Meester Cornelis Pieter Keijzer van De Waal


27 April 1861. Menno te huis. Monsieur Verberne had hem heengezonden om een kleinigheid. Sedert langen tijd bespeurde ik dat hij eene antipathie tegen hem had en geheel niet in staat was om zijne leerlust op te wekken of te onderhouden. Onlangs had hij hem nog bekeven terwijl Menno zich verheugde dat hij nu ditmaal toch zijn werk voor het eerst voor de anderen afhad. Ik besloot nu een einde daaraan te maken. Ik liep testond naar de Waal naar Meester [Cornelis] Keijzer en droeg aan hem het onderwijzen van Menno op. Hij zou daar des voormiddags school gaan en dan privaatles hebben tot half 2 en dan te huis komen. Menno was met dat plan zeer ingenomen.
29 April 1861. Menno voor ‘t eerst naar de Waal ter school, vroolijk en wel.

11 September 1861. Menno heeft nu en gister en eergister vrij van school, omdat Meester Keijzer op Wieringen solliciteert.

6 Juny 1870. Tweede Pinksterdag. Gepreekt aan de Waal.
Bij Jakob Kuiper koffij gedronken. Hij heeft aan de Dominees niet veel. Bakker komt niet. Aan Van Vledder of Meester Keijzer heeft hij ook niet. Hoeveel anders was ‘t ten tijde van Boetje of Huidekoper.

18 September 1848. Vrendenberg. Over de school aan de Waal, misschien dat Teunis Pietersz Keijzer er geplaatst wordt (Meester Visser was krankzinnig geworden). Morgen zal een zoon van Gerson [Gerssen] de school weer provisioneel openen. Vrendenberg meent dat Keijzer het aan de Waal ook niet lang naar zijn zin zal hebben. Hij schijnt geene tevredenheid in zich zelve te hebben.
[Er werd wel een Meester Keijzer benoemd, maar dat was [zijn zoon?] Cornelis Pieter Keijzer]

18 April 1872. [Dominee] Van Vledder heeft het beroep naar Zunderdorp aangenomen om verlost te worden van den eeuwigen twist met zijn Kerkeraad, vooral met Meester Keijzer, dien hij zwart afschildert. Hij krijgt nu minder geld en zwaarder dienst.

2 February 1874. Met [Dominee] Koekebakker naar ‘t sterfhuis van de weduwe Raven. Meester Keijzer gelezen, Koekebakker de toespraak. Wijl men nog niet gereed was en moest wachten, trad ook ik toen nog op en hield eene toespraak, waarbij ik, de overledene lang gekend hebbende, mijne hulde bragt aan hare gedachtenenis.

6 Juny 1875. Zondag. Gepreekt des morgens aan den Burg, des namiddags 2 uur aan de Waal in de Gereformeerde kerk. Bij Meester Keijzer thee gedronken.

30 Juny 1875. Meester Keijzer en vrouw even hier.

26 Maart 1877. Des avonds half 8 in de Lindeboom Vergadering van Volksonderwijs. Tot afgevaardigden voor de Algemeene Vergadering te Amsterdam benoemd Loman en Sijbrand Jansz Keyser, die dan toch in Amsterdam zouden wezen. De beschrijvingsbrief besproken, vooral met de onderwijzers Troll en Keijzer.
Aanleiding tot veel gedachtenwisseling gaf de vraag van Ensing wat onze Afdeeling van Volksonderwijs doen zou bij de ophanden zijnde verkiezingen voor nieuwe leden van de Gemeenteraad enz. Het bleek dat men zich meest tot het oefenen van ZEDELIJKEN invloed zou bepalen, door bij advertentie te vermanen tot zulke keuze waarbij het Neutraal Volksonderwijs bevorderd kon worden. Het ontbrak niet aan toespelingen (van de zijde van Ensing) op de dubbelzinnige houding van Simon Keyser te dier zake.

24 April 1879. Katrina was met Gusta [Habbema] en [Dominee] Habbema ook naar de Waal gekomen, waar de laatste nog eene Kerkeraadsvergadering had. Zij bezocht daar jufvrouw Petersen, G. Dros, Meester Keijzer, waar zij aangenaam vertoefde.


Terug naar de vorige bladzij