik met hem over zijne zaligheid kom spreken, maar die zaligheid kon ik hem toch ook niet geven, zij moest komen van Gods genade. Dit troostte hem als hij van de 6 woorden die ik sprak er geen 4 verstond. Hij knorde zeer op zijn dochter.
Eén ding wist hij, zeide hij, dat het eene groote opruiming geven zou als Onze Lieve Heer hem en alle zijns gelijken eens uit de wereld wegnam.

23 Mei 1849. Begrafenis te Oosterend van Jakob Jansz Schoen aan waterzucht overleden. Zijn ligchaam was monstrueus zwaar.

23 Mei 1849. Jakob Gerbrandsz Dros was van een steiger gevallen en had den voet bezeerd.

4 January 1850. Gerbrig Aries Dijksen, 70 jaar, hoest zwaar alsof het kinkhoest ware.

26 January 1850. Verleden maandag had er ligt aan de Waal een hevige brand kunnen ontstaan door een oude vrouw die met 2 heette stoven te bed was gegaan. Haar beddegoed is gedeeltelijk verbrand. Zij zelve ook zeer daarbij beschadigd en een paar dagen daarna overleden. Wonder dat er niet meer brand ontstaat.

26 January 1850. Bij Jan Maartensz. Daalder die een knaapje van 5 jaar in de put verlooren heeft.

2 Mei 1851. Eergister bij het sterven van Jan Arisz. Eelman. ‘t Is treurig als iemand in zijn uiterste zoo weinig zelfbewustzijn heeft, hij meende naar huis te moeten en in “deze ellendige hut” niet langer te kunnen blijven. Het paard stond voor de deur te wachten. Te midden van zijne worstelingen uit bed te komen bezweken zijne krachten en weldra reisde hij af naar de eeuwigheid.

19 Mei 1851. Begrafenis van een zoon van de weduwe A. Koorn, de tweede in 18 dagen.

22 Mei 1851. Neeltje Eelman schijnt te sterven maar haalt toch weer op. 26 Mei is de begrafenis.

24 Mei 1851. Dirk Huizinga kreeg bijna de hark in zijn oog, met een punt in de wang. Later is het zeer dik geworden, pijnlijk, hij ging vroeg naar bed.

1 Juny 1851. Bij Jakob Klaasz. Smit, die hun eenigst kindje verloren hebben, plotseling aan een stuip.

29 October 1851. [Alida Meihuizen, de vrouw van Huizinga, overleed een uur na de afloop eener hoogst moeijlijke verlossing van een dood geboren kind, haar man na ‘eene zeer gelukkige Echt van 13 jaren met 6 jonge kinderen achterlatend’].

23 April 1852. Ter begrafenis aan de Waal van Aafje Leijen die verleden dingsdag zeer onverwacht (‘s morgens deed zij nog haar werk) bij P. Langeveld is overleden.

13 Mei 1852. Des avonds twee maal Neeltje Eelman bezocht hier in de Waalderstraat, men vreest en zijzelve wenscht dat zij de nacht niet zal doorkomen. ‘t Is begonnen met een gezwel aan de hand.

17 Mei 1852. Het kind [Jacob] van Philip Bakker en Geertje Koning, 15 maanden oud overleden aan kinkhoest en stuipen. Op de begrafenis in de preek leerrede van Meijboom over 'het kind is niet gestorven maar slaapt' en andere
. Meester Zwaal doet de voorlezing. Hij heeft al 9 kinderen verloren, verleden jaar 3. Vroeger 2 aan de kroep in weinige dagen.

21 Juny 1852 Willempje Dekker aan de Waal had een kind van 10 maanden verloren. Zij is dikwijls zeer neerslagtig.

23 July 1852. Gesprek over den ellendigen staat van het huisgezin van Simon Dekker en van zijne razende dronkenschap, van de vreeselijke mishandelingen die vrouw en kinderen moeten lijden, terwijl hij al zijn welstand te gronde richt. De meid was er al eens weggeloopen, de vrouw zou het ook wel willen als ze geen kinderen had.

16 Augustus 1852. Albert Keijser zijn gedrag wordt zeer dwaas genoemd.

8 September 1852. Menno Huizinga had een zeer verontrustende hoest, de keel of de luchtpijpen zaten haast digt, ik weet niet of ik het lieve kind nog zal mogen behouden.

25 September 1852. Sijbrand Koning schijnt van de vallende ziekte genezen door een Goldberger ketting, heeft de toevallen althans niet gehad in het jaar dat hij ze droeg, anders om de dag of elf.

12 October 1852. Klaas Kuiper wenscht een nieuwe breukband, daar hij dubbel gebroken is en daar zeer veel last van heeft.

13 Maart 1853. Menno Huizinga is aldoor onrustig. Hij heeft op 12 Maart wormkruid ingenomen.
14 Maart 1853. Menno is vanavond rustig gaan slapen nadat hij gister eene verbazende hoeveelheid maden heeft geloosd.

30 Maart 1853. Vroeger kwam hier Cornelis van der Ploeg, een ongelukkige man, het bleek mij weldra dat hij geheel krankzinnig was. Hij kondigde zich aan mij aan als dengeen met wie ik dagelijksch te doen had, nl. als Jezus Christus, die het getuigenis heeft in zichzelven, die God die alles in allen vervult. Ik had diep medelijden met de ongelukkige die door velerlei rampspoed als vervolgd eindelijk het regte spoor bijster geworden was. Hij wilde naar Groningen naar zijne familie om wat verzachting van zijn drukkend leed te zoeken. Ik raadde hem die reis aan maar tevens werkzaamheid. Zocht blijmoedig vertrouwen op God bij hem te wekken, enz. Eindelijk ging hij heen.

12 January 1854. De Heer Ahlé (86) heeft dezer dagen zijn vrouw en dochter 2 dagen na elkaar verloren, misschien ten gevolge van kolendamp.

16 January 1854. De vrouw van Dros aan de Waal lijdt sedert een maand aan een gezwel aan de hals.

3 Maart 1854. R. verhaalde gister de treurige dood van het kind van Trijntje Daalder dat zich aan zijn dasje zelf gewurgd had, blijvende bij het overklimmen van een hek aan de paal hangen.

8 Mei 1854. Simon Zijm subiet overleden.

27 Juny 1854. Jan Jakobsz. Roeper in 't Spang lijdt zeer aan een verschrikkelijke opzwelling der regterhand hem aangekomen met een splintertje, of liever een stekeltje van een plant in de vinger. Nu was de hand sedert 3 weken monstreus dik en pijnlijk en ontlastte veel bloedige etter. Misschien krijgt hij de hand nooit meer volkomen tot zijn gebruik.

20 Augustus 1854. Jufvrouw Keijser (Trijntje Jacobs Dijksen) overleden, langdurig ziek en steeds zwakker. 25 Augustus begraven met Dominee Vrendenberg. Ik sprak er vrij wel (niet uitmuntend).

12 October 1854. De vrouw van P. Langeveld kan haast niet meer spreken. Verlangt niet meer te leven. Sterft 15 October.

12 October 1854. Bij J.L. Kikkert de vrouw toegesproken na het overlijden van haar kind van 8 maanden.

25 November 1854. Vrouwtje Dijksen, onlangs voorspoedig bevallen, is nu krankzinnig en zeer gevaarlijk.
8 December 1854. Begrafenis van Vrouwtje Dijksen in de Waal, voor 14 dagen van haar eerste kind bevallen en daarna in eene hevige krankzinnigheid gestort waarin zij zelfs eenmaal bed en huis naakt ontvlugtte.

8 December 1854. Doctor Scheurleer raadde aan dat Menno tegen zijne dikbuikigheid (uit opzetting der klieren voortkomende, waaruit wormen ontstaan) dagelijks levertraan of ook wel zeer bitter hoppig bier gebruikte.

1 February 1855. Auke Griek ligt gevaarlijk ziek.
Op 7 February 1855 begraven.

7 February 1855. Jakob Buijs verhaalde dat iemand een zeehond had gevangen en het spek uitgekookt. Een der jongens had steelsgewijze veel van dat uitgebraden spek (kanen of vinken) gegeten. Hij heeft wat op het strand te verrigten, gevoelt eene sterke werking in de buik en loost wel 30 wormen. Nu had hij, Jakob Buijs, onlangs ook een Rob gevangen en aan zijn Meisje ook eenige stukjes van die kanen gegeven die ook spoedig daarop een paar wormen had geloosd. Nu gaf hij haar van tijd tot tijd de traan die zoo helder en reukloos is als regenwater en zij bevondt zich altijd zeer goed daarbij.

22 Mei 1855. Teeke Jansz. Duinker aan de Waal, 32 jaar, verleden vrijdag in een half uur tijds aan eene bloedspuwing overleden.

30 Mei 1855. Pieter Klaasz. Kikkert zijn vrouw Marretje Jacobs Zuidewind was onlangs nog in vele opzigten lijdende (borst, maag,enz. slapeloosheid) nu in 1 morgenstond beter.

27 October 1855. Naar Koen Kalf om daar de dood van Dirk in Suriname bekend te maken.

3 December 1855. De huishoudster Geertje van Giffen heeft anderendaagsche koorts.

20 December 1855. Gerbrig van Grouw, de arme lijderes, is zeer geduldig, nu al weer 10 weken ongesteld. Verleden jaar 5 maanden.

14 January 1856. Mijne huishoudster jufvrouw van Giffen is sedert ettelijke dagen ongesteld. In 't vorig jaar genoot zij over het algemeen een vrij goede gezondheid. [Huizinga is hier heel wat ziek en zeer vergeten, en over haar kwalen, zenuwtoevallen, flauwtes en sneeuwbehandeling volgt een hele bladzijde].

15 January 1856. Trijntje Jans Knaap kreeg in de catechisatie een hevige zenuwtoeval. Er werd beproefd haar met koud water en sneeuw weer bij te brengen. Toen hebben wij haar met adsistentie van een aantal stevige knapen, Aris Jansz. Eelman, Gerrit Dirksz. Bakker, Cornelis en Pieter Pietersz. Keijser naar het huis van Docter Stolp gedragen, wat echter niet gemakkelijk was [in de volgende week was zij weer op catechisatie].

29 January 1856. Cornelisje Dirks Kooiman is weer herstellende van hare abortus.
P. Kuiper lijdt zeer aan een gezwel in het hoofd.

5 Mei 1856. Pieter Gerritsz. Bakker heeft gister een week geleden eensklaps, hij was tot dien tijd regt wel, des avonds te 8.30 ure een beroerte gekregen, ten gevolge waarvan hij tot donderdag middag 3 uur (toen hij stierf) zonder spraak of bewustzijn lag.

24 Juny 1856. Albert Pietersz. Keijser gaat naar Meerenberg.
Ruzie over diens zaken met Bok. Simon Sijbrandsz. Keijser zou zoo de zaak niet getermineerd werd, de carrière van de jonge Willem Bok zou bederven en daarbij de oude Willem Bok aan de kaak zou stellen.

24 September 1856. Vrijdag l.l. ben ik naar den Hoorn geweest ter begrafenis van Jacob Ariesz. Kunst die onder het opmeten van aardappels met zijn zwager Reijer Bakker, plotseling neergevallen en gestorven was. Hij was zeer ongelukkig getrouwd, levende met zijn tweede vrouw Trijntje Theunis List in een aanhoudende twist.

10 November 1856. Het oudste dochtertje van J. R. C. Coninck Westenberg plotseling aan een stuip overleden. Deze namiddag bezocht ik de bedroefde ouders.

6 January 1857. Willempje Pieters Dekker, de vrouw van Gerbrand Gerbrandsz. Dros jr., is verbazend opgezwollen door het water.
Op 23 February 1857 werd ze begraven in de Waal.

20 February 1857. Des namiddags naar Jakob Zuidewind. Zijn kleine dochtertje Trijntje 5 jaar oud, is sedert 5 maanden bedlegerig aan eene uitzetting van de milt of verweeking, zoo als Doctor Stolp het noemt. Het kindje is geheel uitgeteerd, niets dan vel en been, doch heeft een buik van monsterachtige dikte, gespannen als een trommel. Zij heeft echter geen pijn, dan als men haar behandelen moet. De ouders zijn zeer droevig.
Zij werd op 13 Maart begraven.

4 Mei 1857. Bij Pieter Kikkert. Zijne vrouw Marretje Jacobs Zuidewind, sedert ruim een week bevallen van Marretje Pieters Kikkert, is in zeer slechten staat, meestal krankzinnig.
[Het kind leefde van 27 April tot 12 Augustus 1857, de moeder stierf in 1857].

12 Mei 1857. Buurman Cornelis Pietersz. Keijser vraagt mij of hij eenige takken van mijne boomen op de straat zal doen afslaan. Ik heb er niet tegen. Cornelis Bruin zal het doen. Eenigen tijd later hoor ik gillen en schreeuwen. Ik snel naar beneden, daar lag Bruin (iemand die dikwijls toevallen heeft) aan de voet van den hoogen ladder, van welks boveneinde hij was neergestort. Allen erg verschrikt. Ik des avonds naar hem toe. Hij ligt veel te slap bijkans den geheelen dag met veel pijn in hoofd en knie, doch niets schijnt te zijn gebroken.

13 Mei 1857. Sijbrand Keijser vertelt hoe Pieter Bakker en Grietje Pieters Keijser met hun zoontje Dirk (geboren 1854) aan het Nieuwediep zijn en dat dit kind daar door Haremaker en een Doctor van ’t Wachtschip is geopereerd van een gebrek in de pisloozing (een kluit vet op de mond der blaas, waardoor hij vroeger veel moest lijden). Het schijnt goed te gaan.

12 July 1857. Jakob Klaasz. Smit heeft nu zijn 6e kind verlooren.

2 Augustus 1857. Antje Hendriks Plavier is sukkelende vanaf 8 Maart. Heeft dagelijks koorts.

7 July 1858. Jakob Roeper vreest dat Albert Keijser eenmaal weer op Meerenberg of agter de tralies gebragt moet worden, hij was deze dag nog aan het vechten geweest met Jan Boon. Hij kan Bok soms vreeselijk bedreigen, vloeken en tieren. Huizinga probeert Keijser weg te houden van de hooiveiling die aan notaris Bok was gegund (die hem, Keijser, ƒ 8000,- had ontstolen).

17 September 1858. Des namiddags ter begrafenis van buurvrouw Leentje Kikkert, die na 18 maanden sukkelen eindelijk bezweek, maar nog in hare laatste uren hoop op herstel bleef voeden.

1 November 1858. Trijntje Langeveld verzwakt steeds, maar gaat haar einde rustig tegen. Zij roemt zeer het huiselijk geluk dat zij genoot.

22 Maart 1859. Aan de Waal, aldaar bij Lotje de zogenaamde wonderdokter van Oosterend, zijn naam heb ik nog niet gehoord. Zijn genezingen volbrengt hij meestal door hoonig op Spaanschen wijn getrokken, ook wel op brandewijn, waarvan hij zijn patiènt eenige glazen daags laat gebruiken.
27 Augustus 1859. De wonderdokter uit Oosterend schrijft tegen maagpijn voor eene smeering op de maag, en het inwendig gebruik van 1 lepel vol raapolij van tijd tot tijd.

27 Mei 1859. Klaas, de zoon van Maarten Daalder, nu in hechtenis wegens moordaanslag op G.P. Burger.

7 Augustus 1859. Ik te huis komende vond een briefje mij berichtende dat de vrouw van Klok, Teytje Cornelis Boon, zoo even terwijl haar man naar de Vermaning was, in de put verdronken was. Zij had reeds geruimen tijd tevoren gezegd: “die put zal mijn graf zijn” of “die put is het einde van mijn verdriet” [zelfmoord].

4 September 1859. Martje Rab is sedert verscheidene dagen geheel buiten verstand en ligt soms 25 uren achtereen te praten en te zingen. Ik kan ook niets met haar worden.

21 October 1859. Ik moest op verzoek van de Burgemeester het berigt brengen aan Dirk Bruin dat zijn zoon Klaas den 4e October in de Spaansche zee overboord gevallen en verdronken was. Vreeselijk zag ik er tegen op, het ging echter nog al wel, ik deed het door Bruin ten huize van Klok te roepen, hij zelf zou het aan zijn vrouw berigten.

18 Maart 1860. Ik word gehaald bij Jakob Teekes van Grouw. Zijn zoon Teeke is niet medegekomen met het schip Dortrina, pas binnengekoomen. Allen zijn in diepen rouw, daar men zich nu verzekerd houdt dat het gerucht waarheid is dat hij te Batavia uit de mast gevallen en gestorven is. Ik schrijf een brief aan de Reeders van Harpen te Amsterdam. Op 21 Maart 1860 ontvang ik een brief van van Harpen te Amsterdam, die mij de zekerheid geeft van de dood van Teeke van Grouw, hetwelk ik aan de ouders berigt.

16 April 1860. Trijntje Knaap ligt in een zeer treurige toestand, heeft sedert 35 dagen geen ontlasting gehad, en in 14 dagen niet gegeten, met moeite kan zij nog een weinig bessenat en soms een slap ei doorkrijgen.
Op 23 April 1860 te half 2 begrafenis van Trijntje Knaap aan de Hoorn.

7 Mei 1860. Paulus Duinker zijne vrouw was na een zwaar lijden van 14 weken lang overleden aan inwendige gezwellen.

14 September 1860. Berigt dat Martje Pieters Eelman zich verdronken heeft. Jakob List hier om het boekje te halen waaruit hij morgen bij haar begrafenis zou lezen.

17 September 1860. De vrouw van Jakob Koorn op de Mient is ellendig in het water omgekomen, l.l. vrijdagmorgen omstreeks 3 uur vermoedelijk, vandaag begrafenis.

14 November 1860. Anna Kikkert is deze morgen overleden. Op 4 November was zij bij de kerkinwijding aan de Waal tegenwoordig geweest en had zich toen zeer wel gevoeld. Des avonds en de volgende dagen sterke bloedspuwingen. Koorn die deze maand nog met haar in het huwelijk getreden zou zijn, was zeer bedroefd.

16 December 1860. Zelfmoord van Rensje Kok door rattekruid.

17 January 1861. De oude Maarten Dirksz. Daalder 91 jaar oud subiet overleden.

17 January 1861. Antje Bok had dezer dagen door middel van den Heer Bok berigt ontvangen uit Calefornië dat haar zoon Cornelis daar uit een boom gevallen en treurig om het leven gekomen was.

26 January 1861. Jakob Eelman van de Hoogeberg was in 8 dagen gezond en dood.

8 February 1861. Sijbrand Pietersz. Koning, die onderhevig was aan de vallende ziekte had bij den Burgwal een toeval gekregen, was daarin gestort en vervolgens na eenig zoeken door zijne broeder levenloos daaruitgehaald.

11 April 1861. Biem Dekker afgestort van eene wagen met hollend paard.

14 Mei 1861. Arie Michielsz Koger, een man van onbesproken gedrag, heeft zich in de hals of nek eene zoodanige wonde toegebragt dat hij onmiddelijk dood neerzeeg. Derwijl hij aan de ontbijttafel zat zonder dat er iets bijzonders was voorgevallen. Zijne vrouw was even op de zolder gegaan en zijn zoon in den winkel. Hij had kort tevoren zijn boterham gedeeltelijk opgegeten, het overige wilde hij straks te 11 ure gebruiken. Voor dien zelfmoord zijn volstrekt geene aanleidingen te bedenken.

25 Augustus 1861. Kapitein Kikkert van het Oude Schild met zijn schip als lijk binnengekomen.

20 November 1861. Dirk Boon in Tienhoven bezocht, sedert 16 jaar blind, bijkans 80 jaren oud. Hij heeft eene breuk gekregen waaraan hij denkelijk sterven zal.
Op 3 December 1861 werd de weduwe Boon uit Tienhoven, Martje Dirks, begraven.

28 December 1861. Dirk Schuit berigt mij dat zijn jongste kind aan de kinkhoest gister gestorven is. Nog 5 anderen zijn er aan, en daaronder Emma zeer erg.

20 January 1862. Het eenigst kind van Brans, 9 maanden oud, gestorven aan een hersenziekte.

20 January 1862. Bij Cornelis Dijksen voor eenigen tijd het jongste kind gestorven.

20 January 1862. Jakob Pietersz. Koning had zijn jongste kind verloren aan de stuipen.

24 January 1862. Brief geschreven aan Pieter Joostz Breker te Amsterdam in het Gasthuis ziek liggende met beenbederf.
6 February 1862. Des avonds bij Dirk de Vries het berigt gebragt van het overlijden van Pieter Breker te Amsterdam in het gasthuis, des avonds Dirkje Breker hier.

3 February 1862. Reijer Daalder in de Koog bezocht, 2 kinderen dood, nog 3 aan de kinkhoest.

6 February 1862. Naar de Waal ter begrafenis van het oudste zoontje van Jan Jakobsz. Roeper (de tweede van hem aan de kinkhoest overleden, en de derde is nog zeer ziek).

26 January 1863. [Vandaag] werd aan Dominé Huidekoper van de Waal een dochter geboren, 30 January zag ik moeder en kind in de beste welstand en de vader hooggelukkig, de volgende dag evenwel kreeg zijne vrouw koortsen, haar toestand werd verontrustend,10 February hoorde ik dat zij overleden was, 25 jaar oud.

7 Mei 1863. Reijer Daalder hier, berigt dat zijn halfbroer Jan Duinker deze morgen in zee drijvende is gevonden. Duinker had drankproblemen - van Maart tot December geen drank gebruikt, maar met het verkoopen van een varken dat niet op straat kon gebeuren maar in de herberg was hij er weer afgeraakt, vooral de vrouw van Klaas Boon had altijd haar best gedaan om hem weer te verleiden en ‘t was haar gelukt. Duinker had finantiële problemen, zei wij zijn arm, straatarm, liep het huis uit, door zijn vrouw teruggeroepen. Des nachts bemerkte zij dat hij niet meer naast haar in bed lag, zij haalde de buren die nu overal tevergeefs zochten. Eindelijk vonden zij de stappen zijner blote voeten op ‘t strand regt op zee aangaande en te 5 ure werd zijn lijk gevonden, 33 jaar oud.

14 Juny 1863. De overledene Daniël Buijs had maagkanker, hij had in 8 volle weken geen korrel spijze gebruikt alleen een weinig water, ook had hij in 6 weken geen ontlasting gehad.

8 January 1864. Tegen de avond alle huisgenoten naar het ijs. Carolien komt terug en heeft met vallen de arm gebroken en de hand ontwricht, door Stiggelbout weer gezet.
10 January 1864. De meid loopt nu met den arm in een doek en kan niets doen.

16 January 1864. Ik des avonds even bij Jakob Koning die zijn zoontje Pieter, 8 jaar oud, straks aan de roodvonk verloren had. Er zijn veel kinderen aan de roodvonk.

16 Augustus 1864. Dominee Koning bij ons om wijnruit, want zijn jongste kind ligt in stuipen. Hij vreest dat het de avond niet halen zal.
17 Augustus 1864. Berigt ontvangen dat het kindje van Dominee A. W. Koning hedennacht 10 maanden oud overleden was.

15 January 1865. Het 2-jarig zoontje van de Heer Kikkert overleden aan de kinkhoest.

16 January 1865. Berigt van het overlijden van mijn oude vriend Meester Visser aan de Hoorn aan de kanker.

3 April 1865. Jan Cornelisz. Bakker zijn dochter Trijntje nog zeer gevaarlijk. Hij verhaalt waarom hij van Deinse niet meer als doctor gebruikte, wijl hij hem verleden jaar voor de behandeling van zijn overleden vrouw en dochter met de deurwaarder P. Koning een rekening gestuurd had van 300 gulden schoon hij deze gekwiteerd had na ontvangst van ƒ 250. Nu had de geheele familie hem afgeschaft.

11 April 1865. Gesprek met Jakob Teekes van Grouw die niet kan begrijpen dat het Gods wil is dat hij zoo lijden moet.

12 April 1865. Henriëtte Bok leed veel aan kiespijn, haar waren door Doctor Hess 8 kiezen uitgetrokken terwijl zij verwonderenswaardig standvastig bleef.

29 Augustus 1865. Bij Dirk Bakker op Noordhaffel zijn 5e kind geboren en gestorven, 9 dagen oud.

29 Augustus 1865. Bij Pieter Boon de kraamvrouw Neeltje bezogt, nog zeer lijdende. Zij was 14 dagen na haar huwelijk bevallen.

29 September 1865. Naar de Marsch aldaar Cornelis Koorn overleden aan de typhus.

22 November 1865. Siementje Schaap kreeg vandaag berigt van het overlijden van haar broeder Sasker op het schip de Heldin in Brazilië, aan de cholera.

23 April 1867. Vanmiddag te 2 ure was ik ter begrafenis van Jan Zutphen 79 jaar.

23 April 1867. Bij Klaas Roeper, Jan lijdt zeer aan de arm. Stiggelbout zegt dat het eene zinking is. Dr Ensing beweert dat het eene beeneter (cariës) is. Hij had hem zeer verontrust door de kwaal als onherstelbaar voor te stellen.

23 April 1867. De arm van Cornelisje Boon blijft nog altijd monstrueus dik, is dit reeds sedert 3 of 4 jaren, zonder pijn.

25 April 1867. Ensing wordt geroepen naar de Waal om een kies te trekken van de vrouw van M. Keijser, ‘t lukt niet.

30 April 1867. Dominee van der Kulk op de begrafenis van eene vrouw te Oosterend, evenals Jan Bas aan de mazelen overleden. Jan Bas des vrijdags begraven.

30 April 1867. Doctor J. Ensing is hier sedert 19 Maart gelogeerd, tot 6 Mei om dan zijn gehuurde kamer bij Sipkes, nu nog door den Heer Knap bewoond, te betrekken.

4 Mei 1867. Het kind van Dirk Bakker (aan den Binnenburg) overleden aan een hersenziekte. Des avonds op mijne studeervertrek een ernstig gesprek met Doctor Ensing (die door dat sterven en de droefheid der ouders zeer getroffen was) over datgene wat ons in staat stelt om anderen te vertroosten, n.l. een eigen vast geloof in Gods volmaakte liefde.

9 Mei 1867. Saartje Bakker sedert 6 weken lijdende aan hoofdpijn.

14 July 1867. Een dochtertje van Kuijper gaat een weinig kwalijk, misschien ten gevolge van een val door een onvoorzigtige Meid.

4 September 1867. Rens Maartensz. Daalder was l.l. dingsdag bij de Cocksdorp, als timmerman werkzaam, van een hoogte van 22 voet naar beneden gevallen (van het vierkant eener boerderij Zeeland) echter zonder iets belangrijks te beschadigen.

21 February 1868. Het huisgezin van Klaas Roeper op Zuidhaffel bezogt, allen aldaar ziek. De man reeds 2 dagen buiten kennis, de oudste zoon lag in een ellendigen hoek op de zolder.
27 February 1868. Naar Klaas Roeper, treurige toestand aldaar, man, vrouw en 2 kinderen ziek en hun oudste zoon om ziekte naar het Gesticht aan de Burg overgebragt, waar ik hem vanmiddag eerst bezogt. Hier op verzoek van de vader des huizes een woord tot de ouden gesproken om ze tot eendragt te vermanen.
5 Maart 1868. Begrafenis van de vrouw van Klaas Roeper, aan de typhus overleden. De man is iets beter, het dochtertje hersteld, een kind nog ziek.

9 April 1868. Des avonds half 7 ter begrafenis, eerst van de 2 kinderen van Joh. R. Keijser en daarop van het kindje van Sijbrand Cornelisz. Keijser aan de Waal (in het graf van Grieteken bijgezet).

3 Mei 1868. Zoetelief, een typhuslijder, gestorven.

16 Mei 1868. Klaas Smid, 84 jaar oud, zoo doof dat men haast niet met hem spreeken kan, is nu ook zoo lijdende aan de oogen dat hij bijkans niet meer zien kan, daarbij krachteloos. Zijn vrouw is sedert vele jaren bedlegerig. Zijn dochter Grietje is de laatste tijd ziek.

8 July 1868. Te 11 ure ter begrafenis van Koenraad Former aan de Waal, hij was zeer lijdende aan het water.

15 July 1868. Bij de weduwe Jan Dirksz. Eelman, haar zoon Dirk vanmorgen gestorven (ook Klaas Jansz. Luitse, beide na een ziekte van een dag of 10, aan typhus of zooiets).

13 November 1868. Begrafenis van een dochter van Geus, 22 jaar oud te Amsterdam, in het Gasthuis overleden na een operatie van de kanker in het aangezigt.

4 February 1869. Marretje Keijser, vrouw van Sijbrand Cornelisz. Keijser, eergister bevallen van een zoon maar die aan de bovenlip, enz. zeer misvormd is.

8 februari 1869. Jantje Koorn, huishoudster van Jan Dirksz. Bakker, die opeens in erge mate krankzinnig was geworden, zoodanig dat men haar naar het Gesticht had moeten vervoeren.

9 February 1869. Verreweg het kleinste deel van Texel mag thans onder de gezonden geteld worden, in elk huisgezin zijn ongestelden.

23 February 1869. Vanmiddag had een treurig geval plaats, de Heer Jacob Vis van Zaandijk kwam bij zijn gewone Texelsche reis als graankooper (zoo ik meen compagnon van P. Langeveld), uit de boot komende was de diligence naar den Burg vol, hij besloot dus te wandelen. Onderweg voelt hij zich ongesteld, gaat bij Jan Zegel in met het verzoek dat die hem met rijtuig naar den Burg zal brengen, en zakt in elkaar en is een lijk. Men stuurt onmiddelijk naar Doctor Ensing en P. Langeveld. Doch er was niets meer aan te doen. Weldra bragt de Heer Koorn het lijk aan de Burg bij zijn grootvader Langeveld. Bok was er vanmiddag geweest, de oude heer was diep ontroerd en schreide als een kind. Men heeft aan dominee Boetje getelegraveerd of die het voorzigtig aan de familie bekend wilde maken.
24 februari 1869. Veel gesprekken overal over den gister zoo plotseling overleden Heer Vis wiens lijk vanmorgen naar de Zaan was gebragt.

29 Maart 1869. Sijbrand Cornelisz. Keijser, zij zijn verleden week van Amsterdam teruggekomen waar Tilanus het gebrek aan de mond van hun kindje heeft zoeken te verhelpen schijnbaar met goed gevolg. De zeer pijnlijke operatie had 40 minuten geduurd.

20 April 1869. Des avonds naar Dirk Jansz. Bakker en vrouw die nu hun 7e kind hadden verloren (9 jaar getrouwd), dit kind was het oudste wat zij nog gehad hadden, n.l. 2 maanden.

6 Mei 1869. De Meid Jantje Koorn gezien die dezer dagen na 3 maanden verblijf in Meerenberg is teruggekeerd en daarvan vele verhalen doet.

3 July 1869. Des namiddags op de begrafenis van Reijer G. Boon op Ons Genoegen zeer spoedig overleden aan een gezwel aan de onderlip. Ik even bij Sijbrand Keijser en bij Pronk om te spreeken over 't geen ons te doen staat om in de behoefte te voorzien van Aagje Schraa, de weduwe.
21 July 1869. Ik bij de weduwe van Reijer Boon op Ons Genoegen, Albert Koning had haar afbetaald met ƒ 3,- voor de 3 dagen dat haar man nog had kunnen werken, maar sedert niets meer.

24 Augustus 1869. Des middags 1 uur ter begrafenis van de vrouw van T. Mets op ‘t Oude Schild. Dominee Vrendenberg ter begrafenis van de Vader van het Gesticht.

6 October 1869. Des avonds bij Jakob Puinman waar ik gistermorgen te 11 uur ter begrafenis was geweest van zijne vrouw.

1 November 1869. J.C. Bakker had een brief gekregen uit Oost-Indië dat hun zoon Klaas daar overleden was.

28 November 1869. Jan Jakobsz. Roeper zijn schoonmoeder Risje Roeper straks te 10 ure overleden. Zij was nog onlangs volmaakt gezond. Zij had zich een kleine wond aan de vinger gemaakt dien nog niet geheeld was toen zij nu woensdag een week geleden aan de bezorging der slagterij (darm schoonen) ging. Weldra zwol haar hand en arm op tot 3-dubbele dikte, weldra begon ook haar onderlip op te zwellen tot boven de neus, ook het ondergedeelte van het gelaat, keel enz. Zij kon gister geen drup drinken meer doorkrijgen, en stief heden morgen. Bijkans geheel hetzelfde geval schijnt ook plaats te hebben met de vrouw van P. Bremer in ‘t Spang, ook tengevolge van ‘t darmen schoonmaken met een verwonde hand.

21 Maart 1870. Begrafenis van Arnoud Langeveld, de 4e uit dat gezin aan de Teering overleden.

11 October 1870. Begrafenis van het lijk van Dirkje Roeper-Zuidewind, zondagnacht overleden.

12 October 1870. Des morgens half 10 bij Dirk Roeper, zijn dochter Vrouwtje 17 jaar oud overleden, diepe droefheid, aldaar ook Doctor Ensing. Gister hadden wij de moeder begraven, op 15 October des namiddags ter begrafenis van de dochter Vrouwtje Dirks Roeper.

31 October 1870. Naar de Pijpersdijk, begrafenis van Grietje Jakobs Eelman, vrouw van Huisman aan de Waal. Dominé Bakker deed de toespraak zeer goed. Het regende bijkans aanhoudend. Gereden met Huisman.

25 November 1870. Pronk niet te huis. Hij had al in 3 weken bijkans geen slaap gehad.

19 December 1870. Bij Antje Breker, sedert April en vooral sedert October l.l. zeer lijdende aan een gezwel dat ik vrees dat kanker is. Zij lijdt veel, hoop op herstel lijkt mij gering.

19 December 1870. Cornelis Duinker zit met de voet in ‘t kussen omdat hij zich het been diep heeft opengescheurd aan een scheepshaak.

20 December 1870. De vrouw van Jan Smit blijft steeds kermen van de pijn, ‘t is reeds de 13e dag dat zij niets heeft kunnen gebruiken, noch rusten.

29 January 1871. Bij Jakob Lindeman, gevoelt zich iets beter, is nog vreeselijk dik van water dat hem uit de beenen loopt. Hij zeide dat hij in de laatsten tijd veel over ernstige onderwerpen had leeren denken waarover hij anders weinig of minder dacht.

30 January 1871. Naar ‘t Oude Schild te 12 ure begrafenis van Cornelis Koger, man van Trijntje Baan. Hij stierf na een ziekte van 14 dagen t.g.v. een twist met zijn buurman.

30 January 1871. Daarna bij Pieter Jansz. Dekker, zijne moeder Antje Pieters Breker heden gestorven aan een kankergezwel.

26 February 1871 .Willem Koppen had zijn arm gebroken.

26 February 1871. Teunis Drijver zijn vrouw was bevallen, voor ‘t eerst, 9 jaar getrouwd.

1 Maart 1871. Doctor Ensing hier om mij en Sina (Katrina was naar den Hoorn) te vaccineren met stof die hij gisteravond van Doctor Folkertsma uit Groningen (op verzoek van Dirk) gekregen had. Bij ons werd ook Jufvrouw List en hare zuster Jantje Plavier ingeënt.

2 Maart 1871. Vannacht zeer veel geleden aan kramp, het linkerbeen, wat mij dwong voortijdig het bed te verlaten.

12 Maart 1871. Jacob Lindeman kan weer een uur of wat opzitten.

27 Maart 1871. Geert Kikkert zeide gerust te kunnen sterven. Waarom? Ik kreeg van hem de verklaring dat hij den dood des ligchaams als het einde van ‘t ganschen menselijk leven beschouwde. Geen onsterfelijkheid aldus. Vrij duidelijk wees ik hem aan hoe hij dwaalde.
2 April 1871. Bij Geert Kikkert, hij is merkelijk beter. Het gesprek van l.l. zondag over de waarde en waarheid van ons geloof aan onsterfelijkheid voortgezet. Hij schijnt nog niet overtuigd van het bestaan van God 'alles is uit de natuur' echter wil hij gaarne erkennen dat het geloof aan God en onsterfelijkheid onmisbaar is voor de orde in de maatschappij. Ik sprak tot hem ernstig en krachtig.

16 April 1871. Jakob Lindeman zijn waterzucht is weer even sterk als tevoren teruggekeerd. Hij lijdt daaraan reeds in den 5e maand.

29 April 1871. Grietje Teekes van Grouw is in zwakke staat. Zij heeft het arm ofschoon zij geene hulp van de diaconie wil vragen.

6 Mei 1871. Bij Samuel Vlessing, zijne vrouw Rosetta 56 jaar oud gisteravond overleden, aldaar Brockmann en vrouw, enz. Troostende gesprekken. Sam erkende wat God doet is welgedaan, schoon zij gezamelijk wel droefenis openbaarden. Gesprekken over de inhoud van het daar liggende Weekblad voor Israelieten, over een boek met gebeden en stichtelijke overdenkingen wat zij mij toonden en zeer prezen. Daar bij ook een gebed als iemand op Sabbath gestorven was, dit gaf aanleiding dat ik vroeg of dit verschil maakte? Antwoord dat dan de treurdagen zoo veel later vielen en alzoo ook de begrafenis. Wij spraken toen ook over de onderhouding der wetten door menschen van gelijken beweging als wij (wat zij schenen toe te stemmen) ons opgelegd waaromtrent ik mijne vrijheid roemde tegenover de dienstbaarheid van anderen, doch ik zeide hierover niet te willen uitweiden, daar ik het onderscheid kende tusschen Godsdienst en de vormen der Godsvereering. Ik wilde naar het lijk zien, maar men zeide dat men het mij niet mogt laten zien. Men ontving mij met veel belangstelling.

22 Mei 1871. Jakob Lindeman gister overleden, wordt 24 Mei begraven.

25 Mei 1871. Donderdag, ik bezocht Dirk Mooijen en vrouw die het oudste dochtertje, 8 jaar, aan roode hond verloren hadden. L.l. maandag ging het nog welgemoed naar de school.

25 Mei 1871. Jufvrouw Keijser, Geertje Jacobs Dijksen, de buurvrouw, sedert zondag ongesteld, koorts, hoesten.
28 Mei 1871. De vrouw van de buurman bezocht. Zij ligt zieltoogend, nog een paar maal daarheen, des avonds 9 uur stierf zij, ik heb toen de familie nog eens toegesproken.
1 Juny 1871. Des namiddags 4 uur ter begrafenis van jufvrouw Keijser, talrijke vergadering, mijne toespraak tamelijk goed, niet uitstekend.

1 Juny 1871. Albert Pietersz. Keijser is diep ongelukkig, heeft rust noch duur, zijne geestvermogens zijn in de war, hij acht zich onherstelbaar, hij wil over zijn ongesteldheid niet spreeken maar doet het onophoudelijk.

6 Juny 1871. Begrafenis van de vrouw van Jan Smit, na 9 maanden lijdens gestorven.

9 Juny 1871. Een geval van Pokziekte aan den Hoorn, bij een zoon van Biem Lap, noodige maatregelen voor afzondering moeten worden getroffen.

20 Juny 1871. Aafje Bakker van de Weverstraat, weduwe Huisman, wordt morgen begraven. Zij was, volgens jufvrouw Vrendenberg, een brave vrouw, sedert jaren diep treurende over het verlies van hare 2 dochters.

27 Juny 1871 Veenstra zijn jongste zoontje Sijbrand Aldert te 12 ure plotseling overleden, eerst gisteravond ziek geworden, vanmorgen de Doctor gehaald. ‘t Schijnt een soort van Cholerine geweest te zijn. De ouders waren diep bedroefd doch niet geheel onvatbaar voor troost.

31 July 1871. Dirk Bruin in de Waalderstraat aan de Pokken overleden gister en vandaag begraven.
31 July 1871. Pieter Lubbertsz. Koorn ligt ook aan de Pokken.
11 Augustus 1871. 3 Poklijders erbij gekomen, 2 in de Waalderstraat, 1 aan ‘t Schild. Doctor Ensing haalt Menno bij de weduwe van Piet Koorn om te helpen constateren of deze ook Pokken had. Dirk Klaasz. Bruin en Pieter Lubbertsz. Koorn zijn 31 Julij aan de Pokken overleden De vrouw van Jan Teunisz. Roeper, Johanna Nieuwenhuizen lijdt nog daaraan.

16 Augustus 1871. De weduwe A. Dijksen [Akkes Kil] thans 68 jaren oud, had haar arm gebroken, echter niet moedeloos.

22 Augustus 1871. Ensing ontmoet koomende van P. Koorn waar de 2 zoontjes in groot gevaar verkeerden door ‘t gebruik van Rottekruid.

1 October 1871. Het rampzalig uiteinde van Pieter Koning ter zee gevonden, vermoedelijk door Jaap den Brander (Boon) vermoord.
4 October 1871. Vandaag overal gesprekken over den dood van Pieter Pietersz. Koning, 29 jaar oud, ik van namiddag te 3 ure ter begrafenis. Ik deed de toespraak niet ter vertroosting die onnodig scheen, wel tot ernstige waarschuwing tegen de sterken drank en het toegeven aan allerlei verkeerde neigingen en driften.

1 October 1871. Treurig geval aan de Koog, waar het kind Catharina van Willem Jansz. Dalmeijer en Marretje Reijers Daalder door onvoorzichtigheid der moeder in de kasstoel door kolendamp gestikt was.

9 October 1871. De vrouw van Sijbrand Jansz. Keijser, Cornelisje Dirks Kooiman, heeft gister en eergister bloedspuwingen gehad.

13 January 1872. Zieken bezogt, zoon van Jan List en Arie Jansz. Rab. Met de vader had ik een zeer uitvoerig gesprek over onze hoop op onsterfelijkheid. Deze bestond bij hem in het geheel niet, hij meende dat de dood en de vernietiging het einde van alles was, dat wij niet zoo eigenbatig moesten zijn om iets meer te verlangen dan de genoegens die dit leven ons reeds zoo ruimschoots opleverde. Echter wilde hij niet ontkennen aan God te gelooven. Ik trachtte hem te doen opmerken hoe naauw verbonden geloof aan God en Onsterfelijkheid zijn. Hij erkende alleen dat het wel zeer gelukkig was als men vast stond in dat Geloof.
17 January bij Jan Rab, Arie overleden, wordt 20 January begraven.

21 January 1872. Bij Jakob Daalder en zijne vrouw. Zij verhaalden van hun overleden kind dat een akelig monstrueus gevormd hoofd bezat en echter nog 5 maanden geleefd had.

28 January 1872. Bij Jannetje van Grouw, kraamvrouw, haar kind overleden.

14 Juny 1872. Naar Antje Wuis, nu weer zoo wat hersteld van de Pokziekte, doch nog zeer zwak. Zij verhaalt van de droevige omstandigheden van haar huis, toen haar knecht Reijer Jakobsz Eelman de Pokziekte kreeg en daaraan stierf in eene toestand van geheele verstandsverbijstering (later diens broer aan Typhus).
Naar de weduwe List te Nieuwland, bijkans allen daar de Pokken gehad. Betje en Jan overleden, Willem nog ziek. Zij vreest ook hem te zullen verliezen. Kors staat nu aan ‘t hoofd der boerderij.

3 Augustus 1872. Brief van Arend Heerschap en Jantje Roeper dat haar moeder Geertje Dekker overleden is te Paterson in Amerika.

8 February 1873. Jannetje Daalder is l.l. woensdag of donderdag op ‘t ijs zwaar gewond in ‘t aangezigt door een ijsschuit. A. Rab stuurman.

15 February 1873. Pieter Jansz. Roeper had een zoontje van 3 jaar in Kinkhoest verloren.

6 Maart 1873. Cornelis Keijser verzocht mij vanavond 6 uur bij hem te komen ter begrafenis van zijn kindje van 10 maanden. Zij hadden het gister nog (in ‘t wiegje liggend) door Bakker van Oosterend laten photographeeren. Ik vond er de broeders en zusters en ik deed eene toespraak vòòr het uitdragen.

22 April 1873. Jakob Schoen was ziek geweest, men dacht dat hij geheel krankzinnig zou worden, hij was het soms, viel overal neer of liep als een razende. Nu weer hersteld.

9 Mei 1873. Naar de weduwe Pieter Jakobsz. Bakker met hare 9 kinderen. De man was treffend onverwacht gestorven voor 14 dagen. Des avonds iets vermoeid, wat vroeger naar bed. Te 10 ure. ís Nachts half 2 wat onrustig, zegt dat zijn zoon maar niet te werken moest gaan naar Eijerland, maar zijn zuster dienende op Westergeest bij Gerrit Bakker moest halen, wat echter eerst tegen de avond geschiedde. Kort daarop stierf hij.

18 Mei 1873. Bij Pieter Fransz. Koorn zeer lijdende sedert 10 weken aan een etterhok, nu doorgebroken. Hij wordt nu verpleegd door haar met wie hij nu anders getrouwd zou zijn.

18 Mei 1873. Jakob Kuipers jongste kind 1 jaar oud, nauwelijks 8 pond zwaar, heeft sedert 4 weken niets gebruikt. Zij zullen het spoedig moeten verliezen.

18 Mei 1873. Simon Leijen is in eene treurige toestand, dag en nacht zonder rust en steeds met pijn bezet, kan menigmaal niet denken, kan niets uitvoeren.

21 Mei 1873. Wij hadden een zeer onrustige nacht ... ik hoorde een woest geroep en noodgeschrei op straat. De meid was reeds de deur uit om te zien wat er gaande was. Ik zag op de Steenen Plaats eenige mannen worstelen in tegenwoordigheid van veel toeschouwers. Ik dacht dat het weer een jammerlijk toneel van dronkenschap was waaraan ik niets verbeteren kon. Ik zag een man op de rug liggen met handen en voeten zich verweerende. Het vreeselijk bulken en jammeren hield een vol uur aan, tot bij 5 uur. Ik vernam dat Albert Keijser geweest was die naar het krankzinnigengesticht Meerenberg vervoerd zou worden en zich daartegen te weer stelde. Toch is het uiteindelijk gelukt hem te binden en op een wagen met stroo naar de haven en zoo verder te vervoeren.
24 Mei 1873. Klaas Bakker noemde het vervoer van Albert Keijser zooals het had plaatsgehad een schandaal. De volksmenigte aan het Oude Schild was er bijkans aan toe om hem te ontzetten.
Kapitein Mets verhaalt van de beweging op de haven l.l. donderdag met de overvoer van Albert Keijser, het scheelde weinig of men had hem met geweld ontzet. Hartroerend was zijn bidden en smeeken om redding, hartroerend zelfs het gezigt van de grijsaard gebonden op de wagen. Aan ‘t Nieuwe Diep had Keijser de stationschef laten komen om te oordelen of hij iets buitengewoons aan hem bespeurde.
17 Juny bij Albert Keijser, hijzelf te Meerenberg, de vrouw en dochters verhalen de toedracht der zaak. Zij zijn zeer weemoedig, maar het moest gebeuren.

25 Juny 1873. Begrafenis te Oosterend van het 4-jarig kind van S. Wuis en Grietje Eelman, het was spelend van de lage kerkhofmuur gevallen, geen reden tot zorg, zondags stuipen en maandagmorgen overleden.

25 Juny 1873. Een 11-jarig kind van Albert Boon verdronken bij het zwemmen.

25 Juny 1873. Immetje Alberts Koning overleden aan de tering.

10 Augustus 1873. Bij Dirk Bruin die vreeselijk had geleden aan kramp in de beenen en handen.

10 September 1873. Trijntje Burger verhaalde mij van haar 2-jarig kind dat binnen een etmaal 40 à 50 groote wormen was kwijtgeraakt en nu volkomen gezond was terwijl het vooraf scheen te sterven. Het middel daartoe was het ingeven van een medicament in de vorm van een torentje dat van een fleschje met het opschrift ‘voor wormen’ uit een gestrand schip afkomstig was.

10 September 1873. Onze nieuwe meid, Neeltje Zuidewind, is van het begin af ziek.
22 October 1873. Neeltje gaat naar haar zus en zwager in den Hoorn om aan te sterken. Wij zijn nu zonder Meid.
27 October 1873. Neeltje Zuidewind bezocht bij hare zuster Trijntje, de vrouw van Dirk Bruin, in hare zwakke staat, schijnbaar haar einde nabij.
24 November 1873. Naar den Hoorn, begrafenis van Neeltje Zuidewind.

7 December 1873. Bij Glijnis, zijn schoonvader de Vries te Alkmaar voor korten tijd overleden, en nu zijn zwager, hulponderwijzer van Putten. Hij is over het laatste sterfgeval zeer teneergeslagen. Ik spreek van troost ontleend aan de gedachte aan God en de onsterfelijkheid. Dit geeft aanleiding tot uitvoerige ernstige gesprekken. Het blijkt dat de gedachten aan God en onsterfelijkheid geen vaste plaats innemen in zijn hart en dat hij ten gevolge van dien geheel onvatbaar is voor troost. Als ontwikkeld mensch ziet hij geen mathematische bewijzen dat wij niet minder gevoelige dan verstandelijke wezens zijn. Ik acht gemis aan Godsdienstig geloof naauw verbonden met eene daartoe leidende opvoeding en levenservaring. Glijnis heeft een streng godsdienstige opvoeding genoten en veel gelezen en nagedacht, hij spreekt van mijne zoons. Ik spreek mijn leedwezen uit. Ik vind ten laatste geen verenigingspunt met hem dan dit hoogstbelangrijke dat alleen een deugdzaam leven de beste rust verzekert, en een kalm sterven voorbereidt.

14 December 1873. Bij C. P. Keijser. Zijn schoonvader Kuiper overleden. Ik verneem daar dat Grietje Kuiper vrouw van Jakob Koning dien middag bevallen en overleden is. Ik derwaarts. Misschien bedrieg ik mij, maar ik kon niet bespeuren dat de man behoefte had aan een troostrijke toespraak.

3 January 1874. Trijntje Dalmeijer zeer zwak, spreekt zeer lichtvaardig over haar dood: 'Verleden week dacht ik dat Klaas Geus mij wel weggehaald zou hebben maar hij had zeker nog geen zin in me'.

3 January 1874. Janes Kalf had een zenuwtoeval en is nu sedert 11 uur bewusteloos.
6 January 1874. Bij de weduwe Kalf, haar zoon Janes vannacht overleden, even bij C. Keijser gezorgd dat de kist gemaakt wordt.

6 January 1874. Hendrikje List is zeer lijdende aan rheumatische pijnen.

6 January 1874. Jannetje List, huishoudster bij Dalmeijer, laboureert nog altijd aan de gevolgen van eene misstap, voet verstuikt.

27 January 1874. Doctor Ensing deelde mij gisteravond mede in welke, naar zijn oordeel gevaarlijke toestand Anna Kuiper verkeerde, de vrouw van P. Dijksen; vanmorgen echter ontvingen wij berigt van hare gelukkige bevalling.

30 January 1874. Lieuwe Koorn zijn dochter Cornelisje is steeds sukkelende, sedert 4 maanden. In al dien tijd zoo goed als niets gegeten.

21 February 1874. Begrafenis van Gerrit List (79 jaar). Mijn toespraak was niet uitstekend want er was niet veel te troosten. Ook sprak ik wat met de ongelukkige weduwe Aaltje List die voor 4 weken haar man in het kanaal had verloren. Zij zou zich weer op Texel vestigen.

25 February 1874. Willem Visser, broeder van Paulus Visser (verdronken in ‘t kanaal) bij mij om de belangen zijner weduwe Aaltje List aan te bevelen. Ik zou er met de kerkeraad over spreeken, ik beloofde hem de afloop te schrijven.

12 April 1874. Jan Roeper is weer herstellende van welligt ingewandsontsteking. Heevige pijn had hem l.l. maandag gedwongen van de Waal naar den Burg naar Doctor Ensing te loopen, die door inspuiting de pijn gestild had.

23 April 1874. Des avonds naar ’t Oude Schild, waar men naar mij verlangde bij Neeltje Kuijper, die de volgende dag van eene beklemde breuk geopereerd zal worden. Aldaar Ensing en de Holl, die vruchteloos beproefden of dit nog voorkomen kon worden.
't Zou goed afloopen.

23 April 1874. Berigt van de ziekte van Aafje Teekes op de Mient.
24 April 1874. Aafje Teekes bij haar dochter Grietje bezogt. Zij is haar einde nabij.
28 April 1874. Des morgens 10 uur naar de Mient ter begrafenis van Aafje Teekes van Grouw aan de Burg.

2 July 1874. Naar Albert Kooiman (in de kooi onder den Hoorn) , zijne vrouw Hiltje zeer zwak, het kindje van 13 dagen gisteravond overleden. Ensing aldaar ontmoet, die mij met de bedenkelijken toestand der zieke bekend maakte (keeltering). Zij was zeer aangedaan bij mijne komst. Zij hadden zeer naar mij verlangd. Ik sprak ze zeer bemoedigend en versterkend toe, beloofde spoedig weer te komen.
De vrouw was sedert October a.p. niet goed in orde geweest. Toen had zij zich als het ware opgeofferd voor hare zuster Neeltje Zuidewind, dikwijls haar bezoekende door nat en koude, na vermoeijende dagen in eigen gezin (zonder Meid), dikwijls bij haar wakende. Zoo toonde zij waarlijk Godsdienst, al beklaagde zij zich nu dat zij te weinig Godsdienstig was.
Ook de man zeide dat hij de loutering des lijdens zoo zeer behoefde. Ik wees aan wat Godsdienst was en moest zijn in hunne bijzondere omstandigheden.
Op 17 Augustus begrafenis van Hiltje Zuidewind.

3 July 1874. Jakob Kooiman hier sprekend over de treurige toestand zijner zuster Naatje, die wel naar een krankzinnigengesticht vervoerd zal moeten worden. Hij kwam vragen welk Gesticht de voorkeur verdiende, ik dacht aan Meerenberg.

27 Augustus 1874. Jakob Arisz. Eelman zijn geestvermogens zijn geheel vernietigd door den ouderdom.

2 October 1874. Bij de weduwe Reijer Keijser. Aldaar Cornelis toegesproken die onlangs door het op hol gaan van zijn paard zijn been gebroken heeft. Hij houdt er zich zeer kalm en vroolijk onder. Onlangs is ook zijn huis afgebrand. Het schijnt hem alles niet veel te deeren. Zijn vrouw ondervindt nog de gevolgen van de schrik.

6 October 1874. Naar de Waal ter begrafenis van den ouden Jakob Arisz. Eelman. 84 jaar, op het laatst geheel innocent.

1 December 1874. Wij hoorden vanavond dat Guurtje Kikkert (bij Klaas Ponger ), in den regenbak haar dood gevonden had.
2 December 1874. Des middags naar Klaas Ponger en Antje Bakker, helaas haar nicht was uit den regenbak levenloos opgehaald, de omstandigheden werden mij uitvoerig verhaald.
5 December 1874. Ter begrafenis van Guurtje Adriaans Kikkert inwonende bij haar tante Antje Bakker (Klaas Ponger). Men houdt het er wel voor dat zij zichzelve door den nauwen mond van den regenbak zal hebben gedrongen waarin zij verdronken is. Men spreekt er van alsof er eene liefdesgeschiedenis in het spel was, dat echter ook weer wordt tegengesproken.

28 December 1874. De weduwe Koorn, Trijntje List is sinds een week bedlegerig ten gevolge van een val. Alles ligt sedert een week met sneeuw bedekt, koud, zeer glad.

28 December 1874. Arie Rab laboreert aan een maagkwaal zoodat hij geenerlei spijs kan inhouden. Hij stelde zijn einde nabij, en moest hij zóó voortleven dan hoopte hij het. Hij was 75 jaar oud, had veel schuldbewustzijn, was niet verzekerd van een blijde toekomst. Hij sprak van het gebrek aan Godsdienstzin dat zich bij velen openbaart, nu oneindig veel meer dan vroeger. Jan Timmer had het bestaan van God willen wegredeneren.

8 January 1875. Naar Jan Smit, zijn oude moeder Rempje ligt sedert gisternacht stervende. Zijn trouwe zorg voor haar is bewonderenswaardig. Hij verhaalt van de bittere armoede die zij met elkaar van jongs af wel hadden geleden. Van armoede was hij zelfs soldaat geworden schoon hij reeds 2 broeders in dienst had.
9 January 1875. Rempjebuur gisteravond overleden.

13 January 1875. Arie Rab beterende.

17 January 1875. De vrouw van Kalf verhaalt van het langdurig lijden van hun zoon Dirk, langen tijd onder behandeling van Ensing, nu van de fisteldocter Klaas Ursem, doch zonder baat (2 February 1874 ziek geworden).

4 Maart 1875. Arie Rab erger.

4 Maart 1875. Vanmiddag berigt gehad dat de 85-jarige Neeltje Gerrits Bakker overleden is, ik verneem dat haar oppasster Marretje Rab ernstig ziek is.
5 Maart 1875. Des voormiddags naar het sterfhuis van Neeltje Bakker, aldaar Dieuwertje Rab. Haar zuster Marretje daar vannacht te 3 ure overleden (gistermiddag 11 uur Neeltje Bakker). Jan Koning, sukkelende, had vannacht weinig gerust, veel gedacht over het sterven van zijn schoonzuster (zij leefden in algehele verwijdering, schoon naast elkanders deur woonagtig). Hij beschuldigd de erfgenamen ervan dat zij het waken bij de zieke aan huurlingen hadden toevertrouwd. Hij roemt zeer zijn huishoudster die hem liefderijk verzorgt en zelf niet te bed gaat voor hij zelf goed slaapt.

5 Maart 1875. Dirk Jansz. Bakker heeft nu ten 12e male (behalve een doodgeboren 8-maands kind) een kind verloren in de eerste levensmaanden. Altijd een goede kraam, schoon een paar maal met forceps. Een uiterlijk voordelig kind, dat zich goed ontwikkeld en opeens dood ligt. Hij sprak er verstandig over. Het verband van oorzaken (schoon ons onbekend) en gevolgen is niet op te heffen. Wij moeten ons schikken in het onvermijdelijke. De vrouw is er zeer gevoelig over, soms (zooals de vader mij zeide), tot krankzinnigheid toe.

10 Maart 1875. Met Arie Rab zeer belangrijke gesprekken gehouden. Hij is zeer zwak maar toch belangstellend in mijne woorden van leering en troost.
25 Maart 1875. Begrafenis van Arie Rab.

15 April 1875. Jakob Jakobsz. Bakker van Molenbuurt begraven, oud 17 jaar. Hij is na eene bloedspuwing na eene sukkeling van 10 weken overleden.

1 Juny 1875. Des middags heeft de vrouw van Adam Kalf door rattekruid zich van het leven beroofd.

2 Juny 1875. Begrafenis van Klaas, het 10-jarig zoontje van Jakob Bakker en Trijntje Dekker.

30 Juny 1875. Des voormiddags half 11 geloopen naar de Mient. Begrafenis van Pieter de Ridder, man van Trijntje Nans Eelman. Zeer onverwachts gestorven. Weduwe blijft achter met 3 à 4 hulpbehoevende kinderen ineen ellendige wooning. Eerst werd gelezen door Jan Trap, toen kwam Jan Saris om te lezen. Doch ik voorkwam hem het woord en sprak en sprak alweder (wijl er gewacht werd op de lijkwagen) bijkans een uur lang. Eerst tegen 1 uur verlieten wij de wooning. Begrafenis op het kerkhof aan de Koog. Alles zeer armelijk. De vrouwen met hun kinderen op de arm mee naar ‘t kerkhof. Daar staat nog een gedenkpaal meldende de begrafenis van Hendrik Dirksz. en vrouw, Castelein op ‘t Eijerland in 1681. Ik wandelde met Jan Saris, genoeglijk.

14 July 1875. Neeltje Reijers Eelman heeft verzwakking in de beenderen.

14 July 1875. Lammert Bas zijn vrouw heeft thans de 2 kinderen van haar zoon te verzorgen wiens vrouw op Meerenberg wordt verpleegd.

14 July 1875. Jan Dijkers dochter Dirkje ziek (ten gevolge van 3 nachten kermis houden).

23 July 1875. Begrafenis van Martje Timmerman (doofstom), slechts 4 man achter het lijk, Willem Duinker, Sijbrand Jansz. Keijser, Biersteker en ik.

25 July 1875. Ik hoorde dat Neeltje Bakker, vrouw van G. Kooiman plotseling dood gevallen was. Weinige oogenblikken daarna stond ik diep verslagen aan haar sterfbed, met de treurende ouders en Doctor Ensing.

26 July 1874. Met Albert Keijser is het hoofd weer geheel in de war. Hij slaapt 's nagts niet en is dagelijks op ‘t maai en hooiland, en tiert en raast.
27 July 1875. Ik had inmiddels de dood van Keijser's schoondochter aan de Waal vernomen en heb aldaar de diepbedroefde dochters toegesproken. Wat haar droefheid nog zeer verhoogde was vooral de wederkeerende krankzinnigheid van de vader.

26 Augustus 1875. Pieter Boon zou morgen met zijne vrouw op reis naar Amsterdam om Professor Suringar te raadplegen of zijne vrouw niet volgens raad van Doctor Stiggelbout tot herstel van hare zwakke gezondheid naar Utrecht of elders moest verhuizen.

30 September 1875. Kamerdag aan de Waal. Die avond beproefde men met 2 mannen van Meerenberg gezonden om Albert Keijser daarheen weg te voeren, waardoor aan die lang geplaagde familie eindelijk rust werd verschaft.

8 December 1875. Dirk Jansz. Keijser zijn vader is onlangs naar den Burg overgebragt, ziek zijnde. Jan Keijser heeft 29 jaar in eenzaamheid doorgebragt. Hij is thans nog blijkbaar niet goed bij zinnen. Gesprek over zijn vroeger treurig leven. Hij bewaarde nog steeds oude bankbriefjes en munten, thans buiten koers.

9 April 1876. Bij Sijbrand Dijksen. Zij hebben terwijl wij afwezig waren, hun jongste kind verlooren. De moeder scheen dat aan een zorgelooze behandeling van Doctor Ensing te willen wijten, die te weinig acht gegeven had op eene borstkwaal. Zij waren des avonds met het kind aan den Burg gekoomen en ‘s morgens stierf het aldaar.

9 April 1876. Des avonds bij Dirk Jansz. Bakker die onlangs hun 13e kind (19 dagen oud) weder verloren hebben.

1 Mei 1876. Een zoon van J. Daalder kwam Dominé Vrendenberg vragen om morgen mede naar de begrafenis te gaan van Lemstra, die 29 jaar op de plaats van Daalder boereknecht was geweest en voor geruime tijd kanker had gekregen in het gehemelte. Dat was uitgesneden door Professor Tilanus onder hevige pijn en bloedverlies. Hij had echter bij die operatie geen oogenblik het bewustzijn verlooren, en was nu mooi herstellende teruggekeerd uit Amsterdam, doch had zich te sterk vermoeid en was weinige dagen na aankomst gestorven.

22 Juny 1876. Dirk Huizinga heeft dikwijls last van Rheumatische aandoeningen waarom hij hier het zeebad wil gebruiken dat hem reeds in het vorig jaar in korten tijd zoo goede diensten deed. Hij gaat vrijwel elken dag naar de Koog, steeds roemt hij de heilzame werking van het zeebad op zijn gestel, zoo dat hij zich er den geheelen dag frisch van gevoelt en des nachts een verkwikkelijken slaap geniet.

29 Augustus 1876. L.l. vrijdag bij ‘t beproeven van de Reddingsboot op ‘t Kooger strand is de bootsman P. de Waard van ‘t Oude Schild jammerlijk verdronken.

21 September 1876. Anna Daalder heeft vreeselijk geleden aan haar hand. Een vinger diende noodzakelijk afgezet te worden. ‘t Is ontstaan door het hechten van een stiekeltje in de vinger wat tot eene schroomelijke opzwelling leidde.

4 November 1876. Het jongste kind Nico van Sijbrand Pietersz. Keijser is zeer ziek. Bezetting op de keel, hijgt naar adem. Het overleed des avonds.
7 November 1876. Des avonds bij Sijbrand Keijser en Jans uitvoerig gesproken naar aanleiding van de dood van hun zoontje.
8 November 1876. Begrafenis.

8 November 1876. Vervolgens naar Sijbrands Jansz. Keijser. Zijn dochtertje Cornelia, maandag morgen nog naar school geweest (nu woensdag) lag bedenkelijk ziek, sedert gistermorgen sprakeloos en bewusteloos, en stief de volgende morgen.
13 November 1876. Begrafenis van Cornelia Sijbrands Keijser.

12 November 1876. Bij Sijbrand Pietersz. Keijser. Hij zelf nog ongesteld en zoo ook zijn dochter Anna, waarvoor zij zeer bezorgd zijn omdat haar ook den keel ontstoken was zoo men vreesde evenals bij hun overleden zoontje.

8 December 1876. Begrafenis van Jan Timmer, 89 jaar, te Oosterend.

31 December 1876. Vanmorgen was Naatje Kooiman bij ons ter Kerk aan de Burg. Voor eenigen tijd uit Meerenberg gekomen waar ze eigenlijk ook nu nog te huis behoort.

1 Maart 1877. Gerrit Keijser lijdende aan eene afschuwelijke huidziekte. Overleden 10 April.

11 Maart 1877. Zondag,. De vrouw van Jan Mantje in beklagelijken toestand, sedert l.l. woensdag heeft men haar niet kunnen aanroeren en ligt zij onbeweeglijk.
27 Maart 1877. Begrafenis, zeer onaangename toneelen moeten er plaats gehad hebben. De moeder van de overledene was met haar echtgenoot vòòr de begrafenis naar ‘t Nieuwe Diep teruggekeerd, die weet de akelige ziekte aan hem Jan Mantje. En het gekwezel van personen die de ziel van de stervende wilden redden.

30 Mei 1877. Onderging de oude Dirk Mantje te Nieuwe Diep den verschrikkelijken operatie van de wegsnijding van de Kanker in het gehemelte, die 4 vreeselijke uren duurde, door Haremaker, Ensing, de Chirurgijn-Majoor en een aantal helpers, te zamen 8 personen.
4 Juny 1877. Hij heeft al 2 uur opgezeten. Antje Eelman heeft ook iets dergelijks, maar is niet gezind zich ook aan de operatie te onderwerpen. Zij is 20 jaar weduwe, blijmoedig ondanks donker gezigt op de toekomst.

4 Juny 1877. Cornelis Saris lijdt veel aan zware hoofdpijnen, die hem voor alle werkzaamheden soms wekelijks een dag ongeschikt maken.

5 Juny 1877. Het zoontje van Cornelis Jansz. Bakker, Martinus 6 jaar, is gister van de driewiel gevallen. Het rad over zijn schouder gegaan. Lag nu vrij gerust te slapen.

29 July 1877. Bij Dirk Jansz. Bakker, zijn vrouw van haar 13e kind bevallen. Het is nu nog vrij welvarende.

29 July 1877. Jufvrouw Blom verhaalt van haar reis naar Amsterdam en haar consult met Professor Herz dat voor haar zoontje Willem zoo ongunstig luidde. Hij zou in een vergevorderden staat van Teering zijn, schoon de jongen vlug is en over hekken en slooten springt, enz. Ensing oordeelde dan ook geheel anders.

30 July 1877. De vader van Ensing was met familie met jufvrouw Dijksen en Kievit en vrouw naar Eijerland gereden met de voerman J. C. Bakker. Bij aankomst op de plaats Weltevreden was Bakker opeens bij zijn paarden dood neergestort, hevige ontsteltenis. Nu had Loman getelegrafeerd naar ‘t Nieuwe Diep waar de vrouw van Bakker zich bevond om ten spoedigste over te koomen. Huizinga moet het de dochters van Bakker gaan aanzeggen. Eerst naar Marretje, toen Dirkje (die uit een vroolijk gezelschap aan het huis van Sijbrand Jansz. Keijser geroepen werd). Beiden hevig geschrokken. Te 7 ure was de vrouw met 2 schoonzoons te huis gekomen. Huis vol jammer en geklaag.
Op 2 Augustus 1877 begrafenis.

23 September 1877. Dirk Mantje zit weder in angstige bezorgdheid voor het weer opkomen van de kanker waarvan hij hoopte bevrijd te zijn door ene vreeselijk pijnlijke operatie.

24 September 1877. Trijntje Cornelis Dijksen (Weverstraat) vond ik in diepe treurigheid. Zij moet moeder worden en Rens Daalder, de schuldige, veracht haar. Ik sprak haar moeder ernstig tegen die beweerde dat zij zich overal met een gerust geweeten vertoonen kon.
30 September 1877. Op de Steenen Plaats groote drukte om het aangeplakte vers te leezen tegen Rens Daalder om zijn verboden omgang met Trijntje.
5 October 1877. Op huisbezoek bij Maarten Daalder was het mij niet aangenaam. Rens was ook te huis, allen aan het middagmaal. Zijn schandelijk gedrag is thans in aller mond. Hij, geholpen door alle zijne huisgenooten, vooral door zijne moeder, gaf zich het voorkoomen van de belasterde onschuld. Hij kon alzoo met een gerust gemoed aan het Avondmaal gaan. Ik liet het natuurlijk niet aan ernstige waarschuwingen, ook tegen de groote zonde der huichelarij, ontbreken.
12 October 1877. Sijbrand Jansz. Keijser en Jan Rab, de tweede ergerde zich er zeer aan dat zulk een verachtelijk mensch als Rens Daalder welligt nog mede zou aanzitten aan het Avondmaal. Hij zou zich, ook nog na mijne ernstige toespraak van verleden vrijdag, op l.l. zondagavond allerschandelijkst gedragen hebben bij Antje Glasener op de Mient volgens geloofwaardige mededeelingen van den dooven Willem Maas en zijne vrouw daar in de nabijheid woonachtig. Hij wilde dat men zulk een mensch van het Avondmaal weeren zou als een schandevlek van de Doopschgezinde naam.

23 October 1877. Begrafenis van Geertje Rab, dochter van Jan Rab. Toen ik vrijdag l.l. den dag van het overlijden daar was bleek het terstond dat geene troostredenen noodig waren. De vader zelf zeide dat hij zoo blijde was alsof hij 1000 gulden ontvangen had, wijl zijne dochter zoo zacht ontslapen was en alle zijne kinderen aanwezig waren. Die blijdschap over den dood maakte mij het houden eener toespraak niet ligter. Ik sprak nogtans een hoog ernstig woord tegen hen voor wie niet als de vader het geloof aan ís menschen voortduren eene herschenschim was.

26 October 1877. Dirk Mantje lijdt vreeselijke pijnen aan zijn kankergezwel.
11 November 1877 bedlegerig, ziet zijn einde genaderd. Hij neemt met een hartelijken handdruk van mij afscheid voor eeuwig.
22 November 1877. Dirk Mantje van namiddag begraven.

20 November 1877. Jakob Zuidewind plotseling overleden, voorover in eenen kolk gevallen (hij leed aan toevallen) en alzoo gestikt. Door zijn zoon en dochter gevonden en opgehaald.
Op 24 November 1877 begraven.

25 December 1877. Grietje Eelman, de vrouw van Jan Rab overleden. De oude Jan Rab was nu toch ook wel terneergeslagen (bij de dood van zijn dochter Grietje was hij zoo bijzonder verheugd) maar van onsterfelijkheidsgeloof was bij hem geen sprake.

26 December 1877. Jakob Meijerts Boon plotseling overleden, ook Pieter Langeveld (92) deze na geruimen tijd aan achteruitgang van kragten te hebben gelaboreerd.
Bij de begrafenis getuigde Loman van Jan Rab als een despoot in huis, terwijl zijn vrouw de goedheid zelve was. Ook de oude Langeveld begraven. Loman dacht dat Grietje Eelman in allen gevalle al vrij wat minder kwaad gedaan zou hebben als de oude Piet.

4 Maart 1878. Bij Neeltje Boon, gesprek over Rens Daalder, nog altijd niet hersteld, ongunstige toespelingen.

24 Maart 1878. Dirk Bruin zijne vrouw gebruikt sedert langen tijd nagenoeg geen spijs en altijd met moeite en tegenzin.

29 Maart 1878. Antje Eelman is thans zeer welvarend. De vreeselijke operatie aan de mond heeft geenerlei kwalijke gevolgen gehad.

21 Mei 1878. De vrouw van Dirk Bruin wordt minder, zij krijgt gedurig flauwtes.

1 Juny 1878. (Huizinga is op reis geweest ) Rab was overleden. Anders niets bijzonders.

2 Juny 1878. De vrouw van Dirk Bruin hedenmorgen overleden.

3 July 1878. Jaap den Brander (Boon) had zijne 70 jarigen broeder, van wien hij meent te kunnen erven, op koffij met koek getracteerd die scheen vergiftigd te zijn want de oude man was terstond kwalijk geworden en gestorven. Daar Loman en Ensing op reis zijn moest nu de wethouder S. Keijser die zaak onderzoeken met Stiggelbout, die echter uitwendig geene vergiftiging kon constateren. Tot opening van het ligchaam moest eerst een geregtelijk bevel gegeven worden. Daarom wordt morgen de Officier van Justitie verwacht.
7 July 1878 men schijnt geen reden gevonden te hebben om Jaap den Brander te arresteren toen het Geregt uit Alkmaar hier was met 2 doctoren, schoon deze vergiftiging constateerden.

12 October 1878. De schilder Jakob H. Bruin van Cocksdorp kwam met het diep treurig berigt daar zijne vrouw Aagje Kors Roeper, gisternacht 9 dagen oud kraams, overleden was. Hij bleef hier geruimen tijd behoefte hebbend aan deelneming en troost. Zij had hem van de drank gehouden en zeedelijk geleid. Hij sprak met lof over zijne 4 kinderen, de oudste 9 jaar (4 reeds dood).

15 December 1878. Mazelen, deze ziekte is thans in vele huisgezinnen.

11 January 1879. Veel volk op het ijs, aan de Waal een 13-jarige knaap verdronken. Tevergeefs beproefde Dominee Bakels de levensgeesten weder op te wekken.

22 Maart 1879. Jakob Brans ziet er na herhaalde bloedspuwingen zeer vervallen uit, maar schijnt toch goeden moed te hebben voor zijn mogelijk herstel. Als ik sprak over de verwachting onzer toekomst ook na den dood des ligchaams, beantwoorde hij dit dat deze voor hem zoo vaststond dat hij daarover nimmer meer sprak of zelfs dacht (mij kwam het zeer onnatuurlijk voor over eene zoo gewigtige zaak nimmermeer te spreeken en naar ‘t scheen een gesprek daarover zelfs te willen voorkomen).
6 April 1879. Jakob Brans toegesproken. Hij is de laatste dagen hard achteruitgegaan. Hij ziet nu zijn einde zeer nabij, in eene zeer kalme gemoedsstemming. Hij verwacht niet dat ik hem de volgende week zal wederzien.
[De volgende week probeert Huizinga weer het gesprek op de “hope der toekomst“ te brengen “waarmee ik hem zocht te versterken“ , wat Brans terstond afwees met “ik weet dat alles net zoo goed als jij en ik geloof en hoop dat alles net zoo goed als jij en het is dus geheel overbodig om daarover te praten“]
23 April 1879. Begrafenis van Jakob Brans, door hetgeen ik over Brans gehoord had, hoe hij zijne jongste zuster geheel onterfd had en dus met een wrok in het hart de Eeuwigheid was ingegaan, kon ik niet dan met veel terughouding over hem spreeken. Brans had alles aan de kinderen van Dieuwertje Brans nagelaten, want als Dieuwertje stierf en de man (S. Koning) hertrouwde, zou zijn goed alzoo in vreemde handen kunnen raken. Hij leende wel geld uit maar met 6% rente.

6 April 1879. Doctor Ensing heeft een nieuw instrument aangeschaft waarmee hij de blaas van zijn beklagelijke patiënt Koopman aan’t Oude Schild gaat reinigen. Deze lijdt nacht en dag onlijdelijke pijnen door moeijlijkheden bij het urineren.

20 April 1879. De vrouw van Arie Kievit roemde dat zij, thans moeder van 9 kinderen, nooit ziek geweest was.

6 Mei 1879. De stuurman van de stoomboot Pieter de Waard had zijn hand in de machine ellendig bezeerd.

10 Mei 1879. Abraham de Ruiter hier, dankzegging verzocht voor de geboorte van zijn 7e kind bij deze vrouw, de 15e in ‘t geheel, 8 in leven.

26 Mei 1879. De vrouw van Teunis Visser van den Hoorn verhaalt van het langdurig lijden haars mans nu na alle vergeefsche pogingen van Haremaker, Hellema, Ensing, door de medicamenten van Doctor Hoekstra van Schagen beterende van zijne benauwdheden en diarrhea.

4 Juny 1879. Bij Albert Koning c.s. gesprek over de geneeskunde en haar steeds gebrekkige resultaten, bij de groote resultaten der chirurgie. Koning hield het er voor dat de wetenschap eens alle bezwaar zou overwinnen, dat de Schipper van het Heelal voor alle kwalen der menschheid ook de middelen tot herstel gegeven zal hebben, al is het dat die eerst na verloop van eeuwen zullen worden gevonden. Hij spreekt met veel gevoel over de toestand van zijne vrouw na 7 jaar in Meerenberg nog altijd dezelfde.

20 Juny 1879. De Holl en Ensing hadden een uur lang tevergeefs zich vermoeid om een kind eene erwt uit den neus te halen.

25 Juny 1879. Gerrit Bakker kon soms niet slapen van de gedachte dat sommigen ligtzinnig spraken over God en Onsterfelijkheid, zooals Albert Koning die zijn twijfel aan het Godsbestuur krachtig had uitgesproken, want hoe zou het dan mogelijk zijn dat zijne vrouw al 7 jaar in Meerenberg moest verwijlen terwijl haar plaats in het huisgezin was. Koning had dit gezegd tegen Dominee Gelderman.

23 July 1879. Meester Brouwer 79 jaar, nu 52 jaar op Texel. Hij was hier gebleven want buiten had hij ook geen familie of nabestaande betrekkingen meer.

31 July 1879. Trijntje Nans Eelman bevallen, de hulp van Doctor Ensing haar vanmiddag nog even bijtijds toegestaan door de kerkeraad op ontvangst van een briefje van Doctor Ensing volgens afspraak van mij met Jantje de Vogel die hier vanmiddag den bitteren nood kwam klagen.

31 July 1879. Den Heer P. Stiggelbout leed thans zeer aan kiespijn, waarvan hij te vergeefs beproefd had door trekken zich te bevrijden, terwijl hij blijkbaar de hulp van andere medici niet wilde inroepen.

[Ds Huizinga vertrok van Texel maar kwam in Mei 1881 even terug]

18 Mei 1881. Bezoek aan Meester Brouwer die lijdt onder de verzwakking des ouderdoms (82).
23 Mei 1881. Frouwke en Meester Brouwer te zamen op het bankje zittend nog eens toegesproken. Brouwer sprak voor hem was de weifel afgeloopen. Zij hadden hun tijd gehad. Het uurwerk moest stil staan. Voorts geen zorg. Vader staat aan het roer. Hij stuurt het schip naar eene goede haven, enz. enz. Denkbeelden waarin ik hem tragtte te versterken.
30 July 1881. Brief van Sijbrand Pietersz Keijser meldende overlijden van vader Brouwer.

18 Mei 1881. De vrouw van Biersteker ligt sedert 9 maanden op hare legerstede die zij niet kan varlaten.

19 Mei 1881. In het gezin van Albert Keijser allen in vrij goede welstand. Hij zelf door Jans nog onlangs bezocht en in goede welstandgevonden, maar volgens algemeen getuigenis daar te Meerenberg was hij nog steeds ongeschikt om in het maatschappelijk leven terug te keeren, hoezeer hij het zelf ook wilde, verlangende naar vrouw en kinderen. Hij had het daar uitmuntend. Hoe hij nogal te spoedig weer in drift kan ontsteken had Jans gemerkt toen hij geene vrijheid kon krijgen om aan haar de tuin te laten zien. Maar hoe men ook spoedig hem wist te kalmeren.

19 Mei 1881. Doctor Ensing heeft nieuwe instrumenten, zoo als één waarmede hij terstond kon bepalen welk soort bril iemand behoefte, voorts een soort van fontein met slang om geneesmiddelen in het ligchaam te brengen. Zijn inhalatietoestel beviel hem uitnemend.

24 Mei 1881. Bij Klaas Mantje c.s. Ik vond de vrouw in een allerbeklagelijkste toestand van krankzinnigheid in eene ziekenstoel zittende bij hare dochter Trijntje en haar schoonzuster. Zij herkende mij terstond maar terwijl zij mijne hand greep en voorts stevig vasthield raaskalde zij onophoudelijk zoodat ik geen woord kon spreeken. Diepbedroefd zaten die 2 ander vrouwen daarbij, nevens mij. Met moeite gelukte het mij uit hare handen te komen.
Overleden op 30 Mei 1881.


Terug naar de vorige bladzij