Burgemeester Loman


18 Maart 1857. De Heer D.C. Loman uit Eijerland hier. Hij betaalt 149 gulden voor Juriaan.

2 April 1857. Met Albert Pietersz Keyser gereden van de Waal naar Cocksdorp, aldaar vergadering van ‘t Afschaffingsgenootschap bij Jakob Cornelisz List. Niet overvol. Ik Redevoering, Wieringa eene bijdrage. Daarna nog een uitvoerige improvisatie, waarbij ik de voornaamsten (Kievit, Loman, Brans, V.d. Kloot, Zeedijk, enz) sterk opwekte om zich voor onze zaak te verklaren, maar ook de geringere standen.

19 July 1859. Bij Burgemeester eens geïnformeerd wie men als leden in de Gemeenteraad verlangt. Zijne vrouw deelt mij mede dat men de dwaasheid had gehad om Loman uit Eijerland daartoe voor te stellen, benevens Bok, Cornelis Simonsz Dijt en Reijer Bakker. Het zou wel ongelukkig wezen, zeide zij, als er onder de TEXELSCHE menschen geen te vinden waren, geschikt voor dien post. Maar wie dan? Dit kan zij mij niet beantwoorden. Mart. Langeveld wilde ook Loman niet. Ik stemde Loman en Dijt.

19 December 1861. Met Gé naar de Rederijkerskamer. Voigt, de Vries en Sipkes dragen voor het drama “Struensee” van Schimmel (voortreffelijk), daarna een blijspel “Schijn bedriegt” door Vogt, Sipkes, de Wint en Loman (ook voortreffelijk).

1 December 1864. Loman uit Eijerland is de nieuwe Burgemeester.

27 Maart 1865. Brief aan Samuel: Hier aan den Burg zullen 2 nieuwe huizen gebouwd worden, één van den Burgemeester Loman en een school voor den Heer Glijnis, waarschijnlijk in het Park. Het Wapen van Texel is geheel afgebroken, er wordt nu een Roomsch Armenhuis gesticht.

25 Juny 1865. Des namiddags te half 5 naar den Heer Bok ter viering van het Huwelijk zijner dochter Theodora met den Heer Cordes. Wij zaten met 30 gasten aan, 27 uit het huis van den Heer Bok en bovendien Burgemeester Loman en vrouw en ik. Wij scheidden te half 2 ure. Het was een prachtige partij. Ik zat tusschen mevrouw Loman en Johanna Bok. Van half 6 aan tafel tot half 8, toen een half uur wandelen in de tuin. Aldaar bezoek van een waarzegster van de Boksberg (jufvrouw Voûte), die een zeer goed woord tot bruid en bruidegom sprak en tot eenige anderen.

8 September 1865. Werkverschaffing, wij zullen eens Kikkert, Burgemeester Loman en ik naar de Mient gaan, die grond bekijken in hoeverre geschikt tot ontginning.

20 September 1865. Te 5 ure op uitnoodiging van de Burgemeester met Vrendenberg en een aantal anderen tegenwoordig geweest bij de uitrijking der Zilveren Kruisen aan de 3 oude strijders van 1813-15, Willem Outer, Jan Veen en Louw Snip, op het Raadhuis. Zeer goede toespraak van de Burgemeester, in naam der oud-strijders beantwoord door den Heer Kikkert. De vlugge en luchthartige praat van de oude Veen vermaakte allen zeer.

23 November 1865. Loman bij mij om te spreeken over de Werkverschaffing, waaromtrent a.s. maandag verslag diende uitgebragt, er zijn echter nog geene resultaten van onderzoek te melden.

20 April 1866. Begrafenis van Pieter Boon, aldaar zeer talrijke vergadering, Bok, Loman, S. Keyser. enz.

21 Juny 1867. Burgemeester Loman des voormiddags hier om mij te vragen of ik wel een getuigschrift wil teekenen dat Samuel Vlessing hier bekend staat als eerlijk man, waaromtrent ik geen zwarigheid maak. Hij was beschuldigd bindrotting gekocht te hebben wetende dat het ontvreemd was.
22 Juny 1867. Des morgens Samuel Vlessing hier. Ik teeken het getuigschrift van Loman voor hem.

2 Augustus 1867. De avond bij Simon Keyser en dochters gepasseerd met 17 personen, familie Boetje, Huizinga en een logé van Loman. Keyser is in de Provinciale Staten gekozen. Pianospel en zang.

10 February 1868. Des avonds Nutsvergadering, Volksvoorlezing. Ter Meulen deede de Redevoering over watstrekken kan tot Volkswelvaart, daarna Loman en Goudoever een zamenspraak van Schimmel. Zeer goed. Vervolgens de Ondermeester Kühn van ‘t Oude Schild een mooi vers van eigen maaksel over Terschellings jongste zeeramp. Loman “Huibert en Klaartje”, Glijnis over willekeurige gelaatsvervormingen.

24 April 1868. Extra Kerkeraadsvergadering aan den Burg. Men wil Boetje een jaarlijkschen gratificatie geven van 75 gulden als hij blijft. Dit wordt hem ‘s middags berigt, terwijl Sina en ik bij hem aan de Waal zijn, aldaar Loman, maar het maakt geene verandering in zijn besluit. Hij is zelfs eenigzins verontwaardigd over zulk een onbeduidend middel om hem te houden. Hij geeft mij een brief mede waarin hij het beroep aanneemt, dien ik op de Post breng.

26 Mei 1868. [ophef omtrent Sijbrand Keyser, die gearresteerd werd] Deze namiddag ruim 3 ure komt Stikkel mij roepen om op het oogenblik op het Raadhuis te komen. Ik ga er heen. De Burgemeester brengt mij in de kamer waar ik Sijbrand Keyser in eene zeer treurige stemming aan de tafel zie zitten, die met velerlei papieren en pakken bedekt was. Ik vind er voorts de Officier van Justitie van Leeuwen van Alkmaar, die mij verhaalt dat hij in den treurigen noodzakelijkheid zich bevindt om den Heer Keyser met zich te doen reizen, dat hij hem niet vergunnen kan afscheid van zijn huisgezin te nemen, maar dat hij hem toegestaan had mij te ontbieden om mij te spreken, waarop hij en de Burgemeester ons alleen laten.
De storm is eenigermate bedaard. Ik sprak veel ter bemoediging. Later nog bij Vrendenberg, Loman. Ensing hier nog geweest.

28 Mei 1868. Ik bij Jans Keyser, aldaar Loman. Deze met mij naar huis. In ‘t breede gesproken over de zaak van Sijbrand Keyser. Hij kan de bedenking niet van zich weren, vooral ook omdat hij de pastoor gesproken had, dat Keyser de verzoeking niet had kunnen weerstaan om de bezittingen van Lindgreen na diens dood zich toe te eigenen, maar dat hij, toen gevaar begon te dreigen en wel door inmenging van de pastoor, de obligatie van 14.000 gulden had opgemaakt, om toch alzoo ten minste 4000 gulden op de eigenlijke koopprijs te profiteren, welk stuk hij voor den dag gebragt zou hebben toen hij begreep dat hij zijn vroegere bewering niet staven kon, dat hij Lindgreen alreeds geheel had afbetaald en wel met 18.000 gulden, zoo als het geregistreerde stuk luidde.
Burgemeester Loman wilde in aanmerking genomen hebben zijn opvoeding in het ouderlijk huis (hij had bewijzen in handen van de min strikte eerlijkheid van de oude Heer Keyser), zijn verkeer aan het kantoor van Bok en Kikkert. Dan de verzoeking waarin een zaakwaarnemer alligt vervalt tegenover een man als Lindgreen, die ligt te misleiden scheen. Hij vreesde dat de zaak slecht zou afloopen, niet slechts voor Sijbrand, maar ook voor Cornelis.
Des avonds Boetje nog even hier, die Cornelis ernstig tegen de uitbarsting zijner driften had gewaaschuwd.

29 Mei 1868. Met Burgemeester Loman het Park doorgewandeld, al sprekende over de zaken van Keyser, maar daarna voornamelijk daarover, dat de Hervormde Kerkeraad niet dan op zeer bezwarende voorwaarden wilde toestaan om op Pinkster Maandag de Kerk te gebruiken om daar een zangfeest te houden ten behoeve van de nagelaten betrekkingen van de Urker visschers onlangs 28 April in de Noordzee verongelukt. Hij was daarover zeer verontwaardigd.

14 Juny 1868. Wij het dorp doorgewandeld. In het Park Loman, Gillot, Boetje c.s. ontmoet.

28 Juny 1868. Ik teruggereden naar de Waal, bij Boetje koffij gedronken, aldaar Riet en vrouw, Loman, enz enz. Te 12 ure deed Boetje zijn afscheid, de kerk goed gevuld. Toch had men nog wel een 100 menschen meer mogen verwachten. Zijne aanspraken waren zeer goed. In die aan mij sprak hij van veel dat hij van mij geprofiteerd had, roemde mijne “degelijkheid”.
Na de preek vertoefden wij bij Boetje aan huis, eerst vele bezoeken. Mevrouw Bok en dochters, ’t afscheid van dezen was niet zeer teer.

29 Juny 1868. Boetje en zuster bij ons te 10 uur. Na het eten breng ik [ze] bij jufvrouw Dijksen, die ze met Loman en vrouw met rijtuig naar ‘t Oude Schild brengt.

14 July 1868. Gister Loman even hier. Hij vraagt of ik ook iets weet ten gunste van Simon Boon, zoon van de weduwe S. Boon van de Waal, die nu nog in de gevangenis zit. Ik zeg niets bijzonders van hem te weten.
Loman wil van de week naar Terschelling. Holkema en Samuel zouden mee kunnen reizen, maar het voegt hen niet.

7 Augustus 1868. Ik naar Loman. Deze had gisteren nog een put laten graven van 15 voet diep voor 2,50 gulden, achter ’t Raadhuis die zoo veel water opleverde dat men gerust er 500 emmers per dag uit kon halen. Het was dus niet nodig om hier kunstputten te maken, doch in Eijerland was het anders, daar had men geen water.

19 Augustus 1868. Niet naar de Tent (min gunstig weder). Des avonds bij Simon Keyser, wij met ons zessen, Ensing met 3, Loman en vrouw en jufvrouw Dijksen. Des avonds muzijk en dans (zeer warm).

29 September 1868. Buurman Keyser bragt mij tractement. Ik ga bij List de belasting betalen. Te 2 ure, bij het naar huis gaan, bleek het dat ik een vrij sterke koorts had. Na het eten spoedde ik mij naar bed en moest daar blijven tot de volgende morgen (terwijl ik te bed lag kwamen hier de heer Bok en ook Burgemeester Loman en Doctor Ensing en Bakker eene visite maken).

3 October 1868. Loman hier om naar mijn welstand te vernemen. Hij verhaalde mij van de afloop van ‘t vergelijkend examen voor een onderwijzer voor Oost.

30 November 1868. Des avonds Volksvoorlezing in de Kikkert. Ik des namiddags bij Samuel Vlessing en Pieter Roeper toegangskaartjes gebragt.
Ensing deed de Voorlezing “Eenige raadgevingen ter bewaring der gezondheid”, dit stuk voldeed mij zeer goed. Meester Muller van ‘t Oude Schild las een stukje voor: “Vondel in de Burgemeesterskamer” (minder gepast). Loman droeg zeer goed voor eene novelle van Cremer “Twee betuwsche boeren op de Amsterdamsche Kermis”, daarna koraalgezang met orgelspel door de Koraalvereeniging (wat velen ook zeer best voldeed). Eindelijk droeg Meester Brouwer nog een versje voor van Brester “De gebroken schaats”. Te 10 ure het einde, de zaal zeer vol.

13 December 1868. Bij Loman. Aldaar de Heer Kievit en 2 neven van Dirksland, bezig met caliographie. Portrettenalbums bezien. Loman betuigde zeer veel aan Boetje verloren te hebben. Gillot ging naar Zierikzee. Burgerschool enz. Gesprekken over de Redevoering van Jonckbloet in de Staten Generaal over ‘t onderwijs, door ons met zoo veel genoegen gelezen, enz.

18 December 1868. Burgemeester Loman brengt hier de Staatscourant met de interessante Redevoeringen over de Onderwijsquestie.

28 December 1868. Krans hier aan huis. Des avonds begon een verschrikkelijke storm.
Wij hadden Nutsvergadering in de Kikkert. Meester Muller Redevoering over de geschiedenis van ‘t Lager Onderwijs, met genoegen gehoord. Loman Bijdrage “De paradijsroos” van Van Lennep. Bruin “De zieke jongeling”.

25 January 1869. Des avonds met Katrina en Sina naar de Volksvoorlezing in de Kikkert. Zeer vol genoeglijke avond.
Loman [deed] voorlezing:“Ondervinding de beste leermeester”. Het tegenovergestelde beweerd als paradox, tenslotte gewaarschuwd tegen eenzijdige opvattingen. Een met zorg bewerkt stuk, maar niet voor allen duidelijk.
Ensing over de spijsverteering. Zeer goed. Stikkel voorlezing van Van Sandwijk over de Vrolijkheid, uitmuntend voorgedragen. Petersen over de middelen tegen kiespijn.

10 Maart 1869. Dolfine Wentink hier met ‘t blij berigt dat zij een brief van Deenik had ontvangen en dat hij haar wenschte te ontvangen zoo spoedig mogelijk. Loman had ook eene plaatsing voor Dolfina gevonden bij zijne broeder Professor Loman. Zij had echter Deenik aangenomen.

14 Maart 1869. Zondag. Met Katrina en Sina des morgens 9 uur (met rijtuig van Daalder afgehaald) naar den Hoorn, te 10 ure gepreekt ter bevestiging van Bakels. Weinig volk (78). Dominee Bakker en broeder Jan (van Zuid Zijpe) mede aanwezig, ook den Heer Stoffels, een vriend van Bakels uit Deventer, nu docent in het Engelsch aan de Handelsschool te Amsterdam (tractement 2000 gulden) met wien ik genoeglijk kennis maakte. Twee zusters van Bakels. De Bevestiging liep in alles goed af. Na kerktijd kwamen successievelijk alle overige predikanten van Texel (behalve Riet van Cocksdorp) op de Intree te 2 ure. Zijn preek over Mattheus 8 “Volg mij” voldeed mij als preek zeer weinig. Stem en voordragt zeer goed, maar een doorwrogt stuk mogt het niet heeten. Burgemeester en Bruno Bok bij Bakels aan huis, vertrokken voor het eten.

23 Mei 1869. Wij allen te 7 ure naar den Heer Simon Keyser, aldaar ook Sijbrand en Cornelis en vrouwen en Loman en vrouw en zuster, de avond genoeglijk doorgebragt tot ruim 2 ure.

11 July 1869. Jufvrouw Dijksen gaat op reis met Loman naar Vriesland, Groningen, Drenthe enz.

12 July 1869. Burgemeester Loman met zijn zoontje Bernard bij ons om de papegaai te zien, die echter sedert gisteren zeer ziek is tot groote bekommernis van Dirk en Katrina.
Wij den geheelen dag buiten gezeten, voor ‘t eerst, althans dat wij er het middagmaal hielden.
Loman verhaalt de geschiedenis van de 71-jarigen man die hier nu op Texel is onder de naam van de Wonderdoctor. Loman was zoodanig met zijn lot begaan, dat hij hem niet wilde vervolgen, schoon Ensing hem had aangeklaagd.

13 Augustus 1869. Des namiddags Burgemeester Loman hier, vervolgens de genoodigden Bakels en zuster en Boeke en nog later Bakker en vrouw. Den avond hier gepasseerd. Vrij levendig discours tusschen hen. Die van den Hoorn loopende terug, eerst tegen 2 uur te huis.

17 Augustus 1869. Des morgens in de tuin, doch door regen weer terug gedreven.
De huisgenoten naar Jans Keyser haar feliciteren met haar 37ste verjaardag. Ik des avonds ook daarheen. Aldaar Meester Brouwer.
Des namiddags Bakels en Boeke aan den Burg, ook bij S. Keyser. Zij daar aan gymnastietoeren met 50 ponders enz. Cornelis Keyser draagt zes 50-ponders, of ook 4 man, op zijn schouders. Bakels, Loman, Menno en Boeke gewogen. Menno 135 pond, zoo ook Bakels, Samuel 111, Dirk 117, Koos 125, Loman 142, Sijbrand Keyser 143 enz.

19 Augustus 1869. Koos en Katrina en Sina met andere dames op thee bij mevrouw Loman.

26 Augustus 1869. Met Burgemeester Loman, die zijn oom en tante (van Emmen) op de boot had gebragt reden wij, daartoe door hem uitgenoodigd, naar den Hoorn. Aangename rid bij ‘t prachtige weder. Te 9 ure bij Bakels, die pas opstond, aldaar nog eens ontbeten.
Des avonds Burgemeester hier en Bakels en Boetje. Loman had vanmorgen de trouwplegtigheid verrigt aan de Israeliet Lazard Levy en de weduwe van Benjamin. Hij verhaalt van de trouwplegtigheden daar aan huis door hem bijgewoond.

13 September 1869. Ik gister bij Loman geweest bij jufvrouw Dijksen om hen te condoleren wegens de dood zijner moeder, eene edele vrouw, die zich altijd meer bekommerde over het leed van een ander dan over haar eigen leed (evenals mijn onvergetelijke Alida).

21 October 1869. Des namiddags Arend Kikkert van Amsterdam hier.
Katrina verhaalde mij gehoord te hebben dat Loman zichzelven te Alkmaar had aangegeven als hebbende in zijne onwetendheid iemand (Pieter Kuiper van ‘t Oude Schild) met zijne schoonzuster getrouwd, zonder vooraf autorisatie gevraagd te hebben. Hij had daarvoor 100 gulden boete moeten betalen.

25 October 1869. Des morgens 9 uur komt Dominee Boetje hier ons verrassen [gelogeerd bij Sijbrand Keyser omdat wij gister niet te huis waren. Hij begeleidt zijn broeder Willem, die naar Indië vertrekt]. Ik ga [met Vrendenberg] mede naar de Krans bij Wassenaar, omdat Boetje toch ook weldra wil vertrekken en ik hem vannamiddag weder kan ontmoeten bij Loman.
Ik daarna bij Loman, Boetje en zuster en broeder Herman opgezocht.

8 November 1869. Loman wil (op instigatie van Bok) met Pastoor en Predikanten spreken over eene geldinzameling voor de nageblevenen der verongelukte Terschellinger loodsen.

16 November 1869. Vergadering op ’t Raadhuis met Burgemeester Loman, P. Langeveld, M. en W. Bok en Dominee Vrendenberg om te spreeken over de collecte voor de nagebleven betrekkingen der verongelukte Terschellingers (loodsboot vergaan). De Pastoor was ook uitgenoodigd en had aan Loman beloofd te zullen komen, maar nu schreef hij dat hij niet kwam omdat het toch wel op een collecte zou neerkomen, en dat hij dat dan wel uit de krant of anders zou vernemen. Ook had hij later bedacht dat de Terschellingers niet onder het Bisdom van Haarlem behoorden maar onder Harlingen, en dat het toch wel geen pas gaf dat hij dan ten behoeve der armen van een ander ressort werkzaam was (!).
Er werd besloten om eene inschrijvinglijst te laten rondgaan. Den Heer Bok wilde wel de aankondigingen enzovoort schrijven. Burgemeester vertoonde ons nog een schaphouder van een achter de Koog aangedreven drenkeling van een Londensche reddingboot.

22 November 1869. Des avonds Nutsvergadering. Collega Bakker doet de Voorlezing: Karakterschetsen van eenige personen uit zijn portretalbum. Het voldeed niet bijzonder noch aan ons noch aan Ensing of de Keysers enz. Loman las voor eene novelle van Cremer “De regte Jozef” dat goed voldeed. Ensing las voor een stuk uit het Vaderland “Vriend en vijand” (over schimmelplanten) met enkele aanmerkingen van hemzelve. Ik las voor uit de Volksbode 1851 een stukje getiteld “Geld, geld!” en een stukje van het 1-cents Volksblad over spaarzaamheid. De vergadering was zeer talrijk. Alle praedikanten waren aanwezig, behalve Riet en Heringa.

30 December 1869. Burgemeester Loman zou eens onderzoeken naar een geschikte inrigting van onderwijs voor Johannes Eelman. Hij had daarover zijn broeder de Professor gesproken, deze had aanbevolen een Gymnasium, waarvoor Haarlem, Deventer of Assen in aanmerking komen, en kende ook geschikte personen bij wie de jongeling in huis genomen kon worden.

20 December 1869. Ik te 1 ure op ‘t Raadhuis met Bok en Vrendenberg en Loman. Deze deelt mede dat er voor de Terschellingers ontvangen was 311 gulden, behalve de afzonderlijk ingezamelde gelden van ‘t Oude Schild en nog te verkrijgen van de Waal.

15 January 1870. Des middags 12 uur begrafenis van Trijntje Jans Boon aan de Waal. Ik de toespraak, goed. Bakker alleen ‘t lijk op ‘t Kerkhof gevolgd. Hij stelt mij 48,50 gulden ter hand, door hem aan de Waal opgehaald voor de Terschellingers, waarbij van hemzelf 10 gulden, om aan Loman te bezorgen.

6 Maart 1870. Vanmiddag Burgemeester Loman hier thee gedronken, hij kwam mij na mijne reis eens toespreken. Wij spraken over de polder op Terschelling, voorts over het indijken der Wadden door Teding van Berkhout, een goed plan omdat het op de aanslibbing berekend was.

13 Maart 1870. Zaterdag had Burgemeester aan den Helder voor Menno een hoog nummer getrokken, 57 terwijl 43 al vrij was. Burgemeester sprak veel over zijn wensch om de inrigting van het Texelsche Fonds voor Remplacering te verbeteren. De Commissarissen Reij, Witte, C. Eelman en Paul Kikkert wilden er echter niet van hooren. Tweemaal hadden zij reeds een remplacant gekocht voor iemand die NIET dienstpligtig was of liever vrijgesteld. Arend Kikkert en een zoon van Witte, te Warmond op ‘t Seminarie.

14 Maart 1870. Nutsvergadering. Ensing Redevoering over de Vrijheid, wat zij niet en wel moest zijn met toepassing op ’t Staatkundige- Godsdienst- Maatschappelijk leven (Emancipatie der Vrouw) enz. Vele schoone gedachten en uitdrukkingen daarin. Wassenaar een bijdrage voorlezing van eene Novelle van Hoek “Het Collateraal”. Het stuk wel mooi maar door eene stijve voordragt maakte het niet veel indruk. Langzaam, afgemeten. Ensing sprak daarentegen veel te rap. Loman reciteerde zeer gevoelig en treffend “Het haantje van de Toren” door De Genestet. Bakels (uit Genestet) “Antonius”, ik een stukje uit de Volksbode “Dat kan te pas komen”. Er was veel minder volk dan de vorige keer.
De sluitingsrede van de Voorzitter S. Keyser was er echter niet korter om.

24 April 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Berigt van Menno’s welgelukt examen doen toekomen aan Vrendenberg, Ensing en Loman.

17 Mei 1870. Stemming voor Provinciale Staten (Loman gestemd).

3 Juny 1870. Mijn jaardag. Ik beleef hem gezond en met onnoemelijk veel reden tot dankbaarheid. Des voormiddags komt Loman mij feliciteren, zoo ook Ensing [en vele anderen].

18 July 1870. Bakels en Fokel hier thee gedronken. Ik des avonds met hem naar de Nutsvergadering. Meester Muller als Afgevaardigde gekozen.
De gesprekken meest over de Oorlog. Burgemeester Loman verhaalt van de drukte aan ‘t Nieuwe Diep met de provianderen der schepen, enz, wapening enz. Des avonds bij ons Bakels en vrouw en Mina, Loman, Willem Westenberg. Zij hier boterham gegeten. Zij noodigden mij tegen donderdag.

31 July 1870. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Boetje en Loman te Kerk (Boetje spreekt over de preek geen woord). De Heer Simon Keyser bij ons.

4 Augustus 1870. Wij des voormiddags (op uitnoodiging) bij Veenstra koffij gedronken, die eergister zijn zilveren bruiloftsfeest vierde.
Bij het heengaan van Veenstra scheidden Boetje en zuster zich van ons en gingen bij Loman logeeren volgens afspraak, ons niet onwelgevallig.

11 Augustus 1870. Des avonds de Heren Loman en Glijnis hier om ons te feliciteren [met de verloving van Samuel met Dolfina].

26 Augustus 1870. Burgemeester Loman hier. Leest mij eene circulaire voor van Boetje, waarvan deze ook hier exenplaren wil zenden om eene inzameling voor ‘t Roode Kruis te houden, die ik zeer goed keur. Maar nu is die inzameling reeds voorgenomen door de zogenaamde Burgersociëteit alhier, P. Koning c.s., die met hun achten persoonlijk de inzameling willen doen. Wij wenschen dat daaraan de verspreiding der circulaires voorafga. Loman gaat heen om er met P. Koning over te spreken en komt weer met berigt dat zij alles reeds in orde hadden. Ik oordeel nogtans dat de zaak van de Burgemeester moet uitgaan.

5 October 1870. Bij ons Loman en Ensing om te spreken over de soepkokerij voor de armen van Texel. Wij konden echter niet tot een besluit komen.

12 October 1870. Ik des avonds bij Doctor Ensing, aldaar Vrendenberg en Loman, nog eens weer, evenals laatstleden woensdag bij mij, de zaak besproken der verschaffing van spijs of werk aan de armen in de winter. Het resultaat bleef echter dat wij niet wel inzagen er iets aan te kunnen doen. Loman verlangde en wilde er steeds op aandringen dat de boeren meer geld op hun land zouden laten verdienen, waardoor het eens zoo veel kon opbrengen.
Hij verhaalde van de oprigting eener Maatschappij tot uitzending van arbeiders naar Noord Amerika, waar den Heer Euwell van Amsterdam 2.000.000 acres land, waarin groote schatten, gekocht had in de staat Colorado, die op buitengewoon gunstige voorwaarden zouden worden uitgegeven. De levensloop van dien Heer, zoon van een Henker (rijk geworden door zijn handelsbedrijf). Hij wilde meer doen dan in weelde leven. Hij had zich velerlei kundigheden eigen gemaakt, had geheel Amerika doorgereisd, was met den Staat der Spoorwegen enz aldaar zoo bekend geworden dat hij soms naar Parijs geroepen werd als Rothschild eenige verbintenis met Amerika zou aangaan.
Hij had daar in Amerika een zeer voordelig contract gesloten en kon dus nu de boven genoemde Maatschappij oprigten, waarvan hij de Statuten eerlang aan Loman zou toezenden.
Voorts liep het gesprek over den Oorlog, over het Burgemeesterschap, hoe Loman daartoe gekomen was, vooral door aansporing van den Heer Bok (daar anders Westenberg groote kans had), hoe hij in het eerst met de benoeming volstrekt niet blijde was geweest, wijl hij volstrekt geen kennis had van Gemeenteadministratie en gaarna gezien had dat een ander bekwamer persoon benoemd ware.
Hij sprak voorts over de noodzakelijkheid om het Lager Onderwijs hier op een betere voet te brengen. Daartoe wilde hij nu weldra aan den Burg een voorstel doen, voordat het aftreden van Meester Brouwer daartoe zou dringen, om een geheel nieuwe school te stichten en daaraan te verbinden eene inrigting voor Uitgebreid Lager Onderwijs (U.L.O.), waarvoor men trachten moest den Heer Glijnis te behouden, die, kwam deze zaak niet tot stand, buiten twijfel eenmaal zijne betrekking hier op Texel zou moeten opgeven. Doch hij voorzag dat hij in den Raad met groote moeijlijkheden zou hebben te worstelen.

12 December 1870. Krans bij mij.
Nutsvergadering. Redevoering van Stikkel over “De afkeer van het ledige”, ledige magen, hoofd, harten, hij voldeed mij zeer goed. Of ’t werk van hemzelf was, zoo als het scheen, weet ik niet. Bakels had de bijdrage “Levensbeschouwing van Charles Dickens”, waarmede hij elk met hooge belangstelling in den grooten schrijver moest vervullen. Met zeer veel genoegen gehoord. Toevallig was aanwezig den Heer Nieuwenhuis uit Amsterdam, koopman. Op verzoek van Ensing en Loman en S. Keyser die hem kenden reciteerde hij “Het kind van de arme” van Van Beers. Zeer goed.

4 January 1871. Bakels en vrouw hier tot ’s avonds 12 uur. Bakels geeft Katrina les in ’t Engelsch. Hij des namiddags naar de Waal, schaatsen rijden, des avonds bij Glijnis met Loman elektrische toestellen beproefd. Zij vertrekken 12 uur.

9 January 1871. Wij met ons allen naar de Nutsvergadering. Aldaar Bakels van kwart over 7 tot kwart voor 10 bezig met ‘t verklaren der electriciteit, opgehelderd met proeven met de Electriseermachine en de Leijdsche Flesch, toebehorende aan Glijnis en door dezen en Loman geassisteerd. Alles ging voortreffelijk. Bakels maakte zich zeer verdienstelijk door zijn klare, duidelijke, ordelijke voordragt, zonder de minste hapering. Door een diep aandachtig gehoor gaf ook de vergadering haar genoegen te kennen.
Loman droeg tenslotte nog een paar verzen voor “Abels dood” van Nierstrasser en “De Vloek” van Bilderdijk.

6 Juny 1871. Met Loman en Boetje [van Koog aan de Zaan] op ‘t Raadhuis de fraaije teekening der nieuwe scholen voor den Burg en de Koog gezien.

9 juny 1871. Des voormiddags Bakels en Boeke even hier. Zij kwamen aan den Burg visites maken, bij S. Keyser (niet thuis), Bok, Loman, Westenberg. Herman en Willem haalden hen te 5 ure van hier met rijtuig en bragten hen naar den Hoorn.

15 Juny 1871. Ik, te 9 ure in het Park willende gaan wandelen, aangeroepen bij Glijnis, aldaar de oude Heer de Vries, Loman en Boetje. Gesprek over de verkiezingen, uitslag vandaag bekend, gunstig voor de Liberalen. Boetje laakt zeer de geesteloosheid van de Zaanbewoners. Hij meent dat zulks in verband staat met de grond die zij bewonen en het bedrijf dat zij uitoefenen.

16 Juny 1871. Dominee Boetje (bij Loman geloogeerd geweest) was vanmorgen in de Roomsche Kerk geweest, waar het 25-jarig pausschap van Pius IX gevierd werd. De preek had hem slecht voldaan, die pastoor kent geen Hollandsch namelijk om het goed te spreken.

4 July 1871. Des voormiddags naar de Tent gewandeld, aldaar koffij gedronken, aldaar Wieringa, Bakels en Mina. Te 12 ure kwamen volgens afspraak Dominees Bron en Cremer, den Heren Rinner en Klink (zangmeester) met enige anderen, met 70 kinderen, de oudsten van de Zondagsschool van Den Helder, met een goede voorraad levensmiddelen. Zij vermaakten zich dapper met loopen, spelen, zingen, kegelen, marcheren in de Zandkuil onder leiding van Bakels, Vrendenberg [en Huizinga].
Na het eten vonden wij de kinderen in de Lindeboom en trokken daarmede door het dorp (de predikanten bezagen de Gereformeerde Kerk en onze Kerk). In het park onder een grooten toevloed van menschen zangoefeningen. Vervolgens weer in den Lindenboom, waar de Burgemeester de kinderen op bier onthaalde, waarop Vrendenberg en ik vertrokken. Het gezelschap zou, na rust en etenstijd op de Tent, met een extra boot weder des avonds terugkeeren. Het weder was vandaag meerendeels gunstig, meest zonneschijn.

17 July 1871. Des avonds naar de Nutsvergadering. Bakels tot afgevaardigde benoemd. Aldaar Wieringa, Bakels, Muller, Glijnis, zijn zwager De Vries uit Alkmaar, Loman, enz, 11 in getal.

26 July 1871. Dirk naar de Koog gereden met Bruno Bok, Menno daarheen geloopen. Ik vervolgens ook daarheen geloopen. Bij Willem Dalmeijer en vrouw koffij gedronken. Intusschen komen vele rijtuigen aan van den Burg, met de voornaamste familieën.
Te 11 ure ongeveer op ‘t strand proeven genoomen met de reddingsboot en 3 vuurpijlen met lijnen afgeschoten. De zee stond zeer hol, er was een sterken wind. Aangenaam in de duinen vertoefd. Dirk, Menno en ik ververschingen gebruikt in het gezelschap van den Heren Keyser en Loman. Tegen 3 uur naar huis. Ik met Dirk gewandeld. Een hevig onweer komt op met regen, hetwelk heviger wordt toen wij na een klein uur loopens te huis kwamen. Een genoeglijke middag doorgebragt.

3 Augustus 1871. Schoone dag. Om half 11 naar ‘t Raadhuis. Aldaar Trouwplegtigheid door Burgemeester Loman en Stikkel. Getuigen: A. Dekker, Vader Kunst, Mooijen en C. Rab. Collecte voor de armen. Weer te huis gekomen hield ik in de achterkamer een vaderlijke toespraak, over ‘t Huwelijk, een verbintenis van groote eerwaardigheid, van innigheid, eeuwigheid en eindelooze duur, geëindigd met gebed en hartelijke welkomst der aangehuwde dochter.
Na ‘t middagmaal vertrokken Samuel en Dolfina met ‘t rijtuig naar de haven om des avonds te Amsterdam, den volgenden avond te Keulen en zaterdagavond te Rüdesheim te zijn en daar een dag of 10 te vertoeven.

30 October 1871. Des avonds Nutsvergadering. Bakels Redevoering “ook een sociale Kwestie”, dat elk tevreden moet zijn in zijn stand. Loman bijdrage over volksarmoede. Ik hoorde beide met veel genoegen. Ik voor ’t eerst Praesident. Talrijke vergadering.

9 November 1871. Adres aan de Gemeenteraad om 100 gulden tractementsverhooging voor Ensing, zoodat het op 500 kome, opdat hij niet naar elders te verhuize.
Bakels hier, gaat naar Loman om weder als gister hem te helpen met het beproeven der luchtpomp.

13 November 1871. Krans bij Vrendenberg. De stelling “Kerkhervorming moet een vooruitgang zijn” werd door allen, vooral door Bakels, uitvoerig besproken. Bakels blijft bij ons eten, moest daarna nog naar Loman.

27 November 1871. Des avonds Volksvoorleezing, ik Praesident. Vooraf vergadering van leden, daarna Loman Voorlezing met proeven over de lucht, daarna Bakels voorstelling van eene fontein met gekeurd licht. Alles liep zeer naar genoegen af.

29 November 1871. Ik vanmiddag na 12 uur naar het huis van Vrendenberg, nadat Sina er geweest was en vernomen had dat zij uiteindelijk berigt hadden dat de broers een fout in hunne zaken begaan hadden. Ik bleef bij Leentje, Betje en Christine een tijdlang praten, zooveel mogelijk haar opbeurende, doch daar was weinig stoffe toe. Sina hoorde van Loman dat het tekort van de Vrendenbergs 70.000 gulden bedroeg.

11 December 1871. Betje Vrendenberg heeft reeds eene conditie bij Dominee Loman te Amsterdam en gaat reeds morgen op reis. De familie was nu vrij kalm. Gister had Vrendenberg weer gepreekt.

18 December 1871. Nutsvergadering. Eerst gesproken over de Spaarbank door Bakels voorgesteld op te rigten. Bakels en Loman en Vriesendorp in de Commissie van Onderzoek benoemd. Ensing deed de voorlezing over het oog en het zien, opgehelderd door een kunstoog en duidelijke platen (uit Groningen). Daarna deed Vriesendorp eene voorlezig over een staathuishoudkundig onderwerp “de weelde”. Allen waren zeer voldaan. Ik las toen nog een stukje voor over de Nederlansche Mettray uit de Wetenschappelijke Bladen.

21 December 1871. Verjaring Vrendenberg, 65, geen feestdag. Leentje en Adriana zullen zich hier belasten met het onderwijzen van vrouwelijke handwerken. Betje zou in conditie gaan bij Dominee Loman, doch men verlangde van haar wat zij niet kan volbrengen, dagelijks anderhalf uur het kind langs de straat dragen. Die voorwaarde was echter eenigzins gewijzigd en nu zou zij het 1 maand proberen.

17 January 1872. Den Heer Pieter Dyserinck uit Haarlem hier. Hij kwam af - gelijk een zeer groot aantal andere kooplieden - op de geannonceerde verkoop van hedenavond van Galipoli oly en madeirawijn uit een gestrand schip hier op Texel geborgen onder directie van Burgemeester Loman.

18 January 1872. De latinisten hier. Ik hoorde dat er gister 30 vreemde kooplieden op Texel geweest waren, 20 in de Lindeboom, 1 Franschman met een makelaar uit Amsterdam als tolk. Er was voor 61.000 gulden verkocht, welke zaak Loman 3000 gulden zou opleveren. De oly was zeer duur geworden, wat op 20 gulden geraamd was, was 44 geworden. De wijn, hoewel volgens sommigen voortreffelijk, zeer goedkoop van 10 tot 13 stuivers de kan.
Sina was den geheelen dag bij Jet Ensing voor haar werkzaam met de naaimachine. Ensing deed nog proeven om mijn gehoor te verbeteren, door lucht in te blazen terwijl ik een slok water nam, wat echter geen werking scheen te hebben. Hij had het dagelijks verbazend druk. Hij toonde mij de lange lijst zijner patiënten alleen sedert 1 January .
Doctor Ensing verhaalde van de verkoop van gister. Hij keurde het af dat Loman 10 procent van de opbrengst aftrok en dat evenwel de notarissen geenerlei voordeel daarvan hadden, hoe bang Loman was toen hij huiszoeking zou doen bij Biem Lap, met veldwachters, zoodat hij vooraf was teruggekeerd, maar dat de Ontvanger Eschauzier toen onverschrokken dit werk had volbragt. Echter was de wijn veilig opgeborgen en vond men slechts de plaats in de werf waar het vat gelegen had.

1 February 1872. Vanavond zal ik naar Vriesendorp, des avonds 8 uur daar heen gegaan met Koekebakker. Ik vond er ook Bakels, Loman, Bruno Bok. Ensing verklaarde ons de zamenstelling van het menschelijk ligchaam wat de beenderen betreft, opgehelderd met gedeelten van een skelet en met een anatomisch plaatwerk (ook Simon Keyser was daar). Het voldeed mij zeer goed.

8 February 1872. Anatomische les bij Bruno Bok. Vriesendorp, Bakels, Glijnis, Koekebakker, Loman (Simon Keyser was op reis). Ensing handelde over de spieren en wees ons die onderscheidelijk aan in zijn atlas van platen.

15 February 1872. Des avonds bij Glijnis, waar Ensing ons het zenuwstelsel van het menschelijk ligchaam verklaarde. Daar waren Loman, Bok, Vriesendorp, Bakels, Koekebakker.

22 February 1872. Wij des avonds met Koekebakker en Bakels naar ons lesuur bij Simon Keyser, alwaar Ensing ons den Bloedsomloop verklaarde van half 9 tot ruim 11 uur. Aldaar Loman, Bakels, Bok, Glijnis, Vriesendorp, Koekebakker en zuster.
Loman gaat morgen met een extra boot met de uitbetalingen naar het Nieuwe Diep. Een deel van ons gezelschap (Ensing en Margo en Rina) gaan mede om het stoomschip de Conrad te bezien. Sina en ik hadden daar ook wel lust toe, maar zullen het laten.

29 February 1872. Des avonds de Anatomische Les bij mij aan huis, aanwezig waren Loman, Glijnis, Vriesendorp, Ensing, Bakels en ik. Wij hadden het over bloedsomloop en ademhalingswerktuigen en nieren, enz. waarbij het een en ander ons aanschouwelijk werd gemaakt door ontleding van hart en nieren van een varken.

7 Maart 1872. Des avonds berigt dat de vergadering bij Loman niet kan doorgaan wijl Ensing naar de Prins Hendrikpolder geroepen was. Intusschen was Koekebakker gekomen en de visite voor Sina, Fokel (Bakels kwam eerst laat van Loman) en de zuster van Vriesendorp en Johanna Bok. Wij bragten de avond genoeglijk door.

14 Maart 1872. Wij bij den Heer Loman, ons gewoon gezelschap met Ensing. Deze behandelde de verteringswerktuigen, ontleding van longen en hart. Genoeglijke zamenkomst.

1 April 1872. [Viering van 300 jaar 1 april, de inname van Den Briel. De gehele dag feest] ’s Avonds naar de Kikkert in de versierde feestzaal. Stoppend vol. De Burgemeester toast op de Koning, Simon Keyser op Texel, Bakels op de Burgemeester, ik op de Feestcommissie, Vriesendorp op het Bestuur der Werkverschaffing, Koekebakker op het Vaderland, ik op de Eensgezindheid, Burgemeester op de Texelaars, met dank voor de toast van Bakels.
Optogt, zie selectie de “1 April feesten van 1872”.
De 8e April voor ‘t laatst [optogt].

11 April 1872. Des avonds 7 uur (op uitnoodiging) naar de school van Glijnis, hem gefeliciteerd met zijne verjaring. De school was als schouwburgzaal ingerigt en weldra gevuld met kinderen en de ouders van dezen en verdere genoodigden. Er werd toen door de leerlingen van nu of vroeger vier tooneelstukjes opgevoerd van ruim 7 tot half 11 uur, wat zeer goed voldeed. Zeer onderscheidde zich Cornelis Loman. Bovendien werd zeer goed gespeeld door Lize Langeveld, Van Putten, Jan Timmer, Johannes Eelman, Helena en Marie Blom, Christina Koning, Emilie Dijt en anderen.
De school was zeer netjes versierd. De notabiliteiten van den Burg waren er vereenigd. Na ons vertrek zouden de oudste jongelui nog pret maken.

19 Juny 1872. Naar ‘t Raadhuis. Rina [Keyser] getrouwd. Loman deed een treffende toespraak. Geertrui Ensing strooide bloemen.

23 September 1872. Nutsvergadering aan den Burg. Redevoering van dominee Wieringa. Voorstelling van een dameskransje waar over allerlei soorten van philantropische vereeniging gesproken wordt. Het slot is dat bijzondere philantropie meer wezenlijke waarde heeft, doch genootschappelijke krachtiger werkt. Sommige willen eene kostbare muzijk doch ten laatste vereenigt men zich algemeen in de wensch om den Heer Maju met zijne toestellen uit te noodigen voor 2 dagen om alzoo ook het volk buiten het Nut tegen 25 cent entrée een wezenlijk genot te bereiden. Daarna reciteerde ik: “het menschelijk leven” van Van Haren en tenslotte droeg Loman een stukje voor waarin hij wees op het onberekenbare belang van de gister in werking gestelde Telegraaf die nu Texel met het groote wereldnet verbond, en zijne teleurstelling dat die dag zonder bijkans eenig vreugdebetoon was voorbijgegaan. Hier en daar wapperde slechts een vlag. Op de vergadering was ook den Heer Dusart, telegrafist.

26 September 1872. Met Cornelis Keyser gereden naar de Waal, Kamerdag. De wagen werd intusschen weggehaald om Loman naar de vuurtoren te rijden, schepen op ‘t strand, ‘t was ook weder stormweder.

3 November 1872. Des avonds Glijnis en Loman hier om mij te feliciteren [met de verloving van Sina en Koekebakker]. Christina Vrendenberg weer afgewezen voor akte in ‘t Fransch. Glijnis zeer verontwaardigd. Zij had den Heer die het dictee opgaf volstrekt niet kunnen verstaan.
Gesprek over de feestviering op ‘t Nut. Loman oordeelt dat de eisch van Maju van 86 gulden voor 2 avonden, de reis- en verblijfkosten buitendien veel te hoog is.

18 November 1872. Feestviering van het 50-jarig bestaan des Departements [Nut]. Bakels doet de Feestrede. Simon Keyser praesident. Bijdragen van Koekebakker, Bakels, Wassenaar. Menno droeg een vers op “Wilhelm en Napoleon” (door hem gemaakt) zeer goed voor. Glijnis en Loman hadden berijmde gelegenheidsstukken, meester Brouwer op verzoek van Wieringa een vers van Brest de Wetering. Na de sluiting der Vergadering werd de avond zeer genoeglijk doorgebragt onder muzijk en dans (talrijke damesvergadering) en vele toasten, tot half 3.

6 February 1873. Ko vanavond op de jarigheid van Bernard Loman.

3 Maart 1873. Naar Loman. Aldaar Dominee Gillot van Zierikzee, overal afscheid nemende om met Paaschen naar Petersburg te vertreken. Aldaar een gemeente van 400 zielen, alle rijke kooplieden [uitgebreide beschrijving van Petersburg]. Telken zondag moet hij na de preek een uur in de consistoriekamer vertoeven om van Hollandsche schippers eeden op te nemen. Hij fungeert als Hollandsch Consul. Hij wilde vervolgens voor Nederlandsche correspondentschappen waarnemen. Met 3 jaar kwam hij hier weer, dan kreeg hij 3 maanden vacantie, zou dan te Cocksdorp preeken.

24 July 1873. Te half 1 naar het Raadhuis, trouwplegtigheid met toespraak van Loman. In huis terug hield ik in de achterkamer een toespraak. Te 3 uur vertrek van bruidspaar met de ouders Koekebakker naar ‘t Oude Schild. ‘s Avonds naar Haarlem en verder. De achterblijvers naar de Tent, die we gesloten vonden. Eindelijk kwam de oppasser en wij konden er theedrinken en bier.

29 July 1873. Stemming voor den Gemeenteraad.
30 July 1873. De uitslag der stemming was dat Loman toch gekozen werd, trots alle tegenstand in de Heldersche Courant (waartegen een artikel van Ensing).

14 Augustus 1873. Dominee Boetje van Harlingen kwam hier. Hij had de Algemeene Vergadering van de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen bijgewoond. Hij verhaalde veel daarvan. Des avonds Loman, Bakels en C. Keyser hier.

3 September 1873. Koekebakker rekende met mij af, zoo dat de oude Heer Koekebakker en ik nu de kosten der huwelijksfeesten gezamenlijk ieder voor de helft gedragen hebben.
Eergister was Loman bij hem geweest, die hem verhaald had dat Westenberg i.p.v. de oude Langeveld wethouder was geworden, dat ook de hulponderwijzer Ensil zijn ontslag had gevraagd, dat het tractement voor de te beroepen hoofdonderwijzer was bepaald op 850 gulden, dat er een vergelijkend examen zal plaats hebben.

13 October 1873. Wij naar de Nutsvergadering. Bakels deed de Redevoering over de “Verkeerde Wereld”, waarin zoo veel te huis behoorde wat in onze hedendaagsche wereld gevonden werd. Hij boeide mij niet sterk. Menno gaf zoo wat toezegging dat hij de volgende keer de Voorlezing zou doen. Uitvoerige discussie over de vraag hoe de Volksvoorlezingen best zouden worden ingerigt. Ik stelde voor toegang voor allen tegen 5 cents in vertering. Werd besloten eene extra Volksvoorlezing ter proeve te houden, de wijze hoe nader door het Bestuur te regelen. Loman las toen nog een fraaij verhaal van Dickens “de machinist”.

16 October 1873. Vanmorgen Bakels bij ons. Bolding is benoemd als lid van de Schoolcommissie. Maandag 8 dagen zal het vergelijkend examen plaats hebben, Er zijn ongeveer 40 sollicitanten voor de onderwijzerspost alhier.
Loman wilde gaarne Adriana Vrendenberg als hulponderwijzeres maar zij scheen er geen zin aan te hebben.

20 October 1872. Vandaag de Telegraaf in werking gesteld.
21 October 1872. Op de Nutsvergadering werd er over gesproken door den Burgemeester, dat dit feit met zoo weinig vreugdebetoon voorbij was gegaan, slecht hier en daar wapperde een vlag. Dit gaf mij aanleiding om het woord te vragen en de Burgemeester dank te zeggen voor zijn woord zoo goed te pas gesproken en voor zijn gewichtige bemoeijingen, met die van de overige Raadsleden, te dezer zake.

10 November 1873. Des morgens met Wieringa naar de krans bij Damsté, aldaar Koekebakker, Wassenaar en de Lang.
Des avonds naar het Nut. Volksvoorlezing. Zeer kleine schare. Menno doet de Voorlezing. Noodzakelijkheid en wijze van bestrijding van de Volksvijand de Cholera. Zoo ik meen heeft hij goed voldaan. Zijn voordragt had wat krachtiger mogen wezen. Bakels las een lang stuk voor uit de Camera Obscura “het buitenleven”. Loman uit “de praatjes” van Jan Ploeger, dat mij zeer voldeed. Vooraf hadden wij een Ledenvergadering gehad waarin besloten werd een Volksvoorlezing te houden op groote schaal tegen 1 stuiver entree en vertering.

12 November 1873. 12 november 1873. Des middags op verzoek bij Ensing een groot getal personen, C. Keyser Szn, Sijbrand en Cornelis Keyser, Sijbrand Jzn Keyser, Fokke Keyser, H. Dijt, Glijnis, Loman, Arie Dijksen, S. Keyser Szn, enz. Bakels verscheen quasi toevallig in de vergadering.
Ensing vatte het woord en gaf hem te kennen dat deze zamenkomst was van personen die hem Bakels een blijk van belangstelling wilden geven wegens zijn bedanken voor het beroep van Hinloopen in een fraaije armstoel, nooteboomhout met groen trijpt. Bakels was zeer getroffen door deze verrassing en antwoordde gepast, allen hartelijk dank zeggende. Bakels des namiddags nog even bij ons. Sijbrand Keyser bragt hem met zijn stoel naar den Hoorn [2003: in Bussum staat zo’n stoel bij zijn aangetrouwde kleindochter die wordt aangewezen als de stoel van de Dominee].

24 November 1873. Des namiddags Ensing hier. Bakels was bij hem geweest om hem mede te deelen welke voorwaarden hem bij zijne benoeming tot Eilandsdoctor in de notulen der vergadering der Raad gesteld waren, doch die niet in zijn beroepsbrief stonden en waaraan Loman geheel niet scheen te hebben gedacht.

5 January 1874. Ik te 12 ure even naar de inwijding der nieuwe School (een uitmuntend schoone dag). De plegtigheid der aanspraken van Burgemeester Loman, Meester Brouwer, Bakels (schoolopziener), Wieringa, Troll (onderwijzer), D. Bruin (vertegenwoordiger van de jeugd), was pas afgeloopen. De kinderen waren nu vrolijk met chocolade en koek.
5 January 1874. Ensing doet de Redevoering (Volksvoorleezing) over KWAKZALVERIJ. Loman een vers daarop passende. Koekebakker las voor “Mijn broertje” van Haverschmit uit “De liefde schokt” 74 (zeer goed). Menno droeg een vers voor van Winkler Prins “De landverhuizer”, met eenige coupletten van hemzelf. Daarop de Heer De Holl “na zooveel degelijken kost nog een zoetigheidje achteraan”, een versje van Van Lennep: “De grasmaaijers die op het strand een vaatje vonden met buskruit, waarmee een in de lucht vloog”, wat een verbazend gelach opwekte.

2 February 1874. Menno deed de Voorlezing over de Sociale Quaestie, hem met genoegen gehoord. Hij oogste veel lof. Bakels vertoonde ons na eene uitvoerige duidelijke uiteenzetting van oorzaken en gevolgen hoe men langs chemischen weg IJS kan maken, welke proeven zeer goed gelukten. Ik las een stukje voor uit de Nieuwe Uitstapjes “Hoe de regen komt”. Loman een vers ”Aan eene vreemde coquette”. De Holl (na een vrij ongepaste inleiding over allerlei, o.a. over nationaliteitsgevoel, waarbij sterke afkeuring van het Kindergeschenk aan de Koning), een vers “Tante en nicht” waarbij het refrein “vraag ’t mijn vrijer maar”. Ik hoorde dat potsen maken niet met genoegen.

9 Maart 1874. Jufvrouw Steghers [meisje van Troll] van Groningen hier geloogeerd.
Des middags Troll hier gegeten na 4 uur. Hij te 5 uur weer naar school tot half 7. Margo Keyser hier. Troll en zijn meisje visite gemaakt bij Loman, daarna hier koffij gedronken.

16 Maart 1874. Des avonds Koekebakker hier, met Guurt en Katrina naar de Nutsvergadering, waar Loman de Voorlezing deed over “Liefhebberijen”. Er was een kleine vergadering. Koekebakker benoemd in het Bestuur der Spaarbank. Ik bleef te huis om mijne verkoudheid.

3 April 1874. Des avonds Koekebakker hier en later Bakels om zamen te spreken over de Spaarbank. Koekebakker is in plaats van Stikkel in de Directie gekomen. Deze wil nu de vergaderingen niet meer op het Raadhuis hebben. Bakels zegt dat Loman daar een ander vertrek wil afstaan.

6 Mei 1874. Een tijdlang staan praten met Jakob Kooiman, die nu in ‘t huis van Lap is gekomen. Hij verhaalt van zijn onderhandelen met den Burgemeester over ‘t Post-Telegraafkantoor, dat hij tegen vergoeding van 3 gulden nog wel een maand had willen houden, daar zij eerst met de verplaatsing niet klaar konden komen.

7 Mei 1874. Vandaag heeft de Burgemeester laten omroepen dat na 11 uur geen optogten meer gehouden mogen worden. Een grappenmaker liet omroepen dat elk verzocht werd ORANJE te dragen.
14 Mei 1874. Ik zag des avonds nog iets van de illuminatie [voor het 25-jarig koningschap] die hier en daar (bij S. Keyser en Loman, brand aldaar) nog fraaijer was dan gister, doch te 11 ure maakte de regen er een einde aan.

1 Juny 1874. Koekebakker hier des voormiddags, met hem het kind aangegeven (Guurtje) op ‘t Raadhuis. Even bij Loman, hij had daar in zijn tuin 6 fraaije Aucubas, waarvoor de boomkweeker hem van ‘t voorjaar 60 gulden geboden had om ze naar de Tentoonstelling te sturen. Hij had het echter niet bewilligd.

26 Juny 1874. Loman reist in Zwitserland, zal dingsdag of woensdag wederkeeren.

1 July 1874. Dominee Boetje hier. Hij ging op het Raadhuis met Loman enz theedrinken.

5 July 1874. Even bij Loman, afscheid genomen van Boetje aldaar.

2 Augustus 1874. Later bij Meester Muller thee gedronken. Gesprek over ‘t onderwijs op Texel. Hij beklaagt zich dat men geen aanmoediging schenkt aan het vormen van Kweekelingen. Hij verlangde van de Raad 100 gulden voor de Kweekeling en 25 gulden voor de opleiding. De Burgemeester verwees altijd naar de Raad, scheen zelf niets te durven.

21 September 1874. Des avonds Bakels even hier. Nutsvergadering. Koekebakker deed een zeer uitgebreid en belangrijk verslag van het voorgevallene op de Algemene Vergadering, door hem als Afgevaardigde bijgewoond. Loman benoemd tot voorzitter voor Koekebakker, De Holl voor Bakels in plaats, Glijnis voor Brouwer in plaats. Troll wilde de post van Secretaris niet aannemen. Ik liet mij overhalen om in februari Volksvoorlezing te houden. Langdurig gesprek of ook ons Departement ernstig zou ter harte nemen de staat van het onderwijs hier, vooral de behoefte aan hulponderwijzers. Men zou naauwgezet daarover nadenken.

12 October 1874. Nutsvergadering, huishoudelijke, gesproken over de lezingen Volksvoorlezing, Zaalberg van ‘s Hage neemt eene op zich, Dyserink zal gevraagd worden. Over de inrigting eener Gymnastie-school. Over ‘t afschaffen van Nieuwjaarsbedelarij, Ensing en Loman zullen dit voorbereiden.

21 November 1874. Mina Bakels hier om tot morgen te blijven. Des avonds ook Bakels en Fokel (die in 8 maanden niet aan den Burg was geweest), naar de Nutsvergadering in de Kikkert. Reeds te half 7 (een uur en langer gewacht) de zaal propvol.
Spreker den Heer Zaalberg van ’s-Hage, over het boek Josua. Davids als een Teken des Tijds. Met veel genoegen gehoord. Anderhalf uur sprak hij vlug uit het hoofd, improvisatie hier en daar althans. Daarna hielden De Holl en Loman eene voordragt van een fragment van een drama van Schimmel “Francesca”. Zeer goed. Bakels las voor “de brief van de Loteling” van Conscience. Te 11 ure te huis.

21 December 1874. Nutsvergadering. Ensing Redevoering over Lijkenverbranding. Loman leest boeijende schets uit Calefornië “Sint Nicolaasfeest van Bret Harte”. Hamaker (de nieuwe ondermeester) leest een luimig vers “verhaal van een onderwijzer, hoe hij aan zijn vrouw kwam” (dat niet algemeen voldeed). Den Heer Ments eene bijdrage uit de Romeinsche Geschiedenis “Coriolanus en Cleopatra”, daarmede was het half 11 geworden.

18 January 1875. Nutsvergadering. Bakels deed de Redevoering. Beschrijving van Vooruitburg en zijne bewoners. Eene plaats waar de belangstelling in en de toestand van het Lager Onderwijs aan het Ideaal beantwoordde. Zeer leerzaam voor Texel. Met veel genoegen gehoord. Ensing bijdrage over Vondel, Loman voorlezing van een stuk uit de schetsen van Scheltema “Het weeskind Dora”. Voortreffelijk voorgedragen, genoeglijke avond.

16 February 1875. Des voormiddags Dominee Dyserink hier. Hij deed vanavond op de Nutsvergadering eene voordragt: “Over het volk, voor het volk” (zonder schrift voor zich, zeer vlug en goed en krachtig). Daarna eene bijdrage over “den parvenu”, ons eilanders tegen die wezens, die hij daarbij zeer juist beschreef, waarschuwend. Vervolgens nog een stukje uit zijn “Verscheidenheden”: “Het vervelende vers naar den Heer Smits”. Loman droeg ook een paar verzen voor. Genoeglijke avond. Zeer talrijk bezochte vergadering.

22 Maart 1875. Eerst verslag van de Spaarbank door Ensing (zeer goed). Een voorstel van Mentz om de Leesbibliotheek met meer geschiedkundige werken te verrijken. Vervolgens eene uitvoerige leezing van ruim een uur van Lomans reisindrukken, door hem verkregen op eene reis in Zwitserland, door hem verleden jaar gedaan, waarin prachtige schilderingen voorkwamen en die ik met zeer veel genoegen hoorde. Daarop liet hij een groot getal photographiën bezien van landschappen enz. door hem medegebragt.
Later gaven Loman en Glijnis nog eenige natuurkundige proeven, verklaring van een uurwerk, een glazen nommerplaat waarop niets meer dan de bewegelijke wijzer, die accuraat de uren en de minuten aanwees, door een mechanisme onder aan het eene einde, waardoor rijzing of daling bepaald wordt. Verder hoe een dikke bal door een naauwe mond eener flesch gezogen werd door eenige daarin aangestoken spiritus.

29 Maart 1875. Des namiddags naar Loman om de trouwpapieren van Menno te bestellen. Hij verklaart gaarne adhaesie aan Multapatior en wil ‘t ook aan den Gemeenteraad voorstellen.

4 April 1875. Zondag. Dominee Feenstra hier gepreekt. Ik hoorde hem met een zelden gesmaakt genot. De kerk was tamelijk bezet, ook Loman, Bok en Jan Timmer.

7 April 1875. Des avonds Loman en vrouw en zuster jufvrouw Dijksen hier. Hij vroeg de couranten waarin het stuk met van Multapatior met oproeping, daar hij vrijdag Raadsvergadering had en het stuk daar ter sprake wilde brengen.

9 April 1875. Des namiddags Burgemeester Loman hier, zeer verontwaardigd over de handelwijze van de Raad der Gemeente Texel. Dien dag vergadering geweest.
Als Weesmeester was benoemd C. Timmer, een ongeschikt man, tegenover een zeer geschikt man Van Alkmaar, sterk aanbevolen.
Zoo ook had de Raad het doorgedreven dat aan Thijs Flens een stuk van het Park werd afgestaan. De adhaesie aan Multapatior was met algemeene stemmen geteekend.

28 April 1875. Vanmiddag Bakels hier. Ik met hem naar de kerk, waar hij het orgelharmonium bespeelde, daarbij ook Loman.

4 Mei 1875. Ik hoorde gister verhalen hoe Burgemeester Loman onlangs met iemand voorbij het Roomsche Kerkhof wandelende, het hek zag openstaan en toen naar de grafsteenen enz. was gaan kijken, maar hoe toen onmiddelijk op last van de pastoor de koster was gekomen om hem te zeggen dat die plaats afgesloten heilige grond was, en dat hij die dus moest verlaten, aan welken eisch de Burgemeester dan ook voldeed.

7 Mei 1875. Ik des middags naar het Raadhuis, van Loman een getuigschrift van goed gedrag [voor Katrina] gehaald en dit laten registreren bij den Heer Haga. Ik breng het pakket op ‘t Postkantoor, inhoudende ‘t verzoekschrift, Acte van Bevoegdheid, getuigschrift van Loman, Troll en Van den Berg.

7 Mei 1875. Loman sprak er van dat hij voorhad eene korte beschrijving van Texel te geven met een 6-tal photographiën van de mooiste punten, en dat voor 1 gulden verkrijgbaar te stellen.
Zijn zoon Bernard was bezig met eene verzameling Texelsche voogeleijeren. Jan had reeds eene groote collectie Texelsche planten.

10 July 1875. Des morgens Hendrik Veenstra hier om mij te verzoeken dat ik hem en zijne broeder Latijnsche lessen zou geven. Ik verheugde mij wel in dat verzoek, maar zeide dat ik ‘t alleen dan zou willen, als hij anders niet klaar kan komen, en dat ‘t verkieslijker was dat hij dat onderwijs ging halen van Boonacker aan de Waal, wat ook om de daaraan verbonden wandeling voor hem beter was. Boonacker zou ook Latijnsche les geven aan Lomans zoontje Bernard.

12 July 1875. Nutsvergadering. Loman, S. Keyser, Bakels, Troll, de laatste was benoemd tot afgevaardigde voor de Algemeene Vergadering. De punten van beschrijving waren besproken, nieuwe secretaris, verbetering van de Leesbibliotheek.

28 October 1875. Des namiddags tegen half 4 Boonacker hier met zuster Anna. Hij zal nu straks met Lize naar Burgemeester Loman gaan om zich te laten inteekenen, wat zeer familiair onder een kopje thee geschiedde.

6 November 1875. Loman verhaalt hoe hij met zijne vrouw op reis is geweest om zijne zuster te ontmoeten, die 17 jaar geleden naar Amerika was vertrokken naar de staat Iowa en die nu was overgekomen om tot herstel harer gezondheid een winter eens in Holland door te brengen, van de een naar de ander trekkende vanaf Gouda. Zij had zeer veel geleden. In Iowa heerscht of een zeer sterke hitte of zeer strenge koude.
De laatste zoodanig dat men de huizen van dubbele vensters en deuren voorziet evenals in Rusland, maar dan nog des nachts iemand werkzaam moet stellen om des nachts den kagchel te stooken.
Zijn schoonbroeder was daar landbouwer maar was niet zeer voorspoedig geweest. Nu had hij alle zijne hoop om nog eens millionair te worden (en eerder kwam hij niet in Holland terug) gevestigd op eene door hem uitgevonden nieuwe wijze van dakbekleeding, waarvoor hij geoctroijeerd was. Reeds begon zij naam te maken. Twee kerken en ook vele andere gebouwen waren daarmede voorzien. Van zijn kinderen was 1 getrouwd, nadat de moeder vetrokken was.
Deze had een zeer slechte zeereis gehad, 14 dagen, maar 14 dagen zeeziek, op de prachtige nieuwe boot Rotterdam. Eindelijk boven op ‘t dek, maar daar was zij door een overkomende golf van de eene zij naar de andere geworpen.

10 november 1875. Huwelijk Boonacker en Lize Huijgens. Bakels en ik, Hartman en Bremer waren getuigen. Nevens Boonacker trouwde ook Bakker van Harlingen met de weduwe Ran. Toespraak van Loman kort en niet bijzonder treffend.

15 November 1875. Nutsvergadering, waar Bakels eene voortreffelijke voordragt hield van ruim anderhalf uur ex tempora over het WEER, wat dat is, de oorzaken der weersverandering, waarbij beschouwd worden de warmte, de vochtigheid, de wind. Alles zeer uitvoerig en duidelijk verklaard. Zoo ook de Golfstroom op een expres geteekende kaart aangegeven. Het denkbeeld dat de maan invloed uitoefend bestreden. Hij werd met de diepste aandacht aangehoord.
Daarna deed Loman eene lezing van een stuk van Dickens “de 2 vrienden”, voortreffelijk voorgedragen. Ensing Praesident deelde de veranderde bepalingen mede omtrent het lidmaatschap van ’t Nut, en recommandeerde de Vereniging voor Volksonderwijs.

10 December 1875. Nut, huishoudelijke vergadering. Ensing, Troll, Boonacker, Bakels, Loman en S. Keyser. Met de Spaarbank gaat het goed, vooral op de school van Meester Muller is daarvoor veel ambitie. Lange debatten tusschen Loman en Keyser, vooral over de staat van ’t onderwijs op Texel en de middelen tot verbetering. Keyser wil verhoogd schoolgeld, anders niet. Loman wil desnoods subsidie vragen. 1100 kinderen gaan [naar] school, kosten omstreeks 10.000 gulden dus elk kind ongeveer 9 gulden. Slechts 1500 gulden wordt aan schoolgeld ontvangen (à 4,80 het volle geld) dus ongeveer driekwart van de kinderen betalen het volle geld niet, of betalen niets.

10 February 1876. Wij, Post, Boonacker en ik des avonds 7 uur naar de Vergadering van Volksonderwijs in den Kikkert, waar Bakels van half 8 tot bijkans half 12 spreker was en eene niet gemakkelijken taak had. Hij stelde eerst de bedoeling van de Vereeniging voor Volksonderwijs zeer uitvoerig in het licht, las toen het Algemeen Reglement.
Velen traden als leden toe, zoodat het getal van deze nu 56 werd. Daarna werd het Plaatselijk Reglement gelezen en bediscussieerd en aangenomen en eindelijk een Bestuur gekozen, zijnde deze 5: Bakels, Loman, Sijbrand Jansz Keyser, Boonacker en Post.

24 February 1876. Vandaag een Groninger kofschip met steenkoolen met 4 man op ‘t strand gekomen bij de Groote Slufter. Vandaar waren Loman, Bok en Sijbrand Keyser afwezig [bij de Voordragt gehoord van den Heer Boomkamp uit Noordwijk, zeer vloeijend maar rustig bedaard in goeden, duidelijken trant sprekende over het leerrijk en hartverheffend onderwijs der Natuur, in het Plantenrijk].

28 February 1876. Des avonds naar de Huishoudelijke vergadering van ‘t Nut, o.a. werd daar meest door Bakels, Ensing, Troll, Loman veel gesproken over het krachtige handhaven der Gymnastieschool, die vroeger 22, nu maar 12 leerlingen telde, ook omdat het lokaal zoo gebrekkig was, niet verwarmd werd enz. Deze vergadering duurde tot bij 10 uur.

19 Juny 1876. Krans bij Vrendenberg. Daar kwam ook tot mijne verrassing Dominee Gillot predikant te Petersburg, die met vrouw en 2 dochters bij Loman gelogeerd was. [Vele verhalen uit Petersburg. Kooplieden in linnen uit Vriezenveen, die depots hadden gevestigd in Petersburg, bouwden daar een protestantsch kerkje. 4 pagina’s over Rusland].

23 Juny 1876. Ik tegen de avond even naar Loman om aldaar de familie Gillot te ontmoeten. Zij waren niet thuis.

1 July 1876. Boetje van Harlingen was des morgens van Haarlem op Texel gekomen, bij Loman.

2 October 1876. Nutsvergadering. Ik had de Redevoering over de doorgaans ijdele verontschuldiging van “geen tijd te hebben”. Ensing bijdrage:”Een fantasie over de toekomst, is er achteruitgang te vreezen of vooruitgang te hoopen?”. Het laatste meest aannemelijk. Loman reciteerde een lief wiegelied.
Van Eerde reciteerde voortreffelijk “Susanna van Oostenrijk’ van Tollens. Bakels vulde den tijd door 20 minuten lang zeer goed te improviseren over allerlei, dienende tot eene opwekking tot kunstsmaak, vooral naar aanleiding van R. Hamerling “Aspasia”. Fraaije beschrijving van de Akropolis van Athene waarvan nog prachtige brokstukken in het Britsch Museum bewaard werden.

6 November 1876. Des avonds Nutsvergadering. Bakels hield eene voordragt van omstreeks 2 uur met pauze over ‘Eb en Vloed in de Natuur en in de Geschiedenis”. Dirk Jansz Bakker droeg zeer goed een dichtstuk voor. Loman een paar dichtstukjes, tenslotte De Holl een komisch vers.

7 November 1876. Des avonds bij Sijbrand Keyser en Jans uitvoerig gesproken naar aanleiding van de dood van hun zoontje. Aldaar Loman en anderen.

17 November 1876. Des avonds op eene vergadering in de Kikkert, bijeengeroepen door eene Commissie, Loman, Westenberg enz. met den Ontvanger van Kerkwijk aan het hoofd, tot bespreking van de oprigting eener Bewaarschool alhier. Bakels hield daar eene belangwekkende Redevoering, waarop door 30 personen voor eene jaarlijksche bijdrage van 1,50 gulden geteekend werd. A.s. vrijdag zou men weder vergaderen bij Slijboom.

24 November 1876. Des avonds vergadering in de Lindeboom ter zake van de op te rigten Bewaarschool onder Praesidium van Van Kerkwijk (die meer goeden wil dan bekwaamheid verraadt). Tot Bestuurders werden benoemd Van Kerkwijk, Loman, Kroes, C.P. Keyser en mijn persoon, na herhaalde stemmingen. Ik aarzelde zeer over de aanneming, maar besloot eindelijk mij de keuze voor een jaar te laten welgevallen.

1 December 1876. Vergadering in het Raadhuis met medebestuurders van de op te rigten Bewaarschool. Kerkwijk praesident, C.P. Keyser penningmeester, ik secretaris. Kroese en Loman bleven buiten betrekking. De laatste beloofde nogtans gaarne alle hulp, speciaal aan mij als secretaris.

28 December 1876. Vergadering van de afdeling Texel der Maatschappij voor Landbouw in de Lindeboom. Ik ook daarheen en mij als lid aangegeven. Vrij talrijke vergadering, niettegenstaande den slechten weg door de sedert gisteravond ingevallen dooi.
Loman deed de Redevoering over het water in verband met de Landbouw, waarbij hij sterk aandrong op het verschaffen van water aan te hoog liggende landen en het ontnemen daarvan aan te laag liggende, zooals in Walenburg. Hij wenschte een Stoomgemaal aan de sluis van de Noorddijk. Hij had ons de bestanddeelen van water doen kennen, proeven met waterstof en zuurstof, verbranding van een stalen horologieveer.
Zijne Rede gaf veel aanleiding tot onderlinge gesprekken van voor- en tegenstanders van ‘t water over de landerijen.
Na hem trad Jb. Brans op met een bijdrage over de verbetering van onze Texelsche landerijen. Daarna P. Bremer met “Gesprek tusschen 2 Texelsche boeren over het nut van de nieuwe werktuigen”, waarbij dikwijls groote hilariteit werd gewekt. Eindelijk weder Jb. Brans met een zamenspraak over ‘t Nut van de Maatschappij voor Landbouw in dichtmaat. Ik hoorde al die sprekers met genoegen.

5 February 1877. Van 9 tot half 11 wordt eene Vaudeville opgevoerd “De steen der wijzen” met Jan Timmer, Elias Vlessing, Louis Kikkert, Bernard Loman, Arie Langeveld en leerlingen van Glijnis.

26 February 1877. Des avonds aan den Burg Vergadering van Volksonderwijs. Bakels Praesident, beklaagt het dat dat er tot dusver geen vergadering gehouden is, doet echter veel van de toekomst hopen. Hij en Loman worden dan ook gaarne herkozen. Post houdt eene Rede, waarbij hij verklaard waarom de Oudeschilders liever eene afdeling op zichzelf willen uitmaken, te beginnen met het volgend jaar.
Bespreking van het ontwerp-Onderwijswet, zeer uitvoerig en voortreffelijk door Bakels ingeleid. Hij is er over het algemeen wel mede ingenomen. Weinig discussie daarover.

2 Maart 1877. Vergadering op het Raadhuis van de Commissie van de Bewaarschool. Verlof tot het houden van eene verloting ingekomen. Loman doet verslag van zijn onderzoek omtrent de kosten enz. van de verbouwing der oude school. Besloten a.s. vrijdag weer eene vergadering te houden met de leden.

21 Maart 1877. Zeer koude gure dag. Ter begrafenis van den ouden Heer Stiggelbout, 76 jaar. Sedert 1843 aan den Burg woonachtig, sedert 1838 op Texel gekomen van Middelburg. Drie reizen gedaan als scheepsdoctor. Talrijke vergadering, aldaar de buren, Burgemeester Loman, Westenberg enz. Hij werd naar het graf gebragt door mannen, die allen als hijzelf, het Metalen Kruis droegen. Twee bovendien met de Militaire Willemsorde gedecoreerd (Arie Dekker en …. uit het Gesticht) gingen voorop. Aan het graf werden zij door Geus bedankt.
Zij geleidden ons terug naar het sterfhuis en schaarden zich daar aan weerszijden der deur om ons te laten binnentreden. Ik bleef koffij drinken, sprak meest met P. Stiggelbout en Westenberg en Johan Reijers Keyser.

25 Maart 1877. Loman verhaalde hoe hij van een Dame van zijn kennis 50 gulden voor de Bewaarschool had gekregen.

26 Maart 1877. Des avonds half 8 in de Lindeboom Vergadering van Volksonderwijs. Tot afgevaardigden voor de Algemeene Vergadering te Amsterdam benoemd Loman en Sijbrand Jansz Keyser, die dan toch in Amsterdam zouden wezen. De beschrijvingsbrief besproken, vooral met de onderwijzers Troll en Keijzer.
Aanleiding tot veel gedachtenwisseling gaf de vraag van Ensing wat onze Afdeeling van Volksonderwijs doen zou bij de ophanden zijnde verkiezingen voor nieuwe leden van de Gemeenteraad enz. Het bleek dat men zich meest tot het oefenen van ZEDELIJKEN invloed zou bepalen, door bij advertentie te vermanen tot zulke keuze waarbij het Neutraal Volksonderwijs bevorderd kon worden. Het ontbrak niet aan toespelingen (van de zijde van Ensing) op de dubbelzinnige houding van Simon Keyser te dier zake.

28 Maart 1877. Te half 8 naar de Vergadering der Kiesvereeniging in de Lindeboom. Besloten die te ontbinden en het saldo in de kas, 24 gulden, aan de Bewaarschool te schenken. Na de sluiting der werkzaamheden kwamen nog verscheidene leden, Loman, Bakels enz.

8 April 1877. Des avonds Loman niet thuis gevonden (om hem te feliciteren met het engagement van zijn zoon Jan). Aldaar Sijbrand Jansz Keyser. Deze had Reijer Bakker naar Leijden gebragt, had l.l. dingsdag te Amsterdam met Loman de Algemene Vergadering van Volksonderwijs met veel genoegen bijgewoond.

15 April 1877. Bakels en zij [Fokel] vooraf even op uitnoodiging bij Loman op het Raadhuis ter bezichtiging van een gravure “Luther op de Rijksdag te Worms” hem vereerd door een aantal Heeren, Loman, Glijnis, De Holl, Plavier, enz, die hem een blijk van erkentelijkheid wilden geven voor de voordragt door hem dezen winter gehouden, wat natuurlijk hem zeer aangenaam was.

19 April 1877. Des avonds Burgemeester Loman hier over de bewaarschool. Hij had van de Koningin nog geenerlei berigt. Hij zal een Reglement opstellen om daarop Regtspersoonlijkheid te vragen, neemt daartoe de Reglementen, die ik had, mede.
Hij verhaalt van de vergadering door hem bijgewoond van Volksonderwijs, van de Tentoonstelling van bloemen, van de verandering van Amsterdam, Vondelpark enz.

4 Mei 1877. Burgemeester Loman met papieren die ik moest teekenen voor de Bewaarschool, aanvraag om medewerking bij Prins Hendrik, statuten ter verkrijging van Regtspersoonlijkheid.

12 Juny 1877. Gisteravond mijn koffer en tas met Timmer verzonden. Des morgens bij P. Boon. Hij bij mij in den tuin, belooft op den tuin het noodige toezigt te zullen houden.
Met Katrina naar het Raadhuis, waar ik mijn stembriefjes inleverde op Van der Kaaij. Burgemeester neemt op zich de Tractaatjes van Adama van Scheltema getiteld “De IJshelling” te verspreiden.

19 July 1877. Van Eerde hier, des avonds Loman.

24 July 1877. Des avonds vergadering Bewaarschool op ’t Raadhuis met Loman en Van Kerkwijk. Daarna ik met Loman in den tuin. Hij verhaalt hoe Professor Herz de jeugdige Willem Blom als sterk aangetast door longontsteking beschouwde en dat Ensing bij het naauwkeurig onderzoek daar niets van vinden kon.

30 July 1877. Des namiddags Krans bij mij. Ik ga er op uit om de oude Dominee de Holl, bij zijne zoon alhier gelogeerd, te vragen om ook mede op de Krans te zijn.
Ensing komt daar binnen en leest een brief die hij pas uit Eijerland had ontvangen van zijn vader die met familie met jufvrouw Dijksen en Kievit en vrouw daarheen gereden was met den voerman J.C. Bakker. Bij aankomst op de plaats “Weltevreden” was deze, Bakker, opeens bij de paarden dood neergestort, hevige ontsteltenis.
[Huizinga moest het aan de dochters aan den Burg vertellen, de vrouw was niet thuis] Toen later ook Loman zelf bij mij kwam om mij dit te verzoeken, deed ik het. Eerst volbragt ik die treurige taak bij Marretje Bakker, die alleen te huis was, daarna bij Dirkje, die uit een vrolijk gezelschap aan ‘t huis van Sijbrand Jansz Keyser geroepen werd. Beide waren hevig geschokt toen ik met de droeve waarheid moest voor den dag komen.

5 September 1877. Schoone dag. Veetentoonstelling aan den Burg in het Park. Het gansche dorp met vlaggen versierd. Van Eerde en schoonzuster en Habbema hier des morgens gekomen en des middags gegeten.Wij, ook de beide jongens Jakob en Johan, te 11 ure naar ’t Park, daar rondgewandeld, muzijk, fontein dezer dagen door Loman daar gesteld. Toespraak van Loman. Na het koffijdrinken wederom gewandeld.
Des namiddags de Harddraverij bij A. de Ruiter, die echter niet veel te betekenen had.
Des avonds het Park fraai verlicht, men zat gezellig bijeen.

12 September 1877. Catharina bragt den dag door bij Boonacker met Marie Loman (bij den Burgemeester gelogeerd). Boonacker bragt beiden des avonds weer hier, waar ook Loman kwam.

15 September 1877. Des namiddags Marie Loman bij Catharina.

21 September 1877. Guurt en Ali enige bezoeken afgelegd. Bij ons geweest Jet Ensing, Ensing zelf, Marretje Keyser-Kuiper, Margo, Marie Loman.

24 September 1877. Nutsvergadering. Verslag van de Algemene Vergadering door Boonacker en Bakels. Ik werd tot medebestuurder verkozen tegenover Loman. Met veel moeite wordt Van Eerde door S. Keyser, die nu De Holl als Praesident vervangt, er toe gebragt om in October de Redevoering te doen. Gesproken over de reorganisatie der Leesbibliotheek.

28 September 1877. Catharina was in de vooravond naar jufvrouw Duinker met Marie Loman.

1 November 1877. Loman deelde mede een exemplaar van een circulaire over de Bewaarschool tot verkrijging van giften, te zenden door het gansche land. Hij had reeds daarvoor 500 adressen. Wij verschaften hem nog een aantal daarbij. Ik nam op mij een brief te schrijven aan Dominee Steinfort te Amsterdam om zijne hulp en medewerking voor de Bewaarschool in te roepen.
Op verzoek van Loman nam Katrina op zich om met Jannetje Duinker, een dochter van Albert Keyser of Cornelie Westenberg, de zorg op zich te nemen voor het in orde schikken enz van de ingekomen prijzen.

12 November 1877. Katrina des namiddags naar Loman, de prijzen voor de Bewaarschool-loterij nazien.

3 December 1877. Krans bij Bakels aan de Waal. Met Bakels gesproken over ons al of niet deelnemen aan de Protestantenbond, die hier van de week zal worden opgerigt door Ensing en Loman. Bakels meent dat men dit nu wel eens aan de Gemeenteleden mag overlaten. Wanneer zij ons vragen kunnen wij altijd nog hulp verleenen.

19 December 1877. Catechisatie. Des avonds te 7 ure vergadering van de leden der Vereeniging tot het stichten eener Bewaarschool in de Kikkert. Van Kerkwijk legt zijn post als Voorzitter neer, daar hij weldra naar Hillegersberg gaat vertrekken. Vooraf wil hij echter nog 25 gulden voor de Bewaarschool teekenen. Loman voert voornamelijk het woord om den stand der zaak te doen kennen en den weg te zoeken dien wij verder te volgen hebben.

25 December 1877. Er is groote beweging op ’t strand sedert vele dagen. Er komt verbazend veel hout, balken, planken, enz aandrijven. Voor het bergen daarvan wordt aan de sjouwerlui 24 stuivers daags betaald voor den arbeid van 8-5 uur, voor het bijeen brengen dier balken enz. Nu moeten zij (omstreeks 8 scheepsladingen-Oudeschilder schuiten) naar ’t Nieuwe Diep vervoerd worden waarvoor uitbetaald zal worden 7 à 8 stuivers per balk.
Gister was er een mooije koffer met kooperen sloten aan komen drijven. Men hoopte dat die veel belangrijks, scheepspapieren of geldwaarde zou bevatten. De Burgemeester moest die openen, daartoe kwam hij vanmorgen. De smit moest de sloten wegnemen en wat vond men bij de opening? Niets dan zeewater. Hij was geheel leeg. Men weet niet hoe.
Des namiddags Cornelis Keyser hier om mij mede te deelen den afloop der stemming hier en aan de Waal. Hij verhaalt mij dat Cornelis Kuiper Texel ging verlaten om zich te Bussum te vestigen tot uitoefening van eene Stalhouderij met 12 of 13 paarden voor den Heer P. Loman van Amsterdam. Zoo als Keyser niet onduidelijk liet opmerken was het vooral om onder het gezag van zijn schoonvader (den Baron) vandaan te komen.

29 December 1877. Des namiddags begrafenis van de vrouw van Jan Rab. Talrijke vergadering aldaar. Ik na de begrafenis niet weer aan huis geweest, maar middagmaal gehouden. Ik liep naar Loman. Hij getuigde zeer ongunstig van Jan Rab als een despoot in huis, terwijl zijn vrouw de goedheid zelve was.
Van voormiddag was ook de 92-jarige P. Langeveld begraven. Loman noemde die 2 begrafenissen groote contrasten. Een stil huiselijk leven en een veelbewogen openbaar leven tegenover elkander. Hij dacht dat Grietje Eelman in alle gevalle al vrij wat minder kwaad gedaan zou hebben als de oude Piet.

14 January 1878. Des avonds hoorde ik Bakels met zeer veel genoegen eene voordragt houden in de Nutsvergadering aan den Burg, over het meten. Eerste deel geschiedkundig, laatste deel zedekundig. Anderhalf uur bezig. Hij bragt het er best af, vooral in aanmerking genomen welke korte tijd hij ter voorbereiding had, daar hij eerst voor enkele dagen de spreekbeurt had aangenomen, wijl de Praesident S. Keyser (afwezig) geen andere spreker gevonden had.
Daarna lazen De Holl en Loman ieder een stukje van Van Zeggelen (die minder voldeden) en de beurtschipper P. Keyser een vers, getiteld “De vreugde”, goed voorgedragen.

15 January 1878. Catechisatie. Des namiddags Loman hier tot half 6.

18 January 1878. Vooraf te 5 ure had ik eene vergadering op ’t Raadhuis van ’t Bestuur der Bewaarschool, Loman, Kroese en C.P. Keyser, afspraak gemaakt omtrent de te houden tentoonstelling enz. Ik zag de fraai bewerkte loodskotter in miniatuur, door Zwanenburg als prijs voor de verloting bestemd.

20 January 1878. Des avonds Loman hier om met Katrina te spreken over de tentoonstelling der prijzen in de Kikkert op a.s. zondag. De Oudeschilder Rederijkers zouden hier vrijdag eene voorstelling ten behoeve van de Bewaarschool willen geven (maar de volgende dag kwam berigt dat er verhindering was, daar Frans Zegel niet wilde dat zijn zoon Kasse medewerkte, en men dus later, in Maart, een ander stuk zou moeten opvoeren).
Burgemeester oordeelde dat het Bestuur vervolgens wel eene bijdrage van een paar honderd gulden jaarlijks mogt geven. Hoe armer de Gemeente was, zooveel te meer aanspraak had zij op Rijkssubsidie voor het Onderwijs. De Hoofdelijke Omslag was hier nu reeds zoo hoog mogelijk opgevoerd tot 3 procent van het vermoedelijk inkomen. Hij meende dat men zelfs in Amsterdam niet meer betaalde.

22 January 1878. Des avonds Loman even hier om met Katrina afspraak te maken omtrent haar werk bij de voorbereiding der tentoonstelling der loterijprijzen in de Kikkert aanstaande zondag.

27 January 1878. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Daarna naar de Tentoonstelling van prijzen voor den Bewaarschool-verloting in de Kikkert. Aldaar Loman enz en talrijke bezoekers van 12 tot 3 uur.

28 January 1878. Katrina van 11 tot 2 uur naar de Kikkert, Tentoonstelling. Ik des avonds bij Loman en met hem naar den Heer Westenberg om eene gift te vragen voor de Bewaarschool. Hij gaf 26 gulden en 5 gulden voor loten. Wij daar gebleven thee drinken. Westenberg had verleden week eene, volgens Loman, zeer winstgevende verkooping op ‘t Vlie gehad. Hij verhaalde van zijn moeijelijke reis heen een weer.

4 February 1878. Geen Krans bij Post. Ik met Loman met de Inteekenlijst voor de Bewaarschool naar Ments 10 gulden, Kievit 10 gulden, Jane Dijksen, hier koffij gedronken, zij teekende 25 gulden. Ik beloofde spoedig eens te zullen wederkomen, wat zij bijzonder scheen te verlangen. Gister had Bok 20 en De Holl 10 gulden geteekend.

18 February 1878. Nutsvergadering. Loman hield eene prachtige Voorlezing eener Novelle door hem vervaardigd, meer dan 50 bladzijden groot. Het stuk speelt in Bodegraven. Hij beschreef ons die plaats, waar zijn grootvader Stoop geneesheer en burgemeester was geweest en zijn vader predikant en waar die met de dochter van de burgemeester Stoop was getrouwd en de pastorij met een aantal kinderen was bevolkt (hijzelf later in den Haag (?) geboren). Hij verhaalde ons de geschiedenis van David Stieroog, een Israeliet, die de Christelijken Godsdienst beleed. De zaak had een zeer tragisch einde. Alles werd met groote naauwkeurigheid geteekend. Vele geestige zetten waren overal aan te wijzen.
Daarna las Bakels een stuk uit de gedichten van de Schoolmeester en Van Eerde droeg een versje voor van Jan Gouverneur. Wij hadden een genoeglijke avond. De Praesident Keyser deelde mede dat hij voor de vergadering in Maart de Heer Hedde uit Amsterdam had uitgenoodigd en hoopte dat ook dan de zaal goed bezet zou wezen.

27 February 1878. Des avonds koffij gedronken bij De Holl, aldaar Bakels, Fokel, Boonacker, Loman.
Gesprek o.a. over de wijnkooper Stein, die dezer dagen zijn al of niet bestelde zoogenaamde Hongaarsche wijnen had toegezonden (ook ik kreeg een mand met 25 flesschen, onbesteld). Loman zeide dat hij een Jood was van de Jodenbreestraat.
Wij dronken een flesch van dien wijn door De Holl ontvangen, die slechts zeer matig voldeed, wat mij deed besluiten om mijn mand de volgende dag ongeopend met schipper D. Keyser terug te zenden.

3 Maart 1878..Voor Glijnis wordt nu te Bussum een zeer groot gebouw gezet. ‘t Is verbazend zoals daar in die anders woeste streek gebouwd wordt. Een broer van Loman heeft er 25 bunders land gekocht voor 200 à 300 guldens per bunder. Hij verkoopt de grond nu weer om op te bouwen voor 70 cents de vierkante el. Onophoudelijk verrijzen er villa’s. Het is intusschen maar jammer dat Texel daar Glijnis bij verliest.

7 Maart 1878. Zeer onstuimig weer, vooral na den middag. Des avonds, niettegenstaande het ruwe weder, Katrina en ik naar de Kikkert. Aldaar toneelvoorstelling door de Rederijkers van ‘t Oude Schild ten bate van de Bewaarschool. Er was weinig volk, van de voornaamsten niemand als Loman, C. en Sijbrand Keyser, van Deursen. De Oudeschilders deden hun best tot algemeen genoegen.

7 Juny 1878. Des namiddags Loman hier om te spreken over de Bewaarschool, waarover wij in de volgende week eene vergadering zullen hebben. De vertimmering der oude school wordt voorbereid.

18 Juny 1878. Katrina met Menke en Jelte des voormiddags met den Heer Loman met rijtuig naar Oosterend, Oost, het Noorden, Eijerland (Ruimzigt bezien).

26 Juny 1878. Zeer warme dag. Katrina en ik des namiddags in de Oude School met Loman en anderen. Eerste tentoonstelling der prijzen.
Bakels en vrouw en kinderen des namiddags even hier. Bij Loman op ’t Raadhuis thee gedronken.

28 Juny 1878. Katrina en ik vannamiddag weer bij de 2de tentoonstelling der prijzen met Loman, Troelstra, C. Keyser. Loman en ik even bij Troelstra in zijn tuin een glas bier gedronken. Later bij Loman op het Raadhuis. Ik heb hem geleend het boek “Parijs in 1867”, voor zijn a.s. reis naar Parijs met zijne familie en schoonzuster jufvrouw Dijksen.

30 Juny 1878. Zondag. Gepreekt aan den Burg, 80 toehoorders. Zeer schoone dag.
Des namiddags met Katrina naar ’t Oude School, tentoonstelling van prijzen voor de Bewaarschool. Weinig bezoekers, aldaar Loman, Ments, Sipkes. Met Loman en Ments mede naar het Raadhuis, aldaar thee gedronken. Vervolgens ook de Heer Troelstra, C. Keyser. Loman zal dingsdag op reis gaan naar Parijs en dus bij de verloting op 8 July niet tegenwoordig zijn, maar hij heeft alles gereedgemaakt en bespreekt nu met ons de wijze van verloting.

3 July 1878. Jaap de Brander (Boon) had zijne 70-jarigen broeder, van wien hij meent te kunnen erven, op koffij met koek getracteerd die scheen vergiftigd te zijn, want de oude man was terstond kwalijk geworden en gestorven. Daar Loman en Ensing op reis zijn moest nu de wethouder Simon Keyser die zaak onderzoeken met Stiggelbout, die echter uitwendig geene vergiftiging kon constateren. Tot opening van het ligchaam moest eerst een geregtelijk bevel gegeven worden.

18 July 1878. Des voormiddags de Heer Loman hier. Hij verhaalde ons veel van zijne reis naar Parijs, waarvan hij gister was teruggekeerd.

28 July 1878. Des namiddags bij jufvrouw Dijksen Sjoeke Boetje ontmoet. Haar broeder, die vandaag te Barsingerhorn had gepreekt, zou vanavond bij Loman aankomen en tot woensdag blijven.

29 July 1878. Des namiddags Dominee Boetje. Hij was vandaag met de familie Loman naar de Koog geweest.

22 Augustus 1878. Wij des avonds naar Boonacker, afscheidsvisite, aldaar Hartman, Hidde, Bakels en vrouw en moeder en zuster, Habbema en Van Eerde, Ensing en vrouw (de familie Bok, de Holl en Loman hadden bedankt).

9 September 1878. Te huis komende vond ik Marie Loman uit Amsterdam, een wilde meid, bij ons bij Lize Boonacker. Deze en haar man en Hidde te half 11 vertrokken.

10 September 1878. Daarna naar de Lindeboom. Aldaar de voordragt gehoord van den Heer Sluijs van de Beemster over het voordeel dat de Landmansstand kan ontlenen aan de kennis van Natuurkunde, Scheikunde en Plantkunde en na de pauze over de dieren die de Landman tot zijn meeste voordeel moet nahouden. Hij gaf aan de talrijke vergadering uitnemend practische wenken en werd zeker met algemeen genoegen gehoord. Aldaar met Ensing, Bakels en Loman afgesproken over 500 exemplaren Catalogus Leesbibliotheek te doen drukken (31 gulden).

17 September 1878. Van de Waal nam ik Katrina en jufvrouw Marie Loman mede van Boonacker.

4 October 1878. Bakels vanmorgen hier. Weldra ook Ensing en weldra Loman. Vanmorgen zou er Raadszitting gehouden worden wijl er verschillende adressen waren ingekomen, verzoekende dat men alle middelen mogt aanwenden om Ensing niet naar Enkhuizen te laten vertrekken. Vóór den afloop der zitting liet Ensing daar de mededeeling doen dat hij besloten had om te blijven. Nu wilden sommigen dat de Raad een Dankbetuiging daarvoor aan Ensing zou zenden, doch dit werd afgestemd, wat Ensing zeer lomp vond. Wij verheugen ons intusschen dat hij blijft. Zijn vrienden willen dat met een stoffelijk blijk betoonen. Daartoe zal Bakels vanavond met vele anderen eene conferentie hebben bij Sijbrand T. Keyser.

17 October 1878. Burgemeester Loman hier, vervolgens Ensing. Burgemeester verhaalt van de rijke Jagt op Texel, duizenden konijnen in de laatste tijd van Texel uitgevoerd. Een tiental jagers hadden onlangs 31 hazen en 300 konijnen geschoten of gevangen.
Hij verhaalt hoe hij thans gedurig op het Raadhuis bezoek ontvangt van de Roomsche pastoor om uit het archief geschiedkundige bescheiden te verzamelen. Deze had Loman gezegd dat eenmaal een der hoogste R.C. geestelijken op Texel was geweest om tegen de Mennisten te disputeren (ik voor mij betwijfel dit zeer).

23 October 1878. Vanmorgen Burgemeester Loman hier om uit naam van zijn schoonvader toelating op mijne catechisatie te verzoeken voor Kaatje en Nette Kievit, wat natuurlijk dadelijk werd toegestaan. Hij moest voor de vergadering van Landbouw van heden nog de Tentoonstelling gereed maken van 60 soorten van appelen, door zijn zoon Cornelis voor dit doel gezonden. De bezigtiging werd door de aankondiging van de Omroeper vervolgens ter bezigtiging van iedereen (in de Zwaan).

8 November 1878. Des avonds Loman en C. Keyser even hier. Ik met hen naar de Algemeene Vergadering van de leden der Bewaarschoolvereeniging. Besloten pogingen aan te wenden om de School op 1 January eerstkomend te openen. De 20 aanwezigen, waaronder ook ik, besluiten om het althans 2-jarig bestaan en werken der Bewaarschool te waarborgen door onderlinge guarantie voor een mogelijk tekort.

11 November 1878. Nutsvergadering, nu voor ’t eerst in de groote (nieuwe) zaal van Moojen, 91 voet lang. Eerst vergadering van leden in de voorkamer, waarbij inzonderheid de zaak van de Bibliotheek behandeld werd. Meester Brouwer en Fokke Keyser traden als Commissarissen af, 5 nieuwe werden verkozen waaronder ik.
Daarna in de groote zaal, die goed bezet was, zeer talrijke vergadering, Lezing gehoord van de Heer Pieterse, onderwijzer in de Nieuwe School van Eijerland “Over kleinigheden”. Zoo ik meen was zijn verdeeling: kleinigheden in de Natuur, in het huiselijk leven, in de Geschiedenis (belangrijke beschrijving van Stephensen), in het zedelijk leven. Maar hoe de opvolging der vele en belangrijke zaken, die door hem ter sprake gebragt werden ook was, de geheele Rede was zoowel door vorm als inhoud en vooral door de voortreffelijke voordragt, zeer belangrijk en boeijend. Hij verwierf dan ook aller hulde en dank.
Later werd door Loman en C.P. Keyser en Troelstra nog een vers gereciteerd en tenslotte door Pieterse het gedicht van Hofdijk “Het doode paard”, allervoortreffelijkst voorgedragen. De praesident Bakels bragt hem dan ook de welverdiende dank.

2 December 1878. Bakels bragt van Habbema het Wageningsche Weekblad waarin Gelderman giften vraagt voor zijn Christelijke Bewaarschool om onze Neutrale te neutraliseren. Vrij schamper, De Holl leest het. Ik neem het mede te 6 ure naar de Vergadering van ’t Bestuur der Bewaarschool op ’t Raadhuis, waar Loman het voorleest.
Aldaar de ingekomen sollicitatiën voor eene Directrice beoordeeld en voorlopig een zestal gemaakt. Over 2 daarvan schrijf ik des avonds nog aan Dirk, opdat hij te Groningen daarover informatie inwinnen. Anderen zouden over anderen naar elders schrijven.

8 December 1878. Des namiddags bij Loman thee gedronken.
Daarna te 6 ure Vergadering op het Raadhuis van ‘t Bestuur der Bewaarschool. De ingekomen brieven betrekkelijk sollicitanten gelezen en overwogen en tenslotte bepaald om over enkelen nog nader informatie in te winnen. Voorts over ‘t aankoopen van kagchels, ‘t drukken van briefjes ter rondzending om te weten te komen welke kinderen al van de School gebruik zullen maken.

29 December 1878. Gesprek over de Stoomboot Ada, die nu door een nieuwe vervangen zal worden. Na zijn vertrek verhaalde Troelstra hoe volgens Loman met de directie van die boot geknoeid werd. Bok had gezegd dat de aandeelen niet meer dan 33 procent waard waren en hijzelf had toch van Loman 10 aandeelen gekocht voor 54 procent en zou welligt 100 procent gegeven hebben enz.

31 December 1878. Ik hier aan den Burg ‘s avonds half 7 Oudejaarsavondpreek gehouden, voor ‘t eerst en voor ‘t laatst (voor talrijke vergadering, ongeveer 270, niet minder, van menschen van allerlei rang en stand, Loman, Veenman, Troelstra, Ensing). Ik predikte met veel opgewektheid. Bakels zelfs sprak woorden die van voldoening getuigden.

6 January 1879. Des avonds Volksvoorlezing. Troelstra droeg een novelle voor waarin het hoofdonderwerp was de Sociale Questie, strijd tusschen kapitaal en arbeid en hoe die tot een gelukkige oplossing kan worden gebragt, op dezelfde wijze als zulks te Leeuwarden geschiedt door de oprigting van woningen voor den werkman en andere nuttige instellingen. Ik hoorde hem met veel genoegen.
Daarna las ik het verhaal voor van de reis van 2 Texelsche burgemeesters om het Klooster van den Burg een Weeshuis te doen worden, in 1573. Het scheen met welgevallen ontvangen te worden. Loman oordeelde dat de zaak in 1885 openlijk herdacht moest worden, 300 jaar na de onderteekening van het stuk.
Daarna droeg Van Eerde zijn kreupelrijm voor getiteld “Een vacaturebeurt, of zijn reis van den Hoorn naar de Koog en terug bij hoogst ongunstig weer op 24 November laatstleden”.
Eindelijk Bakels een reis van een boer en boerin naar de Deventer kermis in het dialect van ‘t land (uit een tuinalmanak). De groote zaal van Moojen was dicht bezet.

17 February 1879. Met Loman en la Faille de kist met leermiddelen in de Bewaarschool ontpakt.

19 February 1879. ‘s Konings verjaardag. Schoon weder. Het dorp velerwege met vlaggen gesierd.
Inwijding der Bewaarschool door toespraken van Lomans, Bakels, Westenberg en mij voor een vrij talrijke vergadering, omstreeks 60 kinderen (door hunne ouders begeleid) op chocolade getracteerd, waaraan Katrina een werkzaam aandeel had. Ik met medebestuurders en Bakels daarna nog eenigen tijd bij Loman op ‘t Raadhuis vertoefd. Besloten is aan de Koning te vragen om onze stichting “Emma Bewaarschool” te mogen noemen.

16 Maart 1879. Bij Loman thee gedronken. Des avonds Loman, Troelstra en Kruse hiet bij mij als medebestuurders van de Bewaarschool. Loman leest het concept-adres aan ’t Nutsbestuur om medewerking tot eene subsidie van ’t Hoofdbestuur enz.
Gesprek inzonderheid met Kruse over de preek van gisteravond van de Oudeschilder kapelaan over de Eeuwige Verdoemenis, ook door Troelstra aangehoord. Men doet de ongerijmdheid uitkomen van een denkbeeld van eeuwige verdoemenis bij het Christelijk geloof aan God als aller menschen Vader. Kruse zoekt dit wel te verdedigen met een beroep op Gods Regtvaardigheid, maar vruchteloos.

25 Maart 1879. Loman hier, laat mij zien wat hij geschreven heeft aan ‘t Nutsbestuur over de speelplaats aan te koopen voor de Bewaarschool, met bijgevoegde plattegrond.

30 Maart 1879. Pastoor Kroese (Kruse) komt mij alleen spreken over wat ons als bestuur (met Loman en Troelstra) te doen staat bij de gerugten over de directrice die zich welligt aan Dirk Pietersz Bakker zou kunnen of willen verslingeren. Hij meent dat ik haar daarover eens moet teregtwijzen. Ik meen dat dit liever aan de praesident Loman moet worden overgelaten. Te 6 ure Bewaarschoolvergadering op het Raadhuis. Loman zal juffrouw la Faille eens bij zich noodigen.

9 April 1879. Des namiddags Jan Timmer hier met zijn beminde Anna Loman uit Amsterdam, ter kennismaking.

11 April 1879.. Des namiddags Vrouwtje Eelman hier. Zij komt mij tegen morgen uitnoodigen op de koffij als zij haar 50-jarig huwelijk viert.
12 April 1879. Ik te 12 ure naar Pieter en Vrouwtje in de Armenkamers.
Bij Vrouwtje Eelman ook Burgemeester Loman. Hij had zijn huis vol gasten, zijne kinderen en de familie Glijnis. Het ging dezen zeer goed. Hij woont gratis in een huis dat 3000 gulden

14 April 1879. Ik des avonds naar Loman, aldaar Monsieur Glijnis en vrouw verwelkomd, die daar gelogeerd zijn, benevens Cornelis Loman en vriend Hesselink, boomkwekers te Bussum. Glijnis was daar te Bussum zeer goed naar zijn zin. Gesprek over schoolbanken. Zij kostten hem voor 2 personen 40 gulden het stuk, maar hadden dan ook alle geriefelijkheden (Loman had ze laten maken voor 12 gulden voor de Normaalklasse).

28 April 1879. Loman hier, deelt mede dat door de Maatschappij tot het Nut van het Algemeen 800 gulden is geschonken voor de Bewaarschool.

2 Mei 1879. Vergadering op het Raadhuis over de Bewaarschool. Ons is 800 gulden van ‘t Hoofdbestuur toegezegd. Nu kunnen wij de noodige ruimte voor eene speelplaats door afbraak van 2 woningen verkrijgen voor 850 gulden.
Daar Troelstra en C. Keyser wegens drukke werkzaamheden niet komen konden bleven Loman, Kruse en ik alleen gezamenlijk wat praten over de zaken en over allerlei.
Loman verhaalde (toen ik nog met hem alleen was) van den tegenzin van Vader Kievit om zelfs over het Landbouwbedrijf iets te leren. Hij wilde van eene Landbouwkundige Wetenschap niets weten. Nog erger was het met Ary Kievit. Die wilde zelfs niet, schoon ‘t hem gratis aangeboden werd, eene proef nemen met eene zaaimachine enz enz. Van alle Eijerlandsche boeren had alleen Ary Kievit de voordragt over de landbouw door de Heer Marlet niet bijgewoond.
Gesprekken tusschen Loman en Kruse over den ongunstigen staat van de boeren heden ten dage. Uit Rusland wordt thans zooveel garst aangevoerd dat Sijbrand Jansz Keyser ze thans hier in zijn pakhuis kreeg voor f 4,25 per mud. Zoo ook uit Amerika. Loman beweerde echter dat Rusland en Amerika op den duur niet de markt hier konden drukken.

19 Mei 1879. Naar Loman. Hij is gelukkig veel beter, ofschoon hij zijn tanden nog niet zooveel van elkander kan krijgen dat er een potlood tusschen kan. Ik bragt een aangenaam uurtje bij hem op de slaapkamer door.

26 Mei 1879. Des avonds nog een genoeglijk uurtje bij Burgemeester Loman, die nu veel beter is en reeds bij mij aan huis was geweest. Hij verhaalt de geschiedenis van de nieuwe Begraafplaats, die 1200 gulden heeft gekost om aan het Voorschrift der Wet te voldoen. Doch de Gemeenteraad heeft tot dusver nog niet kunnen besluiten om de oude Begraafplaats af te keuren en zoo ligt de nieuwe steeds improductief en zal de aflossing der Texelsche schuld met 1500 jaarlijks daardoor met een jaar vertraagd worden.
Voorts over de infectie van het drinkwater, over de Mariaput te Utrecht, over waterleidingen.

19 Juny 1879.Toen kwam Menno hier met zijn zoontje, door Katrina met den wagen van C. Keyser van ’t Oude Schild gehaald. Des namiddags kwam Boldingh hem verwelkomen, des avonds Fokel, Bakels en Burgemeester Loman.

24 Juny 1879. Loman hier. Hij had mijn Request om pensioen uit den Haag ontvangen om daarop te berigten. Ik moest hem opgeven welke som ik uit het Emeritaatsfonds zou trekken. Ik later hem op het Raadhuis opgezocht om hem te doen opmerken dat door mij voor dat fonds gecontribueerd was.

29 Juny 1879. Boetje, Bakels en Fokel naar het 25-jarig huwelijksfeest van Loman. Katrina en ik volgden met De Holl. Talrijke vergadering in de versierde zalen. Wij vertoefden daar korten tijd. Straks te 5 uur zou er Diner zijn op het Raadhuis. Serenade door Troelstra en P. Koning en vele anderen, terwijl velerwege de vlaggen wapperden.
30 Juny 1879. Boetje vannacht te 3 ure terug gekomen (met de sleutel). Hij des voormiddags naar de Lomans, die nog een rijtoer zouden doen met 5 wagens naar de Prins Hendrik polder.

2 July 1879. Boetje vanmorgen van hier vertrokken naar Loman en verder naar de haven om met de Flevo naar Harlingen te varen.

7 July 1879. Te 8 ure op het Raadhuis vergadering van ’t Bestuur der Bewaarschool. Ik daar mijn secretariaat nedergelegd, door den Voorzitter Loman bedankt. P. Koning zal in het Bestuur worden gevraagd.

24 July 1879. Dirk Bakker en zijn meisje Mina La Faille hier des avonds, toen ook Loman en vrouw. Deze beide kwamen afscheid nemen, wijl zij morgen op reis gingen naar Brussel. Loman zal mijn verhuisbillet in orde maken. Hij wil gaarne als hij mij ook later van dienst kan zijn, op elke vraag om berigt enz, mij schrijven, terwijl hij gaarne berigten van mij zal ontvangen, als ik eens te Groningen tot rust zal zijn gekomen.

AFSCHEIDSCADEAU
20 July 1879. 120 gulden uitgetrokken door de Kerkeraad, weer ingetrokken. Jan Jacobsz Roeper had de zaak tegengewerkt (later wel meegedaan voor 2 gulden).
Cornelis Sijbrandsz Keyser (aangemoedigd door Loman) had er zondags vóór ‘t afscheid een particuliere zaak van gemaakt. Zij waren daarin uitmuntend geslaagd, in een paar dagen 147,50 gulden verzameld.
(Gerrit Dirksz Bakker, gevraagd zijnde, had geweigerd mede te doen. Daartegenover had Pieter Reijers Keyser, niet gevraagd, 3 gulden gegeven).
27 July 1879. Woensdags had Cornelis Keyser, naar Amsterdam gaande, ‘t stuk besteld dat gisteravond [zaterdag] nog bijtijds met de beurtman was aangekomen en onder Kerktijd door de knegts van Cornelis Keyser hier geplaatst. Een prachtig meubelstuk, een schrijfbureau, waar op een zilveren plaatje de herkomst en bestemming aanwees.

3 December 1879. Groningen. Geld gestuurd naar Texel, 2,50 gulden aan Loman voor de nagelaten betrekkingen van omgekomen visschers.

20 Mei 1881. Texel. Bij Bakels. Des avonds 8 ure Katrina en ik met Bakels en vrouw naar Westenberg, aldaar den avond doorgebragt met hem en vrouw en Burgemeester Loman tot kwart voor 11.

29 Maart 1884. Groningen. Hedenmorgen briefkaart van Cornelis P. Keyser (uit Leeuwarden) dat hij hedenmiddag bij ons hoopte te zijn. Ik haalde hem van de trein. Samuel had hem gisteren den ganschen dag geholpen met ‘t zoeken van een kosthuis voor Pieter. Gesprekken over Texel: Loman en Westenberg thans intieme vrienden.


Terug naar de vorige bladzij