Tent (2)



Dagboekaantekeningen van Doopsgezind predikant en leraar Jakob Dirksz Huizinga, op Texel van 1844 tot 1879.
Daar tussen gevoegd aantekeningen van zijn dochter Grietje (Den Horn 1842- Texel 1861) en zoon Samuel (Texel 1844- Leeuwarden 1899).
De leden van de Tent Concordia waren geen van allen geboren Texelaars, behalve notaris Johannes Ludovicus Kikkert. Het waren onderwijzers (Glijnis), ambtenaren (Voigt, Mens), predikanten (Vrendenberg, Wentink, Huizinga, Wieringa, Bakels, Frerichs, Buisman, Heringa, Koekebakker), artsen (Scheurleer, Knap, Stolp) enz. Bok was notaris, Westenberg ook.
De familie Bok had een eigen Tent (1868, 1872).

20 November 1843. Beschrijving van Texel bij het beroep van Huizinga: Aan de hooge heuvel, die ‘t eiland overloopt, ligt nog al wat bouwland in de afhelling, dat ook meest klei is. Men heeft daar ook nog een wandelbosch, voor eenige jaren door ‘t plaatselijk bestuur aangekocht en aangelegd tot genoegen der ingezetenen. Men heeft daarbij een koepel, waar elk, die daaraan behoort, kan gaan theedrinken enz., en waarvan men een heerlijk uitzicht heeft naar alle kanten.

22 Mei 1844. ‘s Namiddags broeder Jakob Meihuizen hier (21 jaar), had verschillende brieven medegenomen. Sientje is namiddag en avond met eenige meisjes naar de Tent op Hooge Berg.

16 Juny 1850. Met de kinderen naar de Tent op de Hooge berg, ons allen regt vermaakt.

15 Mei 1853. Des avonds met den Heer Bok en familie en gasten naar de Tent, aldaar een glas wijn gedronken. Te half 11 weer thuis

Samuel: Woensdag 18 Mei 1853. Wij zijn vandaag naar de Hooge Berg geweest, wij waren met ons twintigen, Katrina Grietje Sientje Menno Dirk ik Vader de beide tantes Oome Juriaan Jan Vrendenberg Betje Vrendenberg Adriana Vrendenberg Eduard Bok Thedora Henriette Johanna Bok. Ik Dirk en Jan zijn vooruit gegaan om Dominé Wentink te halen met zijne kinderen doch ik bleef op de Hooge Berg, daarna kwam de geheele troep met Dominé Wentink zijn vrouw en 4 kinders. Wij hebben een tijdje in de Zandkuil en het Lage Boschje gespeeld, wij hebben ook een vuurtje gestookt en op de schommel gespeeld. Sybrand August Herman en Adriaan Keiser waren er ook om eyeren te zoeken. In de tent heeft ook de dans van een hoed plaats gehad. Wij hadden ook veel boterhammen medegenomen in de kinderwagen, daar na zijn wij naar huis gegaan.

Grietje Woensd: 24 Aug: 1853. Van middag toen Katrina en ik een schrift bezig waren te schrijven, Riep Tante ons van boven en zeide dat Jufvrouw Bok hier geweest was om te vragen of wij allen met de Caleske van Mr: Bok naar de Hoogeberg wilden. Wij hebben ons toen allemaal klaar gemaakt en na eenige oogenblikken stond ook de wagen op de hoek van de Steenenplaats. Mr: de Grave, Doctor Scheurleer met zijn vrouw en kinderen, en Maria en Paulina Bok met de overige kinderen waren er ook; wij hebben in de Zandkuil gespeeld, en in ’t boschje gewandeld; en in de tent hebben wij lekkers bij de thee en koffy gehad. Wij hebben ook nog in de Tent met het dambord gespeeld; en ’s avonds zijn wij weer met de Calais naar den Burg gegaan.

Grietje Dingsd: 30 Aug: 1853. Van middag zijn Tante, Katrina, Sina, Menno en ik met de familie Bok naar Hoogeberg geweest, wij hebben in de tent thee met koek en koekjes gehad, ook hebben wij peren en pruimen gehad, wij hebben in ’t boschje gewandeld en gespeeld.
’s Avonds zijn wij weer naar huis gegaan, Tante, Paulina, Mr: de Grave, Theodora en ik hebben geloopen, en de overigen hebben gereden.

Grietje 2de Paaschdag. Maand: 17 April 1854. Van middag zijn wij met ons geheele huisgezin benevens Oom Juriaan naar Hoogeberg geweest, behalve Aafje; en om 8 uren zijn wij weder te huis gekomen.-

Samuel: Zaturdag 27 Mei 1854. Ik ben in de week dat Vader nog niet te huis was twee keer met de ezelwagen naar het boschje van de tent geweest en een keer loopende naar Brakestein. Zondag ben ik met Arend Kikkert Willem Westenberg en Herman Westenberg naar het boschje van de Tent gewandeld en toen heb ik twee ekstereitjes gevonden die ik weder verloren heb.

Samuel: Donderdag 1 Junij 1854. Eergisteren ben ik naar het boschje van de Tent, zondag ben ik ook naar de hoogte geweest.

Grietje Dond: 15 Junij 1854. Van morgen zijn Dolphina en ik met het geheele huisgezin van Mr: Bok/ck, behalve Mr:, Mevr: en Marie Bock/k naar de Tent geweest koffij te drinken; Theodora kwam ons afhalen, en wij zijn er om kwartier voor 3 uren van daan gegaan. [Grietje corrigeert Bok met Bock]
Vrijdag 16 Junij. Van middag zijn Grietje/ik en Dolphina naar Mevrouw Bok/ck geweest te thee drinken, en toen zijn wij naar de Tent gegaan, en toen wij er om half 10 uren van daan gegaan zijn, hebben wij bij Mr: Bok/ck een boterham gehad, en toen zijn wij naar huis gegaan.

19 July 1854. Des namiddags met ‘t heele huisgezin (9 personen) en ‘t heel huisgezin van Dominee Wentink (8 personen) en Vrendenberg en 2 kinderen, en 5 kinderen van Bok zeer genoeglijk in ‘t Boschje enz op de Hoogeberg den dag doorgebragt. Des avonds te 10 ure weer te huis.
Grietje Woensd: 19 Julij 1854. Van middag zijn wy met ons geheele huisgezin naar de Tent geweest te theedrinken; wij waren drie en twintig in getal, want Ds: Wentink was er met zyn huisgezin, en Ds. Vrendenberg met zyne twee jongens en dan de meisjes en de Logé van Mr: Bok; wij hebben eerst wat gegeten, want wy hadden nog voorraad medegenomen, en toen hebben wij de geheele tyd gespeeld; wy zyn er om 9 uren van daan gegaan.

Grietje Woensd: 23 Aug: 1854. Van middag ben ik by Betje Vrendenberg op visite geweest, terwyl de anderen, behalve Aafje, naar de Tent zijn geweest, wy waren met ons zeventienen; wy hebben eerst theegedronken toen hebben wy gespeeld, toen hebben wy koffy met koek gehad, daarna hebben wy weer gespeeld, en ’s avonds hebben wij chocolade met boterhammen gehad. Van morgen is Vader met de dominés naar Eyerland geweest.-

30 Juny 1856. Wij hadden plan om op de Hooge Berg thee te drinken en dan Wentink enz ook te vragen. Maar het ongunstige weder deed ons er van afzien. Des namiddags helderde het wat op, wij gingen wandelen, doch de regen deed ons wederkeeren.

4 Augustus 1856. Gesprek over het plan tot oprigting van eene nieuwe Tent op de Hoogte, onder voorgang van Johannes Ludovicus Kikkert en Westenberg, 25 gulden per aandeel.

15 July 1858. Ik neem ‘t lidmaatschap van de Tent Concordia aan.

26 Mei 1859. Brief aan Samuel geschreven tot ‘s nachts half 3. Katrina bewoont nu met Grootmoeder het nieuwe huis.

30 Mei 1859. Brief aan Samuel geschreven tot ‘s nachts half 3.
Naar de Tent, aldaar de rekening gehad van Kikkert. Ik moet jaarlijks nog 5 gulden contributie betalen. Daar zijn jaarlijks ten minste 36 gulden vaste uitgaven, hij heeft wel 1000 gulden gekost.

8 Juny 1859. Des namiddags naar de Tent, aldaar o.a. een Heer Pfaff, Officier der Genie, belast met het opmaken der Topografische Kaart van Texel.

22 Juny 1859. Des namiddags naar de Tent, ik vandaar naar ‘t Oude Schild naar de haven geloopen over de landen bij Brakesteijn in 20 minuten om te vernemen naar het goed van Sientje dat, volgens hedenmorgen ontvangen brief van Westzaan, nog niet teregt is.

4 July 1859. Des namiddags naar de Tent.

6 July 1859. Brief naar ’t Hoogezand naar Katrina die heden 13 jaar wordt. Des namiddags Dirk, Grietje en Menno naar de Tent.

13 July 1859. Nog naar de Tent op de Hoogte, waar Dirk, Sina en Menno reeds waren, alsmede Vrendenberg en familie, Koning, Voigt en vrouw. Hardlooperij tusschen Voigt en Koning.

21 July 1859. Feest in de Tent wegens het beroep van proponent Koning [te Grijpskerke in Zeeland], 26 personen aldaar, zeer genoeglijk.

24 Augustus 1859. Des namiddags naar de Tent met het geheel gezin, zeer groot gezelschap aldaar, o.a. Kikkert.

22 September 1859. Feest in de Tent ter eere van Leentje Vrendenberg en Koning (bruid en bruidegom): Voigt en vrouw, Wieringa en vrouw, Kikkert, P. Koorn en Anna Kikkert, van Deinse en dochter Anna, Kleinkens, Vrendenberg en vrouw en zuster Gerritje en dochter Betje en Hendrik en wij (ik, Geke, Dirk, Samuel), de zuster van Koning, Wentink en Dolfina, tot 3 of 4 uur ‘s nachts. Grietje was ook op ‘t feest in de Tent verwacht geweest, maar dit was niet goed bericht.

31 Mei 1860. Des namiddags wij met ‘t geheele gezin naar de Tent, aldaar Vrendenberg met gezin en Voigt.

13 Juny 1860. Des namiddags naar de Tent met Geke en de kinderen. Een tijd daar gewandeld met de oude Mevrouw Westenberg [na het overlijden van jufvrouw Wentink was zij een tijdlang daar in huis geweest]. Zij is zeer bekommerd over de kinderen van Wentink, daar er geen voldoende middelen zijn om van te leven, en de kinderen niet genoeg geleerd hebben.
Dolfine is zeer slordig en niet zeer gereed om iets aan te nemen.

19 September 1860. Zeer schoone dag. Wij met elkander naar de Tent.

20 Mei 1861. Sientje vandaag bij Cornelie Kikkert te gast. Zij en ook Menno naar de Tent.

6 Juny 1861. Aankomst van zusters Sina en Obbina met Katrina. Allen zeer wel. Katrina zag er zoo gezond en blozend uit als men maar wenschen kan, ook is zij altijd even vroolijk en opgeruimd van humeur.
11 Juny 1861. Allen naar den Hoorn, naar ‘t strand, bij Wieringa. Beladen met schelpen en zeegewassen keerden wij naar huis terug ‘s avonds laat.
12 Juny 1861. Naar de Tent.
14 Juny 1861. Broeder de Waard afgehaald, naar de Tent.
16 Juny 1861. Verjaardag zuster Obbina, 34, de kamerdeur omkranst.
17 Juny 1861. De familie naar ‘t Oude Schild gebragt. Katrina blijft nog wat, Grootmoeder kan ‘t wel redden met Janneke.

21 Augustus 1861. Naar de Tent, aldaar Voigt en vrouw en nicht en kinderen, Vrendenberg en 4 kinderen, de Heer Kikkert en vrouw, Heringa en moeder en zusters. Deze des avonds nog bij mij koffij gedronken.

4 September 1861. Naar de Tent, aldaar o.a. Kikkert.

7 mei 1862. Des namiddags Gé en ik, Menno en Sina naar de Tent voor de eerste maal, aldaar Vrendenberg, Westenberg, Kikkert, Voigt en familie. Toem wij er kwamen zwaar onweer.

27 augustus 1862. Des middags naar de Tent, aldaar Heringa c.s., Kleinkens, Jufvrouw Voigt en moeder en tante, Betje Vrendenberg en Dolfina Wentink.

16 Juny 1863. Groot feest aan de Tent. Frerichs en Dolfina waren er ook genoodigd. Sina en Menno waren er ook. Ik bleef te huis.

21 Mei 1865. Wij des namiddags naar de Tent, aldaar Vrendenberg en Kikkert c.s. ook kwam daar nog, ingeroepen door Kikkert, de oud-koopvaardijkapitein Hofstee, thans woonachtig aan ’t Nieuwe Diep. Hij had er 27 reizen op de Oost gedaan behalve vele op de West. Zijn Grootvader was schoolmeester aan den Burg. Het school was de tegenwoordige wagenmakerij van P. Luitse.

9 Augustus 1865. Wij allen naar de Tent, Sientje in de Zandkuil haar voet wat verstuikt.

20 September 1865. Ik daarna nog even met Vrendenberg en den Heer Kikkert naar de Tent gereden.

1 augustus 1866. Met het geheele gezin des namiddags naar de Tent, aldaar zeer groot gezelschap, stoelen te weinig. Heeren druk aan ’t kegelen. Vrendenberg spreekt mij over de wijze waarop Dolfine Wentink bij Wieringa wordt behandeld als meid zonder eenig loon te trekken, terwijl haar eigen geld voor hare kleeding nu bijkans geheel is verbruikt. Wij oordelen dat daarin verandering moet komen.
Ik vertroostte Frerichs met mijn eigen teleurgestelde verwachtingen, die mij juist tot de gelukkigste uitkomsten hadden geleid.

12 Juny 1867. Allen naar de Tent.

27 Mei 1868. Sina was van de Tent teruggekomen met Dolfine Wentink die hier een boterham bleef eten. Zij zeide dat zij zoo gaarne eens van den Hoorn bij Wieringa weg wilde, waar zij NIETS verdiende of kreeg. Ik maande haar aan om dan de eerste geschikte gelegenheid aan te grijpen. Zij vreesde maar dat, als zij het ergens niet kon uithouden, zij dan geheel verlegen zou staan, wijl zij geene thuiskomst had. Ik zeide dat, als de nood dwong, zij dan hier maar eenigen tijd zou komen logeren. Zij zou dan nu aan Fokel schrijven of die haar niet aan eene betrekking kon helpen.

3 Juny 1868. Mijn verjaardag. Wij niet naar de Tent.

10 juny 1868. Wij des namiddags allen naar de Tent, aldaar ook de familie Bok in hare Tent.

17 Juny 1868. Wij verwachtten de neven Dirk Juriaans Huizinga en Meindert Coolman. Zij kwamen te half 2 ure of later terwijl den Heer Holkema hier was (zou met Buisman eten bij Ensing). Des namiddags met elkander naar de Tent. Vrendenberg en familie, Anton Vrendenberg en familie, Wieringa, Heringa, Familie Knap, Glijnis, Westenberg, Buisman en Holkema. Wij met Holkema en Buisman 3 flessen bier gedronken. Holkema en Buisman des avonds bij ons boterham gegeten.

7 July 1868. Na de madeira bragt Kuiper ons weer te huis. Wij te half 5 gegeten, daarna gewandeld naar de Tent, aldaar thee en bier gedronken. Heerlijk weder, zeer kalme schoone avond. Wieringen goed te zien.
Margo en Rina [Keyser] van Brakesteijn komende bij ons thee gedronken (op de Tent), heerlijk weder, zeer kalme schoone avond, Wieringen goed te zien.

15 July 1868. Des namiddags naar de Tent, aldaar de families Vrendenberg en Heringa, vervolgens Knap, Glijnis met 2 logeergasten, Wieringa (alleen zonder vrouw of Fokel), Buisman, en Holkema enz. Zij gekegeld, aangename namiddag, zeer warm, aan de Tent echter en in het Boschje frisch. Met Vrendenberg gesproken over de vernieuwing van de Statuten van de Tent. Vrendenberg wil het ook zoo niet houden als ‘t nu is. De schuld moet uit den weg, anders zitten wij altijd in vreeze.

22 July 1868. Naar de Tent, des voormiddags bij Vrendenberg het Reglement voor de Tent nagezien (door Dirk gemaakt).
Sina niet mee, daar zij gisteren teveel verbrand was door de zon.

29 July 1868. Des namiddags naar de Tent.

5 Augustus 1868. Des namiddags wij met elkander naar de Tent. Wij waren er alleen. Op de andere Tent waren Ensing en vrouw en zuster. Kegelpartij. Wederom zeer schoone dag.

11 augustus 1868. Vrendenberg en Westenberg hier. Het Reglement voor de Tent met onderlinge goedkeuring vastgesteld om morgen aan de leden voor te dragen. Kikkert wil zijn 120 gulden terughebben, zoo welligt ook P. Langeveld. Het kan er dus wel toe komen dat alles verkocht moet worden. Vrendenberg stelt voor dat alle 11 leden 25 gulden tot delging der schuld zullen afzonderen, wat denk ik niet veel bijval zal vinden.
Wij des namiddags naar de Tent. Buisman met de wagen met Koos, Katrina en Sina, aldaar Westenberg, Knap, Vrendenberg, Glijnis, Heringa, Wieringa.
Sikkes en Ter Meulen niet.
Met verbazing wordt vernomen dat de zaak der Tent zoo zwak staat. Voor dat men tot het Reglement overgaat moet men eerst beslissen of de Tent blijven zal. De rekening van Westenberg heeft (met een nadeelig slot van ‘t vorig jaar van 53 gulden) 110 gulden uitgaaf en sluit met een nadeelig slot van 30 gulden.
Men zal de volgende week beslissen of men per lid 25 gulden zal storten of 36 gulden (tot algeheele aflossing van schuld) of de boel verkoopen. De meesten waren voor behoud. Westenberg alleen laat zich er niet over uit.

19 Augustus 1868. Niet naar de Tent (min gunstig weder).

26 Augustus 1868. Des morgens met Menno, Dirk en Koos (met rijtuig van Bakker) naar ‘t Oude Schild gebragt. Zij vertrokken te 8 ure met een gunstige gesteldheid van weer en wind.
Des namiddags Katrina, Sina, Menno en ik naar de Tent. Aldaar Vrendenberg, Knap. Heringa en familie, Jan Vrendenberg en zijn meisje.
Jan en Cornelis en Menno in ‘t schemerdonker vuurwerk afgestoken.
Sikkes en Stolp van Zijderveld waren er ook geweest. De laatste aangesproken om de betaling van zijne 10 gulden van het lidmaatschap der Tent verleden jaar, waar hij niet veel zin aan heeft.

7 october 1868. (Gister voormiddag zijn de meisjes met elkaar naar de Tent geweest, het was een regt schoone dag. Meestal hebben zij des avonds een of ander spel (trik-trak).

6 Mei 1869. Hemelsvaartdag. Gepreekt aan de Waal (zeer goed).
Des namiddags naar de Tent (voor ‘t eerst), gereden met Sijbrand en Cornelis Keyser. Aldaar Westenberg en vrouw en zoon Herman, Bakels en zuster, Wieringa, Leentje en Betje Vrendenberg.
Ik bij Jan Bakker, hem of liever zijn meid Jantje Koorn (die dezer dagen na 3 maanden verblijf in Meerenberg is teruggekeerd en daarvan vele verhalen doet) getracht te overreden om de bediening der Tent op zich te nemen, wat zij althans voor dezen middag aanneemt.
Bakels, Wassenaar en Buisman worden als nieuwe leden der Tent aangenomen. Het weder is zeer regenachtig, zoodat wij binnen moeten blijven. Katrina en Sina met Westenberg en J.C. Bakker, die Leentje Vrendenberg kwam halen, terug gereden. Ik met Heringa geloopen.

12 Mei 1869. Wij des namiddag naar de Tent. Mooi weer, doch koel. Aldaar Bakels en zuster, Wieringa, Heringa, Buisman. De Tent was door de meid van Jan Bakker schoongemaakt, maar deze wilde de bediening verder niet op zich nemen. Ik vraag nu daartoe Keetje Bakker van Brakesteijn, deze wil gaarna, maar de Heer S. Keyser wil het niet. Ik zal deze vragen.

14 Mei 1869. Bij Simon Keyser gevraagd of hij wilde toestaan dat de vrouw van zijn knecht op Brakesteijn onze Tent bediende, ‘t welk hij terstond onvoorwaardelijk afsloeg. Hij toonde zich daarbij in alle zijne hooghartigheid. Hij raadde mij echter om Pieter Hin van de Weezenplaats daartoe uit te noodigen.

16 Mei 1869. Pinkster. Aan den Burg gepreekt.
Des namiddags bij Westenberg. Hij keurde het goed dat P. Hin oppasser van de Tent zou worden.

17 Mei 1869. Tweede Pinksterdag. Bakels aan den Burg, ik aan de Waal.
De dochter van P. Hin neemt het aan de Tent op te passen.

19 Mei 1869. Boetje en zuster hier.
Wij naar de Tent. Regenachtig, weldra geweldige regenvlagen. Sjoeke, Katrina en Sina gescholen bij Bruin op de Hoogte. Op de Tent Vrendenberg en familie, Bakels en zuster, Glijnis en vrouw en zwager De Vries en vrouw, Knap en vrouw en kinderen. Meest altijd in den Tent om de regen.

7 July 1869. Des namiddags wij met elkaar naar de Tent, aldaar jufvrouw Wieringa en Fokel, Knap en vrouw, Arend Kikkert en W. Westenberg. Wij hebben in de laatste dagen meer warmte en schoon weder gehad. De dames aan ‘t kegelen.

14 July 1869. Des namiddags naar de Tent, aldaar groot gezelschap. Veel levendigheid, kunstverrigtingen van Bakels, Wieringa e.a. Excerseren van Heeren en Dames, kegelen, paardrijden. Ik sprak met Knap over de brief van Arend Kikkert waarbij hij de 120 gulden van zijn vader over de Tent geschoten terug verlangde. Knap wilde daartoe niet betalen. Wieringa noemde het alleen een slim geval.
Huidekoper betuigde een regt genoeglijke middag gehad te hebben.

14 July 1869. Brief van Arend Kikkert waarbij hij de 120 gulden van zijn vader over de Tent geschoten terug verlangde. Knap wilde daartoe niet betalen. Wieringa noemde het alleen een slim geval.

16 July 1869. Ik wat koortsig, Ensing even hier, schrijft mij geneesmiddel voor.
De meisjes hebben vannamiddag een groote visite op de Tent.

21 July 1869. Naar de Tent, waar mij gezin reeds na het middagmaal heen gegaan was. Zeer druk bezoek en allen zeer geanimeerd, kegelen, excerceren onder commande van Bakels.

28 July 1869. Naar de Tent.

4 Augustus 1869. Bij Pieter Jansz Roeper, de vrouw onlangs van tweelingen bevallen, zeer voorspoedig. Hij leent mij paard en wagen. Ik daarmede des namiddags naar de Tent met Neeltje, Sientje en Koos. De overigen loopende. Aldaar talrijk gezelschap, Bakels c.s., Boeke, Vrendenberg (verleden week van de reis terug, nu voor ‘t eerst weder hier) met zijn broeder Hendrik en zuster en verdere familie, Westenberg en Wieringa c.s. Men vermaakt zich goed, kegelen, exerceren enz.

9 Augustus 1869. Toen des namiddag het weder ons geschikt voorkwam om naar de Tent te wandelen kwam weldra de regen weer. In dien regen doorwandelde ik met broeder Jakob het Bosch enz. Wij trokken op de reis terug, het begon steeds harder te regenen, zoodat wij allen meer of minder doornat te huis kwamen. Algemeene verkleedpartij.

18 Augustus 1869. Des namiddags met alleman naar de Tent. Exerceren, dans, zang. Des namiddag met regen terug.

25 Augustus 1869. Wij des namiddags (zeer warm) naar de Tent, aldaar groote vergadering. Kegelen, gymnastieoefening.

8 September 1869. Des namiddags de Tentoonstelling van vee bezigtigd op de Groeneplaats. Des namiddags Katrina, Sina en Menno naar de Tent en vervolgens naar de Heer Simon Keyser (onlangs uit Groningen teruggekeerd). Ik alleen te huis.

21 October 1869. Des namiddags Arend Kikkert van Amsterdam hier. Bij deze gelegenheid sprak ik hem over zijn briefje waarin hij het geld dat zijn vader in de Tent had terugvroeg, en zeide hem dat zijn vader ook wel wist dat de Tent geen geld had en het dus niet kon opbrengen. Hij zeide te meenen dat zijn vader het nu ook zoo noodig niet had daar hij nu na het overlijden van zijn schoonmoeder aan ’t erven was. Hoewel niet in gemeenschap van goederen getrouwd had hij toch het vrugtgebruik.

19 juny 1870. Brieven ontvangen van Dirk (ter begrafenis geweest van Holkema te Oldeboorn).

Op de Tent wordt gesproken over de dreigende oorlogsgeruchten. Geheel Europa, ook ons land, is vol vreeze. De effecten sterk gedaald, de assurantiepremieën sterk gerezen.

13 july 1870. Klaas en Menke de Waard komen.
Des namiddags wij naar de Tent. Vrendenberg verhaalde dat Dolfine Wentink vanmiddag bij hem te logeeren was gekomen. Zij was uitstekend tevreden in Ternaard. Zij had Samuels aanzoek afgewezen, omdat zij nooit weer een zoo gewichtige stap wilde doen zonder volledige kennismaking.

27 july 1870. Samuel gekomen. Des middags naar de Tent, aldaar ook de familie Vrendenberg met Dolfine.

3 augustus 1870. Naar de Tent, ook Boetje en Sjoeke. Ik vernam van de meisjes dat zij eenige woorden met hem gehad hadden, die Katrina deden zeggen dat hij wel wat voorzichtiger mocht wezen met jonge meisjes het hoofd op hol te brengen.

31 augustus 1870. Naar de Tent. Sina had daar de gelegenheid om Engelsch te spreken met de Kapitein van het onlangs gestrande schip die daar met Herman Westenberg kwam.

14 juny 1871. Naar de Tent. Bij het overschoone warme weder, bij het gezang der vogelen en het geuren der meidoorns en het schoon gezigt op de Reede, waar een groote stoomboot onophoudelijk heen en weer bleef stoomen, de tijd genoeglijk doorgebragt, tot bezorgdheid voor een broeyerige lucht ons ten half 8 ure deed vertrekken.

4 july 1871. Te 12 ure kwamen volgens afspraak Dominees Bron en Cremer, den Heren Rinner en Klink (zangmeester) met enige anderen, met 70 kinderen, de oudsten van de Zondagsschool van Den Helder, met een goede voorraad levensmiddelen. Zij vermaakten zich dapper met loopen, spelen, zingen, kegelen, marcheren in de Zandkuil onder leiding van Bakels, Vrendenberg [en Huizinga].
Na het eten vonden wij de kinderen in de Lindeboom en trokken daarmede door het dorp (de predikanten bezagen de Gereformeerde Kerk en onze Kerk). In het park onder een grooten toevloed van menschen zangoefeningen. Vervolgens weer in den Lindenboom, waar de Burgemeester de kinderen op bier onthaalde, waarop Vrendenberg en ik vertrokken. Het gezelschap zou, na rust en etenstijd op de Tent, met een extra boot weder des avonds terugkeeren. Het weder was vandaag meerendeels gunstig, meest zonneschijn.

28 july 1871. De heele familie naar de Tent, gekegeld, stom ambacht gespeeld, ons zeer vermaakt.

2 augustus 1871. Zondag. Des morgens half 9 komt Martinus Wentink uit den Haag. Allen naar de Tent
Samuel en Dolfina druk aan ‘t inpakken.

8 augustus 1871. Vertrek Koosje en Martinus.
Koekebakker komt om de pastorie in de Waal op te meten, hij is zeer weinig spraakzaam, zoodat zijn gezelschap mij weinig aangenaam is.
Des middags naar de Tent.

9 augustus 1871. Naar de Tent met groot gezelschap, ‘s avonds bij S. Keyser groote visite.

1 september 1871. Wij des voormiddags met elkander naar de Tent en ons daar onderling vermaakt met wandelen, enzovoort. Jakob in de Zandkuil.

8 juny 1872. De Heer Bolding hier om te spreken over de Tent. Hij oordeelt best, dat zij door ‘t bedanken van al de leden aan den Heer Westenberg overgelaten worde, en dat men tracht de Tent van den Heer Bok te koopen.

18 juny 1872. Bruiloft Rina Simons Keyser en de Heer Everts: Tegen 6 uur des avonds Sina en ik gereden naar S. Keyser, naar de Tent van Bok, gerecipieerd aldaar door den Heer en Mevrouw Everts. Het terrein met vlaggen en wimpels versierd, muziek in ‘t Bosch, honderden nieuwsgierigen daar omtoe.
Thee gedronken, in ‘t Boschje gewandeld, omringd door de volksmenigte. In de Tent vertooningen, dansen. Te 10 ure naar Brakesteijn gewandeld. Te 11 uur souper. Dansen geen gebrek, muziek in ‘t voorportaal. Tegen 4 uur vertrokken, wandelende, later opgehaald met de wagen van Keyser. Schoone zonsopgang. Te half 5 te huis.

19 mei 1873. Vrendenberg [heeft] reisplannen na Pinksteren de geheele maand juny uit bij alle kinderen langs [te gaan]. Hij dacht zijn beide zoons te Amsterdam èn op de heenreis èn op de terugreis van Varseveld te bezoeken. Zijne vrouw wilde ditmaal ook medegaan. Zij had hen nog niet eenmaal gezien in hun tegenwoordige staat. Hij had van het lidmaatschap van de Tent bedankt, hij moest alles uitwinnen wat hij kon, niet zoo zeer voor zichzelf (hij zou met zijne vrouw alleen nu ook nog wel leven kunnen, zoo als ik begreep) maar hij moest voor het onderhoud der kinderen zoo veel mogelijk bijdragen of sparen, en met voor die lidmaatschappen te bedanken spaarde hij 30 gulden. Daar kan hij zijne schoondochter Grietje weer eene geheele maand mee gerieven. Met Betje te Utrecht ging het best, Christina heden gelukkig door het Fransche examen gekomen.

24 july 1873. Bruiloft Sina Jakobs Huizinga en Hendrik Koekebakker: Te half 1 naar het Raadhuis, trouwplegtigheid met toespraak van Loman. In huis terug hield ik in de achterkamer een toespraak. Te 3 uur vertrek van bruidspaar met de ouders Koekebakker naar ‘t Oude Schild. ‘s Avonds naar Haarlem en verder. De achterblijvers naar de Tent, die we gesloten vonden. Eindelijk kwam de oppasster en wij konden er theedrinken en bier.
Langzaamaan vertrekken de gasten weer.

22 february 1875. Bij Westenberg om te feliciteeren met ‘t engagement van Cornelie met Haga. Ik gaf te kennen dat ik het lidmaatschap van de Tent opzeide. Zij wenschten zeer dat ik het zou aanhouden. Ik heb het echter niet beloofd.

2 Augustus 1877. Katrina des namiddags met Bakels en Boonacker en familie (Fokel, Lize, Anna, Truida en Frieda) naar het boschje op de Hooge Berg en daar tot in de avond gebleven, een kinderwagen met proviand meevoerende. Schoon het weder vrij goed was, had Dirk geen lust om mee te gaan uit vrees dat de koude hem nadeelig zou zijn. Ik bleef dus ook bij hem en Manna te huis.

8 augustus 1877. Westenberg stond ons gaarne toe van de Tent gebruik te maken zoo dikwijls wij wilden. Des namiddags Dirk, Manna, Katrina, Jakob en Johan naar de Tent waar wij ook de Waalder vrienden genoodigd hadden. Boonacker en vrouw en zusters en Mina Bakels kwamen. Later bij ons aan huis ook Bakels en vrouw. Wij bragten de namiddag aan de Tent en de avond ten onzent genoeglijk door.

12 Augustus 1877. Bij Westenberg in zijn koepel. Ik zeide dat er in de Tent voor mijne rekening eene ruit gemaakt moest worden, vermoedelijk door ons gebroken.

24 Augustus 1877. Dirk, Samuel en ik met de 3 kinderen naar de Hoogte in de Zandkuil. De kinderen vermaakten zich best, maar waren toen wij half 8 ongeveer te huis kwamen zeer moe, vooral Johanna.

15 july 1878. Wij met elkaar des namiddags met de kinderwagen naar de Tent en daar een zeer genoeglijke namiddag doorgebragt, in het boschje. Moeijelijk de kinderwagen over de hekjes te tillen.

22 july 1878. Wij des namiddags naar de Tent van Westenberg te 3 ure. De wagen van Cornelis Keyser bragt eenig personeel met proviand van de Waal en van hier naar de tent. Ik wandelde daarheen met de Holl, Samuel en juffrouw Christine Roering. Boonacker en Bakels kwamen later. Wij bragten daar de namiddag en avond tot half 9 genoeglijk door, terwijl het jongere volkje zich bijzonder vermaakte met allerlei oefeningen en spelen vooral in de Zandkuil. Prachtig weder. Voor een goede tafel was gezorgd door Katrina, Lize en Fokel. Het personeel bestond uit Bakels en vrouw en haar zuster en twee zoons Hessel en Reinder en eene jufvrouw Opta. Boonakker en vrouw en zuster en broeder Henri en Hidde de Vries, Samuel en Dolfina en 4 kinderen, en Huizinga en Katrina te zamen 26. In de tent van Bok was een ander gezelschap waar onder Jannetje Duinker, Anna Keyser, M. en E. Flens, enz. Dominee de Holl en Bakels waren inzonderheid de hoofdpersonen der pretmakerij, waarbij men in hen bezwaarlijk predikanten herkend zou hebben. De wagen van Keyser moest tweemaal rijden om vrouwen en kinderen terug te halen naar den Burg en de Waal.

1 augustus 1878. Wij des namiddags naar de Tent, uitgenodigd door de familie Mens. De jongelui vermaakten zich bijzonder met paardrijden.
De 4 kleinen vermaken zich doorgaans uitstekend, vooral in de tuin, waar nu de peren beginnen te rijpen en de kruisbessen en aalbessen overvloedig zijn.


Terug naar de vorige bladzij