Bevallingen en kindersterfte


12 January 1845. Des avonds de Burgemeester en vrouw hier den avond gepasseerd. Zij verhalen van de smartelijke verliezen, die zij ten aanzien van hunne kinderen geleden hebben.

3 April 1846. Meester Wouter Klaasz. Brouwer heeft voor een paar dagen ook weder een kind verloren aan de Croup, het vierde in 22 maanden, en dezen zelfden dag ook het vijfde, zoodat er nu 2 boven de aarde staan.

16 February 1847. Bij Teeke Jansz. Duinker, de vrouw Hendrikje Gerbrands Dros van tweelingen bevallen.

8 February 1848. Aan de Waal bij Jakob Roeper koffij gedronken (de 9de dag na de bevalling der vrouw Guurtje Klaas Kuiper, van een dood kind). Aldaar Doctor Stolp.

31 Maart 1848. Jan Jacobsz. Rab zijne vrouw haar bevalling was ophanden. Hij gaf echter te kennen dat hij het liever anders gewenscht had. Hij was tot dusverre gelukkig met zijne vrouw en wenschte niets meer. Zij hadden 5 weken een kindje gehad, maar de moeite en zorg daaraan verbonden woog tegen het genoegen lang niet op. Alida en ik weerspraken hem krachtig [maar zij hadden nog nooit een kind verloren].

21 April 1848. Bij Jan Jansz Flens en Jantje Hendriks Roeper een kind overleden en een ziek. Zij hadden in 15 maanden 5 kinderjes naar ‘t kerkhof gebragt. Zij was zeer bedroefd over haar lieveling.

18 Mei 1851. Huizinga op de begrafenis van ‘t kind van Philip Bakker en Geertje Koning. Meester Zwaal doet de voorlezing. Hij heeft al 9 kinderen verloren, verleden jaar 3. Vroeger 2 aan de kroep in weinige dagen.

21 Juny 1852. Dirkje Zuidewind, kraamvrouw, is zeer gelukkig. De [groot]vader, Jan Roeper, komt bijkans alle dagen.

21 Juny 1852 Willempje Dekker aan de Waal had een kind van 10 maanden verloren. Zij is dikwijls zeer neerslagtig.

15 October 1852. Iemand van Zevenhuizen komt mij de bevalling van zijne vrouw Ariaantje Koorn berigten. Ik betuig hem mijn diep leedwezen over de treurige ondervinding die ik moest smaken van de ongebondenheid van zoovelen, daar ook hier weer het zoo duidelijk was dat involging van woeste drift had plaats gehad. Zij was nog maar kort getrouwd. De man meende zich zeer goed daarmede te kunnen verontschuldigen dat “dit zoo Texelsch gebruik was” (!). Helaas, zoo ver is het dan met de zedeloosheid gekomen!

31 October 1852. Vanmiddag had ik een dankzegging te doen voor Ariaantje Jacobs Koorn “naar Texelsch gebruik” getrouwd kort voor hare bevalling. Ik meende daarbij ook te moeten spreeken van de diepe schaamte die haar in deze oogenblikken vooral moest vervullen, en van haar zucht tot uitwissching harer verkeerdheid door een rein Christelijk leven.
Albert Boon, de vader, toont berouw. Niemand was gekoomen, niets gezonden aan de kraamvrouw.

15 February 1853. Doctor Scheurleer was hier vanavond geweest om te berigten dat jufvrouw Huizinga van den Hoorn gansch niet wel was. Haar hoop op vermeerdering van gezin was te niet.

31 Maart 1853. Bij neef Huizinga. Zijne vrouw is nog zeer zwak.

28 April 1853. Marijtje is verleden maandag niet gekomen (abortus).

9 January 1854. Ariaantje Koorn (kraamvrouw) bezocht in haar kleine woning en armoede.

12 Maart 1854. Even voor kerktijd ontvingen wij ‘t verblijdend berigt dat Mietje te Westzaan gelukkig bevallen was van een meisje, den volgenden dag kregen wij weer gunstig berigt, doch dinsdag schreef Juriaan, zeer bedroefd, dat ‘t kind zondagnamiddag weer overleden was.

12 October 1854. Bij J.L. Kikkert de vrouw toegesproken na het overlijden van haar kind van 8 maanden.

25 November 1854. Vrouwtje Dijksen, onlangs voorspoedig bevallen, is nu krankzinnig en zeer gevaarlijk.
8 December 1854. Begrafenis van Vrouwtje Dijksen in de Waal, voor 14 dagen van haar eerste kind bevallen en daarna in eene hevige krankzinnigheid gestort waarin zij zelfs eenmaal bed en huis naakt ontvlugtte.
[Dit was Frouwtje Dijksen (geboren 30-3-1831), getrouwd met Jan Simonsz Duinker. Hun kind was Naatje Jans Duinker, geboren op 15-11-1854, die leefde tot 19-3-1913. Ze trouwde met Arie Hendriksz Geus].
Jan Duinker was met zijn huwelijken een treffend voorbeeld van de Texelse gewoonte om pas te trouwen als de vrouw ruimschoots zwanger was. Zijn dochter Naatje werd 7 maanden na de trouwerij geboren. Bij het tweede huwelijk, met Gerbrig Nannings Duinker, was het 6 maanden en bij het derde huwelijk 5 maanden.
De sterfdatum van Jan Duinker wordt niet op bladzijde 193 van ‘Texelse Geslachten I’ vermeld, maar daar de zoon ‘Jan’ werd genoemd, zou het best kunnen dat de vader deze geboorte niet meer meemaakte. In de 9 jaren dat Jan Duinker afwisselend getrouwd en weduwnaar was is er heel wat gebeurd].

2 February 1855. De vrouw van Jan Knol (kraamvrouw) toegesproken. Beloofd eerlang te zullen weerkomen en dan langer te toeven.
29 Maart 1855. Bij de vrouw van Jan Knol. Zij had weder haar kindje verloren en was er zeer bedroefd over, maar dacht en sprak er echt Christelijk over, zoodat zij mij hierin zeer behaagde.

29 January 1856. Cornelisje Dirks Kooiman is weer herstellende van hare abortus.

7 April 1856. Neeltje Cornelis Dijksen [bezocht], die nog altijd zoo zwak is, dat zij, schoon haar kind reeds 6 maanden oud is, nog maar een paar uur achtereen het bed kan verlaten.

6 Mei 1856. Bij Albert Jansz Koning, de vrouw Trijntje Pieters Koning voor 13 weken bevallen. Zij is zeer zwak in ‘t hoofd en soms zeer wonderlijk.

26 Maart 1857. Jakob Cornelisz List, van ’t Nieuwland, hier. Hij berigt mij de bevalling van zijn vrouw van haar 10e, zijn 12e kind. Die man bevalt mij. Hij toont veel godsdienstig gevoel.

4 Mei 1857. Bij Pieter Kikkert. Zijne vrouw Marretje Jacobs Zuidewind, sedert ruim een week bevallen van Marretje Pieters Kikkert, is in zeer slechten staat, meestal krankzinnig.
[Het kind leefde van 27 April tot 12 Augustus 1857].
10 Mei 1857. Ik bedank Pieter Jacobsz Boon, dat hij mij l.l. maandag met een briefje verwittigde van de toestand van Marretje Zuidewind.
11 Mei 1857. Des namiddags begrafenis van Marretje Zuidewind, vrouw van Pieter Klaasz Kikkert. Aldaar ook W. Bok.

12 July 1857. Jakob Klaasz. Smit heeft nu zijn 6e kind verlooren.

16 July 1857. Des avonds gaan wij nog eens wandelen naar Willem Roeper in Ongeren met het geheele gezin. Wij worden door sterken regen op de terugreis overvallen, zoodat wij bij Jan Eelman moeten schuilen. Aldaar de kraamvrouw even toegesproken.

22 July 1857. Des avonds bij Cornelis Honigh koffij gedronken. Veel met de vrouw gesproken, die behoefte heeft aan vertroosting en opbeuring. Zij had in de Rijp anderhalf jaar lang altijd aan de koorts [malaria] gesukkeld en was daardoor zeer verzwakt. Nu was zij weder gezond en verheugde zich zeer dat zij weder hier was. Zij erkende dat zij ook in geringen stand nog regt gelukkig kon zijn. Zeer gevoelig was zij nog bij de herinnering aan het verlies harer kinderen.

7 Juny 1859. Naar den Hoorn. Catechisatie. Even bij Dirk Schuit, zijn vrouw zou bevallen. Ik ging dadelijk (op zijn verzoek) terug naar den Burg en berigtte zulks aan den Heer Stiggelbout.

1 July 1859. Deze morgen te half 7 ter begrafenis van het lijk van jufvrouw van Hesselberg, 39 jaar oud, kort na hare bevalling zeer onverwacht in stuipen. De Heer Bok sprak nog een enkel woord met mij over de herinneringen die deze gebeurtenis gewis bij mij opwekken zou.

18 September 1860. Naar den Hoorn. Bij jufvrouw Schuit, dien nacht van haar 10de kind (eerste dochter) bevallen. Haar man van huis. Even bij Wilner om een paar krentenbollen te bestellen voor haar en voor Neeltje Dekker.

28 December 1861. D. Schuit berigt mij dat zijn jongste kind aan de kinkhoest gister gestorven is.

20 January 1862. Het eenigst kind van Brans, 9 maanden oud, gestorven aan een hersenziekte.

20 January 1862. Bij Cornelis Dijksen voor eenigen tijd het jongste kind gestorven.

20 January 1862. Jakob Pietersz. Koning had zijn jongste kind verloren aan de stuipen.

26 January 1863. Dochter van Dominee Huidekoper geboren.
10 February 1863. Nog even naar den Heer Bok om daar den Heer Tideman uit Vlissingen te spreken over de vraag of Samuel ook te Delft examen zou kunnen doen. Hij was niet thuis.
Ik sprak mevrouw Bok. Zij vreesde dat ik slechte tijdingen van Huidekoper kwam brengen [diens vrouw ziek in het kraambed], en noemde het onverantwoordelijk dat Huidekoper Doctor van Deinse niet gebruikt had. Toen ik des avonds half 8 de Doodstijding ontvangen had nog even naar Bok en sprak daar Tideman. Daarop ijlings naar de Waal, waar ik de familie wel zeer droevig maar toch gelaten aantrof.
14 February 1863. Mevrouw Huidekoper begraven aan de Waal. Met den Heer Bok naar huis gereden.

4 December 1863. Dominee Vrendenberg had een telegram van dominee Ballot met berigt dat zuster Mietje donderdag na hare bevalling was overleden. De volgende morgen met Sientje erheen met de postschuit. De stoomboot was door den storm zoo ontredderd dat die niet varen kon.
[Mietje en Juriaan hadden 3 kinderen in leven: Catharina, Ko en Willemina].

17 Augustus 1864. Berigt ontvangen dat het kindje van Dominee A. W. Koning hedennacht 10 maanden oud overleden was.

29 Augustus 1865. Bij Dirk Bakker op Noordhaffel zijn 5e kind geboren en gestorven, 9 dagen oud.
29 Augustus 1865. Bij Pieter Boon de kraamvrouw Neeltje bezogt, nog zeer lijdende. Zij was 14 dagen na haar huwelijk bevallen.

4 Mei 1867. Het kind van Dirk Bakker (aan den Binnenburg) overleden aan een hersenziekte. Des avonds op mijne studeervertrek een ernstig gesprek met Doctor Ensing (die door dat sterven en de droefheid der ouders zeer getroffen was) over datgene wat ons in staat stelt om anderen te vertroosten, n.l. een eigen vast geloof in Gods volmaakte liefde.

6 April 1868. Ik was vanmorgen bij buurman Keyser en vanmiddag bij zijn zoon Sijbrand aan de Waal, die hun kindje na een paar dagen ziekte verloren hebben. Van de week heeft Johan Keyser 2 kinderen verloren, waar ik verscheidenen malen geweest ben.
9 April 1868. Ik des avonds half 7 ter begrafenis eerst van de 2 kinderen van Joh. R. Keyser en daarop te 7 ure van het kindje van Sijbrand Cornelis Keyser van de Waal (in ‘t graf van Grieteken bijgezet).

15 July 1868. Ensing was gister te Alkmaar geweest om voor de Regtbank te getuigen in zake van Pietje Kooiman (kindermoord), hij was te laat gekomen aan ’t spoor. De zitting eerst eenige uren later gehouden. Hij ernstig door de Officier en Praesident bestraft.

20 July 1868. Ik naar ‘t Oude Schild. Trijntje Koning bezocht (vrouw van Jan Bremer), die zeer treurde om het verlies van haar jongste kind.

30 July 1868. Kamerdag. Daarna naar Cornelis P. Dijksen, die een kindje van 12 dagen verloren had.

9 Augustus 1868. Bij Aaltje List, bevallen, het kind éénoogig!

4 February 1869. Marretje Keyser, vrouw van Sijbrand C. Keyser, eergister bevallen van een zoon, die aan de bovenlip enz zeer misvormd is.
29 Maart 1869. Sijbrand Cornelisz. Keyser, zij zijn verleden week van Amsterdam teruggekomen waar Tilanus het gebrek aan de mond van hun kindje heeft zoeken te verhelpen schijnbaar met goed gevolg. De zeer pijnlijke operatie had 40 minuten geduurd.

20 April 1869. ‘s Avonds naar Dirk Jansz Bakker en vrouw, die nu hun 7de kind (9 jaar getrouwd) hadden verloren. Dit kind was het oudste wat zij nog gehad hadden, n.l. 2 maanden.

15 January 1870. Brief van Dirk en Koos. Hij zal de 24ste zijn Oratie houden. Zij berigten mij hunne blijde verwachting van een onbekende logé in de zomertijd, waardoor zij alligt niet op Texel zullen komen. Dit berigt veroorzaakt ons levendige blijdschap.

14 Maart 1870. Schoone dag, echter niet naar den Hoorn (waar Wieringa de Krans zou hebben voor Wassenaar, wiens vrouw van een dood kind bevallen was).

28 Maart 1870. Jufvrouw Wassenaar is na hare bevalling van een dood kind weder geheel hersteld.

1 Juny 1870. Menno zeide dat hij vannacht een telegram gekregen had van Dirk dat Koos gisternamiddag bevallen was van een flinken jongen, alles wel, groote blijdschap daarover.

4 July 1870. Klaas Mantje sprak gister ook nog over het treurig geval van de noodzakelijkheid voor de 16-jarige Dirk Mantje op Molenbuurt om te trouwen met de meid van over de 20. Hij was als voogd zeer met de zaak begaan. Maar vooral nadat hij de overtuiging had gekregen dat de knaap meer de verleidde dan de verleider was geweest, was hij er voor dat zij NIET zouden huwen. Ik was het in dezen wel met hem eens.

19 July 1870. Ik kreeg bij beide het verhaal van het treurig geval met de 16-jarige Dirk Mantje. De meid Dieuwertje Koning onlangs bevallen, over haar treurige toestand.

23 Augustus 1870. Dominee Bakker was gisteravond met vrouw en kind en min zeer onverwacht (14 dagen vroeger dan gezegd) te huis gekomen omdat het kind van de min aan de Waal ongesteld geworden, deze tot terugkeer riep en zij met elkaar dus wel volgen moesten.

29 Augustus 1870. Bij Gerrit Kooiman en vrouw. De vrouw is 17 dagen oud kraams, volkomen hersteld (reeds veel vroeger).

6 November 1870. Zondag. Naar Oosterend. Bij Sijbrand Dijksen en vrouw (deze nog altijd zeer treurig over haar kindje) koffij gedronken.

13 February 1871. Dominee van Vledder bragt berigt van zijn vrouw, vrijdagavond bevallen. Zij is nog uiterst zwak. Hij vreesde voor haar behoud.

26 February 1871. Zondag. Gepreekt te Oosterend. Teunis Drijver zijn vrouw bevallen, voor ‘t eerst, 9 jaar getrouwd.

28 April 1871. Des avonds bij Bruno Bok, eerste bezoek aan de kraamvrouw. Zij bedankten mij beiden voor de openlijke Dankzegging voor haar herstel zondag voor 8 dagen.

11 Juny 1871. Lizebeth Veenstra en Pietje Mantje, beiden kraamvrouwen, hadden de Eerste Kerkgang gedaan zonder Dankzegging te verzoeken, een meer en meer insluipend gebruik.
13 Juny 1871. Bij Lizebeth Veenstra, voor 3 weken bevallen, de zondag ter Kerk geweest zonder openlijke Dankzegging, omdat zoo zij zeide, zij er geene behoefte aan had. Ik wilde haar doen opmerken dat dit juist reden van bedroeven voor mij was. Ik durf niet te zeggen dat ik haar eenigzins overtuigde.

14 Juny 1871. Bij Dirk de Ruijter. Zijn vrouw, sedert een half jaar sukkelende, sedert 4 weken van tweelingen bevallen, lijdt zwaar aan een zeer been. Treurige toestand.

28 July 1871. Ik naar Pieter Dijksen, de kraamvrouw gefeliciteerd. Gesprek over de Kerkgang der kraamvrouwen. Zij beiden achten die onnoodig. Ik heb ernstig daartegen gesproken, doch ik verwacht er niet veel uitwerking van. Zij schijnen geene menschen te zijn van diep gevoel.

25 September 1871. Dominee van Vledder klaagt over de meid die zij uit Harderwijk medegebragt hadden en die hen zeer tegenviel, en over zijn jongste kind dat de ouderen alle nachten den slaap ontroofde.

26 April 1872. Naar Veenstra, aldaar koffij gedronken. Sina laat mij vragen te huis te komen, zij had zooeven een telegram ontvangen berigtende de bevalling van Dolfina [Alida].Wij des avonds brief geschreven naar Leeuwarden.

3 Mei 1872. Te Leeuwarden zagen wij Samuel reeds ons wachten. Weldra waren wij bij Dolfina en aanschouwden nu voor ‘t eerst hare lieve kleine, waarmede de ouders zoo gelukkig waren. De bevalling van Dolfina was buitengewoon voorspoedig geweest, zoodat zij zich al in de geboorte konden verheugen eer de moeder ‘t zelve wist. Zij had wat moeite met het zogen, was koortsig, pijn in den borst enz.

6 Maart 1873. Cornelis Keyser hier. Hij verzocht mij vanavond 6 uur bij hem te komen ter begrafenis van zijn kindje van 10 maanden. Zij hadden het gister nog (in ‘t wiegje liggend) door Bakker van Oosterend laten photograferen. Ik vond er de broeders en zusters en deed eene toespraak vóór het uitdragen.

19 January 1874. Des middags krijgen wij telegram van Leeuwarden van de voorspoedige bevalling van Dolfina, van Johanna. Briefkaart naar Sina te Wormerveer, ik zend door Moojen eene advertentie in de Heldersche Courant.

27 January 1874. Doctor Ensing deelde mij gisteravond mede in welke, naar zijn oordeel gevaarlijke toestand Anna Kuiper verkeerde, de vrouw van P. Dijksen; vanmorgen echter ontvingen wij berigt van hare gelukkige bevalling.

2 Maart 1874. Even bij Abraham de Ruiter vernomen naar de toestand der vrouw, verleden week van 2 zoons bevallen. Zeer goed. Bij de vrouw van C.P. Keyser, voor een paar dagen van 2 doode zoons bevallen is het minder goed.

12 April 1874. Sina is steeds uitstekend welvarende, zij had van namiddag de baker Marretje Vos bij zich.

31 Mei 1874. Zondag. Des morgens 7 uur kwam Jan Duinker van de Waal hier berigten, ofschoon zonder lastgeving, dat Sina bevallen was heden morgen 6 uur. Hij was ten derde male op reis om Doctor Ensing die nu daar heen was, na er ook gisteravond geweest te zijn. Katrina bragt mij die boodschap terwijl ik nog te bed lag.
Te 8 ure reed Ensing terug, bragt brief en telegram voor familie. Het bleek nu dat alles volkomen naar wensch was afgeloopen, en dat de ouders, en wij met hen, zich in een gezond meisje mogten verheugen, ‘t welk ons tot de blijdste dankbaarheid stemde.
1 Juny 1874. Koekebakker hier des voormiddags, met hem het kind aangegeven (Guurtje) op ‘t Raadhuis.
2 Juny 1874. Naar de Waal met Katrina. Alles daar in de beste orde gevonden. Sina heeft het kind aan de borst, alles gaat uitmuntend. Het kind ziet er lief uit en is niet buitengewoon lastig, zelfs tevreden. In Sina zou men geen kraamvrouw herkennen. Het eten smaakt haar best, zij rust ook goed. Wij te 11 ure naar huis.
21 Juny 1874. Zondag. Des avonds naar de Waal, Sina weer met ons aan tafel, weer best in orde.
30 Juny 1874. Te 3 ure naar de Waal, aldaar gegeten met Boetje. Sina nu weer geheel met de zorg voor de huishouding belast. De baker was zondag namiddag vertrokken.
12 July 1874. Zondag. Sina doet haar eerste kerkgang. Gode zij dank!
27 July 1874. Doctor Ensing hier mij zeggen dat hij de toestand van het kind van Sina als zeer gevaarlijk beschouwde, ja hij meende straks alreeds dat het stervende was. Het eenigste waarvan, zoo hij meende, nog iets te hopen was, zou zijn eene min, doch niemand wist een zoodanige aan te wijzen, totdat hem opeens in gedachte kwam dat de vrouw van Jan Teunisz Roeper een kind aan de borst had.
Ik terstond daarheen en haar gevraagd of zij onmiddelijk met mij naar de Waal wilde rijden. Zij kon eerst echter te 3 ure. Sina wist eerst niet wat zij er aan had toen zij ons zag. Groot was onze aandoening van blijdschap toen het kind, zoo zwak als het was dat terstond de borst goed aanvatte en doorzoog en blijkbaar zich regt op haar gemak gevoelde. Wij spraken af dat de vrouw vanavond nog eens met het rijtuig zou terugkomen.
[Huizinga gaat alle zogende vrouwen langs] Ik ging daarop op de loop naar de Everste Koog, waar eene zoogende vrouw woonde, om die zoo mogelijk te engageeren, Trijntje Kind, de vrouw van Gouke Bakker, doch deze kon onmogelijk om zwakte en andere redenen. Teruggekeerd aan de Waal bezocht ik Herman Roeper en vrouw, die hun kind van 4 maanden door den dood verloren hadden. Daar hoorde ik van eene vrouw aan de Waal, de vrouw van P. Krul. Te huis had men er inmiddels ook van gehoord, de vrouw van Roeper was gekomen. Koekebakker nu terstond op den laten avond naar de vrouw van Krul. Afspraak gemaakt dat zij morgenochtend te 7 ure zal komen.
28 July 1874. Gunstige berigten van de Waal.
17 Augustus 1874. Sina ‘s morgens hier voor ‘t eerst sedert zeer langen tijd en dat wandelende. Katrina bragt haar voor ‘t eten een eind terug.

2 July 1874. Naar Albert Kooiman (in de Kooi onder den Hoorn) , zijne vrouw Hiltje zeer zwak, het kindje van 13 dagen gisteravond overleden. Ensing aldaar ontmoet, die mij met de bedenkelijken toestand der zieke bekend maakte (keeltering). Zij was zeer aangedaan bij mijne komst. Zij hadden zeer naar mij verlangd. Ik sprak ze zeer bemoedigend en versterkend toe, beloofde spoedig weer te komen.
De vrouw was sedert October a.p. niet goed in orde geweest. Toen had zij zich als het ware opgeofferd voor hare zuster Neeltje Zuidewind, dikwijls haar bezoekende door nat en koude, na vermoeijende dagen in eigen gezin (zonder meid), dikwijls bij haar wakende. Zoo toonde zij waarlijk Godsdienst, al beklaagde zij zich nu dat zij te weinig Godsdienstig was.
Ook de man zeide dat hij de loutering des lijdens zoo zeer behoefde.
Ik wees aan wat Godsdienst was en moest zijn in hunne bijzondere omstandigheden.
[Op 17 Augustus begrafenis van Hiltje Zuidewind].

16 Augustus 1874. Zondag. Zaterdagavond Ensing van hier gehaald bij Bakels. Fokel bevallen van een meisje.

2 October 1874. Naar Dirk de Ruiter, zijne vrouw, voor een maand bevallen, dodelijk ziek. Ik sprak daar [doctor] Ensing.

22 July 1875. Van voormiddag kregen wij het hoogst verblijden telegram van Ouddorp dat Sina bevallen was van een flinke jongen (Jakob), vannacht te 2 ure. Wij hebben onzen blijdschap zoeken te kennen te geven door een hun toegezonden telegram, mede [een] aan broeder Juriaan. Advertentie in de Heldersche Courant.

15 Juny 1876. Klaas Brouwer hier, berigtende de bevalling van zijne dochter Geertje van eene dochter Maria Nans Bremer.

18 December 1876. Woensdag. Vanmorgen was Dominee Post hier. Ik met hem naar het Raadhuis om getuige te zijn bij het aangeven van zijn zaterdagmiddag geboren zoon Dirk.

18 January 1877. Bij schipper Bruin, het jongste kind 14 dagen oud. Hijzelf naar de Landverkooping van Jakob Vlaming. Gesprekken met de vrouw, zeer gelukkig met hare 5 kinderen. Over Dirk, vlijtig in ’t leeren, behalve bij mij, nog onbekend wat hij worden zal.

6 Mei 1877. Even bij Pietje Kooiman (Daalder) voor 18 dagen bevallen.

24 September 1877. Huisbezoek aan den Burg. Trijntje Cornelis Dijksen (Weverstraat) vond ik in diepe treurigheid. Zij moet moeder worden en Rens Daalder, de schuldige, veracht haar. Ik sprak haar moeder enstig tegen, die beweerde dat zij zich overal met een gerust geweten vertoonen kon.

5 October 1877. Huisbezoek. Ook bij Maarten Daalder was het mij niet aangenaam. Rens was ook te huis (allen aan het middagmaal). Zijn schandelijk gedrag is thans in aller mond. Hij, geholpen door alle zijne huisgenooten, vooral door zijne moeder, gaf zich het voorkomen van de belasterde onschuld. Hij kon alzoo met een gerust gemoed aan het Avondmaal gaan. Ik liet het natuurlijk niet aan ernstige waarschuwingen, ook tegende groote zonde van huichelarij, ontbreken.

24 October 1877. Des morgens uit de catechisatie te huis komende was daar een telegram uit Leeuwarden met het berigt van de voorspoedige geboorte van Jacoba [woensdagmorgen om 4 uur]. Alles wel, wat ons met groote blijdschap vervulde. Wij des middags daarheen geschreven.

6 January 1878. Bij Dirk Bruin, de vrouw zeer zwak. Bij Pietertje Daalder-Kooiman, mede zeer zwak.

21 April 1878.
Even bij Dirk Bruin, de vrouw wordt minder, zij krijgt gedurig flaauwtes.
Even bij Van Eerde, zijn aangehuwde schoonzuster dezer dagen in het kraambed overleden.

24 April 1878. Vanmorgen telegram van Harlingen, Guurt bevallen van een dochter [Geertruida Alida], alles wel.
27 April 1878. Brief van Sina. Brief van Menno, nader berigt van Guurts bevalling, alles uiterst voorspoedig gegaan.

21 January 1879. Heden ontvingen wij het treurig berigt van Samuel dat zijn jongste lieveling, 15 maanden oud, eindelijk bezweken. Zij zou deze morgen worden begraven. De brief, zaterdag geschreven, kwam ons eerst nu ter hand. Slechts eenmaal daags komt de post over met de vlet, door het aanhoudend vriezend weer met vrij sterke Oostenwind.
Brief van Samuel: Op Texel had Dolfina al vaak gezegd dat Koosje niet toenam, zelfs magerder werd. Des middags (den 18den) om half 2 stierf zij, 15 maanden oud.

27 January 1879. Brief van Samuel ontvangen. Hij is nog zeer bedroefd over ‘t verlies van zijn dochtertje. Ik hem beantwoord en zooveel mogelijk zoeken op te beuren door Christelijke overtuigingen in hem op te wekken [Samuel was door zijn wetenschappelijke inzichten ongelovig geworden].
Brief aan Samuel en Dolfina: Gij hebt uw Koosje nog, maar onder de heilige hoede Gods, in een andere en betere wereld. Ingesloten een vers van Willem Mets “In dagen van rouw”.

10 Mei 1879. Abraham de Ruiter hier, dankzegging verzocht voor de geboorte van zijn 7e kind bij deze vrouw, de 15e in ‘t geheel, 8 in leven.

26 Mei 1879. Ik naar Arie Boerhorst en vrouw, sedert 11 jaren, haar laatste kraam, lijdende aan bloedarmoede?

31 July 1879. Trijntje Nans Eelman bevallen, de hulp van Doctor Ensing haar vanmiddag nog even bijtijds toegestaan door de Kerkeraad op ontvangst van een briefje van Doctor Ensing volgens afspraak van mij met Jantje de Vogel die hier vanmiddag den bitteren nood kwam klagen.
[Trijntje was niet getrouwd met de vader].

20 December 1879. Margo Keyser bevallen, kind 8 dagen oud overleden.
[De vader van Margo was de rijkste man van Texel, maar dat gaf geen voordeel in dit soort zaken].

19 Mei 1881. Katrina ontvangt brief van Everts uit Purmerend (via Groningen) over de ontijdige bevalling van Margo. Zij had al van hier aan haar geschreven.


Terug naar de vorige bladzij