Doctor Jan Timmer



13 January 1870. Des avonds even bij T. Timmer, gesprek over Jan, ik raad hem het onderwijs aan.

27 November 1870. Met Monsieur Glijnis gesprekken over verschillende van zijne en mijne leerlingen. Hij prijst Jan Timmer om zijne vorderingen, vreest voor hem de pedanterie.

18 Juny 1871. Zondag. Des namiddags bij P. Boon Johannes Eelman ontmoet, die mij zeide dat hij nu Doctor wenschte te worden en reeds met Latijn begonnen was met Jan Timmer, maar nog altijd zocht naar een leermeester. Ik zei dat hij dan maar eens bij mij zou komen, op morgen bepaald.

19 Juny 1871. Jan Timmer en Johannes Eelman latijnsche lessen bij mij opgezegd uit Kuhne.

24 Juny 1871. Jan Timmer en Joh. Eelman hier voor latijnsche les (elke week).

14 July 1871. Laatstleden dingsdagvoormiddag had ik hier mijne latijnsche leerlingen Jan Timmer en Joh. Eelman in praesentie van Dirk en Katrina. Dirk examineerde ze in Wiskunde, Engelsch, Fransch, Duitsch, Geschiedenis oudere en nieuwere. Het bleek dat zij van alles vrij goed op de hoogte waren. Hij wees hier verder aan wat nog geschieden moest eer zij admissie examen konden doen en achtte een spoedige plaatsing op een Gymnasium noodig.

11 April 1872. Des avonds 7 uur (op uitnoodiging) naar de school van Glijnis, hem gefeliciteerd met zijne verjaring. De school was als schouwburgzaal ingerigt en weldra gevuld met kinderen en de ouders van dezen en verdere genoodigden. Er werd toen door de leerlingen van nu of vroeger vier tooneelstukjes opgevoerd van ruim 7 tot half 11 uur, wat zeer goed voldeed. Zeer onderscheidde zich Cornelis Loman. Bovendien werd zeer goed gespeeld door Lize Langeveld, Van Putten, Jan Timmer, Johannes Eelman, Helena en Marie Blom, Christina Koning, Emilie Dijt en anderen.
De school was zeer netjes versierd. De notabiliteiten van den Burg waren er vereenigd. Na ons vertrek zouden de oudste jongelui nog pret maken.

23 April 1872. Des avonds Monsieur Glijnis hier geweest te spreken over Jan Timmer en Johannes Eelman, over wie hij mij een schriftelijk rapport zou zenden.

26 April 1872. Brief geschreven aan Professor Scheffer met het Rapport van Glijnis over Jan Timmer en Johannes Eelman. De brieven des nachts 2 uur op de post gebragt.

20 Juny 1872. Des middags Jan Timmer en Johannes Eelman. Hen den inhoud medegedeeld van den brief van Bakels uit Haarlem, die een kosthuis voor het gevonden had bij Heer Overbeek. Des avonds bij Cornelis Eelman en Tseunis Timmer van den zaak gesproken. Timmer wilde dat zijn zoon afzonderlijk een kamer had. Daarover een brief geschreven aan Bakels in Haarlem.

27 Augustus 1872. Brief ontvangen van den Heer Overbeek te Haarlem, dat hij a.s. zondag Timmer en Eelman verwachtte. Ik dien brief des avonds bij C. Eelman gebragt.

31 Augustus 1872. Van Jan Timmer en Johannes Eelman hier om afscheid te nemen. Ik sprak hen ernstig vermanend en waarschuwend toe. Zij beloofden mij daaraan te zullen terugdenken. Zij vereerden mij uit erkentelijkheid voor gedane diensten met latijn leeren enz een zilveren brilledoos.

1 September 1872. Des avonds bij Teunis Timmer. Vanmorgen was hun zoon vertrokken. Veel gesprek over Jan. Hij had het een en ander wat ik hem gister gezegd had wel overgebragt. De ouders betuigden bij herhaling hun dankbaarheid aan mij.

5 September 1872. Brief van Jan Timmer en Joh. Eelman uit Haarlem, meldende den gunstigen afloop van hun examen op gister. Beiden aangenomen op de Latijnsche school. Ik naar C. Eelman, vervolgens bij de vrouw van Timmer. Bij beiden waren zij zeer verblijd.

1 November 1872. Des avonds naar T. Timmer. Hij was op reis naar Harlingen. Naantje deelde mij de laatste berigten van haar zoon Jan mede. Hij zou morgen over een week te huis komen.

10 November 1872. Des avonds Jan Timmer en later Joh. Eelman hier uit Haarlem. Zij bragten in ieder opzigt aangename berigten mede.

6 Maart 1873. Timmer was hier gister en vertoonde het Rapport van den Rector der Latijnsche School te Haarlem over Jan in ‘t afgeloopen vierendeel jaars. Hij had in alle vakken “voldoende”, alleen voor ‘t Hoogduitsch “tamelijk”.

16 April 1873. Ko is woensdag 9 April met schipper Timmer naar Harlingen en verder naar Groningen vertrokken.
Vrijdag den 11den is Jan Timmer hier geweest, die met lust en ijver voortstudeert.

4 July 1873. Teunis Timmer en vrouw hier. Zij laten mij het 3-maandelijks rapport over Jan lezen, dat in alle vakken “voldoende” luidt. Nummer 1 in zijn klasse, had 2 prijzen behaald.

21 December 1873. Jan Timmer komt een Latijnsch en Grieksch Lexicon vragen om daarmede in de vacantie te werken. Over Johannes Eelman sprekende zeide hij, op mijn vraag, dat hij wel wist dat hij zeer weinig werkte en wel uitging met Jan Kikkert of anderen. Daags 1 uur les scheen hem genoeg werks te zijn.

28 December 1874. A. Rab stelde zijn einde nabij en moest hij zóó voortleven, dan hoopte hij het, 75 jaar. Veel zegen genoten, door vlijt en spaarzaamheid zeer vooruit gekomen, niet door oneerlijke middelen, zoo hij zeide.
Hij verhaalde hoe hij Jan Timmer had gesproken en hoe die het bestaan van God had willen wegredeneeren. Hij schreef dit mede toe aan zucht om zich, zij het dan ook op die treurige manier, te onderscheiden.

3 January 1875. Jan Timmer hier om afscheid te nemen, daar hij morgen ging vertrekken. Ik een uur lang met hem afzonderlijk om de vraag te bespreken of hij tot het lidmaatschap der Gemeente kan worden toegelaten met die gevoelens welke hij beleed en welke ook volgens zijn eigen verklaring geene andere dan de materialistische of atheïstische zijn. Ik deed hem de onmogelijkheid opmerken. Het bleek dat hij onder invloed stond van een vriend dien hij zeide hoog te achten en die geheel materialistisch was. Het boekje van Roorda “Geloof en geloofsgronden” had hij maar slechts vlugtig gelezen. Ik maande hem met alle ernst tot een ernstig nadenken aan.

7 January 1875. Des avonds Teunis Timmer en vrouw bij ons den avond gepasseerd. Vanmorgen had ik een brief van hun zoon Jan uit Haarlem ontvangen, waarin hij meldde dat hij nu, door eene ernstige lezing van het boekje van Roorda, van Atheïst Theïst was geworden. Gesprekken met zijne ouders over die zaak (waarom zij ook opzettelijk gekomen waren). Zij beklaagden het zeer dat hij tot zulke dwaze denkbeelden vervallen was.

21 February 1875. Des avonds naar Arie Rab en Teunis Timmer. Jan Timmer was verleden zondag over geweest om zijn vader verlof te vragen om de school te verlaten en privaatlessen te nemen om van ‘t zomer zooveel te beter student te kunnen worden.

9 April 1875. Vervolgens Jan Timmer hier, Vrendenberg, Margo Keyser en des avonds Jacob Roeper en vrouw tot 10 uur.

4 April 1875. Zondag. Dominee Feenstra hier gepreekt. Ik hoorde hem met een zelden gesmaakt genot. De kerk was tamelijk bezet, ook Loman, Bok en Jan Timmer.

18 January 1876. Steeds dooiweer. Door den Westenwind zal morgen de stoomboot weer kunnen varen.
Jan Timmer brengt mij een afscheidsbezoek. Hij zal morgen weer naar Leijden vertrekken. Hij heeft hier druk Mathesis gewerkt en hoopt daar binnenkort zijn examen te doen. Hij sprak met zeer groot ophef van Jelgersma, zoon van den Apotheker van ‘t Nieuwe Diep, die in 2 uur zoo veel kon doen als hij Timmer in 6. Ik sprak hem van de groote gevaren aan buitengewone capaciteiten verbonden, met heenwijzing op wat ik gezien had aan Klaas Tonkink.

25 February 1876. Des avonds Jan Timmer en Pieter Koning bij mij gehad. Timmer was een paar dagen op Texel na het gelukkig volbrengen van zijn Propaedeutisch examen eerste gedeelte (Mathesis). Wij spraken over wat men met vasten wil doen kon, naar het voorbeeld van Heinrich Schliemann, van wiens leven ik ‘t een en ander vertelde.

4 April 1876. Des avonds Jan Timmer hier. Hij denkt de geheele maand April te huis te blijven. Hij kan hier veel beter studeren dan in Leijden. Door veel hier, minder te Leijden te zijn, hoopt hij klaar te komen om reeds in dit, zijneerste jaar, zijn propaedeutisch examen te doen, waarvan hij het Mathematisch gedeelte al achter de rug heeft. Het collegie in de scheikunde van Professor Franchimont is zeer belangwekkend.

14 Juny 1876. Hier Anna Boonacker, Jan Timmer, Margo Keyser met Frau Rubens en dochter. Daarna Doctor Ensing hier.

20 Augustus 1876. Jan Timmer hier.

23 Augustus 1876. Samuel des morgens vroeg met Jan Timmer op een botanische togt naar ‘t Hoornder Vlak en de Westen.

25 September 1876. Jan Timmer en Pieter Koning hier om afscheid te nemen daar zij morgen weer gaan vertrekken. De eerste na 4 maanden (werkzame) vacantie genomen te hebben naar Leijden, Pieter Koning naar Heusden bij de Rector van ‘t Gymnasium. Ik raadde deze ernstig aan om ook Godsdienstig onderwijs te zoeken.
Dit gaf aanleiding tot een ernstig Godsdienstig gesprek met Jan Timmer, die aan Godsdienst en Vroomheid een afzonderlijk bestaan meende te kunnen toekennen. Voorts over ‘t hoog belang van de overtuiging van ons voortbestaan na den dood, wat hij meende niet te kunnen aannemen, schoon hij erkende dat het daarom voor anderen zeer aannemelijk kon zijn. Ik sprak van de vastheid mijner overtuiging dienaangaande, welligt versterkt door opmerkingen over ‘t geestesleven buiten het ligchaam, waarmede ik mij bevoorregt achtte.
Ik verhaalde nu hoe ik het magnetisme had zien werken bij mijne vrouw, wat mij het recht ontnam om te zeggen: ”Ik begrijp dat niet en daarom bestaat het niet!”, zooals hij van de onsterfelijkheid scheen te beweren. Ik meende dat het invloed op zijne overtuiging zou hebben als hij eens aan ‘t bed van een teeder beminde zou staan. Hij zeide dat hij een vriend waarvan hij zielsveel hield aan de Teering had zien sterven en dat hij nu van hem niets meer overig achtte te zijn dan zijne nagedachtenis bij de levenden.

5 December 1876. Des avonds Teunis Timmer hier, a.s. vrijdag begrafenis van zijn vader.

7 December 1876. Des avonds J. Timmer en P. Koning hier.

8 December 1876. Des middags naar Oosterend, begrafenis van Jan Timmer, 89 jaar oud.
Heen en teruggelopen naar Oosterend, 70 minuten, 5 meer dan in [mijn] jonge jaren.

5 February 1877. Van 9 tot half 11 wordt eene Vaudeville opgevoerd “De steen der wijzen” met Jan Timmer, Elias Vlessing, Louis Kikkert, Bernard Loman, Arie Langeveld en leerlingen van Glijnis (Vrouwtje daarheen geweest).

25 Maart 1877. Tegen de avond naar den Heer Glijnis, 12,5 jaar getrouwd. Jan Timmer had eergister zijn Propaedeutisch examen gedaan. Hij en Hannes van Putten (overleden) waren zijn allerbeste leerlingen geweest. Van P. Koning en de beide Veenstra’s scheen hij niet veel verwachting te hebben.

28 Maart 1877. Des avonds Jan Timmer hier. Het examen duurde slechts een half uur, de vele voorafgaande examens waren alleen belangrijk.

8 April 1877. Bij mejufvrouw de weduwe Blom. Jan Timmer had mij vandaag zijne verloving met de dochter Helena bekend gemaakt. Aldaar de vrouw van Timmer, later ook Helena en Jan.

29 July 1877. Te huis komende vond ik Jan Timmer. Hij heeft te Amsterdam eene kamer gehuurd op de Geldersche Kade met P. Koning aanvankelijk, doch deze zal welligt naar Wageningen gaan als landbouwleerling.

17 September 1877. Berigt ontvangen van het overlijden van de weduwe Blom, Stijntje Zunderdorp. Ik derwaarts, aldaar haar broeder en zuster en Willem Ran en Naantje Drijver. Helena is te Valkenburg bij Maastricht. Jan Timmer zal haar terughalen.

22 September 1877. Ik gister, vrijdag, ter begrafenis van de weduwe Blom (Stijntje Zunderdorp), eerst te 11 ure bepaald, doch na 12 uur gehouden, wijl wij te wachten hadden op 2 personen van Nieuwendam of Schellingwoude, Bakker en vrouw. Sluismeester aldaar. Hij had vroeger 15 jaar met Blom gevaren. Hij was hier in het Weeshuis opgevoed.
Ik voerde het woord. Ik sprak later meest met Jan Timmer, Doctor Koning, C. Keyser. Westenberg enz. Timmer vreesde wel zeer dat het ook met zijn meisje, zoo zwak als zij is, niet goed zou gaan.

19 February 1878. Des avonds na de catechisatie Margo Keyser en Anna Cornelis Keyser hier boterham gegeten. Afspraak over de reis naar Cocksdorp op morgen, als wanneer Lena Blom, 20 jaar oud, aldaar begraven zal worden.

18 April 1878. (Katrina naar de Waal geweest) Jan Timmer hier, woont nu in Amsterdam, hoopt van ‘t najaar zijn candidaats te doen.

12 October 1878. Vanavond kwam het verblijdend berigt dat Jan Timmer met het beste succes zijn Examen heeft gedaan, waardoor hij nu Candidaat in de Medicijnen zal zijn. Ik een naamkaartje gezonden p.f.

17 October 1878. Bij het vertrek van Loman en Ensing komt Jan Timmer, thans Candidaat in de Medicijnen (21 jaar oud). Veel gesprekken over zijn Examen, 3 uur theoretisch en 3 uur practisch. Hij hoopt nu met 2,5 jaar geheel gereed te zijn.

9 April 1879. Des namiddags Jan Timmer hier met zijn beminde Anna Loman uit Amsterdam, ter kennismaking.

25 July 1879. Bij Teunis Timmer en vrouw. Met Jan ging het best. Hij schaamde zich voor de geringheid zijner ouders niet. Hij hoopte a.s. jaar Augustus klaar te komen. Zij bedankten mij voor de zorgen eens aan hunne zoon gewijd.

28 January 1883. ‘s Namiddags P. Kuiper en J. Bakker hier thee gedronken. Veel gesprek over Texel. Ensing vertrekt 1 September naar Schagen en zal hoogstwaarschijnlijk door J. Timmer vervangen worden.

29 Maart 1884. Hedenmorgen briefkaart van Cornelis P. Keyser (uit Leeuwarden) dat hij hedenmiddag bij ons hoopte te zijn. Ik haalde hem van de trein. Samuel had hem gisteren den ganschen dag geholpen met ‘t zoeken van een kosthuis voor Pieter. Gesprekken over Texel:
De toestand van Doctor J. Timmer is treurig, lijdende aan ‘t hoofd. De vrouw van J. Timmer is allerliefst voor hare schoonouders. Loman is hem niet zeer genegen.


Terug naar de vorige bladzij