Dagboek Jakob Dirksz Huizinga 1874-1876.

1 January 1874. Schoone dag. Gepreekt aan den Burg. Daarna hier de bezoekers afgewerkt, des voormiddags weinig, des namiddags vele, schoon niet overdruk. Meest leerlingen, bijkans alle Doopelingen.

3 January 1874. Bij Sijbrand Jansz Keyser, zijne vrouw Trijntje Dalmeijer zeer zwak, spreekt zeer ligtvaardig over haar dood: "Verleden week dacht ik dat Klaas Geus mij wel gehaald zou hebben, maar hij had zeker nog geen zin in me".

Daarna bij Janes Kalf, die vanmorgen een zenuwtoeval had gekregen en nu sedert 11 uur bewusteloos lag. Des avonds C. Keyser nog even hier, hij had er den Doctor Ensing gezonden.

4 January 1874. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Vannacht stormweer. Het was vanmorgen in de kerk zoo donker, dat ik de veraf zittende menschen haast niet onderscheiden kon. Ik kon met moeite lezen. Vrendenberg had zelfs de lamp moeten doen opsteken.

Gister Jan Timmer hier afscheid genomen.

Des avonds den Heer Troll hier, komende van den Hoorn. Morgen zal zijn school worden ingewijd.

5 January 1874. Ik te 12 ure even naar de inwijding der nieuwe School (een uitmuntend schoone dag). De plegtigheid der aanspraken van Burgemeester Loman, Meester Brouwer, Bakels (schoolopziener), Wieringa, Troll (onderwijzer), D. Bruin (vertegenwoordiger van de jeugd), was pas afgeloopen. De kinderen waren nu vrolijk met chocolade en koek. Gesprek met Troll en Dros.

Krans bij mij aan huis, Vrendenberg, later Wieringa en Bakels. Tegen etenstijd kwam nog Koekebakker met Sina met rijtuig van Jacob Keyser.

Wij des avonds naar de Nutsvergadering. Sina bleef terug om visites te maken bij Neeltje Boon en Marretje Keyser-Kuiper.

5 January 1874. Ensing doet de Redevoering (Volksvoorleezing) over KWAKZALVERIJ. Loman een vers daarop passende. Koekebakker las voor "Mijn broertje" van Haverschmit uit "De liefde schokt" 74 (zeer goed). Menno droeg een vers voor van Winkler Prins "De landverhuizer", met eenige coupletten van hemzelf. Daarop de Heer De Holl "na zooveel degelijken kost nog een zoetigheidje achteraan", een versje van Van Lennep: "De grasmaaijers die op het strand een vaatje vonden met buskruit, waarmee een in de lucht vloog", wat een verbazend gelach opwekte.

Bakels even hier, Koekebakker loopende naar de Waal, Sina met rijtuig van C.A. Keyser.

6 January 1874. Des namiddags even bij de weduwe Kalf. Haar zoon Janes vannacht overleden. Even bij C. Keyser gezorgd dat de kist gemaakt wordt.

6 January 1874. Hendrikje List is zeer lijdende aan rheumatische pijnen.

6 January 1874. Jannetje List, huishoudster bij Dalmeijer, laboureert nog altijd aan de gevolgen van eene misstap, voet verstuikt.

7 January 1874. Mistig, regenachtig. Het blijft altijd buitengewoon zacht.

8 January 1874. Ter begrafenis van Janes Kalf, aldaar de broeders. Jakob gaat niet naar Amerika.

10 January 1874. Menno wederom met A. Rab naar 't Nieuwe Diep om touw te koopen voor de Werkverschaffing.

11 January 1874. Niet naar de Krans bij Wassenaar. Vrendenberg hier, hij komt met aanbieding om een lot te nemen voor 1 gulden, ten behoeve van eene Predikantsweduwe, die de vele ontvangen geschenken van haar man laat verloten.

11 January 1874. Menno jarig, Koekebakker en Sina met de vigilante aan den Burg. Bezoek van Haga, Bolding, Sijbrand Keyser en vrouw, de Holl, Willem Westenberg.

12 January 1874. Gister hoorde ik verhalen van De Holl en Westenberg, dat er den namiddag een luchtballon gezien was, waarvan men vermoedde dat hij in Walenburg was neergekomen. Men kon hier het schuitje duidelijk onderscheiden. Ik heb er later echter niets meer van gehoord.

14 January 1874. Koekebakker en Sina naar Wormerveer (vader K. jarig) tot den 20ste.

15 January 1874. Jannetje List, huishoudster van Dalmeijer, laboreert nog steeds aan de gevolgen van een mistred, voet verstuikt. Zij had gister een brief gehad van haar zoon Jakob uit Chicago, pas aangekomen na slechte reis, nog niet op zijne bestemming [Jakob Honigh].

15 January 1874. De huishoudster van Jakob Koning, wier vader te Westzaan woont, De Reus, schijnt er wel te durven wezen, laat zich de wet niet enkel geven, maar stelt ze. Er waren 80 brieven ingekomen. Koos schreef mij uit Groningen voor eene jufvrouw Krull, doch ik antwoordde dat de betrekking al vergeven was en ook niet bijzonder recommandabel was. Hier op Texel had Koning dan ook tevergeefs gezocht.

Koning sprak over 't verlies van zijn vrouw geen enkel woord.

16 January 1874. Vrendenberg en Jan Kalis hier met een inteekenlijst om aan Meester Brouwer een geschenk aan te bieden.

17 January 1874. Gister of eergister Jonas Schagen hier geweest (de man van Martje Visser). Zij hadden het thans zoo zuinig dat zij de 5 gulden die ik voor hen in de Spaarbank gezet had, er wel uit moesten ligten (Menno haalde het van Boldingh).

Aan het touwpluizen voor de Werkverschaffing deed hij niet, want de kwaliteit van het touw vergunde slechts een verdienste van enkele stuivers daags. Menno zei echter dat er door anderen goed gebruik van gemaakt werd.

18 January 1874. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Bij Gerbrand Dros de jonge Dros met zijn meisje toegesproken, vooral over zijn verzuim van de kerk, waarover hij ten laatste geen reden wist te geven dan dat de slof er in geraakt was. Gesprek ook met de vader en de moeder, de laatste wil de moderne Dominee van Oosterend nooit horen, toch heeft zij tegen mij, schoon modern, niet.

18 january. 1874. Bakels preekt aan den Burg, Huizinga aan de Waal. Bij thuiskomst vond ik bij ons Aletta Bakels die tot morgen zou blijven.

19 January 1874. Niet naar de Krans bij Bakels, ongunstig weer.

Des middags krijgen wij telegram van Leeuwarden van de voorspoedige bevalling van Dolfina, van Johanna. Briefkaart naar Sina te Wormerveer, ik zend door Moojen eene advertentie in de Heldersche Courant.

Letta Bakels gaat na het eten met Katrina naar den Hoorn.

20 january 1874. Katrina des voormiddags teruggekeerd van den Hoorn.

22 January 1874. [Ali: Ko wil gaarne dansles nemen bij Philippus Vlessing (zoon van Sam), die een cursus daarvoor in de Kikkert heeft geopend, hij schrijft daarover aan zijn vader].

Ko wil gaarna dansles nemen bij de familie Vlessing, schrijft daarover aan zijn vader.

23 January 1874. Des avonds met Katrina naar de Waal. Sina is zeer verheugd met mij de geschenken van kindergoed met de daarbij behoorende versjes te Wormerveer ontvangen, voor te leggen.

24 January 1874. Brief van Samuel met zeer gunstige berigten, beantwoord door mij, Katrina en Menno.

[Ali: Ik stuurde Johanna 10 gulden voor in de spaarpot, net als aan Johan].

25 January 1874. Zondag. Gepreekt alhier. Na kerktijd Sijbrand P. Keyser hier om te spreken over de boekverkoopersrekening van de weduwe Honigh, wier zaken hij tot liquidatie zal brengen.

Ko even met Samuels brief naar de Waal. Hij [gaat] des avonds voor 't eerst op dansles in de Kikkert.

26 January 1874. Geen bijzonder gunstig weer, nogtans met Vrendenberg naar de Krans bij Koekebakker, aldaar Wassenaar, de Lang. Deze beklaagt zich dat er bij de Modernen doorgaans zoovel minder gloed en bezieling in hun preeken wordt gevonden dan bij de andere partij. Ik oordeel dat dit niet noodzakelijk is en dat in deze alles afhankelijk is van de gemoedelijkheid des predikants.

27 January 1874. Des avonds Vrendenberg en vrouw en Leentje, Betje en Meester Troll na 8 uur bij ons de avond doorgebragt.

Troll is een zeer stil mensch, niet ligt levendig te maken. Hij verheugde zich er in dat zijn zusje uit Groningen bij Wieringa, die de familie eenigzins kende, zou komen logeren.

27 January 1874. Ensing hier om een boek over de Verloskunde dat Menno van hem gebruikte te halen. Ensing sprak veel over het weinige vertrouwen dat men hier aan deze en gene kan schenken, zoo als Simon Keyser, die hij daarom gaarne meed, (deze had [zich] een ganschen tijd vriendschappelijk met Westenberg onderhouden en na diens vertrek zich spottend over hem uitgelaten). Men wist menigmaal niet wat van iemand te denken. Hij moest zich dus wel terugtrekken. Evenwel had had hij en vooral ook zijn vrouw behoefte aan vriendschappelijk verkeer.

27 January 1874. Doctor Ensing deelde mij gisteravond mede in welke, naar zijn oordeel gevaarlijke toestand Anna Kuiper verkeerde, de vrouw van P. Dijksen; vanmorgen echter ontvingen wij berigt van hare gelukkige bevalling.

29 January 1874. Menno gisteravond naar de Waal gegaan om vanmorgen naar Cocksdorp te rijden en een bezoek af te leggen bij Doctor Koning.

29 January 1874. Des namiddags Rekendag aan de Waal. Wij met de kleine diligence van Bakker daarheen en des nachts te 1 ure weer te huis.

Onder het verhandelde behoorde goedkeuring dat het orgel verplaatst zou worden en de toren aan den Burg verbeterd.

Afgekeurd om aan de Werkverschaffing iets te doen, waarvoor alleen Koekebakker en ik in de bres traden. 't Was blijkbaar dat de overigen niets wilden om gekrenkte eerzucht, wijl Westenberg, P. Koning enz de Mennisten haatten.

Bij 't rapport over de conceptwet van het Emeritaatsfonds op de Kamerdag aan de Waal, deed ik opmerken dat ik in Juny 65 jaar oud zou worden en dat de Gemeente mij dan kon verpligten om met twee-derde traktement emeritaat te nemen. Sijbrand Jans Kejser oordeelde, dat het dan finantieel toch maar beter was mij niet te verpligten. Bij dit zijn woord bleef het.

30 January 1874. Lieuwe Koorn zijn dochter Cornelisje is steeds sukkelende, sedert 4 maanden. In al dien tijd zoo goed als niets gegeten.

2 February 1874. Met Koekebakker naar 't sterfhuis van de weduwe Raven. Meester Keijzer gelezen, Koekebakker de toespraak. Wijl men nog niet gereed was en moest wachten, trad ook ik toen nog op en hield eene toespraak, waarbij ik, de overledene lang gekend hebbende, mijne hulde bragt aan hare gedachtenenis.

Wij liepen naar de Waal, o.a. met Dirk List die nog onlangs van zijne dochter in Amerika, in de nabijheid van Lodi, goede berigten had ontvangen door Jan Jakobsz Kalf, die onlangs van daar voor korten tijd in het vaderland was weergekeerd en eerlang, denkelijk met zijne ouders, weer vertrekken zou.

Aan de Waal even de oude 86-jarige Jakob Eelman gefeliciteerd met zijn verjaardag.

2 February 1874. Menno deed de Voorlezing over de Sociale Quaestie, hem met genoegen gehoord. Hij oogste veel lof. Bakels vertoonde ons na eene uitvoerige duidelijke uiteenzetting van oorzaken en gevolgen hoe men langs chemischen weg IJS kan maken, welke proeven zeer goed gelukten. Ik las een stukje voor uit de Nieuwe Uitstapjes "Hoe de regen komt". Loman een vers "Aan eene vreemde coquette". De Holl (na een vrij ongepaste inleiding over allerlei, o.a. over nationaliteitsgevoel, waarbij sterke afkeuring van het Kindergeschenk aan de Koning), een vers "Tante en nicht" waarbij het refrein "vraag 't mijn vrijer maar". Ik hoorde dat potsen maken niet met genoegen.

Bij ons boterham gegeten Haga en Troll.

5 February 1874. Katrina, Menno en ik des middags 2 ure naar de Waal, verjaardag van Koekebakker. Van Wormerveer was aangekomen een pak: chambercloak en eenig klein kindergoed voor Sina, die als gewoonlijk in de gelukkigste stemming was.

Des avonds Bakels en vrouw en Herman e.a. op uitnoodiging daar. Geanimeerd gesprek waarin Menno en Bakels vooral zich lieten hooren over de Conceptwet op 't Hooger Onderwijs, en later over de stelling "het doel heiligt de middelen".

't Was vandaag een schoone dag, zoo ook gister.

[Ali: Ko krijgt nu dansles voor 30 cents de les en gymnastiekles van Troll.

Deze is met een meisje Steghers uit Groningen geëngageerd, die bij Wieringa komt logeren].

8 February 1874. Zondag. Na kerktijd hagel- en sneeuwvlagen. Ik naar Ensing, jarig.

Hij had de waarde van 't geld nu leeren kennen, legde zich toe op zooveel mogelijk contante betaling. Hij vreest zich nu om 't bouwen van zijn huis weer in de schulden te steken.

Brief aan Samuel en Dolfina: [over zijn hardhorendheid] Ik ga dan ook niet gaarne meer op zoogenaamde visites, waar velen samenkomen. Liever ben ik stil te huis en zoek mijn genoegens in lezen enz. Tot dusver heb ik de bril op de preekstoel nog kunnen missen.

9 February 1874. Naar de Waal, aanneming van Doopelingen.

[Jakob Brans is diaken maar komt niet genoeg in de kerk] een ernstig onderhoud over zijn verzuim van de openbare Godsdienstoefeningen, hetgeen getuigde van eene zeer bekrompen opvatting van de diakenspost. Hij meende dat hij met zijn komen in de vergaderingen enz. al vrij wat voor de Gemeente opofferde, wijl hij geen knecht had en dus zorgen moest voor zijn vee (niets echter verbiedt hem een knecht te houden).

Koekebakker maakte het goed, maar zijne leerlingen wisten niet veel. Die nog het meest antwoordden waren Neeltje Boonakker, Nan List, Pieter Eelman.

Ik des avonds nog repetitie met mijn Doopelingen aan den Burg. Zij hadden zelve mij daarom verzocht.

11 February 1874. Aannemen van Doopelingen, 13 in getal, aan den Burg.

15 February 1874. Zondag. Doopbediening aan 20 personen.

Ik was zeer vermoeid en lusteloos, koortsig. In de namiddag meest boven bij de warme kagchel.

Met de Heer Troll maak ik afspraak dat hij Ko eenige lessen in gymnastie zal geven.

16 February 1874. Ik nog lusteloos, daarom niet naar de Krans bij Vrendenberg, maar deze zelf kwam des avonds hier.

Intusschen bragt Jan Smit een geschenk van de Doopelingen een mooie gelakte turfbak, een bijzonder mooi haardstel en een bouiloir of waterketel met comfoor van nieuwe zilver.

17 February 1874. Verleden week heeft het een korte tijd sterk gevroren, zoodat Ko nog een paar keer op schaatsen is geweest, doch er is bijkans geen schaatsenijs te vinden uit gebrek aan water. In 't laatst van de week was alles weer weg.

18 February 1874. Naar Willem Langeveld en Sientje Kalis. Hun winkelgoederen waren onlangs voor schuld opgeschreven. Zij hadden een allertreurigste 14 dagen doorgebragt, maar vanmiddag was er verademing gekomen. Toen was de voornaamste crediteur toegetreden tot eene schikking, zoodat nu hun goede naam en hun goed alles te zamen niet geheel prijs gegeven was. Hij had plan om ergens eene betrekking te zoeken, waartoe hij reeds te Alkmaar werkzaam was geweest. Ik vermaande ze ernstig tot moed en vertrouwen, tot een eerlijk werkzaam leven, tot onderlinge liefde, enz. Zij toonden zich verheugd met mijne komst.

Vandaar naar Pieter Dirksz Bakker en Grietje Keyser, de zoon Dirk eerst niet thuis. Zij bedankten mij zeer voor de moeite aan 't onderwijzen van hun zoon besteed. Ik vermaande hun zeer om het nog zwakke Godsdienstige leven bij hem te versterken. Later bedankte ik voor het geschenk. Ik bleef daar geruimen tijd. Met Dirk aan 't Duitsch lezen geweest, dat hij reeds veel vergeten was. Het plaatwerk Catholijke Illustratie bezien enz.

Was die man steeds zoo als hij zich bij zulke gelegenheden voordoet, er zou daar zooveel huiselijke ellende niet wezen.

19 February 1874. De Koning verjaart, vele vlaggen.

Menno voldoet gaarne aan het verlangen van Herman Westenberg om met hem de reis te maken naar Terschelling. Hij vertrekt te 12 ure, maar verlaat eerst te 5 ure de haven.

Wij zouden anders met elkaar naar de Waal, waar Sina ons op kabeljauw wilde tracteren, maar het ongunstige weer, harde wind en regen hield ons terug. Te 3 ure gingen Katrina en ik toch derwaarts en bragten er de dag en avond genoeglijk door.

21 February 1874. Des namiddags 3 uur begrafenis van Gerrit List (79 jaar) met een trein van 30 mannen. Mijn toespraak was niet uitstekend, want er viel niet veel te troosten.

Ik sprak nog weer met de ongelukkige weduwe Aaltje List, die voor 4 weken haar man in 't [Noord Hollands] Kanaal verloren had. Zij zou zich weer op Texel vestigen.

Nu heb ik alle de 20 toespraken aan de Doopelingen in de boekjes geschreven, die ik hen wil uitreiken, en tegelijk het Lidmatenboek in orde gebragt, waaraan ik vele dagen besteed heb.

Van namiddag ontving ik van broeder Juriaan ten geschenke 4 kistjes sigaren (1000) van Becker uit Amsterdam.

Menno is nog altijd niet te huis.

Ko vanmiddag van Troll zijn eerste gymnastie-les gehad.

22 February 1874. Zondag. Naar Oosterend met Ko tezamen in de kapchais. Voorbereidingspreek. Kuiper zegt dat Menno wel niet voor vanavond te huis kan komen om de ongunstige gelegenheid van Terschelling.

Met Ko weer terug, even aan de Waal vertoefd, dan het rijtuig naar J.C. Bakker gebragt.

23 February 1874. Krans bij mij. Verkooping van boeken van het Leesgezelschap.

23 February 1874. Bakels moet met 14 dagen naar Vlissingen te preeken.

Gister bij de weduwe List met de dames Anna en Maria Altmann van Rotterdam haar geslachtsregister ingevuld. Zij beiden hier van namiddag thee gedronken en dat werk voortgezet tot 's avonds half 10. Naatje inzonderheid is zeer spraakzaam, heeft een best geheugen, weet mij veel inlichtingen te geven. Zij haalt o.a. hare herinneringen op van Dominee Veenstra, die door allen zeer bemind werd. Zij beschuldigt Bok en Vrendenberg als die tot zijne verwijdering hebben meegewerkt.

Zij verhaalt van het schilderwerk van haar broeder Sijbrand. Zijn copie van de Schuttersmaaltijd waarover hij 105 dagen gewerkt had, had hij eens voor 900 gulden kunnen verkoopen. Door omstandigheden was de koop verbroken. Hij copieerde nog steeds de beroemdste meesters. Nu was hij bezig met de stukken van Frans Hals. Tusschen beide moest hij dan weer zoo men het noemt voor de keuken schilderen.

24 February 1874. Menno eindelijk gearriveerd, des avonds tegen 6 ure kwam hij te huis, was vanmorgen van Terschelling gegaan over Vlieland.

25 February 1874. Van voormiddag Willem Visser, broeder van Paulus Visser (verdronken in 't Kanaal) bij mij om de belangen zijner weduwe Aaltje List aan te bevelen. Ik zou er met de Kerkeraad over spreken. Ik beloofde hem de afloop te schrijven.

27 February 1874. Sipkes van Haarlem hier, hem zijn sigaren betaald en 3 kistjes van 100 van 18 gulden besteld.

28 February 1874. Aan het Stamboek van C. Koning gewerkt.

1 Maart 1874. Zondag. Avondmaal aan de Waal. Prachtig lenteweder.

Katrina en ik bleven met Menno en Ko den dag bij Koekebakker doorbrengen met veel genoegen. Te 11 ure naar huis bij maanlicht.

2 Maart 1874. Schoone dag. Krans bij Wassenaar, aldaar Wieringa, Bakels, de Lang, Vrendenberg en Koekebakker.

Even bij Abraham de Ruiter vernomen naar de toestand der vrouw, verleden week van 2 zoons bevallen. Zeer goed. Bij de vrouw van C.P. Keyser, voor een paar dagen van 2 doode zoons bevallen is het minder goed.

Des avonds gaf Menno hier aan huis een afscheidspartijtje aan zijn vrienden Koekebakker, de Holl, Boldingh, Haga. Zij beleven tot kwart voor 2.

4 Maart 1874. Menno neemt afscheid, des avonds o.a. van Dominee Vrendenberg, vanwaar hij zeer getroffen te huis kwam. Vrendenberg was blijkbaar zeer ernstig gestemd. Bij het uitlaten was hij zeer aangedaan geweest en had hem hartelijk de hand gedrukt. De tranen kwamen Menno nog in de oogen, toen hij 't aan Katrina en mij mededeelde. Het deed mij innig goed hem zoo gemoedelijk te zien. Ik kon natuurlijk niet nalaten ook van mijn hartelijk verlangen te laten blijken en hem te doen erkennen dat de vervulling van zijne eigene en onzer aller wenschen zijnerzijds aanhoudende krachtsinspanning vorderde [Menno gaat proberen de studie in Groningen af te ronden, waar Dirk hem huisvesting wil verleenen].

5 Maart 1874. Gister de Ooijevaar voor 't eerst gezien, eenige dagen later nog eens weer.

5 Maart 1874. Menno vertrokken.

8 Maart 1874. Zondag. Gepreekt aan den Burg.

C.P. Keyser deelde mij mede welk een zorgvolle tijd hij had doorgebragt. Zijn vrouw gister koorts, nu toch weer vrij wel.

Bij Jan Bakker en Antje Kalis, Koogerstraat, die hun 16-jarige kleinzoon Paulus Bakker na 4 maanden lijden verloren hadden. Zij waren zeer bedroefd. Ik had gelegenheid vele woorden van troost te spreken.

Katrina en ik des avonds naar de Waal. Een regt genoeglijke avond bij Koekebakker doorgebragt, doordien wij ditmaal interessante gesprekken hadden, die ons aanhoudend bezig hielden. Eerst over het al of niet verklaarbare, dat menschen van ontwikkeling, zooals Van der Hoeven, enz, tot den Roomsch Catholijken kerk overgingen (Koekebakker kon het wel verklaarbaar vinden als zij verlegen waren om steun voor hun geloof). Voorts over 't beginsel van zedelijkheid, dat niet onweersprekelijk was aangewezen. Over geloof in God, de onmisbaarheid van 't Onsterfelijkheids geloof, wat ik voorstond.

Koekebakker hoopte zich krachtig op de studie te leggen om eens een regt wetenschappelijk man te worden.

Wij gingen te 10 ure naar huis omdat wij Troll met zijn meisje (vandaag bij Glijnis) bij ons verwachtten. Zij kwamen te half 12 ure. Zij bleef bij ons logeren (volgens uitnoodiging).

9 Maart 1874. Jufvrouw Steghers van Groningen hier geloogeerd.

Briefkaart van Menno die 24 uur op zee was geweest.

Des middags Troll hier gegeten na 4 uur. Hij te 5 uur weer naar school tot half 7. Margo Keyser hier. Troll en zijn meisje visite gemaakt bij Loman, daarna hier koffij gedronken. Daarna vertrokken zij met rijtuig van J.C. Bakker naar den Hoorn (Wieringa).

Troll is eene zeer vervelende figuur, weet niets te praten. Bij het heengaan betoonde hij ook volstrekt niet dat 't hem aangenaam was geweest dat wij hem gastvrijheid hadden betoond, wat Katrina nogal hinderde.

10 Maart 1874. Het schoonmaken begint.

11 Maart 1874. Guurt Koekebakker afgehaald.

11 maart 1874. Katrina naar den Hoorn naar Let Bakels. Zij bleef daar een nacht.

15 Maart 1874. Met Katrina naar S. Keyser, Koekebakker en Sina waren daar ook. Gesproken over de noodzakelijkheid van meer onderwijzend personeel in de scholen. Hij heeft finantiele bezwaren. Koekebakker meent dat die wel te overwinnen zijn als elk maar naar zijn vermogen in de kosten bijdraagt. Keyser zegt dat zelfs de leden van de Raad over hun opbrengst kibbelen, terwijl velen zelfs het schoolgeld voor hunne kinderen niet betalen. Hij wil dat elk die schoolgeld betalen KAN het ook doe en dat voor onvermogenden door een hoofdelijken omslag voorzien worde.

Wij spraken ook nog over zijn verzuim van de kerk. Hij achtte zich geheel verontschuldigd met te zeggen dat hij door zijne hardhoorendheid de preek toch niet verstond. Ik herinnerde dat hij van zijn belangstelling kon doen blijken, dat zijn voorbeeld ook op anderen ongunstig werkte.

Later had ik ook zijn ongunstig denkbeeld over de Werkverschaffing te bestrijden. Men moest die jongens naar zee zenden. Ik toonde hem de onmogelijkheid aan.

16 Maart 1874. Guurt Koekebakker bij ons den dag gebleven.

Des avonds Koekebakker hier, met Guurt en Katrina naar de Nutsvergadering, waar Loman de Voorlezing deed over "Liefhebberijen". Er was een kleine vergadering. Koekebakker benoemd in het Bestuur der Spaarbank. Ik bleef te huis om mijne verkoudheid.

17 Maart 1874. Sina verjaart. Katrina des voormiddags naar de Waal, ik met het rijtuig dat Vrendenberg van zijn Waalder catechisatie terugbragt, te 1 ure derwaarts gereden.

Sina was zeer gelukkig met de vele blijken van belangstelling die zij ontving (zij had ze op een tafel ten toon gesteld). Van mij daarbij een barnsteen sigarenpijpje voor Koekebakker, deze zelf was ook plezierig gestemd.

Ik zelf kon tot het genoegen niets bijbrengen, vanwege zware verkoudheid, die mij besluiten deed om gebruik te maken van de gelegenheid die Arend Kikkert, daar komende, mij aanbood om met hem te half 7 naar den Burg terug te rijden, vooral ook om het ongunstige weder. Katrina bleef er die nacht slapen.

18 Maart 1874. Jansen, tuinman van 't Nieuwe Diep hier. Met hem de tuin doorgegaan. Hij zal hier van de week komen snoeijen.

Des avonds zou ik catechisatie houden, maar ik vond slechts 2 leerlingen en keerde dus terug. Ongunstig weder, regen.

19 Maart 1874. Des voormiddags nog even in den tuin geweest, waar Jan Smit met omspitten begonnen is. Sijbrand Jansz Keyser had mij 2 karren mest gebragt, waarvoor hij ruim 2 karren uit mijn mesthok terug ontving.

Aafje Buijs gister hier op reis naar Nieuwe Diep.

19 maart 1874. Gisteravond Dominee Bakels hier. Hij was met veel genoegen naar Vlissingen geweest, doch Bakker van Gordijk was er beroepen.

20 Maart 1874. Katrina druk aan 't schoonmaken in de voorkamer.

Arend Kikkert hier des namiddags op de studeerkamer koffij gedronken. Hij had hooren zeggen dat zijn vader te Harlingen zeer ernstig ziek was. Zijn zuster Cornelie had hem opgezocht terwijl zijn vrouw naar Amsterdam was. Hij had haar vriendelijk ontvangen, schoon de betrekking onderling soms al zeer gespannen was geweest. Arend erkende dat sedert het 2de huwelijk zijns vaders alle ellende over de familie gekomen was. Cornelie was nu dezer dagen naar Wageningen vertrokken in een modewinkel. De wijze waarop Cornelie door hare stiefmoeder behandeld werd was zeer hard.

Ko wil gaarne met de Paaschvacantie naar Groningen.

21 Maart 1874. Troll hier des middags als naar gewoonte Gymnastieles aan Ko.

Katrina verheugt zich des avonds zeer de voorkamer, nu schoongemaakt, weer te kunnen betrekken.

22 Maart 1874. Sijbrand Keyser hier om een papier uit de ijzeren kist te nemen. Bij het openen brak de sleutel. Maandags kwam de smid om zoo mogelijk het stuk er uit te lichten, doch het viel er door. Keyser kwam andere sleutels passen, doch tevergeefs.

23 Maart 1874. Mijn studeerkamer schoongemaakt.

28 Maart 1874. De smid opent de ijzeren kist door er een gat in te hakken. Spoedig was het stuk gevonden en weer aan de pijp gesoldeerd. Zoo werd de kist geopend. Op de Kerkeraadsvergadering werd goedgevonden om een brandkast te koopen in de vorm van een meubelstuk en dat bij mij in de achterkamer of elders te plaatsen, maar daar ik er geen geschikte plaats voor had, verlangde ik het niet bijzonder.

30 Maart 1874. Vrendenberg berigt dat er een prijsje gevallen was op het lot door mij genomen in de loterij voor de predikantsweduwe te Oosthuizen.

31 Maart 1874. Catechisatie gesloten. Henriëtte en Johanna Bok hier.

1 April 1874. Dominee Dyserink hier om vanmiddag met zijn vrouw en logeé weer te vertrekken.

Met Koekebakker gesprek over Menno. Hij meende dat ik hem ontheffen moest van zijne zorg voor het betalen zijner [studie]schulden.

2 April 1874. Katrina de koffer van Ko gepakt. Zij daarna met Guurt naar de Waal om daar te helpen schoonmaken. Laatstleden dingsdag is de schoonmakerij hier geëindigd. Dien avond was Meester Troll hier en bleef chocolade drinken.

Van voormiddag Troll weder hier, hem 12 gymnastielessen betaald, 60 gulden. Hij besluit zijn reisplan over Haarlem naar Goor te veranderen en vanavond met Ko mede te gaan naar 't Oude Schild om morgen met Timmer te reizen.

Ko naar de Waal om afscheid te nemen. Hij is uitnemend in zijn schik, ik hoor hem zelfs vroolijk zingen. Des avonds 8 uur Troll hier, hij blijft boterham eten. Hij vertrekt met Ko te half 10 ure naar 't Oude Schild. Het is zeer onstuimig weer. Katrina komt vermoedelijk daarom ook niet van de Waal terug.

3 April 1874. Des avonds Koekebakker hier en later Bakels om zamen te spreken over de Spaarbank. Koekebakker is in plaats van Stikkel in de Directie gekomen. Deze wil nu de vergaderingen niet meer op het Raadhuis hebben. Bakels zegt dat Loman daar een ander vertrek wil afstaan.

Daar C.J. Bakker voor 't beroep naar Vlissingen bedankt heeft is er weer eenige kans voor Bakels, die zich echter daarvan niets voorstelt. A.s. week komt den Heer Stoffel bij hem logeren.

Anna Schagen haar zuster wil niet vergunnen dat zij hier als meid blijft, hoezeer zij zelve dit ook gaarne wil. Katrina schrijft nu naar Aafje Buijs om informatie over Vrouwtje Knol, die zich bij ons gepresenteerd heeft.

4 April 1874. Guurt Koekebakker keert terug naar Wormerveer, [hier 3 weken geweest om Sina te helpen].

[Ensing laat een nieuw huis bouwen in de Warmoesstraat.]

Brief aan Samuel: 2 huishoudingen met kinderen eenige weken samen te hebben gaat niet. Als echter een van u beiden lust en gelegenheid had om, terwijl dit jaar Dirk en familie hier is, ook nog eens een uitstapje herwaarts te maken, dat zou mij bijzonder aangenaam zijn .

5 April 1874. Paaschfeest. Koekebakker aan den Burg. Ik naar Oosterend, spoedig na kerktijd teug, den dag met Koekebakker en Sina genoeglijk doorgbragt. Margo Keyser hier vanavond geweest.

6 April 1874. Tweede Paaschdag. Des avonds Vrendenberg en vrouw en Betje en Christina (onlangs van Amsterdam te huis gekomen) bij ons de avond doorgebragt. Leentje was er niet om hare kinderen voor wie zij geen oppasster had gevonden en Adriana niet omdat zij met Glijnis moest repeteren voor haar examen in wiskunde op a.s. donderdag.

7 April 1874. Jakob Arisz Eelman haalde een mand met bloemen voor zijne moeder Betje Bakker en bragt mij een presentje (10) kipeijeren.

8 April 1874. Onze meid Anna vanmorgen naar de Waal om daar te helpen schoonmaken. Zij bleef er tot de volgende namiddag.

Van namiddag Pieter Kalf in de tuin aan 't snoeijen.

9 April 1874. Des voormiddags Pieter Kalf in de tuin. Katrina naar de Waal.

Ik tegen de avond 6 uur naar Pieter Bikker met het Geslachtsboek tot 10 uur. Ik vorderde echter niet veel. Hij was anders met het werk wel ingenomen. De bijkans 75-jarige man, ofschoon een toonbeeld van gezondheid en nog zeer vlug in het vertellen van zijne veelvuldige levenservaringen als oud-beurtschipper, miste voor mijn doel te veel het noodige geheugen.

[Ali: Adriana Vrendenberg geslaagd voor haar examen in Wiskunde].

Des avonds te huis komende hoorden wij van de meid dat er berigt was geweest dat Adriana gelukkig door haar examen was gekomen. Wij beiden nog even naar de familie Vrendenberg om haar te feliciteren. Zij waren uitermate gelukkig.

10 April 1874. Jan Smit in de tuin. De vierde kar koemist van Sijbrand Jansz Keyser ontvangen, waarvoor hij slechts ruim 2 uit mijn misthok terug ontving. Het gezaaide, tuinkers, radijs, spinazie, erwten, begint op te komen.

Aan de deur een fraaye groote geheel witte vogel als een ooijevaar, met een lange zwarte platte bek, zeker een lepelaar, achter den Hoorn gevangen.

12 April 1874. Zondag. Naar Oosterend, 39 toehoorders. Aan de Waal verliet ik mijn zeer stuggen voerman Martinus Bakker, om den dag bij Koekebakker door te brengen, die na eenig tijdsverlies met Katrina van den Burg aankwam.

Bij Cornelis Bruin het Stamboek ingevuld. Zijn vrouw Jette wist nog veel mede te deelen door haar goed geheugen. Na het middagmaal bij Jan Roeper en Pieter Kuiper het Stamboek ingevuld.

Sina is steeds uitstekend welvarende, zij had van namiddag de baker Marretje Vos bij zich.

12 April 1874. Jan Roeper is weer herstellende van welligt ingewandsontsteking. Heevige pijn had hem l.l. maandag gedwongen van de Waal naar den Burg naar Doctor Ensing te loopen, die door inspuiting de pijn gestild had.

13 April 1874. Des middags Pieter Roeper en Jan Schumacher bij mij met een inteekenlijst voor de versiering van de Waalderstraat, waarvoor zij 80 gulden behoefden. Ik teekende 1,50 gulden. Later kwam Geert Kikkert om mij tot grooter gift te bewegen, waartoe ik eerst ongenegen was. Toch bragt ik het tot 4,50 gulden, vooral door overweging met Dominee Vrendenberg, die inmiddels hier kwam om Krans te houden, dat het volk thans wel dol scheen op die feestviering van 12 Mei en men dus, vreezende voor kwaad, wel iets doen moest wat men anders zou laten. P. Roeper had 6 gulden, S. en C. Keyser ieder 5, buurman Keyser 8. Doch deze wilde men overreden 25 gulden te teekenen, want men had 18 gulden noodig om groen te verkrijgen, 22 gulden voor 230 lampions, 14 gulden voor kaarsen, enz.

Koekebakker was hier vanmiddag en vertrok met de diligence om morgen de Moderne Vergadering te Amsterdam bij te wonen, waarheen ook Wassenaar en Bakels vertrokken waren.

Troll hier vanmiddag even geweest, zaterdag teruggekeerd van zijn reisje naar Groningen en Haarlem. Hij was ook bij broeder Juriaan geweest. Hij had de heenreis met Ko, l.l. donderdag een week, van Texel naar Harlingen nog binnen de 3 uur afgelegd met Timmer.

13 April 1874. Katrina, naar de Waal, waar zij van de week Sina gezelschap zal houden tijdens het afwezen van Koekebakker.

14 April 1874. Ik alleen met Anna. 't Is koud, N.O. wind. Stil op mijn studeerkamer bij de kagchel gebleven.

15 April 1874. Des morgens brief van Koekebakker uit Wormerveer voor de Waal, die gisteravond reeds bezorgd moet zijn. Ik besloot die zelf daarheen te brengen. Ik vond Katrina en Sina druk in 't midden der schoonmakerij, doch in de beste welstand. Die dag daar genoeglijk doorgebragt, deels in de tuin arbeidende, waar nog zeer veel in orde te brengen was. Sina kon ons op heerlijke baars tracteren.

Des namiddags met Katrina en Sina gesprek over de zaken van Menno. Katrina was bereid hem 1000 gulden voor te schieten tot afbetaling zijner loopende schulden en vroeg mijn oordeel. Ik meende dat het voor haar niet raadzaam was. Zoo 't nuttig kon zijn dat het gebeurde nu reeds in dezen tijd, zou ik het moeten doen, waartoe mij zou kunnen bewegen het verhaal van Sina, hoe verblijd Menno bij haar was gekomen toen hij iets van de bereidwilligheid van Katrina vernomen had.

Ik ging te half 8 naar huis, reed de helft van de weg met buurman C. Keyser, die mij verhaalde in wat groot gevaar Fokke Keyser was geweest om door zijn paard doodgetrapt te worden toen, op reis naar 't Oude Schild l.l. maandag, zijn paard schrikte, de wagen omsloeg en hij daaronder bekneld lag.

16 April 1874. De kleermaker Meijer hier, hem 40,50 gulden betaald voor de jas in September l.l. geleverd.

Telegram van Koekebakker uit Amsterdam, dat hij morgen naar 't Nieuwe Diep reist, dit met Mossel naar de Waal gezonden.

Aan P. Kalf voor snoeijen, 2 dagen en een halve, tezamen 4 gulden en 50 cents betaald. Gister heeft hij de boomenmantel van boven ingekort en alles aangebonden.

Jan Smit in de tuin.

Des avonds bij Klaas Ponger het briefje van Samuel gebragt over het bruineren van koper.

Daarna bij Fokke Keyser, hem geluk gewenscht met zijne redding uit dreigend gevaar (zie woensdag). Zijne vrouw is nu weer in staat om te gaan waar zij wil, zelfs kan zij al loopen zonder stok, hoewel haar eene been stijf is. Twee jaar geleden was zij geheel magteloos en scheen hopeloos.

Men had Fokke Keyser ook gedwongen zijn gift voor het feest van 2 op 4 gulden te brengen. Hij was zeer weinig koningsgezind. Zijn aanschouwen zelfs boezemde weerzin in. Hij had hem verleden jaar te Leeuwarden gezien, daarbij de verhalen van zijn huiselijk leven, enz. Doch hij rekende ook te moeten meedoen. Het is de mindere klasse vooral die de zaak drijft.

Fokke sprak over het huwelijk van zijn zwager Sijbrand C. Keyser, hoe zeer hem dit tegenstond daar hij zich nu eene vrouw genomen uit de heffe des volks, zoodat het niet minder kon. Moeder, tante, grootmoeder, allen waren van onzedelijk leven.

Klaas Ponger zal morgen intekenen met Antje Jans Bakker, hoogst ongunstige verwachting van dit huwelijk.

17 April 1874. Des namiddags naar de Waal naar Sina en Katrina, beide regt welvarende en blijde dat de schoonmaking geëindigd was.

Ik naar P. Kuiper (Waal) het voorschrift gebragt voor een adres aan de Koning tot verkorting van de straftijd van Simon Boon, die cellulair te Rotterdam gevangen zit.

Des avonds half 8 ongeveer kwam Koekebakker tot groote blijdschap van allen, bijzonder Sina. Hij verhaalde veel van de groote genoegens van zijn uitstapje, deed uitvoerig verslag van het besprokene op de vergadering.

Het was een lust om te zien hoe innig gelukkig Koekebakker en Sina bij elkander stonden, vooral bij het uitpakken van het valiesje dat wederom verschillende geschenkjes inhield die in de volgende maanden te pas zouden komen.

Katrina en ik wandelden te half 10 ure naar huis.

18 April 1874. Ko terug, van half 1 tot 6 uur op zee, best in orde. Zijn koffer was rijk voorzien met allerlei geschenken: een pot met 22 pond vleesch, een groot stuk rookvleesch, partij Groninger koek, laken voor mij, hark, portretten van Catharina enz.

Meester Troll kwam hier en bragt aan Katrina Groninger kranten en eenige kievitseijeren, die hij vanmiddag zelf gezocht had. Zijn meisje had examen gedaan voor Nuttige en Fraaije vrouwelijke handwerken.

23 April 1874. Des avonds naar 't Oude Schild, waar men naar mij verlangde bij Neeltje Kuijper, die de volgende dag van eene beklemde breuk geopereerd zal worden. Aldaar Ensing en de Holl, die vruchteloos beproefden of dit nog voorkomen kon worden.

't Zou goed afloopen.

Des avonds te huis komende berigt van de ziekte van Aafje Teekes op de Mient.

[Ali: Leentje Koning-Vrendenberg gaat naar Arnhem wonen, inzonderheid om Christine op de school te laten gaan waar zij tot onderwijzeres kan worden gevormd. De oude lui Vrendenberg kwamen altijd bij haar in de Weverstraat zondags theedrinken, dan zagen zij nog iets meer dan in hun eigen achterkamer in een achterafbuurt.

Drukke voorbereiding voor 't feest van 12 Mei, omdat "het volk" het wil. Alle avonden hoort men zingende troepjes langs de straten en overdag trommelen de jongens.]

24 April 1874. Aafje Teekes bij haar dochter Grietje bezogt. Zij is haar einde nabij.

24 April 1874. Brief aan Samuel en Dolfina: Vandaag met dat heerlijke zomerweder de Koogweg opwandelende stelde ik mij al voor wat genoegen het mij zijn zal op latere wandelingen niet slechts van mijne kinderen, maar ook van mijne kleinkinderen omringd te zijn. Ik wenschte, dat gij hier eens van de studeerkamer af een kijkje kondet nemen in de tuin, hoe mooi onze bedden met hyacinthen en tulpen staan. De voorste pereboom staat heerlijk in de bloei.

26 April 1874. Zondag. Gepreekt aan den Burg (Benjamin Franklin).

Des namiddags naar 't Gesticht. Des namiddags Dominee Vrendenberg en vrouw en dochter Betje hier thee gedronken, omdat zij het nu bij Leentje niet kunnen doen, die naar Arnhem vertrokken is. Ook de Holl en vrouw bij ons thee gedronken. De operatie van Neeltje Kuiper door Ensing was goed afgeloopen.

Aal List even hier. Er wordt van haar gevraagd eene waarborg voor de betaling der huishuur. Ik raad haar aan die bij hare schoonzuster Maartje Plavier, die haar geld in handen heeft, te vragen.

27 April 1874. Krans bij Koekebakker. Hem geholpen met groote boonen poten. Des avonds met Katrina terug. Ik een mand met Primulae veris gevuld, doch die van de stoep weggestolen. Toen een andere mand gevuld en die met brief (door schipper Dekker) gezonden naar Wormerveer aan A. Koekebakker.

Katrina wisselde van de week eenige gelden met Samuel en Menno. Zij wil aan Menno gelden verstrekken (door Samuel) tot voldoening van eenige pretentien.

Vandaag bij Moojen en Sterk vruchteloos gezien naar boeken geschikt om in 't Leesgezelschap te doen.

28 April 1874. Des morgens 10 uur naar de Mient ter begrafenis van Aafje Teekes van Grouw aan den Burg.

29 April 1874. Met Katrina des avonds op uitnoodiging naar Vrendenberg. Aldaar [na de Ringsvergadering] Wassenaar en vrouw, Wieringa, de Lang.

Betje gaf blijk van hare vlugheid in het maken van bloemen (van papier) voor de versieringen der straat.

De Lang was vooraf bij mij aan huis en bragt eenige nummers Gartenlaube. Hij drukte toen reeds zijne bevreemding uit dat de Doopsgezinde predikanten niet steeds bij de Ring waren.

30 April 1874. Naar de Waal, Kerkeraadsvergadering. Koekebakker en ik zullen 9 en 10 Juny naar Amsterdam gaan, vergaderingen van Emeritaat- en Weduwenfonds. Lina Langeveld tot voorzanger benoemd.

Katrina bij Sina, wij daar blijven boterham eten. Ik kwam te spreken met Katrina en Sina over de geschiedenis van Dirk van zijne vroegste jaren tot op dezen tijd. Wisseling van lief en leed, maar toch aaneenschakeling van gelukkige uitkomsten.

30 April 1874. Ko op school, niet naar de Meyblits.

1 Mei 1874. Onze meid Anna Schagen naar de Waal te afscheid nemen. Onze nieuwe meid Vrouwtje Knol komt des avonds.

2 Mei 1874. Anna Schagen vertrekt. Des middags Troll hier.

3 Mei 1874. Des zondagmiddags komen hier in de laatste tijd doorgaans eenige weeskinderen zich met de schommel vermaken.

Het is de laatste dagen door de Noordelijke winden zeer koud. Vanavond zoodanig, dat wij weder begonnen zijn de kagchel met steenkoolen te stoken.

3 Mei 1874. Alle avonden is er groot gewoel en rumoer op de straten van hen die zich voorbereiden om 12 Mei feest te vieren. Bij Jakob Koning [in de] Warmoesstraat glazen ingeslagen omdat hij voor de feesten niet wilde bijdragen.

[Feesten in verband met de verjaring van Koning Willem III]

4 Mei 1874. Des avonds groote Optogt van de Waalderstraat.

4 mei 1874. Gesprek over de te houden Feestrede (12 mei), waarvoor Vrendenberg eenige goede opgeeft. Bakels meent dat hij geen feestrede zal houden, doch zal er welligt op terugkomen.

5 Mei 1874. Des avonds groote Optogt van de Kogerstraat, 12 ruiters, Meisjes in het wit, enz. Vervolgens Weverstraat voorste gedeelte.

6 Mei 1874. Groote optogt Weverstraat midden gedeelte, daarna Gasthuisstraat, gedurig verlicht door Bengaalsch vuur.

7 Mei 1874. Vandaag heeft de Burgemeester laten omroepen dat na 11 uur geen optogten meer gehouden mogen worden. Een grappenmaker liet omroepen dat elk verzocht werd ORANJE te dragen.

8 Mei 1874. Een partij palm uit de tuin gesneden voor Sina tot feestornamenten. Met Katrina eene wandeling door het overal versierde dorp. Aan 't einde van de Molenstraat kwamen ons twee feestelijke optogten tegen van de bewoners dier straat, die wij bewonderen moesten om de vele opoffering van moeite en kosten daaraan besteed.

Wij even bij Vrendenberg (die wij bij ons wilden halen om alles beter te zien, doch hij kon niet om pijn in de rug).

Vervolgens nog een optogt van de Hoogerstraat en Steenenplaats, die ook prachtig was, vooral door den fraayen zang bij het gedurig omtrekken van de kastanjeboom op de Steenenplaats door een ganse rei fraay in 't wit geklede Meisjes met bloemen in 't haar die de groote bloemkrans of guirlandy droegen. Al die optogt vervolgens door de Waalderstraat en terug.

9 Mei 1874. Vandaag geen optogt.

12 Mei 1874. Feestdag van het 25-jarig Koningschap.

Het weder was in de laatste tijd zoodanig geweest dat wij ook gister nog vertrouwen mogten dat ook deze dag gelegenheid zou geven tot feestviering, doch de morgenstond terstond een donkere lucht en regenwolken met koude noordenwind.

Alles was echt feestelijk gestemd, overal werd nog de laatste hand gelegd aan de versieringen, honderden van ballons werden opgehangen. De Waalderstraat was niet alleen aan de zijden, maar ook van boven met guirlandes van zoogenaamd groen (heide) met 500 bloemen behangen. Vlaggen overal, ook reeds gister, eerepoorten in alle straten. Hier en daar piramiden met het borstbeeld des Konings. De Binnenburg was vooral zeer net, door 25 pilasters met schilden waarop van elk jaar één of andere regeringsdaad des Konings vermeld stond. Telegraaf en school van Texel niet vergeten.

[Optogten tot 4 uur: schoolkinderen, van Oosterend, erewacht van 40 ruiters van den Burg onder leiding van Eschauzier (Oosterend kwam een uur te vroeg en kon niet door de ruiters worden ingehaald), optogt van den Hoorn, van Oudeschild (over Oosterend en de Waal, stipte orde, voerden liederen uit en vertrokken weer naar 't Oude Schild)].

Des voormiddags eerst een optogt van alle schoolkinderen met hunne onderwijzers door alle straten, een treffend gezigt, die wriemelende menigte, allen netjes gekleed. De kinderen werden daarna in de school getracteerd.

Daarna optogt van Oosterend. Zij kwam een uur te vroeg en kon dus niet door de Eerewacht van den Burg (40 ruiters onder commando van Eschauzier) worden ingehaald tot groote teleurstelling van allen en ergernis van de Oosterenders.

Zij vertoonden alle de Nederlandsche Oranjevorsten Willem I, II, III, in een sierlijke wagen gezeten. Overigens alle voorname mannen te paard gekleed in de costumes van hun tijd en waardigheid (uit Alkmaar gehuurd). Voorts Vendels van Pietermans, Schutters, Watergeuzen met hunne bijlen en vertegenwoordigers van velerlei bedrijven. Zij vertoefden langen tijd op de Groeneplaats en trokken voorts het dorp om.

Intusschen was de Erewacht gereed en ging met muzyk de Optogt van den Hoorn inhalen. Wel vrij groot van getal, maar minder sierlijk. Na hun vertrek en van de Oosterenders pleegden sommigen, door sterke drank bevangen, baldadigheden.

Na lang wachten kwam des namiddags de Optogt van 't Oude Schild. Het glanspunt van deze was een fraay versierde wagen (kosten 30 gulden) met gecostumeerde personen die Zeevaart, Handel, Nijverheid, Landbouw, enz voorstelden. Zij voerden een proviandwagen mede en wilden geen tractaties aannemen. Zij voerden op de pleinen eenige liederen in de beste orde uit en vertrokken weder naar 't Oude Schild.

Te 4 uur waren wij weder te huis. In de loop van de dag hadden wij nu deze, dan gene aan huis.

Des avonds zou de Illuminatie ontstoken worden, maar om sterken regen en wind bleef dat achterwege. De ballons waren ook reeds voor een deel in veiligheid gebragt. Wij zochten bij de kagchel onze troost. De herbergen waren vol. Troll, Bakels en Betje Vrendenberg hier.

13 Mei 1874. Des avonds was het weder gunstig voor de illuminatie, die eene inderdaad prachtige vertooning was. Troll ging met Katrina en Betje de illuminatie zien, ik volgde later. Fraai was inzonderheid de kastanjeboom op de Steenen Plaats met lampions verlicht en Bengaalsch vuur in 't midden.

14 Mei 1874. Hemelsvaartdag. Katrina ging des voormiddags naar den Hoorn, afscheid nemen van Aletje Bakels. Zij kwam des 7 uur te huis, na de feestelijkheden aldaar gezien te hebben, Optogt van 't Oude Schild naar den Hoorn.

Ik zag des avonds nog iets van de illuminatie die hier en daar (bij S. Keyser en Loman, brand aldaar) nog fraaijer was dan gister, doch te 11 ure maakte de regen er een einde aan. Onze meid was naar Cocksdorp. Een deel van de Burgers van namiddag naar 't Oude Schild.

15 Mei 1874. Harde wind, regen, koud. Men begint de versieringen weg te nemen.

4 Mei 1874. Naar de Krans bij Wieringa met Vrendenberg, aldaar ook Wassenaar en Bakels. De veel vergrootte tuin van Wieringa gezien. Gesproken over de te houden Feestrede en de daarbij te zingen psalmen, waarvoor Vrendenberg eenige goede opgeeft. Bakels meent dat hij geene Feestrede zal hebben te houden, doch zal er welligt van terugkomen.

5 Mei 1874. Vrendenberg komt des avonds met de blijde telegraaftijding dat Christina gelukkig door haar Duitsch examen is gekomen.

6 Mei 1874. Koekebakker hier vergadering van de Spaarbank.

Een tijdlang staan praten met Jakob Kooiman, die nu in 't huis van Lap is gekomen. Hij verhaalt van zijn onderhandelen met den Burgemeester over 't Post-Telegraafkantoor, dat hij tegen vergoeding van 3 gulden nog wel een maand had willen houden, daar zij eerst met de verplaatsing niet klaar konden komen.

7 Mei 1874. Brief ontvangen van Samuel met portret van hem en Alida.

Katrina met Koekebakker naar de Waal. Ik naar het Raadhuis S. Keyser en Hakman Bosse gestemd tot leden van Provinciale Staten.

7 Mei 1874. Ik had van voormiddag ontvangen een pak met tractaatjes van Afschaffingsgenootschap no. 21 en 74, die ik in pakjes verdeelde voor alle schoolkinderen van Texel. De Lang nam ze mee voor Oosterend en Cocksdorp, voor den Hoorn bragt ik het bij D. Bruin bij zijn zwager Jan in de Weverstraat. Ko bragt andere pakjes aan Glijnis, Verberne en Troll. Met Thomassen gaf ik ze mede voor Eijerland en Cocksdorp.

Des avonds Troll hier om te spreken over zijn bezwaar tegen de verspreiding van no. 21, namelijk als onderwijzer op een Openbare School, omdat daarin genoemd werd "Onze Heer Jezus Christus", schoon hij thans geen Joodsche kinderen op zijn school had.

't Scheen dat hij zich als een zeer conscientieus man wilde voordoen. Als hij bezwaar had en behield mogt hij het, zoo was mijn advies, aan de Schoolopziener vragen.

Ik daarna naar de Waal, Katrina afgehaald. Met Koekebakker aangename gesprekken over gelezen stukken in de Gids van Spruijt over het Darwinisme enz.

9 Mei 1974. Briefkaart van Koekebakker of ik ook voor Nijenhuis kon preeken. Ik neem het aan.

10 Mei 1874. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Door van Putten met zijn rijtuig afgehaald naar Cocksdorp. Aankomst aldaar tegen 3 ure. Mevrouw Neijenhuis onuitputtelijk in vriendelijkheden, wilde dat ik daar eten zou. Ik predikte met genoegen, ruim 100 menschen. Even bij Doctor Koning, te 6 ure ongeveer met Thomassen terug, hij bragt mij tot de Driesprong met eene dochter van Van der Kloot die ook naar den Burg moest. Naar de Waal, bij Koekebakker, met Katrina terug.

11 Mei 1874. Ko jarig. Wij konden geen geschenk voor hem bedenken. Hij des morgens en des middags naar de school. In de verloopen week enkele avonden vrij [geweest] om mede te werken aan de versiering.

Geen Krans bij De Lang, deze is naar Schermerhorn ter begrafenis zijns vaders.

15 Mei 1874. Ko gisteravond naar de Kikkert, gelijk ook woendagsavond. Ko heeft vacantie, Glijnis is naar Amsterdam.

17 Mei 1874. Ik bij De Holl over de rekening.

18 Mei 1874. De moeder van Koekebakker aan de Waal.

21 Mei 1874. Des avonds bij Sijbrand Jansz Keyser (nu op de Steenen Plaats).

23 Mei 1874. Klaas Kalis hier, dankzegging voor zijn vrouw.

24 Mei 1874. Pinkster. Gepreekt aan den Burg. Katrina des middags naar de Waal. Alles is daar nog best. Ko volgens gewoonte bij Arnoud Van Deursen.

Twee kinderen van Cornelis Eelman (Bargen) hier boter gebragt, des namiddags gebleven.

25 Mei 1874. Gepreekt te Oosterend. Weer aan de Waal, alles wel.

25 Mei 1874. Bij Jakob Kooiman, aldaar Albert Boon. Zijn zoon Jakob is goed in Amerika aangekomen, maar scheen nog niets gevonden te hebben. Kooiman is in zijn nieuwe woning (2 huizen van ons) zeer goed tevreden. Gesprek over de kinderen, vooral Pieter, een drukke, woelige knaap, kan goed leeren, maar heeft weinig vlijt, is nogtans zijn vader goed gehoorzaam.

Gesprek over Sijbrand Jansz Keyser. Hij leeft met hem in de beste verstandhouding. Kooiman erkent dat tijdens het leven zijner zuster die kinderen weinig onder stuur waren. Hij zelf was er soms wel geroepen om orde te stellen. Hij schijnt wel te verwachten dat het nu beter zal gaan.

Kooiman wil dat zijn zoontje Pieter ook met Ko gymnastie leere.

Het huis bezien, groote kelder. De vrouw zelve [heeft] eene kamer (keuken) geheel geverfd.

26 Mei 1874. Ik in de tuin. Des namiddags Krans bij mij.

Adriana Vrendenberg heeft een aanbod van jufvrouw van Oss uit Soerabaia om daar Hulponderwijzeres te worden op zeer voordeelige voorwaarden, doch wil er niet heen. Zij zou zich anders verbinden voor 5 jaar.

Het examen van Menno zou heden beginnen.

27 Mei 1874. Ko reeds te 6 ure er op uit met Arnoud van Deursen en Pieter Sijbrandsz Keyser met de lammerenwagen naar 't Oude Schild. Te 9 ure weer naar school.

28 Mei 1874. Kamerdag aan de Waal. Bij Koekebakker gebleven tot 's avonds 8 uur.

29 Mei 1874. Katrina des morgens naar de Waal. Alles wel.

30 Mei 1874. Ko des avonds op de jarigheid van Arnoud van Deursen.

31 Mei 1874. Zondag. Des morgens 7 uur kwam Jan Duinker van de Waal hier berigten, ofschoon zonder lastgeving, dat Sina bevallen was heden morgen 6 uur. Hij was ten derde male op reis om Doctor Ensing die nu daar heen was, na er ook gisteravond geweest te zijn. Katrina bragt mij die boodschap terwijl ik nog te bed lag.

Te 8 ure reed Ensing terug, bragt brief en telegram voor familie. Het bleek nu dat alles volkomen naar wensch was afgeloopen, en dat de ouders, en wij met hen, zich in een gezond meisje mogten verheugen, 't welk ons tot de blijdste dankbaarheid stemde.

Ik bleef aan den Burg te prediken.

Katrina ging derwaarts om te helpen brieven schrijven. Wij lieten de gebeurtenissen hier rondzeggen door Grietje Smit. Vervolgens om den Burg door Jan Smit. Des namiddags ik naar de Waal. Kraamvrouw en kleine in de beste welstand gevonden en allen tezamen hoog gelukkig. De baker Martje Vos van den Hoorn vanmorgen te 4/11 ure gekomen.

Ik wandelde met Katrina naar huis, vroegtijdig, om de Waalders niet te grieven.

Ko des middags uit rijden.

1 Juny 1874. Koekebakker hier des voormiddags, met hem het kind aangegeven (Guurtje) op 't Raadhuis. Even bij Loman, hij had daar in zijn tuin 6 fraaije Aucubas, waarvoor de boomkweeker hem van 't voorjaar 60 gulden geboden had om ze naar de Tentoonstelling te sturen. Hij had het echter niet bewilligd.

Des namiddags met Vrendenberg naar de Krans bij Wassenaar.

Katrina naar de Waal, alles uitmuntend.

2 Juny 1874. Ik in de tuin, gelijk nogal veel in de laatste dagen, bij het heerlijke weder dat wij thans hebben. Vandaag extra warm, zoo dat ik mijn winteronderkleeding afleg.

Tegen de avond bij Glijnis, hem gevraagd of hij, wanneer Katrina en ik in de volgende week op reis gaan, Ko zoo lang wilde logeren, hetwelk hij gaarne aannam, dewijl hij nu 3 kostgangers minder had.

Naar de Waal met Katrina. Alles daar in de beste orde gevonden. Sina heeft het kind aan de borst, alles gaat uitmuntend. Het kind ziet er lief uit en is niet buitengewoon lastig, zelfs tevreden. In Sina zou men geen kraamvrouw herkennen. Het eten smaakt haar best, zij rust ook goed. Wij te 11 ure naar huis.

3 Juny 1874. Wederom zeer schoone morgen. Buiten op de plaats ontbeten. Mijn 65e verjaardag in gezondheid en onbeschrijflijk veel zegen beleefd. Aan de Waal alles zoo best, en zoo wij weten ook te Groningen en Leeuwarden.

Over Menno beginnen wij ons wel wat ongerust te maken, daar wij reeds tweemaal benoemingen van Arts in de Courant vonden zonder zijn naam. Maar een telegram van hem, in de voormiddag ontvangen, deed ons inzien dat de uitslag van zijn examen eerst zaterdag zou zijn, zoodat wij hoop blijven houden.

Ko vereerde mij een tuinschoffel, Katrina een pet, Sina taart. Des voormiddags kwam mevrouw Koekebakker met rijtuig van de Waal en bleef hier den dag. Met Sina was het best. Hein bleef vooreerst bij haar.

Troll kwam hier gymnastie oefenen met Ko en Pieter Keyser. Ensing hier en Bakels. Des middags Jet Ensing en Margo Keyser, Vrendenberg en vrouw en vervolgens Hein Koekebakker. Deze vertrok te half 8 wandelend met zijne moeder.

Brief van Samuel en Dolfina met portret van Johanna.

4 Juny 1874. Des morgens 8 uur Dominee Wassenaar hier ontbeten. Hij ging schoolbezoek doen te Oosterend. Des middags Troll.

Weder zeer schoone dag, het blijft zeer droogend, alles wenscht regen.

5 Juny 1874. Telegram van Menno ik ben arts!, en een dito van Dirk uit Groningen ter felicitatie. Ik uitermate verblijd, allen delen in onze vreugde. Ik naar Vrendenberg (hijzelf niet thuis) en naar Ensing (hijzelf niet thuis) waar ik ook hartelijke gelukwenschen ontving. Brief geschreven aan Menno om aan te dringen dat hij ten spoedigste te huis kome.

7 Juny 1874. Zondag. Gepreekt aan den Burg.

Eene troep kinderen bij ons op de schommel.

Katrina met Margo en Betje en Adriana gewandeld.

Des avonds na posttijd Katrina en ik naar de Waal, ik afscheid genomen voor een week.

8 Juny 1874. Als wij aan 't ontbijt zaten (ik had reeds vroeg in den tuin het noodige gedaan) kwam Menno aan van 't Nieuwe Diep. Uit Amsterdam gisteravond vertrokken. Door de teleurstelling die zijn onnodig uitblijven ons veroorzaakte, was de ontvangst wel eenigszins koel, en toen ik vernam hoe hij het geld, ook het laatste hem toegezonden (examengeld) eenvoudig verteerd had met zijne zoogenaamde vrienden in Amsterdam, kwam het tot scherpe bewoordingen tegen hem.

Des voormiddags Dominee Vrendenberg hier om hem geluk te wenschen, des middags Herman en Willem Westenberg en Haga.

8 Juny 1874. [Huizinga, Koekebakker en Bakels op reis naar Amsterdam voor Domineesvergadering] Om 8 uur vertrok ik met de diligence naar 't Oude Schild, op reis naar de Vergadering van 't Emeritaats- en Weduwenfonds in Amsterdam.

Gisteravond aan de Waal aan 't sterfhuis van Jakob Jakobsz Eelman, die vandaag begraven zou worden. Ik zeide dat ik niet kon komen om de reis (men had mij anders wel genoodigd om den aanspraak te doen). Doch Koekebakker zou komen en wilde dan terstond daarna zich haasten om wandelend door 't land naar 't Oude Schild nog tijdig de boot te bereiken. Hij deed het in ruim drie-vierde uur en was alzoo reeds op de haven, aldaar ook Bakels. Genoeglijk zeiltochtje bij het schoone weder.

Aan 't Nieuwe Diep Bakels, Koekebakker en ik gewandeld langs de schepen en vervolgens uitgerust in 't Stationskoffijhuis Bellevue, waar wij ook onze reisgenoot Langeveld weder vonden. Te 7 ure vertrokken wij naar Wormerveer, waar wij na 't gewone wachten te Uitgeest te half 10 kwamen. Voornaamste gesprekken over Menno en Sina.

[Katrina gaat op reis naar Harlingen en Groningen. Ko gaat naar Glijnis te logeren en Menno naar de Waal].

9 Juny 1874. Vergadering in Vermaning Westzijde Zaandam.

10 Juny 1874. Naar Amsterdam. Vergadering Weduwenfonds.

11 Juny 1874. Koekebakker vanmorgen vertrokken om met de middag op Texel te zijn.

[Huizinga naar Westzaan, bij de weduwe de Jong geslapen, kennissen bezocht].

13 Juny 1874. Te Wormerveer. Onrustige nacht, pijn in 't lijf, zag erg tegende reis op. Ik vertrok nogtans te 8 ure. Ik had groote behoefte aan slaap, doch werd daarvan teuggehouden doordien ik te Uitgeest, met de trein van Haarlem komende, Bakels ontmoette met wien ik de reis voortzette. Hij verhaalde mij dat een van de 2 Heeren met wie wij op de heenreis van Alkmaar af in de trein gezeten hadden, Van Elten Kruseman was, een schilder nu te New York gevestigd en geheel Amerikaan.

Te Nieuwe Diep op de Texelsche boot trof ik den Heer Sijbrand Veenstra en Marie Veenstra. Met de diligence te huis gekomen. Daar trof ik Menno, Ko en Vrouwtje in welstand.

Doch ik was zeer lusteloos en ging spoedig te bed. Ik sliep weldra rustig.

Intusschen vertrok mevrouw Koekebakker en Aal van de Waal weder naar Wormerveer.

14 Juny 1874. Zondag. Te 6 uur opgestaan, merkelijk verkwikt, doch nog altijd onwel. Gepredikt aan de Burg.

Even mevrouw Everts, Rina Keyser, toegesproken met haar fransch kind (en fransche meid).

15 Juny 1874. Ik veel beter in orde. Des namiddags komt Vrendenberg mij afhalen. Ik met hem en vrouw en Adriana naar den Hoorn, Krans bij Wieringa, aldaar ook Bakels. Ik even met deze naar zijn huis en tuin, deze zeer net in orde o.a. bloemtuin. Fokel zonder meid.

Met familie Vrendenberg weer terug gewandeld, te ruim half 11 weer tehuis.

16 Juny 1874. Des namiddags de Heer Dunné hier thee gedronken. Hij is Inspecteur van de Registratie te Groningen. Hij beklaagde zich dat Westenberg en zijn zwager Bok niet goed met elkander waren. Hij had trouwens nog nooit 2 Notarissen op eene plaats regt goed met elkander gezien.

Hij had Professor Huizinga dikwijls op 't Leesmuseum gezien.

Menno vanmiddag naar de Waal geweest, vanavond naar de Sociëteit.

[Menno wordt door Doctor Ensing betrokken in de medische practijk]

17 Juny 1874. Ensing even hier, wil dat Menno morgen met hem medegaat naar de Cocksdorp tot een operatie.

Dominee de Lang komt. Alle hervormde predikanten zijn naar de Ringsvergadering te Cocksdorp. Hij wil er niet heen en komt ook op de Krans niet meer, omdat hij Wassenaar en vrouw niet wil ontmoeten, die hem en zijne vrouw zeer beleedigd hebben. Ik tragt hem tevergeefs verzoenlijk te stemmen.

17 juny 1874. Des middags Bakels even hier. Menno gaat met hem naar den Hoorn.

Naar de Waal [Sina is suf en het kind schreit].

18 Juny 1874. Menno vanmorgen 9 uur met Ensing en de Holl naar Cocksdorp, waar 2 kinderen van een hazelip gesneden zouden worden. Tegen de avond terug.

Aan de Waal wat beter.

19 Juny 1874. Menno met Bakels naar den Hoorn. Ensing hier.

20 Juny 1874. Menno met de Holl en Ensing en Doctor Koning naar 't Nieuwe Diep, ter bijwoning van operatie aldaar door Doctor Haremaker.

Naar de Waal. Sina weer goed in orde.

Even naar de Holl, die met Koning terug gekomen was, terwijl Menno en Ensing er gebleven waren. Hij verhaalt veel van de afloop der operatie van Haremaker, die hij hoog verheft.

21 Juny 1874. Zondag. Naar Oosterend, Avondmaal. Even aan de Waal. Des namiddags visites gemaakt. Bij Cornelis Pietersz Keyser, zijn vrouw Marretje nog altijd sukkelende, kan geen spijs verdragen.

Des avonds naar de Waal, Sina weer met ons aan tafel, weer best in orde.

23 Juny 1874. Menno des morgens vroeg met de diligence naar 't Oude Schild om te 5 ure met Timmer te vertrekken naar Harlingen en voorts naar Leeuwarden.

Des namiddags de Heer Sijbrand Veenstra hier van 5 tot 10 uur met veel genoegen. Met belangstelling bezigtigde hij huis en tuin, waaraan zich voor hem zoo vele herinneringen hechtten. Met belangstelling nam hij ook kennis van het Stamboek zijner familie en verstrekte mij eenige opgaven. Hij verhaalt van zijne vrouw, zoo onlangs zoo geheel onverwachts gestorven. Van zijn eenige zoon (die hier ook eenigen tijd kwam), van zijne zonderlingheid bij scherpte van geheugen en opmerking, over de oorzaken van zijn zonderlingheid, in hoever in de omstandigheden zijner geboorte te zoeken, op zee geboren, na zware stormen met opvolgend slecht weder. Ook dacht hij over zijne opvoeding als eenigst kind, misschien ware het anders met hem geweest als hij spoedig aan de zorgen van anderen was toevertrouwd.

Over hem was het dat hij en vroeger zijn vrouw zich het meest bekommerde. Aan wien zou hij de zorg voor zijn vermogen in handen geven? Gebeurtenissen als met den Heer de Lugt (een schijnbaar zoo respectabel man) en zoo vele anderen hadden doen zien dat men op niemand volkomen vertrouwen kon stellen. Hij meende echter dat men zulks op Texel minder te vreezen had en roemde als zoodanig zeer mannen als Fokke Keyser, als door en door eerlijk, en zoodanig een had hij noodig.

24 Juny 1874. Des morgens een verkwikkend regentje, waarnaar wij reeds lang zeer sterk verlangden.

Met de Heer Dijt gesprek over 't onschatbaar voorregt van vatbaarheid voor vreugde ook bij ongunstige omstandigheden.

Des morgens met brief van Dominee Boetje bij Sijbrand Jansz Keyser.

25 Juny 1874. Brief van Dominee Boetje, dat hij zaterdag komt, doch niet bij mij zal logeeren, wat mij aangenaam is om mijn onbeleefde meid.

25 Juny 1874. Vandaag maaywedstrijd met machines aan 't Oude Schild. Drie waren werkzaam, alle 3 goed voldaan. Die van J.C. Bakker (Peugeot) wel 't best, voorts een van Biem Lap- Jan Peper.

26 Juny 1874. Tegen de avond naar Sijbrans Jansz Keyser, van hem ontvangen het geld dat ik nog aan 't Emeritaatsfonds heb bij te betalen voor de Gemeente en ook voor mij. Verder met hem veel gesproken, vertrouwelijk, over mijn positie in de Gemeente, hoe ik zou wenschen af te treden als ik vernam dat mijn aanblijven de Gemeente tot spijt of nadeel was.

Hij zeide voor zich te verlangen dat ik bleef en van het tegendeel nooit iets van anderen te hooren, maar wel dat men veelvuldig zeide "Wij kunnen Dominee Huizinga nog niet missen, die houdt de boel nog bij elkander, enz". Hij wilde bij de kooiveiling, als de diakens alle tezamen waren, een voorstel doen dat men, als ik zelf verlangen zou af te treden, alsdan mijn emeritaatstractement tot 2/3 mijner jaarwedde zou brengen, niet om mij daarmede te verwijderen, maar om erkentelijkheid voor mijn gedane dienst te kennen te geven. Ik zeide dat ik mijn verlangen om heen te gaan nog niet zou uitspreken, tenzij als het door de Gemeente verlangd werd, voorts dat ook finantieele bezwaren zich wel eenigszins daartegen verzetten, wijl voor mij het traktement, dat ik genoot met pastorij niet wel te ontberen was.

Ik gaf te kennen, dat ik de rijkdom niet bezat dien men mij toeschreef, dat de nalatenschap mijner ouders niet groot was geweest, dat die mijner schoonouders nu niet meer ten mijnen bate kwam, dat de opleiding mijner kinderen een deel van mijn bezitting verzwolgen had, dat deze nog te bezwaard waren om dit te kunnen vergoeden, dat mijn traktement hier eigenlijk steeds te klein was geweest, dat een gunstige zamenloop van omstandigheden alleen 't mij mogelijk had gemaakt om de kosten te dragen voor de opleiding mijner kinderen, dat er wel reden was om ook nu nog aan traktementsverhooging te denken bij het groote welvaren der Gemeentekas.

Keyser zelf weidde over dit laatste punt uit. Het Algemeen Boek, het Reservefonds en Tractementsfonds hadden jaarlijks belangrijke overschotten. Hij vond het niet goed, dat deze steeds werden opgehoopt voor 't nageslacht. Hij wilde dat er ook nu gebruik van gemaakt zou kunnen worden.

Het plaatsje op Driehuizen was voor den tijd van 6 jaar voor 300 gulden meer dan vroeger verhuurd. Daardoor alleen zou eene tractementsverhooging van 150 gulden gevonden kunnen worden. Veenstra had in 1864 een Reservefonds gemaakt, eigenlijk alleen opdat het Tractementsfonds niet te groot zou worden en dit behoorde wel degelijk vergroot te worden enz.

Loman reist in Zwitserland, zal dingsdag of woensdag wederkeeren.

Hendrik Dalmeijer aldaar. Zijne huishoudster weduwe Honigh voldoet weinig. 't Zal niet onaangenaam zijn als zij vertrekt. Zij spreekt er wel over om weer een winkel te beginnen.

26 Juny 1874. Jakob Honigh is nu boereknecht in Amerika.

26 Juny 1874. Vanmiddag naar de Waal gezonden naaimachien, wiegenkleed, 2 flesschen madeira, 3 flesschen bessenwijn, zuigflesschen. Zij zonden mij vandaar een brief van Katrina van 't Hoogezand. Alles wel.

27 Juny 1874. Te 3 ure begrafenis uit het huis van de weduwe H. Plavier in de Binnenburg, van 't lijk van Gerberdina Langeveld, van 't Nieuwe Diep herwaarts gebragt. Vrendenberg deed de toespraak. Talrijk personeel.

Gesprek o.a. over het staag toenemend verbruik van Sterke dranken, thans 4000 gulden per dag meer dan in 't voorgaande jaar.

Even bij Maarten Daalder en vrouw. Het kleine zeer lieftallige kind Trijntje wil mij bijkans niet verlaten.

Des avonds even naar de Waal. Aldaar Ensing. Sina had gister wat koorts gehad, doch nu weer vlug. Des avonds brief geschreven naar Samuel.

27 Juny 1874. Brief aan Samuel en Dolfina: Katrina komt 9 July op Texel terug. Ik heb zoozeer geen verdriet in mijn alleen zijn, maar ik mag toch ook niet zeggen dat ik er pleizier in heb. Voor 30 á 40 jaar had ik geen dienstbode die geheel onkundig was omtrent de bereiding van 't middagmaal.

Troll naar Groningen om te trouwen.

Menno oefent tijdelijk de practijk uit in Dronrijp.

Over de reis naar Amsterdam en de Zaan: 't Was mij een weemoedig genoegen de voorvaderlijke streek om Westzaan eens weer te zien, terwijl ik bij de weduwe van wijlen mijn vriend De Jong logeerde. Welke veranderingen lieten zich daar opmerken, vooral aan de dijk met de groote Noordzeekanaal-werken. Het IJ zal weldra geheel in land herschapen zijn. Hier en daar zag ik reeds groene velden.

28 Juny 1874. Zondag. Hier aan den Burg Boetje horen preeken.

De meid des namiddags naar de Cocksdorp.

29 Juny 1874. Des namiddags met Vrendenberg naar den Hoorn, Krans bij Bakels.

30 Juny 1874. Fokke Keyser bij mij tractement gebragt. Gesprek over Sijbrand Veenstra en diens dwaze zoon Hendrik.

Te 3 ure naar de Waal, aldaar gegeten met Boetje. Sina nu weer geheel met de zorg voor de huishouding belast. De baker was zondag namiddag vertrokken.

Ko naar de kermis in het honden- en apenspel.

1 July 1874. Dominee Boetje hier. Gesprek over mijn al of niet emeritaat worden, dat Koekebakker weinig volk schijnt te trekken, wijl men hem niet verstaat en hij te lang preekt. Boetje vond in Harlingen steeds veel kritiek op zijne preeken, zoowel tot lof als berisping (wat hier nooit het geval was). Hij ging op het Raadhuis met Loman enz theedrinken.

Ko naar de kermis tot 10 uur.

Ik des avonds het uitgavenboekje van de meid overgenomen.

2 July 1874. Bij Cornelis Saris op Driehuizen. De man had al van vanmorgen half 4 tot heden 12 uur gemaaid en droop van zweet, leed thans veel aan zware hoofdpijn, zoodat hij dikwijls het bed moest houden. Als hij 's avonds tot 6 uur gewerkt had, moest hij nog 3 á 4 uur werkzaam wezen met schapen melken enz, zoodat het hem dan haast te zwaar viel. Geen wonder! Bij de buren hoorde ik dat zijne jongens hem wel in deze arbeid konden helpen, maar daartoe onwillig waren en er niet met genoegzame ernst door de ouders toe gehouden werden. Zij luisterden weinig naar hen, zeide men [bij Antje Eelman].

Dit was bij Antje Eelman waar ik vervolgens vertoefde.

Dirk onlangs van Dienst weggekomen. Hij verhaalt van zijn leven in leven in garnizoen in den Haag en vroeger in het kamp. Hij hielp de boer waar hij te huis was en ontving dan menigmaal van hem een belooning.

2 July 1874. Naar Albert Kooiman (in de Kooi onder den Hoorn), zijne vrouw Hiltje zeer zwak, het kindje van 13 dagen gisteravond overleden. Ensing aldaar ontmoet, die mij met de bedenkelijken toestand der zieke bekend maakte (keeltering). Zij was zeer aangedaan bij mijne komst. Zij hadden zeer naar mij verlangd. Ik sprak ze zeer bemoedigend en versterkend toe, beloofde spoedig weer te komen.

De vrouw was sedert October a.p. niet goed in orde geweest. Toen had zij zich als het ware opgeofferd voor hare zuster Neeltje Zuidewind, dikwijls haar bezoekende door nat en koude, na vermoeijende dagen in eigen gezin (zonder meid), dikwijls bij haar wakende. Zoo toonde zij waarlijk Godsdienst, al beklaagde zij zich nu dat zij te weinig Godsdienstig was.

Ook de man zeide dat hij de loutering des lijdens zoo zeer behoefde.

Ik wees aan wat Godsdienst was en moest zijn in hunne bijzondere omstandigheden.

[Op 17 Augustus begrafenis van Hiltje Zuidewind].

Des namiddags met Ko over de kermis, aldaar vele bekenden gesproken.

Ko des avonds naar de Komedie in de Kikkert. Hij verhaalt van 't geen hij daar zag en hoorde.

Ik van namiddag bij De Holl Wassenaar en vrouw onmoet. Aldaar onthaald op wafels en wijn. Wassenaar verhaalt van zijn verblijdend beroep naar Peperga.

3 July 1874. Brief van Menno uit Dronrijp, is daar zeer wel tevreden. Denkt zaterdag over een week te huis te komen.

Ko aan 't schrift schrijven en daarna naar de kermis (veel strijd met hem wegens zijn gebrek aan ijver en oefening), terwijl ook de meid uit is.

3 july 1874. Bakels blijft hier thee drinken.

Hier gezelschap gehad aan de kinderen Anna van Deursen en Anna Sijbrands Keyser, die hier met mij koffij dronken. Door haar geholpen in het klaarmaken.

Ko des avonds met jufvrouw van Deursen en kinderen in de wafelkraam.

Gister zeer heete dag, 80 graden. Vandaag, na eenig onweer gisteravond, wat koeler.

3 July 1874. Jakob Kooiman hier sprekend over de treurige toestand zijner zuster Naatje, die wel naar een krankzinnigengesticht vervoerd zal moeten worden. Hij kwam vragen welk Gesticht de voorkeur verdiende, ik dacht aan Meerenberg.

4 July 1874. Schoonen zomerdag, gelijk alle vorige dagen der week, thans winderig.

Jan Dekker hier aan 't kleingoed verwen. Voor een paar dagen was hij hier ook en kwam ik met hem in een ernstig gesprek over Godsdienst, waarbij hij veel belangstelling toonde in het kennen van de gronden der Moderne Rigting, die hij ook toegedaan was.

4 July 1874. Brief aan Samuel en Dolfina: Nu is het mij dikwijls te stil en te eenzaam in huis, geen mensch met wie ik eens gedachten wisselen kan. Ko meestal den geheelen dag uit en, in huis zijnde, ook niet zeer communicatief. Soms komt er kinderbezoek om de schommel en houd ik mij daarmee bezig, of zooals gisteren, laat ze dan bij mij koffijdrinken, waartoe zij dan gaarne de noodige hulp verleenen met klaarmaken. Zoo komen wij den tijd door.

Kermis. Elken namiddag vereenigen zich de gezelschappen op 't Raadhuis te theedrinken in 't gezicht van 't kermisgewoel. Eenmaal zag ik 13 wagens in een rij hier door de Waalderstraat jagen.

Wassenaar beroepen in Peperga.

5 July 1874. Zondag. Laatste kermisdag. Gepreekt te Oosterend. Op heen- en terug reis even bij Sina.

Even bij Loman, afscheid genomen van Boetje aldaar. Gesprek over de preek van Koekebakker, door Boetje gehoord. Anders zeer goede denkbeelden, maar de voordragt was treurig, onverstaanbaar.

Des namiddags naar Teunis Timmer, hij wist niet op wat tijd hij van Harlingen zou varen, daar hij goederen van Troll van Leeuwarden moest halen. Misschien voer hij eerst vrijdagmorgen van Harlingen. Ik schreef dit een en ander aan Katrina en Dirk.

6 July 1874. Katrina jarig maar te Grijpskerk. Brieven voor haar ontvangen. Brief van Dirk ontvangen over zijn komst op a.s. zaterdag.

Des voormiddags ter begrafenis van Trijntje List. Vervolgens naar de Krans bij Vrendenberg, aldaar Bakels en Wassenaar.

7 July 1874. Des avonds in het Gesticht. Jacob List, Cornelisje Eelman en Jan Daalder bezocht. Ik aan dezen een waschtoestel besteld, tegen maandag zou het klaar wezen. De tuin van het Gesticht doorwandeld, groote uitgestrektheid, veel en veelsoortige vruchten. Jacob List is voornamelijk de tuinman. Men is daar best tevreden.

Bij de weduwe Jacob List (doof) koffij gedronken (in de Gasthuisstraat). Zij verhaalt veel van haar omstandigheden, de boedelscheiding was in alle vrede afgeloopen. Zij beklaagde dat het zooveel anders ging bij de weduwe G. Koorn in Bargen, waar altijd twist en ontevredenheid was. Maar zij bevoordeelde ook het eene kind boven het andere.

Des avonds laat de komeet in het N.O. gezien, flaauw.

8 July 1874. Des avonds met Jacob Pietersz Koning naar de Waal, wijl hij met rijtuig daarheen mijn deur voorbijkwam, terwijl ik wilde uitgaan in den Burg. Ik daar vertoefd tot hij mij weer kwam afhalen te half 10 ure. Hij had zijn land te Oosterend verhuurd.

Ik bij Koekebakker anderhalf uur vlijtig in de tuin gewerkt, de geheele bloementuin, paden, enz. van het veelvuldige onkruid gezuiverd.

Des voormiddags was Koekebakker bij mij geweest om de Zitting voor de Spaarbank.

Alles smacht naar regen. Des avonds weder de komeet flaauw gezien.

9 July 1874. Misschien komt Katrina vanavond te huis, waarnaar ik wel verlang.

De weduwe Pieter R. Keyser is weinig ingenomen met hare voormalige schoondochter Antje Boon, als zijnde een zeer onhandelbaar mensch.

9 July 1874. Bij Jan Koning koffij gedronken. Volgens gewoonte keurt hij het zeer af dat men zijn kinderen van Texel zendt om opleiding te bekomen. Hij zegt: "Wij eten hier immers ook altemaal".

10 July 1874. Briefkaart van Katrina dat zij vandaag hoopte te huis te komen. Des namiddags kwam zij, terwijl de Heer Haga hier zat. Katrina was gelukkig gezond, had een lange reis gehad, vanmorgen 3 uur van Harlingen gegaan, tot in de middag 3 uur. Ik was zeer blijde met haar komst. Veel was er te vertellen van Groningen. Leeuwarden enz. Wij wilden des avonds nog naar de Waal, maar werden door de dreigende onweerslucht terug gehouden. Bij Jacob Kooiman het kinderledikantje te leen gevraagd en verkregen.

Ik vernam dat de kooiveiling van gister 600 gulden meer had opgebragt dan een vorig jaar.

Vandaag aan het Koogerstrand de reddingstoestellen beproefd.

11 July 1874. Des morgens 10 ure naar 't Oude Schild gereden met wagen van J.C. Bakker [gisteren besteld]. Aldaar vroeg de Havenmeester de Vries of ik ook wilde met het door hem op schriftelijk verzoek mijns zoons bestelde vaartuig naar de Stoomboot Zijlstra, die wij aan de horizont bespeurden. Ik deed het met schipper Jacob Hillenius. Lang duurde het bij de windstilte, eer wij bij de boot waren. Deze was opgepropt vol met 143 passagiers. Ik vond Menno, Dirk, Koos, Jakob, Johan (deze zag ik hier op zee voor het eerst) in de beste welstand, [de meid] Johanna ook mede. Tegen half 1 waren wij aan de wal, op 't laatst nog gesleept door de stoomboot Ada. Bok wilde dat de passagiers zouden overkomen, wat zij niet verkozen.

Spoedig waren wij te huis bij Katrina, druk aan 't uitpakken van de vele koffers.

Menno, nu terugkomende van Dronrijp, was besloten zich in Harlingen te vestigen, had daar reeds kamers gezien.

Ik had regt schik in Jakob en ook in Johan, die minder eenkennig was dan men denken mogt. Jakob weldra in de tuin in 't zand aan 't spelen. Alle speelgoed zien en beproeven.

Dirk en Menno des namiddags even naar de Waal.

12 July 1874. Zondag. Nu talrijk gezin, Dirk en Koos en 2 kinderen, Katrina, Menno en de 2 meiden, Johanna en de onze Vrouwtje. Samuel komt in Augustus.

Gepreekt aan de Burg, Dirk, Menno en Katrina bij mij ter kerk.

Sina doet haar eerste kerkgang. Gode zij dank!

Des voormiddags eenige welkomstbezoeken ontvangen, zoo ook des namiddags.

13 July 1874. Des namiddags de Krans bij mij.

Des avonds Nutsvergadering. Bakels, Koekebakker en ik daarheen. Koekebakker wordt benoemd tot Afgevaardigde naar de Algemene Vergadering van 't Nut in Augustus. Koekebakker en Bakels blijven hier boterham eten.

14 July 1874. Des namiddags Koos met Dirk en de beide kinderen te half 5 naar de Waal gereden en terug. Koos blijft bij Sina.

Te 8 ure, toen de kinderen rustig lagen te slapen, gaan Dirk en Menno (die intusschen zich gereed gemaakt had voor zijn afreis naar Harlingen op morgen met de Zijlstra), Katrina en ik, wandelende naar de Waal. Wij brengen daar met Koos bij Koekebakker en Sien zeer genoeglijk den avond door. Sina moest echter veel bij haar kind boven wezen.

Koekebakker deed ons mededeeling van een bezoek van Sijbrand Jansz Keyser en Jan Jacobsz Roeper, die tegen l.l. zondagavond bij hem belet gevraagd hadden en 2,5 uur hadden gesproken over de achteruitgang van de kerkgang in de gemeente, welke zij aan hem wijten, wijl zijn preeken te lang en niet boeiend waren en soortgelijke aanmerkingen meer, waarin Roeper vooral zeer scherp was.

Het resultaat der bespreking was, dat Koekebakker zeide dat het alzoo wel bleek dat hij en de gemeente niet bij elkaar pasten en dat 't dus zaak was te zorgen zoo spoedig mogelijk weg te komen. Dit hadden zij echter niet bedoeld. Het bleek dat Jan Roeper dien morgen, toen Koekebakker zoo hij meende eens buitengewoon xxx gepreekt had, de preek geheel niet met belangstelling had gevolgd, dat hij er eigenlijk niets van wist.

Koekebakker en wij allen waren diep getroffen en verontwaardigd over deze ontmoeting. Dirk hield zich verzekerd dat men hem [Koekebakker] wel in Noordhorn (door bemiddeling van De Waard) zeer gaarne en spoedig een beroep zou aanbieden. Katrina verheugde zich in de gedachte dat dit aanleiding zou geven, dat de ook wij spoedig naar Groningen zouden komen.

Met Dirk besprak ik op de heenwandeling de vraag of en wanneer ik emeritaat zou nemen en wat dan? Dirk meende dat ik in Groningen thans zeer geschikt een huisje met tuintje voor 300 gulden zou kunnen huren. De mededeeling van dezen avond gaf ons veel stof tot ernstig nadenken. Te half 11 reden wij allen gezamelijk zeer genoeglijk en in den besten welstand huiswaarts.

[Helaas is in de kopie van Meijer bladzijde 996 niet gekopieerd, waarop Koos Tonkens plotseling overlijdt. Gelukkig kon ik de kopie van Gerard van der Kooi raadplegen]

15 July 1874. Ik had nog breedvoerig gesprek met Menno over zijn toekomst en zijn geldelijke aangelegenheden. Ik beloofde tenslotte dat ik mijn best zou doen om hem geldelijk te ondersteunen naar vermogen, opdat hij goed aan den gang zou komen te Harlingen. Eindelijk scheidden wij te half 1 en gingen ter ruste, gelijk de anderen reeds terstond bij hunne thuiskomst hadden gedaan. Menno zou morgen te 3 uur geroepen worden om met de diligence te vertrekken.

Kwart voor 1 's nachts ontwaakte ik omdat ik Menno in de kamer hoorde. Hij zeide dat Koos niet goed was en dat hij om Ensing ging. Ik vond ook Katrina op de been. Koos zat op, door Dirk ondersteund en jammerde over een steeds toenemende benauwdheid, die haar tegen half 2 had doen ontwaken en die nu zoo erg werd, dat zij daarin dreigde te smoren. "Ik ben doodsbenauwd, ach mijn arme kinderen!", waren de kreten die zij slaakte.

Menno kwam weldra met Ensing terug, te 2 uur. Hij beproefde een aderlating, maar kon geen bloed krijgen als later aan 't been, maar reeds lag zij roerloos daar, ach het bleek weldra, dat alle pogingen om de levensgeesten weer op te wekken met ammonia enz ijdel waren. Zij was gestorven. Hartverscheurend tooneel, dat ik mijn arme Dirk daar moest zien jammeren op 't lijk zijner vrouw.

Menno ging naar de Waal, kwam met Sina met de wagen. 't Was haar eerste bezoek sedert langen tijd. Hartroerende ontmoeting. Zoo grenzen vreugde en smart aan elkander.

16 July 1874. Met de middagpost de gedrukte Rouwbrieven ontvangen Wij aan 't adressen schrijven 150 rouwbrieven, met medehulp van Koekebakker die toen kwam. Inmiddels bezoeken. Getelegrapheerd naar Groningen aan Albert Tonkens dat de begrafenis zaterdag voormiddags plaats moet hebben, lijstje van 12 dragers opgemaakt, des avonds de kist gehaald, het lijk gekist dat reeds veel ontbinding toont.

17 July 1874. Vele bezoeken ontvangen. Gisteravond hebben Menno en ik aan het verlangen van Dirk voldaan om nog eenig haar van Koos te nemen. Sedert de kist gesloten gehouden. Ensing bepaalde dat op morgen de lijkkist niet met ons in de kamer zal zijn.

Kleine Johan heeft waterpokken. Dirk past de 2 kinderen ook 's nachts op en heeft weinig slaap.

18 July 1874. Komen vader en Albert Tonkens, genoodigden, enz. Tegen 11 uur komen de enkele genoodigden, Ensing en vrouw en Vrendenberg en vrouw. Toen de dragers binnen kwamen sprak ik een woord tot Dirk, vader Tonkens, enz.

Daarop had de droevige gang naar het kerkhof plaats en stond ik weder aan het geopende graf nr. 15 onder onbeschrijflijke herinneringen en aandoeningen bij het zien van mijn zoon, die daar nu stond als ik op 15 November 1851. Koekebakker en Sina waren des morgens ook gekomen en vertrokken weder (met de vigilante).

Tegen de avond Dirk met vader Tonkens door het dorp gewandeld.

Des avonds komt Koekebakker, deelt ons mede dat morgen een paar diakens van Ouddorp hem te Oosterend zullen horen, wijl zij erover denken hem te beroepen.

18 July 1874. De diakens van Ouddorp komen Koekebakker horen. Hij is er (in zijne tegenwoordige omstandigheden) blijkbaar zeer mede ingenomen. Ik hoop echter dat het tot zulk een algehele scheiding tusschen mij en mijne dochter niet zal komen.

19 July 1874. Zondag. Gepreekt aan den Burg [Huizinga zocht eerst een vervanger in Bakels, maar preekte toch zelf] maar later vatte ik moed om het zelf te doen. Vader Tonkens en Albert en Menno ter kerk. Dirk had zich met regt ontschuldigd. Katrina moest te huis blijven, omdat de meid de Avondmaalsviering in de Gereformeerde kerk zou bijwonen.

Tegen de middag heb ik met Tonkens en Albert het geheele dorp doorwandeld. Te 3 ure vertrokken zij, ook Menno, over 't Nieuwe Diep naar Amsterdam (Menno vandaar naar Harlingen).

Des avonds 8 ure Dirk, Katrina en ik naar de Waal en ter 10 ure weer terug. Op die wandeling spreekt Dirk over de gronden zijner stille berusting. Hij ondervond nu dat hij in zijne wereldbeschouwing ook kracht kon vinden om zich te troosten. Hij had een paar zware dagen gehad maar was er nu doorheen. Hij boog zich voor de noodzakelijkheid, dat is voor God. Ware er onsterfelijkheid, hoe zou hij moeten lijden onder de gedachte van het lijden zijner verstorvene, terwijl hij nu alleen omsukkelde met de kinderen. Wilde men in onsterfelijkheid genot vinden, dan zou men een gansche reeks van onmogelijke wonderen moeten aannemen, enz.

Ach, ik hoorde hem dat alles zeggen en meer nog, zoo drukte hij zijne ergernis uit dat bij de tallooze ontvangen brieven er nog enkele waren, zeer enkele, die melding maakten van het Christelijk geloof al bron van troost.

Ik verheugde mij in 't aanschouwen zijner ruste, maar ik bedroefde mij diep over de groote disharmonie tusschen zijn en mijn geest. Ik voor mij heb altijd onuitsprekelijk veel genoten, in vreugde en in smart, door het levendig bewustzijn dat ik van mijn Hemelsche Vader mag spreken. Hem, mijn zoon, zag ik daar henen gaan als een geheel aan zichzelf overgelatene, als een wees, die zich met zijne eigene onbetrouwbare krachten zich zijn plaats in de wereld moest verkrijgen en handhaven. Koos, zeide hij, was evenzoo min godsdienstig geweest als hij.

Doch ik wil er niet meer over schrijven.

Bij Koekebakker druk gesprek over 't geen hij dezen voormiddag van de 2 Ouddorper diakens vernomen had. Hij zou nu daar gaan preeken en in Almelo, waar hij op het zestal stond. Blijkbaar was hij innig verheugd met zijn groote kans op Ouddorp. Ik hoop echter dat het tot zulk een algeheele scheiding tusschen mij en mijne dochter Sina niet zal komen.

20 July 1874. Wij zijn nu weer met klein gezin, Dirk, de beide kinderen en Johanna en dan Katrina en ik.

Katrina heeft het druk met het klaarmaken van de koffer voor Menno, die des avonds met een kist boeken enz door Timmer wordt afgehaald.

De beide jongens zijn best in orde, Johan is nog op het gelaat met uitslag bedekt.

De zoon van Jan Kalis, die zaterdag voor een week het ouderlijk huis of het eiland in stilte heeft verlaten en overal omgezworven, is door de politie te Leijden aangehouden en door vader en oom heden naar hier teruggebragt.

20 july 1874. Des avonds laat Bakels even hier. Vrendenberg had reeds gehoord dat Koekebakker beroepen zou zijn op eene voordeelige plaats.

21 July 1874. Steeds komen er nog brieven voor Dirk, die alle deelneming betuigen.

Katrina heeft het druk met haar groot wasch van 2 dagen arbeid. Des morgens vermoeide zij zich te zeer, vatte daarop misschien koude, was althans des namiddags zeer onlustig.

Dirk naar de Waal.

23 July 1874. Zeer schoone dag. 1 Jaar geleden trouwdag van Sina (naar den datum eerst morgen). Dirk en ik des namiddags naar de Waal. Het kind van Sina is veel beter dan eergister. Zij hebben nu weer vollen moed om het te behouden.

Katrina is gelukkig ook weer beter en weer den geheelen dag op de been en werkzaam, ofshoon nog geen eetlust.

25 July 1874. De Heer Koekebakker van Wormerveer hier. Dirk met hem naar de Waal gewandeld.

26 July 1874. Zondag. Gepreekt aan de Waal.

Gister, zaterdagmorgen, kreeg ik berigt dat Samuel plan had om, als hij zijn examenwerk te Sneek volbragt had, over Leeuwarden naar Texel te reizen en zaterdagmiddag met de stoomboot Zijlstra hier aan te komen, gelijk ook geschiedde. Hij kwam echter eerst na 1 uur des middags, wijl hij in gezelschap van Professor Burger (Directeur der H.B.School te Leeuwarden), met zijne 3 zoons, gewandeld was van het Oude Schild. Dezen wilden Texel bezien. Samuel had zich als gids aangeboden. Ik maakte met Burger genoeglijk kennis en noodigde ze uit tegen zondagavond.

Heden zondagmorgen 9 uur reed Samuel met hen uit naar Cocksdorp, de Vuurtoren enz (eigenlijk wandelde Samuel met mij naar de Waal, waar men hem zou opnemen, wijl hij vooraf Sina en haar kindje nog wilde zien).

Ik terstond naar den Burg om op verzoek van Burger zijn middagmaal in de Lindeboom af te zeggen.

Koekebakker preekte aan den Burg. Dirk was voor 't eerst zijn toehoorder en dat met veel genoegen.

Aan de Waal was alles vrij wel, schoon het kind zigtbaar achteruit gaat. Het schijnt geen voedsel te verdragen.

Des avonds Samuel van zijn Cocksdorper reis terug. De Heer Burger en zoons en later ook Koekebakker den avond genoeglijk hier gepasseerd. Allen hadden liefde voor de Botanie.

27 July 1874. Samuel des morgens 7 uur met de familie Burger naar den Hoorn en het strand aldaar gewandeld. Hij kwam te 2 ure terug.

27 July 1874. Doctor Ensing hier mij zeggen dat hij de toestand van het kind van Sina als zeer gevaarlijk beschouwde, ja hij meende straks alreeds dat het stervende was. Het eenigste waarvan, zoo hij meende, nog iets te hopen was, zou zijn eene min, doch niemand wist een zoodanige aan te wijzen, totdat hem opeens in gedachte kwam dat de vrouw van Jan Teunisz Roeper een kind aan de borst had.

Ik terstond daarheen en haar gevraagd of zij onmiddelijk met mij naar de Waal wilde rijden. Zij kon eerst echter te 3 ure. Sina wist eerst niet wat zij er aan had toen zij ons zag. Groot was onze aandoening van blijdschap toen het kind, zoo zwak als het was dat terstond de borst goed aanvatte en doorzoog en blijkbaar zich regt op haar gemak gevoelde. Wij spraken af dat de vrouw vanavond nog eens met het rijtuig zou terugkomen.

[Huizinga gaat alle zogende vrouwen langs] Ik ging daarop op de loop naar de Everste Koog, waar eene zoogende vrouw woonde, om die zoo mogelijk te engageeren, Trijntje Kind, de vrouw van Gouke Bakker, doch deze kon onmogelijk om zwakte en andere redenen. Teruggekeerd aan de Waal bezocht ik Herman Roeper en vrouw, die hun kind van 4 maanden door den dood verloren hadden. Daar hoorde ik van eene vrouw aan de Waal, de vrouw van P. Krul. Te huis had men er inmiddels ook van gehoord, de vrouw van Roeper was gekomen. Koekebakker nu terstond op den laten avond naar de vrouw van Krul. Afspraak gemaakt dat zij morgenochtend te 7 ure zal komen.

28 July 1874. Gunstige berigten van de Waal.

29 July 1874. Ik des namiddags met de kleine Jacob een Boogaardje rond.

30 July 1874. Des namiddags Kerkeraadsvergadering. Besloten dat de Leeraars voor begrafenissen op verren afstand een rijtuig mogen nemen.

Brief aan broeder Juriaan dat Ko aanstaande dingsdag te huis zal komen, en voorts over zijn geringe vorderingen, noodig dat hij op een winkel of ambacht kome.

31 July 1874. Samuel en Dirk vanmorgen op de studeerkamer met het microscoop bezig.

Des avonds Katrina en Samuel naar de Waal, alles wel.

1 Augustus. Des morgens een weinig regenachtig. Verleden dingsdag of woensdag hebben wij een regt verkwikkelijken regen gehad, anders na 12 Mei bijkans bestendig droog weer. Evenwel is de grond nog innerlijk droog, zoodat nog zeer naar regen gewenscht wordt, doch telkens klaart de lucht weer op en 't wordt schoon weer, zoo ook heden.

Dirk en Samuel des avonds naar de Hoogte gewandeld.

2 Augustus 1874. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Terstond terug en te 1 ure doorgereden naar 't Oude Schild. Gepreekt voor Wassenaar, die nog op reis is.

Later bij Meester Muller thee gedronken. Gesprek over 't onderwijs op Texel. Hij beklaagt zich dat men geen aanmoediging schenkt aan het vormen van Kweekelingen. Hij verlangde van de Raad 100 gulden voor de Kweekeling en 25 gulden voor de opleiding. De Burgemeester verwees altijd naar de Raad, scheen zelf niets te durven.

3 Augustus 1874. Goederen voor Menno ingepakt, bed, tafel, spiegel, theestoof en ketel, enz en des avonds door Timmer laten halen.

Ook het goed van Ko door Katrina ingepakt.

Gisteravond Koekebakker bij Keyser, die hem weinig wist op te beuren en hem veeleer de raad gaf om, als de gelegenheid voor vertrek zich gunstig aanbood, daarvan gebruik te maken, wijl hij aan verreweg 't grootste deel der gemeente niet beviel. Dit versterkte dan ook 't plan van K. om zoo spoedig mogelijk heen te gaan.

4 Augustus 1874. Samuel en Ko des morgens 5 uur wandelende naar 't Oude Schild om te 6 ure met Timmer te vertrekken. Des avonds regen en wind.

5 Augustus 1874. Vanmorgen Dirk en ik gewandeld naar de Kooi, de vrouw van Albert Kooiman bezocht. Zij gaat zeer achteruit, haar vertroostend toegesproken. Kooiman is dankbaar voor mijn bemoedigend woord. Hij heeft versterking des geloofs noodig.

17 Augustus 1874. Ik wegens ongesteldheid niet in staat om mede ter begrafenis te gaan van Hiltje Zuidewind.

5 Augustus 1874. Naar aanleiding van een en ander op de terugwandeling rustige gesprekken met Dirk, zoo als meermalen in den laatsten tijd, waarbij telkens op eene mij diep bedroevende wijze uitkomt hoe alle zamenstemming tusschen ons ontbreekt over datgene wat ik noem onze allerhoogste belangen.

6 Augustus 1874. Regen en wind. Andijvieplanten van Vrendenberg ingeplant.

7 Augustus 1874. Gister voor 't eerst hebben de kinderen den geheelen dag zich in huis moeten vermaken.

8 Augustus 1874. Katrina met Jakob des voormiddags met rijtuig naar 't Oude Schild om Lobrecht Schouten af te halen en naar de Waal te bezorgen.

9 Augustus 1874. Gepreekt aan den Burg (landverhuizing van Mennonieten uit Rusland). Aan de Waal geen preek. Koekebakker preekt te Ouddorp.

Des avonds Dirk, Katrina en ik naar de Waal. Sina met haar kind best in orde. Wij daar boterham gegeten.

11 Augustus 1874. Regen en wind, gisteravond onverwachts een zware donderslag zeer nabij.

16 Augustus 1874. Zondag. Zaterdagavond Ensing van hier afgehaald bij Bakels. Fokel bevallen van een meisje.

17 Augustus 1874. Sina 's morgens hier voor 't eerst sedert zeer langen tijd en dat wandelende. Katrina bragt haar voor 't eten een eind terug.

18 Augustus 1874. Met rijtuig van Keyser ging ik met Dirk en Jakob, Katrina en Betje Vrendenberg naar de Waal, waar ik bleef en Lobregt Schouten in 't rijtuig stapte, waarmede zij vervolgens naar de Koog reden en daar de voormiddags genoeglijk aan 't strand doorbragten.

Ik bij Sina eerst wat lucht gegeven aan mijne door ongesteldheid ongenoeglijke stemming, vervolgens bekwam ik wat en word weer opgeruimd. Veel met Sina gesproken over hoe het mij zou zijn als zij vertrok naar Ouddorp, wat ik echter niet ontraadde. Laatstleden vrijdag had Hein ons getelegrafeerd dat hij daar beroepen was [Ali: Nordhorn viel af, betaalde maar 1000 gulden].

Vannacht is de Ruiterplaats van Cornelis Pietersz Keyser afgebrand, mijn slaapkamer zelve was er door verlicht. Bij al het treurige een prachtig gezicht (velen beschuldigen hem van brandstichting, doch zoo ik later hoorde ten onregte).

20 Augustus 1874. [Lobregt vertroken] Des voormiddags naar Sina aan de Waal (nu alleen zijnde). En daar den dag doorgebragt. Een deel van de tijd in den slordigen tuin gearbeid. Des namiddags komt Dirk met Jakob een paar uren daar.

Sina deelt mij een en ander mede van de berigten van Hein over zijn genoeglijke reis (om te preken in Ouddorp). Hij telegrafeert dat hij door 't uitblijven van Timmer nu welligt zaterdag zal komen. Hij is thans bij Menno in Harlingen, gister te Leeuwarden.

21 Augustus 1874. Mijn gedenkdag, wel herinnerd aan het gezin maar niet besproken. Ik was den ganschen dag in een treurige gemoedsstemming. Brief geschreven naar broeder Juriaan, waarbij ik hem aanraad Ko, die nu bij hem is, niet weer naar eene school maar naar eenig handwerk te zenden.

22 Augustus 1874. Koekebakker komt onverwacht, wandelende hier en gaat terstond door naar de Waal, zeer tevreden over zijne reis.

Brief aan Huidekoper ter zijner verjaring geschreven.

Gisteravond Jane en Betje Vrendenberg hier, heden schaal met heerlijke pruimen van Vrendenberg ontvangen.

Onze meid van namiddag naar Cocksdorp tot morgen.

23 Augustus 1874. Zondag. Gepreekt aan de Waal.

24 Augustus 1874. Wijl de Honig-pers naar Dijt terugmoet, ik vandaag druk aan 't bessen plukken.

Des namiddags met Koekebakker en Dirk naar de Krans bij Vrendenberg. Koekebakker verhaalt van de door hem bijgewoonde Vergadering van 't Nut te Amsterdam, Bakels van de onvoldoende maatregelen hier op Texel voor 't onderwijs. De zoo noodige opleidingsklassen voor Kweekelingen door den Raad niet toegestaan om de kosten.

Koekebakker blijft nog eenigen tijd bij ons om met mij het finantieel van Menno te bespreken [verzoek aan broeder Juriaan om Menno 100 gulden te zenden].

25 Augustus 1874. Bessen plukken en drukken, 55 pond uitgedrukt, rooden waarvan 30 voor bessennat, bovendien nog 16 pond, deels kruisbessen, deels bonte aalbessen, voor een klein vaatje wijn.

Dirk begint wegens den Noordenwind last van de koude te krijgen.

26 Augustus 1874. Katrina des namiddags naar de Waal.

Klaas Daalder van Watergang hier een tijdlang zitten praten, over reis met zijn zwager Kapitein Schaap van Harlingen naar Hull, enz. Voorts verhalen van zijn leven en werken in Watergang. 't Scheen hem niet bijzonder voordelig te gaan, toch heeft hij zijn brood.

27 Augustus 1874. Kerkeraadsvergadering aan de Waal. Over de beroeping van Koekebakker wordt met geen enkel woord gesproken. Besloten om een nieuwe kerkekamer te bouwen te Oosterend.

Bij Jakob Arisz Eelman, de oude man herkent mij ternaauwernood, zijne geestvermogens zijn als het ware geheel vernietigd door den ouderdom.

Bij Jan Duinker en zijn jonggehuwde vrouw, die met belangstelling van Dominee Koekebakker sprak en veel van hem hield, schoon 't waar was dat zijn preeken niet altijd even duidelijk verstaanbaar waren. Hij prees zijn ijver in 't catechiseren op Cocksdorp.

Simon Leijen was naar Amsterdam tot zijn herstel.

28 Augustus 1874. Des voormiddags Arend Kikkert hier. Cornelie, thans gelogeerd bij hem in Amsterdam, gaat weldra in een winkelconditie te Middelburg.

Bij Antje Bakker en Klaas Ponger, zijn dochter Catharina verjaart, is daar nu uit Nieuwendam gelogeerd, aldaar Siets Ponger en vrouw. Gesprek over industrie en Industriële Zaanlandsche Tentoonstelling, Oudheidkunde.

30 Augustus 1874. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Afgekondigd dat Koekebakker het beroep naar Ouddorp heeft aangenomen.

Dirk maakte afscheidsvisites.

Koekebakker verhaalt dat hij van voormiddag nog een tijdlang aan den Burg was gebleven bij Cornelis Keyser en Sijbrand, dat dezen het de Kerkeraadsleden zeer kwalijk hadden genomen dat zij hem zoo onheusch hadden behandeld.

Des namiddags hier Krans. Wassenaar gaat einde September vertrekken, Zwanenburg zal de belangen van Leen Blank waarnemen.

Bakels moet zondag over een week te Baard op het beroep preeken.

[Dirk gaat weer naar Groningen] Toen Dirk ter ruste ging en afscheid van mij nam, dankte hij voor 't genoegen dat ik aan zijne kinderen bewezen had en voor den stevigen steun die ik hem in zijn droevigen omstandigheden had geschonken.

Ik beklaagde diep, dat wij zooveel genoegen gemist hadden, dewijl er tusschen ons alle eenheid van denken ontbrak. Hij verklaarde dat dit gemis van eenheid geen inbreuk behoefde te maken op de hartelijke toegenegenheid jegens elkander. Veel gaf mij dit alles te denken toen ik mij te slapen legde.

1 September 1874. [Reist de gehele familie af] Wanneer zal ik mijne kinderen wederzien? En in welke omstandigheden? Alles zij Gode bevolen. Mijn huis ledig, de meid aan 't opruimen, ook ik speelgoed opgeborgen, enz.

Des avonds de Heer Troll en vrouw hier vertoefd en een fles wijn gedronken.

2 September 1874. Huisbezoek Oosterend, Nieuwe Schild, Zevenhuizen.

Naar de Waal, aldaar te logeren gebleven bij Koekebakker en Sina.

3 September 1874. Des nachts aan de Waal, het eerst en misschien het laatst van mijn leven.

Te 9 ure met wagen van C.P. Keyser afgehaald en gebragt naar Oosterend, huisbezoek tot 7 ure, even aan de Waal en door naar den Burg.

Tot mijn blijdschap vond ik Katrina terug van haar Groninger reis. Dirk was bij aankomst in zijn huis diep geschokt en droevig.

Katrina en ik des avonds nog aan Dirk geschreven.

6 September 1874. Sijbrand Jans Keyser van voormiddag bij mij om mijn gevoelen te vragen over de waarnememing der catechisatie door Bakels te Waal en Oosterend (als Koekebakker vertrokken zou zijn) wat hij vanmiddag aan dezen wilde voorstellen. Men had liever dat ik het deed, maar schroomde het mij voor te stellen omdat ik het alligt zou aannemen en het toch mijne krachten zou te boven gaan. Ik zeide, dat ik desnoods de Waal er bij zou willen nemen, maar dat ik gaarne zien zou, dat Bakels den geheelen last op zich nam.

7 September 1874. Gister brief van Dirk ontvangen, waaruit bleek hoe diep neerslagtig hij was bij zijn wederkomst in Groningen.

Naar de Waal, extra Kamerdag. Daarna met Koekebakker door het land naar Oude Schild. Bij Wassenaar laatste Krans, aldaar ook Katrina die met Adriana en Betje Vrendenberg daarheen gewandeld was. Verder Vrendenberg en vrouw, Wieringa en vrouw, Mina Bakels. Bakels zelf was vanmorgen afgereisd naar Vlie en Terschelling.

Wij bragten er de avond genoeglijk door tot half 1 toen wij huiswaarts keerden onder dikke duisternis en regen. Wij konden den weg bijkans niet onderscheiden. Wieringa en Mina Bakels waren met rijtuig, maar Wieringa moest tot voorbij de Schans voor het paard aanlopen. Blijde waren wij te huis te zijn. Koekebakker toen nog naar de Waal te 2 ure.

8 September 1874. Huisbezoek tusschen Oosterend en Waal, tot Molenbuurt.

9 September 1874. Huisbezoek Eijerland, Postweg tot Cocksdorp.

11 September 1874. Katrina des voormiddags naar den Hoorn. Ik anderhalf vat bessenwijn overgetapt.

Brief aan Samuel en Dolfina: Alle menschen, die ik thans bij 't Huisbezoek veelvuldig spreek, vertellen mij gehoord te hebben, dat ook ik mijn post zal neerleggen en bij de kinderen zal gaan inwonen, terwijl Katrina als huishoudster bij Dirk zou fungeren, en zij kunnen zich moeilijk begrijpen dat er niets van aan is. Misschien moet ik 't aanmerken als een wenk. Velen nogtans spreken ervan met beklag.

Ko zal bij Braakman te Hoogezand school gaan.

Het doet ons natuurlijk zeer leed, dat wij Koekebakker en Sien met hun kindje hier zoo spoedig zullen zien vertrekken, maar wij moeten en zullen er ons in trachten te schikken. Een groot verlies zal het ons altijd blijven.

Ik hoop ook zoolang niet te blijven tot dat allen verlangen dat ik hen verlaat. Intusschen terwijl zoo menigeen zoo vurig wenschte een aangenamen en nuttigen werkkring te hebben, mag ik, dezen bezittende, dien niet roekeloos verwerpen. Ook finantieele redenen zouden dit verbieden.

Met deernis denk ik aan Dirk in zijn droevig eenzamen toestand waarin hij zijn woonplaats weer betrad. Ach, mogt hij 't geloof hebben, wat zooveel leed kan verzachten!

12 September 1874. Koekebakker naar Wormerveer tot de 15de, 40-jarig huwelijk zijner ouders.

13 September 1874. Zondag. De laatste dagen veel regen, wind en onweders.

Katrina vannacht aan de Waal gebleven om Sina in hare eenzaamheid gezelschap te houden.

13 September 1874. De broederschap keurt (tegen mijn advies) het voorstel van de Kerkeraad goed om eerst in 't aanstaand voorjaar pogingen te doen tot vervulling der vacature en het werk van Koekebakker inmiddels aan Bakels op te dragen.

14 September 1874. Katrina en ik aan de Waal bij Sina. Katrina des morgens naar den Burg, ik Huisbezoek, wandelende, met Molenbuurt begonnen en te 3 ure bij C. Eelman geëindigd. Des namiddags weder Huisbezoek aan de Waal tot Kuiper. Des avonds bij Sina.

15 September 1874. Ik vannacht aan de Waal, des voormiddags naar den Burg. Vanmiddag Koekebakker van Wormerveer terug.

16 September 1874. Ik des morgens met Pieter Sijbrandsz Keyser uitgereden naar Eijerland (onze meid Vrouke mede om tot zaterdag uit te blijven). Huisbezoek begonnen bij Dien Langeveld en P. Kalf, bij A. Langeveld koffij gedronken, des avonds op Pijpersdijk en de Waterplaats.

17 September 1874. Huisbezoek Tienhoven en de Waal. Gegeten bij Sina. Koekebakker aan den Burg. Troll en vrouw waren bij Katrina geweest.

Sina had eergister een kistje vol met klein kindergoed van Dirk ontvangen.

19 September 1874. Des middags Ensing hier om te vragen naar de waarheid van 't gerucht van Menno's engagement met een onbekende.

20 September 1874. Ali, uit brief: Aal Koekebakker aan de Waal om te helpen inpakken. 18 October zal Koekebakker afscheid preeken en vertrekken. Katrina zal de reis van Haarlem af met hen naar Ouddorp maken en helpen bij 't ontpakken. Ik overweeg om dan naar Friesland en Groningen te gaan.

Weldra zal de Pastorie aan de Waal daar staan verlaten en ledig, terwijl wij slechts herinneringen hebben van daar gesleten genoegelijke dagen.

20 September 1874. Naar Monsieur Glijnis over Ko. Het weghalen der schoolbank enz. Hij had nu maar 2 kostleerlingen (vroeger 6). Hij rekende dat Ko alleen door privaatonderwijs nog iets zou kunnen vorderen.

21 September 1874. Goed inpakken voor Ko, des avonds de kist verzonden met Timmer.

Des avonds Bakels even hier. Nutsvergadering. Koekebakker deed een zeer uitgebreid en belangrijk verslag van het voorgevallene op de Algemene Vergadering, door hem als Afgevaardigde bijgewoond. Loman benoemd tot voorzitter voor Koekebakker, De Holl voor Bakels in plaats, Glijnis voor Brouwer in plaats. Troll wilde de post van Secretaris niet aannemen. Ik liet mij overhalen om in februari Volksvoorlezing te houden. Langdurig gesprek of ook ons Departement ernstig zou ter harte nemen de staat van het onderwijs hier, vooral de behoefte aan hulponderwijzers. Men zou naauwgezet daarover nadenken.

22 September 1874. Huisbezoek aan de Koog. Wassenaar en vrouw hier nog even geweest om het laatste afscheid te nemen. Vanmorgen waren zij hier geweest om hunne portretten uit te reiken.

23 September 1874. Huisbezoek. Dominee Vrendenberg komt met de wagen aan de Waal en neemt mij op. Wij alzoo naar Oosterend, Ringsvergadering bij de Lang. Zijn vrouw hersteld uit het kraambed. Aldaar Nijenhuis en vrouw en dochter. Wij den namiddag en avond daar genoeglijk doorgebragt (het gastmaal al te weelderig van taart en wijn).

24 September 1874. Kerkeraadsvergadering, daarna bij Koekebakker afscheidspartij.

28 September 1874. Des morgens 9 uur ontving ik een telegram van Menno uit Wormerveer, toestemming vragende tot engagement met Guurt Koekebakker. Ik gaf die, schoon de wijze waarop mij hinderde. Katrina naar de Waal om dit te berigten.

29 September 1874. Koekebakker hier aan den Burg huisbezoek, ik des namiddags met Katrina naar de Waal, mijn Huisbezoek daar ten einde gebragt.

Des avonds brief geschreven ter felicitatie aan Guurt.

30 September 1874. Brief van Guurt en van mevrouw Koekebakker, brief aan Dirk met een van Katrina, waarin zij Dirks oordeel vraagt over haar plan om voor hulponderwijzeres te studeren.

1 October 1874. Zeer onstuimig.

1 october 1874. Fokke Keyser des voormiddags hier met de brief van Bakels terug dien ik gister aan Sijbrand Jansz Keyser bragt over de regeling der preekbeurten.

2 October 1874. Ik ontvang een briefkaart van Menno. Hij gevoelt zich hoog gelukkig.

Het weder is zeer onstuimig, de tuin raakt bezaaid met vruchten.

2 October 1874. Mina Bakels met Herman hier.

Vanavond bezocht de weduwe Veenstra, zij verhaalt van de onbillijke bepaling dat de verpleegden in het Weeshuis die nog iets bezitten kostgeld moeten betalen, zooals Dirk Zuidewind, Naatje Duinker, enz, allen Doopsgezind.

Naar Dirk de Ruiter, zijne vrouw, voor een maand bevallen, dodelijk ziek. Ik sprak daar Ensing. Hij wacht nog op berigt wanneer hij te Groningen zijn Heelkundig examen moet doen.

Naar de weduwe Reijer Keyser, aldaar Cornelis toegesproken, die onlangs door het op hol gaan van paard zijn been gebroken heeft. Hij houdt er zich zeer kalm en vrolijk onder. Onlangs is ook zijn huis afgebrand. Het schijnt hem alles niet veel te deeren. Zijne vrouw ondervindt nog de gevolgen van de schrik.

5 October 1874. Bakels vandaag voor eenige weken naar Haarlem als schoolopziener, daarom geen Krans bij hem.

6 October 1874. Des voormiddags naar de Waal, begrafenis van den ouden Jakob Arisz Eelman, 84 jaar, op het laatst geheel innocent. Talrijke vergadering. Koekebakker deed de toespraak vrij goed, ik het gebed aan tafel.

Daarna bij Koekebakker. Aldaar jufvrouw Dijksen en haar 2 logees. Pauline Langeveld verhaalt veel van Helmond, de woonplaats harer zuster Janna. Alles Roomsch. Zeer dom. De meid kookt de eijeren onder 't opzeggen van een paternoster. De Hervormde gemeente zeer klein, geheel geen conversatie van Roomsch en Protestant.

Ik blijf bij Koekebakker eten omdat het weder hoogst ongunstig wordt (ook de baker Marretje Vos). Met deze daarna met Albert Kooiman teruggereden naar den Burg.

6 October 1874. Katrina valies met kleeren gepakt en gezonden aan Menno. Vervolgens wil zij echter den tijd voor het bewasschen van Menno voor zich zelve sparen bij de drukte die zij wacht voor haar werken voor hulponderwijzeres.

7 October 1874. Dirk de Ruiter bezocht, zijn vrouw overleden, 7 kinderen nalatende.

Katrina schrijft een brief aan Ten Entel te Deventer om Adriana Vrendenberg als hulponderwijzeres aan te bevelen.

8 October 1874. Ik des voormiddags naar de haven om nicht Catharina Huizinga af te halen. Teunis Timmer ontmoet. De aangekomen reddingsboot gezien. Even bij Martje Visser.

9 October 1874. Katrina naar de Waal, inpakken.

10 October 1874. De eerste wagen met goed van de Waal afgezonden.

11 October 1874. Zondag. Avondmaal aan den Burg door Koekebakker. Sina blijft met kind van nu af hier logeren.

12 October 1874. Verscheiden wagens [met] goed afgezonden.

12 October 1874. Naar Vrendenberg, alleen op de Krans.

Nutsvergadering, huishoudelijke, gesproken over de lezingen Volksvoorlezing, Zaalberg van 's Hage neemt eene op zich, Dyserink zal gevraagd worden. Over de inrigting eener Gymnastie-school. Over 't afschaffen van Nieuwjaarsbedelarij, Ensing en Loman zullen dit voorbereiden.

13 October 1874. Vandaag het laatste goed van de Waal verzonden. Koekebakker en Aal hier om te blijven.

14 October 1874. Koekebakker naar de Waal. Afscheidsvisites.

15 october 1874. Aal Koekebakker en Sina naar den Hoorn met Koekebakker. Bij Fokel en Wieringa (Bakels is naar Haarlem), Mina is nog daar.

16 October 1874. Brief van Samuel: werd toeziend voogd over de kinderen van Dirk.

Des avonds Simon en Margo Keyser hier. Gister teruggekeerd van hun reis naar Spa, Brussel, Hannover, Hamburg, Kiel, waarvan hij veel verhaalt.

Margo vereert kleine Guurtje een paar braceletten.

Van de week vele bezoeken gehad. Koekebakker en Sina vele bezoeken gemaakt.

17 October 1874. Woensdag is schipper Jan Rab met het goed naar Ouddorp vertrokken.

De kleine Guurtje is allerliefst.

De geheel week, bijzonder vandaag, overheerlijk schoon weder.

18 October 1874. Afscheidspreek van Koekebakker in de Waal. Hij deed een voortreffelijke preek, die ik met genoegen hoorde: Handelingen 20: 19 en 23. De preek was vol van nuttige lessen en vlug voorgedragen. Velen waren zichtbaar getroffen.

Aan den Burg koffij gedronken. De koffers gepakt. Na het eten te 3 ure, met het rijtuig van J.C. Bakker, Koekebakker en vrouw en kind naar de stoomboot gebragt. Zij vertrokken. Wanneer zal ik ze wederzien? Ooit?

Nijenhuis zal 8 November naar Gapinga vertrekken.

19 October 1874. Katrina per diligence naar 't Oude Schild, naar Wormerveer, om de volgende dag met Koekebakker c.s. mee te reizen naar Ouddorp.

Ik de noodige bestellingen gemaakt op 't Postkantoor enz, beschikkingen omtrent de vruchten op de zolder. Faas neemt vier achtste vaten mede om te snijden en te doen droogen, één voor zich.

20 October 1874. [Huizinga gaat met nicht Catharina, die bij hem te logeren is, naar Harlingen, eerst naar de kamers van Menno, dan naar Dominee Boetje, waar ze 's nachts zullen blijven] 's Avonds 11 uur komt Menno van Wormerveer.

21 October 1874. [Naar Leeuwarden bij Samuel] Stormwind. Alida een vlug en lief meisje, de bijzondere lieveling van Samuel. Het aanzicht van Johanna frappeerde mij. Men mag wenschen dat dat met de jaren verbetert. Zij gaf echter alle blijken van goede verstandelijke vermogens.

22 October 1874. Ik zag bij Samuel hoe naauwkeurig hij is op brieven enz. Hij had alle mijne brieven van den eersten (1859) tot den laatsten in één nette bundel bijeengebonden. Zoo ook andere correspondentie. Met welgevallen zag ik hoe Samuel en Dolfina met vlijt en spaarzaamheid zich vooruitwerken.

[Verdere reis naar Groningen, bij Juriaan en] naar Dirks nu eerst door mij bezochte woning aan de Ossemarkt (huishoudster jufvrouw Oosterbaan)

1 November 1874. [Naar Grijpskerk, naar zuster Sina en broeder Romke de Waard. Dan naar Leeuwarden naar Samuel, de volgende dag naar Harlingen bij Boetje]. Menno ziek, bijna beter.

7 November 1874. [Via Enkhuizen (niet naar Wormerveer wegens vertraging) met de trein van Zaandam naar den Helder, de stoomboot naar Texel, diligence naar den Burg], waar Katrina een paar dagen eerder via Wormerveer uit Ouddorp was thuisgekomen.

8 november 1874. Bakels des voormiddags hier. Hij had aan den Burg gepreekt, zeer goed voldaan. Afspraak gemaakt over preekbeurten.

Katrina naar Glijnis om met hem te spreeken over les nemen in Geschiedenis en Aardrijkskunde, waarmede hij zich echter liefst niet wilde belasten. Hij was zeer onvriendelijk tegen haar. Des avonds Troll bij ons.

11 November 1874. Des avonds Margo en haar logeergast jufvrouw Everts bij Katrina, des namiddags eerste les van Troll bij Katrina.

12 November 1874. Doopelingencatechisatie. Mina Bakels des voormiddags hier. Katrina en ik des avonds bij Troll en vrouw boterham gegeten.

Vooraf Ensing bij mij. Stiggelbout is zeer gepiqueerd dat Ensing verhaalt dat zijn arts examen eigenlijk niet veel betekent, als slechts gaande over 1 vak. De oude Stiggelbout looft 25 gulden aan de armen uit als dit bevestigd wordt. Ensing wil nu door Dirk een verklaring daaromtrent van Sänger vragen.

13 November 1874. Katrina is sinds een paar dagen begonnen met ijver te studeeren in Aardrijkskunde en Geschiedenis.

15 november 1874. Ik gepreekt aan den Burg, Bakels te Oosterend, anderhalf uur.

16 November 1874. De berigten uit Ouddorp over Guurtje eerst zeer ongunstig.

21 November 1874. Mina Bakels hier om tot morgen te blijven. Des avonds ook Bakels en Fokel (die in 8 maanden niet aan den Burg was geweest), naar de Nutsvergadering in de Kikkert. Reeds te half 7 (een uur en langer gewacht) de zaal propvol.

Spreker den Heer Zaalberg van 's-Hage, over het boek Josua. Davids als een Teken des Tijds. Met veel genoegen gehoord. Anderhalf uur sprak hij vlug uit het hoofd, improvisatie hier en daar althans. Daarna hielden De Holl en Loman eene voordragt van een fragment van een drama van Schimmel "Francesca". Zeer goed. Bakels las voor "de brief van de Loteling" van Conscience. Te 11 ure te huis. Troll en vrouw en Mina Bakels hier boterham gegeten.

22 November 1874. Zaalberg preekte, kerk vol (over Satan), tegen 600 menschen (Bakels was terstond vertrokken om nog aan den Hoorn te preeken te 12 ure maar kwam te laat).

Ik des avonds te 6 ure in de Hervormde Kerk verslag van het Bijbelgenootschap gedaan. Met genoegen 150 hoorders, waaronder Bakels en zuster.

24 November 1874. In de tuin Jan Smit de broeijbak uitgegraven.

25 November 1874. Wederom vorst. Katrina les bij Troll.

26 November 1874. Jakob Roeper stuurt bericht of ik mede wil rijden naar de Kerkeraadsvergadering, wat ik doe.

't Is zeer koud, men rijdt al op schaatsen op de vlakte.

29 November 1874. Zondag. Regen en wind, storm. Naar Oosterend, met moeite daargekomen (door 't verschil der klokken een half uur te laat).

Des avonds bij Dominee Vrendenberg, aldaar zijn zoon Hendrik, die gekomen was om den Helder eens op te nemen, waar hij beroepen was. Hij weet nog niet wat hij doen zal daar hij zich vele honderden in tractement verminderen moet en den Helder toch nog geen Hogere Burgerschool heeft voor zijne kinderen.

Aldaar P. Stiggelbout, later Jan Kalis en vrouw. Deze waren naar den Haag geweest, hadden daar den Idiotenschool bezocht en een 13-jarige jongen bezocht aldaar, uit het Texelsche Weeshuis, Klaas Smit, die echter nog weinig blijk gaf van vorderingen in 3 jaren tijds.

30 November 1874. Bessenwijn afgetapt, een vaatje voor Samuel gereedgemaakt.

Brief aan broeder Jakob met het verzoek om Menno 200 gulden te zenden, briefkaart aan Menno. Deze beide des avond op de Post gebragt, zoo donker dat ik het pad bijkans niet vinden kon.

In brief aan Samuel een coupontje van 1,23,5 tot St. Nicolaas voor de kinderen.

1 December 1874. Bakels even hier.

Het land van de weduwe G. List, 4 bunders, was verkocht voor 10.000 gulden, veel te veel, het halve kapitaal was weg, zei Cornelis A. Eelman.

Wij hoorden vanavond dat Guurtje Kikkert (bij K. Ponger) in de regenbak haar dood gevonden had.

2 December 1874. Catechisatie. Des middags naar K. Ponger en Antje Bakker, helaas, haar nicht was uit de regenbak levenloos opgehaald. De omstandigheden werden mij uitvoerig verhaald. Katrina en ik des avonds (volgens afspraak van dezen middag met Bakels) naar den Hoorn gewandeld, en de avond bij Bakels en Fokel doorgebragt tot 12 uur. Zijn orgelspel gehoord. Studeerkamer, kagchel, Meyers Conversatielexicon, enz. gezien. Te zamen de predikbeurtenlijst voor 't volgend jaar opgemaakt.

5 December 1874. Des voormiddags ter begrafenis (met Vrendenberg) van Guurtje Adriaans Kikkert, inwonende bij haar tante Antje Bakker. Aldaar Jan Jansz Bakker c.s., J. Zuidewind, P. Kikkert enz. Men houdt het er wel voor dat zij zich door den naauwen mond van den regenbak zal hebben gedrongen waarin zij l.l. dingsdagavond is verdronken gevonden. Men spreekt ervan alsof er eene liefdesgeschiedenis in het spel was, dat echter ook weer wordt tegengesproken.

Katrina ontvangt van Fenna uit Zaandam een boekwerk tengeschenke van Fruin "Geschiedenis van 10 jaar uit den 80-jarigen oorlog". Des namiddags Troll.

6 December 1874. Bakels predikte aan den Burg voor ruim 70 hoorders.

Ik aan Katrina gegeven Schlosser "Geschiedenis der 18e en 19e eeuw", 8 deelen, waarmee zij zeer ingenomen is. Zij vereerde mij een nieuwe scheurkalender.

10 December 1874. Katrina en ik des avonds bij Ensing en vrouw blijven boterham eten. Zij waren zeer met onze komst ingenomen. Het huis bezien.

Bruno Bok aldaar, gesprek over de stoomboot, die weldra tot half February zal stilliggen.

11 December 1874. De indijking van het Noorden is aangenomen voor 340.000 gulden.

12 December 1874. Vrendenberg heeft aan Katrina verteld dat Hendrik het beroep van den Helder heeft aangenomen.

Het stormweder schijnt een weinig te bedaren. De sneeuw van gister is weer ontdooid.

13 December 1874. Zondag. Gepreekt aan den Burg, Bakels Oosterend.

Katrina en ik naar 't Oude Schild gewandeld. In de Pastorij bij Post aangetroffen zijne vrouw, Professor Kuenen van Leyden die hem des morgens bevestigd had, Wieringa en vrouw en Fokel en dominee De Lang. Bakels preekte aan Oosterend.

14 December 1874. Des avonds Nutsvergadering leden, over Gymnastie, Nieuwjaarsbedelen, enz.

17 December 1874. Het Nieuwjaarslopen zal afgeschaft worden. Een derde school in Eijerland wordt gesticht voor die op Oost.

17 december 1874. Albert Koning had zaterdags de 2 afgevaardigden van Ouddorp in Eijerland gesproken [bij Tamis?] toen nog dubierend of zij Koekebakker of Bakels den volgenden morgen zouden gaan hooren. Zij hadden zich bepaald op Koekebakker, wijl die te Oosterend (meer nabij) preekte en zij meenden op Bakels minder kans te hebben.

21 December 1874. Nutsvergadering. Ensing Redevoering over Lijkenverbranding. Loman leest boeijende schets uit Calefornië "Sint Nicolaasfeest van Bret Harte". Hamaker (de nieuwe ondermeester) leest een luimig vers "verhaal van een onderwijzer, hoe hij aan zijn vrouw kwam" (dat niet algemeen voldeed). Den Heer Ments eene bijdrage uit de Romeinsche Geschiedenis "Coriolanus en Cleopatra", daarmede was het half 11 geworden. Na de Nutsvergadering Bakels bij ons boterham gegeten met Troll en vrouw.

25 December 1874. Eerste Kersdag, gepreekt te Oosterend. Katrina des voormiddags naar 't Oude Schild naar Post, des avonds naar den Hoorn bij Bakels. Te half 11 uur weder te huis.

27 December 1874. Katrina en ik naar 't Oude Schild bij Post, de deur vast. Wij bij Reijer Koning (aldaar de meid van Post), gesproken over Meijs en Trijntje Koning in Chicago, aldaar vrij welvarende. Album gezien.

Daarna bij Post en vrouw de avond doorgebragt. Te kwart voor 11 naar huis, het is sinds een week vrij sterk vriezend, zeer glad, wat ons soms deed vallen.

28 December 1874. Arie Rab laboreert aan een maagkwaal zoodat hij geenerlei spijs kan inhouden. Hij stelde zijn einde nabij, en moest hij zóó voortleven, dan hoopte hij het. Hij was 75 jaar oud, had veel schuldbewustzijn, was niet verzekerd van een blijde toekomst. Hij sprak van het gebrek aan Godsdienstzin dat zich bij velen openbaart, nu oneindig veel meer dan vroeger. Hij verhaalde hoe hij Jan Timmer had gesproken en hoe die het bestaan van God had willen wegredeneeren. Hij schreef dit mede toe aan zucht om zich, zij het dan ook op die treurige manier, te onderscheiden.Veel zegen genoten, door vlijt en spaarzaamheid zeer vooruit gekomen, niet door oneerlijke middelen, zoo hij zeide.

28 December 1874. De weduwe Koorn, Trijntje List is sinds een week bedlegerig ten gevolge van een val. Alles ligt sedert een week met sneeuw bedekt, koud, zeer glad.

29 December 1874. De Heer Flaes van Amsterdam [heeft] het orgel onderzocht, dat geheel onbruikbaar is, zelfs onverkoopbaar bevonden. 2 à 3000 gulden zou een nieuw kosten.

30 December 1874. Des avonds naar Arie Rab, nog in den zelfden treurigen toestand, zoodat hij niets gebruikt dan medicijn en een dronk water. Hij verhaalde mij van zijne reizen, 2 maal schipbreuk geleden, eens bij de Esquimos's. Uit Parmysreis had hij nog den naam eens weer gehoord van eene Petersen daar in Groenland, bij wien hij 14 dagen had doorgebragt.

Hij verhaalde hoe edelmoedig hij behandeld was door een zijner scheepsreders, Brouwer te Amsterdam, een Doopsgezinde (op de Prinsengracht) in 1830/8, toen hij bij Schiermonnikoog zijn schip verloren had als stuurman. Men had hem al zijne schade vergoed.

Troll en vrouw hier een korten tijd.

Margo Keyser vraagt Katrina om de avond bij haar, met gezelschap, door te brengen, wat zij aanneemt na eerst hare brieven geschreven te hebben (aan Guurt, Fenna, Obbina).

Het vriest sterk, alles is met sneeuw bedekt. Velen rijden op de schaatsen.

30 december 1874. Gister en vandaag Bakels hier. Hem gesproken over de bevestiging van Pieter Boon op Nieuwjaarsdag (ik gaf hem een mijner toespraken voor zulk eene gelegenheid mede).

31 December 1874. Des morgens catechisatie. Des namiddags naar de Kerkeraadsvergadering aan de Waal. Sijbrand Jansz Keyser spreekt ervan, doch als een los praatje, dat terwijl de vacature ligt nog lang kan duren, de pastorij aan de Waal aan de gereformeerden te verhuren. Als aan Bakels een goed deel van het tractement [van de Waal] verzekerd werd, zou hij niet spoedig Texel verlaten, wat men dan ook hoogst ongaarne zou zien. Hij trok echter geen volk, zijn kerken waren niet voller dan de mijne. Ook Oosterenders getuigden dat er van hooge ingenomenheid met de prediking van Bakels geen sprake was. Van zijn catechiseren werd gunstig gesproken.

Er werd verklaard dat men er geheel niet aan dacht om de leeraarstractementen (naar het voorstel der verhoogingscommissie) te verhoogen, welke belangeloosheid mij zeer onaangenaam aandeed.

Katrina van voormiddag naar het Oude Schild gegaan naar Post, des avonds bij hem ter kerk geweest. Des avonds half 12 terug. Jonas Schagen kwam met haar, op uitdrukkelijk verlangen van Post. Die bleef hier tot na 12 uur.

Brief van Dolfina: Ali kreeg op St. Nicolaas een pop van Arend Kikkert, die Dolfina had aangekleed met een zak opzij met een zakdoek erin. Cornelie stuurde haar een lief wit bontje voor om de hals.

1 January 1875. Wederom mag ik een Nieuwjaarsdag beleven, mijn 65e, misschien mijn laatste, schoon ik op meerdere blijf hopen. De Hemelsche Vader schikt het ten beste. Mogt ik maar de tijd dien zijne goedheid mij geeft ten beste gebruiken! Ik hoop het. In dien zin spraken Katrina en ik gisteravond voor ons scheiden, terwijl wij elkaar onze heilwenschen toebragten.

Vanmorgen naar Oosterend, alles vol sneeuw, 22 toehoorders. Eerst veel minder, wat mij deed denken of 't niet beter was in de kerkekamer te vergaderen.

Te half 2 aan den Burg. Veel bezoek van kinderen, echter niet overdruk.

3 January 1875. Jan Timmer hier om afscheid te nemen, daar hij morgen ging vertrekken. Ik een uur lang met hem afzonderlijk om de vraag te bespreken of hij tot het lidmaatschap der Gemeente kan worden toegelaten met die gevoelens welke hij beleed en welke ook volgens zijn eigen verklaring geene andere dan de materialistische of atheïstische zijn. Ik deed hem de onmogelijkheid opmerken. Het bleek dat hij onder invloed stond van een vriend dien hij zeide hoog te achten en die geheel materialistisch was. Het boekje van Roorda 'Geloof en geloofsgronden' had hij maar slechts vlugtig gelezen. Ik maande hem met alle ernst tot een ernstig nadenken aan.

6 January 1875. Des voormiddags Sijbrand Pietersz Koning hier. Hij kwam vragen of ik ook uit oude aanteekeningen eenig narigt kan geven omtrent zekeren Biem Simonsz Vlaming, overgrootvader van Gerrit Vlaming, in wiens tijd (voor welligt meer dan 200 jaren) voor zijne familie het vrugtgebruik verkregen was van een dijk over diens land gelegd op Oost, welk vrugtgebruik hen nu door den Dijkgraaf S. Keyser werd betwist. Het was echter tevergeefs dat ik er naar zocht.

Des avonds Katrina en ik op uitnoodiging van Margo bij den Heer S. Keyser oesters gegeten.

7 January 1875. Des avonds bij Arie Rab, aldaar Jan Rab jr. Gesprekken over de zekerheid van een leven na den dood en van de hope des wederziens, die den man zeer scheen te voldoen.

Des avonds Teunis Timmer en vrouw bij ons den avond gepasseerd. Vanmorgen had ik een brief van hun zoon Jan uit Haarlem ontvangen, waarin hij meldde dat hij nu, door eene ernstige lezing van het boekje van Roorda, van Atheïst Theïst was geworden. Gesprekken met zijne ouders over die zaak (waarom zij ook opzettelijk gekomen waren). Zij beklaagden het zeer dat hij tot zulke dwaze denkbeelden vervallen was.

8 January 1875. Brief van Dirk. Hij zal op 22 January te Leijden tot Medisch Doctor Honoris Causa worden benoemd.

Bakels hier, hij zal a.s. zondag niet naar Borne gaan om de moeijelijkheid der reis over zee of door het ijs, vooral daar hij nog niet verlangt Texel te verlaten.

8 January 1875. Naar Jan Smit, zijn oude moeder [Rempje Teekes van Grouw] ligt sedert gisternacht stervende. Zijn trouwe zorg voor haar is bewonderenswaardig. Hij verhaalt van de bittere armoede die zij met elkaar van jongs af wel hadden geleden. Van armoede was hij zelfs soldaat geworden schoon hij reeds 2 broeders in dienst had.

Hij verhaalt uit de herinneringen van zijn vader van de ondeugden der 6 zoons van den Heer Sijbrand Keyser, de oude Dijkgraaf. Hoe zij de moeder in 't midden van de nacht konden dwingen om voor hen pannekoeken te bakken enz.

9 January 1875. Rempjebuur gisteravond overleden.

10 January 1875. Zondag. Gepreekt aan den Burg.

Bij Albert Keyser zeer genoeglijk koffij gedronken. Hij doet zich thans zoo goed voor als men het wenschen kan. Zijne kinderen zijn herstellende.

Trijntje ook niet regt wel, onlangs met de jol van 't Nieuwe Diep gekomen met Gollards.

10 january 1875. Bakels preekt te Oosterend half 2. Hij op de terugreis nog even hier.

10 January 1875. Daarna naar de oude jufvrouw Keyser (van Deursen). De laatstgenoemde is thans nog in Engeland tot reparatie van zijn schip, aanvaring gehad. De oude jufvrouw roemt hem als zeer liefderijk voor zijne kinderen, in tegenstelling van P. Bakker, alles plaag. Immetje getuigt ook van Dirk, den zoon, niet gunstig, kind van weelde, bedorven, voor alles onbruikbaar. Alles moest hem dienen. Texel is hem te klein. Hij zou wel gaarne de wereld in willen, is altijd met zijn tijd verlegen.

11 January 1875. Katrina naar de school van Troll. Margo Keyser even hier, gaat naar den Hoorn. Als zij te half 1 teruggehaald wordt kan Katrina mederijden derwaarts. Ik des avonds ook naar den Hoorn om Katrina af te halen, daar de avond bij Bakels en vrouw (aldaar Wieringa en vrouw ) zeer genoeglijk gepasseerd.

Bakels leest een adres voor van een hulponderwijzer Huis, van Terschelling, om ontslag. De man is blijkbaar geheel krankzinnig, lijdt aan dronkemanswaanzin. Wij te half 1 vertrokken bij lantarenlicht.

11 January 1875. Menno teruggeschreven, hem [wil reeds met het zomer trouwen] op de bezwaren van zoo spoedig trouwen gewezen.

13 January 1875. Briefkaart van Samuel dat hij in lang geen brief heeft gehad. Ik hem zeer uitvoerig geschreven, daarbij een pak brieven van Sina.

13 January 1875. Arie Rab beterende.

17 January 1875. Catechisatie met Cornelis Schuil. Aarts-dom, des menschen dood is hem het eind van zijn bestaan. Veel later herinnert hij zich dat de mensch ook een geest heeft. Een uur met hem bezig geweest. Hij was 's morgens eerst met zijn schuit uit zee gekomen te Oosterend.

17 January 1875. Des avonds naar P. Kalf om daar Pronk op te zoeken, die echter niet te huis was. De vrouw beklaagt dat Pronk, aan wie zij beiden zich zeer verpligt gevoelen, nu zoo moet omsukkelen. Hij had zijn eigen huis nooit moeten verlaten. Hij kan ook nu nog wel van zijn eigen middel leven. Zijne neven hebben zijn inboedel onderling verdeeld en geven hem nu jaarlijks ieder 25 gulden (zij zijn 4).

De vrouw verhaalt van het langdurig lijden van hun zoon Dirk, langen tijd onder behandeling van Ensing, nu van de fisteldocter Klaas Ursem, doch zonder baat (2 February 1874 ziek geworden).

Zij verhalen van Ponger en vrouw. Antje is nu voorgoed van haar man af, met wien zij verleden voorjaar trouwde. Hij, in gemeenschap van goederen getrouwd, beheert nu haar bezittingen en geeft haar 6 of 8 gulden per week, onder voorwaarde dat zij niet tot hem wederkeert. Hij heeft trouwens zijn woonhuis geledigd en te huur gezet. Hij moet zeer gierig zijn, zijn vrouw mishandeld hebben, enz. Van haar wordt echter ook niet veel goeds gezegd.

Morgen zal de stoomboot reeds weder in de vaart komen.

18 January 1875. Nutsvergadering. Bakels en Fokel kwamen hier tegen 7 uur aan, zeer ontsteld. Zij waren tusschen den Hoorn en hier met het rijtuig door het schrikken van het paard omgevallen. Gelukkig mensch nog paard beschadigd, alleen de kar of het rijtuig. Jan Bakker bragt ze met de wagen aan den Burg.

Bakels deed de Redevoering. Beschrijving van Vooruitburg en zijne bewoners. Eene plaats waar de belangstelling in en de toestand van het Lager Onderwijs aan het Ideaal beantwoordde. Zeer leerzaam voor Texel. Met veel genoegen gehoord. Ensing bijdrage over Vondel, Loman voorlezing van een stuk uit de schetsen van Scheltema "Het weeskind Dora". Voortreffelijk voorgedragen, genoeglijke avond.

Bakels en vrouw en Margo Keyser hier boterham gegeten.

20 January 1875. Bakels hier des middags gegeten. Katrina les van Troll. Wij beiden daarna naar den Hoorn gereden. Naar Hillenius tot 8 uur, daarna naar Wieringa waar wij (volgens uitnoodiging) de avond zeer genoeglijk doorbragten met Bakels en vrouw. Tegen 12 uur weer naar huis gewandeld voor de wind. Maanlicht.

21 January 1875. Catechisatie met Doopelingen. Regen, velen doornat.

22 January 1875. Het Nieuws van de Dag vermeldt de benoeming van Dirk door de Leijdsche Academische Senaat tot Medisch Doctor Honoris Causa.

24 January 1875. Zondag. Naar Oosterend, gepreekt voor 42 toehoorders. Katrina mede heen en weer gereden.

28 january 1875. Rekendag aan de Waal. Aan Bakels voor het nu verloopen 1e kwartaal 250 gulden toegelegd.

29 January 1875. Jakob Albertsz Boon ernstig onderhouden over zijn verkeerd gedrag omtrent zijn ouders. Hij belooft wel beterschap, maar wat te flaauw.

31 January 1875. Intree Dominee Boonacker in de Waal als opvolger van Damsté. Hij gedacht ook de Doopsgezinde leraar (Bakels was er niet omdat hij na vanmorgen aan den Burg gepreekt hebbende vanmiddag aan den Hoorn moest preeken).

1 February 1875. Des voormiddags [hernieuwde] Krans bij mij. Aldaar Boonacker en meisje, zijn vader en broeder, Hartman, Metz en zuster, Post, Vrendenberg, Wieringa, Bakels, de Lang.

Tegen 3 uur vertrokken Metz en zuster (terug naar Wieringen).

Ik wandelde met de Waalders het dorp rond. R.K. kerk bezien, vooraf de Doopsgezinde kerk en met Vrendenberg de Gereformeerde kerk.

Vrouwtje van zondag tot woensdag naar Cocksdorp.

4 February 1875. Gister of eergister bij den colporteur O. Spoelstra van Akkeringa ingeteekend op S.H. ten Cate "Neerlands Glorie", 40 afleveringen, die ik (of Katrina, omdat het een studieboek voor haar was) ontvangen zou voor 16 gulden in plaats van 18, terwijl hij mij de lijsten van de 2 premieplaten van 7 gulden zou leveren, gratis als hij door mijn invloed (eerste inteekening) nog een 6-tal teekenaars kreeg. Echter zou ik dan 18 gulden betalen.

8 February 1875. Krans bij Vrendenberg.

11 February 1875. Dirk had geschreven aan Katrina om te solliciteren naar een school te Leeuwarden.

14 February 1875. Jan Mantje was verleden week wegens vechterij in dronkenschap veroordeeld tot 13 dagen gevangenis en 60 gulden boete [eigenlijk moest hij voor Sijbrand Koning, die ziek was, invallen in de Kerkeraad].

14 february 1875. Bakels hier Belijdenis gepreekt.

16 February 1875. Des voormiddags Dominee Dyserink hier. Hij deed vanavond op de Nutsvergadering eene voordragt: "Over het volk, voor het volk" (zonder schrift voor zich, zeer vlug en goed en krachtig). Daarna eene bijdrage over "den parvenu", ons eilanders tegen die wezens, die hij daarbij zeer juist beschreef, waarschuwend. Vervolgens nog een stukje uit zijn "Verscheidenheden": "Het vervelende vers naar den Heer Smits". Loman droeg ook een paar verzen voor. Genoeglijke avond. Zeer talrijk bezochte vergadering.

18 February 1875. Katrina had vanavond damesvisite.

21 February 1875. Zondag. Doopbediening aan den Burg, 23 personen. Daarna komen alle Doopelingen hier en bedanken mij bij monde van Nanning van der Ploeg, terwijl zij mij tot aandenken en blijk van erkentelijkheid een fraaije hanglamp aanbieden.

Des avonds naar Arie Rab en Teunis Timmer. Jan Timmer was verleden zondag over geweest om zijn vader verlof te vragen om de school te verlaten en privaatlessen te nemen om van 't zomer zooveel te beter student te kunnen worden.

22 February 1875. Krans bij Boonacker, aldaar Wieringa alleen.

22 February 1875. Even bij P. Kuiper om de catechisatie van Bakels af te zeggen, daar hij, op reis zijnde naar Borne, niet anders dan per ijsvlet kan overkomen.

Bij Westenberg om te feliciteeren met 't engagement van Cornelie met Haga. Ik werd er vriendelijk ontvangen.

Ik gaf te kennen dat ik het lidmaatschap van de Tent opzeide. Zij wenschten zeer dat ik het zou aanhouden. Ik heb het echter niet beloofd.

24 February 1875. Bakels was toch met de vlet overgekomen en hield catechisatie aan de Waal. Het heeft de geheele week sterk gevroren. De vaart is weer geheel gestremd. Van namiddag kwam het kwik in de thermometer even boven nul.

Margo Keyser had brief van Martha de Bleijker uit Boston.

25 february 1875. Kerkeraadsvergadering aan de Waal … er waren er velen die er zich sterk voor verklaarden om Bakels te beroepen. Ik zelf deed ook opmerken dat men bij hem althans reeds door ervaring wist welk man hij was in het dagelijksch leven en in de maatschappij.

27 February 1875. Zondag. Voorbereiding aan den Burg. Zeer koud, slechts 40 hoorders.

Gister en vandaag geen post aangekomen om de sterke vorst.

1 Maart 1875. Nog altijd sterke vorst. Met Vrendenberg des morgens naar de Krans bij Post te Oudeschild, gedeeltelijk over het ijs (de zee vol ijs). Aldaar de Lang, Wieringa, Bakels, Boonacker, Cornelis Vrendenberg.

Met Vrendenberg en Boonacker terug, de anderen op schaatsen.

Des namiddags weder een post overgekomen en dus weldra een tal kranten ontvangen.

3 Maart 1875. Rens Daalder heeft vanmiddag hier de lamp in de achterkamer opgehangen.

Des avonds even bij P. Boon. Hij betaalde mij 4 gulden voor 't Nieuws van de Dag.

Katrina schreef brieven aan Menno en aan Guurt. Ik mede aan Menno, die sedert geruimen tijd niets van zich hooren laat. Alleen door Guurt vernamen wij onlangs iets van hem. Hij schijnt het zeer druk te hebben.

Vanmiddag Bakels hier. Hij vraagt inlichtingen omtrent de hier gebruikelijke wijze van Avondsmaalviering. Ik deel hem ook mede hoe er wel velen zijn die verlangen dat hij Bakels hier beroepen wordt maar dat dit echter nog geenerlei zekerheid daaromtrent geeft. Hij zegt ook dat hij zich geenerlei illusies daarvan vormt. Bolding even hier om Bakels te spreken over de Spaarbank.

4 Maart 1875. Altijd vriezend weer, mooije heldere dag.

Katrina vanmiddag eerst met Margo Keyser gewandeld, daarna naar den Hoorn. Fokel verlangde sterk naar een bezoek en toonde dit door een briefje.

Men verhaalt hoe de pastoor hier afgeraden heeft (van de preekstoel) om bij Arie Lap iets te koopen, omdat de vrouw aan haar Roomsche dienstbode des vrijdags vet in den middagpot had gedaan.

Mat Gomes had aan Dirk Roeper verteld dat volgens de pastoor binnen 2 jaren een oorlog uit zou breken, zoo verschrikkelijk als er nog nooit een geweest was. Voorts veel gesproken over de woelingen der Ultramontanen. Dirk Roeper had ernstige vrees voor de Roomschen, ook hier op Texel, al deden zij zich ook verdraagzaam voor. Zelfs voor de familie Ran, die dikwijls zeer kon aangaan op de pastoor.

Cornelis van Ek (van Cocksdorp) was doorgaans zeer bitter tegen de Roomschen. Volgens hem had de pastoor aldaar reeds 13.000 gulden voor de nieuwe kerk bijeen gebedeld.

Jakob Roeper had dikwijls uitvoerige gesprekken met zijn Roomsche arbeider Boerse, die de stelling maar niet kon loslaten dat men alles gelooven moest dat de pastoor zeide. Ook als wit zwart moest heten. Dat het ketterdom den Gode wel behaaglijk was stond in hun vraagboek te lezen.

4 Maart 1875. Dirk Roeper, de eenige die hier op Texel buskruit mogt verkoopen, zei dat hij nog nooit zooveel als dezen winter daarvan had verkocht, daar er zoo veel jagt gemaakt werd op wilde gevogelte. In de Hemmers en andere eenzame weidestreken zag men bij duizenden een soort van kleine wilde eenden, zoodat jagers als Klaas Daalder, enz met gansche vragten huiswaarts keerden.

4 Maart 1875. Arie Rab erger.

4 Maart 1875. Vanmiddag berigt gehad dat de 85-jarige Neeltje Gerrits Bakker overleden is, ik verneem dat haar oppasster Marretje Rab ernstig ziek is.

5 Maart 1875. Des voormiddags naar het sterfhuis van Neeltje Bakker, aldaar Dieuwertje Rab. Haar zuster Marretje daar vannacht te 3 ure overleden (gistermiddag 11 uur Neeltje Bakker). Jan Koning, sukkelende, had vannacht weinig gerust, veel gedacht over het sterven van zijn schoonzuster (zij leefden in algehele verwijdering, schoon naast elkanders deur woonagtig). Hij beschuldigd de erfgenamen ervan dat zij het waken bij de zieke aan huurlingen hadden toevertrouwd. Hij roemt zeer zijn huishoudster die hem liefderijk verzorgt en zelf niet te bed gaat voor hij zelf goed slaapt.

5 Maart 1875. Des namiddags naar Klaas Roeper, sedert 10 dagen ziek. Zijne buren Jacob Zuidewind enz verzorgden hem liefderijk met spijs, die hij voor zich echter nog niet behoefde. Ensing had hem (van onze diakens) 5 gulden gebragt. Schulden had hij niet, geen halve cent. Later hoorde ik ook (bij Dirk Bakker) van 's mans stipte eerlijkheid. Hij zou nooit een stukje hout van een ander meenemen, al had hij nog zo'n groote behoeft aan brandstof.

5 Maart 1875. Ik bij Dirk Jansz. Bakker die nu ten 12e male (behalve een doodgeboren 8-maands kind) een kind verloren had in de eerste levensmaanden. Altijd een goede kraam, schoon een paar maal met forceps. Een uiterlijk voordelig kind, dat zich goed ontwikkeld en opeens dood ligt. Hij sprak er verstandig over. Het verband van oorzaken (schoon ons onbekend) en gevolgen is niet op te heffen. Wij moeten ons schikken in het onvermijdelijke. De vrouw is er zeer gevoelig over, soms (zooals de vader mij zeide), tot krankzinnigheid toe.

Ik bleef er eenigen tijd. Bakker zei dat Bakels thans beter voldeed dan vroeger en groote sympathie vond omdat men hem kende in zijn maatschappelijk leven (zijn vader Jan Bakker wilde dat men hem maar zou beroepen).

5 Maart 1875. Voor de betrekking van Weesvader waren 37 brieven ingekomen.

6 Maart 1875. Aan Klaas Roeper een paar zakken turf gegeven.

Vannacht weer 3 graden vorst, van voormiddag helder, des middags 3 graden warmte.

6 Maart 1875. Des avonds D. Tuinder en IJsbrand Ran hier om te laten inteekenen op een lijst ter verkrijging van gelden om warme spijzen aan de armen dagelijksch te verstrekken, waarmede zij als leden eener Commissie die terstond 50 gulden beschikbaar had gesteld, reeds een paar dagen tot groote voldoening van een aantal armen begonnen waren. Zij hadden vandaag aan 37 huisgezinnen, uitmakende 138 personen, spijs gegeven. Zij vonden goede bijval bij de burgers.

Voor de Werkverschaffing had men omstreeks 180 gulden in 't begin van de winter verzameld, die men had laten verarbeiden. De enveloppenmakerij van P. Koning ging bestendig door.

7 Maart 1875. Zondag. Dooi. Met Katrina naar de Waal, onderweg opgenomen in de wagen van Gerrit Bakker. Avondmaalbediening door Bakels 10- half 1. Vervolgens bij jufvrouw Boonacker koffij gedronken.

8 Maart 1875. Niet naar de Krans bij Bakels om de begrafenis van Neeltje G. Bakker. Zeer goede toespraak gehouden. Aldaar thee gedronken, o.a. gesprek over de Weesvader. Een drietal zou door den Raad worden voorgelegd. Met den Heer Mentz, als lid van de Raad, gesproken om vooral te zorgen dat er geschikte menschen gekozen mogten worden.

Des avonds bij Arie Rab. Veel met hem gesproken over de verzekerdheid onzer hoop op de toekomst en het vertrouwen des boetvaardigen zondaars op genadige vergiffenis, die hij voor zich gevoelde zoo zeer te behoeven.

9 Maart 1875. Sterke dooi. Vooral des namiddags en avond harde wind, storm.

10 Maart 1875. Door de vreeselijke storm van gisteren (die de pannen van de daken wierp), soms 100 kg winddruk, gisteravond een Zweedsch schip met 700 vaten wijn op 't strand tegen de duinen achter Klaas Brouwer, of meer zuidwaarts, geworpen, 1 man van de 8 verdronken door een stortzee. Des namiddags 2 uur Katrina en ik uitgewandeld. Bij Klaas Brouwer thee gedronken, aldaar Meester Klok en Bremer.

Klaas Brouwer bragt ons vervolgens op weg naar de duinen tot aan de Nieuwe Aanleg. Vermoeid kwamen wij eindelijk op 't strand ter plaatse waar het schip lag. Men was druk bezig om de vaten wijn (van Bordeaux naar Bremen bestemd) uit te hijschen en op wagens tot aan de duinvoet te brengen. Soms tuimelde een vat van de wagen, zoodat het sprong en het zand rood gekleurd werd.

Wij bestegen het schip, aldaar Bruno Bok en Herman Westenberg, Stikkel, Pieter Roeper, enz. Wij bezagen alles. Alles was nat van het zeewater, zakken scheepsbeschuit, zwart brood, dat wel beestenvoer geleek. Alles een treurige boel. Wij wandelden met Pieter Roeper en Joh. Maas terug naar den Burg.

Ik zeer vermoeid toen ik te huis kwam.

De bedijking van 't Noorden is besteed voor ruim 312.000 gulden.

10 Maart 1875. Met Arie Rab zeer belangrijke gesprekken gehouden. Hij is zeer zwak maar toch belangstellend in mijne woorden van leering en troost.

[25 Maart 1875. Begrafenis van Arie Rab].

14 Maart 1875. Zondag. Naar Oosterend. Ik bragt de kinderen van Sijbrand Koning een pakje prentenboekjes waarmede zij zeer ingenomen schenen te zijn.

15 Maart 1875. Krans bij mij. Verkooping en afrekening van boeken van 't Leesgezelschap. Bij ons Boonacker, de Lang, Vrendenberg, Wieringa.

18 Maart 1875. Gister en vandaag Pieter Kalf en zoon in den tuin en vandaag ook Jan Smit. De boomen sterk gesnoeijd.

19 Maart 1875. Het blijft zeer koud, telkens weer vorst. Van de week Klaas Kikkert, Cornelis Kikkert, Slijboom, allen oude menschen, overleden.

20 Maart 1875. Zeer bar winterweder.

Van de week bij Albert Keyser, onder andere gesproken over de herinneringen onzer jeugd. Jansje (even oud als Dirk) herinnert zich nog zeer goed mijne overleden vrouw, hoe zij, vriendelijk van voorkomen, met eenigzins vluggen tred de kerk in kwam en zich nederzette, elk wie hare oogen ontmoetten vriendelijk toeknikkende. Trijntje Keyser heeft nog herinneringen van haar tweede jaar, hoe zij bij haar grootvader Dijksen (in dat jaar overleden) op zijn schoot zat en zijne centen met een zoen moest betalen enz.

Mijn vroegste herinneringen zijn van 1813/14 (mijn vierde jaar), oproer te Zaandam enz, oploop te Westzaan.

21 Maart 1875. Zondag. Dominee Dorn Seiffer hier gepredikt. Te half 8 ure Bakels en vrouw bij ons de avond doorgebragt. Bakels had vanmiddag Doopbediening aan den Hoorn.

22 Maart 1875. Met Dorn Seiffen met het rijtuig van Sijbrand Jansz Keyser naar den Hoorn gereden naar Bakels, aldaar koffij gedronken. Wieringa reed met ons terug naar den Burg te ruim 12 ure, naar de Krans bij Vrendenberg,, aldaar Boonacker. D.S te 3 ure naar de diligence gebragt.

Eenigen tijd nadat Boonacker vertrokken was kwam Post, om met mij mede naar de Nutsvergadering te gaan, terwijl Katrina besloot om, niettegenstaande het gure weder, naar 't Oude Schild te wandelen en daar de vrouw van Post, die zich door hare zwakheid soms zeer neergedrukt gevoelt, gezelschap te houden.

22 Maart 1875. Eerst verslag van de Spaarbank door Ensing (zeer goed). Een voorstel van Mentz om de Leesbibliotheek met meer geschiedkundige werken te verrijken. Vervolgens eene uitvoerige leezing van ruim een uur van Lomans reisindrukken, door hem verkregen op eene reis in Zwitserland, door hem verleden jaar gedaan, waarin prachtige schilderingen voorkwamen en die ik met zeer veel genoegen hoorde. Daarop liet hij een groot getal photographiën bezien van landschappen enz. door hem medegebragt.

Later gaven Loman en Glijnis nog eenige natuurkundige proeven, verklaring van een uurwerk, een glazen nommerplaat waarop niets meer dan de bewegelijke wijzer, die accuraat de uren en de minuten aanwees, door een mechanisme onder aan het eene einde, waardoor rijzing of daling bepaald wordt. Verder hoe een dikke bal door een naauwe mond eener flesch gezogen werd door eenige daarin aangestoken spiritus.

Post was ondertusschen vertrokken, Katrina te 11 ure weder te huis.

24 Maart 1875. Begrafenis van Jan Koning. Ik sprak daar niet met veel opgewektheid.

25 Maart 1875. Des morgens 11 uur begrafenis van Arie Rab. Hier sprak ik beter.

28 Maart 1875. Paaschdag. Brief van Sina uit Wormerveer. Zij wil morgen over 8 dagen hier komen als ik haar dan van den Helder haal. Ik schrijf haar dat ik liever zou zien dat zij zaterdag kwam begeleid door Dominee Feenstra.

Bakels bragt te 1 ure, op reis naar Oosterend zijnde, zijn zoontje Herman hier met wie wij ons aangenaam bezig hielden en die hij des avonds weer meenam.

Des namiddags Christine Vrendenberg hier. Daarna jufvrouw Troll, haar man op reis naar Haarlem, zijn moeder ongesteld. Na het boterham eten Katrina met jufvrouw Troll naar haar huis om haar vannacht gezelschap te houden.

Sijbrand Jansz verhaalde mij onlangs hoe Jan Zuidewind hem had zoeken te bedriegen met een papier waarop zijne tante Neeltje Bakker in 1872 (maar het zegel wees 1873 aan) verklaard zou hebben met eene gebrekkige handteekening (dus blijkbaar in den laatsten tijd haar waarschijnlijk afgedrongen) dat hij Jan Zuidewind haar niets meer schuldig was. Op ernstige bedreiging van Bok had hij echter zijn schuld erkend.

Voorts hoe Albert Koning aan Pieter Reuvers 1500 gulden had zoeken af te zetten. Albert K. zou aan Reuvers 1700 gulden betalen omdat hij Wageningen gekocht had en Reuvers daar nog een jaar of langer huur aan had, maar de plaats nu wilde verlaten. Toen dit klaar was maakte Koning de rekening op dat volgens vroegere conditie nog zoo veel werk op de plaats te doen was, dat dit op 3200 gulden gerekend mogt worden en wijl hij de plaats nu opleverde zonder dat aan de condities voldaan was, zoo vorderde Koning nog 1500 van hem. Reuvers was geheel in de war, ging naar Bok, die hem niet veel troost geeft. Vervolgens naar de Deurwaarder P. Koning, die Albert Koning bij zich ontbiedt en hem, terwijl hij 2 getuigen aan de deur zet, zoo krachtig toespreekt en hem zijn schelmerij verwijt, dat hij Koning zijne vorderingen varen laat en de 1700 gulden aan Reuvers uitbetaalt.

29 Maart 1875. Tweede Paaschdag. Gepreekt aan de Waal. Bij Jan Roeper koffij gedronken. Gesprek over adhaesieverklaring aan Multapatior in zake sterke drank bestrijding. Hij oordeelt dat wij dit gezamenlijk als Kerkeraadsleden moeten doen. Gesprek over gemeentezaken. Ik oordeel dat het tractement verhoogd moet worden, ook wat mijzelve betreft. Hij schijnt te meenen dat daarvan geen sprake kan zijn, dat eene eventuele verhooging alleen een nieuw beroepen leeraar zou gelden. Dit te hooren maakte op mij geen aangenamen indruk.

Des namiddags naar Loman om de trouwpapieren van Menno te bestellen. Hij verklaart gaarne adhaesie aan Multapatior en wil 't ook aan den Gemeenteraad voorstellen.

Ik des avonds nog bij P. Boon (niet thuis), Jb. Roeper, Jb. Kooiman, zij teekenen. Te huis komende vond ik Meester Troll en vrouw. Hij teekent.

31 Maart 1875. Te 1 ure met den Heer Mentz bij den Heer de Holl de rekening van den Spaarbank nagezien, Bolding daarbij geroepen tot inlichtingen. Zij allen teekenen adhaesie aan Multapatior. Veel gesprek over het misbruik van sterken drank.

Catechisatie geëindigd.

Gisternamiddag met Boonacker en zuster en Katrina naar den Hoorn, Krans bij Wieringa. Aldaar Vrendenberg en vrouw en kleinzoon Cornelis en Bakels en vrouw. Wij bleven daar op sterken aandrang boterham eten tot 11 uur. Terug gewandeld, goed weer. Boonacker en zuster nog even hier gerust. Allen teekenden de adhaesieverklaring. Ik dring er op aan dat zij het ook hun kerkeraden zullen laten doen.

2 April 1875. Des namiddags met de inteekenlijst bij Sijbrand Keyser, C.S. Keyser, Jan Kalis, Albert Keyser, D. Bakker, C. Kuiper en C. Keyser, aldaar C. Keyser Waalderstraat. Zij allen teekenen.

3 April 1875. Jan Smit vanmorgen mist in den tuin gebragt van Sijbrand Jansz Keyser, die daarvoor de inhoud van mijn misthok overneemt, wat hij gister leedigde.

Tegen half 6 gaat Katrina met de vigilante de familie Koekebakker en Dominee Feenstra van Witmarsum van 't Oude Schild afhalen. Zij arriveren hier in de beste welstand. Een aangename avond met elkander doorgebragt.

4 April 1875. Zondag. Dominee Feenstra hier gepreekt. Ik hoorde hem met een zelden gesmaakt genot. De kerk was tamelijk bezet, ook Loman, Bok en Jan Timmer.

Feenstra en Koekebakker naar de Moderne vergadering in Amsterdam vertrokken.

Gelukkig dat Sina en Guurtje bleven. Wij hadden met haar veel genoegen.

8 April 1875. Guurtje is alle dagen allerliefst, soms 's nachts wat onrustig.

9 April 1875. Koekebakker weer terug op Texel. Zij zullen 23 April vertrekken.

5 April 1875. Des namiddags met Vrendenberg en Post naar de Krans bij Boonacker aan de Waal, aldaar ook Wieringa. Huis en tuin bezien. Bakels had verleden week aanwijzing gegeven omtrent den aanleg van den tuin, die nu al goed gevorderd was. Met ons vieren terug gewandeld. De vrouw van Post hier. Hijzelf bleef met haar hier boterham eten en wandelden 11 uur terug naar 't Oude Schild.

6 April 1875. Des voormiddags mijn catechisatie gesloten.

Jan Smit in den tuin. Des avonds Troll en vrouw hier.

7 April 1875. Meest in den tuin.

Des avonds Loman en vrouw en zuster jufvrouw Dijksen hier. Hij vroeg de couranten waarin het stuk met van Multapatior met oproeping, daar hij vrijdag Raadsvergadering had en het stuk daar ter sprake wilde brengen.

Troll nam gisteravond de plaatwerk en de flesschen mede om daarvan gebruik te maken.

L.l. zondag na de preek werd door den Kerkeraad besloten om ook adhaesie te verklaren.

8 April 1875. Vandaag brieven geschreven, aan de familie Koekebakker te Wormerveer. Ik vind het goed dat het trouwen van Menno op donderdag na Pinkster gesteld worde en beloof zondags vooraf te komen.

Aan Guurt, ik zoek haar allen twijfel te benemen, die ik vooral van Sina vernomen had, dat zij mij als aanstaand schoondochter niet volkomen welgevallig zou wezen. Ik reken op hare huishoudelijkheid enz, op hare uitnemende geschiktheid voor Menno.

Ik wil hier in dit jaar zelfs wel meer dan 1000 gulden suppediëren, als ik maar in 't volgende op rente en daarna op aflossing vertrouwen mag. Ik zeg haar 60 gulden toe op Mei, om stoelen of een kookkagchel of iets anders voor hare huishouding te koopen.

Ik schreef ook nog aan Dirk met een brief van Katrina over boeken waarover Dirk haar vanmorgen een briefkaart had gezonden.

Aan Pieter Faas heb ik voor een paar dagen 10 gulden voorgeschoten als bijdrage voor de aankoop van boekbindersgereedschappen, welke gelden hij mij vervolgens in arbeid terug zal leveren.

9 April 1875. Des namiddags Burgemeester Loman hier, zeer verontwaardigd over de handelwijze van de Raad der Gemeente Texel. Dien dag vergadering geweest.

Als Weesmeester was benoemd C. Timmer, een ongeschikt man, tegenover een zeer geschikt man Van Alkmaar, sterk aanbevolen.

Zoo ook had de Raad het doorgedreven dat aan Thijs Flens een stuk van het Park werd afgestaan. De adhaesie aan Multapatior was met algemeene stemmen geteekend.

Vervolgens Jan Timmer hier, Vrendenberg, Margo Keyser en des avonds Jacob Roeper en vrouw tot 10 uur.

10 April 1875. Koekebakker en ik het vat bier afgetapt, ruim 50 flesschen van de 41 kan verkregen.

Des namiddags Koekebakker naar Ensing, die gisteravond bij ons was geweest en veel vertelde van zijn nieuw aangekomen machiene ten dienste van borstziekten om gecondenseerde of verdunde lucht in te ademen.

Dominee Schiff van Terschelling van de diligence gehaald.

Vandaag rekening van Noordhof (aan Bok) betaald, 28,59 voor Katrina.

11 April 1875. Zondag. Schiff hooren preeken. Koekebakker was ook weinig voldaan.

11 april 1875. Des avonds wij op uitnoodiging bij Dominee Vrendenberg. Ook Katrina en Sina, Boonacker en zuster, Bakels en vrouw (zij waren vooraf bij ons aan huis geweest). Ik sprak Bakels afzonderlijk en zeide hem dat ik de proponenten moest vragen, wat hij zeer afkeurde.

12 April 1875. Schiff hier. Met hem het dorp doorlopen, Roomsche kerk. Ook de oude kelder in de Weezenschuur bezien, eene vrij groote gemetselde ruimte met vele steenen trappen, daarin een getraliede deur en een paal met ijzeren beslag.

Koekebakker en ik des namiddags naar de Krans bij Post, aldaar Wieringa en Boonacker. Wij des avonds met Boonacker terug, zijne zuster was bij ons. Zij bleven boterham eten.

13 April 1875. Ik in den tuin. Koekebakker des morgens 9 uur met Bakels met de wagen naar Oosterend. Bakels sluit zijne catechisatie aldaar. Koekebakker [doet bezoeken]. Hij komt eerst des avonds laat (7 uur !) terug.

Des namiddags de Heer Simon Keyser hier om Sina toe te spreken. Gesprek over de bestrijding van sterke dranken. Hij wil geen adhaesie teekenen voor Multapatior. 't Baat toch niet. De regering moet maatregelen nemen, enz. Ik erger mij aan hem.

14 April 1875. Koekebakker [bezoeken]. Hij en Sina des namiddags aan 't inpakken.

15 April 1875. Des morgens 7 uur met vigilante Koekebakker en Sien en Guurtje weggebragt naar de haven. Zij vertrekken met de 2de boot. Wij zien op genoeglijke dagen terug. God geve dat wij elkander eerlang in welstand mogen wederzien.

Katrina druk aan 't opredderen. 't Ledikantje weer naar Jakob Kooiman gebragt.

Katrina vergunt aan Vrouwtje om des namiddags naar Cocksdorp te gaan tot zaterdag.

Ik vanmorgen in kouden Noordenwind naar Molenbuurt, begrafenis van Jakob Jakobsz Bakker, oud 17 jaar, ten gevolge van een bloedspuwing, na eene sukkeling van 10 weken overleden.

Na de begrafenis bij Dominee Boonacker koffij gedronken. Zijn tuin bezigtigd. De aanleg is fraaij, door Bakels verordend.

Het orgelharmonium: volgens afspraak met Sijbrand Jansz Keyser en Cornelis Keyser, die mij daartoe magtigden op het gunstig advies van Bakels, schreef ik een brief aan Kettner dat hij het orgelharmonium van 750 gulden ten spoedigste zoude zenden, voorlopig in huur.

Brief aan Dirk geschreven ter beantwoording van de zijne, hedenmiddag ontvangen. Hij heeft lust om de bruiloft van Menno bij te wonen en begint zich diep te gevoelen dat hij alleen is. Ik antwoord hem daarop uitvoerig, wensch zeer dat hij nog eenmaal weer huwelijksgenot zal smaken.

16 April 1875. Deels op mijn studeerkamer, deels in den tuin. Briefkaart van Guurt dat Hein en Sien wel zijn overgekomen. Zij is brommig dat Menno haar verwaarloost met schrijven.

Katrina heeft het regt druk nu Vrouwtje naar Cocksdorp is.

Des namiddags Troll hier om 't adres van Multapatior vragen. Gesprek over de Afschaffing van Sterke Drank. Troll vindt het met regt vrij onbeteekenend dat 't Gemeentebestuur adhaesie betuigt aan Multapatior en zelf niets doet tot beteugeling van 't drankmisbruik, dat de diender Dekker, ja de Secretaris Stikkel vrienden van de Jenever zijn.

Katrina des avonds even bij jufvrouw Troll, eenig eigengemaakt kindergoed gebragt. Zij kreeg eindelijk de rekening van Troll voor zijn lessen, 17,50 gulden (35 lessen).

Dirk zendt mij de aflevering van Kosmos waarin zijn stuk over 't bloed.

16 April 1875. Vandaag voor het eerst de ooijevaars weer gezien, 2 of 3. Voor een paar dagen meende ik ze te horen. Zij keeren toch terug naar de plaats waar zij niet verleden jaar, maar een jaar vroeger het nest gebouwd hadden dat door de storm werd afgeworpen.

17 April 1875. De kandidaat Dekker van Rotterdam afgehaald. Hij is verleden najaar geëngageerd met Johanna Stikkel van Alkmaar, wier vader daar grutter is geweest, eene kleindochter van Marretje Kikkert, die zuster was van Antje Kikkert, moeder van de weduwe P. Boon, naar welke hij mij vroeg en die hij wilde bezoeken.

Bij het overschoone weder wandelden wij beiden des namiddags naar de Waal, bezagen kerk en pastorij en toefden eenige oogenblikken bij Jan Roeper.

Des avonds half 8 gingen wij naar weduwe Boon, die ons vriendelijk ontving en ter kennismaking met den nieuwen aanstaande neef ook hare kinderen Pieter en Neeltje en Jakob Kooiman en Johannes Keyser noodigde, met wie wij aangenaam sprekende tot ruim 10 uur daar toefden. Veel gesprek over de familieleden.

18 April 1875. Cornelis Dekker hier des voormiddags gepreekt.

Pieter Boon was zeer voldaan. Met dezen in de tuin veel gesproken, waarbij bleek hoe de preek van Feenstra een zeer diepen indruk op hem had gemaakt. Zulke preeken, die ons nader tot God bragten, hadden wij noodig. Niet als die van Bakels, waarbij hij over het bestaan van God sprekende, zeide dat er zoo vele bewijzen vóór als tegen konden worden aangevoerd. Boon meende dat wij versterking van ons geloof noodig hadden, niet dat wij ons voor onze twijfelingen beriepen op getuigenissen van geleerden, daar die twijfelingen buitendien gereeden ingang vonden.

Dekker vertrok, om den avond nog te Alkmaar bij zijn meisje door te brengen.

Katrina en ik des namiddags naar de Waal bij Boonacker. Vooraf bij Dirk Leijen, aldaar zijne dochter Etje en A. Dros, verleden donderdag getrouwd. Ik kwam ze gelukwenschen.

Aldaar ook C. Keyser en Marretje, met een lief 5-maandsch kindje, dat reeds stevig op hare voetjes stond. Een zijner kinderen kon met 9 maanden reeds tusschen 2 in goed loopen.

Katrina des avonds nog even naar Margo Keyser, aldaar Bakels en vrouw.

19 April 1875. Schoone dag. Katrina begint des namiddags met de schoonmakerij.

Ik des voormiddags bessenwijn afgetapt, 't witte vat.

Des namiddags Boonacker hier, met hem in den tuin een partij bloemen Primulae veris, Hortensia, enz uitgespit voor zijn tuin.

Wij beiden daarna met Vrendenberg naar den Hoorn, Krans bij Bakels. Een zeevlam komt op en maakt het zeer koud. Ook op de terugreis verduistert het maanlicht.

Bij Bakels ook Wieringa. Deze spreekt uitvoerig ter verdediging van het zoogenaamde restitutiestelsel ten bate van Bijzondere Scholen. Hij laat zich door niets daarvan afbrengen, schoon krachtig weersproken door Bakels en Boonacker, gelijk door Vrendenberg en mij. Hij noemt de tegenwoordige toestand van het onderwijs allerellendigst en verwacht dat alles beter zal worden als elk zijn kinderen daar kan zenden ter school waar hij weet dat aan zijn verlangen naar Godsdienstige opleiding voldaan wordt. Hij wil de meest mogelijke vrijheid voor ieder, welk stelsel hij ook huldigt. De anderen meenen dat achter die agitatie tegen de bestaande Neutrale School politieke bedoelingen schuilen.

20 April 1875. Nieuwe vader en moeder in het Weeshuis gekomen, gister.

20 April 1875. Katrina aan Troll voor 35 lessen 17,50 gulden betaald. Vanmiddag postwissel van Dirk. Hij zendt 28,50 terug van Noordhof, wien hij betaald had de rekening voor Katrina's boeken, terwijl ik die ook op een wissel had betaald.

23 April 1875. Orgelharmonium geplaatst, in huur voor 3 maanden voor 75 gulden.

24 April 1875. Brief geschreven om te verzenden naar Samuel, Alida's verjaardag maandag.

Brief aan Samuel en Dolfina: Wij hebben voortdurend een aangenaam verkeer met onze collega's, vooral met Boonacker aan de Waal. Met Wieringa hebben wij ook een veel vriendschappelijker verkeer dan vroeger. Vrendenberg en vrouw hebben onlangs van maandag tot zaterdag bij hun zoon Hendrik aan den Helder een zeer genoeglijk bezoek gebragt, zooals zich wel denken laat. Ik verheugde mij in 't genoegen dier oude lui, die zoo weing buitengewone vreugde hebben.

Katrina gaat nog al eens naar de vrouw van Post, die zwak en sukkelende is, ofschoon van een levendig, opgeruimd humeur.

Pinksterzondag denk ik naar Wormerveer te reizen.

Over het huwelijk van Menno: Zoover ik Guurt ken en verder leer kennen meen ik mij zeer te mogen verheugen, dat Menno zulk een vrouw krijgt. Den steun die zij hem geven kan heeft hij wel noodig.

Leenderts gekomen. Hij is niet dan zeer in de verte familie van Leenderts van Leer, nader bij Leenderts van Medemblik.

25 April 1875. Leenderts gepredikt. Des namiddags weer vertrokken.

Katrina en ik vervolgens naar 't Oude Schild gewandeld, bij Dominee Post thee gedronken. Aldaar haar vader en moeder uit Schiedam, zeer eenvoudige luidjes.

26 April 1875. Des namiddags Krans bij mij.

27 April 1875. Katrina druk met de wasch enz.

28 April 1875. Het schoonmaken der studeerkamer begonnen.

Wij brieven geschreven naar Menno te Harlingen, Guurt te Wormerveer en aan haar ouders, tot felicitatie met den ondertrouw op morgen. Ik zond aan Menno 200 gulden.

28 april 1875. Vanmiddag Bakels hier. Ik met hem naar de kerk, waar hij het orgelharmonium bespeelde, daarbij ook Loman.

29 April 1875. Brief van Dirk dat in 't Schoolblad de oproeping stond voor de Meisjesschool te Leeuwarden, waarvoor Katrina zich zou aanbieden als sollicitante leerares.

30 April 1875. Gisteravond nog even naar Vrendenberg om hem te feliciteren met het gelukkig volbragt examen van Christina in Fraaije Vrouwelijke Handwerken.

Des avonds kwam het Schoolblad voor Katrina, waarin de oproeping stond. Zij schreef een concept-aanbieding.

30 April 1875. Gisteravond Kerkeraadsvergadering aan de Waal over 't beroepen van een tweede predikant. Men sprak van de noodzakelijkheid van traktementsverhooging als men iemand als Feenstra wilde beroepen. Twijfelachtig werd gesteld of bij verhooging ook het traktement voor mij daarin begrepen zou zijn. Sijbrand Jansz Keyser zeide dat ik misschien wel terwille van de Gemeente voor die verhooging zou kunnen bedanken. Ik zeide te meenen dat hij dit wel beter wist enz.

Vandaag heeft Katrina de studeerkamer klaargekregen met schoonmaken.

In den laatsten tijd mooi weer, maar toch altijd 's avonds nog koud genoeg om de kagchel te stooken.

De boekverkooper Mooijen teekende vanmiddag adhaesie aan Multapatior. Hij zou de lijst meenemen naar de Heer Bok, maar deze teekende niet.

1 Mei 1875. Kandidaat Gorter afgehaald van de diligence. Wij even bij Boonacker zijn tuin bezien, aldaar thee gedronken. Gorter onderscheidt zich meer door zijne lengte dan door zijne fraaije manieren.

2 Mei 1875. Gorter predikte hier. Broederenvertoeving, 12 broeders aangewezen [om de beroeping voor te bereiden]

3 Mei 1875. De schoonmaaktijd duurt voort.

Krans bij Vrendenberg. Bakels kwam mede van de Waal waar hij een plan gemaakt had voor de veranda van Boonacker.

Vanmorgen van broeder J. Meihuizen 400 gulden ontvangen, daarvan 300 aan Menno gestuurd.

4 Mei 1875. Katrina heeft een brief gereed om zich aan te melden te Leeuwarden als lerares voor Nederlandsche Taal enzovoort aan de op te rigten Meisjesschool, maar wacht nog op een stuk dat Dirk haar zou zenden van Meester van den Berg.

4 Mei 1875. Ik hoorde gister verhalen hoe Burgemeester Loman onlangs met iemand voorbij het Roomsche Kerkhof wandelende, het hek zag openstaan en toen naar de grafsteenen enz. was gaan kijken, maar hoe toen onmiddelijk op last van de pastoor de koster was gekomen om hem te zeggen dat die plaats afgesloten heilige grond was, en dat hij die dus moest verlaten, aan welken eisch de Burgemeester dan ook voldeed.

4 Mei 1875. Op het werk aan het Noorden heeft in een kroeg een ernstige vechtpartij plaatsgehad, waarbij echter Texelaars de beginners schijnen geweest te zijn. Het gedrag van het vreemde volk wordt zelf zeer geroemd te Cocksdorp en elders. Er zijn nu 500 man aan het werk.

[Huizinga is vol van de adhaesie aan Multapatior, iets wat samen lijkt te hangen met het Afschaffingsgenootschap]

5 Mei 1875. Des avonds hier de Heer en Mevrouw Westenberg om ons te feliciteren met Menno's voorgenomen huwelijk. Zij waren uitermate vriendelijk. De tuin bezien, alles heel schoon, ja prachtig geoordeeld. Ik beloofde haar Primula veris (die zij vrijdag lieten halen).

Gesprek over adhaesie aan Multapatior, waartoe hij ten volle bereid is. Hij gebruikt nooit sterke drank dan in uiterst zeldzame gevallen. Hij was zeer vijandig tegen dronkenschap.

Pieter Kalis is reeds slaaf van de jenever en laat daarom vrouw en kinderen gebrek lijden. Zij eene zeer knappe vrouw, die geen beschuldigingen tegen haar man hooren wil.

Des avonds mevrouw Ensing hier. Ensing heeft het zeer druk met zijn pneumatisch toestel.

6 Mei 1875. Hemelsvaartdag. Gepreekt aan den Burg. Vertoeving der Broederschap ter benoeming van eene commissie van 12 broeders.

Katrina heeft hier en daar afscheidsbezoeken gebragt.

6 mei 1875. Bakels gepreekt aan de Waal. Wij beiden te ruim 7 ure naar den Hoorn gewandeld, bij Bakels die ons verwachtte, aldaar jufvrouw Wieringa. Genoeglijk daar de avond gepasseerd, te ruim half 1 weer te huis.

Katrina wacht nog met het inzenden harer stukken naar Leeuwarden op een stuk van Mr. Van den Berg, dat Dirk ons zal zenden. Zij [zal] nog wel genoodzaakt zijn om zich zelve in Leeuwarden te presenteren. Den Heer Troll belooft mede een getuigschrift voor Katrina af te geven, wat hij des middags doet.

7 Mei 1875. Ik des middags naar het Raadhuis, van Loman een getuigschrift van goed gedrag gehaald en dit laten registreren bij den Heer Haga. Ik breng het pakket op 't Postkantoor, inhoudende 't verzoekschrift, Acte van Bevoegdheid, getuigschrift van Loman, Troll en Van den Berg.

Briefkaart naar Menno, dat Katrina daar dingsdag hoopt te komen.

Vandaag voor 't eerst na vele weken een weinig regen, die algemeen zeer wordt gewenscht.

7 Mei 1875. Wieringa had gister aan Haga verteld hoe dat vooral in de duinen het schaapvee stierf van ongedierte, de bonselaar genoemd, dat, microscopisch klein, zich vooral aan de kop indrong, zich vol bloed zoog, zoo dat het diertje dan de grootte kreeg van eene erwt, waarna doorgaans met een paar dagen de dood van het schaap of lam volgde.

7 Mei 1875. Loman sprak er van dat hij voorhad eene korte beschrijving van Texel te geven met een 6-tal photographiën van de mooiste punten, en dat voor 1 gulden verkrijgbaar te stellen.

Zijn zoon Bernard was bezig met eene verzameling Texelsche voogeleijeren. Jan had reeds eene groote collectie Texelsche planten.

9 Mei 1875. Katrina en ik des avonds naar Boonacker op uitnoodiging. Ruim 12 ure te huis. Katrina toen nog wat in haar koffer gepakt. Ik J.C. Bakker opgeklopt om de koffer te halen voor de morgendiligence.

10 Mei 1875. Katrina des morgens 7 uur naar de wagen gebragt. Zij op reis naar Wormerveer en dingsdags naar Leeuwarden [om te solliciteeren].

Des namiddags met Boonacker en Vrendenberg naar Wieringa, Krans. Aldaar Post en Bakels. Zijn groote tuin en collectie bloemen bewonderd. Zij wilden ons volstrekt houden, maar ik verlangde naar huis omdat ik vannacht zeer weinig geslapen had.

11 Mei 1875. Veel in den tuin. Des middags te eten bij Boonacker. Des namiddags Vrendenberg en vrouw aldaar thee gedronken en verder de avond met hen gepasseerd. Ruim 12 uur te huis. Kort daarna verbrandde het plaatsje van Maarten Koorn aan de Mient, waarvan ik echter niets gemerkt heb. Vanmorgen briefkaart van Wormerveer, Katrina goed overgekomen.

12 Mei 1875. Des namiddags Kerkeraadsvergadering en Breeden Kerkeraad, beraadslaagd over her beroep [de Waal]. Er is volstrekt geen lust om het tractement te verhoogen (zoo men het doet schijnt men mij te willen passeren). Drietal Bakels 17, Gorter 17 en Feenstra 12 stemmen. [Ziekenbezoek]. Daarna notulen geschreven tot 12 uur.

13 Mei 1875. Brief van Katrina ontvangen (geschreven op de Harlinger boot en bij Menno). Gisteravond ook nog aan Bakels de nominatie berigt, waarop ik heden een lettertje terugontving. Hij is voorlopig tevreden, meer ook niet. Voorts veel in den tuin.

Des namiddags bij Vrendenberg thee gedronken (op uitnoodiging) met Boonacker en zuster.

14 Mei 1875. Jan Smit in den tuin boonstokken aangebonden en nog een paar bedden gespit en hout gekloofd. Slaplanten van Vrendenberg gezet. Het blijft alle dagen droog, schoon weder.

15 Mei 1875. Brief van Katrina uit Leeuwarden, waarin zij uitvoerig berigt geeft van haar wedervaren aldaar. [Zij] had echter weinig hoop op benoeming, maar was overral vriendelijk ontvangen.

15 Mei 1875. Vanmorgen Haga even hier om van mij te lenen het boekje van Allan en anderen over Texel. Hij moest opgave doen van gebouwen van eenige historische waarde onder zijn beheer, aan de Minister.

15 Mei 1875. Margo Keyser was zeer teleurgesteld dat haar vader het zoo dwaas vond om nu te midden van 't schoonmaken naar Ouddorp te gaan logeeren, zooals Sina haar in een brief van 9 Mei daar had uitgenoodigd.

Gisteravond nog even bij den nieuwen beurtschipper Pieter Keyser. Voorts vandaag de nodige bereddering gemaakt om morgen op reis te kunnen gaan.

16 Mei 1875. Pinksteren. Gepreekt aan de Waal.

Des namiddags met de diligence naar 't Oude Schild met Meester Schreuder van Cocksdorp en familie. Op de stoomboot met Klaas Plavier. Maarten Jansz Daalder ontmoet, woont aan 't Nieuwe Diep, heeft druk werk als timmerman.

De muziekmeester Polak had op Texel pogingen aangewend om een Muziekkorps op te rigten. Verscheidenen toegetreden.

Mijn goed naar 't spoor gebragt. Bij Dominee Dyserink en vrouw. Te kwart voor 7 naar 't spoor, naar Uitgeest, daar lang gewacht. Te 10 ure was ik te Wormerveer, door Menno en Guurt afgehaald.

[Tot en met 22 Mei huwelijksfeesten van Menno en Guurt Koekebakker [op huwelijkse voorwaarden vanwege zijn schulden] in Wormerveer].

21 Mei 1875. Des voormiddags naar de Koog [aan de Zaan] bij Dominee Huidekoper. Gesprek over de Texelsche gemeenteleden. De zaak met Leendert Vonk. Hij beklaagt het dat hij daar veel geld aan moet opofferen zonder dat het wat goeds op den duur wekte. Hij hoopt van 't jaar nog op Texel te komen.

Huidekoper verhaalt mij hoe hij laatstmaal te Harlingen met groot genoegen vernomen had dat Menno daar wel in de smaak viel, maar dat hij hem zelve dit gezegd had, met debijvoeging dat men het zoo in hem afkeurde dat hij 's morgens zoo laat opstond en soms het bezoeken van patiënten zoo lang uitstelde.

22 Mei 1875. Katrina en ik naar Texel. Ik blijde dat wij weder te huis waren.

24 Mei 1875. Met Katrina en Vrendenberg naar de Krans bij Post, aldaar Wieringa, Bakels.

25 Mei 1875. Jufvrouw Veenstra verhaalde mij dat haar zoon Jan nu wilde gaan studeren, misschien wel voor ingenieur. In het "boeren" had hij geen zin meer, evenzoo min als Hendrik. Misschien dat ook deze aanstaand jaar nog wel tot studeren overging.

26 Mei 1875. De vrouw van Troll bevallen. Bakels even hier.

Des namiddags zou Katrina naar den Hoorn gaan, doch het ruwe weder belette zulks.

28 Mei 1875. Des avonds de Heer Sijbrand Veenstra en zoon en Jansje en Marie Veenstra en Margo Keyser hier den avond doorgebragt met genoegen.

30 Mei 1875. Zondag. Gepreekt te Oosterend.

Des namiddags aan de Waal Kerkeraadsvergadering (i.p.v. verleden dingsdag om de drukke Leijdsche markten). Besloten dat ik nog eens weer bij Dominee Veenstra van Witmarsum zal onderzoeken of hij op tractement van 1500 gulden niet komen wil.

31 Mei 1875. Krans bij Bakels.

1 Juny 1875. Des middags de vrouw van Adam Kalf door rattenkruid zich van 't leven beroofd.

2 Juny 1875. Begrafenis van Klaas, 10-jarig zoontje van Jakob Bakker en Trijntje Dekker.

3 Juny 1875. Mijn 66ste verjaardag, Gode zij dank beleefd in hoog gelukkige omstandigheden. [Brieven en bezoeken].

4 Juny 1875. Nanning Kikkert overleden, ik des middags even daar. Geertje Langeveld overleden, ik des avonds daar.

6 Juny 1875. Zondag. Gepreekt des morgens aan den Burg, des namiddags 2 uur aan de Waal in de Gereformeerde kerk. Bij Meester Keyser thee gedronken.

Katrina des namiddags met Margo Keyser naar den Hoorn bij Bakels.

7 Juny 1875. Krans bij mij.

Ik vertelde des avonds aan Bakels hoe het nu stond met de Beroepingszaak. Feenstra had op mijn 2e brief geantwoord dat hij volhardde om NIET te komen.

Dit gister hier aan den Burg aan de diakens medegedeeld.

Cornelis Keyser zeide dat wij maar moesten wachten. Wij hadden den tijd wel daar Bakels in de behoefte voorzag. De kerk had toch zijn aantrekkelijkheid geheel verloren. Hij voor zich had er geheel geen behoefte aan. Hij liep er nog wel eens heen als hij lust gevoelde, maar hij kon zichzelve heel goed stichten.

Over 10 jaar zou men 't wel hebben zien gebeuren dat men weder tot het stelsel van 1 predikant voor deze Gemeente (met een ruime bezoldiging!) was teruggekeerd. De wereld was nu eenmaal zoo veranderd. Ik liet niet na mijne verontwaardiging daarover te kennen te geven. Bakels scheen wel in te zien dat zijne kansen voor het beroep min gunstig stonden.

Katrina van namiddag met de familie S. Keyser naar Oost om het leggen van den nieuwen dijk daar te zien, gelijk zij in de verleden week, vrijdag, naar de Eendragt was geweest op gelijke wijze.

8 Juny 1875. Dag van stemming voor 2 leden der Tweede Kamer (de Bruijn Kops en Van der Kaaij gestemd).

Pietertje Klaas Mantje bragt hier een paar kaasjes.

10 Juny 1875. Jan Knol hier van Nederlandsche Mettray.

12 Juny 1875. Des voormiddags Dominee Wassenaar van Blesse en vrouw hier, komende van den Hoorn. Wieringa is op reis naar Oudega, waar hij beroepen is. Zij brengen hier gedeeltelijk den dag door, intusschen hier en daag visites gemaakt. Des avonds Troll hier om hen te begroeten. Zij gaan met ongunstig weder naar het Oude Schild, waar zij bij Zwanenburg logeren.

13 Juny 1875. Zondag. Ter voorbereiding gepreekt aan de Waal.

14 Juny 1875. Gister brief ontvangen van Menno en Guurt met mededeeling van hun ongunstige finantieele staat, die mij zeer verontrust. In overleg met Katrina besluit ik eindelijk om morgen met Timmer naar Harlingen te gaan.

Een half anker bessenwijn voor Menno en Samuel ingepakt.

Om half 5 naar Troll om de familie te feliciteren met de voor 3 weken geborene.

15 Juny 1875. [Huizinga naar Harlingen na een brief van Menno en Guurt over hun schulden, het gaat om 3700 gulden. Samuel wil dat Huizinga het voorschiet, met het oog op Menno's toekomstige inkomsten. Het eerder opgestuurde geld is opgegaan aan de huwelijksreis. Samuel heeft zijn eigen studieschulden al bijna afgelost door zuinig te leven].

Samuel oordeelde dat ik hem die 3700 gulden ook nog maar moest voorschieten. Mijn bezwaar daartegen was dat ik alzoo mijne andere kinderen zou benadeelen, waartegen hij uitrekende welk deel elk mijner kinderen eens van mij zou kunnen krijgen en dat hij Samuel daarbij dan welligt 3000 gulden te kort zou kunnen komen. Maar hij wilde daarvan afstand doen zoo het noodig was, als Menno nu maar geholpen werd. Dan had ik nog het bezwaar dat ik alzoo mijn eigen inkomen grootelijks zag verminderen.

Het was zeer waarschijnlijk dat Menno minstens 2500 gulden per jaar zou verdienen en dus zeer goed rente kon betalen, want van 2000 gulden kon hij zeer goed leven, gelijk hij Samuel wist uit eigen ondervinding, daar zijne jaarlijkschen uitgaven 2600 gulden beliepen (waarbij ook 600 tot schulddelging).

Ik liet mij overreden. Als zijn schoonvader borg stond voor de rente, zou ik zorgen dat spoedig het vereischte kapitaal aanwezig was. Dit was noodig, want zij werden dikwijls lastig gevallen en velen wachten ook reeds zoo lang op hun geld.

Ik moest de energie van Samuel bewonderen, die bij zijn huwelijk nog 3 mille schuld had uit den weg te maken en dit toch bijkans overwonnen had.

16 Juny 1875. Gister reeds vernam ik van Menno en Samuel en later door de Couranten, dat de sollicitatie van Katrina geenerlei gunstig gevolg had gehad, wat mij speet om harentwil.

17 Juny 1875. Bij Menno te Harlingen. Schipper Timmer komt mij wekken te half 5 ure. De regen valt bij stroomen neer. Ik maak mij spoedig gereed.

Naar Timmer, te 5 ure bij hem aan boord. Te half 6 verlieten wij de haven. 't Was nu stil weer, de regen hield op, de wind was ongunstig. Wij dreven zachtkens voort. Trijn Vos was mede passagier. Na een uur of 4 of 5 Harlingen nog in 't gezigt. Tegen 4 uur des namiddags lieten wij het anker vallen in 't gezigt van Wieringen, Texel nog onzichtbaar.

Met Trijn Vos gemiddagmaald, aardappels met uitgebraden spek. Te half 7 kwam er eenige wind. Te 10 ure voeren wij de Texelsche haven in. Naar huis geloopen.

Katrina welvarende gevonden. Zij was zeer teleurgesteld door de berigten uit Leeuwarden, doch, zoo zij zeide, nu alreeds weer daarover heen.

Katrina had het werk van St. ten Cate "Neerlands Glorie", met de 2 prachtige premieplaten in zwarte lijsten, ontvangen.

18 Juny 1875. Ik weer regt verkwikt door een rustigen slaap op eigen bed.

20 Juny 1875. Zondag. Met Katrina naar de Waal, Avondmaal, 109 communicanten.

Bij de weduwe Veenstra thee gedronken. De dochters komen van de week terug van haar reisje naar Arnhem, Haarlem, Nieuwendam. Beide zoons zullen zich nu aan de studie wijden. Zij hebben de boerderij aan August Keyser overgedaan, die beloofde toch maar schraal voordeel en de jongens hadden er beiden geen zin aan.

21 Juny 1875. Naar de Krans bij Wieringa, l.l. zaterdag van Oudega teruggekeerd.

22 Juny 1875. Brief van Menno met belofte van vader Koekebakker, die daar zaterdags geweest was, dat hij wilde helpen met 't ontbrekende der rente te betalen, dus geen volleedige borgstelling. Ik zend den brief om advies aan Samuel.

23 Juny 1875. De binnenkamer maandag behangen. Gister de vloer geverwd.

Ik in den tuin.

24 Juny 1875. Schoone dag. Kamerdag aan de Waal.

Des avonds bij G. Kikkert de Handelsblad gehaald waarin het stuk van Multapatior.

25 Juny 1875. Wederom schoone dag. Nog altijd ziet men vruchteloos naar regen uit. Het vee loopt te hongeren op 't land, er is nog haast niet te maaijen.

Jan Roeper zei gisteren dat, schoon hij thans voor 30 beesten meer land had dan verleden jaar, hij echter 1000 gulden minder ontvangen had. Men begint druk met zijn vee te verkoopen.

Des avonds Troll hier en Margo Keyser.

26 Juny 1875. Ali: De totale schuld van Menno was 10.300 gulden. Brief aan Koekebakker geschreven met 't voorstel om gezamelijk Menno en Guurt met 't noodige geld te helpen.

Huizinga: Brief aan Koekebakker voltooid en afgezonden, waarbij ik hem voorstel om gemeenschappelijk Menno en Guurt aan het noodige geld te helpen.

27 Juny 1875. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Bakels des namiddags aan de Waal.

Bij Teunis Timmer gefeliciteerd met het goed afloopen van 't admissie-exame van Jan.

Bij P. Pronk, ten huize van P. Kalf. Hij schijnt mij zeer suf.

Bij H. Dijt, over de afloop der verkiezingen, waarin hij zich zeer verheugde. Blijkbaar wenschte hij de Ultramontanen de zege niet. Hij zei in gesprek met zijne vrouw dat wel 17 van de 20 Roomschen Ultramontanen waren. Hij zou eerstkomende zondag eens op de gaanderij gaan zitten om vandaar het orgel te beoordeelen.

28 Juny 1875. Ik des morgens vroeg in den tuin totdat met den middag Bakels en vrouw en 2 kinderen (in 't wagentje) kwamen om den eersten Kermisdag hier door te brengen.

Des namiddags naar de Waal, Krans bij Boonacker. Wieringa heeft het beroep naar Oudega aangenomen.

29 Juny 1875. Brief van Koekebakker ontvangen dat hij niets wilde doen voor de kinderen te Harlingen [Menno en Guurt]. Zondag heb ik een brief geschreven aan broeder Jakob Meihuizen hoe ik met de minste opoffering 3000 gulden zou losmaken om ze tegen 5 procent op rente te geven, waarop ik antwoord wacht.

[Ali: Christina Vrendenberg verdient als onderwijzeres met hare 3 actes slechts 450 gulden, daarom leek aan Katrina onderwijzeres zijn niet zoo mooi toe].

30 Juny 1875. Des voormiddags half 10 geloopen naar de Mient, begrafenis van Pieter de Ridder, man van Trijntje Eelman. Zeer onverwachts gestorven. Weduwe blijft achter met 3 à 4 hulpbehoevende kinderen in een ellendige woning.

Eerst werd gelezen door Jan Trap, toen kwam Jan Saris om te lezen. Doch ik voorkwam hem het woord en sprak en sprak alweder (wijl er gewacht werd op de lijkwagen, bijkans een uur lang). Eerst tegen 1 uur verlieten wij de woning.

Begrafenis was op 't Kerkhof aan de Koog, alles zeer armelijk. De vrouwen met hun kinderen op de arm mede naar 't kerkhof. Daar staat nog een gedenkpaal meldende de begrafenis aldaar van Hendrik Dirks en vrouw, Castelein op 't Eijerland, in 1681.

Ik wandelde met Jan Saris, genoeglijk, sprak hem over zijn Zondagsschool. Zijn broeder Kors was daarin voornamelijk werkzaam, met zingen van liederen of psalmen en spreken over den tekst van 't Zondagsblad. Er kwamen soms 25 kinderen.

Ik wandelde naar den Burg terug met Klaas Kalis, met wien over Godsdienstige onderwerpen niet veel te spreeken viel. Hij is een fameus looper, zoodat hij soms in 3,5 uur van den Burg naar Cocksdorp heen en terug was gegaan. Hij kon, meende hij, loopen zoo hard hij wilde en zulks zonder dat hem zulks veel vermoeide. Zoo ook in 2 uur naar Oosterend en Nieuwe Schild, en over Oost weer terug.

Toen wij aan tafel zaten kwam Anna Boonacker (haar broer is op reis naar Alkmaar). Zij bleef hier tot 10 uur. Wij gezamenlijk, ook met Margo Keyser, over de kermis.

Meester Keijzer en vrouw even hier.

De Heer S. Keyser met Margo hier om met Katrina naar de wafelkraam te gaan. Zij bezoeken ook de Lindeboom. Te 12 ure terug.

30 juny 1875. Toen Bakels hier maandag was sprak hij er met mij uitvoerig over wat de Gemeente nu eigenlijk met hem wilde daar hij dat treuzelen moede werd. Hij wilde wel voor de Nominatie bedanken als hij dacht dat hij toch gepasseerd zoude worden. Ik zeide dat ik hem volstrekt niets daarvan zeggen kon, omdat de geheele Broederschap stemmen moest, maar dat ik ook niet verzekerd was dat zijn kans geheel hopeloos stond. Hij zou daarom nog maar geen stappen doen om eene Beroeping onmogelijk te maken Van Boonacker die hem verleden zondag hoorde preeken vernam ik dat die wel over den inhoud zijner preek, maar niet over de voordragt voldaan was. Hij predikte toen voor 25 toehoorders. Klaas Mantje kon Bakels niet verstaan, had dientengevolge niets aan de preek. Ik vroeg hem of hij ook hoorde van velen die Bakels als leeraar wenschten. Hij zeide van dezulken niet te weten. Maar zijn dochter Pietje loofde hem zeer om zijne catechisatie en wenschte deze gaarne te behouden.

1 July 1875. Tegen half 8 ging het gezelschap Boonacker, zuster en Katrina met gezelschap van Bakels en vrouw, S. Keyser, Margo, de Holl, enz, enz, naar de Komedie in de Kikkert, maar het stuk "De twee weduwen" beviel zoo slecht, dat zij reeds te 10 ure heen gingen en verder de avond bij de Holl of S. Keyser en later op de kermis, wafelkraam, Lindeboom (dans) doorbragten. Eerst de volgende morgen hals 4 scheidde het gezelschap.

Zwaar onweer doch weinig regen.

2 July 1875. Brief geschreven aan broeder Juriaan om 3000 gulden voor Menno, nadat ik antwoord had gekregen van Jakob Meihuizen. Ik berigt Menno de stand der zaken.

Katrina des avonds met Margo en de dames Veenstra naar de kermis.

Met Boonacker op de studeerkamer en later in den tuin. Ik zeide hem dat hij mij wel eens zijn vertrouwen geschonken had omtrent de reden dat hij zijn huwelijk uitstelde, wijl hij nog tegen 300 gulden te betalen had. Ik wilde hem dat geld wel voorschieten tegen rente en langzame afbetaling. Hij betuigde zeer dankbaar te zijn voor mijn aanbod, maar het toch niet te willen aannemen. Hij had er reeds weer 200 gulden op afbetaald en zou het overige ook weldra kunnen doen. Maar zoo ik hem een zeer groot genoegen wilde doen, zou het zijn dat zijn beminde in November hier een 14 dagen mogt logeren.

3 July 1875. Katrina des avonds bij Margo, die zeer gedrukt is. Zij ziet zeer op tegen de drukte die zij verwacht met de aanstaande komst van Rina uit Brussel.

Eergisteravond de familie van Vrouwtje uit Cocksdorp hier geweest.

4 July 1875. Zondag. Laatste kermisdag. Gepreekt aan den Burg voor 90, Bakels te Oosterend voor 20 hoorders.

Des namiddags bij het schoone weder eene zeer groote menigte menschen aan den Burg. Margo Keyser kwam Katrina afhalen tot eene kermiswandeling.

Vrouwtje naar de kermis met Andries Jansen tot 2 uur.

5 July 1875. Bessenwijn afgetapt.

Krans bij Post.

6 July 1875. Katrina's 29e verjaardag. Brieven, bezoeken. Bakels en vrouw hier des avonds boterham gegeten.

7 July 1875. Jet Ensing even hier. Brief van broeder Juriaan met 200 gulden voor Menno.

Vrouwtje vandaag ongesteld, in bed gelegen.

Adriana Vrendenberg staat no. 1 op de voordragt als onderwijzeres in Wiskunde te Delft. Vandaag komen, zoo ik meen, de zoons van Vrendenberg te Amsterdam vrij uit hun 2,5-jarige cellulaire gevangenis.

Dominee Boetje van Harlingen hier koffij gedronken. Hij keurde het zeer af dat men Bakels voor den tijd der vacature had geëngageerd en hem nu waarschijnlijk weer zou laten loopen. Hij had Sijbrand Jansz nog wel herinnerd dat men zulk een man in eere moest houden.

Alles was hier zoo saai, dat hij het zeer verklaarbaar zou vinden als ik besloot om er uit te stappen. Ik sprak van wat mij weerhield. Het denkbeeld om zonder betrekking te zijn kon mij nog niet bekoren. Ik was gehecht aan mijn werk en omgeving, daarbij kwam het gemis van behoorlijk inkomen. Eerst met mijn 70ste jaar had ik aanspraak op twee-derde van 't tractement.

8 July 1875. Brief van broeder Juriaan ontvangen met 2300 gulden, waarvan ik terstond 300 zond aan Menno om daarmede schulden te betalen. Daarbij ook verjaardagsbrief aan Guurt gezonden.

Des avonds Troll les aan Katrina.

Cornelis Vlaming, die zijn plaats verkocht heeft voor 20.000 gulden aan Cornelis Mantje, heeft nu een schip gekocht voor zijn zwager Willem Kunst te Oude Schild en vaart zelf mede.

10 July 1875. Des morgens Hendrik Veenstra hier om mij te verzoeken dat ik hem en zijne broeder Latijnsche lessen zou geven. Ik verheugde mij wel in dat verzoek, maar zeide dat ik 't alleen dan zou willen, als hij anders niet klaar kan komen, en dat 't verkieslijker was dat hij dat onderwijs ging halen van Boonacker aan de Waal, wat ook om de daaraan verbonden wandeling voor hem beter was. Boonacker zou ook Latijnsche les geven aan Lomans zoontje Bernard.

Van voormiddag frissche regen.

11 July 1875. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Harde wind en soms harde regenvlagen. Katrina en ik tegen de wind in naar huis geworsteld.

Bij Albert Mulder bij Tetje Koopman. Hij is weldra 80 jaar. Verhaalt van Dominee Veenstra, diens liefhebberij voor paarden en hardrijden.

Gerrit Dirksz Bakker woont nu in de Weverstraat omwille van zijn 8-jarig zoontje Dirk, opdat die hier kan schoolgaan. Gesprek over de vacature, ik kan niet vernemen of Bakels hem bijzonder welgevallig is, wel dat hij hem dikwijls met genoegen hoort. Over schoolonderwijs, de noodzaak van leerpligt, enz.

12 July 1875. Regen en wind. Des namiddags Krans bij mij (in ruiling met Bakels, om de Nutsvergadering hier).

Loman, S. Keyser, Bakels, Troll, de laatste was benoemd tot afgevaardigde voor de Algemeene Vergadering. De punten van beschrijving waren besproken, nieuwe secretaris, verbetering van de Leesbibliotheek. Bakels blijft bij ons boterham eten.

13 July 1875. Gister Rens Daalder in den gang aan 't werk.

Hendrik Vrendenberg van den Helder verhaalt van zijn drukke bemoeijingen in vereniging met de overige predikanten, om eene Bewaarschool te stichten, die er niet is, behalve eene van de Roomsch-Catholijken, die zeer veel kinderen trekt ook van Protestanten, die daar allerlei Roomsche manouvres, gebedjes, versjes leeren.

Hij verhaalt hoe hij pastoor Koentze van Alkmaar heeft horen preeken op Sint Peter en Paulus, over de woorden "Ik ben zwak, nogtans ben ik sterk" (magtig), toegepast op die Apostelen, maar vooral op Pius IX. Zijne zwakheid, zoodanig voorgesteld (door den "Roover-Koning" gevangen) alsof men de afgematte grijsaard daar op zijn bosje stroo zag liggen. Daartegen over zijn sterkte. Wat hij al gedaan heeft en nog doet in 't Godsdienstige en Staatkundige en wat de geloovige Christenschaar thans doen moest.

Zij ook schijnt zwak, maar is toch sterk. Wat hebben de dappere Zouaven niet gedaan voor de Heilige Stoel, wat zullen zij ook nu nog kunnen en willen en moeten doen?

Zijn geheele rede was als eene opwekking tot opstand, tot strijd voor de Godsdienst met de wapens in de hand.

14 July 1875. Op uitnoodiging van Post wij des namiddags naar de Ringsvergadering te Oude Schild. Groot gezelschap, Boonacker 4 personen, Bakels, Katrina, en ik en Post en vrouw, Wieringa en vrouw, Vrendenberg 2 personen, De Lang 3. Den avond genoeglijk doorgebragt. Bakels noodigde het gezelschap tegen dingsdag over een week.

Eerst gemeenteleden bezocht. De vrouw van Lammert Bas heeft thans de 2 kinderen van haar zoon te verzorgen, wiens vrouw op Meerenberg wordt verpleegd.

Dirkje Dijker ziek ten gevolge van 3 nachten kermis houden.

15 July 1875. Des avonds Katrina en ik op visite bij den Heer Keyser en Margo en Rina. Daar ook de familie de Holl. De avond genoeglijk doorgebragt tot half 2.

Intusschen kwamen de koffers van Samuel, met kinderwagen en een mand wijn.

Gesprek over de indijking van 't Noorden, over de plannen omtrent de Wieringermeer, door Keyser afgekeurd als improductief.

16 July 1875. Margo Keyser bij Katrina.

Vandaag mijn horologie aan schipper P. Keyser gebragt ter reparatie bij Ulrich, Prinsenstraat, Amsterdam.

17 July 1875. Des voormiddags met rijtuig van Bakker naar de haven, aldaar de passagiers van de Ada afgehaald, die door deze van de Burgemeester Zijlstra van Harlingen komen, na voorspoedige reis van 8,5 uur. Samuel en Dolfina, 2 kinderen en meid [Dirkje] en de proponent Gorter. Blijde ontmoeting.

18 July 1875. Gorter hooren preeken. Volle kerk, 400 menschen.

19 July 1875. Zeer warme dag. Niet naar de Krans bij Bakels om opkomend onweder.

22 July 1875. Ko en Willemina [van broeder Juriaan uit Groningen] komen met het schip van Timmer van Harlingen.

22 July 1875. Van voormiddag kregen wij het hoogst verblijden telegram van Ouddorp dat Sina bevallen was van een flinke jongen (Jakob), vannacht te 2 ure. Wij hebben onzen blijdschap zoeken te kennen te geven door een hun toegezonden telegram, mede [een] aan broeder Juriaan. Advertentie in de Heldersche Courant.

23 July 1875. Begrafenis van Martje Timmerman (doofstom), slechts 4 man achter het lijk, Willem Duinker, Sijbrand Jansz Keyser, Biersteker en ik.

Willemina bij Ensing, Ko met Pieter Keyser aan 't hooijen.

24 July 1875. Brief van Koekebakker, alles wel. Pakje daarheen gezonden met brief.

25 July 1875. Zondag. Gepreekt aan den Burg, 200 hoorders.

Ik des middags met de kleine Alida en Katrina in het Park gewandeld.

Daarna hoorde ik dat Neeltje Bakker, vrouw van G. Kooiman plotseling doodgevallen was. Weinige oogenblikken daarna stond ik diep verslagen aan haar sterfbed met de treurende ouders en Ensing.

26 July 1875. Ko den geheelen dag met P. Keyser naar 't hooiland, Willemina des avonds op visite bij Marie Koning tot half 12 uur.

Met Albert Keyser is het hoofd weer geheel in de war. Hij slaapt des nachts niet en is dagelijks op 't maai- en hooiland en raast en tiert.

27 July 1875. Aan 't huis van Albert Keyser (ik had inmiddels den dood zijner schoondochter aan de Waal vernomen), aldaar de diep bedroefde dochters toegesproken. Wat haar droefheid nog zeer verhoogde was vooral de wederkerende krankzinnigheid van de vader.

Dirk Tamis kwam zeggen dat hij 2 Augustus vrienden van Ouddorp bij zich verwachtte. Ik reed met hem te ruim 2 ure naar de Driesprong en bezocht daar [zieken]. Daarna naar het sterfhuis. Cornelis Albertsz Keyser diepbedroefd. Ik zocht te troosten zoo veel ik kon, ook aan het doodbed zelve. Al wat de man sprak getuigde van zijn hooge waardering van zijne overleden vrouw.

Vanavond zou het feest zijn bij Bakels. Ik had weinig zin daaraan, Katrina was reeds des namiddags met de familie Vrendenberg daarheen gewandeld. Ik besloot toch om ook mede te gaan met Sina en Dolfina, toen de kinderen ter ruste waren, met rijtuig van Bakker. Wij vonden bij Bakels in de tuin de familie. Bakels en vrouw, en moeder en zuster Mina, Wieringa en vrouw, Haga, Vrendenberg, dochters Leentje, Adriana en Christina, Boonacker, vader, zuster en broer. Eerst gymnastie-oefeningen van Bakels, Haga, Samuel en Wieringa. Vervolgens in huis orgelmuzijk. Wij bragten den avond genoeglijk door en reden te 1 uur naar huis.

Ko vandaag weer uit hooijen geweest.

28 July 1875. Gisternacht had het gevroren.

29 July 1875. Alida meest de geheel morgen bij mij op de studeerkamer aan 't spelen.

30 July 1875. Afgehaald Dirk en Fenna van Calcar komende van Harlingen, waar zij vannacht logeerden bij Menno, met de stoomboot Burgemeester Zijlstra, het overstappen op zee uit de boot in de zeilschuit ging met moeijelijkheden gepaard.

1 Augustus 1875. Zondag. Ik gepreekt aan den Burg. Dirk en Samuel bij mij ter kerk, en Dolfina en Fenna, wat mij van Dirk vooral zeer aangenaam was omdat ik sprak over de vraag hoe de Christen staat aan het graf zijner dierbaren. Volgens gewoonte evenwel hoorde ik niets van een goeden indruk door dit woord gemaakt.

Na de preek inlevering van stembriefjes voor het Beroep, 77 briefjes aan den Burg, 19 te Oosterend. Gorter beroepen met 80 stemmen, Bakels had er 15. Met Dirk en Samuel gewandeld, Ensing ontmoet. Deze nam op zich om den uitslag aan Bakels te berigten.

1 Augustus 1875. Rina Keyser zal morgen vertrekken.

[2 Augustus 1875. De zoons Jan en Anton van Dominee Vrendenberg zijn na 3 jaar weer vrij].

2 Augustus 1875. Vrendenberg laat verzoeken om de Krans bij mij te nemen. Wij meenen dat zijn zoon Anton bij hem is.

3 Augustus 1875. Vrendenberg verhaalt dat hij nu toch het genoegen heeft gehad dat zijn beide zoons Jan en Anton bij hem zijn geweest. Hun toekomst nog onzeker. Maar Anton had zich in de 3 jaar goed op de hoogte van alle zaken de handel betreffende gehouden. Hij roemde de capaciteiten van Anton zeer.

Vandaag stemming der Gemeenteraad tusschen Ensing en Jan Jacobsz Roeper. Het bleek den volgende dag dat de laatste 81, de eerste 78 stemmen had.

4 Augustus 1875. Dirk vandaag weder naar de Koog te baden, zoo ook gister en eergister met Samuel.

5 Augustus 1875. Dirk gister (alleen) naar 't strand. Hij gevoelt dat die togten en dat baden hem voor zijn gestel goed doen.

Des avonds telegram uit Groningen dat Johan ziek is, diarrhee en koorts. Dirk telegrafeert om nader berigt.

6 Augustus 1875. Des morgens geruststellend telegram uit Groningen. Dirk weder naar 't strand. Ook Katrina, Fenna en Dolfina gaan daar heen op weg, maar keeren met Dirk terug om de harde wind.

Des avonds Dirk en Samuel naar den Hoorn bij Bakels.

Intusschen komt een telegram dat Dirks overkomst gewenscht is.

Ik buiten den Burg gewandeld om mijn dezer dagen onaangenaam humeur te herstellen.

7 Augustus 1875. Zaterdag. Dirk vanmorgen te half 4 vertrokken om over Amsterdam te reizen. Ik schreef gister aan Koekebakker te Ouddorp dat ik a.s. zaterdag hoopte te komen.

Twee voer lange turf van Eppinga.

Samuel zit de laatste dagen druk aan 't werk aan zijn boekje 2de druk Plantkunde.

[Huizinga gaat naar Ouddorp via Haarlem met Bakels. Met deze een dagje naar Den Haag en Scheveningen]. In de Piet Heinstraat in den Haag mevrouw Bok en Henriëtte opgezocht. Welmoed is dood, mevrouw Bok geheel doof en zeer droevig.

12 Augustus 1875. [De dominees Huizinga en Bakels in Den Haag] In den Piet Heinstraat bij de familie Bok. Mevr. Bok geheel doof, zij liet mij het laatste portret van Willem jr. zien met een lok van zijn geheel grijze haren. Ik zou zijn beeltenis haast niet herkend hebben. Zijn vrouw sukkelt. Henriette en moeder drongen sterk aan dat wij zouden blijven eten wat wij niet aannamen.

Op 13 Augustus vergadering van de Doopsgezinde Vereenigingen in Haarlem. Des avonds naar Rotterdam.

14 Augustus om 10 uur met de boot tot Middelharnis, afgehaald door Koekebakker met rijtuig] eindelijk te 4 ure verheugde ik mij in het wederzien van mijne Sina. Met Guurtje was ik weldra goede vrienden, toen ik het een en ander ging ontpakken wat ik meegebragt had. Een geruchtmakend konijntje, een geluidgevend popje, een bonte elastieke bal, een koek. Spoedig kan ik vrolijk met Guurtje spelen.

[Het is er allemaal goed in orde, ook huis en tuin. 's Zondags preekte Huizinga] voor 65 of 69 menschen, meest hervormd, ook eenige Roomschen, die bij 't thans zeer warme weer de slaap niet uit de oogen konden houden. Sina was ook te kerk, verleden zondag reeds, toen voor het eerst na hare bevalling.

[Huizinga heeft het er gezellig, wandelt de omgeving rond, ontmoet de familie van Dirk Tamis].

11 augustus 1875. Ik volgens afspraak met Bakels des namiddags met de diligence naar 't Oude Schild, aldaar Bakels aangetroffen. Bijkans buiten adem geloopen. [Overtocht]. Bakels en ik aan 't Nieuwe Diep gewandeld langs de haven. Vervolgens naar het Spoor, half 7 naar Haarlem, alwaar wij door zuster Let regt vriendelijk werden ontvangen [moeder en Mina zijn op Texel].

12 augustus 1875. Gelogeerd bij Bakels te Haarlem. Bakels en ik te 8 ure uitgewandeld en per spoor naar den Haag, per tram naar Scheveningen, gewandeld langs het strand, groote drukte. Bakels ook een bad genomen, ik steeds gewandeld. Wij vervolgens op 't Badhuis koffij en brood gebruikt. Wederom gewandeld langs de terrassen, terug door Scheveningen enz. naar den Haag. Schoone weg, groote drukte daar op Javastraat, schone gebouwen. Wij de Piet Heinstraat opgezocht en gevonden, aldaar bezoek gebragt aan mevrouw Bok en Henriëtte, van 2 tot 4 daar vertoefd. Daarna naar Van der Kulk, niet te huis. Toen gaan eten bij Van der Pijl op de Plaats. Regen, onweder, duister, stortregen. Zoo duister dat het gaslicht in de kamer moest worden ontstoken. Later klaarde het weer op.

Wij gaan wandelen in 't Haagsche Bosch tot over den Vijverbrug. Bakels zint op eene stof voor zijne leerrede van eerstkomende zondag. Vatbaarheid voor edele aandoeningen noodig om wat waarlijk schoon en goed is op te merken en te bewaren, of zoo iets.

Wij naar den Haag terug. Van der Kulk opgewacht en gevonden, ook Kitty. Wij spraken van omstreeks 7 tot 9 uur, hij bragt ons op de terugweg naar 't Spoor van half 10, waarlangs wij vertrokken naar Haarlem.

13 augustus 1875. Te Haarlem bij Bakels. Wij des morgens naar de Kerk alwaar de Vergadering zou worden gehouden van de Doopsgezinde Vereenigingen. Wij aldaar een groot getal vrienden en bekenden uit alle oorden des lands ontmoet.

Te 8 ure ging ik heen, eerst naar 't huis van Bakels. Let bragt mij naar het Spoor, naar den Haag en verder Rotterdam-Ouddorp.

21 Augustus 1875. Terug op Texel, om 12 uur aan den Burg, waar ik gelukkig alles wel vond.

23 Augustus 1875. Krans bij Post.

Samuel en Katrina des morgens naar Monsieur Verberne geweest om hem te feliciteeren met zijn 50-jarig onderwijzerschap. Zij boden hem ter herinnering een fraaije barometer en thermometer aan, des morgens hier door intermediair van Arend Kikkert uit Amsterdam ontvangen.

Bakels hier even.

24 Augustus 1875. [Huizinga was al slechthorend, maar] Ik in deze nacht met het regter oor plotseling geheel doof geworden, zoodat ik daarmede verder niets hooren kan, wat mij zeer lastig is.

Des morgens vroeg Katrina en Fenna vertrokken. Katrina begeleidt haar tot Harlingen.

Boonacker deelde mij mede dat nu zijn huwelijk was vastgesteld op 15 November, maar dat hij alleen nog in het onzekere verkeerde omtrent de plaats waar het zou geschieden. Ik sprak terstond van ons huis. Hij durfde dit niet vragen, maar wenschte het zeer.

26 Augustus 1875. Tegenwind voor Katrina op haar terugreis van Harlingen.

Gister Pieter Boon hier. Hij zou vandaag met zijn vrouw op reis naar Amsterdam om Professor Suringar te raadplegen of zijne vrouw niet, volgens raad van Stiggelbout, tot herstel van hare zwakke gezondheid naar Utrecht of elders moest verhuizen.

27 Augustus 1875. Katrina weer terug, op zee geweest sedert gistermiddag 12 uur, zeer zeeziek, ook jufvrouw Troll en vele andere passagiers. In Harlingen alles wel gevonden.

't Blijft altoos droog weder. Heel Texel is verschroeid.

Sijbrand Jansz had vandaag reeds 4 koeijen op stal gezet. Hij heeft veel hooi laten aanvoeren, maar het kost hem zelve reeds 2,5 cent het pond. De toekomst laat zich duister inzien.

28 Augustus 1875. Regen. Zooveel mogelijk water gegaard.

30 Augustus 1875. Samuel en Dolfina druk aan 't pakken. Zij verzonden hun goed met Timmer.

31 Augustus 1875. Met behulp van Samuel nog 30 pond roode bessen geplukt en uitgedrukt voor wijn (16,5 pond suiker ongeveer daarin), het vat in den kelder gelegd.

Des namiddags hevige stormwind en geweldige regenvlagen, zoodat de reizigersvoor morgen ongerust werden.

[Herman Westenberg gaat in Londen trouwen met een Engelsche dame].

1 September 1875. Vannacht nog harde wind. Samuel des morgens vroeg nog aan 't vruchten verzamelen uit den tuin. Te 8 ure vertrok de familie. Ik begeleidde ze tot het Oude Schild, vanwaar zij met de Ada (zeer hoog water) naar den Helder vertrokken. Zij verwachten vanmiddag de Zijlstra te Nieuwe Diep en hopen vanavond althans te Harlingen te zijn. Katrina was bij mijne wederkomst druk bezig met alles weer in orde te stellen.

Vandaag was het weder weer geheel bedaard, zoodat wij vertrouwen dat zij eene goede reis zullen hebben.

2 September 1875. Zeer schoone zomersche dag. Eerst vanmorgen ontvingen wij het verwachtte telegram van Samuel uit Harlingen. De Zijlstra was gister te laat gekomen, zij waren dus eerst vanmorgen half 4 van 't Nieuwe Diep vertrokken en te 8 ure te Harlingen aangekomen.

Bessen geplukt en van 20 pond bonte een vat wijn gemaakt.

Dominee Huidekoper zendt berigt van 't overlijden van zijn zoontje.

3 September 1875. Des avonds Vrendenberg even hier, 5 pond tabak betaald. Zijn zoon Jan zal nu handelen onder de firma Pyttersen.

Aan J.C. Bakker zijn rekening als rijtuigverhuurder betaald, van 13 Augustus tot eergister bedragende 25 gulden.

Katrina vanavond naar Troll.

[Ali: 4 September 1875. De rekening van J.C. Bakker als rijtuigverhuurder van 13 Augustus tot eergister is 25 gulden].

5 September 1875. Zondag. Gepreekt aan de Waal.

6 September 1875. Krans bij Vrendenberg.

Vrendenberg deelt mij mede dat zijn zoon Anton met gezin in de volgende week naar Melbourne in Australië gaat vertrekken.

7 September 1875. Huisbezoek, uitgereden met de wagen van J.C. Bakker naar de Veen, Dijkmanshuizen.

8 September 1875. Boonacker en zuster hier. Landbouwtentoonstelling in 't Park, wij daarheen, entrée 25 cents. Vele kennissen ontmoet. Schoon vee gezien. Des namiddags naar de Harddraverij bij A. de Ruiter.

Des avonds naar 't Park, aldaar muzijk van 't Corps Hoornblazers van den Burg en fraaije illuminatie, begunstigd door het schoonste weder.

9 September 1875. Huisbezoek, met de diligence naar 't Oude Schild gereden.

Bij Klaas Roeper, treurige toestand aldaar, zijne dochter Dieuwertje sedert een paar dagen weggelopen. Ernstige toespraak aan de beide jongens Arie en Lambertus. De laatste loopt weg. Arie belooft mij bij handtasting dat hij zich verbeteren zal en zijn vader vreugd zal verschaffen.

10 September 1875. Huisbezoek onder Hooge Berg.

Jan Dirksz Bakker schetst Simon Keyser zoo royaal in 't openbare leven, en zoo crimineel gierig omtrent zijn volk. Altijd wantrouwend, op alles lettende.

11 September 1875. Catharina Juriaans is nu in Ouddorp.

L.l. woensdag berigt ontvangen dat Gorter bedankt voor de Waal. Bakels schrijft aan de Kerkeraad dat hij buiten aanmerking wil blijven.

13 September 1875. Krans bij De Lang, niemand daar geweest.

Nutsvergadering. Troll doet verslag van de Algemene Vergadering door hem bijgewoond. [Ali: De punten van beschrijving waren besproken, nieuwe secretaris, verbetering van de Leesbibliotheek]. Bakels neemt de keuze van 't bestuur niet aan. Langen tijd besteed aan de herziening van ons Nutsregelement tot over 11 uur.

14 September 1875. Ik huisbezoek, loopende naar Driehuizen en de Westen. Vandaar met rijtuig van J.C. Bakker des namiddags 2 uur verder naar de Mient. Het laatst bij Antje Wuis. Hier en bij anderen, Albert Kooiman en Antje Dekker, hoorde ik dat Bakels laatstleden zondag velen geërgerd had met zijn preek: "Bij God zijn alle dingen mogelijk", waarbij hij zich ten doel gesteld zou hebben om aan te toonen dat bij God niet alle dingen mogelijk zijn, daar alles naar vaste Natuurwetten wordt geregeld en niet naar willekeur [en zodoende had hij de gemeenteleden de hoop op wonderen ontnomen].

15 September 1875. Des morgens Anna Boonacker hier, vervolgens te 12 uur komen Dominee Boonacker met zijn meisje Eliza Huygens wandelende van 't Oude Schild. Zij blijven hier den dag passeeren. Lize blijft hier voor eenigen tijd logeren.

16 September 1875. Huisbezoek in de Waalderstraat. Beloofd terug te komen bij Sijbrand Keyser, op de gronden van het geloof in onsterfelijkheid en wederzien, die door hem sterk betwijfeld worden.

Naar de Waal, Ringsvergadering. Aldaar Vrendenberg en vrouw, Bakels en vrouw, Wieringa en vrouw. Van de laatste hier afscheid genomen, wijl zij a.s. maandag naar Oudega vertrekken.

[Ali: Afscheid genomen van de Wieringa's, die naar Oudega gaan. Hij preekt op de 19de zijn afscheid aan den Hoorn.

Kennis gemaakt met den kandidaat Habbema, die in de Cocksdorp zal worden beroepen].

Brief aan Samuel: Dirk heeft mij een boekje toegestuurd "Onze gezondheid", wat mij bijzonder voldoet.

Uitgebreid verhaal over de activiteiten op Texel van een Evangelist, voorheen timmermansknecht, op Texel.

De preek van Bakels wordt hier druk besproken, hij sprak over "Bij God zijn alle dingen mogelijk", waarbij hij zich tot doel gesteld zou hebben om aan te toonen, dat bij God niet alle dingen mogelijk zijn, daar alles naar vaste natuurwetten wordt geregeld en niet naar willekeur.

17 September 1875. Huisbezoek op de Kamp en Noord Haffel.

18 September 1875. Zondag. Gepreekt aan den Burg. Velen naar 't afscheid van Wieringa aan den Hoorn.

19 September 1875. Krans bij Vrendenberg.Wij maakten genoeglijk kennis met Habbema, die gister tot groote voldoening te Cocksdorp op 't beroep had gepreekt en wel beroepen zal worden.

21 September 1875. Huisbezoek in de Koogerstraat, Steenen Plaats en Weverstraat.

22 September 1875. Huisbezoek Weverstraat.

Wij hebben thans overvloed van handpeeren, jutte- en boncretiens, enzovoort, maar zoo goed als geheel geen appelen. Vele buren kunnen wij met een proefje gerieven.

22 september 1875. De preek van Bakels wordt ook nogal eens besproken zooals heden door jufvrouw Ments. Velen hebben blijkbaar daarvan een heel ongunstige indruk verkregen. Echter niet Adolf Keyser, die 't goed scheen opgevat te hebben.

30 September 1875. Kamerdag aan de Waal. Die avond beproefde men met 2 mannen van Meerenberg gezonden om Albert Keyser daarheen weg te voeren, waardoor aan die lang geplaagde familie eindelijk rust werd verschaft.

9 October 1875. Te Groningen bij broeder Juriaan. Van de laatste dagen sedert 23 September is niets aangeteekend wegens drukke bezigheden. Ik had bijkans alle dagen huisbezoek, toefde doorgaans lang, kwam 's avonds menigmaal te 9 à 10 ure te huis. Lize Huijgens was hier voortdurend gelogeerd. Daar zij plan had om voor een 14 dagen naar Amsterdam te gaan, zoo besloten wij dan ook nog een uitstapje te maken naar Groningen.

2 October was het een vreeselijken storm, aan 't Nieuwe Diep 91 kilo winddruk.

Om op reis te kunnen gaan moest ik o.a. ook de vruchten uit de tuin in veiligheid brengen. Tot het peeren plukken werd ik anderhalve dag geholpen door een zoon van Oosterbaan.

Grooten voorraad kregen wij van wijnpeeren, diamantpeeren en foppepeeren, zoo dat ik daarvan van elks een 8ste vat aan de 3 zoons kan toezenden.

Laatstleden donderdag 30 September beproefde men met 2 mannen van Meerenberg gezonden om Albert Keyser daarheen weg te voeren, waardoor aan die zwaar beproefde familie eindelijk rust werd verschaft.

6 October kwam Timmer aan en meldde ons dat hij vrijdagmorgen weer naar Harlingen dacht te varen. Nu begrepen wij dat wij dan toch maar de reis mede moesten maken.

8 October 1875. Cornelis Albertsz Keyser, die ook naar Harlingen zou varen met Timmer om daar zijne twee oudste dochtertjes te bestellen ter school, laat ons met hem mederijden naar de haven. Hij kwam te 6 ure. Te 7 ure zouden wij varen, doch wij staken eerst kwart voor 8 van wal. Nu was het stil en mooi weer, geen kans om zeeziek te worden. Deels lezende, deels pratende met C. Keyser en diens kinderen, bragten wij de tijd door. Te 1 ure waren wij te Harlingen.

Menno zegt dat het met zijne practijk best gaat en dat deze toeneemt, zoo dat de laatste maanden wel 300 gulden per maand opleveren. Hij rekende nu 15 stuivers de visite, voor de armen 8 en voor een Werkliedenfonds 6 stuivers. Verlossingen namen toe (nu 25 gulden). Hij was tot dusver daarmede zeer gelukkig geweest.

15 October 1875. [Huizinga is op de Akademie in Groningen] 't Was de dag der Rectoraatsverwisseling. Ik hoorde Professor Modderman eene Latijnsche rede voeren. De zamenkomst was talrijk. Ik zag als Curatoren de Commissaris des Konings, de voormalig Commissaris van Drenthe Gregory, de Burgemeester, de Professoren. Dat ik ook mijn zoon in die rijen zag zitten en vervolgens voorbij treden was mij treffend.

De vrouwelijke student [Aletta] Jacobs zat ook onder de studenten (naast Doctor Ali Cohen). Te 2 uur was de plegtigheid afgeloopen.

17 October 1875. Druk gesprek over de zeer door mij aanbevolen plaatsing van Ko ergens waar hij werken kan.

19 October 1875. Terug via Leeuwarden.

23 October 1875. Te Harlingen. Aan de haven trof ik Texelsche schippers aan. Met een van deze, Pieter Vlaming, maakte ik akkoord dat hij ons voor 8 gulden naar 't Oude Schild zou brengen. Hij behoorde anders als oestervisscher te Oost te huis. Menno bragt ons te 1 ure aan boord. Hij gaf ons een medicijn tegen zeeziekte mede. Voor de wind, tegenstroom. Beide [dames, Marie Huijgens en Katrina] werden tegen het eind zeeziek, doch niet erg. Bij Dominee Post (kraamvrouw zeer welvarende) Boonacker opgevangen, die Lize wilde afhalen, maar met ons medereed, daar de Ada om 't lage water weligt eerst te 10 ure zou aankomen. Hij ontmoette voor 't eerst zijn a.s. schoonzuster Marie.

Lize aangekomen met de diligence.

Wij bragten de avond door in het aanschouwen van het overgroot geluk der beide gelieven.

24 October 1875. Zondag. Westerman Holst horen preeken.

25 October 1875. Niemand naar de Krans bij De Lang.

26 October 1875. Mijn catechisatie begonnen.

Bakels hier den avond gepasseerd met de familie Boonacker, zij druk aan het briefkaarten schrijven ter huwelijkscommunicatie.

27 October 1875. Margo Keyser terug van Amsterdam, Elbersfeld, Kronenberg, na een absentie van 8 weken.

Des namiddags Bakels hier (gegeten) op verzoek van Katrina gister gedaan. Hij hier druk aan 't werk tot opsiering van de achterkamer met vlaggen en groen. Boonacker en Lize bruidegom en bruid.

28 October 1875. Catechisatie met Doopelingen.

Des namiddags tegen half 4 Boonacker hier met zuster Anna. Hij zal nu straks met Lize naar Burgemeester Loman gaan om zich te laten inteekenen, wat zeer familiair onder een kopje thee geschiedde.

29 October 1875. Ernstige gedenkdag voor mij sedert 29 October 1851. Deze des morgens aan de ontbijttafel besproken, vreugde en smart komen ons toe onder Gods vaderlijke leiding.

[Veel drukte, vooral van Katrina, met de gasten].

Gister een mand met ledige flesschen van Dirk ontvangen.

31 October 1875. Zondag. Naar Oosterend. De Oosterender toren staat daar als een bouwval zonder kap, gansche stukken uit de zijmuren. Rondom alles vol oude en nieuwe steen. Hij zal voor rekening van den Waterstaat gerestaureerd worden door Klaas Plavier, maar het verder opmetselen zal tot het voorjaar worden uitgesteld.

Feestmaaltijd aan den Burg voor Boonacker en Lize. Bakels door mij aangesteld als ceremoniemeester, bruiloftszangen, toasten, het zingen ging soms niet te best. Fokel was de beste zangster.

[Veel gezeur met de Kerkeraad over nieuwe benoeming en tractement, als de nieuwe leraar benoemd werd zouden die EN Huizinga elk 1400 gulden krijgen, maar kwam er geen nieuwe, dan bleef het tractement van Huizinga 1300 gulden, terwijl hij dan alleen voor al het werk zou staan].

1 November 1875. Tegen 3 uur met hoofdpijn naar bed gegaan, stond ik eerst na half 10 op. Vandaag hier geen Krans gehouden.

Des namiddags bloembollen gepoot. De stilte van deze dag was mij zeer aangenaam.

Brief van Koekebakker van Wormerveer met opgevende het ongeveer halve bedrag der trouwkosten van Menno en Guurt, met voorstel dat ten hunnen behoeve te bestemmen, wat ik goedkeur.

3 November 1875. Bakels even hier, wij beiden naar de Nutsvergadering. Bespreking van Meester Muller van 't Oude Schild om van Nutswege eene som te stellen waaruit (ter bevordering van getrouw schoolbezoek) jaarlijks premie op spaarbankboekjes van de getrouwen zullen worden gesteld. Tenslotte wordt daarvoor 25 gulden gesteld. Verslag van de Leesbibliotheek. Troll als bestuurder gekozen. De overgang van de Gymnastieschool aan het Departement zal beproefd worden te verkrijgen van het Gemeentebestuur. Bakels deelt mede wat hij met den Heer Kerdijk heeft gesproken en gecorrespondeerd om hier eene voordragt te houden tot oprigting van een afdeling voor Volksonderwijs. Zoo dat hij in de volgende week eene Meeting zal beleggen om het publiek dienaangaande in te lichten.

4 November 1875. Antje Koorn bezocht, die onlangs haar 18-jarige zoon Cornelis Kunst na korte ziekte had verloren.

Aldaar de doove Cornelis Vlaming, nu weer zoo goed als hersteld uit zijne ziekte. Hij reist anders mede met Antjes man Willem van der Vis. Hij heeft nu veel opgeruimder leven dan vroeger als boer in Bargen. Hij doet mij met luider stem groote verhalen van alles wat hij al gezien heeft in Amsterdam, in Groningen, in Leeuwarden en andere plaatsen door hem bezocht en toont daarbij een naauwkeurig opmerker te zijn. Zoltkamp, Ameland, Wormerveer, Krommenie, overal had hij zijne oogen de kost gegeven. Zijn onophoudelijk spreken maakte mij het wel wat moeijlijk om tusschenbeide een woord te spreken tegen de vrouw, die hoopte dat mijne komst haar eenige troost zou aanbrengen, maar die hem het zwijgen toch niet kon opleggen.

Vervolgens naar Dominee Post. Zijn vrouw ziet er thans buitengewoon welvarend uit, alle hare kwalen zijn geweken. Zij kan weer alles eten en met groote graagte en goed gevolg. Haar Dora groeit uitmuntend. De ouders zijn regt gelukkig. Alleenlijk lijdt de moeder zeer aan de borst, zoodat zij steeds vreezen moet het kind aan te leggen.

Ik in het donkere mistige weer terug over de landen. Ik raakte van het spoor en wist niet meer waar ik was. Ik meende op de Schulpweg te land te komen, en vond mij eindelijk bij de boerderij van Jacob Kikkert geheel aan de tegenovergestelde zijde. Nu evenwel wist ik waar ik was en kwam dan ook behouden te huis.

5 November 1875. Lize en Marie Huijgens hier met Katrina vogels (lijsters), door Margo Keyser gezonden, klaargemaakt voor 't middagmaal.

Bezoek van Meester Troll, hij beklaagt zich zeer over de onmogelijkheid om hier de school aan haar doel te doen beantwoorden zonder het noodige personeel. Zijn hulponderwijzer Hamakers was om ziekte van vrouw en schoonmoeder, die nu zijne hulp behoefden, in 3 dagen niet ter school geweest, zoo dat hij de kleinen had moeten terugzenden. Vandaag was Meester Brouwer in de school geweest.

Gesproken over de noodzakelijkheid om de onderwijsuren der catechisanten zoodanig te regelen, dat deze aan het schoolonderwijs de minste afbreuk doen. Voorts over de scholieren die bij mij ter catechisatie gaan. Hij verwachtte dat ik groot genoegen zou hebben aan de kleine Teunis Jansz Roeper, evenals aan Neeltje de Ruiter.

6 November 1875. Loman verhaalt hoe hij met zijne vrouw op reis is geweest om zijne zuster te ontmoeten, die 17 jaar geleden naar Amerika was vertrokken naar de staat Iowa en die nu was overgekomen om tot herstel harer gezondheid een winter eens in Holland door te brengen, van de een naar de ander trekkende vanaf Gouda. Zij had zeer veel geleden. In Iowa heerscht of een zeer sterke hitte of zeer strenge koude.

De laatste zoodanig dat men de huizen van dubbele vensters en deuren voorziet evenals in Rusland, maar dan nog des nachts iemand werkzaam moet stellen om des nachts den kagchel te stooken.

Zijn schoonbroeder was daar landbouwer maar was niet zeer voorspoedig geweest. Nu had hij alle zijne hoop om nog eens millionair te worden (en eerder kwam hij niet in Holland terug) gevestigd op eene door hem uitgevonden nieuwe wijze van dakbekleeding, waarvoor hij geoctroijeerd was. Reeds begon zij naam te maken. Twee kerken en ook vele andere gebouwen waren daarmede voorzien. Van zijn kinderen was 1 getrouwd, nadat de moeder vetrokken was.

Deze had een zeer slechte zeereis gehad, 14 dagen, maar 14 dagen zeeziek, op de prachtige nieuwe boot Rotterdam. Eindelijk boven op 't dek, maar daar was zij door een overkomende golf van de eene zij naar de andere geworpen.

7 November 1875. Zondag. Om het aanhoudend onstuimige weder (vannacht storm) deed ik mij hedenmorgen met Katrina, Lize en Marie naar de Waal brengen met rijtuig van J.C. Bakker. Ik preekte aan de Waal voor 46. Daarna broedervertoeving over het beroep van Haga en Holstein op 1400 gulden.

Feest aan de Waal, daar ook de oude Boonacker en vrouw met dochtertje Geertruida. Pandverbeuren. Ik verveelde mij erg. De jongeren hadden meer schik.

8 November 1875. Weer feest aan de Waal. Het weder was zoo onstuimig dat ik besloot te huis te blijven. Het gezelschap had zich uitstekend vermaakt, kwart voor 4 te huis.

10 November 1875. Allen hier koffij gedronken. Wij met elkander naar 't Raadhuis te 12 ure. Nevens Boonacker trouwde ook Bakker van Harlingen met de weduwe Ran. Met 3 rijtuigen naar de Waal. Trouwplegtigheid in de kerk aan de Waal door Vrendenberg. Ik in de pastorie een kort woord tot de jonggehuwden. Deze vertrokken vervolgens met Bremer die hen naar 't Oude Schild bragt.

8 November 1875. Gedenkdag van zuster Trijntje en Grietje.

Zeer onstuimig weder.

Vanmorgen de vrouw van Faas hier. Zij schetste hare groote ellende door de dronkenschap haars mans, soms vechtende met zijn oudsten zoon, die voor 4 weken thuis was gekomen na 6-jarige afwezigheid, in de hoop dat hij zijn vader veranderd of dood zoude vinden.

Des avonds met Bakels naar 't lokaal de Kikkert, waar hij de daartoe bij advertentie te zaam geroepen vergadering eene uitmuntende voordragt hield van ruim anderhalf uur ter aanprijzing van de Vereeniging voor Volksonderwijs, met dat gevolg dat eene afdeeling werd gevestigd met 30 leden.

10 november 1875. Huwelijk Boonacker en Lize Huijgens. Bakels en ik, Hartman en Bremer waren getuigen. Nevens Boonacker trouwde ook Bakker van Harlingen met de weduwe Ran. Toespraak van Loman kort en niet bijzonder treffend.

Des avonds met Bakels naar het lokaal de Kikkert waar hij voor de, daartoe bij advertentie te zaam geroepen, vergadering eenne uitmuntende voordragt hield van ruim anderhalf uur ter aanprijzing van de Vereeniging voor Volksonderwijs, met dat gevolg dat eene afdeeling werd gevestigd met 30 leden.

11 November 1875. Alida en Marie Huijgens vertrokken hedenmorgen.

Het was gister en vannacht regt onstuimig, boos weder. Zij konden eerst half 1 uitvaren, de boot kon niet eer de haven uit.

14 November 1875. Zondag. Gepreekt aan den Burg.

15 November 1875. Bakels druk aan 't werk voor zijn voorlezing van vanavond, niet naar de Krans.

Nutsvergadering, waar Bakels eene voortreffelijke voordragt hield van ruim anderhalf uur ex tempora over het WEER, wat dat is, de oorzaken der weersverandering, waarbij beschouwd worden de warmte, de vochtigheid, de wind. Alles zeer uitvoerig en duidelijk verklaard. Zoo ook de Golfstroom op een expres geteekende kaart aangegeven. Het denkbeeld dat de maan invloed uitoefend bestreden. Hij werd met de diepste aandacht aangehoord.

Daarna deed Loman eene lezing van een stuk van Dickens "de 2 vrienden", voortreffelijk voorgedragen. Ensing Praesident deelde de veranderde bepalingen mede omtrent het lidmaatschap van 't Nut, en recommandeerde de Vereniging voor Volksonderwijs.

Bakels en vrouw even bij ons.

15 November 1875. Bok verhaalde mij dat zijne moeder thans aan het Nieuwe Diep was bij Johanna en dat deze in January vermeerdering van gezin verwachtte.

17 November 1875. Des avonds extra kerkeraadsvergadering over de turf van Simon Wuis ontvangen, die niet voldeed aan 't monster. De vergadering compleet. Resultaat dat men aan Oosterend de turf zou behouden, aan den Burg alleen op voorwaarde dat hij de prijs bepaalde niet op 50, maar op 49 cent de 100, evenals Jan Rab. Bepaald dat Pieter Daalder voor 't rijden van Bakels voor de catechisatiereizen 50 cents, dus 1 gulden per week meer zou ontvangen.

Zondagnacht is inbraak gepleegd in 't huis door Wuis en Trijntje Jans Keyser bewoond. Er is spek en eenig goud ter waarde van 160 gulden geroofd, wat teruggevonden is bij Klaas Kalis, die daarom naar Alkmaar is getransporteerd. De zaak beurde eerst veel onrust.

19 November 1875. Stormweer.

20 November 1875. Vannacht hevige storm.

De Boonackers van hun huwelijksreisje teruggekeerd.

[Ali: Boonacker is 25 jaar geworden. Katrina heeft een plaatwerk tot aandenken gekregen, ik een fraaije met vilt beklede voetenzak].

21 November 1875. Achter de vuurtoren een schip op 't strand met steenkolen.

Des avonds naar de Waal. Sterke koude Oostenwind. Bij Boonacker en vrouw den avond doorgebragt, hij was gister 25 jaar geworden.

(Vrouwtje gister uitgegaan naar Cocksdorp tot morgen).

22 november 1875. Niet naar de Krans bij Bakels. Hem gisteravond nog een briefkaart gezonden.

23 November 1875. Katrina met Margo naar de Roomsche kerk, een der paters Minderbroeders hooren preeken, talrijke vergadering.

28 November 1875. Zondag. Naar Oosterend met rijtuig van L. Eelman. In de kerkekamer ('t was zeer koud) gepreekt voor 29 menschen.

Bij Westenberg thee gedronken, aldaar Haga. Herman verhaalt van den Franschen Heer van Pas de Calais, met zijne vrouw thans in de Lindeboom gelogeerd om hier op Texel op waterwild te jagen, waarvoor hij alle moeijelijkheden van koude en water trotseert, schoon hij landeigenaar schijnt te zijn.

29 November 1875. Hier Krans, Post, Vrendenberg, Boonacker en vrouw. De beide laatsten brengen hier den dag door. Zij bragten mij ten geschenke een fraaije, met vilt bekleede, voetenzak.

30 November 1875. De koude is in de laatste dagen altijd klimmende, nu ruim 5 graden onder 0. De stoomboot vandaag niet gevaren, ook geen beurtman.

Vandaag voor de 3 tweetallen kleinkinderen kinderpresenten afgezonden voor Sint Nicolaas. Bakels vanmiddag hier, ijvert voor 't behoud van 't Leesgezelschap.

Gisteravond Katrina langen tijd bezig gehouden met 't voorlezen van mijn dagboek uit den tijd toen neef Huizinga van den Hoorn hier bijkans dagelijks aan huis verkeerde.

[Al lezende vroeg ik me af of de Texelaars echt zulk uitzonderlijk lastig publiek voor hun Dominees waren. De meeste leraren die op Texel beroepen werden bedankten voor de eer, en als ze het beroep aannamen waren ze, vooral in de Waal, zo snel mogelijk weer vertrokken].

De candidaat Cannegieter van 't Zandt meldt dat hij geen plan had zich voor de predikantsplaats aan den Hoorn aan te bieden [het is ook erg afgelegen].

1 december 1875. Bakels even hier. De Kerk bezien of er mogelijkheid was om deze met heete lucht te verwarmen, Niet best.

2 December 1875. [Ali: Het is zeer koud, 12 Texelsche schepen zijn nog op reis herwaarts overal verstrooid. Er dreigt gebrek aan levensbenodigdheden te komen, vooral aan brandstoffen. De beurtschipper Dirk Keyser ligt met zijn schip in Alkmaar.

Berigt van 't aanstaand huwelijk van Cornelie Kikkert.

Vrendenberg deelde mij onder geheimhouding mede dat hij aanstaand jaar July zijn emeritaat wil nemen. Zijn broeder zocht reeds een woning voor hem te Amsterdam.

In de Doopsgezinde kerk aan den Burg voor 't eerst een kagchel gezet. ' Is te vreezen dat die niet genoeg warmte aan de heel kerk zal geven. In de hervormde kerk komen er 2.

In den Hoorn is een partij die Wieringa weer wil beroepen, om hem vervolgens aan den Burg te brengen. 't Schijnt dat Wieringa zelf ook de hand in de zaak heeft.

Christina Vrendenberg tot hulponderwijzeres tweede klasse in Amsterdam benoemd].

2 December 1875. Des avonds met Katrina naar Ensing, hij zelf eerst niet thuis. Bruno Bok aldaar, verhaalt van zijne reis naar 't Nieuwe Diep, zijne moeder aldaar bezocht. De voorstelling door hem in den Helder bijgewoond van Mina Kruseman, Elisa Baart en … Gerritsen bijgewoond. Veel daarop aan te merken. Zij ook logeerden in den Burg, stelden zich daar zeer luidruchtig aan. Hij verhaalt van de stoomboot Ada, die nu om de vorst aan 't Oude Schild gerepareerd zal worden in de 14 dagen die zij elken winter stil zal liggen.

Ensing komt te huis. Hij was l.l. nacht buiten Oosterend bij Sijbrand Dijksen geweest, had daar op de grond liggen slapen. Men excuseerde zich niet dat men hem geen bed aanbood (de vrouw bevallen).

Er ligt veel sneeuw. Het is zeer koud, 12 Texelsche schepen zijn nog op reis herwaarts overal verstrooid. Er dreigt veel gebrek aan levensbenodigdheden te komen, vooral aan brandstoffen. De beurtschipper Dirk Keyser ligt met zijn schip op reis herwaarts te Alkmaar.

3 December 1875. Alles digt met sneeuw bedekt. Wij hebben nu maar eenmaal daags brievenpost.

4 December 1875. Dirk [heeft] veel last van Rheumatiek.

Berigt van het a.s huwelijk van Cornelie Kikkert door Katrina met briefkaart beantwoord.

5 December 1875. Zondag. Naar de Waal. Zeer koude Oostenwind. Alles sneeuw en ijs. In de kerk voor 't eerst de kagchel, daardoor weinig last van koude. Cornelis Keyser verneemt nu eerst dat Holsteijn bedankt heeft voor het Beroep.

6 December 1875. Niet naar de Krans bij De Lang, niemand daar geweest.

Vandaag Sint Nicolaasfeest, 2 groepen gecostumeerd hier aan huis De laatste groep zeer fraaij gecostumeerd, zelfs kostbare kledij. Lize des avonds bij het heengaan zeer verrast door 't Sint Nicolaasgeschenk van Katrina (een gebreide wollen kaper), waarvoor Katrina zich een adres uit Groningen had weten te verschaffen.

7 December 1875. De dooi valt in.

8 December 1875. Aangenaam zacht weder, maar de wegen onbegaanbaar door de smeltende sneeuw.

Des avonds naar Dirk Jansz Keyser, zijn schip ligt in Alkmaar. Hij morgen daarheen. Vele Texelsche schepen liggen overal verstrooid, C. Bakker in Groningen, anderen bij Wieringen of in Friesland of Amsterdam.

Zijn vader Jan Keyser onlangs overgebragt naar den Burg, ziek zijnde, 29 jaar heeft hij in eenzaamheid doorgebragt. Hij is ook thans nog blijkbaar niet goed bij zinnen. Gesprekken over zijn vroeger treurig leven. Hij bewaarde nog steeds oude bankbriefjes en munten thans buiten koers.

Vrendenberg onlangs hier, deelt mede dat hij aanstaand jaar July zijn emeritaat zal nemen en dat zijn broer reeds woning voor hem zoekt te Amsterdam (altijd nog onder geheimhouding).

9 December 1875. Glad op de wegen. Des namiddags Bakels hier komende van de Waal met de wagen. Katrina en ik met hem mede naar den Hoorn (koud). Hij moest nog eten. Had pijn in 't hoofd. Katrina en ik bragten de avond genoeglijk bij Bakels door. Zijn zuster Let kwam juist aan uit Haarlem op een gister afgezonden telegram dat de boot zou varen. De kinderen van Bakels aan de kinkhoest.

Bij Meester Hillenius, op dit oogenblik bij zijn schoonvader Jan Bruin. Mijn komst scheen hem regt aangenaam te zijn. Hij is zeer zwak, zou van nu af aan niet meer naar de kerk kunnen gaan.

Hij verhaalt mij in 't kort de levensgeschiedenis van zijn zwager Klaas Hoekstra (zoon van den ouden Dominee Sytze Hoekstra) alhier. Hij was getrouwd met de zuster van Hillenius, woonde in den Burg in de Warmoesstraat, talrijk gezin. Hij was arm, meer schuld dan goed.

Toen kreeg hij eene uitnoodiging en aanstelling om als kapitein op een Groenlandsvaarder voor Harlinger reeders naar Straat Davis te gaan. Dat was eene uitredding. Een nieuw schip werd voor hem uitgehaald, doch de afloop was treurig. Het schip raakte in het ijs bekneld. Toen werden zij door een Engelsch schip gered. Dit nam over alles wat geborgen kon worden. Doch weldra kwam ook dit schip ingevroren en 't volk begon te morren, vreezende voor gebrek daar de manschap nu verdubbeld was.

Hoekstra wilde zijn redders niet in ongelegenheid brengen en verlangde dat men hem met zijn volk met de booten behoorlijk uitgerust zoude laten trekken om een goed heenkomen te zoeken. Eindelijk gebeurde dat. Zij wisten na hun rondzwerven (in de koudste zee!) land te bereiken. Stonden allerlei gevaren en talloze ontberingen door, bij de Eskimo's, enz, tot dat zij, zoo ik meen, door een Duitsch schip opgenomen werden en na maanden afwezigheid meerendeels behouden in 't Vaderland wederkeerden.

Geruimen tijd te voren was de Engelsche kapitein in zijn land terug gekeerd met mededeeling van 't voorgevallene en zijne overtuiging dat al die Hollanders waren omgekomen. Dit werd hier bekend. Alle families waren dus in diepen rouw en beweenden hunne dooden, toen zij daar plotseling voor hen stonden. De Engelsche kapitein had het geborgene tuigagie enz, niet verantwoord en hoe zeer het kapitein Hoekstra van zijn redder leed deed, hij moest dit in de gevangenis boeten.

Arie Rab, dit jaar overleden, behoorde mede tot de togtgenoten. Naderhand werd kapitein Hoekstra beurtschipper op Wolvega (van Harlingen, als comp. met Zwanenburg). De dochter van Hoekstra woont te Wolvega.

10 December 1875. T. Timmer hier, gaat morgen naar Harlingen. Zijn zoon Jan was ook bij de gecostumeerden van maandag.

Nut, huishoudelijke vergadering. Ensing, Troll, Boonacker, Bakels, Loman en S. Keyser. Met de Spaarbank gaat het goed, vooral op de school van Meester Muller is daarvoor veel ambitie. Lange debatten tusschen Loman en Keyser, vooral over de staat van 't onderwijs op Texel en de middelen tot verbetering. Keyser wil verhoogd schoolgeld, anders niet. Loman wil desnoods subsidie vragen. 1100 kinderen gaan [naar] school, kosten omstreeks 10.000 gulden dus elk kind ongeveer 9 gulden. Slechts 1500 gulden wordt aan schoolgeld ontvangen (à 4,80 het volle geld) dus ongeveer driekwart van de kinderen betalen het volle geld niet, of betalen niets.

12 December 1875. Zondag. Aan den Burg gepreekt. Daar voor 't eerst werd in den kerk de kagchel gestookt, geen last van de koude gehad.

Westenberg wil dat men Wieringa zal beroepen [aan den Hoorn] op 1300 gulden. Hijzelf wil er 125 voor geven. Het zou er om te doen zijn om Wieringa vervolgens aan den Burg te brengen. Het schijnt dat Wieringa zelf ook de hand in de zaak heeft.

12 December 1875. Krans bij Vrendenberg, ik daar alleen met Boonacker. Later kwam zijne vrouw bij Katrina. Zij bleven dezen dag bij ons eten.

Ook Dominee Bakels kwam later eten, komende hier van zijn schoolbezoek te Cocksdorp. Nutsvergadering. Stampvolle zaal. Men moest zelfs op het toneel plaatsnemen. Dominee Dyserink trad op als spreker, improvisatie of uit het geheugen, over Beschaving. Wat dat woord zeggen wil, het scherpe en ruwe wegnemen, glad maken, civiliseren, iemand tot burger maken, tot een mensch, zoo als hij in de Maatschappij behoort te zijn.

Daarna den Heer De Holl uit de Overijsselsche Almanak 1846 een stuk van Van Lennep in den plat Amsterdamschen tongval: "Dat liegt gij" een praatje van 4 kerels die ieder een verhaal opdisschen, deze bijdrage was eigenlijk een wanklank hier waar wij pas gehoord hadden dat Beschaving zich ook moest toonen in de smaak voor schoone woorden (het publiek, een deel althans, gaf bijzondere blijken van welgevallen bij het hooren van lage straattaal en vloeken). Beter voldeed het stuk wat nu volgde van Dyserink, een opstel over spreekwijzen aan dieren ontleend met zedelijke toepassingen, waarin zeer veel nuttige wenken en lessen voorhanden waren.

17 December 1875. Dirk zond mij een prospectus van de schrijfmachines.

Katrina is dagelijks druk bezig met het zamenbrengen en schrijven van spreuken voor een scheurkalender bestemd voor Fenna.

Schipper Dirk Keyser, die sedert het invallen der vorst in November te Alkmaar zijn schip had moeten laten liggen, is gister eerst daarmede weer op Texel gekomen. Jan Bruin ligt in Purmerend op reis naar Amsterdam.

In Bremerhaven is dezer dagen eene vreeselijke ontploffing geweest van dynamiet, ten gevolge waarvan nu 30 wagens met 43 lijken en 4 kisten met verzamelde ledematen, armen en beenen enz, naar de begraafplaats gevoerd zijn.

19 December 1875. In de kerk, na de godsdienstoefening, was Jan Roeper zeer ruw in zijne uitdrukkingen tegen Jantje Dijker, die wat onderstand kwam vragen. Naderhand sprak ik haar in haar kamer vertroostend toe.

21 December 1875. Des avonds naar Vrendenberg, waar Katrina, Boonacker en Lize ook kwamen en waar wij gezamenlijk bleven boterham eten. 't Was de 69ste verjaardag van Vrendenberg, de laatste welligt waarop ik hem toespreek.

Wieringa had nog niet geantwoord op het schrijven van Pieter de Jager of hij, als hij hier weder beroepen werd, ook zou overkomen.

22 December 1875. Begrafenis van Jan Keyser, 69 jaar oud.

De turfschepen wordt nog steeds door het ijs belet naar Texel terug te keeren. Uit de veenen wordt veel turf per spoor naar Holland verzonden.

22 december 1875. Bakels heeft onlangs eene uitnoodiging gekregen om over het onderwijs eene Meeting te houden te Schagen in February.

22 December 1875. Op eene effectenveiling te Amsterdam zijn onlangs aandeelen in de Texelsche Stoomboot verkocht voor 17 procenten.

22 December 1875. Katrina kreeg gister een brief van Margo Keyser uit Brussel. Haar vader is ook daar en was dus niet op de begrafenis van zijn broeder.

Katrina heeft het nog steeds druk met het maken van haar spreukenkalender voor Fenna. Haar haakwerk voor Guurt is gereed. Zij is steeds werkzaam met onvermoeide vlijt.

22 December 1875. Jonas Schagen had een goed jaar gehad. Van de zomer verdiende hij bij de boer (C.A. Eelman) 7,50 gulden per week en de kost, doch later verdiende hij met wier ophalen 12 gulden per week, elke 100 kg kon hij voor 2,50 verkoopen aan Vos te Oude Schild, waarbij hij dan 50 cents moest afstaan aan den boer die het natte wier naar 't land bragt.

23 December 1875. Christina Vrendenberg benoemd tot hulponderwijzeresse 2de klas te Amsterdam.

24 December 1875. Aafje Buijs zendt ons bij eenig besteld goed (geschenk voor Menno en Guurt voor February) eenig gebak uit haar winkel ten geschenke.

De beurtlijst voor 't volgend jaar, onlangs met Bakels opgemaakt, aan Mooijen gezonden om daarvan te drukken 400 exemplaren.

25 December 1875. 1ste Kersdag. Zeer zacht weder, in de laatste dagen geheel geen vorst, maar ettelijke graden warmte, evenwel kunnen er nog geen schepen van overzee komen. De beurtschipper Bruin arriveerde vandaag, maar binnendoor. Deze reis maakte hem eene extra uitgave van 60 gulden, zoodat hij, alle kosten afgerekend hebbende, met een volgeladen schip voor zich nog geenerlei voordeel behaald had. Voor 't slepen door de stoomboot Ada moest hij 20 gulden geven.

31 December 1875. De scheepvaart is weer open.

1 January 1876. Zaterdag. Gepreekt aan den Burg (126 toehoorders). Bakels gepreekt aan de Waal.

Van alle mijne kinderen gunstige berigten, zoodat ik een zeer gelukkigen Nieuwjaarsdag heb bij al de herinneringen van genoten goeds. Voorts de gewone Nieuwjaarsdrukte, niet buitengewoon druk, zooals bij Vrendenberg, die thans zijn laatste Nieuwjaarsdag viert (ook ik?) Hier kwamen meest mijne leerlingen, groote en kleine, ook een aantal andere kinderen.

2 January 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg.

2 january 1876. Bakels gepreekt des namiddags te Oosterend. De Candidaat Benit kwam wandelende van den Hoorn terug. Den Hoorn scheen hem best bevallen te hebben en hij ook aan den Hoorn, zooals Fokel mij vanmiddag in Bakels wagen zeide.

Vrendenberg en vrouw hier den avond gepasseerd. Vooraf bij de familie Albert Keyser, aldaar brief gelezen van hem uit Meerenberg, die, hoewel in zeer weinig zamenhangende woorden, van zijne liefde tot en verlangen naar vrouw en kinderen getuigde.

Aldaar Cornelis Albertsz Keyser, die des avonds nog even bij ons kwam om het drankje tegen zeeziekte, daar hij morgenochtend met Timmer naar Harlingen wilde om daar zijne kinderen te bezoeken, die daar zeer goed tevreden zijn.

3 January 1876. Krans bij Bakels. Wij met genoegen bij Bakels geweest. Aldaar zijne zuster Aletta. Boonacker, Benit en ik met Bakels zijn Kerk bezien waarin nu ook een kagchel staat. Op Oudejaarsavond had Bakels daar 160 toehoorders bijéén gehad, en was daarover best voldaan. Hij had dus 5 maal achtereen gepreekt in 3 dagen.

6 January 1876. Katrina des morgens naar Margo Keyser op ontvangen berigt dat zij van haar reis van 5 weken naar Amsterdam en Brussel nu was teruggekeerd.

De winter is sedert een paar dagen weer ingevallen. Vandaag zou ik nog een paar wagens turf krijgen, maar ik wachtte tevergeefs. De schepen waren te spoedig leeggehaald.

L.l. dingsdag was den Heer de Holl hier. Gesprek over het jaarboekje "De Liefde Sticht 1876", dat ik hem ter lezing gaf, en wel bepaald over het stukje "Niet gedoopt". Ik kreeg gelegenheid om hem de geschiedenis van den Doop van den aanvang af tot op deze tijd te verhalen en de gronden van de zienswijze der Doopsgezinden in het licht te stellen, nogtans met billijke waardereing der zienswijze van andersdenkenden.

7 January 1876. Koud weer, des avonds meer dan 5 graden onder nul. Ik houd mij, om mijne verkoudheid, stil op de studeerkamer en voldoe niet aan de uitnoodiging van S. Keyser en Margo om met Katrina daar te komen dineren. Katrina met genoegen daar geweest, heerlijk feestmaal.

De apothekersrekening voor het huisgezin van Jakob Jakobsz Bakker (Molenbuurt) bedroeg voor dit jaar ruim 100 gulden ten laste onzer Gemeente.

Mijne rekening over 1875 slechts 3,35 gulden, waaronder 2,60 voor logeergasten.

8 January 1876. Gister waarschijnlijk om 't lage water door den sterken Oostenwind, die ook heden aanhoudt, geen post overgekomen.

Eergister brief van Guurt uit Harlingen. Alles wel, Menno druk met rekeningen schrijven, aangename taak.

Katrina uitvoerig geschreven aan Koekebakker en Sien te Ouddorp. Ik heb in langen tijd er niet aan kunnen toekomen.

9 January 1876. Gepreekt aan de Waal, Bakels aan den Burg. Bij Boonacker koffij gedronken. Aldaar kwam ook Katrina (rijdende) met Margo Keyser. Deze vertrok weldra weer. Wij daar des middag blijven eten en de avond genoeglijk gepasseerd. Avondeten met kastanjes.

10 January 1876. Krans bij Post, aldaar Boonacker, Vrendenberg, Bakels. De laatste, op schaatsen gekomen, ging weldra naar de Waal om daar te rijden. Laat namiddag kwam hij weer. Zijne vrouw was intusschen ook hier gekomen. Zij aten hier. Wij met elkander naar de Volksvoorlezing. Bakels en vrouw en S. Keyser en Margo bleven bij ons boterham eten.

Wij met elkander naar de Volksvoorlezing.

11 January 1876. Menno verjaart, ook Fokel en Alida Huijgens.

Des morgens catechisatie, des avonds niet om het voorgenomen bezoek aan den Hoorn.

2 BLADEN ONLEESBAAR GEKOPIEERD

18 January 1876. Steeds dooiweer. Door den Westenwind zal morgen de stoomboot weer kunnen varen.

Jan Timmer brengt mij een afscheidsbezoek. Hij zal morgen weer naar Leijden vertrekken. Hij heeft hier druk Mathesis gewerkt en hoopt daar binnenkort zijn examen te doen. Hij sprak met zeer groot ophef van Jelgersma, zoon van den Apotheker van 't Nieuwe Diep, die in 2 uur zoo veel kon doen als hij Timmer in 6. Ik sprak hem van de groote gevaren aan buitengewone capaciteiten verbonden, met heenwijzing op wat ik gezien had aan Klaas Tonkink.

Brief aan Samuel en Dolfina : Wij mogen wel met innige dankbaarheid aan den Bestuurder van ons lot en leven gewagen van 't groote geluk wat ons te beurt valt, wat mij te beurt valt, die mij thans beschouwen mag als het hoofd van een familie, die zich meer en meer uitbreidt en die in al harer leden zoo hoog gelukkig is. Dit, dat de oudste 't smartelijk verlies zijner vrouw heeft te betreuren moet ik daarbij ter zijde stellen evenals mijne eigene treurige ondervinding in dezen. [H. verheugt zich voor Dominee Vrendenberg, dat die spoedig rust zal kunnen nemen] Mag mijn welstand nog wat voortduren zoals die thans is, dan behoef ik daarnaar nog niet te verlangen. Voor het tegenwoordige hebben wij hier nog een zeer gelukkig leven, terwijl wij beiden hier ons werk hebben en het met genoegen verrigten.

19 January 1876. De stoomboot weder gevaren. Bakels vanmiddag even hier.

Des avonds Boonacker en Lize hier den avond gepasseerd.

De meid is sedert gister naar Cocksdorp om morgen weer te keeren.

Briefkaart van Sina, zij hadden het pakje met scheurkalender enz ontvangen.

23 January 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg.

Des namiddags met Katrina gewandeld naar Hooge Berg. Zij terug, ik naar Jakob P. Kikkert. Hun kindje 14 dagen oud gestorven. Abraham de Ruiter. Jan List.

24 January 1876. Des voormiddags catechisatie met Doopelingen, daarna te 2 uur even naar de Krans bij Vrendenberg.

Boonacker en Lize verder den dag bij ons doorgebragt, des avonds ook Vrendenberg en vrouw.

27 January 1876. Rekendag aan de Waal, over het preeken van Bakels aan de Waal (Bakels had 900 gulden gehad).

Ik sprak mijnen verontwaardiging uit over de bepaling van mijn tractement als vaststaande op 1300 gulden als Holsteijn het beroep niet aannam. Ik beschouwde dat als eene smaadheid, niet verdiend in mijne omstandigheden. Cornelis Keyser verhaalde dat geene hatelijkheid bedoeld was. Sijbrand Keyser zeide dat men van het denkbeeld uitging dat ik het niet noodig had. Ik antwoordde dat daarvoor geen grond was en verklaarde dat ik wel tot mijn 70ste jaar moest werkzaam blijven, omdat ik van 600 gulden emeritaat niet leven kon. Ik verweet de Gemeente krenseligheid/krenterigheid als kenmerk.

Katrina bij Boonacker om te blijven tot morgenochtend.

28 January 1876. Zeer schoone dag, des nachts vorst.

"Dierkunde" van Samuel ontvangen.

30 January 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg.

31 January 1876. Niet naar de Krans bij Post.

[Ali: 1 February 1876. Van Samuel ontvangen "Dierkunde" en "Planten en Delfstoffen"].

Catechisatie. Ik des avonds aan de jongens gezegd dat zij niet weer behoefden te komen, dat de catechisatie voor hen gesloten was (omdat zij niet de minste belangstelling betoonden, maar wel stoornis aanbragten), alleen P. Koning uitgezonderd.

Des avonds Boonacker en vrouw en Margo Keyser hier.

2 February 1876. Catechisatie. Des voormiddags de Burger Diakens hier om coupons te knippen enz. Zij geven mij gelijk dat ik gisteravond aan de jongelieden een ernstige les gegeven had. Sijbrand Jansz Keyser verneemt met leedwezen dat zijn zoon ook tot de geheel onverschilligen behoort. Zij zullen de bedoelde personen elk in zijn kring onder handen nemen.

Des avonds Fokel en Bakels hier het laatst van den avond doorgebragt. Zij eerst bij Margo, hij Spaarbankvergadering.

Brief van Dirk meldende zijn engagement, terstond felicitatie getelegrafeerd.

3 February 1876. Gisteravond bij Trijntje Nans Eelman, weduwe met 4 kinderen, in eene zeer bekrompen woning. Slapen allen in eene bedstede. Turf op. Aardappels op. 3 gulden per week schraal inkomen. Daarna bij Cornelis Keyser daarover gesproken.

3 February 1876. Dirk zijn schrijfkramp wordt veel beter.

6 February 1876. Zondag. Aan de Waal gepreekt. Om den sterken Oostenwind met sneeuwjagt mij met rijtuig van J.C. Bakker daarheen laten brengen.

Koffij gedronken bij Sijbrand Cornelisz Keyser. Gesprek over de scholen. Het schijnt hem ook niet te behagen dat zijn Oom Simon in de laatste Raadsvergadering gesproken heeft als hij deed over het schoolonderwijs aan den Burg dat nu zoo goed moest zijn met een jeugdige Hoofdonderwijzer en een 70-jarig ex-hoofdonderwijzer ter hulp voor 160 kinderen. Als 't nu niet goed was zou men moeten denken dat het aan de Hoofdonderwijzer schortte.

Zijne kinderen hadden een jaarfeest. Hij herinnert zich nog met genoegen de kinderverjaringsfeesten, soms bij mij aan huis gevierd met tooneelvertooningen enz, terwijl elders de ouders doorgaans de kinderen aan zich zelve overlieten en zij daardoor minder genoegen hadden.

[Ziekenbezoek].

Des avonds [ziekenbezoek]. Bij Jacob Roeper een glas wijn gedronken. Hij beklaagt ook zeer den staat van het schoolwezen hier, wil dat men krachtige middelen aangrijpe tot verbetering. Hij wil daarvoor gaarne meer betalen.

7 February 1876. Catechisatie met 8 Doopelingen (2 afwezig, welligt om min gunstig weer, felle Oostenwind, sterke vorst).

In de kerk de diakens met den Heer Flaes over 't plaatsen van 't orgel.

Kerkeraadsvergadering. De zaak besproken.

Bij mij Vrendenberg, Bakels en vrouw, Margo Keyser, Boonacker. Zij gaan naar de Volksvoorlezing. Ik volg hen weldra.

Zaal goed bezet. De Heer Berk van 't Nieuwe Diep is spreker.

8 February 1876. Catechisatie 's morgens en 's avonds (met meisjes alleen, wat zeer goed voldeed).

Daarna nog een klein briefje gevoegd bij den brief van Katrina naar Leeuwarden, verjaring van Dolfina.

Daarna naar Doctor Ensing, verjaardag. Ensing feliciteert mij met het engagement van Dirk.

Ensing verhaalt veel van de mededeeling van den Heer Berk, met wien hij zeer aangenaam had kennis gemaakt. Hij roemde hem zeer om zijne groote kennis, vooral op mythologisch en historisch gebied, over zijn studeren van het Oera Linda Boek, toebehoorende aan den Heer Over de Linde, die schrijver is op de Werf, waar diens vader baas-smit was geweest, terwijl zijn grootvader in de omstreken van Hoorn gewoond moet hebben. Er wordt vermoed dat deze het boek zou hebben zamengesteld.

Dominee Leenderts van Medemblik en Nanninga Uitterdijk zouden weldra nadere mededeelingen over den schrijver trachten te verschaffen. Zeer veel pleit voor den echtheid, doch nog meer voor de onechtheid. Maar ook in dit geval blijft het een groot konstgewrocht. 't Is bijkans ongeloofelijk dat 1 man de kennis en bekwaamheid kan hebben gehad om zulk een verdichting met zooveel waarheid in geschiedenis en aardrijkskunde, oudheidkunde en mythologische kennis te scheppen.

Berk had aan dien studiën zeer veel tijd besteed.

Gesprek over de resultaten van de herziening van 't Kadaster. Het huis van Bok, vroeger altijd op 170 gulden huurwaarde staande, stond nu op 440. Evenwel betaalde hij maar 1 gulden meer dan vroeger. Maar zij die vroeger hunne huizen geheel vrij hadden omdat zij als boerenhuizen aangaven (zooals Simon Keyser omdat hij stalling had voor koeijen en paarden) moesten nu ook betalen.

In Eijerland moest Van den Berg, voor wien Bok rentmeester was, nu voor 4000 gulden betalen, vroeger niets.

Ensing sprak mij van Vrendenberg, die verleden zaterdag weder eene flaauwte had gehad. Hij oordeelde dat hij leed aan bloedarmoede ten gevolge van te schrale voeding.

8 February 1876. Catechisatie met meisjes alleen, wat zeer goed voldeed.

[Ali: Dominee Vrendenberg heeft een zenuwtoeval gehad].

8 Februarij 1876. Vandaag berigt van de bevalling van Johanna Bok.

Gesprek over de resultaten van de herziening van het Kadaster. Het huis van Bok altijd op 170 gulden huurwaarde staande stond nu op 440. Evenwel betaalde hij maar 1 gulden meer dan vroeger.

9 February 1876. Catechisatie met jongens alleen, die op verzoek bij mij verlof hadden gekregen, en met wie ik nu met uitstekend genoegen catechiseerde, terwijl ook zij zleve hun groot genoegen betuigden.

Katrina naar Margo Keyser.

Ik naar Pieter Boon. Zijn vrouw in zeer slechten staat. Zij zelve oordeelt nu ook dat er voor haar geene ontheffing van lijden zal komen dan in eene andere wereld.

De winter is weer sterk ingevallen.

10 February 1876. Dolfina verjaart.

De vrouw van P. Boon (Antje Eelman) deze morgen overleden.

Catechisatie met Doopelingen, de laatste repetitie, die echter weinig goede vrucht belooft door veler gebleken onkunde.

Dominee Post en vrouw en kind hadden belet gevraagd en zouden heden den dag bij ons doorbrengen, waarbij wij ook Vrendenberg en vrouw gevraagd hadden. Ik vond ze bij mijne tehuiskomst. Wij bragten den middag en avond zeer genoeglijk door. Het kind van Post is zeer zoet. Des namiddags kwamen Boonacker en Lize hier ook theedrinken.

Post c.s. naar Ensing.

Wij, Post, Boonacker en ik des avonds 7 uur naar de Vergadering van Volksonderwijs in den Kikkert, waar Bakels van half 8 tot bijkans half 12 spreker was en eene niet gemakkelijken taak had. Hij stelde eerst de bedoeling van de Vereeniging voor Volksonderwijs zeer uitvoerig in het licht, las toen het Algemeen Reglement.

Velen traden als leden toe, zoodat het getal van deze nu 56 werd. Daarna werd het Plaatselijk Reglement gelezen en bediscussieerd en aangenomen en eindelijk een Bestuur gekozen, zijnde deze 5: Bakels, Loman, Sijbrand Jansz Keyser, Boonacker en Post.

Vrendenberg en vrouw, Boonacker en vrouw en Margo Keyser bij ons boterham gegeten.

Jufvrouw Vrendenberg verhaalde met veel genoegen dat 't gelukt was voor hen een huis in de Weteringdwarsstraat te huren voor 400 gulden.

Men feliciteerde mij met het engagement van Dirk.

Alles is weder met sneeuw bedekt. De koude is daarbij zeer verminderd.

11 February 1876. Katrina, gister al niet volkomen vlug, was ook vandaag niet regt wel, pijn op de maag en zwaar in 't hoofd.

Ik van voormiddag naar Pieter Boon, aldaar zijne moeder. Hij was zeer bedroefd.

Hij las mij eene zeer aandoenlijke brief voor, die zijne vrouw voor hem had achtergelaten, gelegd bij haar dood-kleeding, waarin zij aan hare lieve man hare smart betuigde dat zij hem en hare lieve kinderen zoo spoedig moest verlaten en hem de goede opvoeding van deze ernstig aanbeval, met vele raadgevingen daaromtrent en voor hemzelve, ook voor zijn toekomstig gedrag (weder eene verstandige vrouw te zoeken, die nog beter voor hem was dan zij voor hem had kunnen zijn). Zij beklaagde zich over hare tekortkomingen. Zij bleef met innige liefde aan hem gehecht. Zij hoopte op eene wederontmoeting in eene andere wereld.

Ik zelf was ook door het hooren lezen daarvan zeer aangedaan (mijne eigene zoo edele vrouw kwam mij daarbij weer zoo levendig voor de geest). Elf jaar waren zij getrouwd geweest, 7 daarvan had zij, na eene bloedspuwing, al sukkelende doorgebragt, maar haar lijden voorbeeldig gedragen.

Des avonds even bij Cornelis Eelman en vrouw, hijzelf niet thuis. De vrouw van Eelman verliest veel in haar dochter.

12 February 1876. Een groot deel van den dag besteed tot het ordenen van alle mijn in den laatsten tijd ontvangen brieven.

13 February 1876. Bakels hier belijdenispreek.

14 februay 1876. Belijdenis van 10 Doopelingen.

Tegen 2 uur moest ik mij haasten om te eindigen. Naar de begrafenis van de vrouw van P. Boon. Aldaar een talrijke vergadering. Ik sprak er een hartelijk en ernstig woord.

15 February 1876. Het dooit vandaag met geweld. Regen en wind.

Bakels is zondagmiddag op reis gegaan naar Barsingerhorn om daar gisteravond voor Volksonderwijs te spreken.

Onze turf is op. Wij moeten nu hier en daar een 100-tal koopen, wat ons tot dusver nog gelukt.

16 February 1876. Vaatje bessenwijn naar Ouddorp met Jan Bruin, die echter eerst de volgende zaterdag de reis heeft aanvaard en toen buitenom, daar het ijs toen meest weg was.

20 February 1876. Zondag. Schoon weder. Doopbediening aan den Burg aan 10 personen (ruim 400 menschen ter kerk). Na kerktijd alle Doopelingen bij ons koffij gedronken. Zij bragten mij ten geschenke, met toespraak van Jan Koning overhandigd, een nieuw zilveren koffijkan, theepot, suikerpot en glazen theebus op verlakt blad.

Later kwamen Meester Boonakker en vrouw mij bedanken voor 't onderwijs aan hun dochter Vrouwtje, des avonds evenzoo Sijbrand Pietersz Keyser voor 't onderwijs aan Pieter.

Des avonds Vrendenberg en vrouw hier den avond gepasseerd, ook Boonacker en vrouw.

21 February 1876. Krans bij mij. Waarschijnlijk om 't min gunstige weer ontbraken Post en de Lang, zoodat de boekverkooping van 't Leesgezelschap werd uitgesteld.

Telegram uit Harlingen, meldende de geboorte van een jongen Menno, alles uitmuntend. Wij geantwoord per briefkaart.

23 February 1876. Katrina en ik vandaag onze eerste brief geschreven aan mejuffrouw H. de Cock te Winschoten [de verloofde van Dirk] ter beantwoording van de hare.

24 February 1876. Let Bakels bij ons.

Kamerdag aan de Waal. Daar werd een adres aan de Kerkeraad ter tafel gebragt met 60 onderteekeningen van Leden aandringende dat Dominee Bakels mogt worden beroepen. Allen oordeelden dat de zaak met de Breeden kerkeraad moest worden behandeld.

Wij naar de Kikkert, aldaar (talrijke vergadering uit alle dorpen) de Voordragt gehoord van den Heer Boomkamp uit Noordwijk, zeer vloeijend maar rustig bedaard in goeden, duidelijken trant sprekende over het leerrijk en hartverheffend onderwijs der Natuur, in het Plantenrijk. De ontwikkeling der plant uit hare cel, de voeding der planten, de bemesting, hoe de beste vruchten te bekomen, snoeijing van boomen, gesteldheid van de grond, hoe dezen geschikt te meken enz enz, doorweven met gepaste aanmerkingen en wenken betreffende ons Levensbestuur, alles in zeer waardigen toon.

Hij voldeed mij uitstekend ofschoon ik de orde des veelvuldige onderwerpen gaarne wat duidelijker had willen zien aangeven. Ik zat bij Arie Dijksen, Glijnis, De Lang. Deze hadden denzelfden spreker ook verleden jaar hier gehoord. Zij getuigden dat hij toen voor minstens driekwart hetzelfde had gezegd, zoodat zij wel eenigzins teleurgesteld waren.

Vandaag een Groninger kofschip met steenkoolen met 4 man op 't strand gekomen bij de Groote Slufter. Vandaar waren Loman, Bok en Sijbrand Keyser afwezig.

Tehuiskomende vonden wij Bakels, over wie Fokel haast ongerust was geworden. Zij vertrokken met M. Daalder en vrouw naar den Hoorn. Let Bakels bleef nog bij ons.

25 February 1876. Vanmorgen 10 uur met rijtuig van J.C. Bakker gereden naar Eijerland (nu voor 't eerst zag ik den dijk die den polder Het Noorden van de zee afsluit. Er werken nu nog omstreeks 50 man. De bakens worden gezet voor de verdeeling van wegen en sloten).

Ik ter begrafenis van Grietje Teekens van Grouw, 83 jaar, uit de woning harer dochter Vrouwtje getrouwd aan Geest van der Ploeg. Aldaar de zoons Cornelis en vrouw, Thomas en bruid Naatje D. List, Nanning en Willem. Meester Boonakker las. Ik was er reeds te half 11 en had dus veel te spreken voordat het lijk te 12 ure werd uitgedragen. Begrafenis aan de Waal.

Daarna even bij Boonacker en Lize. Zij wisten dat er eene lijst gecirculeerd had om naamteekeningen voor 't beroep van Bakels, wat zij natuurlijk zeer wenschten. Ik verklaarde mijne hoogachting voor Bakels, maar betreurde het dat hij zelf moest verklaren niet met hart en ziel predikant te zijn.

Des avonds Jan Timmer en Pieter Koning bij mij gehad. Timmer was een paar dagen op Texel na het gelukkig volbrengen van zijn Propaedeutisch examen eerste gedeelte (Mathesis). Wij spraken over wat men met vasten wil doen kon, naar het voorbeeld van Heinrich Schliemann, van wiens leven ik 't een en ander vertelde.

Des avonds bij Fokke Keyser, hem 300 gulden gebragt tot aflossing der borgtogt van Dominee Huidekoper voor Leendert Vonk. Ik had die som onlangs van broeder Juriaan ontvangen. Ik los daarmede zooveel af van de schuld ten bedrage van 2100 gulden, die ik eens ten behoeve van Menno bij Huidekoper gemaakt heb.

Gister hebben wij een brief van mevrouw Koekebakker gehad uit Harlingen met gunstige berigten van kraamvrouw en kind.

Van de week is bij mij den tuinarbeid begonnen door Pieter Kalf, later door Cornelis Geerts Kikkert voortgezet met hout opruimen enz.

Vandaag de eerste beurtschipper aangekomen.

26 February 1876. Let Bakels hier, zij met Katrina gister bij Margo Keyser.

Cornelis Kikkert in de tuin om het prieel uit te roeijen.

Des namiddags even naar 't Gesticht, aldaar de oude Cornelisje Eelman, ziek zijnde, toegesproken, zoo ook Jacob List.

27 February 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg.

Brief van Samuel uit Leeuwarden, alles best in orde.

28 February 1876. Krans bij Boonacker. Aldaar verkooping van de boeken van 't Leesgezelschap gehouden. Zijn tuin bezien, waarin hij en Bakels l.l. donderdag hard gewerkt hadden tot verbetering der perken.

In de kerk wordt Vergadering gehouden ter bespreking van 't Adres door 60 man geteekend om Bakels als Leeraar te beroepen. Met 12 tegen 8 stemmen was besloten dat het beroepen van Bakels aan de Kerkeraad zou worden voorgedragen. Cornelis Keyser komt na afloop het besluit melden. Het tractement wordt bepaald op 1400 gulden.

Het voorstel van C.P. Keyser om, nadat hij medegedeeld had wat op de Kamerdag was voorgvallen, mijn tractement vanaf 1 January op 1400 gulden te stellen, wordt grif aangenomen, ten blijke dat men met een vroeger besluit geen hatelijkheid tegen mij bedoeld had.

Veel hoorde ik nog van Keyser dat het verlangen naar Bakels niet algemeen was.

Des avonds naar de Huishoudelijke vergadering van 't Nut, o.a. werd daar meest door Bakels, Ensing, Troll, Loman veel gesproken over het krachtige handhaven der Gymnastieschool, die vroeger 22, nu maar 12 leerlingen telde, ook omdat het lokaal zoo gebrekkig was, niet verwarmd werd enz. Deze vergadering duurde tot bij 10 uur.

In de Kolfbaan werd de veiling gehouden van de boereplaats van Jan Dirksz Bakker, die met 11 bunders land verkocht werd voor ruim 24.000 gulden aan P.A. Langeveld.

Er werd een stuk land groot ruim 1 bunder zoo ik meen verkocht voor 2600 gulden, wat voor omstreeks 40 jaar slechts 100 gulden had opgebragt.

Bakels en ik naar 't huis van den Heer Simon Keyser, waar wij Fokel en Let en Katrina en Boonacker en Lize bij Margo Keyser vonden. Keyser zelf kwam ook weldra na de veiling te huis. Drukke gesprekken over die veilingen. Wij bragten daar de avond genoeglijk door, eerst in de prachtige zaal, daarna aan tafel in de binnenkamer tot half 2 in de morgen.

29 February 1876. Let Bakels is gister met Bakels en vrouw mede naar den Hoorn gewandeld.

In mijn tuin gisteren 't prieel uitgeroeid behalve een paar boomen. Vandaag om 't regenachtige weer geen tuinarbeid..

1 Maart 1876. Des voormiddags Cornelis Kikkert en Jakob Koorn in den tuin aan 't spitten, een kar mest van Sijbrand Jansz Keyser ontvangen. Des namiddags om den regen geen tuinarbeid.

[De oude Heer J. Huidekoper te Harlingen overleden].

2 Maart 1876. Gezaaid in het broeibakje.

Zaderijen van Turkenburg ontvangen, 4,41 gulden.

2 maart 1876. Dominee Vrendenberg even hier. Verlangt te weten hoe het staat met de beroepingszaak van Bakels.

Bakels en Boonacker naar de vergadering van de Bestuurders van Volksonderwijs bij Sijbrand Jansz Keyser. A.s. donderdag zal Meester Kerdijk hier eene voordragt komen houden, bij Bakels logeren. Den volgenden dag een rijtoer over Texel met hem. [7 Maart, maar gaat niet door wegens het niet varen van de stoomboot].

3 Maart 1876. Des namiddags tuinarbeid met Jakob Koorn. De eerste zaden in de grond gebragt.

Des avonds vernomen dat de stoomboot voor ettelijke dagen uit de vaart genomen is ter reparatie, wat ons de reis van a.s. dingsdag moeijelijk dreigt te maken.

4 Maart 1876. Schoone dag doch koud. Jakob Koorn in den tuin, 2,5 perk zijn nu omgespit en gedeeltelijk op bedden gebragt. 1 bed St. Jans-uitjes door hem gepoot, erwten gezaaid, wortelen enz.

5 Maart 1876. Zondag. Avondmaal aan de Waal. Vertoeving der Broederschap over 't voorstel om Bakels te beroepen met stilzwijgen aangehoord.

C.P. Keyser doet ons opmerken dat de postschuit ons dingsdagmorgen moeijelijk tijdig kan overbrengen, overreedt ons om maandagmiddag te gaan. Ik moet dan de maandagavondcatechisatie laten varen. Wij kunnen dan nog dien avond te Rotterdam zijn, wat ons beter uitkomt.

5 maart 1876. Sijbrand Pietersz Keyser is zeer tegen het beroep van Bakels bij alle sympathie voor hem. Hij is de man niet om het volk weer in de Kerk te brengen. De Kerk wordt bij hem hoe langer hoe meer verlaten. Van de zoogenaamde mindere klassen ziet men slechts de kinderen. Hij vraagt wat zal het zijn als eens de Pastorij aan den Burg vacant komt. Zal men hem dan naar den Burg laten trekken? 't Is niet te denken, en dit te weigeren- wat moeijelijkheid zou dit geven! Ook bestaat er geen kans dat hij ooit elders beroepen wordt. Daarbij komt dat als Vrendenberg eens vervangen wordt door iemand met redenaarstalent deze alligt eene zeer groot deel der Gemeente zal trekken. Hij verwacht van het plan slechts achteruitgang der Gemeente. Hij had vanmorgen bij de Vertoefing zijne gevoelens wel willen uitspreken maar had toch begrepen dit te moeten nalaten om de verwarring niet groter te maken. Hij was van plan er met niemand over te spreken. Hij beloofde mij ook niet te zullen laten blijken dat ik zijne zienswijze deelde.

Hij zag de toekomst van Bakels niet vrolijk in als hij hier eens met 100 stemmen beroepen wordt als er nog wellicht 60 tegen hem waren.

Hij gaf zijne meening te kennen dat de Gemeente, doordien zij Koekebakker aanleiding gegeven had om haar te verlaten, in een slechte naam was gekomen, zoodat iemand alligt zich dubbeld zou bedenken, eer hij een beroep naar hier aanvaardde.

Bij de boekverkooper de rekeningen betaald.

6 Maart 1876. Des morgens van 9 tot 12 uur catechisatie.

Even naar Vrendenberg, aldaar Krans.

[Op reis naar Hein en Sina in Ouddorp] Om 3 uur naar 't Horntje gereden. Met de vlet te 5 uur aan boord gebragt, een avontuurlijke togt, eerst 1 vlet vol. Gelukkig dat hij met een touw aan 't schip verbonden bleef, anders waren zij door sterken wind en golven weggedreven. Met de tweede vlet gingen wij over, met een mand met eijeren waarvan er niet weinigen sneuvelden. Wij waren blijde toen wij digt opeengepakt in 't roefje zaten. Katrina werd weldra zeeziek en moest den emmer op schoot nemen.

Gelukkig waren wij in driekwart uur over, met ons Frans Zegel, Jan Dirksz Bakker, gaande naar Haarlemmermeer. 't Was aan 't Nieuwe Diep niet gemakkelijk om boven op de steiger te komen. Wij ons terstond ingepakt in eene vigilante en naar 't Spoor gereden. Katrina is nog niet vlug, maar knapt weldra weer op. Wij nemen plaats in de 3de Klasse om eenge guldens uit te winnen.

Te Haarlem moesten wij overstappen. In den wagon wederom genoeglijk gezeten. Tot den Haag aangenaam gesprek met een machinist die alles gaarne uitlegde. Zijn vaste weekloon was 14 gulden, maar 't kon tot 27 gulden worden. Op alles was voordeel gesteld, elke minuut vroeger aankomen, elke uitsparing van steenkool en olij enz. Zeer verbonden leven. Om de 5 zondagen 1 vrij, doch alleen als er geen zieken waren onder het personeel of geen extra treinen enz enz.

[Te Rotterdam tegen 12 uur des nachts, naar onze [hotel]kamer].

7 Maart 1876. Om 12 uur met de boot naar Middelharnis, harde wind, om 5 uur aan wal. Koekebakker wachtte ons met 't rijtuig. De koffer ging met de hondewagen.

10 Maart 1876. Ouddorp. In Harlingen alles wel, maar 't kind aan de flesch.

11 maart 1876. In Ouddorp. Katrina schreef aan Fokel op Texel.

13 Maart 1876. Ouddorp. Des avonds laat onderling gesprek, ditmaal ook over geldzaken, waarbij mijne kinderen de meening uitspraken, dat ik onbeschroomd om hunnentwil mij van geenerlei uitgave voor mijn genoegen behoorde te onthouden, al ging ik daarbij boven mijn vast inkomen, iets wat ik niet kon goedkeuren.

14 Maart 1876. Ouddorp. [In] het begin dezer eeuw had [Dominee] Veenstra hier, waar nu de studeerkamer is, zijn winkel.

14 maart 1876. In Ouddorp. Brief van C.P. Keyser. Hij meldde mij dat Bakels beroepen was met 79 stemmen vóór en 73 tegen. Welke zaak ons veel aanleiding gaf tot gesprek.

15 maart 1876. In Ouddorp. Brief geschreven aan Bakels, hem gelukgewenscht met zijn beroep.

17 maart 1876. In Ouddorp. Brief van Bakels.

20 maart 1876. In Ouddorp. De brief van Bakels beantwoord waarin hij mij vroeg of de oppositie tegen hem zou toe- of afnemen? Ik meen het laatste als hij aan de verlangens in de beroepsbrief uitgedrukt zooveel hij kan zoekt te beantwoorden.

22 Maart 1876. Terugreis van Ouddorp, in de stoomboot van Middelharnis naar Rotterdam. Katrina had het zeer aangenaam met eene jufvrouw, die zich bekend maakte als het Meisje van Jacobus Mooyen van Texel, thans hulponderwijzer te Dirkshorn, kleindochter van de voormalige medicus Rechlien. Zij woonde op 't Zand. Was nu eenige dagen te Dirksland geweest.

In Amsterdam geloogeerd in de Keizerskroon. In de Schouwburg gezien "Van Toulon naar Sint Helena" (9 taferelen uit het leven van Napoleon I).

23 Maart 1876. Naar Zaandam, Wormerveer.

24 Maart 1876. Naar Huidekoper te Koog.

25 Maart 1876. Met Katrina naar Texel, zij zeer zeeziek.

25 Maart 1876. Katrina en ik bij Koekebakker te Wormerveer, te half 10 naar den trein naar Uitgeest. Daar ontmoetten wij Eduard Bok die naar den Helder ging. Hij was met genoegen in zijn tegenwoordige werkkring bezig maar verlangde wel naar uitgebreider kring, wilde gaarne de wijde wereld in. Maar hij stelde het uit zoolang zijn moeder nog leefde die dat hoogst ongaarne zien zou.

26 Maart 1876. Zondag. Wij weder op Texel. Gepreekt aan den Burg. Bakels hier, naar Oosterend gaande.

27 Maart 1876. Niet naar de Krans bij De Lang.

28 maart 1876. Gister Bakels en Fokel hier.

29 Maart 1876. Des namiddags begrafenis van Cornelisje Eelman.

30 Maart 1876. Brief van Bakels dat hij 't beroep aanneemt.

31 Maart 1876. Voor 't eerst een kwartaal tractement ontvangen groot 350 gulden.

Jakob Roeper hier zijne contributie gebragt voor 't Nieuws van den Dag.

Vandaag zeer mooi weer. Voor 't eerst in het zijkamertje gezeten. Eenigen tijd in den tuin bloemen verplant. Tuinkers en spinazie staan boven de grond.

31 maart 1876. Brief aan Bakels.

1 April 1876. [Ali: Menno zond mij voor de eerste maal een kwartaal rente, wat mij zeer verheugd, ook als blijk dat hij 't doen kan].

Vanmorgen aangeteekende brief van Menno met gunstige berigten en 100 gulden als eerste kwartaal van rente.

Uit de Heldersche Courant zie ik dat T. Mets te Oude Schild vandaag zijn 50-jarig feest viert als postschipper en kapitein der boot. Ik feleiciteer hem met briefkaart.

2 April 1876. Zondag. Des morgens zeer schoon weder, later koude mist. Ik gepreekt aan den Burg. In 't achterste gedeelte der kerk staat alles vol kisten enz enz van 't orgel, wat men l.l. donderdag is beginnen te plaatsen. De kerkekamer ligt vol pijpen. Daarom afgekondigd dat ik van de week geene catechisatie zal houden. Ook afgekondigd dat Bakels het beroep heeft aangenomen.

Des middags, terwijl Bakels aan de Waal ging preeken, Fokel met 2 kinderen hier die zich erg verveelden wijl Bakels eerst tegen 5 uur wederkwam en zij naar den Hoorn gingen terwijl wij gingen eten.

3 April 1876. Des voormiddags in den tuin. Krans bij mij, Dominee Post met vrouw en kind, Boonacker en vrouw, Vrendenberg, Dominee C.de Holl en broeder (apotheker), later Dominee Bakels. Wij in de Kerk het opstellen van het Orgel bezien.

Boonacker en vrouw en Bakels bleven hier eten. Zij maakten nog eenige visites. Boonacker leed zeer aan kiespijn. Lang liep hij in den tuin om zijn leed te verzetten.

Bakels had den ganschen voormiddag in zijn nieuwen tuin aan de Waal gewerkt met Jan Roeper, Herman Roeper, enz. Hij had een wagen vrugtboomen en heesters daarheen gevoerd.

Het kind van Post zag er waarlijk engelachtig uit.

Post las ons een brief voor dien hij van Wieringa had ontvangen, waarin deze hem zeer berispt omdat hij niet ijvert omdat hij niet ijvert voor de Christelijke Nationale school, maar wel (als lid van de Schoolcommissie) voor de Neutrale. De brief was op hatelijken toon gesteld.

4 April 1876. Des avonds Jan Timmer hier. Hij denkt de geheele maand April te huis te blijven. Hij kan hier veel beter studeren dan in Leijden. Door veel hier, minder te Leijden te zijn, hoopt hij klaar te komen om reeds in dit, zijneerste jaar, zijn propaedeutisch examen te doen, waarvan hij het Mathematisch gedeelte al achter de rug heeft. Het collegie in de scheikunde van Professor Franchimont is zeer belangwekkend.

Katrina des avonds bij Marretje Keyser geb. Kuiper, roemt zeer de orde en tucht die in dat gezin heerschen, veel meer dan bij Sijbrand en Jans.

5 April 1876. Henriëtte Bok hier, sinds eenigen tijd aan den Helder geloogeerd [bij Dyserink]. Haar moeder verkeert steeds in zeer treurigen toestand.

Kitty van der Kulk gaat steeds achteruit. De teering zal haar wel wegnemen.

6 April 1876. Jan Dirksz Bakker des morgens hier om afscheid te nemen bij zijn vertrek naar Haarlemmermeer, aan de Slooterweg, hoek van de weg naar Nieuw Vennep.

Bakels hier, gaande naar de Waal om zijne tuin te bezaaijen.

Wij een regt aangename brief van H. de Cock uit Winschoten ontvangen. Bakels te half 11 nog even hier. Het orgel vordert mooi. Ik het vanmiddag met Bakels bezien.

Tuinarbeid.

7 April 1876. Zeer schoone dag. Des namiddags met Katrina een wandeling gemaakt naar de Mient, het Elzenbosch en over de Westen terug.

De keet van Gerrit Leen wordt afgebroken en verplaatst.

Jakob Eelman de Manke ontmoet.

Tuinarbeid. Huishoudelijke rekeningen in orde gebragt.

8 April 1876. Brief van Sina ontvangen. Haar meid Lena zou weldra trouwen met eenige dagen, maar nu heeft haar bruigom zich door verdrinking van het leven beroofd, wat haar zeer heeft geschokt.

9 April 1876. Zondag. Gepreekt te Oosterend, 30 toehoorders.

Bij C. Schuil koffij gedronken. Hij was ziek geweest en nog zwak. Zijn zoon Cornelis tehuis. Gesprek over de zeevisscherij, die thans meer ook op den Noordzee wordt uitgeoefend door 't bouwen van groote schepen als van Cornelis Kuiper en G. Roos. Ligtvaardigheid van sommige visschers die aan 't roer zitten te slapen, terwijl zij soms eenige uren met het groote net tusschen 2 schepen, al visschende, voor de wind af zeilen, waardoor zij soms in groot gevaarkomen van aanvaring met stoomboot of ander vaartuigen.

Des avonds bij Dirk Jansz Bakker, die onlangs hun 13de kind (19 dagen oud) weder verloren hebben. Hij is zeer ingenomen met het beroep van Bakels.

Bij Vrendenberg, aldaar jufvrouw Troll, die donderdag naar Groningen gaat. Vrendenberg zeer verheugd dat zijn zoon Anton heeft in Melbourne een goede betrekking op een kantoor bij een groote tabaksfabriek had gekregen. Ook met Jan ging het best, uitgenomen zijn niet sterke gezondheid.

10 April 1876. Zeer buijig weer. Niet naar de Krans bij Boonacker.

Des avonds Boonacker en Vrendenberg hier. Druk gesprek over de aangenomen wet op 't Hooger Onderwijs.

11 April 1876. Vandaag mijne catechisatie gesloten.

12 April 1876. Koude dag, wind en sneeuw.

Katrina des avonds naar Jans Keyser, komt terug met het berigt dat Eduard Bok van Zaandam mat de Noorderzon vertrokken is, een passief van 70.000 gulden achterlatende. Wij beklagen zijne oude ongelukkige moeder.

Des avonds Bakels hier. Afspraak gemaakt dat hij zondag na Paasch hier de orgelpreek zal houden.

13 April 1876. Des morgens alles wit besneeuwd.

Bij C.P. Keyser, hijzelf niet thuis, feestdag van Monsieur Glijnis. De oude jufvrouw Keyser verhaalt van de inwijding van het orgel der Gereformeerde kerk, toen bespeeld door Altman. Zij heeft geen woorden genoegom dezen te prijzen om zijn edel karakter, ijver en welwillendheid.

Katrina heeft sedert eenige dagen eene zeer aangename en boeijende lectuur gevonden in Gartenlaube "Aus eigener Kraft".

13 April 1876. Brief van Scheffer tot beantwoording van den mijnen. Hij wenscht zeer dat de Gemeente van den Hoorn met de onze vereenigd zal worden. Hij geeft veel lof aan Bakels. Hij zal eene winst zijn voor onze Gemeente.

14 April 1876. C.P. Keyser hier, afgesproken dat Bakels de orgelinwijding zal hebben.

Vrendenberg had vanavond de Avondmaalsbediening voor 't laatst. Eene buitengewoon volle kerk.

16 April 1876. Zondag. Ik gepreekt aan de Waal, Bakels aan de Koog.

Bij Boonacker, daar komt ook Katrina, tegen den zeer sterken Oostenwind opgeworsteld. Wij zijn tuin bezien.

Ik laboreer sedert korten tijd aan kiespijn.

Des avonds Vrendenberg en vrouw en dochter Christina en Anna dochter van Hendrik, hier den avond doorgebragt. Door mijn kiespijn had ik niet veel te zeggen.

17 April 1876. Tweede Paaschdag. Ik gepreekt aan den Burg, Bakels des namiddags te Oosterend. Bakels des namiddags ('s avonds tegen 6 uur) bij ons, komende van Oosterend. Hij gaat morgenochtend op reis naar Haarlem. Zijn Intree zal eerst half Juny plaats hebben.

18 April 1876. Tuinarbeid. Krans Bij Vrendenberg.

Wij vanmiddag in de Vermaning het orgel bezien. Christina speelde enkele stukjes. De Meesterknecht gaf ons van alles zoo veel mogelijk het gezigt en de uitleg.

19 April 1876. Op den zolder druk werkzaam geweest om een en ander te ordenen tegen het begin van de schoonmaak.

Gister Vrouwtje met haar zuster (aangehuwd) van Cocksdorp gekomen, waar zij zondag was heengegaan. Haar zuster zal hiet schoonmaken.

Van voormiddag ontvingen wij een telegram. Dolfina vannacht half 1 voorspoedig bevallen van eene dochter Katharina, alles wel, door Katrina met een kaarttelegram beantwoord.

Van Aken hier, het orgel werd door hem een tijdlang met veel genoegen bespeeld. Hij verhaalt veel.

Des namiddags Post en vrouw en kind even hier, komende van de Waal, waar zij met rijtuig Habbema en zuster hadden gebragt.

Bij Mooijen advertentie van de geboorte van Katharina gebragt.

21 April 1876. Des namiddags Van Aken hier en het orgel nog eens bespeeld, een aantal Schoolmeesters daarbij tegenwoordig. Hij was niet tevreden over hun eisch dat hij ook eenige der Uitgezochte Liederen zou spelen.

Katrina en ik vervolgens uitgewandeld, zij naar den Hoorn om daar tot morgen bij Fokel te blijven. Ik naar Cornelis Jansz Keyser op de Kamp, aldaar thee gedronken.

Vervolgens bij Jan Jansz Bakker koffij gedronken.

22 april 1876. Katrina des morgens van den Hoorn teruggekomen.

Cornelis Keyser vertelde hoe Kuiper ontevreden was op Bakels omdat deze, na in 't vorig jaar alle vriendschap van hem genoten hebbennde door daar steeds na zijne Catechisatie koffij te drinken, waarvoor hij de inrigting zijner huishouding gaarne veranderd had, naderhand altijd bij Jan Roeper vertoevende, bij hem nooit weer geweest was, en dat zijn broeder Sijbrand ontevreden was op Bakels omdat deze hem nooit eenige toegenegenheid betoond had door eenig bezoek nadat hij Sijbrand, hem alle toegenegenheid betoond had bij het aanbieden van een geschenk voor zijn bedanken voor Hinloopen. Hij had toen terstond zijn rijtuig ingespannen om hem met zijn geschenk (een fraaije gemakstoel) naar den Hoorn te rijden. Zoo hangen de antipatieën der menschen soms van kleinigheden af.

23 April 1876. Zondag. Des morgens te 8 uur was Bakels reeds hier, komende van 't Nieuwe Diep en Haarlem. Weldra kwam ook de organist Van Aken. Bakels en ik naar de kerk, het orgel geprobeerd. Ik vervolgens de halfblinde Van Aken op 't orgel gebragt. Te half 10 ure aanvang der Godsdienstoefening onder leiding van Bakels. Orgelspel vooraf en na het einde. Gezang van Psalm 25, 42 en 103. Bakels had tot tekst het laatste vers van Psalm 150: " Alles wat adem heeft love den Heer". Hij sprak van onze verpligting om God te loven, waarbij de muzijk ons de uitnemendste diensten bewijst. Daarbij van den indruk dien een voortreffelijk orgelspel wel op hemzelven gemaakt heeft in Haarlems Groote Kerk. Zijn slot was dat het loven van den Heer gepaard moet gaan met een Godsdienstig leven.- Ik kan niet zeggen dat zijne improvisatie mij eene kracht gaf tot vernieuwd hooger leven schoon zij aan Katrina best voldeed. Het orgel voldeed best.

Van Aken ontving 10 gulden, de orgelmaker Flaes 3100 gulden van Fokke Keyser. Toehoorders waren er welligt 260. Niet eens alle diakens.

Lize Boonacker was hier des morgens gekomen en mede ter kerk. Haar man preekte aan den Hoorn en vertoefde hier tot hij naar de Koog wandelde.

Aangeteekende brief met 300 gulden van 't Postkantoor gehaald en even bij Hoek Bent op zijne fraaije bovenkamer met heerlijk uitzigt vertoefd.

24 April 1876. Krans bij Post. Post roemde zeer Willem Mets om zijn karakter en werkzaamheid ook als dichter. Zijn stukjes ademen altijd eene zeer goede geest. Hij is zeer leerlievend. Mets krijgt van hem les in het Engelsch.

Post had nu ook een bibliotheekje gevormd voor de oude luidjes in het Armenhuis. Vrendenberg roemde het zeer dat hij daarvoor eene zoo goede keuze deed van werken die in de smaak dier oude lieden konden vallen, preeken van Van der Palm enz (niet juist werken van de nieuwe rigting).

's Avonds half 8 kwam Katrina nog na een zeer vermoeijende dag met de schoonmaak op de zolder. Zij vertoefde slechts een uurtje tot wij weer naar huis wandelden.

25 April 1876. Katrina schoonmaak op zolder. Ik des middags in den tuin.

Gister portret van Manna ontvangen door Dirk.

Heden weder goede berigten uit Leeuwarden. Des avonds brief aan Samuel geschreven.

Brief aan Samuel en Dolfina: [men had zijn horologe in Amsterdam nog weer kunnen maken] Ik ben er recht blij om dat ik het belangrijkst gedenkstuk, dat ik van mijne onvergetelijke heb, nog behouden kan als dienstdoende.

26 April 1876. Als boven studeerkamer.

27 April 1876. Kerkeraadsvergadering aan de Waal.

28 April 1876. Ik heb mijn studeerkamer weder kunnen innemen.

29 April 1876. Met rijtuig van de stoomboot afgehaald Dominee Molenaar van Almelo.

30 April 1876. Dominee Molenaar gepreekt, denkelijk waren er 400 [mensen] tezamen.

1 Mei 1876. Ringsvergadering, tegelijk afscheidspartij bij Vrendenberg. Aldaar Habbema en zuster die wij hier voor 't eerst zagen. Bakels was op reis naar Haarlem.

Een zoon van J. Daalder kwam Vrendenberg vragen om morgen mede naar de begrafenis te gaan van Lemstra, die 29 jaar op de plaats van Daalder boereknecht was geweest en voor geruime tijd kanker had gekregen in het gehemelte. Dat was uitgesneden door Professor Tilanus onder hevige pijn en bloedverlies. Hij had echter bij die operatie geen oogenblik het bewustzijn verlooren, en was nu mooi herstellende teruggekeerd uit Amsterdam, doch had zich te sterk vermoeid en was weinige dagen na aankomst gestorven.

2 Mei 1876. Boonacker en Lize des morgens half 4 vertrokken met de diligence op reis naar Valkenburg. Katrina bezorgde alles wat tot hun vertrek noodig was.

Des voormiddags de kledermaker Meijer van 't Nieuwe Diep hier. Ik bestelde een demi-saison jas, broek en vest.

Katrina druk aan de schoonmakerij van de voorkamertjes (de zuster van Vrouwtje gister hier gekomen en blijft hier tot vrijdag).

Vrendenberg even hier. Hij betaalde mij de wijn dien ik hem voor gister geleverd had. Even bij Troll, hijzelf niet thuis, gister op reis gegaan naar Groningen.

Het blijft zeer koud, zoodat wij nog steeds gaarne van onze kagchel gebruik maken.

Brief gereed gemaakt voor Manna.

4 Mei 1876. In den kelder een plank met 8 flesschen bessenwijn enz neergestort.

5 Mei 1876. Brieven verzonden aan Manna met een voor mevrouw De Cock, daarbij een brief van mij aan Dirk, alle tezamen naar Winschoten geadresseerd.

Brief aan Menno van wien wij in een volle maand niets gehoord hadden.

5 Mei 1876. Des avonds de schoonmakerij geëindigd. De schoonmaakster gaat te 10 ure nog naar de Cocksdorp, loopende.

6 Mei 1876. Vrendenberg en vrouw des avonds hier een trommel gebragt ten afscheid.

7 Mei 1876. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Aan den Burg preekt Bakels, vanmorgen gekomen. Vanmiddag weer terug naar Haarlem.

Ik drink koffij bij Sijbrand Cornelis Keyser. Wederom een uitvoerig gesprek over kinderopvoeding, waarvan het leeren van gehoorzaamheid een eerste eisch (wordt in dat gezin noode gemist, de kinderen doen wat zij willen. Keyser zelf zeide dat hij verleden jaar de glazenmaker Dekker 10 gulden had betaald voor ruiten die zijn zoontje Cornelis nu hier dan daar in het dorp had ingegooid [de Waal]).

Daarna bij de weduwe Jan Eelman, aldaar haar dochter Meijs, wier man Jakob Keyser weer in een treurige toestand verkeert nadat hij, na het vertrek van zijn vader, weer bloedspuwing heeft gehad. Alle levensgeest schijnt hem ontweken.

Aldaar ook Aafje Eelman. Zij verheugen zich dat ik eens kom. Zij wenschten wel dat Koekebakker hier nog was. Zij vraagt twijfelend of het kerkbezoek door 't beroep van Bakels wel zal toenemen. P. Boon was over de preek van Bakels van vanmorgen wel voldaan.

Katrina van namiddag naar Margo Keyser.

Vrendenberg en vrouw vanmiddag naar Amsterdam vertrokken om het huis te bezien.

9 Mei 1876. De eerste lammerenmarkt aan den Burg.

Katrina des avonds met Margo Keyser en Lina Bok bij Jet Ensing, aldaar haar zuster Metta.

10 Mei 1876. Ik des avonds naar Jakob Kooiman, aldaar Sijbrand R. Keyser. De eerste Texelsche lammerenmarkt had zeer goed voldaan. P. Boon had er 50 lammeren verkocht voor 12,50 het stuk. Zoo ook anderen. Aanstaande dingsdag zou het weder markt zijn.

Vanmorgen was hier Dominee Post met een vriend die hem was komen bezoeken, de Lieutenant Van Gogh, die sedert 7 maanden van Atchin gerepatrieerd, gereed was om van 't Nieuwe Diep naar Venezuela te stevenen.

Post verhaalde hoe hij nu wekelijksch een uur naar 't Armenhuis ging om daar opzettelijk met de oude luidjes te spreken. Voor het bibliotheekje beloofde ik hem de twee kwarto boekdeelen Beausobre L'Enfant het Nieuwe Testament (als ik ze niet reeds vroeger weggegeven heb).

11 Mei 1876. Het is alle dagen winderig en koud.

Bij absentsie van Vrendenberg in 't Gesticht ter begrafenis van de oude J.F. Gaas (van de Koog afkomstig).

12 Mei 1876. Met Katrina naar Sijbrand P. Keyser [jarig].

Ik daarna eene visite gebragt in de Lindeboom aan den Heer Jan de Bleijker en vrouw en 4 kinderen, aldaar gelogeerd, op reis sedert 10 maanden van zijn woonplaats Colmaso in Amerika. In Schotland, Frankrijk, en België had hij geruime tijd vertoefd. Te Ouddorp had hij zijn familie bezocht.

Deze dag had hij te Cocksdorp doorgebragt bij Pieter Bremer dien hij van de schooljaren af kende. Hij was 10 jaar oud toen hij Texel voor Amerika verliet. Men ontving mij zeer vriendelijk. Ik moest mede een kop thee drinken.

Westenberg en zoon Herman kwamen ook daar. Met den laatsten konden zij, vooral de kinderen zich het best onderhouden wijl hij vlug Engelsch sprak. De mevrouw was eerst 6 weken geleden begonnen Hollandsch te spreken en kon zich tamelijk goed doen verstaan.Dikwijls evenwel moest zij de hulp van haar man inroepen. Haar moeder was van Philadelphia. De Bleijker beschreef Colmaso als eene stad van 12.000 zielen, zeer ruim gebouwd, straten van 40 minuten lang en van 40 ellen breed, aan weerszijden met boomen beplant.

Zij reisden zonder meid. Op plaatsen waar zij langer vertoefden schaften zij zich eene aan.

De man zag er zwak uit, de vrouw en 4 kinderen, de oudste bijkans 11 jaar (Paul) en de jongste tusschen 2 en 3 (Harry) maken een aangename indruk.

13 Mei 1876. [Ali: Het kind in Harlingen heeft een min].

14 Mei 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg.

Des middags Janni Post hier met haar lief kind. Post moest preeken aan de Koog.

Des middags met Katrina een wandeling gemaakt, thee gedronken bij Antje Wuis en haar zoon Cornelis, aldaar Geus en Mooijen.

Katrina des avonds bij Margo Keyser, aldaar de Familie den Bleijker.

15 Mei 1876. Des namiddags Krans bij mij. Alleen Vrendenberg en vrouw hier en den avond gebleven. Zij waren zaterdag van hun reisje naar Amsterdam teruggekeerd en met genoegen. Heden ook goede berigten van Anton.

16 Mei 1876. Vandaag weder lammerenmarkt aan den Burg. Jakob Koorn vanmorgen reeds te half 4 ure in mijn tuin om de bessenboom van secreetmest te voorzien. Hij bleef doorwerken met wieden enz. tot den avond.

Vrouwtje des namiddags naar Cocksdorp (ik had haar op eene leugen betrapt en bragt haar tot erkentenis omtrent een flesch bessewijn, die ik haar onlangs had gegeven. Zij beloofde voortaan steeds waarheid te zullen spreken en daarmede zou het tusschen ons weder goed zijn).

Des namiddags met Katrina gewandeld naar 't Oude Schild ter verjaring van Janne Post, nu 26 jaar geworden.

Ik bezocht intusschen Heintje List, de vrouw van Gerrit Kuiper, onlangs van Oosterend hier heen verhuisd. Zij was ziek, aldaar haar dochter Neeltje. Zij bewonen het groote huis, vroeger door kapitein Dekker bewoond. In hetzelfde huis bezocht ik ook Hiltje Aris Eelman, vrouw van Pieter Kuitert. Aldaar Jantje Kooger, vrouw van Leendert Duinker.

Gesprek over 't schoolgaan, over de Spaarbank, waarmede zij zeer ingenomen waren, enz.

Bij Post Meester Muller aangetroffen. Post verhaalde mij vroeger, dat er sprake was van de uitgave van een Texelsch Weekblad door W. Mets en Meester Muller. Wij bespraken de groote bezwaren daaraan verbonden. Post had niet willen belooven dat hij er veel aan zou medewerken.

Katrina en ik wandelden terug. Zij vervolgens naar Margo Keyser, waar zij Jet Ensing en zuster en Lina Bok zou ontmoeten.

16 Mei 1876. Margo Keyser hier vanmiddag. Zij deelde mede dat de Americain de Bleijker in de Lindeboom ziek lag en de hulp van Ensing had ingeroepen.

17 Mei 1876. Jakob Koorn in den hoogen Esschenboom, die ik in 1860 of 61 plantte als een klein rijsje, een zware tak afgezaagd.

Des namiddags Katrina de Familie den Bleijker bezocht in de Lindeboom. De man betert langzaam, is nog zeer zwak. Zij keerde hier terug met de twee meisjes Geertruida (6) en Sara (9), die tot 's avonds 9 uur bleven, toen Katrina haar weder naar huis bragt. Lieve vroolijke kinderen, vooral de jongste die zich nogal diverteerde met spelen met den grooten doos met houten tafelservies, met den schommel, enz. De oudste zat liever met Katrina poppenkleederen te naaijen.

Zij spreeken beiden Engelsch, doch hebben de laatste zes weken ook al een klein beetje Hollandsch geleerd, vooral de oudste, die ons zeer goed verstaat en weet te antwoorden.

18 Mei 1876. Katrina des morgens naar Trijntje Bakker met Margo gewandeld.

Koud. Kagchel nog gestookt. Katrina schrijft aan Fokel te Haarlem

19 Mei 1876. Brief van Sina uit Ouddorp ontvangen met de portretten van beide kinderen.

Katrina schrijft aan Lize te Valkenburg en aan Fokel te Haarlem en gaat naar Jet Ensing die heden verjaart.

21 Mei 1876. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Bakels gepreekt aan den Burg.

Des namiddags met Katrina gewandeld buiten den Burg. Bij Troll thee gedronken.

Bij P. Koning in de Cocksdorp een pak wier besteld, 100 kilo te zenden franko Rotterdam voor Dominee Koekebakker te Ouddorp 5 gulden. Naar Amsterdam berekent hij 4,50.

22 Mei 1876. De verwer J. Dekker hier in de gang en de binnenkamer, achterkamer, trap.

Des namiddags den Heer J. de Bleijker en vrouw en 4 kinderen hier om afscheid te nemen. Zij gaan woensdag weer vertrekken over Amsterdam, enzovoort, naar Londen en vervolgens naar Amerika. Hunne kinderen heten Paulus, Sara, Geertruida en …. (de jongste een knaapje van 2 jaar ruim).

22 Mei 1876. Des avonds met Katrina naar August Keyser, aldaar jufvrouw Veenstra ontmoet uit Leijden, aldaar Albert Koning. Hij meent dat Dominee Bakels mooi praten heeft met te zeggen dat er nog eene school in Eijerland moet komen, wijl hij er zelf niet aan betaalt. Hij noemt het geldverspiling.

23 Mei 1876. De verwer als boven, in de achterkamer de gemarmerde houten haard wat bijgeschilderd en gevernist.

Des avonds Boonacker en vrouw en zuster Anna hier, terugkeerende van hun reisje.

24 Mei 1876. De verwer stelt ons teleur, door niet te komen, terwijl alles hier overhoop ligt.

25 Mei 1876. Hemelsvaartdag. Gepreekt aan den Burg alleen. Bakels nog te Haarlem.

Des namiddags Kamerdag aan de Waal. Daarna bij Boonacker.

26 Mei 1876. De verwer hier.

Des voormiddags C. Keyser hier, op reis geweest naar Amsterdam. Hij had de voortreffelijke gronden bezien die in het drooggemaakte IJ verkocht zullen worden.

27 Mei 1876. Eergisternacht, gister en vandaag een zeer verkwikkende regen, waarnaar sterk verlangd werd.

28 Mei 1876. Des morgens voor 8 uur kwam hier jufvrouw Gusta Habbema, mederijdende met haar broer, die aan den Hoorn zou preeken, reeds te half 7 van Cocksdorp gegaan. Zij hier mede ontbeten.

Ik gepreekt aan de Waal en toen spoedig terug om Habbema nog hier te ontmoeten, doch zij kwamen mij reeds tegen op terugreis. Katrina had intusschen met jufvrouw Habbema den Burg doorgewandeld enz.

Bezoeken. Bij Trijntje Bakker (Weverstraat) haar huis bezien. Met de broeders Gerrit en Cornelis de kaarten van de te veilen gronden in het IJ besproken. Zij hadden groot zin aan een koop.

29 Mei 1876. Jufvrouw Burgemeester vannacht te 2 ure overleden [verontrustend ziek, sinds 26 Mei meest buiten kennis].

Krans bij Boonacker. Wij des avonds aan de Waal gebleven. Schoone avond. Te 11 ure te huis.

30 Mei 1876. Brieven geschreven.

31 Mei 1876. Brief van Sina. Zij had een ongeluk gehad met petroleum, welks vlam haar in 't gezigt was geslagen, wenbrauwen en krullen verbrand. Zij was daarna eerst niet wel, thans weer beter.

[Zieken bezocht].

1 Juny 1876. Des namiddags met Katrina ter begrafenis van jufvrouw Keyser, weduwe Burgemeester. Zeer talrijke vergadering aldaar. Omstreeks 40 man achter het lijk. Vrendenberg deed de toespraak. Bij het heengaan nam ik nog even het woord om hulde te brengen aan de overledene, ook aan hare dienstvaardigheid (die ook ik met de mijne zoo dikwijls had ondervonden). Katrina had aangename gesprekken met Ma Boon, die haar veel vertelde van mijne vrouw, die zij zoo best had gekend.

2 Juny 1876. Katrina des namiddags naar den Hoorn om de familie Bakels, gister uit Haarlem teruggekeerd, te verwelkomen.

Vrendenberg bij mij. Mand met 11 flesschen wijn, vroeger aan Boonacker geleend, van hem terug ontvangen.

2 Juny 1876. Brief Samuel: 8 July wordt vanwege de Dierkundige Vereeniging aan den Helder een Zoölogisch Station geopend. Ik wil daar een paar dagen zeedieren gaan onderzoeken .

3 Juny 1876. Mijn 67e verjaardag (zij het een dag des heils!). Katrina vereerde mij bij haar zegenwensch een zwarte horologievestketting [brieven, bezoeken]. Briefkaart van Bakels van den Hoorn.

Ensing kan zich met de beginselen der Vereeniging tot Afschaffing van Sterken Drank niet vereenigen. Hij vondt te veel goeds in de alcoholica.

Van de week was hier de voormalige beurtschipper Dekker, mij uitnoodigende om een aandeel van 250 gulden te nemen in een benoodigd kapitaal van 13.000 gulden voor een stoombootdienst tusschen Nieuwe Diep, Texel en Harlingen. Ik beloofde geen geld, maar wel dat ik er gaarne gebruik van zou maken.

Ook ontving ik een proefnummer van de Texelsche Courant.

3 Juny 1876. Voor eenigen tijd is hier een nieuwe R.C. pastoor gekomen, die zich zeer schijnt te beijveren om de scheiding van Roomsch en Protestants meer volkomen te maken. Aan de Roomsche meid van den Heer de Holl is althans door hem verboden langer bij een protestant te dienen, zoo dat zij is heengegaan.

4 Juny 1876. Eerste Pinksterdag. Gepreekt aan den Burg.

Bezoek van Sijbrand en Cornelis Keyser om mij te feliciteren. Des avonds Vrendenberg met gelijk doel, terwijl Katrina een bezoek bragt aan zijne vrouw.

Katrina vervolgens naar Ensing om hem te raadplegen over haar arm (regter) die haar sedert een paar dagen zeer pijnlijk is (smeersel daarvoor ontvangen).

Bakels gepreekt aan Oosterend.

5 Juny 1876. Tweede Pinksterdag. Gepreekt aan de Waal. Bakels gepreekt aan Den Burg.

Bij Jan Roeper koffij gedronken. Om den harden Westenwind bewees hij mij de vriendelijkheid om mij door zijn zoon Nan met de chais te laten te huisbrengen.

Des avonds bij Vrendenberg, aldaar Jan Kalis.

6 Juny 1876. Gister bij Vrendenberg zijn boeken bezien en de meubelen die verkocht zullen worden. Vandaag Katrina op verzoek den geheelen dag bij Vrendenberg om te assisteren op den algemeenen kijkdag.

7 Juny 1876. Verkooping bij Vrendenberg [die naar Amsterdam gaat na zijn Emeritaat]. Katrina den geheelen dag aldaar tot hulpe, ik ook meest aldaar. Spiegel, stoelen, een paar porceleinen bekers, 1 flacon, 1 theestoofje, 6 stooven, enz. gekocht, benevens een partij boeken, die alle voor een spotprijs weggingen.

De vrouw van Hendrik mede daar.

8 Juny 1876. Brief van Dirk dat hij plan heeft om met zijn beide jongens omstreeks 20 Juny tot ons te komen. Ik dadelijk teruggeschreven, ook aan Samuel, dat Alida dan medekome.

Bolding brengt de nota van 't door mij gekochte, hem betaald.

Samuel zendt mij de portretjes van Alida en Johanna.

Fokel hier, zij en Bakels hier boterham gegeten. Katrina en zij vooraf geweest met haar naar Westenberg, aldaar de Engelsche dame van Herman. Katrina naar Troll.

10 Juny 1876. De papieren, die ik als Secretaris van 't Bijbelgenootschap Texel van Vrendenberg overgenomen had en die ik vermist waande, in mijn secretaire teruggevonden. Ik had geheel vergeten dat ik ze daarin gelegd had. Die slapheid van geheugen hindert mij zeer.

11 Juny 1876. Boonacker was met Mets naar 't Oude Schild om daar te preeken voor Post, die gisteravond om de ongesteldheid van zijn dochtertje vroeger te huis gekomen was.

Afscheid van Bakels aan den Hoorn.

Boonacker zelf had de hand verstuikt l.l. donderdag bij het zullen afrijden met familie van Cocksdorp, door tegen een paal te rijden en daarbij uit den wagen te storten.

11 Juny 1876. Naar den Hoorn, bij Bakels thee gedronken. Hij was met een wagen verhuisboedel naar de Waal.

12 juny 1876. Met Boonacker en Vrendenberg naar den Hoorn, waar Vrendenberg moest zijn bij eene vergadering tot het Beroepen van Dominee Roggen. Wij bij Bakels thee gedronken. Hij zelf was echter niet thuis maar met een wagen verhuisboedel naar de Waal. Fokel had Dominee Roggen te Amersfoort leeren kennen maar had daar ook nog al kwade gerugten van hem gehoord, waar Vrendenberg zeer naar luisterde, doch Fokel wist niet of zij grond hadden.

13 Juny 1876. Herman Westenberg hier met zijn meisje die niet ander dan Engelsch spreekt, zoodat hij onophoudelijk voor tolk moest spelen. Toen Katrina te huis kwam wist deze zich met haar nogal goed te onderhouden. Wij hadden intusschen de tuin, de kerk en in huis ons Album in den achterkamer bezien.

Katrina kwam juist van Margo Keyser waar eene Duitsche dame met haar dochter gelogeerd is, met wie zij Duitsch had moeten spreken.

Wij beiden daarna naar Dominee Vrendenberg en de jufvrouw gefeliciteerd met haar 65ste verjaardag. Zij hadden dien dag van alle de kinderen (behalve Anton) gunstige berigten ontvangen.

Katrina en ik in 't Park gewandeld.

14 Juny 1876. Hier Anna Boonacker, Jan Timmer, Margo Keyser met Frau Rubens en dochter. Daarna Doctor Ensing hier.

14 Junij 1876. Gesproken over het faillissement van den Heer B. Voûte getrouwd aan Emilie Bok. Het treurige van die geschiedenis, de vrouw wist nergens van. Er was niets aan huis, zoodat de broeders haar onmiddellijk met geld moesten ondersteunen. Voûte kon anders op een jaarlijkschen ontvangst van 20.000 van zijn kantoor rekenen. Hij handelde met zijn neef in verfwaren in alle oorden der wereld, maar had buiten hem om in petroleum gespeculeerd. Hij was nu voortvlugtig, evenals Eduard Bok. Deze zou naar de Transvaal op reis zijn, had met zijn windhandel onlangs nog 20 (of 75)000 guldens gewonnen, maar was nu steeds overmoediger geworden en had nu alles verloren. De Heer Korthals met wien alleen hij van doen had had hem de geheele schuld willen kwijtschelden, maar hij wilde niet terugkeeren. De toestand der familie Bok was allertreurigst. Bruno Bok ook zeer gedrukt, bevreesd dat zijn crediet er ook onder zou lijden. Pauline woont nu bij Emilie. Voûte leefde zeer weelderig, kwam steeds met rijtuig visites maken bij zijn broers en zusters.

Des avonds de Heer Grootes van Westzaan hier, bragt de groeten van zijne beminde Mijntje de Jong. Den ganschen avond druk gesprek over Westzaan en de kennissen aldaar. Over zijn handel in blaauwsel en chocolade. Zijn oom Cornelis Grootes maalde vroeger veel witte klei voor de bakkers tot broodvervalsching, maar nu niet meer.

Hij kwam doorgaans een viermaal in 't jaar hier bij de winkels rond.

[Ali: Den Heer Voute, getrouwd met Emilie Bok, is failliet, voortvluchtig, had in petroleum gespeculeerd. Eduard Bok was naar Transvaal].

15 Juny 1876. Katrina des voormiddags met 't prachtige weder met breiwerk naar 't Park.

Klaas Brouwer hier, berigtende de bevalling van zijne dochter Geertje van eene dochter Maria Nans Bremer.

16 Juny 1876. Des namiddags hier de Ringsvergadering gehouden, tevens een afscheid aan Dominee Vrendenberg. Aanwezig Vrendenberg en vrouw en Cornelis, Boonacker en vrouw en zuster Anna, Habbema en zuster Gusta, Post, Bakels en vrouw en zuster Let.

Wij waren 14 personen. Den avond genoeglijk doorgebragt. In de kerk het orgel bezien, Bakels een tijdlang daarop gespeeld.

Aan tafel ik het woord tot Vrendenberg gericht en daarna tot zijne vrouw. Hij beantwoordde mij hartelijk. Bakels voerde het woord tot hem en mij en Katrina, als die altijd hulpvaardig in dit en in ieder huis vreugde verspreidt om zich.

Wij scheidden te 1 ure. Habbema en zuster en Anna Boonacker bleven hier logeren.

18 Juny 1876. Zondag. Avondmaalbediening te Oosterend.

Met P. Eelman en vrouw medegegaan naar Bargen (op uitnoodiging), aldaar koffij gedronken en brood met thee gebruikt. Naar Cornelis Mantje, aldaar familie, ook Arie Jansz Eelman met wien en anderen ik vrij wat gesprek had, onder andere over Amerika. Zijn broeder Aris aldaar. Hij had den post van Gemeenteontvanger, hem daar met 7/8 der stemmen aangeboden, niet aangenomen om de groote moeijelijkheden daaraan verbonden.

Op de vraag hoe het met mijne kinderen ging, liet ik de portretten der kleinkinderen met welgevallen bezigtigen.

Met P. Eelman naar den dijk om een blik te werpen in den nieuw ingedijkte polder en het begonnen graafwerk aldaar. Na de koffij bragt Eelman mij met zijn wagen thuis.

Katrina weer wat beter. Margo Keyser aldaar, ook Pieter Boon, die blijft tot 10 uur.

19 Juny 1876. Krans bij Vrendenberg.

Bakels was er niet omdat deze vandaag met zijn verhuisboedel naar de Waal overging. Gister had hij zijn afscheid gepredikt, waar echter geen der collega's had kunnen tegenwoordig zijn.

Daar kwam ook tot mijne verrassing Dominee Gillot predikant te Petersburg, die met vrouw en 2 dochters bij Loman gelogeerd was. [Vele verhalen uit Petersburg. Kooplieden in linnen uit Vriezenveen, die depots hadden gevestigd in Petersburg, bouwden daar een protestantsch kerkje. 4 pagina's over Rusland].

Ik des avonds nog even bij Timmer om hem te zeggen dat Dirk met familie donderdag met hem medekwam.

20 Juny 1876. Katrina met Margo en hare Duitsche logées naar Brakenstein.

Katrina en ik des avonds naar de Waal de familie Bakels aldaar verwelkomd in haar nieuwe woning. Blijven boterham eten. Bakels en vrouw niet regt vlug door een slapeloze nacht om Susanna die ongesteld was. Gesprek over de vervulling der predikbeurten aan den Hoorn waartoe de Kerkeraad aldaar ook mijne hulp wil inroepen.

21 Juny 1876. Wederom zeer warm weder.

Des namiddags Margo Keyser met haar Duitsche logees bij Katrina.

22 Juny 1876. Des morgens telegram van Dirk uit Harlingen dat hij te 11 of 12 ure des middags in de Texelsche haven dacht te zijn. Ik toen overal geloopen om een rijtuig, doch tevergeefs. Tegen 11 ure naar 't Oude Schild. Aan de haven komende vond ik daar Dirk met zijn 2 zoontjes en Johanna, pas met Timmer gearriveerd. 't Was nog ruim tijd om plaats te nemen in de diligence, waarmede wij naar huis reden.

De kinderen zien er best uit, ook Dirk, doch hij heeft dikwijls last van Rheumatische aandoeningen, waarom hij hier het zeebad wil gebruiken, dat hem reeds in 't vorig jaar in korten tijd zoo goede diensten deed. Hij gaat vrijwel elken dag naar de Koog, steeds roemt hij de heilzame werking van het zeebad op zijn gestel, zoo dat hij zich er den geheelen dag frisch van gevoelt en des nachts een verkwikkelijken slaap geniet.

23 Juny 1876. Dirk c.s. hier. Hij des voormiddags naar de Koog.

Ik tegen de avond even naar Loman om aldaar de familie Gillot te ontmoeten. Zij waren niet thuis. Bij de Heer de Holl, aldaar zijne schoonouders, Dominee Trolmer [Folmer] en vrouw van Opperdoes. Ondanks zijn hoogen leeftijd doet hij zijn werk nog steeds met lust. Hij zegt: de bevolking [daar] achterlijk, eigenaardige kleederdragt, zeden en gebruiken.

Aldaar Doctor Ensing ontmoet, pas teruggekeerd van de Vergadering der Maatschappij van Geneeskunde te Haarlem.

24 Juny 1876. Dirk naar de Koog. Des namiddags Doctor Ensing hier.

25 Juny 1876. Zondag. Dirk des voormiddags naar de Koog, ik naar de Waal.

Bij Dominee Bakels, met hem naar de kerk, afgesproken dat op eerstkomende zondag de Godsdienstoefening aan den Burg zal stilstaan om het afscheid van Dominee Vrendenberg.

Bakels doet zijne Intreerede (ruim 200 toehoorders) over Mattheus 7.21: "Niet een iegelijk die tot mij zegt Heere, Heere, zal ingaan in het Koninkrijk der Heere", enz. Hij sprak over de betrekking tot de Gemeente, zooals zij tot dusver bestond maar nu veranderd was. Voorts over de Godsdienst die hij gepredikt had en wilde voortgaan te prediken.Waarin men de ware Godsdienst had te stellen naar den tekst, in beoefening van de wil van God. Hoe deze alleen de heerlijkste uitkomst verzekerd. Welke dan nu ook nevens zijne eigene, de verpligtingen der Gemeente waren, waarbij getrouw kerkbezoek bijzonder aangedrongen werd, maar bovenal het Christelijk leven.

Hij eindigde met toespraken aan Gemeente, Kerkeraad en mij. Hij zeide dat hij wel in naam nevens mij, maar in waarheid onder mij stond in kennis en ervaring. Na afloop voor de predikstoel in 't midden des Kerkeraads sprak ik hem heilwenschende toe. Ik dronk bij hem koffij. Tegen 7 uur met Jakob Roeper en vrouw terug naar de Waal gereden en bij Bakels den avond genoeglijk doorgebragt met de Diakens en vrouwen. Afwezig waren Cornelis Keyser (op reis), Pieter Boon (koe ziek) en Sijbrand Dijksen en vrouw die bedankt hadden. Wij scheidden te ruim 1 ure.

26 Juny 1876. Vandaag Reünie van de collega's bij Bakels tegen 12 uur des middags. Katrina met de familie Post en Vrendenberg daarheengereden. Ik later tegen half 3 met Dirk die vooraf naar de Koog was geweest, daarheen gewandeld. Het gezelschap bestond uit Bakels, vrouw en zuster Letta, Vrendenberg en vrouw en zoon Cornelis, Boonacker en vrouw en zuster Anna, De Lang en vrouw en kind, Habbema en Allen, Post en vrouw en kind, Katrina, Dirk en ik. Wij bragten de dag genoeglijk door. Toast van Bakels op Vrendenberg en mij, van Vrendenberg op Bakels. Van mij herinnering van al wat deze pastorij voor mij geweest was en wat ik er ook van verwachtte. Te 9 ure keerden wij naar huis.

[Ali: De kinderen hadden van de week veel pret op de kermis, vooral Jakob. Johan wilde altijd wel graag thuis blijven. Zij vermaken zich met allerlei oud en nieuw speelgoed].

27 Juny 1876. Dirk naar de Koog.

Katrina des avonds met Margo enz over de kermis.

28 Juny 1876. Dirk naar de Koog over de Waal, Bakels afgehaald met een tentje tot beschutting op het strand. Steeds roemt hij de heilzame werking van het zeebad op zijn gestel, zoodat hij zich er den geheelen dag frisch van gevoelt en des nachts een verkwikkelijken slaap geniet.

't Is alle dagen overheerlijk schoon en zeer warm weder.

Cornelis Vrendenberg hier van voormiddag geweest om afscheid te nemen.

Des namiddags Dirk met Jakob naar de Zandkuil te graven.

Bakels en vrouw en zuster en 3 kinderen en Anna Boonacker hier om de kermis te bezoeken, tegen de avond weer vertrokken.

Vervolgens Margo Keyser hier met Frau Rubens, deze om afscheid te nemen, gaat morgen naar Elbersfeld terug. Gesprek over kermissen, bedelarij, spaarbanken, over onze schoolspaarbank en het goed gebruik dat daarvan wordt gemaakt enz.

Omstreeks 8 uur ontvangen wij een telegram van den Helder van neef Egge J. Huizinga, dat hij met gezelschap morgen met de eerste boot wil overkomen.

29 Juny 1876. Ik des morgens met Jakob uitgeloopen om de neven af te halen van de diligence, maar zij waren niet gekomen. Intusschen gezien hoe de kermis was zamengesteld, niet veel bijzonders. Fraaije groote draaimolen, die het zeer druk heeft, groote Tent van Hart Reus en diverse krachtmeters, gebogen spiegels enz.

Tegen de middag er weer op uitgegaan, nu kwamen zij (met de tweede boot) met de wagen van Auke de Wijn. Het waren Egge Jurjens Huizinga van Zeerijp, Fiepke en Pieter Luits Coolman van Leermens, Pieter Jurjens Venhuis van Zijldijk en Cornelis Bouwman van Amsterdam. Wij na de koffij eerst in de Lindeboom logement besteld, wat zeer goed verkrijgbaar was, daarna het dorp doorwandeld.

Na het middagmaal uitgewandeld. Twee hunner verkozen met Katrina en Anna Boonacker het concert van Sempru Crescendo en van Polak in het Park bij te wonen.

De anderen wilden liever met mij een wandeling maken om wat van het eiland te zien. Wij wandelden naar de Driesprong bij den nieuwen polder het Noorden, waar thans de bodem van kanalen en wegen wordt voorzien.

Wij reden terug naar huis met Ran, die van de vergadering van 't Dijksbestuur van Walenburg kwam en niet zeer gesticht was over Simon Keyser Dijkgraaf, die altijd zijn zin wilde hebben. Hij verhaalde van de schilpvisscherij van Texel, die thans niets meer waardig was, sedert men de kunst had uitgevonden om van puin, goede en zeer goede kalk te fabriceren. Hij zelf liet dan ook niet meer visschen, 't Ging er mee zooals de Meekrap, die ook niet meer getrokken werd.

Wij met elkander thee gedronken, ook die bij het concert waren geweest, dat echter niet bijzonder voldaan had. Er was veel volk in 't Park, ja de geheele Burg was vol kermisbezoekers.

Met elkander eenigen tijd aan 't Geslachtboek gewerkt. Omstreeks half 12 bragt ik hen naar hun logement de Lindeboom, waar zij trots de dansmuzijk hoopten te slapen. Zij wilden morgen met de tweede boot vertrekken.

29 juny 1876. Dominee Bakels en vrouw bij ons een korten tijd.

30 Juny 1876. Dirk naar de Koog. Des avonds met Dirk gewandeld.

30 juny 1876. Bakels hier even geweest komende van den Hoorn. Anna Boonacker met hem vertrokken.

1 July 1876. Dirk naar de Koog. Met den middag begon het te regenen, een weinig, terwijl er veel verlangd wordt.

De kinderen hadden van de week veel pret op de Kermis, vooral Jakob. Johan wil altijd wel gaarne te huis blijven. Beide nogtans zijn zeer vlug en levendig en vermaken zich met allerlei oud en nieuw speelgoed.

Boetje van Harlingen was des morgens van Haarlem op Texel gekomen, bij Loman.

1 july 1876. Bakels hier om de proponent Van Cleeff af te halen die morgen aan den Hoorn op 't beroep zal preeken.

2 July 1876. Zondag. Bakels preekt voor mij te Oosterend. Ik met Katrina ter kerk bij Dominee Vrendenberg, die in de Hervormde kerk zijn afscheid preekt voor een zeer talrijke vergadering, zoodat velen zich met een staanplaats moesten vergenoegen. Veel Doopsgezinden.

Vrendenberg preekte Ezech. 7.2 b "Het einde is er". Alles is aan wisseling onderworpen in het menschenleven. 43 jaar had hij hier als Evangelisch dienaar werkzaam geweest en nu was het woord van de tekst op hem als zoodanig toepasselijk. Hij eindigde met hartelijke toespraken aan het plaatselijk bestuur, aan zijne amptbroeders.

Daarna richtte hij een treffend woord tot mij. Wij hadden elkaar in velerlei omstandigheden bij een onafgebroken vriendschappelijke omgang van 32 jaren gesteund en gesterkt. Wij zouden steeds nauw verbonden blijven.

In de kerkekamer sprak ik mijn diep gevoel voor hem uit. Op zijn dringende uitnoodiging bleven wij, de collega's en vrouwen enz, bij hem koffijdrinken, aldaar de oudere en de jongere Hendrik Vrendenberg. De jongere zeide, dat op den Helder 't onderwijs van den Heer Hissink aan zijn zoon Cornelis hem zeer goed voldeed. Hij praefereerde 't boven dat van een R.H.B.S.

3 July 1876. Krans bij Boonacker, aldaar ook Bakels en vrouw. Post en ik gingen zien of Vrendenberg nog medeging naar de Waal, maar hij had het met vrouw en broeder te druk met inpakken.

3 july 1876. In onze Kerk speelde Bakels op het orgel.

5 July 1876. Brieven geschreven naar Samuel en broeder Juriaan dat wij dingsdag op reis denken te gaan.

Des namiddags Dirk en ik naar dominee Post aan 't Oude Schild. Post doet mij opmerken dat het niet zijn kan, dat de Directie van de stoomboot Ada de eischen van het Gemeentebestuur aan haar gedaan, inwilligt. Zij zou dan eenige duizenden guldens moeten opofferen door eene dubbele bemanning.

6 July 1876. Katrina 30 jaar geworden, bezoek Margo Keyser en de dames Veenstra uit Leijden, Jans Brouwer, Marretje Kuiper, 's avonds Bakels, Fokel, Let Bakels, Boonacker en vrouw en zuster.

Des voormiddags Vrendenberg en vrouw hier afscheid genomen, koffij gedronken, om 's namiddags met de boot naar 't Nieuwe Diep te vertrekken, door P. Koorn weggebragt.

7 July 1876. Dirk naar de Koog [elke ochtend] Brief van Menno met 100 gulden voor rente.

8 July 1876. Des avonds Doctor Ensing bij Dirk.

L.l. zondagavond de diakens van den Hoorn Jakob Duinker en P. Visser met Dominee Bakels hier om over de Hoornsche Gemeente te spreken. Van Cleeff is beroepen, had algemeen best voldaan. Echter moest inmiddels in de predikdienst voorzien worden. Zij werd aan Bakels en mij opgedragen tegen 10 gulden per beurt en rijden voor rekening der Gemeente.

9 July 1876. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Bakels en Boonacker hier, elk om aan den Burg te preeken. Bakels daarna naar den Hoorn.

10 July 1876. Dirk naar de Koog, doch eenige koude gevat.

Ik des morgens van 5 ure af werkzaam om den tuin in staat te brengen mijn afzijn van enkele weken te verdragen. Voorts koffers gepakt.

11 July 1876. De Heer Jan van Dunné sprak met groote afkeuring van Voûte. Hij was altijd een scharrelaar geweest. Hij verdiende anders jaarlijks 13.000 gulden. Hij had Eduard soms ernstig gewaarschuwd en tot een rustig leven vermaand.

11 July 1876. [De hele familie naar Harlingen naar Menno, Guurt en het kindje, in het nieuwe huis van 450 gulden huur. 12 July naar Samuel, 15 July Groningen, broeder Juriaan, 19 July Winschoten, 20 July Dirk en Familie De Cock HUWELIJK in Winschoten. Verder langs familie in Hoogezand-Winschoten-Zeerijp-Grijpskerk-Leeuwarden-Harlingen-Texel. Katrina blijft in Grijpskerk achter, Willemina Juriaans Huizinga mee naar Texel].

17 July 1876. Bezoek aan tante Gé. Zij interesseerde zich niet bijzonder voor de oude kennissen op Texel. Later kwam haar moeder, de oude mevrouw van Giffen, 77 jaar, gebruikte nog nooit een bril, is vrij gezond, behalve gedurige hoofdpijn.

10 Augustus 1876. Om half 4 des morgens door Timmer wakker gescheld, om half 6 vertrokken, half 12 op Texel.

11 Augustus 1876. Te Burg op Texel. Brief van Katrina te Grijpskerk.

Willemien heeft reeds goed kennis gemaakt met de meisjes van Sijbrand Keyser e.a.

13 Augustus 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg voor 200 en daarna aan den Hoorn voor 19 menschen.

Aan den Hoorn even Meester Hillenius bezocht.

Des avonds bij den Heer Westenberg, hem gefeliciteerd met de benoeming van zijn zoon Willem als notaris te Sas van Gent, waarin hij zich hoog gelukkig acht, wijl er nog wel 800 candidaat-notarissen rondloopen en daarbij velen reeds meer dan 20 jaar.

Ik dronk bij hem een glas wijn op zijn koepel. Zijn vrouw is op reis naar Kikkert te Maarssen.

14 Augustus 1876. Uitvoerige brief van Manna uit Groningen, gister ontvangen.

Des namiddags met Willemina naar de Waal, Krans bij Bakels, aldaar zijne moeder en zuster Mina. Wij in den tuin gezeten, zeer warme dag, 83 graden bij De Holl (bij mij 25,5 Celsius).

Op weg sprak ik Simon Koning over de stoelen waarvoor hij mij het geld niet kwam brengen, wat hij zeide aan zijne vrouw opgedragen te hebben.

Bij Bakels c.s. veel verhaald van mijne reis en ontmoetingen, ook van de reis van Dirk en Manna.

15 Augustus 1876. Brief van Sina en Koekebakker van Ouddorp. Den brief van Manna beantwoord, zoo ook de brief van Sina. Bij dit laatste antwoord den brief van Manna en een paar brieven van Katrina ter lezing ingesloten.

Boonacker en Lize hier koffij gedronken, keerende van hun uitstapje naar Wieringen, waar Boonacker l.l. zondag had gepreekt. De reis naar Wieringen was zeer slecht bevallen, 13 uren onderweg. Op de weeromreis ging het beter.

Zij verheugden zich dat mijne pastorij weer open was en dat Katrina spoedig zou weerkomen.

Des avonds de brieven op de post gebragt. Een tijdlang staan praten met Sijbrand Jansz Keyser en Jakob Kooiman, over mijn reizen en ontmoetingen, over de hitte des daags en de stand der veldgewassen, over de opvoeding van Pieter. Glijnis was blijde dat hij van school af was. Hij zou nu vervolgens nog wat Fransche lessen hebben van Verberne. Kooiman meende dat Glijnis hem niet lijden mogt.

16 Augustus 1876. Wederom zeer warme dag. Tuinarbeid.

Margo Keyser gaat morgen voor 3 weken naar Elberfeldt. Zij hoopt Katrina bij aankomst nog te zien.

't Is thans 29 Augustus. Ik zal rachten nog het een en ander uit de laatste dagen uit mijne herinneringen hier op te teekenen.

17 Augustus 1876. Samuel met Alida en Katrina, na een voorspoedige zeereis te half 12 in de haven, met de diligence hier gekomen in de beste elstand, behalve dat Katrina nogal met zeeziekte te strijden had gehad. Zij was dienvolgens ook een paar dagen later nog niet regt wel. [Ali: Des nachts hadden zij bij Menno gelogeerd].

18 Augustus 1876. Samuel, Alida, Willemina hier. Des namiddags bezoek van Bakels en vrouw en zuster Mina en Boonacker en vrouw.

19 Augustus 1876. Samuel des morgens vroeg naar den Helder, waar hij werkzaam was in 't Zoölogisch Station. Ook op 21 en 22 Augustus 1876.

20 Augustus 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg en aan den Hoorn.

Des avonds bij den Heer Dijt pianospel en zang van zijne dochter c.s. gehoord. Het gebruik der Honingpers verzocht. Jan Timmer hier.

21 Augustus 1876. Gedenkdag voor mij. Krans bij mij.

23 Augustus 1876. Samuel des morgens vroeg met Jan Timmer op een botanische togt naar 't Hoornder Vlak en de Westen.

Des avonds Samuel en Katrina en ik naar Boonacker. Aldaar de avond gepasseerd met Bakels en vrouw en moeder en zuster Mina en logé Hartman.

25 Augustus 1876. Familie en vrienden met rijtuig van J.C. Bakker een togt naar de Vuurtoren, zij half 6 weer te huis. Bij Habbema en moeder en zuster koffijgedronken. Te half 6 thuis, toen het middagmaal. Ik intusschen brieven geschreven.

26 Augustus 1876. Samuel vertrekt met Alida des morgens vroeg naar Ouddorp. Hem en haar met veel genoegen hier gehad.

27 Augustus 1876. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Bakels gepreekt aan den Burg.

Katrina des middags met Bakels, van den Hoorn komende, meegereden naar de Waal,waar wij den avond zouden doorbrengen. Het ongure weder belette mij nogtans des avonds haar derwaarts te volgen. Zij bleef dien nacht bij Boonacker logeren.

Ik hield mij intuschen (meer/maar naar mijn zin) bezig met lezen en briefschrijven en met Willemina, die Immetje Mentz bij zich had. Comedie vertoond enz.

28 Augustus 1876. Katrina des morgens weergekomen. Jan Knol (van Haarsteeg) hier.

Des namiddags naar de Krans bij Boonacker. Aldaar Bakels en familie.

Des avonds onder aanhoudende regen terug.

29 Augustus 1876. De geheel dag regenbuijen en veel harde wind.

De 4 eerste dagender vorige week 134 pond bessen met de Honigpers uitgedrukt voor sap en wijn (en geconfijte bessen), waartoe gezamenlijk 52 pond suiker gebruikt. De kinderen van Van Doorn hielpen eenige uren van den dag plukken. Nog blijft er voor dagelijks gebruik voorraad in den tuin. Met de vroege peeren is het zoo goed als gedaan.

De ooijevaars werden op zaterdag den 26ste nog op hun nest gezien, later niet meer.

Samuels koffer met Timmer naar Leeuwarden gezonden.

Laatstleden vrijdag bij 't beproeven der Reddingsboot op 't Kooger strand is de bootsman P. de Waard van Oude Schild jammerlijk verdronken.

31 Augustus 1876. Des namiddags Kerkeraadsvergadering aan de Waal, aldaar gebleven bij Bakels (aldaar Sijbrand C. Keyser, mevrouw Bakels en Mina) met Katrina die ook gekomen was.

2 September 1876. Moeder en zuster van Bakels keeren naar Haarlem terug.

3 September 1876. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Bakels gepreekt aan den Burg.

4 September 1876. Huisbezoek begonnen aan de Waal in Tienhoven bij R. Eelman. Te 2 ure bij Fokel gegeten (Bakels Huisbezoek doende aan den Burg, bij Katrina).

5 September 1876. Huisbezoek aan de Waal begonnen bij Herman Roeper, des avonds geëindigd bij Frans Koorn.

6 September 1876. Veetentoonstelling aan den Burg onder aanhoudende regen, die soms bij stroomen vloeijde. Bakels en Fokel en Herman hier den dag doorgebragt. Bakels vertrok des namiddags met de diligence op reis naar naar Zaandam ter bijwoning der Vergadering van 't Emeritaatsfonds.

7 September 1876. De regen belet dat ik mijn huisbezoek voortzet.

10 September 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg (190) en den Hoorn (19). Bakels gepreekt te Oosterend.

Katrina des avonds bij Marretje Keyser-Kuiper. Brieven geschreven.

Willemina wandelt meest alle dagen met Immetje Mentz en Marie Koning, die ook dagelijks hier komen. Zij verveelt zich soms wel veel, daar zij weinig weet te doen en in weinig dingen lust heeft.

11 September 1876. Huisbezoek met rijtuig van Jan C. Bakker op Oost enz.

(Hedenavond onlusten te Amsterdam, Kermis).

12 September 1876. Huisbezoek te Nieuwe Schild, voorts te Oosterend.

Jan Albertsz Bakker reed van Oosterend, waar ik hem aantrof bij Willem Arisz Eelman, jarig, met de wagen van Martinus Bakker mee naar de Waal. Erg regenachtig weer.

Van de Waal liep hij, tegen de regen beschut met mijn jas en parapluie.

Katrina was des namiddags met Willemina naar de Waal gewandeld. Zij beiden met Lize Boonacker met mij terug gereden naar den Burg.

Bakels Huisbezoek aan den Burg, bij Katrina gegeten.

13 september 1876. Idem. Des avonds kwam ook Fokel van de Waal. Bakels hier met beide vrouwen [Fokel en Lize Boonacker] vertrokken.

14 September 1876. [Ali: Katrina gaat Willemina naar Harlingen brengen. Guurt heeft rust nodig, verlangt dat Katrina daar blijft, telegrafeert, waarop ik weder telegrafeer dat zij naar omstandigheden handelen moet.

Dirk en Manna waren daar de 15e ook].

Katrina des morgens half 7 met Willemina vertrokken naar Oude Schild met de diligence om met Timmer naar Harlingen te varen, waar Willemina op 't spoor zal gaan naar Groningen. Het is den geheelen dag mooi weer, een weinig regen maar stil.

15 September 1876. Katrina telegrafeert des morgens 8 uur dat zij gister 2 uur is aangekomen. Beste zeereis. Guurt heeft rust noodig en verlangt dat zij blijft, waarop ik weder telegrafeer dat zij naar omstandigheden handelen moet.

Bakels Huisbezoek aan den Burg. Gister en vandaag hij aan de Waal middagmaal.

16 September 1876. Des middags briefkaart van Katrina, Guurt nog steeds bedlegerig. Zij dient dus wel te blijven tot adsistentie.

Naaimaciene uit Amsterdam terug ontvangen 3,45 gulden kosten.

17 September 1876. Zondag. Des morgens aan den Burg gepreekt. Des middags half 1 ben ik door Bakels, Fokel, Lize met Jan Duinker met rijtuig afgehaald en naar den Hoorn gereden. Te 2 ure Dominee van Eerde horen prediken tot Intree [hervormd]. Na de preek het middagmaal gebruikt volgens gewoonte. Van Eerde gulle, vroolijke gastheer. Habbema gedacht de afwezigen, Janne Post en mijn Katrina.

Tegen 6 of 7 uur vertrokken wij na het thee drinken. Maarten Daalder was zo vriendelijk mij en Bakels en Boonacker te laten te huis brengen met de wagen. Het was inmiddels sterk beginnen te regenen, een onweder kwam op, dat heftig werd zoo dat men bij mijn huis een tijdlang moest blijven wachten. De anderen waren met andere rij-gelegenheid vertrokken.

18 September 1876. Vannacht zwaar onweer. Een paard van A. Kievit, een schaap en een huis (in Walenburg) getroffen. Des voormiddags Bakels hier koffij gedronken. Hij daarna eenige gemeenteleden bezocht. Hij hier te 3 ure gegeten.

Krans bij mij. Van Eerde wil meedoen in 't Leesgezelschap en de Krans.

Des avonds Nutsvergadering. Ensing treedt op als praesident voor De Holl. Ensing wordt secretaris.

Ik neem de Redevoering voor October op mij. Veel gesprek over het Gymnastie-onderwijs met Troll. Deze had verslag uitgebragt van de Algemene Vergadering te Amsterdam. Brouwer treedt af als Secretaris. Als aankomend lid van 't Bestuur wordt Bakels benoemd.

19 September 1876. Schoone dag. Met Mart Bakker uitgereden naar 't Spang. Huisbezoek. Pieter Roeper weet zich niet te vinden in 't al of niet geloven in den Bijbel.

Bij Albert de Boer 7 kinderen, de vrouw zwak, koortsig.

Bij Cornelis Mantje koffij gedronken. De vrouw heeft geen meid en een der kinderen heeft toevallen. Zij kan daardoor moeijelijk ter kerk komen.

Pieter Hillenius wil nog lid blijven aan den Hoorn.

Bij Aafje Dekker ten huize van P. Verberne. Deze en zijn vrouw waren zeer vriendelijk. Wij moesten er blijven theedrinken. Aldaar ontmoet …. Bakker, wiens huis dezer dagen door de bliksem getroffen was. Gesprek over de Transvaal enz.

Van Sijbrand Koning te 7 ure terug gereden.

20 September 1876. Brief geschreven naar Katrina te Harlingen. Ik raad haar aan om daar alles hier wel is, nog eene week uit te blijven als 't haar tot genoegen is.

Des avonds Boonacker hier en Lize en Fokel en Bakels. Bij hem was Wieringa vandaag geweest. Hij vertrekt morgen weer.

21 September 1876. Des morgens te 9 ure uitgereden met Mart Bakker naar Eijerland. Huisbezoek. Dirk List (op Padang), de vrouw van Boonakker (hij verheugde zich mij brood met versche honig te kunnen voorzetten. Zijne meeste kinderen zijn de deur uit. Theunis is als onderwijzerskweekeling te Zegwaard, maar dit kost hem nog wel 100 gulden in 't jaar, die van zijn tractement van 500 afmoeten, voor kleeding, boeken enz).

21 September 1876. Arnoud Langeveld moet, niet zonder leedwezen voorzeker, zien [hoe] hun kinderen genoodzaakt [zijn] plaats te nemen in de stand van arbeiders.

Anna Daalder heeft vreeselijk geleden aan haar hand. Een vinger diende noodzakelijk afgezet te worden. 't Is ontstaan door het hechten van een stiekeltje in de vinger wat tot eene schroomelijke opzwelling leidde.

Bij Etje Leijen en haar man thee gedronken. Zij is zeer gelukkig met haar kind. Ik moest haar fraaij gemeubileerde woning zien.

Bij Albert Boon trof ik de man niet thuis, maar de vrouw en Neeltje en Jakob (ik had vernomen dat Jakobs gedrag soms nog vrij wat te wenschen overlaat). Ik hield daar eene uitvoerige toespraak die wel berekend was om op zijn hart invloed te maken. Zijne betuigingen van goede gezindheid waren voldoende.

Te Cocksdorp bij Aafje Buijs (thee gedronken met brood).

De herbergier Jakob Buijs had in lang geen brief van Marijtje uit Amerika gehad, maar toch vernomen dat het haar goed ging met haar gezin, dat zij nu een kleine boerderij hadden.

Half 7 reden wij terug en waren te 8 ure te huis. Des avonds Bakels nog even hier.

Briefje van Katrina van 't Hoogezand, waarheen zij zich dingsdag begeven had, echter met het plan om toch eerstkomende zaterdag weer te huis te zijn.

22 September 1876. Des voormiddags Bakels hier koffij gedronken en des middags gegeten, terwijl hij vooraf en daarna eenige bezoeken afleidde. Gesproken over het afgeven van attestatiën, ook aan hen die ze niet begeeren wijl zij geen prijs stellen op den Christennaam. Hij oordeelt dat dezulken als Dirk enz nog wel, ondanks henzelven, tot de groote cyclus der Christenen mogen gerekend worden, wijl zij toch altijd toonen prijs te stellen op hooger leven. Steeds naar hooger streven, naar meerder waarheid en gelukzaligheid. Ik wil dat denkbeeld gaarne plaats geven, maar meen dat de Christennaam nog iets meer vordert.

23 September 1876. Brief geschreven aan Samuel die morgen verjaart.

Nog 15 pond roode bessen tot 10 flesschen bessennat gemaakt, wijl zij anders aan de boomen vergaan.

Brief aan Samuel: Ten aanzien van de conversatie zullen wij aan den Hoorn volstrekt niet verloren hebben .

24 September 1876. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Daarna huisbezoek gedaan.

Bij Aagje Timmer sprak ik haar 89-jarige vader op zijn ziekbed toe. Zijn zoon Sijbrand wijt zich geheel aan zijne verpleging.

Bij Trijntje G. Boon vond ik de meening dat zij alle hare verpligtingen zoo goed mogelijk vervulde en dat er dus niet meer van haar gevorderd kon worden. Met dat al scheen de kinderopvoeding daar nog al wat te wenschen over te laten. Zij klaagde dat zij met hare manufacturenventerij zoo goed als niets verdiende en wilde gaarne, zoo als haar broeder en haar zuster, in een water en vuurstand aan 't Nieuwe Diep overgaan.

De man van Trijntje Eelman (Van der Vis) klaagde ook over te weinig verdienste, wijl er werkgebrek was, terwijl hij ook alle landwerk niet kan verrigten.

Willem Klaasz Bakker beklaagd zich dat zijn krankzinnige tante Neeltje nog altijd ten laste der familie bleef.

Bakels en vrouw dronken te mijnen huize koffij.

Van namiddag en avond weer sterke regens.

25 September 1876. Des voormiddags Bakels hier om zijn Huisbezoek aan den Burg te vervolgen.

Jan Timmer en Pieter Koning hier om afscheid te nemen daar zij morgen weer gaan vertrekken. De eerste na 4 maanden (werkzame) vacantie genomen te hebben naar Leijden, Pieter Koning naar Heusden bij de Rector van 't Gymnasium. Ik raadde deze ernstig aan om ook Godsdienstig onderwijs te zoeken.

Dit gaf aanleiding tot een ernstig Godsdienstig gesprek met Jan Timmer, die aan Godsdienst en Vroomheid een afzonderlijk bestaan meende te kunnen toekennen. Voorts over 't hoog belang van de overtuiging van ons voortbestaan na den dood, wat hij meende niet te kunnen aannemen, schoon hij erkende dat het daarom voor anderen zeer aannemelijk kon zijn. Ik sprak van de vastheid mijner overtuiging dienaangaande, welligt versterkt door opmerkingen over 't geestesleven buiten het ligchaam, waarmede ik mij bevoorregt achtte.

Ik verhaalde nu hoe ik het magnetisme had zien werken bij mijne vrouw, wat mij het recht ontnam om te zeggen: "Ik begrijp dat niet en daarom bestaat het niet!", zooals hij van de onsterfelijkheid scheen te beweren. Ik meende dat het invloed op zijne overtuiging zou hebben als hij eens aan 't bed van een teeder beminde zou staan. Hij zeide dat hij een vriend waarvan hij zielsveel hield aan de Teering had zien sterven en dat hij nu van hem niets meer overig achtte te zijn dan zijne nagedachtenis bij de levenden.

Schipper Timmer kwam in. Ik ontving een brief van Katrina, die zaterdag te Harlingen was om met Timmer te vertrekken, maar deze niet vond (omdat hij van de week niet gevaren was). Zij wilde nu met de eerste gelegenheid, een visschersvaartuig of zoo iets vertrekken. Ik telegrafeerde des avonds dat zij dit niet moest doen, maar met Timmer moest komen die donderdag zou varen.

Bakels nog even hier, gaat op 't orgel te spelen.

Des avonds de Heer de Holl. Hij was gister op eene groote partij geweest bij Bok.

Bij Jan Jakobsz Roeper was l.l. donderdag (bruiloft van zijn broeder Klaas) ook eene zeer druk bezochte partij geweest van ouden en jongen. Tegen de avond waren de knapen nog uitgegaan om meisjes voor den dans te zoeken (50 genoodigden).

26 September 1876. Des morgens te 9 uur uitgereden met Mart Bakker tot huisbezoek. Molenbuurt (even bij Bakels).

Des avonds bij Cornelis Eelman en Neeltje Dijksen met 4 kinderen. Een zeer lief huisgezin. Hij huurt de boerderij van P. Kuiper. Ellendige woning, 1 woonkamer en een benaauwd keukentje. Hier wilden zij zoo gaarna eene hoognoodige bedstede hebben. Kuiper beloofde het, later trok hij het weer in met te zeggen "De kiender willen het niet hebben" en "In allen gevalle het beurt niet". Maar wilde hij het voor eigen rekening doen en het bij vertrek weer in vorigen staat brengen, dat mogt geschieden en zoo had Eelman het dan ook voor eigen rekening laten maken. Kuiper liet al zijn gebouwen, hij had er misschen 25, verwaarloozen.

Ik bezocht nog Jakob Bakker in "het Boogaardje" en kwam half 9 te huis.

Margo Keyser hier, verhaalt van haar 5-weeks verblijf in Elberfeld en Kronenburg. Zij kwam naar Katrina vernemen, waaromtrent ik haar het noodige mededeelde.

27 September 1876. Om het regenachtige weer de reis naar Eijerland uitgesteld tot vrijdag.

Neef Jurjen Egges Huizinga meldt mij de prijs der ontvangen boter 32,62, 5 of 1,45 het kilo.

28 September 1876. Naar de Waal heen en terug met het rijtuig van C. Keyser. Bij de terugreis was het groote kostbare middenglas van het rijtuig in tweeën verdeelt, door baldadige jongens aan de Waal gebroken.

28 September 1876. Tot mijne groote teleurstelling vond ik Katrina bij mijne komst nog niet te huis. Doch omstreeks 8 uur kwam zij toch tot mijn blijdschap met de wagen van Auke de Wijn voor de deur. Zij had een langdurige zeereis gehad, van vanmorgen 6 tot heden 8 uur, maar door de windstilte geen last van zeeziekte.

Van voormiddag hadden wij hier zeer zwaar onweer. Katrina had er op zee niet veel van vernomen.

Des avonds Margo Keyser nog even hier.

29 September 1876. De reis naar Eijerland uitgesteld om mijne drukte, verhandeling a.s. maandag bij 't Nut te leveren.

Des voormiddags Bakels Huisbezoek, des namiddags Fokel en Lize.

30 September 1876. Fokel en Lize hier, benoodigdheden koopen voor 't feest van morgen. Laatstleden woensdag toen Katrina nog niet te huis was, was het Ringsvergadering bij Boonacker. Ik daarheen gereden met Post en vrouw en kind, die ook Dominee Wouters van Terschelling bij zich in de wagen hadden. Des avonds met Van Eerde terug.

Wouters van Terschelling 68 jaar oud, kan nog een paar uur loopen, dan preeken en dan weer terug, gebruikt nog geheel geen bril. Hij nam goed deel in de werkzaamheden met zijne adviezen. Voorts de avond genoeglijk doorgebragt.

Van Eerde was over zijn nieuwe standplaats bijzonder tevreden.

30 September 1876. Aan de Waal bezocht ik Aafje Eelman (en moeder) waar ik tot huisbezoek nog niet geweest was en bleef er een paar uur. Zij gaf mij haar portret voor Koekebakker tot verzending. Gesproken over haar broeder Aris in Amerika, zijn tegenwoordig portrait in haar album gezien.

1 October 1876. Zondag. Ik Voorbereiding aan de Waal. Fokel en Lize onder mijn gehoor. Ik voldeed mijzelve slecht en naar 't mij voorkwam ook anderen. Ik was afgetrokken en kon niet best zien.

Koffij gedronken bij Jan Kors Roeper. Hij woont nu sedert enkele dagen naast de pastorij.

Katrina des namiddags met Margo Keyser en hare twee Duitsche logées en met Cornelie Westenberg op visite bij Bakels, alwaar ook Boonacker en vrouw. Ikzelf had bedankt. Ik had het nog druk met mijne Redevoering, die ik des avonds gereed had.

2 October 1876. Met Bakels en Boonacker wandelende (prachtige zomerdag) naar Post op 't Oude Schild. Krans.

Nutsvergadering. Ik had de Redevoering over de doorgaans ijdele verontschuldiging van "geen tijd te hebben". Ensing bijdrage:"Een fantasie over de toekomst, is er achteruitgang te vreezen of vooruitgang te hoopen?". Het laatste meest aannemelijk. Loman reciteerde een lief wiegelied.

Van Eerde reciteerde voortreffelijk "Susanna van Oostenrijk' van Tollens. Bakels vulde den tijd door 20 minuten lang zeer goed te improviseren over allerlei, dienende tot eene opwekking tot kunstsmaak, vooral naar aanleiding van R. Hamerling "Aspasia". Fraaije beschrijving van de Akropolis van Athene waarvan nog prachtige brokstukken in het Britsch Museum bewaard werden.

Van Eerde, Bakels en vrouw en Boonacker hier 's avonds boterham gegeten.

Van namiddag Habbema en moeder hier. Zij vertrekt naar Oude Schild.

3 October 1876. Van 's morgens 9 uur huisbezoek in Eijerland. Des middags bij Habbema gegeten, zeer naar genoegen.

Des avonds even Bakels gefeliciteerd met zijn verjaardag. Katrina aldaar. Zij met mij mede naar huis teruggereden. Zij was des morgens naar Oude Schild gereden naar Janne Post.

4 October 1876. Des morgens huisbezoek gedaan aan de Koog en omstreken, des avonds 8 uur te huis (huisbezoek afgedaan). Gegeten.

Des avonds 8 uur Boonacker, Lize en Fokel hier. Wij naar den Heer S. Keyser op visite, den avond genoeglijk doorgebragt. Aldaar Bakels en vrouw, Boonacker en vrouw, Katrina en ik, S. Keyser en Margo, mevrouw Westenberg en Fraulein Schneider van Kronenberg en Fr. Rübens van Elberfeld. De Duitsche meisjes spelen voortreffelijk op de piano.

Bij het heerlijke weder, maanlicht, brengen wij de Waalders tegen 2 uur in den morgen nog een eind op weg.

Vandaag was de Commissaris des Konings Roëll op Texel geweest. Keyser verhaalt van zijn bezoek en de gesprekken met hem, vooral over de schoolzaken en de behoefte van Texel aan subsidie. Dit onderwerp wordt, door hem en Bakels vooral, druk besproken. Bakels doet hem de noodzakelijkheid opmerken, dat Texel zich daarvoor belangrijke offers getrooste of dat desnoods het Rijk ondersteuning geve, dat dit niet is, zooals Keyser wil doen voorkomen, het vragen van een aalmoes.

5 October 1876. Mooi weer, appels geplukt. Zeer kleine oogst, niet noemenswaard, doch van de Princesse nobels ongeveer driekwart mud.

6 october 1876. Bakels hier des namiddags zijn huisbezoek voleindigd.

7 october 1876. Avondsmaalbediening aan den Burg met 248 mensen door Huizinga. Bakels wel voldaan, Katrina niet.

8 October 1876. Zondag. Ik Avondmaal bediend aan den Burg met 248.

Bakels des avonds Avondmaal bediend aan den Hoorn.

9 October 1876. Met Boonacker gewandeld in fellen wind naar den Hoorn, Krans bij Van Eerde. Wij beiden daar alleen.

10 October 1876. Vrouwtje de meid is sedert l.l. zondag naar Cocksdorp.

28 October 1876. In den laatsten tijd afwisseling van koude en later zeer schoone dagen. In 't laatst der vorige week moesten de kagchels gesteld worden, die nu voor 't oogenblik wel minder noodig zijn. Het is heden een prachtieg herfstdag, zoo dat het een lust is in de buitenlucht te verkeeren.

16 October hadden wij avondvisite van Margo Keyser en hare 2 Duitsche logées, De Holl en vrouw, Bakels en vrouw, Boonacker. In de week te voren waren wij op visite geweest bij De Holl.

Den 19den October hadden wij hetzelfde gezelschap plus den Heer Simon Keyser zelve, bij Westenberg. Luisterrijke partij.

De 22ste werd in de Gereformeerde kerk stemming gehouden voor het Kiescollegie, waarbij de 4 aftredende liberalen door 4 andern, conservatieven van gering allooi, werden vervangen, wat een groote sensatie veroorzaakte.

Den 17den ben ik mijne catechisatie begonnen. Slechts 2 Doopelingen hebben zich aangemeld, Gerberdina Keyser en Jannetje Duinker, die ik nu donderdagsmorgens bij mij op de studerkamer ontvang.

26 October 1876. Kerkeraadsvergadering.

Katrina ook aan de Waal. Met haar terug gewandeld.

Bij de boekverkooper Dekker. Deze begon te spreken over de verwarring in de Burgsche Hervormde gemeente. Hij betreurde het zeer dat de liberale kiezers onlangs de nederlaag hadden geleden.

28 October 1876. Gisteravond had ik Antje Dekker van de Mient bij mij, zich diep beklagende dat den Kerkeraad haar verzoek om 100 gulden voor eene koe te koopen, had afgeslagen.

29 October 1876. Zondag. Mijn droevigste gedenkdag. Naar Oosterend.

Te huis gekomen Katrina naar Westenberg. Ik mede daarheen om te feliciteren met het voorgenomen huwelijk van Herman op 8 November in Engeland.

Aldaar ook Dirk Bakker. Daarna gesprek over zijne leeglooperij. Westenberg wil de schuld van zijn karaktervorming niet aan hem zelve alleen hebben geweten.

29 October 1876. Ik naar S. Keyser om Rina, gister uit Brussel gekomen tegen den verjaardag haars vaders, te verwelkomen. Aldaar vervolgens Bok en vrouw en Jet Ensing. Over de toestand zijner [Boks] moeder. Hij ontving dikwijls uitvoerige brieven van haar. Uitgenomen hare doofheid was zij thans vrij wel.

Des avonds mijn gister begonnen brief aan Vrendenberg te Amsterdam voltooid en weggezonden. Ook Katrina schreef uitvoerig daarbij.

30 October 1876. Ruw weder. Van Eerde kwam mij afhalen en ik ging met hem mede naar de Krans bij Boonacker, aldaar Bakels. Als steeds weer drukke verhalen over de bestaande spanning in de Burgsche [Hervormde] Gemeente. Van Eerde had gehoord dat al dat oproepen van candidaten en hooren van predikanten niets beteekende, maar dat alles zou neerkomen op het beroepen van Wieringa. Hijzelf verklaart opnieuw wel niet Modern, maar sterk anti-Orthodox te zijn.

Katrina des avonds naar Margo en Rina, verjaardag van S. Keyser.

Brief van Vrendenberg dat Betje met goed gevolg haar examen als hulponderwijzeres had gedaan.

10 November 1876.

1 November 1876. Buitengewone Nutsvergadering tot 12 ure. De Heer van Voorst van Gouda treedt op als declamator, zanger en pianist, tusschenbeide den Heer Dijt viool, Haga violoncel, mejuffrouw Vlessing piano.

Bakels en Boonacker bleven niet boterham eten.

2 November 1876. Doopelingencatechisatie.

3 November 1876. Margo en Rina hier met de logées.

4 November 1876. Het jongste kind Nico van S.P. Keyser bezocht, is zeer ziek, bezetting op de keel, hijgt naar adem. Het overleed des avonds, ik nogmaals daarheen.

5 November 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg.

5 november 1876. Gisteravond kwam August Keyser hier den kandidaat Wijbrands brengen met wien hij gereisd had. Bakels haalde hem hier af. Hedenmiddag kwam Bakels met Wijbrands hier met de wagen en nam mij mede naar den Hoorn, waar ik Wijbrands hoorde preeken. De Broederschap besloot hem te beroepen, Bakels gaf ons daarvan kennis.

6 November 1876. Katrina en ik naar 't Oude Schild, Krans bij Post. Aldaar alleen van Eerde. Harde wind. Wij terug LANGS de Hooge Berg, van Helm tot in huis juist een half uur.

Des avonds Nutsvergadering. Bakels hield eene voordragt van omstreeks 2 uur met pauze over 'Eb en Vloed in de Natuur en in de Geschiedenis". Dirk Jansz Bakker droeg zeer goed een dichtstuk voor. Loman een paar dichtstukjes, tenslotte De Holl een komisch vers. Bakels en vrouw en Boonacker en vrouw bleven bij ons boterham eten.

7 November 1876. Des avonds bij Sijbrand Keyser en Jans uitvoerig gesproken naar aanleiding van de dood van hun zoontje. Aldaar Loman en anderen.

7 November 1876. Catechisatie.

8 November 1876. Tegen 11 uur naar Sijbrand Keyser, begrafenis van zijn zoontje. Er werd niet voorgelezen. Ik deed alleen (hij verzocht mij dat gisteravond) eene toespraak.

8 November 1876. Vervolgens naar Sijbrands Jansz. Keyser. Zijn dochtertje Cornelia, maandag morgen nog naar school geweest (nu woensdag) lag bedenkelijk ziek, sedert gistermorgen sprakeloos en bewusteloos, en stief de volgende morgen.

9 November 1876. Brief van Vrendenberg met portretten.

9 november 1876. Fokel hier met Katrina die naar de Waal was geweest.

10 November 1876. Eergister was 't begonnen te vriezen. De grond was vandaag al te hard om er de bloembollen in te brengen. Sedert vanmorgen alles wit van sneeuw.

11 November 1876. Koud, ruw weder. De kagchel is onze troost.

12 November 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg voor 60 menschen. Van Eerde [had] in de Gereformeerde kerk veel volk. Hij dronk hier koffij.

Ik kreeg berigt dat men besloten had aan den Hoorn geen kerk te houden om het ruwe en onstuimige weder, zoodat ik te huis kon blijven.

Naar Sijbrand P. Keyser. Hij zelf nog ongesteld en zoo ook zijn dochtertje Anna, waarvoor zij zeer bezorgd zijn, omdat haar ook de keel ontstoken was, zoo men vreesde evenals bij hun overleden zoontje. Zij hadden een lieven brief van Sina van Ouddorp gehad.

Bij Cornelis Rab theegedronken, hem verzocht vanavond het orgel te bespelen, wat hij gaarne aannam.

In 't Gesticht den jongen Jan Daalder bezocht, hij gaat sterk achteruit. Aldaar bezoekers van 't Nieuwe Diep. Gister hoorde ik van Jan Smit dat hij [Daalder] een meisje in Engeland (Londen) had, aan wie hij bewijs had achtergelaten van een kapitaaltje van 400 gulden, dat hij in de Londensche bank had gedeponeerd, maar waaromtrent nu pogingen werden aangewend om het terug te krijgen. Jan Smit oordeelde dat hij door dat meisje misleid werd.

Het weder was toenemend ruw en koud. Het was echter niet mogelijk om de Bijbelgenootschapsvergadering in onze kerk af te zeggen. Tegen 6 uur kwamen dan ook Bakels en Boonacker en vrouw. Er zullen ongeveer 50 menschen geweest zijn en slechts zeer weinigen op wiens aanwezigheid men prijs mogt stellen, zooals Jakob Roeper, Troll, Bakels, Katrina, Lize, 2 hervormde diakens om te collecteren.

Dominee de Lang was ook toehoorder geweest, maar ging terstond heen. Hij wil met het Bijbelgenootschap niets te doen hebben. Daarna wij, Bakels, Boonacker en ik vergadering in de Kerkekamer. Intusschen was hetzoodanig begonnen te ijzelen, dat het onmogelijk bleek dat het drietal anders dan LOOPEND naar de Waal zou kunnen terugkeeren, wat zij ook te half 10 deden.

Later kwam Duinker nog om te zeggen dat hij onmogelijk rijden kon en paard en wagen aan den Burg moest laten blijven, daar alles met een gladde ijskorst overtogen was. Ik voorzag hem, gelijk vroeger ook Boonacker, van ijssporen.

De Lang is om 1 uur nog met rijtuig teruggekeerd, nadat men 's nachts om 12 uur het paard nog op scherp had laten zetten.

13 November 1876. Alles met ijs bedekt. In den loop van den dag begon het echter te dooijen en de boomen enz konden hunne ijslast afladen.

Des voormiddags 11 uur begrafenis van Cornelia Sijbrands Jansz Keyser, ruim 11 jaar oud. Verleden maandagmorgen was zij nog naar de school geweest. Ik deed eene zeer gemoedelijke en ernstige toepraak.

Ensing is sedert een paar dagen met Bok op reis.

De stoomboot vanmorgen wel gevaren, maar halverwege teruggekeerd.

Teunis Timmer gister aangekomen na een zeer moeijelijke en gevaarvolle togt.

Naar Jakob Kooiman, drukke gesprekken over hun terughouden van hun zoontje P. Keyser van de catechisatie, omdat hij zijn wensch niet vervuld had mogen zien om in het 3de boekje over te gaan. Ik besloot met niet toe te geven.

Katrina des avonds naar Margo Keyser en hare logées.

14 November 1876. Des avonds Margo en de dames Schneider en Rubens hier bij Katrina. Ik had met haar nog eenig gesprek over het eigenaardige der Doopsgezinden, waarmede zij inbekend waren. Vroeger hadden zij het daarover al meer uitvoerig met Katrina gehad.

15 November 1876. Catechisatie. Tuin, bloembollen ingezet.

17 November 1876. Des avonds op eene vergadering in de Kikkert, bijeengeroepen door eene Commissie, Loman, Westenberg enz. met den Ontvanger van Kerkwijk aan het hoofd, tot bespreking van de oprigting eener Bewaarschool alhier. Bakels hield daar eene belangwekkende Redevoering, waarop door 30 personen voor eene jaarlijksche bijdrage van 1,50 gulden geteekend werd. A.s. vrijdag zou men weder vergaderen bij Slijboom.

Gister brief van Menno, hij wil redacteur zijn van een nieuw geneeskundig tijdschrift (in mijn brief gisteren aan hem geschreven ontraadde ik het hem).

Te huis komende vond ik een briefkaart van Dominee Cramer van Enschede, informerende naar een middel tegen dronkenschap. Ik antwoordde hem met 4 bladzijden.

18 November 1876. Vandaag geen zon, maar anders mooi zacht weer, gelijk alle de laatste dagen.

Ik met Katrina alleen. Vrouwtje is gister voor een dag of wat naar Cocksdorp gegaan.

Berigt ontvangen van 't overlijden van Meester Hillenius aan den Hoorn.

19 November 1876. Zondag. Gepreekt aan de Waal. Bij Fokel koffij gedronken en daarna bij Boonacker. Bij beiden uitvoerige gesprekkenover de noodzakelijkheid van de strijd tegen den Sterken Drank, n.a.v. het bij beiden pas ontvangen boekje van Multapatior, met de naamlijst zijner adhaerenten. Ik beloof aan Boonacker het werkje van Huijdecoper "Een woord van ernst en liefde", wat hij mij belooft te zullen lezen. Hij kan nog niet inzien dat men het gebruik moet schuwen.

Des avonds in 't Gesticht de jongen Jan Daalder enz toegesproken. Moeder Betje twijfelt of er wel iets waar is van zijn verhaal over de honderden guldens die hij nog in de Londensche bank zou hebben, waarvan het bewijs in handen zou zijn van een meisje aldaar, wie hij de zijne noemt.

Bij den boekverkooper Mooijen "Goede Raadgever" besteld en E. van Calcar "Gevleugelde Zaden". Hij zat met veel genoegen te lezen in het boekje van Multapatior, dat was ook hier de aanleiding tot een zeer uitvoerig gesprek over den Drankbestrijding, vroeger ook hier op Texel, waarvan ik veel verhaalde. Blijkbaar werd door hem en zijne vrouw dat alles met veel belangstelling aangehoord.

20 November 1876. Prachtig weer. Toch niet naar de Krans bij Van Eerde, omdat ik mijn tijd noodig had voor Catechisatie werk enz.

Brief van Koekebakker, geld noodig. Ik zend terstond 100 gulden (coupons van Katrina) in aangeteenende brief.

Des avonds met Katrina met lantaarnlicht naar de Waal, verjaring van Boonacker., aldaar Bakels en vrouw. Te 12 ure weder te huis.

Martje List, weduwe Van Grouw overleden.

21 November 1876. Te half 1 gewandeld naar den Hoorn, aldaar met Bakels ter begrafenis van Meester Hillenius. Bakels deed een zeer goede toespraak. De dochters waren zeer hartstogtelijk bedroefd. Ik deed een toespraak bij de wederkeer. Jan van den Helder en Johannes van Westzaan ontmoet. Met den laatsten veel gesproken over Westzaan. Daar wordt nu een stoomhoutzaagmolen gebouwd.

Met Bakels teruggereden naar den Burg.

22 November 1876. Catechisatie. Ik zend eenige leerlingen weg, Pieter Dijksen, Jan Flens, Willem Langeveld, Cornelis Dijt en Jakob Sijbrandsz Keyser, omdat zij het bestelde werk, een opstel over het Onze Vader, niet hadden geleverd. Zij gedragen zich zeer ongeschikt.

Ds avonds Van Aken hier, haalt een arm vol boeken.

Ik des avonds weer tot 2 uur gezeten aan het catechisatiewerk.

23 November 1876. Brief aan Dirk, Katrina ook aan Sina.

24 November 1876. Des voormiddags naar de Waal, ter begrafenis van Martje P. List, de oude kosteres, bij hare dochter Trijntje zeer onverwacht overleden. Bakels deed de toespraak, inhoud wel goed, maar gerekt. De begrafenis had plaats aan den Burg. Bakels en Boonacker gingen niet mede.

Des avonds vergadering in de Lindeboom ter zake van de op te rigten Bewaarschool onder Praesidium van Van Kerkwijk (die meer goeden wil dan bekwaamheid verraadt). Tot Bestuurders werden benoemd Van Kerkwijk, Loman, Kroes, C.P. Keyser en mijn persoon, na herhaalde stemmingen. Ik aarzelde zeer over de aanneming, maar besloot eindelijk mij de keuze voor een jaar te laten welgevallen.

26 November 1876. Brief aan Samuel: Onlangs heeft de nieuwe Rijksontvanger Van Kerkwijk zich aan 't hoofd gesteld van een Commissie, die beproeven zou de oprigting van een Bewaarschool alhier. Het behaagt mij echter zeer weinig dat ook ik ben gekozen in het Bestuur, 't welk de niet gemakkelijke taak heeft der oprigting. Weet gij mij ook den weg te wijzen om inlichtingen te bekomen over de beste middelen tot daarstelling, onderhoud, leiding, enz?

24 November 1876. [Katrina was onder invloed van de Duitsche vriendinnen van Margo Keyser gekomen] tot meer ernstig godsdienstig nadenken, dien zij zelve voor zich zeer heilzaam achtte. Ik kan niet genoeg zeggen hoe innig ik mij daarover in stilte verheug, en welke heerlijke gevolgen ik mij daarvan voorstel. Mogt zij alzoo nog het middel worden om anderen op wie zij invloed oefenen kan in deze hare geheiligde gemoedstemming te doen deelen? Zoo wordt zij nog eenmaal de verwezelijking van het beeld mijner onvergetelijke gade, hare vroome moeder! Moge het zoo zijn.

Haar thans gedurig lezen in de "Stunden der Andacht" van Zschokke had nog een geheel andere grond dan alleen het zoeken van kernachtige gezegden voor hare scheurkalender voor Fenna of Sina.

26 November 1876. Zondag. Gepreekt te Oosterend voor 39 hoorders (mijn voerman, Mart Bakker, spreekt over mijn wegzenden van een 5-tal catechisanten verleden woensdag en ziet daarin een bewijs dat ik geen orde kan houden onder de jongens).

27 November 1876. Krans bij mij.

Krans bij mij. Bakels deelt mij mede dat hij 3 catechisanten van mij had aangenomen op aanstaan der ouders omdat ik ze niet in een ander boekje had doen overgaan gelijk zij verlangden. Ik zet hem de zaak uiteen. Ik meen dat hij vóór die aanneming eerst met mij had moeten overleggen. Het scheen dat hij dat zelf ook begon te gevoelen.

29 November 1876. Vier van de weggezonden knapen zijn er weer. Zij betuigen spijt en belooven beterschap, behalve Jakob Keyser.

30 November 1876. Kamerdag aan de Waal.

30 November 1876. Bij de weduwe Sijbrand Jakobs Keyser. Zij had het mij kwalijk genomen dat ik ook haar zoon, die zich zoo zij zeide, altijd zoo goed bevlijtigde, had weggezonden. Ik trachtte haar te doen opmerken hoe verkeerd ouders deden met hunne kinderen altijd eer in 't gelijk te stellen dan hunne leermeesters. Het scheen niet, dat het veel invloed op haar had. Zij was overigens vriendelijk.

1 December 1876. Vergadering in het Raadhuis met medebestuurders van de op te rigten Bewaarschool. Kerkwijk praesident, C.P. Keyser penningmeester, ik secretaris. Kroese en Loman bleven buiten betrekking. De laatste beloofde nogtans gaarne alle hulp, speciaal aan mij als secretaris.

Des avonds laat Bakels nog even hier. Hij was met Jakob Roeper in de Kerk geweest om het noodige te beschikken voor de plaatsing van de kagchels waar Ponger mee bezig is.

1 December 1876. Katrina is de laatste dagen druk bezig (met aanhoudende vlijt) aan het naaijen van een groot aantal hembden om aan arme kinderen uit te deelen met Sint Nicolaas.

3 December 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg, kleine vergadering, 145. Het verraste mij, dat Katrina bijzonder veel genoegen over de gehoorde preek te kennen gaf.

Bij P. Boon. Ik tracht zijne belangstelling voor de op te rigten Bewaarschool op te wekken. Hij meent dat Texel alle zoodanige, overigens nuttige inrichtingen, niet bekostigen kan.

4 December 1876. Opmerkelijk is het zachte weder, zoodanig dat men dikwijls geen kagchel behoeven, meest 10 graden Celsius, maar bovenal trof mij deze morgen de LAGE STAND der Barometer en toch was het weder zeer zacht.

Niet naar de Krans bij Boonacker.

Des avonds was het Nutsvergadering aan den Burg. 't Was zeer ongunstig weer, veel regen en wind, een kleine vergadering.

5 December 1876. Catechisatie alleen des voormiddags, des avonds niet om het St. Nicolaasfeest. 't Was toen zeer ongunstig weer. Wij hielden de deur gesloten.

Katrina bragt de avond door bij Margo Keyser, vele presenten kwamen voor haar in, ook van onbekenden, zooals Contes d' Eckmans "Chatrian" en Lavai keuze. Van mij ontving zij Elize Van Calcar "Gevleugelde Zaden". Ook door Margo en Boonacker en Fokel en Manna en Guurt (die mij een paar geborduurde pantoffels zond) en door Fenna werd zij bedacht.

Des avonds Teunis Timmer hier, a.s. vrijdag begrafenis van zijn vader.

5 december 1876. Katrina ontvangt vele presenten, o.a. van Fokel, ook van onbekenden.

6 December 1876. Ik een mandje met 11 flesschen bessenwijn voor Menno ingepakt.

Een pakje voor de kinderen van Samuel klaargemaakt, inhoudende een keuken met gereedschap en een plaatwerk no. 4 van Van Alphen, 1e serie. Het werd eerst zaterdag door Tuinder meegenomen.

7 December 1876. Des avonds J. Timmer en P. Koning hier.

8 December 1876. Des middags naar Oosterend, begrafenis van Jan Timmer, 89 jaar oud.

Heen en teruggelopen naar Oosterend, 70 minuten, 5 meer dan in [mijn] jonge jaren.

8 December 1876. Aan de Waal bij Bakels. Aldaar Katrina. Terwijl deze naar Boonacker ging, en Fokel om hoofdpijn naar bed moest, bleef ik nog wat genoeglijk praten over den tegenwoordigen stand van zaken in de Theologische en Kerkelijke wereld ook hier op Texel. Wij stemden overeen dat die veel te wenschen overliet.

Katrina bij Boonacker afgehaald en naar huis gewandeld, morsige weg, lantaarn.

9 December 1876. Brieven geschreven, ook voor de kinderen van Dirk, Menno, Sina postwissels afgezonden van 3 gulden voor St. Nicolaasgift.

10 December 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg en den Hoorn. Met Johan Daalder terug gereden. Gesprek over de redenen waarom hij niet meer ter kerk kwam. Hij behoort geheel tot de Orthodoxe partij.

11 December 1876. Krans bij Post (Bakels hield daar schoolbezoek en kwam eerst na ons vertrek).

14 December 1876. Begrafenis van Barber Keyser, weduwe van Jan Boerhorst, overleden bij haar zoon Pieter, wonende bij de Kooi.

Gesprek met den R.C. kooiker, die van Liberale beginselen schijnt te zijn. Hij was ook lid van 't Nut geworden (begunstiger) en had mij onlangs daar hooren spreken. Hij scheen begeerig naar meer inlichtingen over het drankgebruik op Texel, dat hij zeer afkeurde en zou zich te dier zake weldra eens bij mij vervoegen.

17 December 1876. Zondag. Gepreekt aan de Waal, even bij Fokel.

Bij Boonacker sprak ik Tenthof, die aan den Burg op 't beroep gepreekt had, met genoegen, behalve de onheusche receptie.

18 December 1876. Van Eerde kwam mij afhalen naar de Krans bij Bakels, doch om de koude en wind bleven wij te huis.

Vanmorgen was Dominee Post hier. Ik met hem naar het Raadhuis om getuige te zijn bij het aangeven van zijn zaterdagmiddag geboren zoon Dirk.

19 December 1876. Katrina met Bakels, Boonacker en vrouw medegereden naar Cocksdorp, koffij gedronken bij Habbema, met genoegen.

Vandaag een stoomboot op 't strand gekomen met Chinaasappelen, enz.

22 December 1876. Des avonds mijn Notulenboek van de Bewaarschool in orde gebragt.

Faas hier vandaag in de schuur aan het werk: cokes kloppen en houthakken. Hij zegt dat hij voortaan (sedert 15 December, den dag waarop hij 37 jaar op Texel was geweest) geen sterken drank meer drinken wil. Ik geloof er niet veel van, schoon ik hem aanmoedigde.

23 December 1876. Alles met sneeuw bedekt.

24 December 1876. Zondag. Gepreekt aan den Burg. De kagchel [in de kerk] was nu geheel in orde. 't Was in de kerk behoorlijk warm, niettegenstaande de koude daarbuiten, die zeker veel menschen terug hield.

Wij bleven den dag stilletjes te huis.

Des namiddags de boekverkooper Mooijen hier. Veel gesprek over de toestand der Hervormde Gemeente hier. Hij zou het een ramp vinden als Wieringa hier kwam.

Uit de achter Cocksdorp gestrande stoomboot, van Liverpool naar Hamburg bestemd, wordt veel kostbaar goed geborgen, zoo onder andere een vragt oliphantstanden ter waarde van 36 à 40.000 gulden. Voorts zegt men dat er nog 100 last koper in zit.

Mooijen had het soms zoo volhandig, dat hij soms weken achtereen halve nachten moest doorwerken. Hij dacht haast om te verzoeken dat men hem geen boeken meer in commissie zou zenden. Hij had er weinig voordeel van, vooral als hij straks dure pakken over den Hoorn moest ontvangen met een rijksdaalder vragt.

25 December 1876. Zeer koude Oostenwind. Des avonds te 8 ure was heteen koude van 12,5 graden Celsius.

25 december 1876. Bakels aan den Burg gepreekt, ik aan de Waal, bij Fokel koffij gedronken.

26 December 1876. Wederom zeer koud, doch helder. Ik gepreekt aan den Burg, met genoegen. Bakels was mijn hoorder, ook Troll, doch weinig volk (125) schoon er bij de Gereformeerden geen kerk was. Bakels en vrouw en Herman en Lize en August Boonacker hier koffij gedronken. Bakels en vrouw naar Glijnis en daarna hier weer terug.

Afspraak gemaakt beurtlijsten.

Stil te huis, brieven geschreven.

Katrina aanhoudend en met ijver werkzaam een scheurkalender voor Fenna samen te stellen in plaats van dien die zij onlangs per post verzonden heeft en die niet teregt is gekomen. Een ander voor Sina is reeds gereed.

28 December 1876. Kamerdag aan de Waal (Bakels niet tegenwoordig).

Vergadering van de afdeling Texel der Maatschappij voor Landbouw in de Lindeboom.

Ik ook daarheen en mij als lid aangegeven. Vrij talrijke vergadering, niettegenstaande den slechten weg door de sedert gisteravond ingevallen dooi.

Loman deed de Redevoering over het water in verband met de Landbouw, waarbij hij sterk aandrong op het verschaffen van water aan te hoog liggende landen en het ontnemen daarvan aan te laag liggende, zooals in Walenburg. Hij wenschte een Stoomgemaal aan de sluis van de Noorddijk. Hij had ons de bestanddeelen van water doen kennen, proeven met waterstof en zuurstof, verbranding van een stalen horologieveer.

Zijne Rede gaf veel aanleiding tot onderlinge gesprekken van voor- en tegenstanders van 't water over de landerijen.

Na hem trad Jb. Brans op met een bijdrage over de verbetering van onze Texelsche landerijen. Daarna P. Bremer met "Gesprek tusschen 2 Texelsche boeren over het nut van de nieuwe werktuigen", waarbij dikwijls groote hilariteit werd gewekt.

Eindelijk weder Jb. Brans met een zamenspraak over 't Nut van de Maatschappij voor Landbouw in dichtmaat. Ik hoorde al die sprekers met genoegen.

29 December 1876. De dooi maakt goede vorderingen.De gevallen sneeuw was gister reeds verdwenen. Zij was voor de velden zeer heilzaam, die nu weer frisch voor den dag komen.

31 December 1876. Gepreekt aan den Burg.

Daarna met Katrina naar den Hoorn gereden. Zij maakte een bezoek bij mevrouw van Eerde (kraamvrouw, doch weer hersteld).

Van Eerde was bij mij ter kerk, in 't geheel 27 toehoorders.

Ik vooraf aan 't sterfhuis van Meester Hillenius, aldaar de kinderen Jan en Antje, Aaltje en man Bruin, Mina en Johannes. De laatste in deerniswaardige toestand wat zijne handen betreft. De vingertoppen waren hem onlangs, toen hij op Eerste of Tweede Kersdag overkwam met de vlet van 't Nieuwe Diep, bevroren. Vier uren bragt hij over die reize toe, waarvan zij 2 uur in 't ijs zaten. Het was onuitstaanbaar koud. Een zoon van weduwe Lindeman was haast meer dood dan levend uit de vlet gedragen omdat hij niet kon mede werken. Er waren 4 roeijers en 6 passagiers.

Johannes Cornelisz Eelman kwam dien dag ook over en moest 35 gulden voor het overbrengen betalen. De vrouw van Gerbrand Dros naar ik meen voor 10 gulden.

Donderdag is de stoomboot weer gevaren en is Cornelie Westenberg weer op Texel gekomen.

Wij reden te 2 uur weder naar den Burg, de vrouw van Geus van de Waal mede, met G. Daalder.

Katrina des avonds naar de Waal ter kerk bij Boonacker, aldaar ook Bakels en vrouw en een goede vergadering.

Het speet ons dat wij de preekbeurt van hedenmorgen niet op vanavond hadden gesteld. In geen 40 jaar was er op Oudejaarsavond in de Hervormde Kerk geen preek geweest.

Ik des avonds op de studeerkamer. Met Katrina te 12 ure onze hartelijke zegenwenschen gewisseld.

Vanmorgen was Naatje Kooiman bij ons ter kerk aan den Burg, voor eenigen tijd uit Meerenberg gekomen, waar zij eigenlijk ook nu nog te huis behoort.



Terug naar de vorige bladzij