Brievenboek 1836-1848


Boek 334

1836

N 185 Aan de Luitenant Kolonel te Helder 2-7-1836 policie

Klacht over den Officier van het thans alhier gestationeerde Detachement militairen

Deze Heer toch heeft kunnen goedvinden, in den avond van de 30 e Juny Jl in geheel politieke kleeding, in gezelschap van eenige andere burgers zich te begeven naar eene der Logementen te dezer plaatse, alwaar eene openlyke muzykparty zoude gegeven worden, en by die gelegenheid den Heer en Mr. W. Bok, Secretaris van het plaatselijk bestuur, mede aldaar tegenwoordig, de grofste beledigingen met woorden toetevoegen, zonder daarvoor eenigen anderen grond te hebben of te kunnen hebben, dan dat ZEGestr zich voorstelde, dat de Heer Bok in zekere op zich zelve onbeduidende omstandigheid aan het gezelschap, speciaal de vrouwen, tot hetwelk de Heer Luitenant behoorde, zoude gemankeerd hebben.

Zonder nu in het minste mij met die kwestie zelve te willen inlaten, zal ik UEdGestr slechts opmerken, dat de Heer Bok bekend staat voor een wellevend man, dan dat hy zonder daartoe de minste aanleiding daartoe te hebben, iemand opzettelyk zoude mankeren. Maar dat wat hiervan ook zy, in allen gevalle, de voornoemde Heer Luitenant aan de overige Heeren van zyn gezelschap gerustelyk de zorg had kunnen en behooren overtelaten zich omtrent deze aangelegenheid te doen gelden, en niet zynen Stand en de functien die hem hier door UEdGestr zyn opgedragen, op de gevoeligste wyze te Compromitteren, door in de kleeding van gewoon burger het eerste die maatschappelyke rust te stooren die hy als officier in de eerste plaats verpligt was te handhaven en door welk een en ander, zoo hoogst ongunstig zyn gedrag afsteekt by dat der overige Heeren die hem zyn voorgegaan.

Het gedrag van dien Heer heeft dan ook te zeer de eenparige verontwaardiging opgewekt der geheele aanwezige vergadering, waaronder de aanzienlijkste ingezetenen dezer Gemeente, dan dat ik hetzelve ook voor de Eer van het wapen, zoude kunnen verheelen, te meer daar men by voorkomende gelegenheden in der daad al zeer weinig zoude kunnen steunen op eenen man, die zich op eene zoo verregaande wyze door onbesuisde drift laat vervoeren, en zoo weinig bekend schynt te zyn met het doel waartoe UEdGestr hem hier gplaasts heeft.

Ik verzoek UEdGestr dus ernstig, dien officier over het voorgevallene op zoodanige wyze te willen onderhouden, als UEdGestr meest gepast zal oordeelen, terwyl byaldien UEdGestr het in het belang van den dienst slechts eenigzinds mogt mogelyk oordeelen, eene verplaatsing van dien officier, my zeer aangenaam zoude zyn.

Mankeren: 1) Falen 2) Haperen 3) In gebreke zijn 4) Missen 5) Ontbreken 6) Schorten 7) Schelen 8) Tekort komen 9) Tekortschieten 10) Verzuimen 11) Wedstrijd voor kreupelen en schelen (crypt.)

N 186 Gouverneur 4-7-1836 Verslag aangaande de krankzinnigheid van A. Former

Zie deswege de missive van den 21 January 1834 N 29

N 187 Gouverneur 5-7-1836 Kadaster

N 188 Gouverneur 6-7-1836 onderzoek Gemeentekas

N 189 Aan de Gouverneur 6-7-1836

Dat de persoon van A. Former binnen deze Gemeente gealimenteerd wordende, en van wien ik nog bij missive van den 4den dezer N 186 den voortdurende staat van krankzinnigheid berigtte, op gisteren zeer onverwachts is overleden. Met Dood-extract.

Ik geef my ten slotte de vryheid Uwe Ex: voortestellen de door deze provincie tot dat einde welwillend verleende Subsidie ad f 100- S Jaars nu met primo July te beschouwen als vervallen en met f 50.- te doen afbetalen.

N 190 Gouverneur 7-7-1836 NM

N 191 BM Deventer 7-7-1836 verzending stukken voor A. Kolder

N 191a Ontvanger registratie Texel 7-7-1836

N 192 9-7-1836 Rijkshengsten, dekboekjes

N 193 en 194 12-7-1836 Toevoorzigt

Driemaandelijksche staat der gedane vaccinatien

N 195 Kolonel en Kommandant Afdeeling Grenadiers te Tilburg 12-7-1836

Dat de Grenadier Adam Kalf, thans van zyne Ziekte hersteld zynde, zich in Staat bevindt om op morgen de terugreis naar zyne Afdeeling aantevangen.

N 196 Commissaris van policie van het Kanton Zijpe 13-7-1836

Dat H.L. de Wijn zich sedert korten tyd met zyne ouders in de Gemeente Helder c.a. met er woon heeft nedergezet.

N 197 Gouverneur 13-7-1836 Schuttery

N 198 Directeur Generaal der Marine te S' Hage 15-7-1836 soldy Zeedienst

N 199 15-7-1836 Rekest N.J. de Cock 3,5 folio

Ofschoon zulks tot heden niet officieel bekend is, zoo wil ik echter als zeker aannemen dat er een genoegzaam aantal kinderen op Eyerland aanwezig is, wier verstandelyke ontwikkeling een geregeld Schoolonderwys behoeft, en de meest mogelyke voldoening, aan welk betamelyk verlangen ik niet anders kan dan ten sterksten ondersteunen.

Minder echter kan ik my vereenigen met de wyze waarop dat verzoek gedaan is, daar ik voor my zoude vermeenen, dat zulks in de eerste plaats aan het plaatselyk bestuur van Texel had behooren te geschieden, als hetwelk zoo ik geloof een voorbeeld mag genaamd worden, en de pogingen tot zoo veel wezenlyke voldoening aan de behoeften naar behoorlyk onderwys, en hetgeen niet minder dan f 5000, daaraan S' Jaarlyks uit eigen kas opoffert, als welk plaatselyk bestuur zich zoude beyverd hebben om aan de overigens betamelyke wenschen der directie van Eyerland te voldoen, en daarvoor de noodige voorstellen aan het Provinciaal Gouvernement hebben gedaan.

Dat echter dit punt daarom alleen door my wordt aangevoerd ten einde Uwe Ex: de volle overtuiging moge hebben, dat geen de minste directe of indirecte weigering van het plaatselyk bestuur in deze heeft plaats gehad, maar dat de vorm waarin dit verzoek is gedaan, waarschynlyk moet toegeschreven worden aan mindere bekendheid met den gang der administratie.

Dat vervolgens wat nu de zaak zelve en de byzondere deelen aangaat, ik Uwe Ex: vermeen te moeten opmerken-

A Dat ik my volkomen vereenig met den wensch der directie van Eyerland, om op Ryks kosten een Schoollocaal en woning te zien daarstellen, als op welke gunst zoo ik my niet bedrieg, de byzondere opofferingen die de Gemeente Texel zich Jaarlyks voor het Schoolwezen getroost, en de ook voor het Ryk zeer belangryke onderneming der Heeren deelhebbers in Eyerland, eenige redelyke aanpsraak mij toeschynen te geven-

B Dat intusschen wat de definitieve plaats dier School en woongebouwen betreft, daaromtrent met de meeste omzigtigheid en eene volkomene lokale kennis dient te worden te werk gegaan, daar ik toch de overtuiging koester, dat, aangemerkt de groote uitgestrektheid gronds, één School voor Eyerland op den duur niet voldoende zal zijn, zeer ligt echter zal in de behoefte eene tweede School kunnen worden voozien door daarvoor eene reeds bestaande inrichting te betimmeren, of daarmede te vereenigen.

Met andere woorden wil men het Schoolwezen op dit Noordelyke deel des Eilands in behoorlyk verband brengen tot het geheel, dan moet dit geheele onderwerp van uit een algemeen oogpunt worden beschouwd zonder t welk men in onfeilbaar gevaar komt speciaal in het belang van Eyerland ondoelmatig te handelen.

Wanneer derhalve het zoo verre komt, verzoek ik Uwe Ex: om die redenen, alvorens in de gelegenheid te worden gesteld, myne nadere opmerkingen in het belang dezer gewigtige Zaak mogen mededeelen.

C Dat uit een en ander voortvloeit, dat tegen het provisionele plaatsen eener School, in een of ander Lokaal der directie, ik gene bedenkingen te maken heb.-

D Dat wat nu speciaal den onderwyzer betreft, hetwel vanzelve spreekt dat zulks buiten bezwaar der Societeit van Eyerland geschiede. Inderdaad om dezelfde redenen van reeds zeer groote uitgaven voor dit onderwerp dezer gemeente, zal niets ons aangenamer zyn dan te zien dat het Ryk de Jaarlyksche kosten van zoodanigen onderwyzer geheel voor zyne rekening neme. De billykheid echter zoowel ten aanzien van Eyerland, als de redelykheid met welke ook S' Ryks schatkist kan vorderen dat zy met gene lasten bezwaard worde die niet noodzakelyk zyn, verpligten my tot de opmerking, dat dit plaatselyk bestuur allezins genegen is, om althans voor een goed deel in de Jaarlyksche uitgaven voor den onderwyzer te dragen, als vereischende het geen betoog, dat de voor Eyerland aantestellen onderwyzer volgens dezelfden maatstaf moet behandeld worden als de overige onderwyzers, dat is: dat hy geheel worde gesalarieerd buiten bezwaar van de ouders der schoolgaande kinderen.

E Tenslotte eindelyk meen ik er nog dezen opmerking te moeten byvoegen, dat wanneer het Gouvernement tot de inwilliging van des rekestrants verzoek besluit, en alzoo volgens den algemeene regel tot een vergelykend examen van candidaten zoude behooren te worden overgegaan, ik uithoofde van het geheel nieuwe dezer Zaak, en de weinige waarschynlykheid dat er een genoegzaam aantal kandidaten zich voor die betrekking zullen aanbieden, er voor zoude zyn, liever in dat byzondere geval, alvorens eene poging wierde aangewend tot het dadelyk voordragen door het plaatselyk bestuur dezer Gemeente, van een of ander geschikt persoon aan het Ministerie van binnenlandsche Zaken, als waartoe wel de gelegenheid zoude voorhanden zyn. Het spreekt echter van zelve, dat zoo wel als het vorengezegde, vooral dit punt geheel aan het wyzer oordeel Uwer Ex: wordt onderworpen.-

By indispositie van de burgemeester getekend door de 1 e Assessor

N 200 Gouverneur 20-7-1836 cert.

N 201 Regenten van het Weeshuis te Texel 21-7-1836 Leverantie water

Ik ben in de onaamgename verpligting UEd te moeten mededeelen dat ik op nieuw klagten gekregen heb van wege den Heer Kolonel en Kommandant van S Ryksfregat de Kenau Hasselaar omtrent de achterstallige betalingen welke er bestaan ten aanzien van de watervoeders van het Oudeschil naar S Ryksschepen van oorlog, en de vrees tevens door ZEdGestr geuit, dat die klagten ter kennisse komende van de Heer Schout by nacht Ziervogel, die dagelijks wordt binnengebracht, zulks van de onaangenaamste en nadeeligste gevolgen kan zyn.

In het belang alzoo dezer hoogst aangelegene zaak, heb ik de Eer UEd by dezen ten ernstigste te verzoeken, om voortaan zonder de minste vertraging alle die personen welke tot den dadelyken vervoer van het Water benodigd zyn, en mitsdien zoowel de Schuitenvooerders als de Loodsen met het Waterbrengen belast, maandelyks geregeld aftebetalen, in overeenstemming met de Certificaten, maandelyks door den voornoemden Heer Kommandant aftegeven, terwyl ik tevens verzoek dat alsnu dadelyk en onverwyld de op dit oogenblik aan die personen nog verschuldigde achterstallen worden afbetaald, en hun tevens van dezen maatregel voor het vervolg worde kennigegeven.

Ik vlei my dat UEd met my zult bezield zyn, alles in het werk te stellen wat mogelyk is, om alle aanleiding ook tot de geringste klagte te dezenr zake te voorkomen of uit den weg ruimen; en het is dan ook in volkomen vertrouwen op UEd voorzichtigheid en doorzigt in deze, dat ik niet twyfel of UEd zult terstond aan deze het noodige gevolg geven, en binnen acht dagen my van den afloop verslag doen.

N 202 Hoofdcontroleur Kadaster Haarlem 21-7-1836

1 Dat HJ de Wyn het huis gebruikt heeft op perceel N 964 van Sectie D, waar nimmer voorheen een gebouw heeft gestaan en dat met 1 e July JL geheel is in gebruik gesteld.

2 De aanbouw van N 116 Sectie K, heeft plaats gehad met 1 July 1836

3 De tot woning ingerigte Schuren van de Wed CH Koorn, wordt gevonden op Sectie D N 254

4 De Huizen N 183 en 380 Sectie F, zijn gesloopt voor 1 Mei 1836

N 203 Gouverneur 25-7-1836 Schoolwezen rek NJ de Cock

Nadere opgave:

Dat inderdaad de persoon van W. Verberne indertyd door my is gedesigneerd om by voorraad te voldoen in de eerste behoeften voor lager onderwys, op Eyerland, in afwachting van vervolgens te nemen en duurzaam afdoende maatregelen, doch dat de zeer gevorderde ouderdom van dien persoon(64 á 66 Jaren) hem, toen het op de uitvoering zelve aankwam van die zaak, heeft doen afzien, als inderdaad zyne Krachten te boven gaande.

Het gevolg alzoo hiervan is geweest, dat tot op heden hoegenaamd gene gelegenheid tot lager onderwys op Eterland bestaat en er wezenlyk eene oogenblikkelyke dringende behoefte daaraan is, waaraan niet te spoedig kan voldaan worden, daar thans reeds een getal van 80 kinderen tusschen de 5 en 12 jaren oud, van alle onderwys verstoken is, zoo als my door de op Eyerland aanwezige directie, op myne aanvrage daartoe, op heden officieel is mede gedeeld.

Een zoo aanzienlyk getal kinderen vereischt dus wel degelyk in de behoorlyke gelegenheid gesteld te worden, het noodige onderwys te erlangen, en ik herhaal hetgeen ik by myn adres van den 15 e dezer reeds heb aangetoond, dat dit Gemeentebestuur is, van zyne zyde, de beroeping van een geschikt onderwyzer, daar toch de rekestrant zich bereid heeft verklaard in de eerste behoeften van Schoolocaal en woning, provisioneel te willen voorzien, van de finantiele zyde te willen tegemoet komen.

En nog anderhalve bladzijde.

N 204 Gouverneur 28-7-1836 NM

N 205 Ontvanger der Reg: Texel 27-7-1836 H de Wyn

N 206 Directeur Generaal der Marine te S' Hage 28-7-1836

Vernomen hebbende dat Pieter Corn: Griek geboren en laatst woonachtig alhier, en gevaren hebbende als matroos op ZM Schip van Oorlog de Helder, op den 10 October 1835 zoude overleden zyn, geef ik my de Eer Uwe Ex: te verzoeken deswege een doodextract te mogen bekome, ten einde dat overlyden in de registers van den Burgerlyken Stand alhier te kunnen opnemen.

N 207 Directeur Generaal der Marine te S' Hage 29-7-1836

Passage van militairen, declaratie en bons

N 208 ML Plooster Commissaris van Eyerland 29-7-1836

Controle van vervoer naar Eyerland met schepen.

N 209 Komm: Nymegen 29-7-1836 Hendrik Visser

N 210 Gouverneur 30-7-1836 Eyerland

Naar aanleiding van by my ingekomene berigten, nader bevestigd door hetgeen daarvan in den polder Eyerland op verschillende plaatsen by geschreven biljetten is aangeplakt, schynt het bestuur der Societeit van Eyerland te hebben goedgedacht het dorp aan de Roggesloot, met welker aanbouw men aanvankelyk bezig is, voortaan den naam van De Cocksdorp te geven, hetgeen ik gemeend heb Uwe Excellentie te moeten te kennengeven.

N 211 Gouverneur 31-7-1836 Schoolwezen- school Eyerland 3 bld

N 212 Gouverneur 1-8-1836 Byzondere voorvallen

Dat op gisteren namiddag zekere Hendrik Janssen, van beroep Schilder, door zekeren Hendrik Folst, beide vreemdelingen doch tydelyk op Eyerland hun verblyf houdende, waarschynlyk tengevolge twist vry Zwaar gekwetst is geworden door een den eersten toegebragte messteek.

Daar ik tengevolge eene Zeer Zware Ziekte van welke ik nog niet hersteld ben, in de onmogelykheid was, my ter plaatse Zelve te begeven, heeft overeenkomstig de wet der Heer Vrederegter zich met de instructie der Zaak in kwestie belast, welke voorts als naar regten zal worden behandeld.

N 213 Gouverneur 3-8-1836 Binnen waters

Aan de ZO en O Zyde van dit Eiland bevinden Zich verscheiden banken, of ondiepten, bekend onder den naam van Stylen bank, Diep en Pan, welke successivelyk worden gepasseerd door vreemde schepen of vaartuigen zoowel, als ook speciaal van vaartuigen op dit Eiland tehuis behoorende, terwyl vooral voor hen die den wil hebben naar Eyerland de naauwkeurige bekendheid dier ondiepten of banken, onmisbaar is.

[Betonning en bakengelden]

N 214 Ontvanger Registratie Texel 6-8-1836

N 215 Gouverneur 8-8-1836 Bedelaarsgestichten 83.28 ½

N 216 Gouverneur 9-8-1836 cert.

N 217 Gouverneur 10-8-1836 A. Former

Ik heb de Eer Uwe Excellentie by dezen te berigten, de goede ontvangst van Uwe Ex: missiev dd 4 dezer N 23, met de daarby gevoegde ordonnantie groot f 50.- als subsidie over 1836, ter gemoetkoming in de verplegings en onderhoudskosten van den Krankzinnigen A. Former.

N 218 Gouverneur 13-8-1836 Schuttery

N 219 Directeur generaal van Oorlog s Hage 17-8-1836 passagie gelden Militairen

N 220 Gouverneur 17-8-1836 Schuttery

N 221 Ontvanger Registratie Texel 18-8-1836

N 222 BM Helder 20-8-1836 Jacob Luienga en Aaltje Modderman

N 223 Gouverneur 25-8-1836

Doopsgezinde Gemeente van Burg, Waal en Oosterend verzoekt autorisatie tot aanvaarding van zekere erfenis van wijlen Cornelisje Roeper. Geen bezwaar.

[Cornelisje Roeper (1758-1836) was een dochter van Cornelis Jacobsz Roeper en Eijtje Paulus Dekker van de Waal. Zij was in 1802 getrouwd met Pieter Gerbransz van Grouw (1750-1826) uit Grouw, Friesland. Geen kinderen. Cornelisje was gestorven in Den Hoorn].

N 224 BM Egmond 25-8-1836

N 225 Directeur generaal van Oorlog s Hage 31-8-1836 uitleg passagie-gelden

N 226 31-8-1836 Aan de Predikanten

Dankzegging aan den Allerhoogsten voor de gelukkige verlossing van mevrouw de Princes Frederika der Nederlanden, en voor haar herstel en het welzijn van haar Jonggeboren Zoon.

N 227 Heer fungerend Controleur te N Diep 2-9-1836 Surveillance Eyerland

Dat het plaatselyk bestuur van Texel zich met de voorgenomene maatregel des Gouvernements, ter behoorlyke surveillance op eenen vaste voet van Eyerland, niet dan ten vollen kan vereenigen, daar hetzelve geheel overtuigd is, dat er dit ryk niet minder dan dit plaatselyk bestuur, aan zoodanige behoorlyke surveillance, ten hoogste gelegen ligt, aangezien het by de minste locale kennis van Eyerland duidelyk is, dat niets gemakkelyker valt, dan ook S Ryks impositien by de bestaande orde van Zaken te ontduiken.

Dat intusschen dit bestuur even zeer doordrongen zynde ook van zyne verpligtingen en belangen in deze, volgaarne bereid is het zyne toe te brengen ter daarstelling eener doelmatige surveillance op Eyerland, als zynde dientengevolge by hetzelve besloten een Commies voor zyne rekening permanent te benoemen, tegen zoodanig behoorlyk tractement als hetzelve zal oordeelen in deze te moeten toekomen.

Ik verzoek UEdGestr derhalve my ten spoedigste alsnu wel te willen berigten of dit bestuur tot de dadelyke benoeming van zoodanig een persoon met zekerheid kan overgaan, daar ik tot dat einde waarschynlyk alsdan tot eene openbare oproep zal overgaan.

N 228 BM Ulrum 4-9-1836 trouwbelofte SJ de Vries en Hermanna Bulthuis

[Ten tijde van het huwelijk woonde Hermanna of Harmke (1814-18xx) als dienstmeid in Eijerland. Daar is ze getrouwd met Jacob Sytzes de Vries (1811018xx0 ook uit Ulrum, eerste kind geboren in 1837. Het tweede in Houwerzijl (1842-1859) gestorven in Ulrum]

N 229 5-9-1836 Rekest van H. Veenstra tot het stellen van een plaatsvervanger voor de Dienst van zijn zoon Jan. Geen bezwaar.

N 230 Gouverneur 5-9-1836 rekest wed GW Bakker

N 231 Gouverneur 7-9-1836 Schuttery

N 232 Gouverneur detachement militairen

Reinbach wilde dat wel: Dat dit alhier duurzaam konde blyven. Het reden waarvan ik meen te mogen aanvoeren, dat de geheele afscheiding van den vasten wal eener Gemeente als deze, die nu met de laatste indyking op nieuw zoo veel vergroot is, en een zoo geheel vreemd personeel op Eyerland heeft gekregen, en verschillende omstandigheden vaak tot wezenlyke moeylykheden kan aanleiding geven; vooral des winters wanneer alle directe gemeenschap met den vasten wal moeyelyk en soms ondoenlyk wordt en wanneer de hier niet zeldzaam plaats hebbende omstandigheden van strandingen speciaal ook ten aanzien van de quarantaine maatregelen van voorzorg noodig maken, die by gebreke van alle militaire bystand op zoo een uitgebreid etrraien als dit Eiland aanbiedt, meestal ondoenlyk zyn.

De vast naderende winter doet ons zoo als wy verhopen, de opening der Winterharing visschery ook wederom te gemoetzien, als wanneer een talryk personeel van vreemdelingen dikwyls van ettelyke honderden in onze haven geruime tyd doorbrengt, en onder welke niet altoos de beste verstandhouding heerscht, in één woord, deze en meer andere tydelyke omstandigheden, zouden my, zoo het eenigzins met het belang der dienst was overeentebrengen, een duurzaam verblyf van een zoodanig, hetzy van blyvend, hetzy afwisselend detachement, zeer wenschelyk maken, en soms hoogst noodig doen achten.

Te meer nog zoude ik my vleyen, dat de vervulling eener zoodanige wensch niet geheel onmogelyk zy, by de opmerking dat het verblyf dier militairen alhier, met er daad gebleken is wat hunne gezondheid betreft, niet dan heilzaam te zyn, en ook daarvan geen kosten van eenige betekenis zoude kunnen hebben, daar deze gemeente in zoodanig geval gaarne de kosten van kazernering, waartoe al het noodige nu reeds is daargetseld zoude dragen.

Deze wensch en de motiven waarom ik die kosten, aan Uwe Excellentie bescheidelyk medetedeelen, achte ik van mynen pligt te wezen. Mogt dezelve by Uwe Ex: genoegzaam gegrond worden bevonden, ten einde derzelver byval en ondersteuning te mogen verwerven! Terwyl ik in zodani geval Uwer Ex: nadere orders zoude afwachten, of namelyk dit plaatselyk bestuur zich tot dat einde op nieuw zoude moeten adresseren, of dat Uwe EX: in deze missive genoegzame aanleiding vinden mogt om directelyk van hare zyde ter bereiking van dat oogmerk die voordragten te doen als welke Uwe Ex: zal nuttig en noodig oordeelen.

N 233 Onder Inspecteur van het Loodswezen te N Diep 8-9-1836 Binnenbakens

N 234 Komm: enz Geertruidenberg 9-9-1836 NM

N 235 Gouverneur 10-9-1836 Verzoek aankoop land HV Kerk Waal van de erven Pieter Jansz Boon

N 236 Aan de Gouverneur 12-9-1836 Onderstand in onvoorziene rampen

Dat een mijner ingezetenen genaamd Teunis Koning, een onbesproken man, schipper van beroep, het ongeluk heeft gehad, zeer onlangs zijne Kaag te verliezen op het Borkummer rif, ten gevolge van doodstilte, en dus door de onmogelijkheid waarin hij gesteld was dat rif te ontgaan, waarin zijn vaartuig dan ook gestooken heeft en gezonken is.

Ondersteuning gevraagd.

N 237 Gouverneur 13-9-1836 Schuttery

N 238 Ontvnger der Registratie te Texel 13-9-1836

Inlichtingen nav lijst:

N 36 Bakker (C: Waaiop) overleden 3-8-1833 laat tot zijne Erfgenamen na, voor zover mij bekend is, Dieuwertje Bakker (de weduwe van Hendrik Dijt)- en Pietertje Bakker (huisvrouw van Hendrik Zoetelief) wonende aan den Burg.

[Databank via Dijt en Zoetelief: Cornelis Cornelisz Waaiop Bakker (1776-1816) getrouwd met Catharina Aris Heijdenrijk (1783-1817) kinderloos]

[Rob Gomes: komt niet voor in de 10-jaren tafel van 1823-1842 en 1833-1842]

N 211 Smit (Teunis) overleden den 13 November 1831 laat tot zyne Erfgenamen na

Zyne moeder Antje Lammerts Rademaker (de weduwe van R. Smit) en hare kinderen, mede wonende aan den Burg.

[Antje Lammerts Rademaker (1769-1848) getrouwd met Reijer Teunisz Smit (1770-1823), kinderen Trijntje, Hilletje, Teunis en Lammert]

De andere Teunis Smit is hier niet bekend.

N 319 Smit (Cornelis) overleden den 15 maart 1834 laat tot zyne Erfgenamen na Zyne Zuster Neeltje Smit en Antje Smit; benevens Tryntje Smit (de huisvrouw van Jan Simonsz Verberne aan den Burg).

[Jan Simonsz Verberne (1806-1846) getrouwd met Trijntje Smit (1805-1859), 6 kinderen. Behalve haar zusters Neeltje (1800-18xx) en Anna (1810-1856) waren er Teunis, Johannes en Klaas (1810-1836) in dit gezin. De ouders waren Klaas Teunisz Smit en Trijntje Pieters Keesoom. Geen Cornelis]

N 239 Gouverneur 14-9-1836 Subsidie Schoolen

N 240 Gouverneur 15-9-1836 patentbladen

N 241 Kapitein Willemsoord 20-9-1836 Jan Lap

N 242 21-9-1836 Aan de Gouverneur, Rekest van P.W. Verberne, Onderwyzer aan den middelbare school alhier

Dat na omtrent den rekestrant en zyne verdiensten de noodige berichten te hebben ingewonnen, het my voldoende gebleken is, dat deszelfs inkomsten nog steeds zeer matig blijven, daar de kinderen by hem ter school gaande, nog te Jong zijn voor de hoogere Klassen, en dus minder schoolgeld betalen. Hij vleit zich intusschen dat dit van lieverlede zal beteren, en zoo veel kan ik in ruimte bevestigen, dat wanneer het ZM behagen mogt, de halve Rijksbezoldiging, om welke hy verzoekt, nog voor een jaar toetestaan, deze gunst althans myns oordeels goed zal geplaatst zyn.

N 243 Ontvanger Registratie Texel 21-9-1836

N 244 BM Vlieland 22-9-1836 Schutterij

N 245 Ontvanger Registratie Texel 25-9-1836

Dat de waarde der van het den aannemer J. Koopman aankomend materiaal, afkomstig van het Schoolhuis aan den Hoorn, bedraagt pm f 24.-

N 246 Gouverneur 26-9-1836 NM

N 247 Gouverneur 26-9-1836 begrooting 1837

N 248 Ontvanger Registratie Texel 26-9-1836 Successie

Dat er door my gene andere inlichtingen dienaangaande kunnen worden gegeven dan van den overleden Pieter Cornelisz Griek; welke alhier heeft gewoond en nog een broeder in leven heeft genaamd Willem Griek woonende op Eyerland; benevens nog kinderen van overleden broeders en dat hun ouders zyn overleden.

[Willem Cornelisz Griek x Meijs Boon, 9 kinderen (waaronder Auker die met Marijtje Buijs trouwde) had 7 broers en zusters. De jongste was Pieter (1809-1835) gestorven aan boord van ZM korvet De Heldin]

N 249 BM Deventer 28-9-1836 H. Kolder

N 250 Ryksontvager der belasting Texel rekest GJ Duinker

Dat het my volgens ingewonnen informatie gebleken is, dat er op het burgerlyk gedrag van dien persoon geene aanmerkingen te maken zyn.

N 251 Gouverneur 29-9-1836 fortifikatie werken

Toetezenden:

Het proces verbaal door den Heere Kapitein, eerst aanwezend inspecteur der fortificatien van den Helder en Texel, en een Lid van het plaatselyk bestuur dezer Gemeente opgemaakt, tegen zekeren Klaas Simonsz Kikkert, broodbakker en Landbouwer alhier aan het Oudeschil, te zake van door hem binnen den verboden Kring dier fortifikatien op Texel aangevangene bouwing, terwyl ik den daarby genoemden Klaas Simonsz Kikkert heb doen aanzeggen niet voorttegaan met die bouwing voor en aleer casuquo daartoe de noodige vergunning te hebben verkregen tot het bekomen van welke vergunning ik my verzekerd heb dat hy zich werkelyk tot de Directie der Genie gewend heeft, waardoor dan ook ik geloof dat de by ZM besluit van den 16 November 1825 N 164 Art 6 voorgeschrevene voorziening, geacht mag worden in deze genomen te zyn.

N 252 30-9-1836 Jan Veenstra heeft nog geen berigt gehad over zijn verzoek te stellen van een remplacant. Hij kan nu met het schip de Twee Cornelissen, gevoerd door kapitein S. Veenstra, en varende voor het kantoor der Heeren Gebroeders Hartsen te Amsterdam een reis doen als derde stuurman naar Batavia.

N 253 Gouverneur 30-9-1836 patentgeld

N 254 1-10-1836 Aan de Kommandant 1 e Batt: 3 e Afd: NH Schutters te Hoorn

Dat de Schutter W.W. Smit ten gevolge van een correctioneel vonnis, zich bevindt in het Huis van Arrest te Alkmaar en de Corporaal Schutter K: Kind, ten gevolge van een wond aan de knie is verhinderd, blijkens hierbij gevoegde attest zijn verhinderd om de Inspectie bij te wonen.

[Willem Willemsz Smit (1807-1858), getrouwd met Adriana Gomes in 1847, 5 kinderen]

[Klaas Dirksz Kind (1798-1861) van Blokker, getrouwd met Immetje Dros (1819-1903) uit Oosterend, 9 kinderen]

N 255 Komm: Haarlem 1-10-1836 Schutters

N 256 Gouverneur 3-10-1836 Schadeloosstelling onvoorziene rampen

N 257 Aan de Gouverneur 5-10-1836 opgave erfenis Cornelisje Roeper

Dat de aangifte van de boedel van C. Roeper, weduwe P. van Graauw, bedraagt f 378,04,5 hiervan af successierecht en beredderingskosten, daarvan de Doopsgezinde Gemeente van Burg, Waal en Oosterend voor een kwart erfgenaam is, hoogstens f 60,-

N 258 Gouverneur 5-10-1836 Verificatie Gemeentekas

N 259 en 260 Gouverneur 5-10-1836 Vaccine

N 261 Gouverneur 6-10-1836 NM

N 262 Komm: Hoorn 6-10-1836

N 263 Onder Inspecteur van het Loodswezen te N Diep 8-10-1836 bebakening

Dat CL Duinker, dien ik gerustelyk durf aantebevelen, genegen is den post van Tonnenlegger op den duur waartenemen tegen een vast Salaris van f 100 S'Jaars

N 264 Aan de Gouverneur 7-10-1836, Rekest J.H. Rikkers

Dat het verzoek van H. Rikkers, dien ik voor een geschikt man ken, op zich zelve genomen van dien aard is, dat ik hetzelve zou moeten aanbevelen, en in deszelfs vergunning geen bezwaar gelegen te zien.

Alleen moet ik opmerken dat dat mij by daartoe gedaan onderzoek gebleken is, dat de door hem aangevraagde gronden tot de zoogenaamde Mientgronden behooren, welke bij Koninklijk Besluit van 14-8-1829 N 7 aan den Heer van Lit in Erfpacht zijn uitgegeven en nog als zoodanig door hem worden bezeten; waarvan derhalve het gevolg is, dat over dezelfde zaak niet andermaal kunnende beschikken, het geheele verzoek van de Rekestrant behoort te worden verwezen naar de Heer van Lit, als wien zulks als pachter van het geheel, directelijk betreft.

Ik zou alzoo van oordeel zijn, dat Rekest van den Adressant in zooverre konde worden toegestaan, dat namelijk bij het Gouvernement tegen zijne voorgestelde bebouwing gene bedenkingen bestonden, doch dat hij voor het overige verwezen werd tot de Heer van Lit als Erfpachter, alzoo verantwoordelijk voor het geheel, volgens het daarvan betreffende kontrakt.

N 265 9-10-1836 Aan de Directeur van het Postkantoor aan den Helder

Op gisteren is de postschipper K. Zunderdorp niet van hier met de brievenpost gevaren, ofschoon de gelegenheid van dien aard was, dat het zeer wel uittevoeren was. Brieven en passagiers hebben alzoo wederom moeten wachten.

Ik ben te minder gedisponeerd om zulks met stilzwygen voorbytegaan, daar voornoemd schipper volgens het eenparig getuigenis, ook by de minste of geringste aanleiding daartoe liggen blyft, en de gestadige vermeerderende Correspondentie tusschen hier en den vasten wal, de meest mogelyke vigilantie en activiteit der postschippers noodig maakt.

[Wilt U dit ter kennisse van het Gouvernement brengen?]

N 266 Majoor Komm: Haarlem 11-10-1836 Schuttery

Dat de schutter Jan Roetman eenigen tyd geleden uit den nieuw bedykten polder Eyerland(al waar hy werkzaam was) in stilte is vertrokken, zoo het schynt naar de provincie Overijssel.

N 267 15-10-1836 BM Ulrum

Te berigten dat de bij genoemde missive gevoegde Certificaten mij wel zijn geworden.

N 268 Schutterij Gouverneur maandelijksch rapport

N 269 15-10-1836 Trouwbeloften Aan de Burgemeester van Groningen

Voor het huwelijk van Eppo Jansz Dekens met Neeltje Simons Wuis weduwe P. Kikkert aangevraagd:

1 doodakte van zijn Vader Jan Geert Dekens overleden 19-1-1835

2 doodakte van zijn moeder Trijntje Rebbens overleden in 1816/17/18

3 geboorteakte 23-10-1811 van hem zelven

4 Bewijs van vrijstelling van de Nationale Militie, hebbende hij in 1819 te Groningen geloot. De vermoedelijke kosten van f 3,71 overgemaakt.

N 270 BS BM Helder 15-10-1836 Huwelijk C. Snooi en A. Bruin

N 271 Soldy Marine DG der Marine te s' Hage 17-10-1836 Lijst

N 272 NM Gouverneur

Jan A Dekker heeft in 1814 aan zijn dienstpligtigheid voldaan door het stellen van een plaatsvervanger. Dat vervolgens in 1828 genoemde Gerrit A Dekker het nommer 23 getrokken hebbende, om de dienst van den plaatsvervanger zijns broeders heeft gereclameerd, doch hoezeer het stellig zeker is, dat die plaatsvervanger behoorlijk zijne dienst heeft geprsteerd, heeft het echter genoemde G. Dekker niet mogen gelukken, te weten te komen bij welke afdeeling of wat corps hy in dienst gesteld is, enz.

N 273 Gouverneur 19-10-1836

Berigt ontvangst ordonnantie groot f 400.- subsidie schoolgebouwen.

N 274 Gouverneur 19-10-1836

Berigt ontvangst mandaten groot f 75.- ten behoeve van A.J. Dijksen en N. Bremer- aan de belanghebbenden uitgereikt.

N 275 passagegeld militairen DG van Oorlog te 's Hage

N 276 Gouverneur Schoolwezen rekest NJ de Cock 26-10-1836

School Eijerland

N 277 Gouverneur rekest postschippers C Metz en K Zunderdorp 27-10-1836

N 278 Gouverneur Nieuwe weg tusschen den Burg en het Oudeschil 28-10-1836

N 280 28-10-1836 Aan de Heer Adjunct Houtvester district Alkmaar 2 bladzijden

Dat reeds voor geruimen tijd nu en dan klagten zijn ingekomen over misbruiken en overtredingen op de Jagtwetten binnen deze Gemeente, waarop ik vervolgens weder de aandacht van den alhier aanwezigen Commissaris der Jagt gevestigd heb..

Dit saisoen intusschen zijn de klagten menigvuldiger dan ooit, en naar het schijnt worden ten gevolge van bijna volslagen gebrek aan behoorlijk toezicht, meer en meer alle in het algemeen belang gemaakte wetten en voorschriften op het stuk der Jagt overtreden, en het laat zich aanzien, dat zonder afdoende maatregelen de anders alhier ten gevolge de bedijking van Eijerland aanzienlijk toenemende Jagt, geheel zal verloren gaan.

Ik heb deze stand van Zaken als hoofd van het Eiland, het speciaal van mijn verpligting achtende zoo veel doenlijk te waken, daarvoor dat 's Lands wetten niet moedwillig en tevens straffeloos worden overtreden, gemeend UEdGestr dit een en ander te moeten mededeelen, en tevens ten ernstigste te verzoeken, zoo mogelijk daarvoor te willen zorgen, dat deze vergaande misbruiken ophouden.

Dit intusschen kan nooit of nimmer bereikt worden, tenzij men een behoorlijk gesalarieerden opzigter voor vast alhier plaatse, die dan tevens het Koegras, waar zoo ik meen almede geen behoorlijk toezigt is, zoude kunnen surveilleren. Alle ongesalarieerde opzigters toch beduiden niets hoegenaamd; zij zelve zijn vaak de grootste stropers, en het spreekt toch wel van zelve, dat een eerlijk man, eene reeds per se onaangename betrekking, niet zoo als het behoort om niet zal waarnemen, en op die wijze zijn huisgezin even stellig als belangrijk benadeelen.

De Heer van Doorn, actueel Kommissaris der Jagt, verzekert mij dan ook, dat, even min als de bestaande opzigters der Jagt alhier, zijns oordeels geschikt zijn, of den post behoorlijk waarnemen, hij evenmin daarvoor betere wist aantewijzen, en als grondig met het personeel van dit Eiland bekend, aarzel ik geen oogenblik dit getuigenis te bevestigen.-

Ik kan dan ook niet denken dat het plaatsen van een gesalarieerde Opzigter zoo groot een bezwaar kan opleveren, daar ik stellig meen te weten dat er in het Zoogenaamde Velzerkwartier, verscheidene soortgelijke digt bijeen zijn geplaatst, en eene bloote verschikking derhalve zoude welligt geheel voldoende zijn, om voor Texel en Helder te werken, zonder het overig Jagtdistrikt te ontblooten.-

Intusschen is dit een punt dat geheel van Zelve spreekt, dat volkomen aan UEdGestr beter en wijzer oordeel in deze onderworpen wordt, zoo wel slechts hoop ik, dat dit zal mogen uitwerken, dat het UEdGestr moge doen besluiten tot het nemen of instellen en doen nemen van Zoodanige maatregelen, als waardoor alle bestaande misbruiken ophouden, als hebbende ik vast besloten niet langer lijdelijk aantezien, de misbruiken en overtredingen, die zoo van eene financiele als Zedelijke Zijde beschouwd, in eene welgeordende Maatschappij niet straffeloos behooren geduld te worden, terwijl in de billijke veronderstelling dat het Departement der Jagt zich niet bloot te vreden stelt met akten voor de Jagt uittereiken, maar ook de daaraan verbonden regten wil en kan handhaven, ik mij met het goed gevolg dezer, met grond meen te mogen vleijen.

N 281 Gouverner 31-10-1836 Onvoorziene rampen rekest F. Koning

Dat na een behoorlijk ingesteld onderzoek, het mij voldoende is gebleken, dat het vaartuig van den rekestrant F. Koning voor binnenlandsche reizen gebouwd en gedestineerd-

De nood echter bij gebrek aan vrachten binnenlands dwingt vaak al zulke schippers vrachten steen van de Elve aftehalen, welke zij bij eenige verdiensten op binnenwateren niet zoude ambieren.

Intusschen moet men niet uit het oog verliezen dat deze zoogenaamde binnenlandsche Zeereizen tusschen de Eilanden en den vasten wal door, over de Wadden of ondiepten heen, plaats vinden, dewelke alzoo, ofschoon in den strikten zin des woords buitengaats, zeer moeijelijk met eigenlijke Zeereizen zijn gelijk te stellen.-

N 282 Registratie 31-10-1836 ouders van Johanna van Ursem onbekend

N 283 Gouverneur 1-11-1836 rek binnen loodsen OS

N 284 Gouverneur Rekest RC pastoor aan de Burg 1-11-1836

Dat zoo als Uwe Excellentie zich ongetwijfeld zal herinneren, de voorganger van dezen pastoor, de Eerw Quaadman steeds zich heeft mogen verheugen in eene Rijkstoelage ad f 300.- daar de tegenwoordige verdeeling van Texel in 2 kerspelen zonder twijfel beide zeer onvoldoende heeft doen zijn.

Dat dien tengevolge, en daar ik geen reden tot klagten heb over het maatschappelijk gedrag van den rekestrant, zoo als geestelijke zoo als burger, ik geen zwarigheid make zijn verzoek aan de welwillende voordragt Uwer Excellentie gunstig aantebevelen.

In hoeverre intusschen nu de verleende f 300 tot f 400 kan gebragt worden, is voor mij moeijelijk te bepalen, stellig waar is het dat de bediening der RC bewoners van Eijerland tot dit kerspel behooren, en dus des pastoors dienst bij voorkomende gelegenheden ongetwijfeld bezwaren, eenige verhooging alzoo van hetgeen pastoor Quaadman is toegestaan, zoude bij aldien zulks om andere redenen welligt niet belet word, geenzins onbillijk of zonder genoegzaam motief zijn.

Lijst der Eerw. heeren Pastoors die sinds het jaar 1800 de Parochie van den Burg op Texel hebben bediend met het jaartal hunner benoeming

Andreas van Weerd 1760 (?) [voor 1783]

Joannes Bates 1807

Leonard van Marrewijk 12-5-1813

Joannes Hermanus Baxtel 25-2-1815

Henricus Klinkman 1-11-1818

Bosch (descritor) 1823

Gerardus Boode 30-1-1824

Lambertus Gerardus Quaadman 13-9-1831

A:J: Terstappen 4-12-1835

S:H: Blom 25-4-1844

C.J.M. Bottemanne 8-10-1852

W: van den Hurk 16-9-1853

N: Grijskamp 15-12-1855

Leonardus Joannes Levisse 1-10-1861

Wilhelmus Adrianus Putman 28-10-1864

Petrus van Hugten 27-4-1869

Petrus van dr Werff 25-2-1876

N 285 Gouverneur 2-11-1836 NM cert: voor A vd Woude en G Dekker.

N 285 3-11-1836 Aan de Burgemeester van Roozendaal

Zekere Adriaan Willemsz Moor is in het Gesticht van Weldadigheid opgenomen. Geboren in Uwe Gemeente, zijn moeder Petronella Verbiest woont daar nog. Hij schint nergens vaste woonplaats gehad te hebben sedert zijn vertrek uit Rozendaal.

Voor eenige weken heeft hij een val gedaan en schijnt zich daarbij inwendig gekwetst te hebben, althans men heeft eene incessie in de zijde gedaan. Hij heeft daarop verteerd wat hij had en is nu gisteren door den nood in voornoemd Gesticht aangegeven en opgenomen. Hij heeft eene vrouw en twee kinderen, die echter tot heden niet ten onzen laste zijn gekomen, maar zich in den nieuw bedijkte polder Eijerland bevinden.

Verkiest UEd dat hij voor Uw rekening hier verpleegd wordt, of dat wij hem zoo ras mogelijk opzenden?

N 287 Gouverneur 3-11-1836 over de Commissen op Eijerland

N 288 Gouverneur 7-11-1836 Berigt rekest G. Liedmeijer- gunstig advies

N 289 BM Blokzijl 7-11-1836 bewijs huwelijksafkondiging van A. van Dijk

N 290 Gouverneur 9-11-1836 berigt rekest RC pastoor Oschil

Ook deszelfs voorganger de Eerw: de Garde, heeft steeds eene Jaarlijksche te gemoetkoming gehad, en ik geloof dat er dan ook alle reden bestaat om op des rekestrant verzoek gunstig te beschikken, daar ik mij overtuigd houde, dat het anders niet mogelijk is dat de rekestrant van zijne parochie een genoegzaam bestaan vindt.

N 291 11-11-1836 Aan de Rijksontvanger van Texel

Dat de persoon van G. Duinker is gehuwd, hebbende geen kinderen, 24 jaar oud en van een gezond ligchaamsgestel is.

[Gerrit Jansz Duinker (1813-1839) van den Hoorn]

N 292 Gouverneur Schutterij 14-11-1836 maandelijks Rapport

N 293 de Heere Kapitein ter Zee onder dienst van Marine te Willemsoord 15-11-1836

Dat de persoon van Arie Blank, zich steeds als een goed en stil Ingezeten dezer Gemeente heeft gedragen, en mitsdien zijn Maatschappelijk en Zedelijk gedrag buiten alle opspraak is, terwijl ik gemeld persoon heb doen aanzeggen om bij UEdgestr te verschijnen.

[Databank Arien Ariaansz Blank (1779 Callantsoog)]

N 294 Gouverneur 17-11-1836 aanvrage van een cert: voor de NM voor A vd Woude

N 295 17-11-1836 Aan de Burgemeester van Rozendaal

Kosten voeding en verpleging van A. de Moor 50 centen per dag buiten de geneeskundige hulp. Dat hij met de hem verzellende vrouw, wezenlijk niet in de Echt verbonden is.

N 296 Gouverneur 17-11-1836 aanvrage van een cert: voor de NM voor

N 297 ZE den Heere Dircteur Generaal van Marine te 's Hage 24-11-1836

Bewijs van erfregt van wijle C: Berting

N 298 25-11-1836 Aan de Gouverneur, onderwerp Toren van de Westen

Aan de Westkant van dit Eiland bevindt zich eenen Toren, welke van oude dagteekening is, en heeft behoord tot de Kerk van een zeer aanzienlijk dorp, dat voor 2 à 3 Eeuwen door den Oorlog vernietigd is. Alleen die Toren heeft de algemeene verwoesting overleefd en sedert tot een baken in Zee gediend.

Als zoodanig dan ook, heeft het Departement van Marine steeds het onderhoud van dien Toren gedragen, welke zich dan ook steeds in goeden staat bevindt.

Dezer dagen echter is mij kenbaar gemaakt, dat ten gevolge der laatste hevige winden, het dak of kap des Torens aanmerkelijk is beschadigd, zoodanig, dat zonder vernieuwing, die Toren ten gevolge den thans plaatshebbende inwateringen van Hemelwater zeer zoude verachteren, en spoedig aanmerkelijke kosten vereischen, welke herstelling echter alsnu, tijdig aangewend, meer dan waarschijnlijk met f 50,- zoude te bestrijden zijn.

Ik geef mij alzoo de Eer, de aandacht Uwer Excellentie op dit voor handel en Zeevaart niet onbelangrijke punt te vestigen, en tevens met bescheidenheid voortestellen, omtrent dat onderwerp ZE den Heer Directeur Generaal van Marine in onderhandeling te willen treden ten einde deze herstelling onverwijld geschiede, terwijl ik ten slotte en in het algemeen belang van 's Rijkskas, meen te mogen opmerken, dat de zuinigste en doelmatigste wijze welligt in deze zoude zijn, bijaldien op mij de noodige autorisatie verleend wierde, om onder de hand die herstelling ad f 50,- of minder te laten doen, als wanneer ik mij gaarne daarmede wil belasten, en zoo doende deze eenvoudige maar desniettemin noodige Zaak, spoedig en onkostbaar afloope.

N 299 Ontv van Registratie Texel 26-11-1836 Persoon onbekend.

N 300 BM Helder 30-11-1836 kosten huwelijksafkondigng

N 301 Gouverneur 30-11-1836 J. Roetman vertrokken naar Overijssel

N 302 Kommandant te Groningen 30-11-1836 Dat AA Harms zich hier niet bevindt

N 303 30-11-1836 Aan de Gouverneur, hevige storm

Dat na eenen aanhoudende harden wind, zelfs storm, gedurende den ganschen dag van gisteren, de wind tusschen 5 en 6 ure is toegenomen tot eene hoogte als welke men daar voor houdt, dat in kracht de befaamde storm van 31-12-1833 nog overtroffen heeft.

[Buisman: op de 29 e november is het (te Haarlem) 16 graden en onmiddellijk hierna volgt een bijzonder zware storm, die men vergelijkt met die van 1800 en 1747. Veel schade].

In deze Gemeente zijn vele rampen aan particuliere gebouwen te betreuren, de eene grooter, de andere minder. Van een koornmolen is de kap met as, roeden enz enz afgeworpen en heeft eene vrij aanmerkelijkee schade veroorzaakt. De openbare zeeweringen hebben zoo ver ik weet weinig geleden. Men zegt dat een vaartuig achter den Hoorn is weggedreven.

Gelukkig dat de storm na 6 ure spoedig bedaarde en het tamelijk goed weder werd, de gevolgen zouden anders onberekenbaar zijn geweest.

N 304 Gouverneur 1-12-1836 rekest van H. Plavier

N 305 Gouverneur 1-12-1836 cert: voor geloot hebbende personen Maarten Zijm, Huib: Huibertsz & H. Burger

N 306 3-12-1836 Aan de Burgemeester van Amsterdam, alimentatie Lammert Mooi

Dat de opnieuw door Lammert Mooi te maken kosten door mij zullen voldaan worden.

Dat echter, aangezien die uitgaven telkens wederkomen, ik mij de vrijheid geve UEd beleefdelijk uittenoodigen, dien persoon per eerstvolgenden Beurtman naar herwaarts te willen doen vervoeren, alzoo het Gesticht van Weldadigheid alhier zich bij vervolg met de verzorging van dien persoon wil belasten.

N 307 BM Velsen B. Houtwipper 3-12-1836

Heb ik de eer de goede ontvangst der daarbij gevoegde afrekening en het paspoort voor den persoon van B. Houtwipper te berigten.

N 308 Gouverneur 3-12-1836 J. Roetman

Dat deze volgens nader ingekomen berigten, zich in Mei jl alleen tijdelijk met andere werklieden naar Overijssel heeft begeven, om aldaar werk te zoeken, hetwelkd destijds moest worden aanbesteed. Zijne gewone woonplaats was te Purmerland.

N 309 Gouverneur rekest T Koning

Ik veroorloof mij alzoo de belangen van dezen waarlijk ongelukkigen en tevens braven man en huisvader aan de welwillendheid Uwe Excellentie aantebevelen, als wier magtige voorspraak in deze, dien man van het uiterste belang moet zijn.

N 310 Bewaarder der Hypoheken voor het arr: Alkmaar 8-12-1836 Voortvlugtige personen

Genoemde personen zijn niet bij mij bekend.

N 311 Ontv: Registratie te Texel 8-12-1836

Inhoud als boven.

N 312 idem

Personen op lijst hier niet bekend

N 313 12-12-1836 Aan de Rijksontvanger te Texel, plaatselijke bevolking

Dat zonder voor de volstrekte naauwkeurigheid te kunnen instaan, ik het daarvoor houde dat de vaste bevolking van 1835, nagenoeg gelijk heeft gestaan met die van 1825, gedurende de eerste 4 maanden; terwijl ik daarvoor houde dat de aanwinst in bevolking op Eijerland weder is verloren gegaan met de sterke verhuizing van den Hoorn en het Oudeschil naar het Nieuwediep.

N 314 Gouverneur 13-12-1836 Schutterij

N 315 Gouverneur 13-12-1836 Redding van manschappen

Beschikking van den 10 dezer, waarbij zekere scheepsverklaring van Kapitein Jb: Neelson met den brief van Schipper Simon G. Duinker dd 8 dezer, wordt gesteld in mijne handen ten fine als daarbij gemeld, heb ik de Eer onder terugzending van de stukken, daarop te berigten

Dat ik bij missive van den BM van Helder dd 24-11 Jl, ten geleide van een verslag dezer omstandigheid van den onder Inspecteur over het Loodswezen aldaar dd 28-11, voor het eerst ben onderrigt geworden van de redding dier Schipbreukelingen door voornoemdem Schipper, terwijl mijn voornoemden ambtgenoot, mij, als tot deze Gemeente thuis behoordende, op die wijze dat verslag van den Onder Inspecteur toezendende, tevens in overweging gaf, daaraan zodanig gevolg te geven als ik mogt gepast oordeelen.

In die bepaalde omstandigheid nu, begreep ik best te zijn, een Artikel in het Amsterdamsche handelsblad te plaatsen, waarin het voorgevallene eenvoudig, doch op de loffelijkste wijze vermeld stond, en ten slotte nog de opmerking werd gevoegd, dat het te betreuren was, dat Simon Duinker de Schipper, bij die gelegenheid eenig touwerk verloren had, met het oogmerk natuurlijk, hierdoor hem de schade te doen vergoed worden, zoo als zulks een en ander dan ook in het dagblad van den 2 dezer geplaatst is geworden, met het effect dat sedert van wege het loodswezen de geleden schade aan dien schipper is opgevraagd, ongetwijfeld met het doel die Schade te vergoeden.

Nu echter heeft men dien man naar het schijnt gezegd, dat zijne daad nog op eene andere wijze moest worden beloond en dat zulks daartoe alleen ter kennisse van Uwe Exc: moest gebragt worden.

Wat nu de waardering der daad van redding zelve betreft, zoo zij het mij vergund Uwe Excellentie te doen opmerken, dat het mijne overtuiging is, dat tot die daad geen meerder moed en zelfsopoffering is vereischt geworden, dan elk braaf Zeeman, die het hart op de regte plaats zit, in gelijke omstandigheden, doen zal, terwijl wanneer die daad verrigt was voor 25 of 40 Jaren geleden, het waarschijnlijk niemand zoude zijn in het hoofd gekomen daaraan eenige publiciteit te geven, of van belooning te gewagen.

Deze bijzondere publiciteit echter, heeft de zaak thans reeds door mijne zorgen verkregen, en dit reeds is naar mijne opinie meer een toegeven en involgen geweest aan den heerschenden geest, ook in dit opzigt, dan wel als een bewijs dat er eenige buitengewone moed en Zelfsopoffering heeft plaats gehvonden; schade is niet geleden, of voor zoo verre die geleden is, wordt die vergoed.

Welnu, wanneer Uwe Exc: nu nog eens daarenboven ein derzelven hooge betrekking, de manschappen dier boot een Schriftelijk bewijs harer goedkeuring gaf, met toezegging bij gepaste gelegenheid zulks steeds in aandenken te willen houden, dan zoude ik meenen is deze daad ook al op eene voldoende wijze erkend geworden.

Maar- zijn ze wel beloond voor deze vracht?

Dit is een punt van belang, vaak gebeurt dit niet, of althans schraal, en dat kan van het schromelijkst gevolg zijn, voor de redding van Schipbreukelingen. De schipper S. Duinker s tegenwoordig niet te huis, anders zoude ik zelf dit onderzocht hebben.

Tenslotte is het mij vergund Uwe Exc: optemerken, dat door dit onbewimpeld bloot zeggen mijner opinie, ik niet hoop, in eenigen deele bestaande opinien voor dien Schipper & zijn Volk, die hen eenig extra voordeel konden aanbrengen, te krenken.

Niets is moeijelijker dan de beoordeeling van wat edelmoedige daden zijn, vooral in den tegenwoordigen tijd, en zeer ligt alzoo dat meer bevoegde regters dan ik, in deze enen buitengewone moed en zelfsopoffering zouden erkennen, die het noodig zoude zijn als zoodanig te beloonen, en aan wien beter oordeel ik gaarne het mijne zal zien opgeofferd.

[Databank: Simon Gerritsz Duijnker (1779-1850) loodsschipper, getrouwd met Dirkje Klaas Kok (1783-1843), 8 kinderen]

N 316 Schoolopziener 4 e district in N Holland te Haarlem 14-12-1836

School Eijerland

N 317 Gouverneur 14-12-1836 School Eijerland- onderwijzer

Immers bestaat de vaste bevolking van Eijerland ten getale van 583 zielen uit eene van alle plaatsen, maar speciaal uit Groningerland zamengeraapte hoop menschen.

Het zoude voorbarig, en hoogst waarschijnlijk onregtvaardig zijn, dezelver algemeene denkwijs voor zooverre die bestaat te veroordeelen, doch dit weet ik Excellentie, en schroom ik niet confidenteel medetedeelen, dat die zelfde bevolking personen telt, wier wijze van doen en handelen, in meer dan een opzigt mijne ernstige aandacht gevestigd houdt, en die ik niet gaarne zoude zien dat de minste aanmoediging vonden, zoo als zulks bij het plaatsen van eenen geheel vreemden onderwijzer, als waarop de keuze zich soms vestigen konde, en die soms zeer spoedig door den op een zoo bijzondere plaats geheel eigenaardigen geest van quasi liberaliteit mogt aangestoken raken, al ligtelijk het geval zoude kunnen zijn.

N 318 NM G. Liedmeijer 15-12-1836 verlof voor zijn zoon Jan Gerritsz Liedmeijer

N 319 16-12-1836 Ontvanger der Registratie te Texel,

Dat Antje Witte, weduwe Johannes Hopman, in leven en aan den Burg woonachtig is.

[Johannes Bernardus Josephus Homan/Hoffman (1756-1826) kwam uit Emsbüren in Duitsland. Hij was in 1801 op Texel getrouwd met Antje Jans Witte (1775-1857) uit den Hoorn. Zij kregen 14 kinderen, waarvan 5 hun moeder overleefden]

N 320 Gouverneur NM 16-12-1836

N 321 Heeren Regenten van het alg: Weeshuis van Texel 19-12-1836

Voordragt gevraagd van een dubbel tal personen, geschikt tot Regenten, om daaruit 2 te kunnen benoemen, 1 voor Burg en 1 voor OS.

N 322 Schoolcommissie 19-12-1836

N 323 Schoolopziener 19-12-1836 onderwijzer Eijerland

N 324 Registratie 20-12-1836

N 325 Gouverneur aanstelling Commissen Eijerland 20-12-1836

Benoeming van Pieter Schagen, oud-stuurman ter koopvaardij, thans buiten beroep aan den Burg alhier woonagtig, tot Commis der plaatselijke belastingen, gestationeerd op Eijerland tegen een jaarlijks traktement van f 300.- per 1-1-1837.

[Databank: Pieter Jansz Schagen (1781-1859), getrouwd met Maartje Hendriks Bakker (1783-1823) van Oosterend, gestorven in Enkhuizen, 5 kinderen geboren in Nieuweschild. Op 1 na overleefde Pieter ze allemaal (zie Dirkje Schagen: Wel is waar ach baren Heere daar ik wel niet als Vrouw het aan UEdel Heere verzoek, maar tog als den Eenige Dogter die mijn Vader in zijn leven altijd getrouw heeft opgepast
En bij gestaan, Niet te min dat het een pligt is van een Kind te doen aan zijn Ouders). Er waren geen kleinkinderen].

N 326 Gouverneur 20-12-1836

Aanvrage Cert: NM Jb. S. Duinker

N 327 Gouverneur 21-12-1836 rekest T. Koning

N 328 Gouverneur 28-12-1836 Loterij Cornelis Moojen

N 329 Gouverneur Schoolwezen 20-12-1836

N 330 Controleur belastingen Helder 3012-1836 Commissen en Surveillance

Benoeming Pieter Schagen

N 331 30-12-1836 Aan de Provinciale Commissie voor Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzicht te Haarlem

Dat Christina Schneider naar Barendrecht Zuid Holland [is vertrokken] en het vestigen [melden] van den Plaatselijk Heel- en Vroedmeester C.F. Rechlien uit de stad Muiden,

En van de Vroedvrouw Jenske Jans Oomes, uit de Gemeente Helder.

1837

N 1 Gouverneur rekest G.A. Dekker 2-1-1837 geen bezwaar

N 2 2-1-1837 Aan de Gouverneur, Rekest J. Zijm

Dat ofschoon het ongeval den Rekestrant overkomen deelneming verdiend en een en ander de waarheid overeenkomstig is [de wet niet voorziet in] zoodanige gevallen, dan dat voor den Rekestrant geen uitzondering kan worden gemaakt.

N 3 B&W Amsterdam 2-1-1837 Beurt Regt, reglementering

N 4 Gouverneur 2-1-1837 Beurtvaart tusschen Amsterdam en Texel

N 5 Gouverneur 3-1-1837 toezending staten van geboorte, huwelijken en sterfte

N 6 Inspecteur Militair NH 3-1-1837 J. Roetman

N 7 Gouverneur 4-1-1837 Verificatie kas

N 8 Gouverneur 4-1-1837 voordragt Regenten Weeshuis

N 9 4-1-1837 Aan de Gouverneur, onderwerp Westertoren

Uittreksel van de vergadering van de Gemeenteraad van Texel, waarin de gestelde vragen worden beantwoord.

N 10 Gouverneur Jaarlijks verslag 4-1-1837

N 11 Gouverneur Haven N Schil 5-1-1837

N 12 BM Grijpskerk Schutterij 7-1-1837 geboorte attest Elke Renses

N 13 9-1-1837 kolonel kapitein ter zee G.A. Pool kommandeerende ZM wagtschip de Keno Hasselaar te N Diep

Militaire bijstand gevraagd door de Directeuren der Haven te OS,

-dat de zich in die Haven bevindende vreemde panharing visschers dezer dagen zich aan verre gaande ongeregeldheden en brutaliteiten hebben schuldig gemaakt, iets dat te vrezen staat dat zonder genoegzame militaire ondersteuning telken reize zal plaats vinden en waar van de gevolgen wel ligt zeer Ernstig zoude kunnen zijn-

N 14 12-1-1837 Aan de Gouverneur

Vertrek naar en komst uit andere Provincien

Uit Groningen 190 personen, Utrecht 18, Zuid Holland 140, Zeeland 35, Vriesland 27, Overijssel 5, Gelderland 4, Noord Brabant 9, totaal 428

Twee personen van hier naar Zuid Holland

N 15 Gouverneur schutterij 12-1-1837 maandstaten

N 16 Gouverneur toezending rapport Gemeenteraad 13-1-1837

N 17 en 18 14-1-1837 Aan de Gouverneur Staat van vaccinatien 1836

N 19 Gouverneur schutterij 15-1-1837 getal disponibele manschappen 1836

Postschuit niet gevaren

N 20 Gouverneur 16-1-1837 Ordonnantie CC Bakker f 3.50.- en 725.-

N 21a Gouverneur 16-1-1837 Brandbluschmiddelen

N 21b Luit Gen der Marine in 'S Hage soldij Marine 16-1-1837 A.P. Brouwer

N 22 19-1-1837 Aan de Opperhoutvester te 's Gravenhage

Van de Adjunct houtvester niets gehoord, behalve dat hij de brief had opgezonden aan de Houtvester Boreel. [Maatregelen nodig] daar telken reize mij overtredingen op het Jagtorde onder de hand worden medegedeeld, die het wel onmogelijk schijnt zonder eenig doelmatig opzigt te kunnen tegengaan, terwijl ik stellig geloof, dat door het plaatsen van eenen gesalarieerden Opziener binnen deze Gemeente, die tevens aan den Helder surveilleert aan alle misbruiken paal en perk zal worden gesteld.

N 23 GS 19-1-1837

Dat alle de zoogenaamde groote wegen op dit Eiland die tot gemeenschap tusschen de verschillende dorpen en punten dienen ook tot deszelfs jurisdictie behoren, terwijl bovendien er een aantal zoogenaamde buurt of eigen wegen bestaan, die alle even zeer daartoe behoren-

Dat het beheer en onderhoud der groote wegen op dit Eiland uitsluitend tot het plaatselijk bestuur behoort, terwijl de overigen worden beheerd en onderhouden door Ingelanden of Buurheeren, alles echter onder oppertoezigt van het plaatselijk bestuur-

Dat er geene reglementen alhier bestaan, die directelijk op het onderhoud der wegen doelen-

Dat de wegen alhier tot dusverre alle onbeplant zijn, terwijl er ook geene verordeningen op het stilhouden der Molens bij passeren van rijtuigen of reizenden bestaan-

Wat nu betreft onze consideratien op dit punt, zoo zij het ons vergund op te merken, dat een gemeente als dit Eiland die ten aanzien der groote en andere wegen zoo geheel op zich zelve staat en in dat Opzigt met geen andere Gemeente iets te maken heeft, onzes oordeels minder bevoegd is dan alle anderen van het Vaste Land, om op dit belangrijk punt bedenkingen voor te dragen als welke hoogst waarschijnlijk min juist en doelmatig zoude weezen.

N 24 Gouverneur Schutterij 19-1-1837

N 25 Dir Gen van het Departement van Marine te 's Hage 23-1-1837 soldij

N 26 Ontvanger der Registratie Buitenlands overledenen 24-1-1837

Geene personen op de lijst mij bekend-

N 27 BS aan H. Koster te Alkmaar 24-1-1837 Registers BS

N 28 Collecten aan Pastoor RC Gemeente Burg 25-1-1837

De Lieden die gisteren de Collecte van Gouvernements wegen geordeneerd langs de Huizen hebben gedaan geinformeerd geworden dat de Leede van Uwe gemeente van deze collecte veel minder van het doel waartoe dezelve strekte iets wisten-

Ik verzoel U Eerwaarde derhalve mij schriftelijk te willen melden wat de reden is dat U Eerwaarde de Kennisgeving die ik op hoog bevel aan alle Leeraren der onderscheidene godsdiensten en ook aan U heb gedaan zoo geheel door U Eerw is ter zijde gelegd, ten einde ik mij dienaangaande kan verantwoorden.

N 29 voorz: en leden School commissie van Texel, schoolonderwijzer J. Brouwer 25-1-1837

Benoeming van Johannes Brouwer te Eijerland

N 30 t/m 44 NM 27-1-1837 certificaten

N 45 Schutterij 27-1-1837 aan den Heer HJ Vonk te Texel

-Heb ik de eer UEd door deze den Last op te leggen om te zorgen dat door UEdG voor den 1 e Mei eerstkomende aan Uwe wettelijke verpligting betrekkelijk Uwe inlijving bij het Korps mobile Schutterij te Haarlem worde voldaan op straf fe van als nalatige te worden beschouwd-

N 46 Gouverneur 28-1-1837 Hervormde Zielen

N 47 NM aan BM van Noordwijk binnen 30-1-1837

Signalement van Maarten Noorderwerk? Ivm met Loting aldaar

N 48 Gouverneur Inzending staat verliezen door Storm 30-1-1837

Benevens een som van f 149:26 ½ als bedrag der alhier tot dat einde gehouden collecte

N 49 Gouverneur NM 30-1-1837

N 50 Gouverneur 1-2-1837 onderwijzer Eyerland functie aanvaard

N 51 B&W Amsterdam 1-2-1837 Beurtvaart Amst- Texel

N 52 Gouverneur NM 2-2-1837

N 53 Gouverneur 4-2-1837 geene vrijwilligers voor de NM aangegeven

N 54 Gouverneur NM 4-2-1837 rekest Jan Troost

Om alsnog enen plaatsvervanger voor zijn zoon Hendrik in den dienst der NM te mogen stellen- Bm heeft geen bezwaar.

N 55 Gouverneur 8-2-1837 Dat zich hier geene kinderen uit Godshuizen bevinden welke naar de Colonien der Maatschappij van Weldadigheid moeten worden opgezonden.

N 56 9-2-1837 Nationale Militie op ligchaamsgebreken te onderzoeken Albert Jonker, Pieter Kikkert, Arie Kooger, Klaas Mossel en C. Nannings

[Albert Jonker (1817-1901) uit Den Hoorn, Pieter Kikkert (1817-1866) Oudeschild, Arie Kooger, Klaas Mossel (1816-1884), Cornelis Nannings (1817-1842)]

N 57 Gouverneur 10-2-1837 ordonnantie

N 58 13-2-1837 Haringvisschers

N 59 Gouverneur 13-2-1837 Schutterij

N 60 Gouverneur 13-2-1837

geen Texelaars op de lijst van buitenlands overleden Nederlanders

N 61 13-2-1837 Aan B&W van der Stad Sneek

Dat Pieke Jarigz Kiestra van de Hervormde godsdienst, sedert 16 jaren in Sneek woonachtig, onderstandsdomicilie heeft verkregen, aangezien hij sedert zijne meerderjarigheid geene vaste woonplaats gehad heeft.

Deze Pieke Kiestra heeft het ongeluk gehad den 9 February zijn been te breken ten gevolge het Holle eener boerenwagen van den boer alhier bij wien hij in dienst is. Het been is gezet, doch zal het volgens het oordeel van den Heelmeester eenigen tijd duren eer het weder genezen zal zijn. Declaratie volgt.

N 62 Gouverneur 17-2-1837 rekest C. Zunderdorp geen bedenkingen

N 63 De Heer Administrateur van 'S Rijks schat kist te Amsterdam 20-2-1837

Reeds zeer veele moeite heb ik mij in het belang van de behoeftige Erv C. Berting gegeven ten einde de betaling te bekomen der hun van den Lande nog toekomende f 1816, terwijl uit de deswegens met H:Excellentie de heeren minister van finantien en Marine, ut welke correspondentie zich genoegzaam laat opmaken, dat de x in zoo verre de overgelegde stukken tot ontvang in voldoende vorm zijn enz-

N 64 Gouverneur na 20-2-1837 rekest T. Koning

Dat het Huisgezin van den daarbij bedoelden T: Koning bestaat uit man, vrouw en 5 kinderen

Dat desselfs finantiele toestand zoodanig is dat zij door het verlies van zijn vaartuig nagenoeg zijn geheel vermogen heeft verloren en hij in den noodzakelijkheid is gebragt om de voortzetting van zijn schippers affaire en om zijn gezin van dagelijks levensonderhoud te voorzien gelden te moeten opnemen tot aankoop van een ander vaartuig-

N 65 20-2-1837 Aan de Burgemeester van Rozendaal declaratie A. de Moor f 68,85

N 66 21-2-1837 Aan de Burgemeester van Burum

Pieke Kiestra oud 30 jaar, boerenarbeider in Uwe gemeente geboren, zoon van Jarig Else Kiestra en Gebte Dekkes Douma (zie missive N 61) door Sneek naar Burum verwezen.

N 67 Gouverneur 21-2-1837 Extract notulen

Betreffende de bij Uwe Excellentie voorgestelde afscheiding van Eyerland.

Ik erken gaarne dat ofschoon ik het daarvoor houde dat het Gouvernement in de bedenkingen van onze Gemeenteraad zoude hebben toegestemd, het des niet te min mij zeer aangenaam is dat deze kwestie waar van de gevolgen voor deze Gemeente zoo hoogst bedenkelijk zijn op dusdanige wijze is uit den weg geruimd, terwijl ik mij vlij dat HEGA HH GS geen de minste zwarigheid zullen maken de door dezen Gemeenteraad gedane verzekeringen te ratificeeren als zijnde alle in den aard der zaak zelve liggende en op de billijkheid gegrond; terwijl het mij dan ook hoogst aangenaam zoude zijn zoo spoedig mogelijk met Uwe Excellenties antwoord te worden vereerd ten einde onverwijld met de uitvoering van het toegezegde te kunnen voortgaan uitgenomen de voordragt van eenheid voor de Gemeenteraad als het welk tot de gewone aftredingen zal moeten worden uitgesteld.

Eindelijk ook geef ik Uwe Excellentie eerbiediglijk in consderatie ZM gouvernement van dit voorgevallene tusschen de Gemeenteraad van Texel en den rekestranten te willen informeren ten einde deze zaak niet meer geinstrueerd maar van heden af als afgedaan moge beschouwd worden.-

N 68 Gouverneur College zetters 23-2-1837

N 69 Gouverneur 24-2-1837 Tarief onzer plaatselijke belastingen

N 70 Gouverneur 2-3-1837 rekest NJ de Cock molen

N 71 1-3-1837 Aan de Gouverneur 2 ½ folio over aanstekende ziekte onder het Hoornvee

N 72 Gouverneur 1-3-1837 Acten BS- status van getuigen bij overlijden

N 73 BM Helder NM 6-3-1837 Lotingslijsten

N 74 Gouverneur 8-3-1837 certificaten

N 75 B&W Amsterdam 10-3-1837 beurtvaart

N 76 10-3-1837 Aan de Gouverneur

Fonds tot vestiging en onderhoud van Weezen in de Kolonie van Weldadigheid, het teveel gestort Gelden voor verpleging van personen in de Kolonien een bedrag van f 51,22 terug ontvangen-

N 77 Gouverneur NM 10-3-1837 rekest van Jan Luijtsze tot finale vrijstelling

Dat het verzoek door den Rekestrant gedaan der waarheid over een komstig is, terwijl het mij toeschijnt dat de voorschreve zaak uit hoofde der bijzondere en zeer ongelukkigen omstandigheden alle ondersteuning verdient, om welke reden ik dan ook de vrijheid neem om het verzoek door den Rekestrant gedaan Uwer Excellentie ten gunstigste aan te bevelen.

N 78 Ontvanger Rijks belastingen 13-3-1837 afkondiging en aanplakking der circulaire

N 79a Gouverneur NM

N 79b Gouverneur Schutterij 13-3-1837

N 80 15-3-1837 Aan de Burgemeester van Rozendaal

Uitleg over rekening A. de Moor

N 81 18-3-1837 Militieraad NM

N 82 Gouverneur 20-3-1837 staat uitgaven onderwijs

N 83 BM Helder 22-3-1837 BS G. van der Werf en Aaltje Hoeks

N 84 22-3-1837 Aan B&W van Terschelling

Bewijs van bestaande trouwbelofte tusschen Douwe de Lange en Maria Groeneveld

[Maria Hendriks Groeneveld (1811-1905) uit Harlingen trouwde op 15 april 1837 met Douwe Jansz de Lange (1805-1857) uit Oudeschild. Ze kregen 8 kinderen, waarvan Johanna in 1835 en Marijtje in januari 1837 werd geboren].

N 85 Rijksontvanger Texel 24-3-1837 personele belastingen

N 86 Minister van Financien 25-3-1837

Ontvangst assignatie van f 100.- tbv T. Kooning

N 87 27-3-1837 Aan de Gouverneur, berigt op rekest van P. Lindgreen

Dat mij die zaak wel ten volle bewust is, doch daar het mij toeschijnt dat dezelve eene gewone burgerlijke Regtszaak is, neem ik dan ook de vrijheid te verwijzen naar de Regtbank.

N 88 Gouverneur bijdrage f 6,50 Staatsblad 28-3-1837

N 89 Gouverneur NM 29-3-1837 geboorte attest van Maarten Verberne

N 90 Gouverneur certificaten

N 91 31-3-1837 Aan de Gouverneur Nationale Militie

Pieter Kikkert was vorig jaar vrijgesteld uit hoofde van borstigheid, doch dit jaar weder goedgekeurd. Zijn vader vroeg om herkeuring, de Burgemeester ondersteunde dit verzoek.

[Pieter Klaasz Kikkert (1817-1866), trouwde in 1844 met Marretje Zuidewind, 4 kinderen en in 1858 met Maartje Kooger, 5 kinderen]

N 92 Militieraad Hoorn 3-4-1837 NM

N 93 Gouverneur 3-4-1837 NM

N 94 Kommandant depot infanterie Utrecht 5-4-1837 paspoort H. Troost

N 95 Gouverneur 6-4-1837 De overigens waarlijk ongelukkigen M. de Wijn weduwe Blom [vraagt] nogmaals eenige gratificatie. Burgemeester maakt geen zwarigheid.

Dat ik over hetzelfde onderwerp reeds vroeger de Eer heb gehad Uwe Excellentie te schrijven en wel bij mijne missive van den 12-1-1836 N 13 en waarop het ZM heeft behaagd bij besluit van 3-2-1836 N 74 een gratificatie van f 40.- te verleenen-

Ik kan niet anders dan bij mijn destijds geuit gevoelen blijven volharden dat namelijk er geen termen hoegenaamd voor het verleenen van eenige duurzame onderstand bestaan; terwijl in zoo verre det ZM behagen mogt de overigens waarlijk ongelukkige weduwe nogmaals eenige gratificatie te willen toekennen, ik natuurlijkerwijze geen zwarigheid maakt dezelve aan Uwe Excellentis vermogende voorspraak in deze gunstig aan te bevelen.

[Marretje Abrahams de Wijn (1808-1889) was de weduwe van Jan Blom (1806-1835), allebei van Oudeschild. Ze waren getrouwd op 8 september 1831 (eerste kind kwam in januari 1832). Marretje had met Jan drie kinderen, Heiltje, Engeltje en Jan. Het jongetje was geboren na de dood van de vader, het werd maar nauwelijks 3 maanden oud.

In 1839 hertrouwde Marretje met Teekele Rijnsz Zwaal (1799-1896) van Terschelling. Die was als (hoofd)onderwijzer werkzaam aan het Oudeschild vanaf 1828, getrouwd met Anna Laan, die in 1838 overleed (6 kinderen). Met hem kreeg Marretje 8 kinderen, die ze bijna allemaal overleefde. Zie het verhaal van Teekele Zwaal over haar leven met hem].

N 96 Gouverneur NM

N 97a Gouverneur op dato inzending PV verificatie kas Eilands ontvanger

N 97b 6-4-1837 Gouverneur rekest NJ de Cock schoolocaal

N 98 Gouverneur 6-4-1837 verificatie kas Eilands ontvanger

N 99 6-4-1837 Vaccinatien

N 100 B&W Amsterdam 6-4-1837 rekest JD Flens beurtschipper

N 101 10-4-1837 Aan de Gouverneur onderwerp Adriaan de Moor 2 folio

N 102 Registratie 10-4-1837

N 103 7-4-1837 Aan de Predikanten

Bidden voor Princes Marianne echtgenote van Prins Albert van Pruisen

N 104 Gouverneur NM 12-4-1837

N 105 Gouverneur 13-4-1837 rapport schutterie

N 106 Minister van Financien administratie van de Rijksuitgaven 's Gravenhage 14-4-1837

De ontvangst te berigten van de bij die missive gemelde assignatie N 155 ten behoeve Helena Plavier, wed P. de Wit alhier ad f 49.58 ½ wegens gratificatie toegestaan bij ZM besluit van den 4 April 1837 N 74.

N 107 Prov. Comm. Haarlem 15-4-1837 vaccinatien

N 108 Ontvanger der registratie 21-4-1837 B. Loohuis onbekend

N 109 21-4-1837 Aan de Grietman van Kollumerland

Dat Pieke Kiestra van zijn beenbreuk volkomen is hersteld, zoodat hij op gisteren het Gesticht van Weldadigheid heeft kunnen verlaten ten einde als van Lieverleden zijnen gewonen werkzaamheden weder te kunnen hervatten. Met nota ad f 87,60 voor de Diakenen der Gemeente van Burum

N 110 20-4-1837 Aan de Gouverneur Geditalleerde rekening van den Geneesheer Ahlé ter zake van den alhier verpleegden A. de Moor.

N 111 Gouverneur 21-4-1837 Huishoudelijke administratie

Geneesheer en vroedvrouw Eyerland

N 112 Gouverneur 21-4-1837 Tabellen van instellingen van liefdadigheid

N 113 21-4-1837 Aan de Gouverneur, Rekest van H. Smit, onderwijzer van de Koog

Reeds verscheiden male heeft de onderwijzer van de Koog alhier H. Smit zich gewend per Rekeste tot het Gouvernement om een toelage bij het ontoereikende inkomen van f 210,- te krijgen [Burgemeester steunt dit] al ware het slechts f 100 bv jaarlijks.

N 114 24-4-1837 Aan de Gouverneur Posterij Vlieland

Dat vroeger de Vliepost altoos bij den nacht het Eijerlandsche Huis open vond en nu moet aankloppen, aangezien de geheel veranderde toestand van Eijerland zulke meerdere voorziening volstrekt noodig maakt. Ik heb intusschen de bewoner van dat Huis zijne pligt ten deze ernstig voorgehouden, die mij dan ook verzekerd heeft dat de post met alle mogelijke spoed en betaamlijkheid bij voortduring zal behandeld worden.

N 115 Gouverneur 26-4-1837 patentzegels

N 116 26-4-1837 Aan den Heer Rijksontvanger van Texel

Dat Israel Meijer Voltijn voor zoover mij bekend is geene goedere binne deze Gemeente bezit of achter gelaten heeft.

N 117 28-4-1837 Aan de Heer Schout bij Nacht Inspecteur over het Loodswezen te 's Gravenhage decl: rep: toren Westen

Ter voldoening aan eene bij mij ontvangen missive van ZE de Heer Gouverneur van Noord Holland van dato 18 Januari ll N 261/1033 geef ik mij alsnu de Eer UEdGestr bij deze toetezenden de declaratie in triplo der gedane reparatie aan de op de Westkant van Texel staande Toren, de zelve door UHEGestr tusschenkomst ter verevening aan ZE den Heer Directeur Generaal van den Marine moge worden ingezonden.

N 118 28-4-1837 Voor het bijwerken der Kadastrale plans over 1837 f 23,36

N 119 29-4-1837 cert: C. Zunderdorp

N 120 Gouverneur 2-5-1837 Patent bladen

N 121 Gouverneur 5-5-1837 NM

N 122 Gouverneur 5-5-1837 patent zegels

N 123 Gouverneur 8-5-1832 School locaal Eyerland enz.

N 124 Bewaarder Kadaster te Alkmaar 9-5-1837

Opgave strekkende om veranderingen in de kadastrale stukken te doen bewerkstelligen.

N 125 NM 10-5-1837 rekest Jan Luijtsze

N 126 NM 10-5-1837 cert:

N 127 Gouverneur 10-5-1837 patenten

N 128 12-5-1837 Albert Smit hier onbekend.

N 129 Gouverneur 13-5-1837 Maandstaat schutterij

N 130 Gouverneur 16-5-1837 rekest de Cock Eere dienst Eyerland

N 131 Ontv: Registratie Texel 18-5-1837

Dirk de Waij en Cornelis Hoogewerf onbekend

N 132 28-5-1837 Aan de Gouverneur

Onbeheerd zijn van apotheek na het overlijden van de Geneesheer F.J. Gordijn.

Dat de weduwe heeft de (zeer weinige) genees- en heelmiddelen aan eene alhier wonende Genees- en Heelmeester overgedaan, deels heeft weggeworpen.

N 133 28-5-1837 Aan Predikanten Slothouwer BG, Veenstra BG WL en OD, Wieland Waal, Steinfort OD, Offerhaus HN, Vrendenberg OS en de pastoor

Dankzegging voor de gelukkige verlossing van princes Marianne

N 134 cert: Jan Wuis

N 135 Gouverneur 24-5-1837 NM

Dat de persoon van Lammert de Wijn waar voor bij de loting voor de NM dezer gemeente over dit Jaar het dienstpligtig Nummer 47 getrokken is en varende met Capt: Blom dezer dagen alhier van Batavia is binnen gekomen en naar Amsterdam op gezeild.

N 136 BM Terschelling 24-5-1837 ondertrouw C. Zunderdorp en A. Keijzer

N 137 Gouverneur 29-5-1837 rekest C. Nolle

Zal zorgen dat hij onder het aanzienlijk getal kandidaten tot de betrekking van veldwachter mede onder de aandacht van de Raad dezer Gemeente gebragt worde.

N 138 Gouverneur 29-5-1837 Straatweg Haven naar Burg

Dat eene naauwkeurige Leiding aan het zoo even genoemde verslag der genie mij heeft doen zien dat de aanmerkingen bij dezelve gemaakt zich bepalen tot de volgende-

De haven van het Oudeschild zou genoegzaam zijn de eenige goede Landing plaats-

Dat door ons dan ook teregt in den franschen tijd een groote weg van de Haven van het oude Schild naar den Burg langs de Schans is heenen gelegd-

Zoo lang door de bedijking van het noordelijk deel de topografische aangelegenheid van dit Eiland niet verandert, de groote weg van den Haven van OS naar den Burg zal moeten blijven verloopen langs en onder het vuur van het fort-

Voor eerst is het eene volkomene dwaling dat de Haven van Texel de genoegzaam eenige goede Landing plaats zijn zoude, zonder de minste kennis van de Kunst van 't oorlogen, doch te beter bekend met de plaatselijke aangelegenheid van Texel, houden wij het daar voor dat de Haven van Texel voor eene eventuele landing welligt de minst geschikte plaats zijn zoude als terwelker plaatse men althans uit Zee van daan niet komen kan zonder het vuur van den geheele Helder en Nieuwediep en vervolgens het Fort op Texel gepasseerd te hebben, terwijl niets gemakkelijker zijn zoude dan met geheele vermijding van dat gevaar eene Landing te bewerkstelligen achter Oost;- in de Rogge sloot;- Langs de Koog- en zoo men het vuur van den Helder kan trosseren zoo als bij eene landing in stilte altoos zijn moet met het uiterste gemak in den Karhoek achter den Hoorn-; alle welke punten des noods geschikte en sommige zeer geschikte landingsplaatsen aanbieden die dadelijk in het hart des Eilands voeren zonder dat de Schans van Texel iets daar tegen vermag uittevoeren-

Alle de Redeneringen der genie alzoo op grond van het erroneus beginsel gebouwd vervallen daar door van zelf-

Ten anderen dat dan ook teregt om die reden de groote weg van den Haven van het OS naar den Burg langs den Schans in den franschen tijd is henengelegd-

De tegenwoordige groote weg zoo als die nu is heeft reeds Eeuwen bestaan voor het geheele fort aanwezig is en dus wel zeer zeker voor de fransche tijd- het is trouwens in ons Primitief adres reeds opgemerkt, dat tijdens het Fransche bestuur die mij door dat bestuur die weg wille keurig is naar zich getrokken, die weg toch leidde vroeger van de gewone Landingsplaats bewesten de Schans in eene regte lijn naar den Burg. De veranderde plaatsing der Haven echter in de vorige Eeuw maakte de dwars weg langs het fort noodzakelijk zoo als die nu loopt en van de toevallige omstandigheid maakte de franschen in 1812 gebruik om een bedekte weg voor den Schans daartestellen zonder eenige schadeloosstelling aan deze Gemeente ofschoon de daar voor ten volle was wenschelijk als zijnde niet anders dan eene onteigening ten behoeve van den staat- ook dit argument is dus min juist-

Eindelijk en in de derde plaats dat zoolang door de bedijking van het noordelijk deel de topografische aangelegenheid van het Eiland niet veranderd tot zoolang dan ook de geprojecteerde groote weg langs en onder het vuur va het fort zal moten blijven loopen, wel nu, die verandering heeft dan tegelijk met de indijking van Eyerland werkelijk plaats gegrepen; de vaart op den Roggesloot van Eyerland is dagelijks en zeer druk schier alle aan en afvoer geschiedt op dit punt en het lijdt geen de minsten twijfel of de directie van Eyerland zal al het mogelijke daarstellen en wel moeten daarstellen, om de aankomst ter dier plaatse zooveel mogelijk te houden en te verbeteren-

Niets ligter dan langs den dijk oostwaars op naar den Burg te trekken en het geheele Eiland te occuperen zonder dat van de zijde van de Schans iets zoude worde daartegen uitgevoerd- een weg waartegen wel geen inundatien zouden helpen of mogelijk zijn.

N 139 Hr NJ de Cock directeur Soc: Eyerland 31-5-1837

Heelmeester en veldwachter

N 140 Gouverneur 31-5-1837 rekest sollicitatie

N 141 Gouverneur 2-6-1837 NM

N 142 Gouverneur 5-6-1837 ord: CC. Bakker

N 143 3-6-1837 Aan de Burgemeester van Landsmeer en Watergang

Aanvraag doopceduul van Jan Wiggertsz Rozeboom

N 144 Gouverneur 5-6-1837 schoolwezen Eijerland

N 145 Gouverneur 5-6-1837 Ros- Korenmolen Eyerland

Extract uit de Notulen van den gemeente rad alhier van heden N 3 houdende Mededeeling van het geen bij denzelven bekend is omtrent de redenen waarom de Hoofd Directie van Eijerland op heden voorhands aan het platsen van een Koren molen afziet.

N 146 Gouverneur 5-6-1837 Boeten keuren

Dat in eene vergadering op heden door het Bestuur dezer gemeente gehouden, de oude keuren of reglementen binnen deze Gemeente nog in werking zijnde, herzien zijn en vor zoo verre zij de bepaling inhouden dat aanbrengers of officieren van justitie eenig aandeel zullen genieten in de daarbij gestateerde boete, die bepaling daar uit is geroyeerd geworden; terwijl in alles de keuren die sedert 1825 door dit bestuur gemaakt zijn, die bepaling niet meer gevonden wordt.

N 147 Controleur Rijksbelasting 5-6-1837 Schadeloosstelling gewijzigde grondlasten

N 148 Gouverneur 6-6-1837 staat Lager onderwijs

N 149 BM Egmond aan zee 9-6-1837 Trouwbelofte D. Smit en L. Tryp

N 150 Gouverneur 12-6-1837 NM

N 151 Ontvanger Texel 12-6-1837 Registratie

N 152 Gouverneur 12-6-1837 Schadeloosstellingen

N 153 BM Helder 13-6-1837 soldij Marine

Dat alhier bij den Heer A. Langeveld als dienstmeid woonachtig is zeker N. Spigt van Willemsoord gewoond hebbende bij Suider kuiper aldaar, welke persoon ik heb doen vragen of het bewijs van het Dept: van Marine (het welk hiernevens terug gaat) aan haar toebehoorde en heeft gezegd dat zulks haar niet toekwam en ook dat zij niet gehuwd was.

Dat overigens hier geene andere V. Spigt of iemand van dien bekend is aan wie het zelve zou toebehoren.

N 154 Weledgestr: Heer J.L. Kikkert Officier der Schutterij 13-6-1837

Uitnodiging tegenwoordig te zijn bij het doen der Loting voor den Schutterij alhier ten Raadhuize dd 17-6-1837 10 ure.

N 155 Gouverneur 15-6-1837 rekest Binneloodsen Oudeschil

Dat zij bij de nieuwe organisatie van het Loodswezen van 1-10-1835 zeer geleden hebben

N 156 Heren Regenten van 't algemeen weeshuis te Texel 19-6-1837 Waterleverantie

Bij missive van den 17 dezer N 71 zijn mij op nieuw ernstige klagten gedaan van den Heer Kapitein ter ze kommandant van ZM wagt schip Kenau Hasselaar, betreffende de niet prompte betaling der Loodsen en Waterhaalders ter zake van het door hen te leveren water.

Ik verzoek UEd mij nog dezen dag de verzekering te geven dat die betaling tot en met Mei ingesloten geschied is of nog dezen dag geschieden zal zonder het minste verwijl, terwijl ik boven dien, om aan deze even onaangenaame als voor het weeshuis van dit Eiland hoogst gevaarlijke toestand van zaken eens voo al een einde te maken ik UEd verzoek op woensdag e.k. met het geheele Collegie te willen bijeen zijn en tegen 12 ure ten Raadhuize te willen verschijnen als wanneer wij de zaak Mondeling nader zullem behandelen.

N 157 NJ de Cock Directeur Soc: van Eigendom van Eijerland 19-6-1837

Raadslid Eijerland - geen voordragt vanuit dit bestuur- moet men zelf doen.

De veldwachter zal in Eijerland gedomicilieerd zijn, echter zoo na mogelijk aan den Ruigendijk om redenen van belang zoo voor Eijerland als voor Texel, aangenaam alzoo zal het mij zijn indien UEd in dien onmiddelijken omtrek een geschikte woning wilt aanwijzen die niet meer dan f 26.- p:m: Huur kost.

Het wagt en brandspuithuisje heeft UEd naderhand te kennen gegeven liever niet geplaatst te zien, anders zou er dit reeds gestaan hebben. [lijst namen in marge]

Nogmaals voeg ik er de verzekering bij dat het nimmer anders het doel is geweest van dit Bestuur dan in alles de nieuwe bevolking van Eijerland de voorregten te doen deelen welke hetzelve toekomen, terwijl ik niets vuriger wensch dan dat Meer en Meer die onderlinge verbroedering tusschen de verschillende afdeelingen van dit Eiland zoodanige toeneme dat ook het Minste denkbeeld van afscheiding als waaromtrent UEd verkiest geheel vrij te blijven, daar door voor het vervolg verdwijnen en ook bij UEd voor noodeloos geacht worden moge-

N 158 F. Jansen te Woerden 21-6-1837 soll. Veldwachter

N 159 Gouverneur 21-6-1837 voordragt veldwachter

Bovenaan Czezinskij, dan Nolle en dan eerst den Texelaar Arie Dekker, de meerderheid [van de Raad] heeft juist uit aanmerking dat Dekker een Texelaar was de orde gestemd zoo als Uwe Excellentie die nu ontvangt.

De redenen die mij de benoeming van eenen vreemdeling boven een ingezetenen doen stellen bestaan alleen in mijne regtmatige vrees dat zoodanig eene benoeming bij eene voldoende keur van vreemden de ontevredenheid der nieuwe bewoners en speciaal de Hoofd Directie van Eijerland op eene verre gaande wijze zal opwekken en zeer waarschijnelijk tot onaangename botsingen aanleiding geven; voor al daar mij door deze Hoofd Directie verzocht is zoo veel mogelijk eenen vreemdeling tot die betrekking te doen voordragen-

En inderdaad de groote naijver voor al de bewoners van Eijerland ten aanzien der Texelaren bezielt maken de meest mogelijke omzigtigheid noodzakelijk ten einde geene aanleiding tot onaangenaamheden te geven die van zulke grote gevolgen zoude kunnen zijn.

Het is om die reden dat ik vermeende Uwe Excellentie deze ophelderingen verschuldigd te zijn omtrent de beide eerste kandidaten voor het overige de meerder of mindere gegrondheid derzelve met vertrouwen aan het beter doorzigt Uwer Excellentie overlaten-

BM wil Frans Czezinsky.

N 160 Gouverneur 22-6-1837 Gemeente rekening

N 161 Gouverneur 22-6-1837 benoeming geneesheer en vroedvrouw Eijerland

Benoemd JJ van Leeuwen, geneesheer en vroedmeester

N 162 afschrijven van andere kandidaten 22-6-1837

N 163 22-6-1837 Aan de Gouverneur

Jaarlijksche subsidie H. Smit, ten einde hij eenige subsidie (al ware het ook slechts f 100 bijvoorbeeld) mogte genieten.

N 164 Gouverneur 24-6-1837 F. Czezinsky

Dat ik den persoon van F. Czezynski als zich voor het oogenblik binnen deze gemeente bevindende ontboden en denzelven omtrent zijne afkomst nader ondervraagd heb, waaruit mij bleek dat hij hier te lande niet is genaturaliseerd, weshalve de voordragt daar door incompleet zoude worden- Hij verzocht mij intusschen dringend de vrijheid te mogen nemen zich persoonlijk tot Uwe Excellentie te mogen vervoegen te meer daan toch zijne papieren zich thans in Uwer Excellentie bureau bevinden 't welk ik gemeend heb hem niet te mogen weigeren en waartoe hij alzoo zich voorstelt Maandag e.k. zich te Haarlem te zullen bevinden.

Aangenaam echter zou het mij zijn U:E: nadere bevelen te mogen ontvangen ten aanzien van het aanbieden eener nieuwe voordragt van 3 personen bij welke gelegenheid als dan opnieuw door mij kan beproefd worden tot het ontvangen van den Gemeente Raad eener voordragt met eenparigheid van stemmen als welke in de minst betekenden zake steeds wel de aangenaamste is voor alle partijen.

N 165 Gouverneur 25-6-1837 rekest NJ de Cock

Opneming van de religie van de Bevolking van Eijerland is nog niet ingekomen-

N 166 Gouverneur 27-6-1837 rekest NJ de Cock

De bevolking nu zoo als die op heden op Eyerland aanwezig is bestaat uit een totaal van 654 Zielen waarvan 222 Mannen 127 Vrouwen en 305 Kinderen, terwijl 539 Protestants, de overige 115 RC, de protestanten verdeelen zich in 478 Hervormde 18 Luthersche en 43 Doopsgezinden.

Alle deze Personen zijn de zoodanige als men als permanent mag beschouwen. Immers voor zoo verre er Arbeidslieden, als Timmerlieden, Metselaars enz onder zijn, zullen die de eerste Jaren wel werk genoeg vinden, terwijl in die tusschentijd behalve de gewone vermeerdering, ook de Bevolking moet toenemen ten gevolge de achtervolgelijke meerdere aanbouw van Bouwmand-woningen. Zoo dat naar mijne opinie een getal van p:m: 700 Zielen vooreerst op Eijerland zal woonachtig zijn, die gaande weg zullen vermeerderen, terwijl de RC het 1/6 deel zullen uitmaken dier bevolking.

De meerder of minder waarschijnlijkheid nu van de toeneming dier bevolking is Hoogst moeyelijk zoo niet ondoenelijk- Ewe Exc: heeft zich onlangs in persoon mogen overtuigen dat aanvankelijk althans de grond zeer goede resultaten voor den Bouw beloofd, en hoe verschillend ook de opinien mogen zijn voor de meerder of minder gunstige resultaten voor de deelhebbers zelve der sociteit zoo is deze opinie toch tamelijk eenparig dat op Eijerland een aantal Bunders land liggen die voor een duurzame Cultuur geschikt zijn en een nog grooter aantal dat voor het vervolg zeer goede weiderei zal opleveren, terwijl in alle gevallen de Kapitalen dezer onderneming reeds zoo aanzienlijk zijn dat verondersteld al, het onverhoopt geval dat dezelve minder voordeelig voor de deelhebbers zijn mogt, zulks evenwel de volstrekte noodzakelijkheid geen oogenblik zou doen ophouden te bestaan, de eenmaal ingedijkte grond meer en meer te bearbeiden en tot het geven van vruchten geschikt te maken, waarvan alzoo eene blijvende bevolking tot noodwendig gevolg moet zijn.

Ik geloof dus dat hoe men de zaak ook beschouwe, moge de daarstelling eener protestantsche Kerk met pastorij steeds als noodig te zijn mag beschouwd worden. Wat nu betreft een RC Kerk zoo ware het welligt niet onraadzaam, bijaldien men omtrent dat punt het gevoelen inwon van de RC Pastoor van den Burg, als tot wiens parochie Eijerland als nog behoort, immers de plaatsing eenen Pastoor op Eijerland zou, geloof ik, min doelmatig zijn aangezien het uiterst geringe aantal kerkelijke Ledematen het geregeld waarnemen, aan den anderen kant van de dienst voor den Pastoor te Burg ook moeijelijk zijn. Welligt dat wat dit punt betreft best ware den Pastoor van den Burg eenen Kapellaan die als dan speciaal voor Eijerland konde voorzien in den dienst welke als dan ook slechts eene hoewel voegzame kleine Kapel zonder Pastorij tot dat einde zoude vereischen en ofschoon welligt deze laatste bemerking minder belangreik voor Zijn Excellentie den Heer Minister van staat voornoemd zijn zal, meende ik echter als onmiddellijk tot de Zaak in haar geheel beschouwd behorende-

N 167 Ontvanger Texel 3-7-1837 Kohier personeel

N 169 Gouverneur 5-7-1837 Verificatie Gemeente Kas

N 170 B. Boomsma Geneesheer en Vroedmeester 3-7-1837 aanstelling

N 171 Gouverneur 5-7-1837 Geneesheer en Vroedmeester Eijerland

Dat de Heer JJ van Leeuwen van Duivenbode [was aangesteld], maar sedert echter door dien Heer ten gevolge van bij hem nader ingewonnen informatien voor deze benoeming bedankt zijnde, is eene nieuwe benoeming uit de voorhanden zijnde Sollicitanten noodig geworden-

N 172 8-7-1837 Aan de Gouverneur

Storting ad f 78.49.5 voor het eerste halfjaar van 1837 Kolonie van Weldadigheid

N 173 Gouverneur 8-7-1837 Commis plaatselijke bel:

Tot heden echter is door P. Schagen den Eed als Rijks commies niet afgelegd en het is mij gebleken dat zulks bij voorkomende gelegenheid aanleiding tot conflictie en moeijelijkheden van de zijde der overige alhier gestationeerde Rijks ambtenaren geeft.

[Reinbach geeft] in overweging of genoemde Pieter Schagen tot het Afleggen van den vereischten ambtseed, als met eene Rijkscommissie voorzien, te worden toegelaten; en tevens of Uwe Exc: besparing van tijd en onkosten zoude kunnen goedvinden mij te delegeren om die ambtseed namens Uwe Exc: alhier aftenemen.

N 174 aan den Heer Directeur generaal van de Marine te Schravenhage 8-7-1837

Gratificatie Loodsen

N 175 Ontvanger Texel 10-7-1837 personen niet bekend

N 176 Gouverneur 10-7-1837 inzending staten

N 177 10-7-1837 NM

Grenadier Wuis is voorleden zaterdag naar de zieken zaal te Helder gezonden.

N 178 BM Uitgeest BS Albert Rezel

N 179 14-7-1837 Aan de Gouverneur, dekboekjes Hengsten

Te doen toekomen de dekboekjes der alhier gedane dekkingen door de alhier in den vorigen Jare gestationeerd geweest zijnde hengsten ten einde daaraan het vereischte gevolg kan worden gegeven.

N 180 Gouverneur 14-7-1837 Rekest A. Boermeester wed W. de Wijn

Dat het mij bekend is dat de suppliant ten gevolge van het overlijden van hare man zich in zeer hulpbehoevende omstandigheeden bevindt, terwijl zij van de opbrengst van een klein winkeltje haar dagelijks brood x te verkrijgen, welk winkeltje echter zoo ik vermeen achter uit gaat door gebrek aan de noodige fondsen-

Het spreekt wel van zelf dat er geene termen alhier aanwezig zijn op welke eene toelage uit enig bepaald fonds direct kan worden gegrond; Mogt echter het verzoek als verzoek schrift eener ongelukkige weduwe aan ZM worde ondersteund, die voor al na den dood van haar man geleden heeft door de overplaatsing van het Loodswezen grootendeels naar het Nieuwe Diep, waar door haar winkeltje en bijna eenig middel van bestaan zeer van geleden heeft en dus in allen opzigte buiten eigen schuld ongelukkig is dan welligt zou ZM ertoe kunnen besluiten eene gratificatie bij voorbeeld ter herstel harer winkelnering voor eens toetestaan, terwijl ik mij gaarne zou willen belasten met de zorg dat zoodanige gratificatie werkelijk doelmatig en nuttig besteed werden.

N 182 en 182 14-7-1837 Dat geene inenting der kinderziekte heeft plaatsgevonden.

N 183 Gouverneur 15-7-1837 Schutterij

N 184 ZE Minister van Financien te 's- Gravenhage 17-7-1837 Gratificatie

Voor M.A. de Wijn wed. Jan Blom f 29.58 ½

N 185 18-7-1837 Soldij Marine

N 186 Provinciale Regtbank Huwelijks contract

N 187 Gouverneur 20-7-1837 Schutterij

N 188 Gouverneur 24-7-1837 rekest F. Boon- geene bedenkingen

N 189 BM Viane 25-7-1837 Huwelijks consent Jb. B. Knol

N 190 Kapitein Directeur der Marine te Willemsoord 28-7-1837

Dat op het Burgerlijk en zedelijk gedrag van Lourens Snip wonende alhier niets valt aantemerken.

N 191 Gouverneur 29-7-1837 Schutterij

N 192 Ontvanger der Rijksbelasting Texel 31-7-1837

Oninbare posten voor de personele Belastingen over den dienst 1836/37

N 193 Ontvanger 1-8-1837 Registratie

Dat de genoemde persoon vroeger zich wel alhier op Eijerland heeft opgemaakt en al daar eenen geruimen tijd werkzaam geweest, doch voor eenigen tijd van hier vertrokken is zonder dat [iemand] weet waarheen, vermoedelijk echter naar de Vriesche kust.

N 194 Ontvanger Texel 1-8-1837 Registratie

Dat Jan Reintjes laast woonachtig te Westzaan, hier niet bekend is.

N 195 Controleur te Helder 1-8-1837 Patenten

N 196 Gouverneur 1-8-1837 NM rekest IJsbrand Metselaar

N 198 Gouverneur 2-8-1837 Gem: Gebouwen

De gewone onderhouds werken aan die gebouwen en met name verschillende scholen en onderwijzerswoningen ± f 900.- Kan niet worden uitgesteld.

N 199 Gouverneur 3-8-1837 aanvrage vrijstelling om te trouwen

N 200 Secretaris der Commissie van Geneeskundig toeverzigt te Haarlem 5-8-1837 Vertrouwelijk Genees en Heelkundige dienst Eijerland

Inlichtingen gevraagd over C. de Boer van Hoorn, zich noemende officier van gezondheid.

N 201 Gouverneur 12-8-1837 plaatsvervanger

Dat ik de bedoelden Gerrit de Wijn heb doen meten en deszelfs Lengte bevonden heb te zijn 1 El 6 palm 2 duim 7 streep, terwijl hij mij toeschijnt voor de Militaire dienst geschikt, zelfs beter dan zijn broeder Lammert, hij verklaarde mij dan ook geene ligchaamsgebreken hoegenaamd te hebben.

N 197 Gouverneur 1-8-1837 NM rekest GW Kikkert

Geertje Wouters Kikkert weduwe Cornelis de Wijn, houdende verzoek om haren zoon Gerrit de Wijn in plaats te mogen stellen voor haren zoon Lammert de Wijn dienende als Milicien. Geen bezwaar.

N 202 21-8-1837 Aan de Gouverneur Rekest J. Burger, in 1832 getrouwd met Mijntje Buis, nu weduwnaar-

Dat het gedrag van den rekestrant zoo wel als van Klaasje Buis buiten eenige opspraak is en steeds geweest is, terwijl het zelve de wensch der overledene Mijntje Buis, dat eene zeer brave vrouw was, moet geweest, door haar op haar sterfbed te kennen gegeven zijn, dat bijaldien zij kwam te sterven hare zuster Klaasje zich het Lot harer kinderen mogt aantrekken en bijaldien haar man immer mogt hertrouwen, deze Klaasje alsdan zijne keuze mogt zijn.

N 203 Gouverneur 13-8-1837 Bedelaars werkhuizen

N 204 24-8-1837 N 204 De Heere Burgemeester der Stad Vianen bij Utrecht,

onderwerp Burgerlijke Stand

Op 27-8-1836 had ik de Eer UEdA te verzoeken om eenige stukken ten behoeve zekere Wouter Verwey, dan het schijnt dat dien brief niet is teregt gekomen. Ik neem alzoo de vrijheid UEdA wederom te verzoeken om mij wel te willen laten geworden de navolgende stukken gelegaliseerd om te dienen tot voltrekking van het huwelijk van

Wouter Verwey geboren te Vianen 2-8-1808,

Vader Gijbert Verwey, overleden in 1835, Moeder Jannetje Niepoort wonende te Vianen,

om te trouwen met Aafje Tekes van Grouw, laatst weduwe Dirk Eelman, zonder beroep, alhier woonagtig.

Geboorte Acte

Bewijs van voldoening aan de Nationale Militie van den Heer Gouverneur.

Eindelijk neem ik de vrijheid tot bestrijding van kleine verschotten UEdA bij deze aan te bieden een Coupon ad f 2,47,5, terwijl het vanzelf spreekt dat de stukken gratis en zonder zegel verzocht worden blijkens bijgevoegd certificaat van onvermogen.

N 205 Gouverneur 25-8-1837 NM

N 205 25-8-1837 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar, Rekest Jacob Burger

a Dat de ouders van beide personen gestorven zijn, het mensen van elders geboortig zijnde, geene bloedverwanten hebbende, door mij alleen is kunnen gehoord worden, de eenige zuster van Jacob Burger, die met het voornoemde Huwelijk zeer ingenomen schijnt en zulks alleszins gewenscht voor de jonge kinderen acht.

b Dat er geen zweem bestaat van eenige oneerbare gemeenschap of verkering tussen Jacob Burger en zijne nu begeerde Echtgenoot, hetzij nu of vroeger. Berigten omtrent die persoon zijn uittermate gunstig en de gevraagde autorisatie tot wezenlijk heil der Jonge Kinderen schijnt te zullen strekken.

[Zeeman, visser, schipper Jacob Burger (1800-1878) uit Oosterend, zoon van Pieter Jacobsz Burger en Trijntje Jans Mulder, was op 23 juni 1822 getrouwd met Menke of Meintje Buis (1801-1836) uit Kuinre. Zij kregen 6 kinderen. Drie dagen na de geboorte van het jongste dochtertje is de moeder gestorven. Het kindje Meintje Klaasje overleefde, werd 55 jaar oud en kreeg 6 kinderen met Jacob Daalder. De aangifte van haar moeders overlijden werd gedaan door Cornelis Boon 56, werkman, wonende in Oosterend en Antony van Doorn, notarisklerk in den Burg. Misschien was Jacob Burger op zee.

Van haar broertjes en zusjes was in 1837 alleen Pieter nog in leven, 6 jaar oud. Tante Klasina (1813-1857) was geboren in Harderwijk. Hoewel de Burgemeester niets had opgemerkt, was zij bij de trouwerij op 23 november ruim 7 maanden zwanger. Arjen kwam op 10 februari 1838. Na hem werden Trijntje, Arien, Antje, Jantje, Aaltje en een dood kindje geboren. Toen de moeder overleed, leefden van haar eigen kinderen er nog 4].

N 206 NM 26-8-1837 Gerrit Dekker

N 207 Gouverneur 28-8-1837 Schoolwezen Eyerland

Gezeur met Directie Sociteit over schoolgebouw

N 208 Inzending bewijs huwelijks afk naar Amsterdam

N 209 Gouverneur 2-9-1837 Begrooting 1838

N 210 Directeur der Sociteit van van Eijgendom van Eijerland- Eeredienst

Voor bouw kerk en pastorij f 8000.-

N 211 Kolonel Kommandant 's Gravenhage 9-9-1837 F.J. Boon

N 212 plaatselijk schoolbestuur van Texel 11-9-1837

Dat de noodzakelijkheideener verhooging van het tractement van den onderwijzer aan den Koog door ons geredelijk wordt erkend. Op dit oogenblik heb ik opnieuw de aandacht van het Hooger Gouvernement op dit Punt gevestigd, welke echter de uitslag daar van zijn moge, zoo veel is zeker dat over 1838 het tractement zal verhoogd worden.

De op de school van den Hoorn benoodigde kaarten zullen onverwijld worden aangeschaft.

Wat betreft het aanschaffen van een sextant te Oosterend, zoo zal dit punt in nadere overweging bij het plaatselijk bestuur worden genomen.

N 213 Gouverneur 14-9-1837

Deze gemeente kan niet als eene ambachts-Heerlijkheid worden aangemerkt.

N 214 de Eerwaarden en kerkeraden van Burg en Hoorn DG-gemeente 16-9-1837

Toezending der Aanschrijving van ZE de Minister van Staat

N 215 Ontvanger 16-9-1837 Registratie

Persoon onbekend

N 216 Gouverneur 18-9-1837 aanvrage cert. S. Keijser

N 216a Gouverneur 17-9-1837 Hors Stuifdijk

Uwe Exc: zal zich ongetwijfeld herinneren dat ten gevolge de Langdurige en herhaalde vertogen der bewoners van den Hoorn alhier, speciaal ook in het belang der aldaar gestationeerde zeeloodsen het dezelve behaagd heeft dit Jaar eene Proeve te doen nemen met het doen eener stroobeplanting op zeker punt van den Hors alhier, of namelijk op die wijze eene stuifdijk daar te stellen ware, als waardoor het beoogde doel konde bereikt worden zonder merkelijke onkosten te maken, welke proeve dan ook deze zomer gedaan is.

Op gisteren nu, heeft zich eene Commissie bij mij vervoegd van den Hoorn om mij over dit zelfde punt te onderhouden, dat namelijk die proeve aanvankelijk zeer goed gelukt was doch dat als nu eenige kleine herstelling aan dien stuifdijk onverwijld noodig was, wilde men niet binnen zeer kort de gedeeltelijke vernieling dier pas gedane proeve wederom zien plaats hebben.

Ten einde niet dan met kennis van zaken in deze te oordeelen heeft de secretaris der gemeente [Mr. Willem Bok] zich met die personen onverwijld in persoon naar den Hors begeven aangezien het ongunstige weer op mijnen Leeftijd [geboren in 1752= 85, Bok was 37] mij zulks niet toeliet en daar uit is mij het volgende gebleken-

Dat de genomen proeve ten voornoemde plaatse als meerendeels uitstekend geslaagd mag beschouwd worden: aangezien over eene zeer aanzienlijk lengte deszelfde plaats die voor 3 maanden nog geheel vlak was thans reeds tot 6 voeten is opgestoven en een beginsel van duin heeft daargesteld waarover thans reeds de Zee niet meer Loopt-

Dat echter het eerste gedeelte der stuifdijk te rekenen van af het uitterst Zeewaards gelegene einde op 4 of 5 Plaatsen door de invallende vloed is doorgebroken of liever, dat ten gevolge de invallende vloed reeds kort na de eerste daarstelling der rijzen en stroobeplanting, deze op zichzelven zoo zwakke voorwerpen zijn uit den grond gescheurd en weg gedreven, de Herstelling waarvan (zoo ik vermeen) niet door den aannemer van het werk C. Bakker is aangenomen geworden, wel het onderhoud met stroo beplanting.-

Dat als nu het gevolg van een en ander dit zijn moet-

Dat zonder ogenblikkelijke hulp deze nu nog Ligt te verhelpen gaten wijder worden en alzoo de daarstelling op dit Punt der stuifdijk althans tot aan het volgende Jaar geheel ondoenlijk gemaakt wordt.

Dat niet alleen dit op zich zelve reeds niet aan het oogmerk zoude beantwoorden, maar speciaal wel daardoor geboren wordt dat de verzanding van het vaarwater, om welks te weren, de geheele stuifdijk gelegd wordt op dat opene Punt aan den ingang nu sterker wordt dan ooit te voren, aangezien het groote overige en volkomen geslaagde gedeelte dezer geprojecteerde stuifdijk de schuring door die gaten en alzoo toevoer van zand te sterker maakt.

Dat intusschen het kwaad op dit oogenblik, mits men ook geen tijd verzuimen, nog zeer ligt te verhelpen is, eenvoudig door die opene gaten met wier te sluiten, zoodanig slechts dat Eb en Vloed daar niet door heen kunnen spoelen; welke digting al dan nog dit najaar welligt (bij eenige droogte) genoegzaam kan aanstuiven ten einde dan het volgende voorjaar verder te worden beplant, en tot welke digting een 50 tal wagens der bij gelegene wier denkelijk voldoende zal zijn-

Ik heb alzoo gemeend het van mijnen plicht te zijn dit zeer aangelegen Punt onverwijld te brengen onder de aandacht Uwer Excellentie met eerbiedig verzoek daaromtrent wel de noodige voorzieningen te willen laten doen, terwijl ik mij tevens de Eer geve Uwe Exc: onder verbetering voor te stellen of het, aangezien het zoo wel uit voornoemd rapport als voor als uit het eenstemmig rapport van verscheidene deskundigen, mijns ooordeels, ten volle blijkt, dat vooral de spoedige voorziening in deze van zoo veel belang is door Uwe Excellentie ook zoude kunnen worden goedgevonden mij te autoriseren om de hier bedoelde digting onverwijld te laten doen, uitterlijk ten bedrage van f 50.- als waarmede, zoo ik mij niet ten Hoogste bedriege, de gehele hier bedoelde digting zoude kunnen geschieden en daardoor eene aanvankelijke uitmuntend geslaagde proeve behouden blijve en niet doelloos gemaakt worde, terwijl dan in het volgende vroege voorjaar ik mij vleije dat Uwe Exc: de voortzetting dier beplanting op grond van het wel gelukken derzelve zal gelieve te bevelen en daardoor meer dan waarschijnlijk voor zeer geringe kosten een stuifdijk zal ontstaan op de Hors die volkomen voldoen zal een het oogmerk en van het grootste belang zal zijn niet alleen voor de Hoorn, maar tevens en met name voor de Loodsdienst en mitsdien Handel en Zeevaart.-

N 217 18-9-1837 zegels

N 218 Gouverneur 19-9-1837 schutterij

N 219 Wethouder Ambtenaar BS Amsterdam

Verzoek om een Afschrift van de acte van overlijden van Wijnandus van Leeuwen, in leven alhier woonachtig, doch in november 1836 te Suriname, alwaar hij in betrekking van bootsman aan boord bij Kapitein Tjebbes zich bevond, overleden, en waarvan de Doodacte volgens informatie van den Heer Waterschout a Costij van den 3-3-1837 N 52 bij den BS van Amsterdam zou zijn ingezonden geworden.

[Wijnandus van Leeuwen was geen Texelaar en ook niet met een Texelse vrouw getrouwd]

N 220 B&W Monnikendam 20-9-1837 vischafslag

N 221 Gouverneur 20-9-1837 NM G. Dekker

N 222 Gouverneur 23-9-1837 rekest Willem Dirks de Bruin, gunstig advies

N 223 Commandant van het Corps Grenadiers te 's Hage 27-9-1837

UEd bij deze te doen geworden een Dood cedul van den Grenadier Harmen Wuis

N 224 Gouverneur 29-9-1837 Stuifdijk Hors

Overeenkomstig Uwer Exc: aanschrijving van den 20 dezer N 162/14925 heb ik onmiddellijk de noodige voorziening laten doen aan de bewuste stuifdijk op den Hors; ik vleij mij dat dezelve de naderende winter vloeden alsnu zal kunnen doorstaan. Intusschen geef ik mij de Eer uwe Exc: bij deze op te merken het wenschelijke dat deze zoo doelmatige proeve het volgende vroege voorjaar mag worden herhaald en voortgezet aangezien dit alleen het regte tijdstip daarvoor is, om daat door van het al gedane vooral veelvuldig stuiven van zand partij te kunnen trekken; ware dit reeds dit voorjaar het geval geweest, dan had waarschijnlijk dit eind tot Proeve genomen, dezen winter reeds tegen de vloeden bestand geweest.

Zoo ik van den Aannemer CW Bakker alhier vernomen heb, komt morgen alhier de Heer Ingenieur van den Waterstaat Kok, wiens aandacht ongetwijfeld op deze aangelegenheid verder zal gevestigd zijn.

Bijgevoegd nota van gedane kosten f 58.-

N 225 BM Callansoog 30-9-1837 3 stukken voor D. Zutphen

N 226 BM Egmond binnen idem overl P. Berger

N 227 rekest hervormde OS

N 228 NM 31-10-1837 Certificaat Jan P. Witte en Teunis Kooiman

N 229 BM Stellendam 3-10-1837

Aanvraag van acten Dirkje van Es

N 230 BM Amsterdam 3-10-1837

Aanvraag Dood Extract van Metje Arisz 1799 idem van Johannes Gerssen als voren in 1813 overleden

N 231 Gouverneur NM

N 232 Gouverneur 4-10-1837 subsidie haven f 6000

N 233 Gouverneur 4-10-1837 NM naam schip waarop Hendrik de Wijn zich bevindt

N 234 Gouverneur 6-10-1837 NM rekest Klaas Simons Kikkert- positief advies

N 235 Gouverneur 6-101-837 verficatie gemeentekas

N 236 NM 6-10-1837 Majoor Kommandant van het depot der 5 Afdeeling 1 Kompagnie te Leijden

Op dringend verzoek van een Mijner ingezetenen Cornelis Wuis, die het ongeluk heeft gehad voor eenige dagen een zijner bij de NM zijnde zoons den grenadier Harmen Wuis [1814-1837] door den Dood te verliezen, geef ik mij de Eer UWEd kennis te geven dat hij op heden een verzoekschrift heeft ingediend aan ZKH den Prins veldmaarschalk strekkende tot verlenging van het verlof voor zijnen tweeden in dienst zijnde zoon Willem Wuis [1818-1843] bij het depot der 5 Afdeeling 1 Kompagnie onder UWEg bevelen en die zich ten gevolge van het door UWEg gegeven verlof van den 5 Mei ll thans alhier bevindt doch op de 31 October weder op het avond apel moet present zijn-

Aan deze mededeeling is dan tevens het verzoek verbonden of UWEg het zoude kunnen goed vinden, om, hangende den uitslag van dat verzoek, en in de mogelijkheid dat die uitslag den 25 e dezer alhier nog niet mogt bekend zijn, die fuselier Willem Wuis tot zoolang te houden voor diligent; terwij; ik in zoodanig geval mij gaarne verbind te zullen zorg dragen dat hij bij onverhoopt difficulteren van dat verzoek inverwijld zich weder onder UWEg bevelen zal gaan stellen.-

[Cornelis Jacobsz Wuijs (1785-1850) Everstekoog en Neeltje Harmens de Boer (1791-1832) hadden 8 kinderen. Alleen Antje (1822-1877) en Cornelis (1830-1878) hadden nakomelingen]

N 237 Gouverneur 10-10-1837 viering van den Zondag

Dat de voorschriften der wet van 1 maart 1818 omtrent dit onderwerp binnen deze gemeente doorgaans behoorlijk worden nageleefd; ter meerdere verzekering daarvan echter voor het vervolg heb ik de 5 e dezer op de gebruikelijke wijze die wet met de noodige herinnering tot naleven op de alhier gebruikelijke wijze en plaaatsen opnieuw doen afkondigen en aanplakken.

N 238 10-10-1837 regt op den afslag van Haring

N 239 12-10-1837 Aan de Gouverneur, Rekest P.W. Verberne

Dat ik bij den rekestrant naar zijn aangevoerde omstandigheden onderzocht hebbende, ik de ervaring heb verkregen dat zijn inkomen nog altoos vrij beperkt blijft, aangezien het grooter aantal der bij hem schoolgaande Kinderen nog door hunne jeugd tot de lagere Klassen behoren, die nog niet het volle schoolgeld betalen.

De man zelve heeft met zware Huisselijke rampen van ziekte en overlijden zijner Echtgenoot dit jaar te worstelen gehad, welk een en ander hem zeer kostbaar geweest is. Gedrag onberispelijk. Hij maakt zich in de vorming der aan hem toevertrouwde Kinderen zeer verdienstelijk, weshalve in zoo verre het ZM behagen mogt de gevraagde gunst althans voor een Jaar nog toetetstaan, ik Uwe Exc: wel durve te verzekeren dat die gunst aan geenen onwaardigen zoude besteed zijn.

N 240 Gouverneur 10-10-1837 rekest R. Dijt- gunstig aantebevelen

N 241 Gouverneur 12-10-1837 voordragt Zetters

N 242 en 243 12-10-1837 Aan de Gouverneur Staat van vaccinatien

N 244 BM Zevenaar 12-10-1837 aanvraag papieren O.G.W. Jansen

N 245 BM Stellendam 12-10-1837 BS

N 246 BM Hellder 13-10-1837 BS

N 247 15-10-1837 soldij marine

N 248 Gouverneur 14-10-1837 Stuifdijk Hors

Tot mijn leed wezen ben ik in de noodzakelijkheid Uwe Exc: te raportern dat van de Stuifdijk van den Hors, waar over ik bij mijne Missive van den 17 September N 216 de Eer had melding te maken, op gisteren ter lengte van 25 a 30 Ellen aanmerkelijk beschadigd is en daar van 9 a 10 Ellen geheel is weggeslagen en een geul geformeerd heeft, zijnde oorzaak door den Zeer Hoogen vloed dien wij destijds gehad hebben.

Hoe onaangenaam nu dit zijn moge, is het mij echter bij gedaan onderzoek gebleken dat het nu weggeslagene niet behoort tot het geene den 22 en 23 Sept: ll ten gevolge van Uwe Exc: autorisatie gedigt is, als zijnde die digtingen zoo secuur gemaakt dat althans deze vloed de Kruin derzelve niet bereikt heeft.

Het nu weggeslagene gedeelte is gelegen tusschen de twee digtingen, en meer dan waarschijnlijk alleen daaran toeteschrijven dat deszelfs ongenoegzame hoogte (als zijnde nu laastelijk bij elkander gereden) het vloedwater al spoedig heeft doen overstromen waardoor het zand zoo als ieder een deskundigen ogenblikkelijk als het ware smelt en verloren raakt.

Ik heb mij intusschen meer en meer overtuigd van het volstrekte belang dat er voor den Hoorn aangelegen ligt, dien stuifdijk tot stand te brengen. Immers het lijdt geen twijfel of zoodra de kleine baaij (de Mock genaamd) welke verdere dijking die stuifdijk moet beletten, werkelijk bij den ingang meer of min digt gestoven of verzand zij dan is de laatste toenadering tot aan den Hoorn uit zee gesloten- de voor loodsbooten die thans nog aan den Hoorn zijn overgebleven kunnen ook niet langer aldaar vertoeven- en de geheele ondergang der thans reeds door de verhuizing dit jaar van een paar Honderd zielen zoo neer geschokte welvaart van dat Zeedorp is daar van onvermijdelijk gevolg.-

Dat derhalve zoo veel doenlijk te voorkomen, gevoel ik mijne pligt te zijn en wij houden ons daarvan verzekerd is ook de wensch Uwer Excellentie, te meer daar het voortdurend bestaan van een ligplaats voor Loodsbooten en andere vaartuigen juist op die plaats voor handel en Zeevaart bij de veelvuldig voorkomende ongelukken op zee in de nabijheid den Kusten van het onmiskenbare belang zijn.

Hierbij moet worden opgemerkt dat niet alleen de geheel stuifdijk eene zeer gewenschte Zaak is tot behud dier plaats (en het welslagen waar van niet ter regter tijd aangevangen, de meeste waarschijnlijkheid aanbiedt)- maar dat voor alsnu zoo als zij zich thans reeds gedeeltelijk aanwezig bovenal deszelfs digting meer dan ooit noodzakelijk is aan gezien het duidelijk is door die enkele opening nu over eene lijn van 1200 Ellen de uitspoeling van Zand met het door stromende water naar de zoogenaamde Mok over dat punt veel grooter is, dan voor den aanlegt der dijk over de geheele lijn; met andere woorden- de stuifdijk moet over de gehele lengte bestaan of zij doet op enkele punten meer kwaad dan goed- terwijl de denking van voornoemde baai ook maar op één punt bij den ingang deszelfs geheele onbruikbaarheid voor de rest natuurlijk ten gevolge heeft.

De Bewoners van den Hoorn hebben dan ook met ter daad bewezen wel doordrongen te zijn van de waarheid van al het boven aangevoerde- Immers buiten het geen ik er aan heb laten verrigten krachtns de autorisatie van Uwe Exc: hebben zij voor 14 dagen om niet gedurende anderhalve dag met 14 wagens met 2 paarden bespannen en 40 Arbeiders aan het werk geweest om dien dijk zoo veel doenlijk boven de vloed te brengen en juist zouden zij eergisteren opnieuw eene Zoodanig poging tot verbetering hebben aangewend, toen de voormelde vloed is opgekomen en door de bewusten vernieling hun ontmoedigd heeft.

Op grond van een en ander en na rijp overleg met assessoren geef ik mij alsnu de Eer Uwe Exc: in consideratie te geven

Aan den Heere Ingenieur Kock, als die nog onlangs deze Zaak behandeld heeft, denkelijk reeds daarop zal gerapporteerd hebben of zoo Uwe Exc: dit beter mogt achten den opzigter van den Waterstaat Van der Sterre op te dragen onverwijld deze staat van Zaken te komen opnemen met de autorisatie om (in aanmerking van het gevorderde Jaargetijde en alzoo bevordering der in deze zoo onvermijdelijke spoed) om naar bevindt van Zaken te handelen, en de noodige herstellingen die dan toch zoo belangrijke Kosten niet zullen maken, voor te schrijven welke Herstelling toch steeds voornamelijk met wier en zand zullen moeten geschieden, en dus met de menschen, wagens en Paarden, allezins aanwezig zijn, terwijl bijaldien Uwe Exc: onverhooptelijk om eene of andere belangrijke reden deze herstelling, althans dit Jaar niet geheel voor Provinciale rekening zoude kunnen doen, in zoodanig geval wij van onze zeide nog wel voor een gedeelte daar in dragen willen, alleen om Uwer Exc: met ter daad te betoonen, ho zeer wij bij het inroepen ook van de noodigste hulp, steeds en volgaarne bereid zijn zoo veel mogelijk, zelve handen aan het werk te slaan en daardoor het hooger bestuur in de gedagte bijstand hulpzaam te zijn.

Ik zal de Eer hebben Uwe Exc: beslissing op een en ander aftewachten;- en neem ten slotte de allen nog de vrijheid, Uwer Exc: ernstige belangstelling in deze voor den Hoorn zoo zeer aangelegen zaak, eerbiediglijk interoepen.

[Buisman: Begin october is het 'warm' met op de 3 e en 4 e hier en daar ruim 20 graden C. Eind october evenwel vallen er winterse buien. Begin januari wind naar NO, en 3 weken diepvrieskou- zeer strenge winter]

N 249 14-10-1837 Aan de Gouverneur- Koningin overleden. Rouwbeklag.

N 250 Heren Directeuren der Haven van Texel 14-10-1837 Instructie vlagvertoon

Ten gevolge het treurig afsterven van HM onze geliefde Koninin dat ook ongetwijfeld UEd met de diepste droefheid vervuld heeft, geef ik mij de Eer UEd bij deze uittenoodigen om gedurende de volgende week en voorts nog daags voor de begrafenis de vlaggen van alle zich in dezen Haven bevindende schepen of vaartuigen ter halver stok te doen hijschen.

N 251 Gouverneur 16-10-1837 rekest WJ Boon Bm is onkundig hiervan

N 252 NM 16-10-1837

N 253 Gouverneur 16-10-1837 Patentbladen

N 254 BM Vianen en Utrecht 18-10-1837

Huwelijksafkondiging van A. Sterkenburg en A.B. Knol

N 255 wethouder BS Amsterdam 17-10-1837 doodcedullen

N 256 Gouverneur 18-10-1837 BS

N 257 ZE den Heer Minister van Finantien 20-10-1837 grat: A. Boermeester f 24.58 ½

N 258 Heer Bewaarder van het Kadaster Alkmaar 21-10-1837 Rectificatie kadaster

Inzending van het register van zoodanige Kadastrale aanteekeningen ter verbetering als welke ik eenigzins heb kunnen bij een zamelen en zulks ten einde daarvan het bedoelde gebruik te kunnen maken.

N 259 BM Ulrum 24-10-1837

Huwelijksconsent tusschen zekere Gesina Eissevisser weduwe K.L. Schotte en aan de Zout Kamp woonachtig en zulks voor het huwelijk aan te gaan tusschen haar dochter Jannetta Arnola en Oloverus Gerrardus Wilhelmus Josephus Janssen, binnen deze gemeente thans hun verblijf houdende.

N 260 23-10-1837 Nationale Militie. Pieter Stark als zeeman Absent, ook ten tijde der Inspectie

N 261 25-10-1837 Aan de Gouverneur, Rekest M. Doyer [om geld]

Dat het voor de rekestrant omtrent deze zorgelijke Krompenheid van zijn inkomen aan gaande allezins de waarheid overeenkomstig is, terwijl mij tevens bewust is dat bij zijn eigen klein vermogen van tijd tot tijd heeft ingeschoten vooral ook ten einde zoo veel mogelijk te voldoen aan zijne zucht tot weelderigheid, terwijl het eene zeer ligt te begrijpen waarheid is dat aan den Hoorn, eene Plaats waar schier alle eerste levensmiddelen moeten worden aangevoerd, het huishoudelijk leven voor eene Predikant in verschillende opzigten vrij kostbaar is.

Het verzoek is billijk en betamelijk.

N 262 BM Helder 26-10-1837 kosten

N 263 Gouverneur 27-10-1837 rekest RC Armverz: Oudeschil

Huis door hen gekocht D 905, 6 en 7- geen zwarigheid

N 264 Gouverneur 27-10-1837 Geneeskundige dienst

Vroedvrouw aan het Oostereind overleden.

Dezer dagen echter is er een verzoek van een groot aantal Ingezetenen van dat dorp en omtrek geteekend; bij dit bestuur gekomen daar heen strekkende om in plaats van een vroedvrouw voor hetzelfde tractement een Eilands Geneesheer en Vroedmeester te mogen hebben, aangezien de Afstand dier plaats van den Burg alwaar de Eilands geneesheer en beide andere geneeskundigen alhier gevestigd zijn, de Geneeskundige hulp voor die menschen vrij moeijelijk en Kostbaar maakt.

Ik heb gemeend alvorens dit voorstel in den Raad te brengen of daarvan eenig verder gevolg te geven, het zelve alvorens onder de aandacht Uwer Exc: ten einde namelijk te mogen weten of dezelve het mogt raadzaam achten in het belang der ingezetenenen van Oosterend hunne wensch zoo dit mogt kunnen geschieden te verwezenlijken daar het nog altoos de vraag zoude blijven of eenig Geneel Heel & Vroedmeester tegen een tractement van f 180.- en na onderwerping, voor zoo veel des noods aan het tarief eener vroedvrouw, wat de min vermogende betreft, aldaar zich zoude willen vestigen en of welligt de Commissie van geneeskundig toevoorzigt in deze Provincie belangrijke tegenwerpingen konde maken tegen zoodanige verwisseling in de Geneeskundige dienst welke het noodig is alvorens te kennen; daar toch niet uit het oog moet worden verloren, dat om meer dan eene belangrijke reden geen gesalarieerd genees & heelmeester- en eene vroedvrouw te Oosterend ter zelver tijd zijn kunnen, hetgeen trouwens die bewoners zelve gevoelen.

N 265 Kommandant 30-10-1837 NM fuseliers Pieter Kikkert en Reijer Dijt-

Deze Personen hebben beide daar zij voor hunne huisgezinnen ontbeerlijk zijn, zich tot ZM vervoegd om als nog zoo als de wet dit toestaat, te mogen remplaceeren. Beide die rekesten zijn in mijne handen gesteld en reeds in het begin van October heb ik op dezelve gunstig geadviseerd zoo dat er bij na geen redelijken twijfel bestaat of dit verzoek zal den rekestranten worden toegestaan. Dagelijks nu zijn beide dit verlof wagtende doch denkelijk heeft de Dood van HM de Koningin eenige vertraging in het nemen dier dispositie veroorzaakt.

De eerste is zijnen bejaarden vader in zijn berope als broodbakker onontbeerlijk. De anderen is boer en vader van 7 jonge kinderen die hij ook schier bij geene mogelijkheid verlaten kan.

N 266 Kommandant 30-10-1837 Schutterij Pieter Stark en Cornelis Dijt

N 267 Schutterij 31-10-1837

Smallenbroek Jacob Coenraad, Haan Rypke Tokkes en Sierseman Hendericus Jans

N 268 1-11-1837 Aan de Burgemeester van Sluis

verzending bewijs van gedane Huwelijks Proclamatie tusschen Theunis Jacobsz Duinker en Maria Theresia Quintes naar de Wethouder Ambtenaar van Burgerlijke Stand te Zwart Sluis in Zeeland.

N 269 Gouverneur 1-11-1837 ordonnanties

N 269 Officier van Justitie 3-11-1837 policie

Proces verbaal wegens het alhier op Eijerland voorgevallene met den slagter de Rijk.

N 270 4-11-1837 BM Roelofsarendsveen

N 271 BM Bommel op Flakkee 6-11-1837 BS

N 272 Gouverneur 6-11-1837 NM rekest J. Duinker wed. J. Bakker gunstig

N 273 BM Helder 6-11-1837 paspoorten

N 274 Adjunct Houtvester te Alkmaar 7-11-1837 Eenden

Dat wat de soort van vogels betreft de Eenden welke in de alhier bestaande kooijen gevangen worden tot omstreeks het begin van november de zoodanige zijn die door de Kooieenden (als welke in het wild broeden en des winters alhier zoo elders plaats heeft, maar uit de hand gevoerd worden) in de omstreken der Kooy uitgbroed en vervolgens in de Kooy worden gelokt en welke in het laatst van october de enige eenden zijn, Wanneer nu in de maanden November en in het begin van december de vorst invalt, dan komen de Eenden welke zich tot die tijd op de buitengronden en aan de monden der Wezer, Elbe en Jaden (O: Vriesland) hebben opgehouden en aldaar door het ijs verjaagd worden, voor de wind af alhier en vallen buitendijks als ter welker plaatse door den stroom altijd nog eenig open water voor haar te vinden is, doch dan ook komen zij geregeld bij elke vloed naar de Kooijen om te drinken en wanneer geen voedsel buitendijks voor haar te vinden is, blijven zij in de Kom der Kooijen op het voeder des Kooimans- Bij zeer harde vorst trekken zij soms ook wel meer zuidwaards op. Eindelijk keeren zij na den winter overland terug.

Men bedoelt toch niet door soort van Eenden het tusschen haar nog bestaande verschil dat de Kooilieden maken in zoo genaamde gewone Eenden, talingen, drielingen, Smienten, pylstaarten, knoppen & & immers verklaren de Kooilieden dat van dat alles alhier gevangen wordt-

Wat nu betreft het getal tam gemaakte vogels die in ieder Kooi gewoonlijk worden aangehouden, zoo zeggen mij de Kooilieden dat deze Vrage wel op binnen of Landwaarts gelegene Kooijen toepasselijk is; doch niet op hunne aan zee gelegene Kooijen, aangezien de in den bij UEdg waarschijnlijk bedoelden zin, tam gemaakte vogels alhier niet bekend zijn.

Eindelijk zijn mij bij dit onderzoek opnieuw de bitterste Klagte gedaan van de Kooijlieden over verregaande misbruiken en overtredingen op de Jagt die alhier plaats hebben, waardoor alle ontzag voor de regten der Kooijen wordt voorbij gezien en overtreden en alzoo de reeds zeer verminderde waarde der Kooijen geheel en al dreigt verloren te gaan. Ik maak gaarne gebruik van den gelegenheid om de aandacht van UHEg op dit aangelegen onderwerp te vestigen alzoo het departement der Jagt nu eene zoo bijzonder gunstige gelegenheid heeft om door het verlenen eener Commissie met eene kleine geldelijke tegemoetkoming, slechts aan onze daarvoor allezins geschikten veldwachter eens af, en voorgoed aan zulke misbruiken paal en perk te stellen. Misbruiken die even nadelig zijn voor de schatkist als zij daarheen strekken om door derzelver straffeloosheid minachting voor's Lands wetten in te boezemen en aan te kweken.

N 275 Gouverneur 8-11-1837 rekest HV gem: OS herstel kerk en pastorij

N 276 Gouverneur 9-11-1837 Voordragt Leden van den raad

N 277 Dir: der Haven van OS 9-11-1837 Afslag van Haring

N 278 Gouverneur 10-11-1837 onderst: A. de Moor

N 279 Gouverneur 10-11-1837 Posterij

Op Texel bestaat een Distributie Kantoor der brieven-post dat gevestigd is aan het Oudeschil en onder opzigt staat van den Heer C. Zunderdorp als Postmeester.

De brieven nu van elders worden door de postschuiten dagelijks daar aangebragt en van daar over het geheele Eiland verzonden, terwijl de brieven en Paketten die naar den Burg moeten daarvoor met 10 Centen per stuk boven de port bezwaard worden. Dit is een wezenlijk bezwaar aangezien verre weg de meeste Correspondentie aan den Burg als Hoofdplaats van het Eiland te Huis behoort en dus zoo wel in spoed als Kosten van bezorging den Burg bij het Oudeschil in weerwil van deszelfs zoo veel meerdere belangrijkheid verre achter staat.

Intusschen hoe wezenlijk dit ook zij, zoo zou het althans voor als nog moeijelijk zijn dit te verhelpen; doch dezelfde zwarigheid bestaat even zoo het Expedieren der brieven van den Burg naar het postkantoor te Oudeschild, immers elke brief die derwaarts bezorgd wordt moet 10 Centen (of somtijds bij de avond of slecht weer 25 en meer centen kosten, terwijl dan nog de afzenders dikwijls te vreden moeten zijn met ieder voorwerp [persoon] dat zich voor die bezorging aanbiedt, en het is op dez zwarigheid als zeer ligt te verhelpen dat ik de vrijheid neem Uwe Exc: bij deze te adieren-

Immers ware er niet anders te doen dat de directie van de Posterijen konde goed vinden een brieven-bus te plaatsen aan den Burg, die door een vertrouwd en door dien Directie gesalarieerd persoon op het behoorlijk uur (een uur voor Posttijd) wierde geleegd en naar het Postkantoor overgebragt in den zelfden smaak als zulks op Ettelijke andere plaatse het geval is. Deze kosten vleij ik mij dat niet zeer groot zouden zijn, ja zelfs voor een geringen som een of ander geschikt persoon daarvoor zoude zijn te engageren, terwijl aan alle ambtenaren en particuliere personen niet alleen van den Burg, maar van het geheele Eiland Texel de wezenlijkste dienst zoude geschieden, als welke alle thans Individueel met hunne briven naar het uitterste Eind moeten komen of dien zenden.

Ik geef mij alzoo de vrijheid deze voor de Correspondentie dezer Gemeente wezenlijk belangrijke verbetering aan de beoordeeling Uwer Exc: eerboediglijk voortedragen-

N 280 Gouverneur 10-11-1837 rekest loodsschipper Jacob T. Boon

N 281 BM Tegelant aan Zee 11-11-1837 M. de Wijn

N 282 Gouverneur 14-11-1837 ordonn":CC Bakker ad f 1040.-

N 283 en 284 Gouverneur 22-11-1837 NM

N 285 BM Helder 29-11-1837 C. Vermeulen

N 286 Officier van Justitie Alkmaar 28-11-1837

Rekest Pietertje Alberts Bas, huisvrouw van Cornelis Schagen- dat de feiten juist zijn.

Dat het motief voor de dispositie van wijle Albert Bas in 1804 meerendeels gelegen was in het eenigzins ligtzinnige gedrag zijner toenmalige dochter Pietertje, nu rekestrante, daar hij door op dien wijze te beschikken welligt vermeend heeft het best tot haar voordeel te zullen zorgen.-

Intusschen hoe dit zij- uit den Hoogen ouderdom van eenen testateur tot zijn ongeschiktheid tot testeren te besluiten strijdt evenzeer met alle beginselen van regt als het (zoo verre ik heb kunnen nagaan) in het nepaalde geval door e altoos gezonde gesteldheid van den testateur geheel onaannemelijk is.- Buiten dien het bekende decreet van 24 Januarij 1812 waarbij art. 155 van het decreet van 4 Julij 1811 ook op de toenmalige Hollandsche departementen algemeen verklaard, verbeeld ik mij dat hier moet worden toegepast de Eerste genete verwagters, toch van de fideï Commessaire goederen in kwestie waren op 1 Maart 1811 alle in leven, zijn ook bijna alle hulp behoevende en rekenen ongetwijfeld wel op het tijdstip dat zij het vrucht gebruik met den blooten eigendom dier goederen zullen vereenigd zien.

Hoe derhalven de rekestrant tot haar verzoek heeft kunnen komen is mij onbegrijpelijk daar toch ik de Mogelijkheid niet in zie dat aan haar verzoek behoudens alle beginselen van billijkheid en regtvaardigheid zoude kunnen worden voldaan. Ik zoude alzoo onder verbetering van oordeel zijn dat haar verzoek behoort te worden gewezen van den Hand.

[Pietertje Alberts Bas (1765-1842) wed. Jan Willemsz Bakker (1754-1798) en Albert Willemsz Keijzer (1773-1813), kind Willem (1807), in 1815 getrouwd met Cornelis Jansz Schagen. Haar vader was Albert Jansz Bas (1720-1804) wed. Trijntje Jans Twisk, bij zijn begrafenis moest f 15.- voldaan worden. Er waren 4 kinderen, Martje, Pietertje, Pietertje en Cornelis. Martje (1759-1831) was getrouwd met Simon Cornelisz Kooijman, 7 kinderen, van wie in 1837 nog 2 in leven].

N 287 Gouverneur 29-11-1837 rekest RC pastoor Burg A. Terstappen

Zelfde advies als in 1836 N 284

N 288 Gouverneur 29-11-1837 posterij

Te berigten- dat ik met leedwezen gezien heb hoe weinig de H: C. Zunderdorp, belast met het postwezen alhier, mijne intentie begrepen heeft, en door eene even eenvoudige als billijk vrage tot een even omslagtig als kostbaar voorstel te verheffen; het zelve bloot stelt tot wezenlijk nadeel voor deze gemeente van geheel te worden ter zijde gesteld.

Immers is het wel duidelijk dat ik er nimmer aan gedacht heb om, welke dan ook de noodzakelijkheid mogt zijn eene verbetering in het postwezen voor deze gemeente, aan de algemeene post-directie eener Jaarlijksche opoffering te vragen van minstens f 750.- s Jaars.

Ik kan eigenlijk niet anders doen dan het voorstel ontwikkeld bij missive van den 10 dezer N 279 herhalen- de behoefte namelijk die er bestaat dat eenen brieven bus worde geplaatst aan den Burg als Hoofdplaats en middelpunt van Texel (Eijerland toch wordt geheel door de Vliepost bediend)- en nog een hele bladzijde.

N 289 Kommandant Hoorn 30-11-1837 Dood attest van den schutter Pieter Smit

N 290 Gouverneur 2-12-1837 rekest G. Liedmeijer

Dat de rekestrant en zijn zoon niet onwaardig zij dat hun verzoek in gunstige overweging worde genomen.

N 291 BM Helder 2-12-1837 Dat de jager Jas zich hier niet bevindt

N 292 Regenten Weeshuis 2-12-1837 Voordragt Regenten

N 293 Rijksontvanger 7-12-1837 Kohier

N 294 Gouverneur 9-12-1837 Schutterij

N 295 Kommandant Sas van Gent 14-12-1837

Gerrit Liedmeijer Commies der plaatselijke belastingen, vraagt of zijn zoon J.G. Liedmeijer de vrijheid mogt hebben om (zoo lang er geene dispositie op gemeld rekest gevallen is) alzoo het hem Liedmeijer zoo bezwaarlijk zoude vallen om van zijn gering tractement het reisgeld naar Sas van Gent te moeten spenderen, te meer daar gemelde reis ter oorzake eener spoedig te vallen dispositie mogelijk Nutteloos zoude kunnen zijn.

N 296 18-12-1837 Aan de Gouverneur, Buurtwegen

Dat het daarbij toegezonden Concept reglement op de Buurt wegen ons toeschijnt tot geene Wezenlijke aanmerkingen aanleiding te geven, althans wat deze gemeente betreft.

Of men bij artikel 3 niet even stellig zoude verbieden het houden van Beyen-korven binnen een bepaalden afstand. Hier althans heb ik dit jaar daarvan nog moeyelijkheden gehad, terwijl het wel onnoodig is het hoogstgevaarlijke van zoodanige met beyen gevulde korven aan of digt bij den weg voor menschen, maar voor al voor paarden, te betogen.

En even zoo zoude het welligt in overweging kunnen genomen worden of in art 3 ook bepaaldelijk zoude verboden worden het wegwerpen van het varkens Haar op den Weg, zoo als niet zelden door de Landlieden wordt gedaan, vaak met bloed bezoedeld, en waarvan de Paarden meestal de sterkste Afschrik hebben.

N 297 en 298 Gouverneur 19-12-1837 NM Hendrik Pierre van Weststellingwerf

N 299 ontbreekt

N 300 Gouverneur 23-12-1837 Keuren invoer wolvee

A eene keure houdende voortdurend verbod op den invoer van Wolvee alhier in duplo

B Extract uit de Notulen der Gemeenteraad van dato 21 Dec N 2 waarbij dezelve wordt gearresteerd

Met Eerbiedig verzoek dezelve aan de x van HEGA HH ged: Staten te willen onderwerpen.

N 301 Ontvanger Texel 28-12-1837 Cornelia Tieleman niet alhier

N 302 Gouverneur 28-12-1837 NM

N 303 Provinciale Commissie te Haarlem 29-12-1837

Dat in den loop van dit Jaar geene veranderingen in het personeel hebben plaats gehad dan alleen dat de Platte Lands Heelmeester Peter Josephus Gordijn overleden is.

N 304 Gouverneur 28-12-1837 toelage RC Pastoor Oudeschild

N 305 Gouverneur 28-12-1837 Stuifdijk Hors

Dat op gisteren bij mij berigt is ingekomen dat de laatst gedane beplanting van den stuifdijk aan den Hors alweder geheel is ondergestoven, het welk des te sterker is daar het Winter Saisoen, daartoe anders niet gunstig is- de aannemer schijnt intusschen geen Last te hebben iets daaraan voor het oogenblik te doen; en aangezien ik meen het daarvoor te moeten houden dat over de bestaande Lengte, op de Hoogte waarop dezelve nu reeds gekomen is, ten allen tijde de beplanting moet geschieden, zoo achtte ik het niet ongepast deze omstandigheid te brengen onder de aandacht Uwer Exc: ten einde zoo dezelve dit goed acht, deswegens de noodige maatregelen te kunnen doen nemen.

N 306 Gouverneur 30-12-1837 Straatweg Burg en Haven

Dat wij in het Algemeen niet anders dan kunnen betreuren de omstandigheid dat het aanzijn op Texel van eenige militaire werken ons in de ten uitvoerlegging van geheel huishoudelijke en tevens voor inze Industrie onontbeerlijk geworden maatregelen zoodanige onoverkomelijke zwarigheden in den Weg legt als in het onderhavige geval plaats heeft; En waardoor het aanzijn deze Militaire werken die gewoonlijk anders een bron zijn van Welvaart voor de Gemeenten aan ons als steeds onbezet, niet anders dan Wezenlijke Last-offering veroorzaken.

Intusschen- hoe gegrond ook deze klagte zijn moge- wij gevoelen ten volle dat de opinie van de Militaire genie hoogst waarschijnlijk door ZM zal worden gedeeld en alzoo deze Gemeente in het treurig alternatief zijn gebragt om of met eene halve en veel kostbaarder maatregel zich te moeten vergenoegen of voor altoos af te zien van een plan waarmede de maateriele welvaart van dit geheele aanzienlijke Eiland in het naauwste verband staat.

Dat alzoo bij deze toedragt van zaken het ons verre verkiesselijk toeschijnt aan de geheel Kwestie met de Militaire genie ten volle toetegeven en wel door aan den te leggen straatweg een geheel nieuwe rigting te geven, namelijk van den Hoogenberg naar het Westelijk einde van het Oudeschild, in plaats van op de Haven af, dadelijk langs de rigting van het zoogenaamde Steenen Voetpad en altoos onder den vuur-lijn van den Lunet .

Aan de militaire genie zal daar door in allen deele voldaan zijn. Het hoofddoel van den weg zal even goed bereikt worden, alleen zullen de Kosten van dien weg daar door nogal vermeerderen, daar dezelve als dan over veel kostbaarder Land moet gaan en ook een paar bruggen vereischen die anders niet benoodigd waren. De bestrating zal geen verschil maken.

Maar ook dat nieuwe offer zijn wij bereid te brengen aan den drang der omstandigheden, en Uwe Exc: zal alzoo hier uit kunnen opmaken hoe uiterst noodzakelijk wij een behoorlijke gemeenschap met de Haven voor de geheele gemeente beschouwen, daar toch, wanneer het eene Zaak ware van bloot genoegen of meerder gemak waarlijk door ons zoo groote offers niet zouden durven worden gebragt.

Wij vermeenen alzoo dat het nu best ware in dien Uwe Exc: althans tegen onze Concessie geene bezwaren heeft, dat HEGA HH gedeputeerde Staten zoo ras dit zal kunnen zijn, brengen ter kennisse van ZE den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken met uitnoodiging, tevens aan ZE den als nu gepropeteerde rigting in loco van de zijde der genie te doen opnemen en traceren- ten einde alle verdere differenten te voorkomen en daardoor deze reeds sedert october 1836 aahangige zaak nu toch moge beslist worden.

En nog een bladzij smeekbeden.

1838

N 1 Gouverneur 2-1-1838 Transacten

N 2 Gouverneur 2-1-1838 voordragt regenten weeshuis

N 3 Gouverneur 2-1-1838 idem gesticht van Weldadigheid

N 4 Gouverneur 2-1-1838 Loterij

N 5 Gouverneur 4-1-1838 BS

N 6 Officier van Justitie Alkmaar 3-1-1838 WA de Rijk signalement- onbekend waar hij is

N 7 Rijksontvangers 4-1-1838 Patenten en personele belasting

N 8 Hr GA van Andel te Hamburg- attest op het gedrag

N 9 BM Delft 5-1-1838 NM

N 10 Gouverneur 5-1-1838 Verificatie gemeentekas

N 11 Kommandant Sas van Gent 5-1-1838

JG Liedmeijer kon door bijzondere omstandigheden niet voor 29 of 28 december van hier vertrekken

N 12 Gouverneur 8-1-1838 schutterij

N 13 en 14 Gouverneur vaccinatie

N 15 Gouverneur

8-1-1838 Geene personen naar andere provincien, uit andere provincien gevestigd de Heer H.C.W. Janson van Groningen, Ontvanger van de Registratie van het Kanton Texel

N 16 Gouverneur 10-1-1838 staat der Brandblusch Middelen

N 17 Gouverneur 10-1-1838 Opgave van trekpaarden, wagen karren enz.

N 18 Aan de Heer J. Noordberg Lid van het plaatselijk bestuur van Texel te Oudeschil 10-1-1838 Uitdeeling van turf te Oudeschil

Wij geven ons de Eer UEd kennis te geven van ons besluit op heden genomen om uit aanmerking der bijzonder strenge koude in de kommerlijke toestand waarin zich veele Ingezetenen van uw Dorp bevinden, provisioneel eene som van f 100.- ter Uwer dispositie te stellen ten einde in overleg met de Eerwaarde Heeren Predikant en Pastoor aldaar die som aan turf te besteden en die Turf onverwijld uittedeelen aan die geenen Uwer ingezetenen die daarop naar het oordeel van UEd gezamenlijk door hunne bijzondere omstandigheden de meeste aanspraak hebben en alzoo zonder eenig aanzien van personen of zij tot de bedeelden of niet bedeelden tot deze of eene andere godsdienstige gezindheid behoren.

Wij twijfelen niet of UEd en de beide andere Heeren zullen zich in het belang Uwer noodlijdende Ingezetenen gaarne de aan deze verbondene moeite willen laten welgevallen.

De penningen zullen UEd onverwijld geworden.

N 19 Gouverneur 11-1-1838 Aanvrage cert: NM Willem Bispinck

N 20 11-1-1838 Aan de Burgemeester van Velp, doodceduul

Mij willen doen geworden eene doodcedul van Johannes Frederik Bispinck in den jare 1818 binnen UEA gemeente overleden, met verzoek dezelve te willen laten legaliseren door den Heere president der regtbank van eersten aanleg van het arrondissement.

[Johannes Fredericus Fransz Bispinck (1766-1818) uit Burgsteinfurt in Duitsland, van beroep Luitenant in het 19 e Bataillon Infanterie. Hij was in 1798 op Texel getrouwd met Jantje Willemsz Keijzer (1774-1852) uit Den Hoorn. Zij waren de ouders van: Willem (1804-1870) geboren in Den Helder, gestorven op Texel en Cornelia Geertrudis (1809-1867) geboren in Velp, gestorven in Amsterdam. Jantje Keijzer is in 1821 hertrouwd met Jan Simonsz Duijnker (1782-1827) uit Den Hoorn, die als loodsman verdronk in het Schulpengat].

N 21 Circulaire aan Heeren Kerkvoogden der HV gemeenten 8-1-1838

Opgave zielen, ledematen, tractement predikant, toelage

N 22 Gouverneur 13-1-1838 NM Hendrik Pierre, onechte zoon van Neeltje de Wijn?

Onderzoek gedaan bij het Armbestuur alhier het welk mij opgaaf deed dat blijkens bij dat bestuur bestaande aanteekening dezelve te Rijssel is geboren 29-8-1818.

Ik heb vervolgens bij missive van 19-12 ll N 298 aan den Grietman van Weststellingwerf, waar deze persoon onder schijnt te behoren, nadere reisegnementen tot een behoorlijke inschrijving gevraagd en het antwoord van 6 dezer N 10/12 bekomen, 't welk ik de Eer heb hier bij te voegen en waaruit blijkt dat de gemelde persoon reeds in 1837 heeft geloot. En naardien het mij niet bekend is dat Neeltje de Wijn zijn moeder (zijnde hij Pierre een onecht kind) nog een andere zoon dan de boven genoemde onder den naam van Pierre in leven heeft, zoo is hij, dunkt mij duidelijk dat de invulling van het Jaar 1819 op de Naam Lijst welke ik almede de Eer heb hier bij te voegen, abusievelijk gedaan is. Behalven het hierboven aangevoerde ben ik geinformeerd, dat de moeder van gezegde Pierre op hede Nieuwediep gemeente Helder woonachtig- en gehuwd met L.C. Doodhagen, als mede dat gemelde Pierre in Mill: dienst zoude zijn.

Ik neem alzoo de vrijheid Uwe Exc: in overweging te geven om de inschrijving van den boven gemelde Pierre op het register Lett: G voor de NM niet te doen doorgaan.

[Neeltje was met Josef Demi Perse [Pierre], x 1822 te Vledder Petrus Gerardus Westhof, 1827 x Leendert Cornelis Doodhagen Vledder, kind Jan Christiaan]

N 23 Marine 15-1-1838 soldij gelden

N 24 Gouverneur 15-1-1838 Loterijen Cornelis Moojen

N 25 Gouverneur 16-1-1838 uitgaven 1838

N 26 Gouverneur 16-1-1838 begraafplaatsen

N 27 Gouverneur 16-1-1838 ordon: CC Bakker f 430 en 260

N 28 Kommandant 16-1-1838 schutters

N 29 Gouverneur 16-1-1838 posterij

Dat ik alvorens zoo wel Uwe Exc: voor derzelver spoedige en gunstige Voordragt, als ook ZE den Heeren Minister mijnen dank erkentenis betuigen moet voor de gunstige opneming van mijn voorstel als het op zich zelve ook bij ZExc: tot geen billijk bezwaar schijnt aanleiding gegeven te hebben en welke belangrijke zaak voor deze gemeente wij dus binnen Kort verwachten mogen dat tot stand zal worden gebragt-

Het is alzoo slechts de wijze waarop dit moet gezocht worden die thans een punt van overweging schijnt uittemaken. Wat betreft de opinie van ZE den Heere Minister om aan de Eijerlandsche post bij de alom plaats hebbende vernieuwing van Kontrakten, dit ledigen der brieven bus aan den Burg op te dragen, dit denkbeeld kan ik in het algemeen niet dan goed keuren alzoo die Postiljon altoos over den Burg zijne route neemt- Eene bedenking slechts zij het mij geoorloofd hierop in het midden te brengen, of namelijk de geheel wisselvallige tijd van aankomst der Vliepost- en de daarvan volstrekt onafhankelijk postschuiten te Oudeschil als welke wederom haren geheel eigen tijd van afvaart hebben, dit intermediair van den zelfden postiljon zullen toelaten zonder dat daardoor meermalen groote vertragingen ontstaan. Het gebeurt b.v. dikwijls dat de Vliepost niet aankomt, de postiljon wacht echter op die brieven te Eijerland op eene afstand van 4 uren van het postkantoor te Oudeschil- en kan dus in het geheel niet aan den Burg komen om de brieven aldaar aftehalen.

Deze bedenking als eene geheel locale omstandigheid voortspruitende vermeen ik in dit geval te moeten opmerken; het verders aan de meerdere wijsheid van ZE de Heer Minister overlatende tegen deze mogelijke vertraging de noodige maatregelen te nemen ten einde de brievenbus van den Burg dagelijk geregeld worde geledigd.

Wat nu betreft het tweede punt van de missive van ZE den Heere Minister, namelijk het plaatsen van eenen distributie aan den Burg; zoo moet ik nu eene x overwegen en onder dankzegging voor ZEA betoonde welwillendheid des niettemin met bescheidenheid mij tegen dat gevoelen verklaren- en wel om deze reden;- de Expeditie der brieven van het Oudeschil is doorgaans vrij snel en op het oogenblik dat de overbrenger der brieven aan den Burg komt begint nu ook de Afgifte met het eerste Huis reeds. Zoo dra echter de brieven in Massa moeten komen van het Oudeschil en eerst bij den distributeur, dan moeten zij alvorens weder door den hand van dien gaan eer zij bezorgd worden- dit zou dus een stellig oponthoud geven in de Expeditie dat te minder kan geleden worden daar de oogenblikken aan den Burg zoo uiterst kostbaar zijn om nog per omgaande de post te kunnen beamtwoorden-

Ten anderen zou het ook al weer zijne bezwaren hebben een egschikt persoon voor dien distributie te vinden, en zou dit denkelijk voor het postwezen eene wezenlijke Last daarstellen.

Hoe zeer dus oppervlakkig des Heeren Ministers voorslag allezins aannemelijk schijnt en in het belang van de Ingezetenen, zoo leert eene volkomene plaatselijke kennis dat deze goedwillende bedoelingen het verwachte oogmerk niet zouden bereiken, maar ook zekerlijk de Expeditie vertragen.

Het plaatsen van een brievenbus blijft dus mijns oordeels altoos de verre weg te verkiezen maatregel, terwijl wij overeenkomstig de missive van ZEx: in dien dit dan al niet anders wezen kan, en onder Uwer Exc: goedwinden, de kosten der plaatsing en bewaring dier bus alsdan voor onze rekening nemen zullen, ten bewijze dat wij gaarne willen mede werken om eene zoo noodige maatregel als de onderhavige tot stand te krijgen.

N 30 tot 41 NM 22-1-1838

N 42 Gouverneur 22-1-1838 overtreding WA de Rijk

Vonnis niet gelegt aangezien zulks bij volslage onbekendheid met de tegenwoordige verblijfplaats van deze man.

N 43 23-1-1838 Aan de Gouverneur

Wegens te veel gestorte gelden f 40.98.5 van de Kolonie van Weldadigheid ontvangen

N 45 Officier van Justitie Alkmaar 23-1-1838 BS

Op 12-2-1836 is de Vlaardinger Hoeker genaamd 'Lijnbaan' bemand met 10 koppen door hevige storm, op de kusten van dit Eiland verbrijzeld en zijn die personen ten aanschouwe van verscheidene ingezetenen alhier in de golven omgekomen, zoo nabij dat zij de ongelukkigen met de meeste duidelijkheid onderscheiden konden en werkelijk hebben.

De meeste dier personen hebben weduwen en wezen nagelaten voor welke zeer natuurlijk het kunnen bekomen van een bewijs van dat overlijden aller belangrijkst is.

Nu wordt mij verzocht door twee dier ooggetuigen de aangifte alsnog op te nemen in de sterfregisters van 1836 achter de aldaar gedane afsluiting van het overlijden op dien datum op de Kusten en x van dit Eiland van die verschillende menschen, zoo als die bij doop en bij geslacht namen bekend stonden, ieder op eene afzonderlijke acte even als gewoonlijk geschiedt, wordende bij dit onderzoek tevens de opmerking gemaakt dat te Vlaardingen als Zeeplaats die zelfde wijze van handelen jaarlijksch plaats grijpt, terwijl de Ambtenaar van den Burgerlijke Stand dier plaats als dan de autente kopij daarvan zendt ter bijschrijving op het bij de griffier der regt bank gedeponeerde dubbel van dat register waarmede de Zaak is afgeloopen.

Ik voor mij zie dan ook in zoo verre geene zwarigheid hierin, en wil gaarne behulpzaam zijn in het daarstellen van acten, wier gemis ongetwijfeld aanleiding geven tot verlerlei en groote moeite, ja zeer mogelijk zedeloze handelingen, daar verscheiden dier weduwen met een huwelijk alleen daarop wachten; doch vermeende aangezien zulks niet gebruikelijk is alhier, alvorens het oordeel te moeten inroepen van UWEdgestr:

N 46 B&W Amsterdam 23-1-1838 dom: v. Onderst. C. Dekker

In voldoening van UEA kennisgeving van den 17 dezer N 10370/26184 heb ik de Eer UEA bij deze toetezenden eene Traite op den Heer Tideman aldaar groot f 13.- waarmede die post ten laste dezer gemeente op name van Coenraad Dekker openstaande, zal gekweten zijn.

[Coenraad Teunisz Dekker (1811-1873) zou in 1843 trouwen met Wiesje van Grouw (1820-1898). 8 kinderen allen geboren en gestorven aan de Helder, waar zij ook overleden zijn. Coenraad was loods]

N 47 BM Buiksloot 24-1-1838 overzending acten

N 48 26-1-1838 Aan de Gouverneur, Buitengewone gebeurtenis

Zekere Anton Millotte van geboorte uit Dresden doch sedert 3 jaren in den polder Eijerland werkzaam als arbeider is gisteren morgen ter ganzen Jagt uitgegaan en heeft te 12 uren het ongeluk gehad geheel buiten opzet een jongen Knaap van 13 jaren zodanig door de borst te schieten dat dien oogenblikkelijk den geest gaf.

De ongelukkige heeft dadelijk de vlugt genomen doch is na eene elendigen nacht in de duinen, ten prooi aan alle gebrek en den strengen winterkoude geweest te zijn, zich dezen morgen vrijwillig in handen is komen stellen. De verdere instructie dezer zaak heeft mij den geheelen dag bezig gehouden.

Wat ik echter bij deze gelegenheid mij gedrongen gevoele Uwe Exc: tevens mede te deelen, is, dat dit geheele rampzalige geval dat eenen Jongeling het leven en braven ouders hunnen eenigen zoon kost even zeer de resto is toeteschrijven aan de uiterst gebrekkige wijze op welke hier ter plaatse het opzigt over de Jagt wordt uitgeoefend als zulke directelijk aan den ongeduldige Millote is te wijten. Het is reeds sedert jaren dat ik ernstige vertoogen op dit onderwerp heb gedaan bij elke voorkomende gelegenheid aan het Departement der Jagt voor al heb ik de laatste 2 jaren bij de toenemende Misbruiken ook bijzonder de aandacht van den Heere Adjunct Houtvester daarop gevestigd, nog laatstelijk bij mijn missive van den 7 November 1837 N 224, waarin ik tenslotte deze Zaak aan ZEg ernstige belangstelling aanbeval en tevens bij herhaling het eenvoudige en zeer onkostbare middel aan de Hand gaf om in alle misbruiken voor het vervolg alhier te voorzien, door namelijk partij te trekken van den veldwachter dezer gemeente; als welke daartoe van de zijde van dit bestuur dat zoo gaarne van zijne zijde met het algemeen bestuur steeds weil medewerken alsdan daartoe in de gelegenheid zoude worden gesteld en welke dan met eene zeer matige geldelijke toelage Jaarlijksch een volkomen genoegzaam opzigt konde uitoefenen; tot heden echter hebben alle mijne pogingen ook door middel van den alhier aanwezige fungerende Commissaris de jagt niets mogen uitrigten en is alzoo als ik het zeggen mag, de gelegenheid van zelven geopend tot ongelukken zoo verschrikkelijk als welke wij er nu een te betreuren hebben.

In het belang alzoo niet alleen van het welbegrepen belang der schatkist- maar tevens in het belang der eerbied voor de Wet en in het belang der menschelijkheid maak ik van deze treurige gelegenheid gebruik dir een en ander met eerbied aan Uwe Exc: voor te stellen en de Zelve bescheidelijk te verzoeken zoo en op die wijze als Uwe Exc: in haar wijsheid meest doelmatig zal oordeelen het thans voorgevallene te doen gelden tn einde nu toch eindelijk de daarstelling van eenen gesalarieerde opzigter der Jagt alhier te verkrijgen daar toch ook mijne laatste aangewende poging in deze tot dus verre het gewenschte gevolg niet heeft mogen hebben.- En het geen twijfel lijdt of bij alle verder verwijl en straffeloosheid van Jagt de treurigste gevolgen daarvan, bij voortduring te wachten staan.

Rob Gomes: Vandaag 6 juni was mijn jongste kleindochter jarig (4 jaar).

Daar ben ik een deel van de dag geweest.

Het probleem liet me echter niet los en ik ben verder gaan spitten.

Zo kwam ik een overlijden tegen van Jan Dirksz Veen op 25 jan 1838.

Geboren in Vianen en wonende en overleden in Eijerland.

De overlijdensakte geeft aan overlijden 11 jaar.

Bij zijn vermeende ouders komt er echter geen geboorte voor die die leeftijd zou rechtvaardigen.

Wel een zoon Jan Dirksz Veen, geb Vianen 20 dec 1824.

Naar mijn idee is dit de bewuste jongeman.





N 49 H. Koster te Alkmaar 27-1-1838 Bs 1837

N 50 Gouverneur 29-1-1838 inschrijvingsregister

N 51 Gouverneur 29-1-1838 vrijwillieg dienstneming

N 52 Kommandant 29-1-1838 T. Boon moet zich onder het bevel stellen.

Dat ik dadelijk na den ontvang UHEg missive van den 24 dezer den persoon van T. Boon de noodige Last het doen toekomen zich onverwijld onder het bevel van UHEg te komen stellen, 't geen dan ook door hem is aangenomen, moetende ik intussen UHEg opmerken dat aangezien de Hoogst moeijelijke correspondentie ten gevolge van het ijs tusschen hier en den vasten wal dat alleen nu en dan de overvaart van de brieven-maal toelaat, zijn komst mogelijk een paar dagen zoude kunnen worden vertraagd.

De positie van dien Man is echter wezenlijk zeer onaangenaam, daar het tot 4 reizen herhaalde verlof hem natuurlijk niet anders heeft kunnen doen veronderstellen dan dathet ook voor de 5 e reize wel zoude gelukken- daar zijne betrekking tot het Loodswezen volmaakt dezelfde is gebleven- Het schijnt echter dat daaromtrent bij het Gouvernement eene andere Opinie nu onlangs is aangenomen 't welk als nu eenige andere voor zijne 5 jarige diensttijd zal verstreken zijn, en nu hij vrouw & kind heeft zeer natuurlijk hem in de moeijelijkste omstandigheden brengt. Zijn voornemen is intusschen zich tot ZM nader te wenden om althans dadelijk met onbepaald verlof te worden naar huis gezonden en ik heb hem toegezegd UHEg zeer belangrijke medewerking en welwillendheid voor het Lot van dien in alle deele zeer geschikten mensch interoepen, ten einde de zoo dit eenigzins zijn kon, hem in het bereiken van zijn doel behulpzaam te zijn, daar hij, al moet hij slechts een paar maanden werkelijk in dienst zijn, zijn betrekking bij het Loodswezen vervallen is welligt voor zeer geruimen tijd, met vrouw en kind van alle onderhoud verstoken en welligt voor zijn belangrijk vak voor altoos zoude verloren. Ik geef mij alzoo de Eer bij deze en tegen des zelfs komst zijne belangen ten dringendste aan UHEg vermogende protectie aantebevelen.

N 53 B&W Amsterdam 30-1-1838 onderwerp JF Hirsch

Johannes Fredrik Hirsch heeft op Texel onderstand gekregen. Zulks is hem na gedaan onderzoek toegestaan, en zal men daarmede voort gaan tot hij in de mogelijkheid is bij open water, weder te vertrekken. Zijnde deze man die eene rondzwervend arbeider schijnt, ter gelegenheid der uitdieping van den Haven alhier gekomen en door de winter overvallen.-

En daar gemelden persoon ingevolge de bepalingen der wet van 28-11-1818 binnen UEA stad zijn dommicilie van onderstand schijnt te hebben, zoo heb ik de Eer namens de Directie van algemene armen alhier UEdA daar van voorloopig kennis te geven met verzoek om de nader optegeven kosten te willen vergoeden, welke kosten echter voornoemde Directie zorgen zal dat geen f 2.- weeks zullen overschrijden.

N 54 30-1-1838 Aan de Burgemeester van Scheemda

Dat de Directie van het Gesticht van Weldadigheid alhier vermeent van alle verdere ondersteuning van Maria Meis ontslagen te zijn, aangezien men hier bereid is haar op te nemen. [Het bestuur wil wel] uit aanmerking der bijzondere omstandigheden een gift in eens doen ad f 6,-

N 55 31-1-1838 cert:

N 56 BM Nieuwer Amstel 31-1-1838 schutter

N 57 Kerkvoogden HV kerk Hoorn 1-2-1838 opgave doen binnen 3 dagen

N 58 Brandmeester te Oude Schil 31-1-1838 Brandwezen

N 59 Kapitein Ingenieur J. Nool Helder

N 60 Gouverneur 3-2-1838 Opzigter der Jagt

Voordragt van den veldwachter alhier als opziener van de Jagt-

Ik geeft mij intusschen de Eer Uwe Exc: tevens optemerken dat zoo ik meen in het algemeen aan dusdanige Commissie, geene geldelijke toelage, hoegenaamd verbonden is, waar aan dan ook is toeteschrijven dat de reeds sedert verscheiden jaren aan veelvuldige personen alhier, achtervolgelijk verleende soortgelijke commissien nimmer het gewenschte doel hebben getroffen aangezien de aard der zaak mede brengt, dat eene behoorlijke en vigilante surveillance een merkelijken tijd vordert dien men in den regel van niemand vorderen kan vooral onder zoodanige klasse van menschen, dat zij aan hunne andere winstgevende bezigheden ontrokken terwijl de mogelijke voordeelen met Calangeren te behalen zoo hoogst onzeker en meest alzoo moeijelijk te behalen zijn dat men om die reden niet ligt een even werkzaam als vaak onaangename betrekking wil op zich bnemen ten zij dat zoo als hier althans meer malen gebleken is, eene zoodanige commissie door de zulke wordt geambieerd die daarvan een misbruik zoeken te maken.

Veldwachter betalen.

N 61 Gouverneur 5-2-1838 Eeredienst gtal zielen HV

N 62 5-2-1838 Aan de Burgemeester van Schinge bij Harlingen

Onderstand aan Siebrand Wietze Kikstra, oud 33 jaar, van Hervormde ouders, doch zelve geen lidmaat zijnde, vrouw, 2 kinderen, ziekelijk in Eijerland F 3,- per week.

N 63 B & W Zwolle 6-2-1838 J.D. Duynker

Traite op den Heer Tideman te Amsterdam groot f 147 ½ waarmede het Armbestuur der HV Gemeente van UEA stad zich ter zake der geleverde onderstand aan Jan Dirks Duynker, gelieve te houden, voor voldaan.

[Jan Dirksz Duijnker (1810-1866), zoon van Dirk Klaasz Duijnker (1771-1814) en Ariaantje Cornelis Kok (1779-1848). Ariaantje werd in 1821 met haar 6 (van de 9) in leven zijnde kinderen naar Frederiksoord gestuurd. Jan trouwde in 1837 met Aleida Degenhardt (1804-1880) uit Zwolle]

N 64 Rijksontvanger 8-2-1838 kohier

N 65 Gouverneur 8-2-1838 aanvrage vrijstelling Cornelis Nansz Dekker

N 66 Gouverneur 9-2-1838 Schutterij

N 67 Militieraad 9-2-1838 NM

N 68 Gouverneur 9-2-1838

Dat geen kinderen uit Godshuizen zich hier bevinden naar de Colonien der Maatschappij van Weldadigheid moeten worden opgezonden.

N 69 Gouverneur 10-2-1838 reisgelden miliciens

N 70 Gouverneur 12-2-1838 Korenmolen Eijerland

N 71 B & W Amsterdam 13-2-1838 onderstand dommicilie JF Hirsch

In 1833 gehuwd in Amsterdam met Antje Cornelis Zilver, uit welk huwelijk 3 kinderen te Amsterdam zijn geboren, doch waarvan een aan den Helder overleden in 1836, een te Texel in 1837 en een waarvan nog in leven is, terwijl in 1837 zijne vrouw alhier van een 4 e kind is verlost het geen de eerste aanleiding tot oponthoud alhier schijnt gegeven te hebben, welke kinderen almede in ziekelijken toestand schijnen te zijn.

Dat voorts hij te Amsterdam heeft gediend bij zekeren Willem Galdewijn, wonende in de Paspedenstraat als slagers knecht, em bekend is bij zekeren Reinier de Dood in de Toelie dwarsstraat, modderman en nachtwacht, terwijl hij zelven aldaar heeft gewoond in eenen kelder onder het woonhuis N 17 waar van wijkmeester is de Heer Kruif op het Asscheppersgrachtje woonachtig.

N 72 Gouverneur 13-2-1838 Loodswezen O Schil 2 bladz:

N 73 Gouverneur 15-2-1838 cert: Jan Daalder

N 74 Gouverneur 15-2-1838 Schutterij

N 75 Gouverneur 16-2-1838 extract Notulen, geen vermelding waarover

N 76 Gouverneur 15-2-1838 Erfpacht kerk Burg

N 77 21-2-1838 Aan den Heer Ontvanger der Rijksbelastingen te Texel

[Die een onbeschofte brief aan het adres der Sicretarie dezer gemeente stuurde].

Ik vind mij in de onaangenaame verpligting UEd mijne uitterste bevreemding te kennen te geven over het stuk dat UE heeft kunnen goedvinden gisteren met mijne dienaar aan mij terug te zenden aan het adres der Sicretaris dezer Gemeente; het kan dus niet anders dan voor mij of de Heer Sicretaris dezer Gemeente zijn bestemd, die toch beide zoo ik meen niet op het standpunt geplaatst zijn aanmerkingen van UEd te ontvangen even zoo ongepast en onbetamelijk wat dezelver inhoud en geest betreft, als in den voren geheel in strijd met hetgeen niet alleen men ongetwijfeld mag beschouwen als volledig ambtspligt, maar zelfs met alle regte eener bloote welvoegelijkheid tusschen particulieren.

Ik heb intusschen gemeend het voor deze reize bij deze opmerking, onder terugzending van het papier zelve te laten berusten, terwijl ik tevens de Eer heb UE bij deze ernstig uittenoodigen, voortaan UE mededeelingen aan het plaatselijk bestuur in dien beschaafden en welwillende toon interigten als welke geen aanleiding kan geven tot botsingen en moeijelijkheden- en welke ongetwijfeld gewild wordt door een gouvernement, dat ons allen ook in dit opzigt tot voorbeeld kan strekken.

N 78 Heer amtenaar der Registratie 21-2-1838 staat personen

N 79 BM den Andel gem Bresse Groningen 21-2-1838 Ond. dom: T. Meijer

Dat sedert eenige dagen door de directie van het gesticht van Weldadigheid alhier geneeskundige hulp en onderstand is verleend aan zekeren T. Meijer, volgens opgave van Hervormde ouders doch geen lidmaat, oud 33 jaar, getrouwd met Hendrikje Vetter?, en 4 kinders hebbende, geboortig van Eemderum, doch in UEA gemeente zijn dvo hebbende, als gedurende 9 jaren daar gewoond hebbende, zijnde sedert eenigen tijd arbeider geweest in den nieuw bedijkten polder Eijerland alhier.

Deze zelfde Meijer is heden morgen overleden en zal derhalven ook op de minst kostbare wijze worden begraven.

Ik geef mij de Eer dit Een en ander overeenkomstig de bepalingen der wet van 1818 (staatsblad N 40) ter kennisse van UEdA te brengen: zullende naderhand UEdA opgaven de voor Meijer gemaakte of voor de Hoog zwangere vrouw en kinderen nog te maken kosten, ten einde daarvan de restibutie te verzoeken, zullende het mij aangenaam zijn den ontvang dezer te mogen vernemen.

Mogt het onderstands domicilie van dezen man niet in UEA gemeente, maar nog altoos te Emderen zijn, dan verzoek ik UEA beleefdeljk dezen brief aan onzen ambtgenoot aldaar te zenden ten einde alle oponthoud te voorkomen.

N 80 Den Eerw Heeren Diakenen der HV gemeente te Oudeschil 21-2-1838 onderst: dom: Froutje Boon

Betreffende het od van Froutje M. Boon, thans gehuwd met Jan Leenderts Lover, heb ik de Eer bij deze ter kennisse van UEerw: te brengen-

Frouwtje Boon is in den Jare 1808 door den Eerwaarden Horst predikant der HV gemeente aangenomen- In 1811 is zij gehuwd met zekeren Corn: Boling, die zij met ter woon is gevolgd naar ter Schelling. Deze Boling is in 1814 overleden, waarop zij Froutje Boon kort daarop weder met er woon naar Texel vertrokken en hertrouwd is met Jan Leenderts Lover, met wien zij gedurende de laatste 14 Jaren onafgebroken aan het Oudeschil gewoond heeft.

Wanneer zij der halven gedurende dien tijd als Lidmaat der HV Kerk is erkend, dan schijnt het mij volgens de bestaande wet van 1818, onder correctie, toe, dat UEerw diaconie tot derzelver onderstand verpligt zijt;- zoo niet, dan zou het de Diaconie aan den Burg zijn moeten- in geen geval kan die vrouw tot de algemeene armen gebragt worden.

[Jan Leendertsz Lover (1787-1856) trouwde in 1823 met Vrouwtje Maartens Boon (1788-1846), kind Leendert (1824-1880). Zij was in 1810 getrouwd met Cornelis Boling (1765-1814) uit Harlingen].

N 81 B & W der stad Deventer 21-2-1838

Dat rekening van gemaakte kosten ten behoeven H. Kolder aangewend, door mij nader zal worden te gemoet gezien, waaromtrent ik uit naam van de met die onderstand alhier belastte Directie van het gesticht van Weldadigheid de meeste oeconomie verzoek.

Dat intusschen die directie UEA beleefdelijk verzoekt denzelven Hendrik Kolder tevens te willen doen kenbaar maken dat bijaldien hij verdere onderstand verlangd, hij onverwijld, zoodra het open water namelijk zulks zal toelaten, met zijn gezin alhier wordt verwacht, alwaar die onderstand alsdan aan hem zal verleend worden, al zoo die directie zich niet bevoegd acht om voortdurend of bij eventuele herhaling, andermaal elders in het onderhoud te voorzien van te Haren last komende personen.

N 82b 22-2-1838 Aan den Heer Ontvanger der Rijksbelastingen te Texel

brief van 1 pagina

N.a.v. uw missive van den 21 dezer N 63 heb ik de Eer UE optemerken-

Dat ik met genoegen daaruit bespeurd heb, dat UE het met de door mij aangevoerde beginselen eens zijt en ik alzoo mij vleijen mag dat bij vervolg door UE in dien geest zal worden gehandeld.

Het welk ik te eerder vertrouwe, daar UE missive mij tevens heeft doen blijken, dat UE in deze in eene voor mij vreemde dwaling verkeerd hebt, van namelijk den Heer Bok te beschouwen als gekwalificeerde door zijn Principalen- dit is zoo niet- ZEdg heeft alleen uit welwillendheid en bekendheid met den Erven Daalder op hun verzoek een verklaring afgelegd te hunne behoeve voor den Heer Vrederegter, als dat meermalen gebeurt, en waarover geene Kwestie geweest is, doch had verders en speciaal wat de verklaring van mij betreft, met de Zaak niets gemeend hoegenaamd. Moetende ik echter tevens opmerken, dat onze opvatting van UEd geworden en ter secretarie geadresseerd papier des niettemin teregt was en niet anders kan wezen; daar bij aldien UEd werkelijk en ter goeder trouw meende dat de Heer M: Bok hier als gekwalificeerde voor zijne principalen handelden, het hoogst vreemd was, ja volstrekt niet te pas kwam, een aan dien Heer als particulier gerigt papier zonder naam ter secretarie te adresseeren.-

Deze teregtwijzing meende ik UEd verschuldigd ten einde zoo ik mij vleije, UEd de overtuiging daarbij krijgen moogt dat de door ons gedane opvatting en gemaakte aanmerkingen, wel degelijk in het onderwerpelijk geval van toepassing waren en het geen dan ook tevens tot besluit deze zaak zal kunnen dienen.

N 83 23-2-1838 Kadastrale plans

N 84 Gouverneur 26-2-1838 CC Bakker f 2100.-

N 85 Gouverneur 26-2-1836 Schutterij

N 86 Gouverneur 2-3-1838 rekest Jb.T. Boon

N 87 3-3-1838 Aan den Heer Grietman van Menaldumadeel

over onderstand voor S.W. Kikstra, opsomming van zijn woonplaatsen

N 88 Gouverneur 3-3-1838 rekest T. Zijm alhier

Deze wil ontslag als lid van de Gemeenteraad.

Voor zooveel noodig geef ik mij tevens de vrijheid hierbij te voegen, dat de Heer Zijm het vorige jaar zelve eene zware ziekte heeft door gestaan terwijl zijn vrouw en 2 volwassen kinderen bezweken zijn. Deze zware huiselijke rampen schijnen hem voor de waarneming van alle betrekking buiten huis min of meer te hebben ongeschikt gemaakt en ik geloof dan ook dat bij zoodanige omstandigheden zijn voort durend lidmaatschap van den raad tamelijk nutteloos zoude zijn en meen alzoo dat er termen aanwezig zijn om het verzoek van den rekestrant goedgunstiglijk te ondersteunen.

[Tijs Maartensz Zijm (1790-1849) van Westergeest was getrouwd met Antje Cornelis Smit (1792-1836) van den Hoorn. Zij hadden 8 kinderen geboren aan den Hoorn. De oudste (22, de eerste vrouw van Jan Pietersz Witte, kraambed) en jongste (4) stierven in 1836. Tijs zou in april 1838 hetrouwen].

N 89 BM Hoorn 3-3-1838 BS

N 89a Regenten en Regentessen Weeshuis 3-3-1838 Nieuw reglement Weeshuis

N 90 Gouverneur 5-3-1818 rekest C. Wuis- geen bezwaar

N 91 Kapitein Ingenieur Helder 6-3-1838 Straatweg, over komst om ter plaatse te kijken

N 92 Schoolopziener 6-3-1838 school Eijerland- Locatie bezichtigen

N 93 Gouverneur 6-3-1838 Stuifdijk Hors

Ik geef mij de Eer Uwe Exc: bij deze te rapporteren dat ten gevolge de vorstelijke winter die wij laatstelijk gehad hebben en alzoo de lagen waterstand eene zeer aanemerlijke hoeveelheid wier op de Hors was achter gebleven.

Dit werd mij voor 3 a 4 dagen door de daar wonende personen medegedeeld, tevens met den goede aanbeveling het aldaar voorhanden wier in veiligheid te brengen, althans zoo veel zoude noodig zijn om de digting te bewerkstelligen der bij Uwe Exc: bekende stuifdijk op de Hors als waartoe dat wier onontbeerlijk is, en hetgeen men op het oogenblik moet waarnemen, daar een volgend gewoon of Hoog water hetzelve vaak geheel wegvoert, zoo als dan ook heden werkelijk reeds het geval is geweest.

En daar Uwe Exc: mij bij hare missive van den 24 october ll N 168/16899 had gemagtigd om eenige geringe kosten aanwenden ter digting (waaraan toen om het gevorderde saisoen geen gevolg gegeven is) en buitendien de groote nuttigheid on doel matig te duidelijk was om te worden veronachtzaamd, zoo heb ik gemeend in het belang van den dienst mij te moeten veroorloven van het oogenblik gebruik te maken en eene kwantiteit van minstens 200 wagens wie te doen in veiligheid brengen nabij de te doene digting, wat alzoo ter dispositie van den aannemer kan gesteld worden en waaraan kosten op de zuinigste wijze behandeld, hebben belopen f 40.25

Ik vlij mij dat Uwe Exc: het verrigten wel zal willen goedkeuren, terwijl ik tevens in het belang dezer in veel opzigten zoo gewigtige zaak mij de vrijheid veroorlove geheel wenschelijk, naar het mij toeschijnt voor te stellem dat die digting en verlenging der stuifdijk van 800 Ellen verwonderlijk is toegenomen met de daar bij gekome beplanting nog in het laatst dezer maand wierde aanbesteed, ten einde dan van de zoo aanzienlijke voorjaars verstuivingen op den Hors alhier partij te trekken als waardoor men zich vleijen mag de stuifdijk in kwestie in een zomer boven stormtij te krijgen.

N 94 BM BM Leidschedam 7-3-1838 BS

N 95 8-3-1838 Kadaster Haarlem

Vier pakketten in de post gedaan bevattende de Registers van het Kadaster

N 96 Gouverneur 9-3-1838 rapport schutterij

N 97 Hoorn 12-3-1838 cert:

N 98 Ontvanger der Registratie 12-3-1838

N 99 idem 12-3-1838 HG Taddel

N 100 Controleur der divisie 12-3-1838 bevolking

Dat de vermeerdering die de populatie der werken aan het Eijerland heeft te weeg gebragt zeer moeijelijk met enige zekerheid is te bepalen aangezien de groote mutatie die aldaar onder de bewoners plaats heeft veelal ten gevolge der groote en spoedige afwisseling in de plannen der ondernemers, zoo zullen op heden of morgen 150 tal Zielen vandaar gaan vertrekken; of die door anderen zullen vervangen worden weer niemand. De geheel winst alzoo in Zielen zal na aftrek der zoo even genoemde met 4 a 500 Zielen ophouden.

De vorming van den Hoorn en het Oudeschild is in tegendeel meer positief en zonder althans weinig uitzigt op verandering. Ik vermeen dat die verhouding op een p:m: 500 Zielen zal kunnen worden berekend.

Ik geloof alzoo op grond van een en ander het daarvoor te mogen houden dat alles in massa beschouwd, het cijfer der bevolking in het algemeen te rekenen vanaf het tijdstip voor de indijking van het Eijerland geene merkelijke verandering zal hebben ondergaan; en welke mitsdien zal fluctueeren tusschen de 4500 en 5000 Zielen.

N 101 vroedvrouwen 12-3-1838 afschrijven 2 sollictanten

N 102 B & W Amsterdam 13-3-1838 od Dirk Vos

[Onderzoek gedaan] naar de daarbij genoemde Dirk Vos waar uit mij is gebleken dat deszelfs moeder E. Disper wed. MJ Vos, sedert Maart 1836 woonachtig is in UEdA stad, op den Lindengracht tusschen de 2 e en 3 e dwarsstraat, en derzelver zoon (oudste) een uit drager op den Nieuwe Dijk hoek Stroomarkt, onder de Maalstroom.

Deze informatien te brengen ter kennisse van UEdA heb ik geoordeeld voor het vervolg niet ondienstig te zijn, daar het mij toeschijnt dat die familie wel in staat is om bij een herhaalde Ziekte van haren zoon of broeder denzelven op eenige wijze tegemoet te komen en niet aan den openbaren liefdadigheid over te laten.

N 103 en 103a Heer Administrateur van 's Rijks schatkist Amsterdam 17-3-1838 Pensioenen

Op de mij gedane aanvrage van zekeren wed: Glasvoord, wed: H. Schutte en wed: Bolt D. vd Sterre en M. Boon, alle binnen deze gemeente woonachtig, welke gewoon zijn tot heden telken half jare hun pensioen ten laste van het Rijk ten Uwen kantoren te doen ontvangen, geef ik mij de Eer UEdg te verzoeken mij wel te willen mededeelen of die gepensioneerden in de termen van ZM besluit van 10 Jan: ll N 107, waarbij bepaald is dat de daarbij bedoelde pensioenen voortaan tot een 3 maanden zullen worden uitbetaald en of zij mitsdien nu met 1 April e.k. op die wijze zich ten kantore van UEdg zullen moeten vervoegen.

N 104 BM Baflo 20-3-1838 od BE Meijer

Toetezenden eene Nota van door die directie gemaakte kosten met bijlagen; welke ofschoon nog al niet gering desniettemin voornoemde Directie mij verzekert dat in aanmerking het Huisgezin, de ziekte en het overlijden en transport met voeding der achterblijvenden met de uitterste spaarzaamheid gemaakt zijn-

Aangenaam zal het mij zijn de restitutie dezelver te mogen bekomen en het geen bij mogelijk ontbrken man beter middelen zeer gevoeglijk geschieden kan door Coupons en formaat Zegels of eene traite op Amsterdam.

N 105 Gouverneur 29-3-1838 NM

N 106 Gouverneur 28-3-1838 onderstands domicilie Froutje Boon

1 bladzij om uit te maken wie voor haar onderstand moet zorgen-

Iemand om zijne openbaren zonden etc- uit het genootschap wordende uitgesloten, zal van zoodanige uitsluiting aan het gemeente bestuur worden kennis gegeven, en onderstand benoodigd zijnde, door gemeene armen voogden onder houden worden.

Nu is Froutje Boon in kwestie ofschoon niet van de beste levensgedrag, nimmer kerkelijk gesensureerd veelmin uitgesloten, dit punt wordt erkend. Hieruit vloeit alzoo voort dat nimmer het algemene armbestuur met haar onderstand kan belast zijn, het welk ook ten overvloede geheel is in den geest van het Koninklijk besluit van den 13 sept: 1831 N 78 en 3 Julij 1832 N 75, houdende dat zij welke belijdenis van de eene of andere Godsdienst hebben afgelegd behoren tot de behoeftige welke door de Diaconie ter plaatse van derzelver of gealimenteerd moet worden.

Nu is FB in 1808 behoorlijk Lidmaat geworden [in den Burg] en niet lang daarna gehuwd en vandaar vertrokken, zonder attestatie te ligten. Men schijnt haar dien volgens, stilzwijgend van de Ledematen boeken in 1814 te hebben afgevoerd of zij is vergeten.

Aan het Oudeschil nu heeft zij de laatste 14 jaren gewoond, is denkelijk wel voor Lidmaat der kerk beschouwd, doch aangezien zij zelden of nooit ter kerk kwam en niet communiceerde is daar van ook niet veel notitie genomen.

Anderhalve bladzij beredenering- tenslotte advies aan de Gouverneur: wat FB betreft dat door het algemeen armbestuur reeds eenmaal onderstand aan FB is verleend, zulks voor het vervolg geen grond oplevert, tot het herhaald bedeelen van wien men het niet volgens de wet verpligt is te bedeelen.

Waarschijnlijk is dit Vrouwtje Boon (1788-1846) dochter van Maarten Cornelisz Boon (1753-1827) en Martje Hendriks Boon (1758-1840). Zij overleed in Oudeschild.

N 107 Gouverneur 30-3-1838 Staatsblad

N 108 30-3-1838 Koepokstof toezenden

N 109 Gouverneur 30-3-1838

Dat sedert eenige dagen wederom zich variolen binnen deze Gemeente hebben vertoond die de Eilands geneesheer voor de gewone Kinderziekte erkend heeft, zijnde dan ook door mij de noodige voorzorgen genomen tegen derzelver uitbreiding.

N 110 30-3-1838 Transportrante Delft om bewijs voor Willem Maas

N 111 30-3-1838 Gouverneur school Eijerland

N 112 B & W Amsterdam 3-4-1838 ond JF Hirsch

Nota van Gesticht van Weldadigheid voor het gezin van JT Hirsch noodwendig gedane uitgaven, terwijl het zelve zoodra het open water en de toestand van het gezin zulks toeliet naar UEA stad is geexpidieerd geworden.

N 113 Gouverneur 3-4-1838 School Eijerland

N 114 Gouverner 3-4-1838 Kadaster staten van Eigendomsovergangen

N 115 6-4-1838 Aan de Provinciale Commissie voor Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt Koepokstof voor C.F. Rechlien ontvangen

N 116 Ontvanger directe en indirecte belastingen 6-4-1838 Patenten

N 117 Gouverneur 6-4-1838 Verificatie kas Eilands ontvanger

N 118 7-4-1838 Aan de Burgemeester van Uithuizen

Dat op den 2 e April binnen deze gemeente is overleden zekere Harm Schutt, 40 jaar, geboren te Slochteren, doch de laatste 9 jaar in Uw gemeente woonachtig geweest, sedert eenigen tijd als arbeider zijnde geweest in den polder Eijerland alhier, nalatende vrouw en 4 kinderen.

Voornoemde directie heeft het lijk van dien man doen begraven en zal gedurende de eerste dagen in het noodige onderhoud der achter blijvenden voorzien, welke onverwijld van hier zal vertrekken- de daar toe aantewenden kosten waar in echter de uiterste spaarzaamheid zal worden in acht genomen, zal de voornoemde directie mij ten spoedigste opgeven.

N 119 schutterij 9-4-1838

N 120 en 121 Gouverneur 9-4-1838 staat der vaccines

N 122 Gouverneur 7-4-1838 tabellen instellingen Liefdadigheid

N 123 BM Helder 10-4-1838 Huwelijksafkondiging

N 124 10-4-1838 Aan de Gouverneur, over A. de Moor

Na een jaar nog geen geld, een hele bladzijde

N 125 Gouverneur 11-4-1838 cert.

N 126 B&W Amsterdam 12-4-1838 ontvangen f 60.58 vanwege Hirsch

N 127 Gouverneur 12-4-1838 voordragt raadslid

Raadslid uit Eierland? Het is alleen om alle mogelijke yverzucht te voorkomen en alzoo eendragt en rust te bewaren dat deze voordragt van den raad geschieden.

N 128 13-4-1838 zegels van BM Velp ontvangen.

N 129 Gouverneur 14-9-1838 ? rekest W. Visser

14-4-1838 Aangezien Elisa Luitsz is een onecht en tevens niet erkend kind der Rekestrant Simon Willemsz Visser, de militieraad mijns inziens wel en teregt begrepen heeft dat de redenen door SW Visser tot vrijstelling gebragt, niet geldend was. Ik geloof alzoo dat in deszelfs verzoek zal dienen worden gedifficulteerd als geene termen aanwezig zijnde voor eene gunstige dispositie.

N 130 B&W Deventer 14-4-1838 H. Kolder te zenden eene traite van 6.06

N 131 15-4-1838 soldij

N 132 Griffier Staten van Holland 17-4-1838 ontvangst van f 2.37 ½ voor boete policie

N 133 20-4-1838 NM Inzending aan de Militieraad brief van Willem Maas

[Willem Maas was geboren in 1815, hij moest dan in 1834 opkomen voor de loting van de Nationale Militie. Volgens een brief van Burgemeester Reinbach van 30-1-1843 aan de Gouverneur is Willem tijdens zijn dienst afgekeurd:

Des Rekestrants zoon Willem is in der tijd in dienst gesteld, en na 13 maanden dienst gepasporteerd uit hoofde van ligchaamsgebreken ].

N 134 Rijks ontvanger 23-4-1838 inzending doodcedul en stukken P. Daalder

N 135 Gouverneur 25-4-1838 verzoek om autorisatie

N 136 BM Helder 25-4-1838 huwelijksafkondiging van G. Driessen en A. Gomes

N 136a BM Muntjezijl Vriesland 26-4-1838 ond: dom: G. Hoogenheim

Dat ik van heeren Directeuren van het Gesticht van Weldadigheid ben geinformeerd dat den 24 dezer door HEd is verleend reisgeld met voeding vanaf den polder Eijerland alhier tot aan Harlingen aan Doortje Huisvrouw van Gorssen Hoogheim, arbeider geweest op Eijerland doch voor eenigen tijd naar Elders vertrokken als mede aan haar Dochter Aaltje; zijnde de voornoemde Gorssen Hoogheim volgens opgave van de Hervormde Godsdienst en zijn DvO hebbende binne UEA gemeente.

De voornoemde Directie verzoekt alzoo door UEA tusschenkomst van het verpligte armbestuur uwer Gemeente de voornoemde personen gedane uitschotten ad f 6.- te mogen terug bekomen.

N 137 Gouverneur 27-4-1838 ver. Aut. Verkoop w. schuld

Een der liefdadige instellingen dezer gemeente genaamd de armekamers van den Hoorn is in het bezit van f 1000.- Werkelijke schuld met de daarbij behorende uitgestelde schulden en kansbiljetten, staande ten namen van die armekamers, ingeschreven in het Grootboek der Nationale Schuld Lett H D 5 N 1206- zijnde het daarbij behorende kansbiljetten uitgeloot en waarvan alzoo de overschrijving als nu in Werkelijke Schuld kan bewerkstelligd worden.

Het is intusschen niet onduidelijk dat hoe geschikt op zich zelve beschouwd de zoodanige geldbeleggingen voor soortgelijke instellingen ook zijn moge, dit op zoodanige afstand van Amsterdam het jaarlijks 2 maal ontvangen der rente met moeite en kosten verzeld gaat die minstens 12 ten 100 beloopen buiten nog de toevallige onkosten met verandering der vereischte Procuratie enz voortvloeijende.- Verkopen.

N 138 Gouverneur 28-4-1838 patentbladen

N 139 28-4-1838 cert: S. Weel

N 140 Gouverneur 1-5-1838 Standbeeld de Ruiter Lijst van inteekeningen totaal f 44.50

N 141 B&W Amsterdam 3-5-1838 OD D. Vos toetezenden f 41.-

N 142 4-5-1838 Aan de Burgemeester van Rozendaal

Goede ontvangst van wissel ad f 68,85 vanwege A. de Moor

N 143 Ontvanger 4-5-1838 personen onbekend

N 144 7-5-1838 aanvrage Jb Dijksen en CN Dekker

N 145 Gouverneur 9-5-1838 schutterij

N 146 10-5-1838 Aan de Gouverneur, 2 extracten

a onvoorziene uitgaven 1837 b Keure op het eyerzoeken na 1 Mei

N 147 kadaster 12-5-1838 kadastrale plans

N 148 Gouverneur 12-5-1838 NM

N 149 12-5-1838 Vaccinatie, anderhalve bladzijde

Dat de reden waarom dit jaar in de eerste 3 maanden geen Enkel kind alhier is gevaccineerd geworden, toeteschrijven is aan de strenge koude die de geneesheeren alhier heeft weerhouden zulks te doen. Intusschen had die geheele ontbreking ook mijne aandacht reeds dadelijk getrokken. Ik onderhield daarover de genees Heeren alhier en ontving alstoen de voren gegeven oplossing, en tevens de verklaring, dat zij geen pokstof hadden-

Ik heb dadelijk daarop en wel bij missive van den 30 maart en 6 April ll N 108 en 115 aan de provintialen geneeskundige Commissie geschreven en heb ook 2 glaasjes stof ontvangen en aan de genees Heeren doen uitreiken. Uwe Exc: zal alzoo hierin het volzeker bewijs vinden dat het mij aan geene belangstelling in deze Heilzame kunstbewerking ontbreekt-

Tot meerder staving kan ik Uwe Exc: nog aanvoeren, dat toen door mij de minste verflaauwing in dien zaak nog maar vermoed werd, ik dadelijk bij missive van den 10-5-1836 N 132, aan het plaatselijk schoolbestuur de dringende aanmaning heb gedaan, te zorgen dat, niet anders dan die kinderen ter school werden aangenomen, waarvan het bewijs van gedane Inenting tevens werd overgelegd- hieraan wordt dan ook sedert stipt voldaan.

Intusschen kan ik Uwe Exc: bij deze rapporteren dat op heden reeds in dit kwartaal bij de verschillende geneeskundigen 29 kinderen zijn ingeent, terwijl ik mij de opmerking van Uwe Exc: in allen gevallen voorstel ten nutte te maken ten einde de aandacht der genees Heeren op het zoo veel mogelijk en tevens voldoend appliceren deze kunstbewerking te vestigen.

Ten slotte is het mij aangenaam Uwe Exc: te verzekeren, dat de kinderziekte op heden nagenoeg verdwenen is.

N 150 Gouverneur 16-5-1838 Straatweg Haven- kortste route met kaartje 8 bladzijden

N 151 15-5-1838 S.W. Kiestra, spoed betaling

N 152 Regenten Weeshuis 18-5-1838 nieuw Reglement

N 153 Gouverneur 19-5-1838 straatweg Haven naar Burg

N 154 Kommandant 21-5-1838 schutterij

N 155 Commissaris Landbouw 29-5-1838 Stierenkeur

N 156 Gouverneur 30-5-1838 rekest RC kerk Burg- geen bezwaar legaat

N 157 Gouverneur 5-6-1838 rekest RC kerk Burg

Dat volgens door mij ingewonnen informatien de door JG Dijt gelegateerde f 300 door RC Kerkmeesteren bestemd zijn tot aflossing van eenige schulden ten laste dezer gemeente welke onder betaling van intrest in der tijd zijn aangegaan.

N 158 B&W Amsterdam 5-6-1838 ligplaatsen vaartuigen Texel

Voor eenige dagen heeft dit gemeentebestuur zich de Eer gegeven bij monde van den secretaris Mr. W. Bok UEA voorlopig bekend te maken met eene gerezene moeijlijkheid over de ligplaats aan de Texelsche Stijger van UEA stad tusschen de beurtschippers en de gewone kaagschippers, beide met Texelsche kaas beladen en tevens zich te informeren of ook de mogelijkheid zoude bestaan door aanwijzing b.v. van eene andere ligplaats voor de kaagschippers daar in te voorzien-

Sedert echter schijnt het dat de daarbij belanghebbende partijen zich met elkander hebben verstaan en laat het zich dus aanzien, dat althans voorshands geene verandering door dezelve zal verlangd worden, weshalve dan ook van onze zijde het Motief vervallen is om daarom nader ons tot UEA te wenden-

N 159 Ontvanger 7-6-1838 opgave

N 160 5-6-1838 Aan de Predikanten Slothouwer, Wieland, Steinfort, Offerhaus, Vrendenberg, Veenstra, Doijer en Ter Stappen

Oproep voor Collecte gewapende dienst

N 161 Gouverneur 9-6-1838 schutterij

N 162 13-6-1838 Aan de Gouverneur Herhaling verzoek om toelage voor H. Smit

N 163 Gouverneur 13-6-1838 rekest S. Visser- niet goedgunstig

N 164 Gouverneur 13-6-1838 heffing op Turf

N 165 16-6-1838 f 25,- ontvangen voor Kikstra

N 166 Gouverneur 18-6-1838 cert. NM

Om te monsteren zijnde 1 Milicien HL de Wijn loting 1836 en Reijer Gomes loting 1838

N 167 18-6-1838 Wind en Lammertiende

N 168 Rijksontvanger 18-6-1838 patenten

N 169 Gouverneur 19-6-1838 CCBakker ordonnantie

N 170 Gouverneur 20-6-1838 broodbakkerij

N 171 Heere Controleur van het kadaster Alkmaar 20-6-1838

Fouten ontdekt in de Kadastrale plans

N 172 BM Egmond aan Zee 22-6-1838 Schutterij

N 173 Ontvanger 22-6-1838 registratie

N 174 BM Terschelling 22-6-1838 registratie

N 175 Gouverneur 25-6-1838 regeling jagt districten

N 176 Gouverneur 25-6-1838 Gemeente rekening

N 177 Gouverneur 26-6-1838 NM

N 178 Directeur van Policie Leiden 26-6-1838

Dat zoo het schijnt door UEdg bedoelde persoon van Dirk Kruiff, als nog op Eijerland alhier werkzaam en woonachtig is.

N 179 Ontvanger 29-6-1838 lijst

N 180 BM Terschelling 29-6-1838

N 181 Gouverneur 29-6-1838

Toetezenden de originele kwitantie van de Kantore der Registratie alhier voor deze Gemeente gestorte gelden wegens voor dezelve verschuldigde transport- vervangings- vestigings en onderhoud kosten wegens in de Kolonien der maatschappij van Weldadigheid geplaatste personen over 1837.

N 182 Collegie van toezicht op de kerkelijke administratie bij de HV te Noord Holland 30-6-1838- Eeredienst Eyerland

Boek 335

N 183 Rijksontvanger 4-7-1838 personele belasting

N 184 Gouverneur 5-7-1838 verificatie gemeentekas

N 185 4-7-1838 Aan de Heere Officier van Justitie bij de Regtbank van Eerste aanleg

Te hulp geroepen voor het huwelijk van Gaspard Joseph van der Elst van België geboortig, met een jongedochter uit deze gemeente [de stukken zijn niet in orde]. Dat de vergunning zoo spoedig mogelijk worde geprovoceerd, aangezien er omstandigheden aanwezig zijn die eene onverwijlde voltrekking van dit huwelijk zee gewenscht maken.

[Google: gezinsblad van Maria Theresia van der Elst, vader Gaspard Joseph van der Elst, moeder Antje Schaatsenberg (1816-1862), dochter van Jacob Schaatsenberg en Froutje Jans Smit, geboren in 1853]

[Antje Schaatsenberg was geboren op 30-1-1816 om 02.00 uur, de aangifte werd op 31 januari gedaan door haar vader met als getuigen Willem Schaatsenberg (62), werkman en Cornelis Zoetelief (43) omroeper, beide wondende aan den Burg. Beide Schaatsenbergen konden niet schrijven. Het huwelijk met Casper van der Elst uit Pulderbosch bij Antwerpen vond plaats op 23-9-1838, inderdaad hoogstnodig, want het kind werd geboren op 2 october. Er kwamen totaal 9 kinderen, Frans, Ludivicus, Nicolaas, Veronica, Jacob, Maria Theresia, Pieternella, Maartje en Elisabeth, allemaal geboren in Eijerland. Van deze 9 trouwden er maar 2, de anderen bleven niet in leven. De eerste Maria Theresia stierf als klein kind, de andere staat niet vermeld bij Gomes].

N 186 6-7-1838 Aan de Burgemeester van Baflo

Voor verplegingskosten van het gezin van F.E. Meijer (20-3 ll) f 49,40 gestuurd

N 187 Gouverneur 5-7-1838 Rijks Stoeterij

Naar aanleiding van Art. 274 van het Reglement op 's Rijks Stoeterij heb ik de Eer aan Uwe Exc: te doen toekomen de dekboekjes, waarin naauwkeurig de uitkomsten zijn aangeteekend van gedane dekkingen welke in het vorige jaar door de 5 alhier gestationeerd geweest zijnde Rijks Hengsten hebben plaats gehad.

N 188 5-7-1838 Aan de Gouverneur

Legaat aan de RC Gemeente van J. G. Dijt van f 300,- te gebruiken voor aflossing van een schuld gemaakt bij de herstelling van het kerkgebouw.

[De vrijgezel Jan Gerritsz Dijt (1772-1838) van de Westen was op 1 mei om 05.00 uur gestorven. De aangifte werd gedaan door Jacob Dijt (41), boer aan de Westen en Jan Verberne (39) koopman en neef van de overledene]

N 189 BM Helder 7-7-1838 ond. dom. D. Bremer f 16.-

N 190 ontvanger 7-7-1838 persoon onbekend

N 191 Gouverneur 9-7-1838 NM

N 192 controleur kadaster Alkmaar 9-7-1838

N 193 Gouverneur 9-7-1838 schutterij

N 194 en 195 Gouverneur 9-7-1838 vaccinatie

N 196 Gouverneur 9-7-1838 NM rekest PA Kunst

N 197 Gouverneur 10-7-1838 Schutterij- Jacob Witte

N 198 Gouverneur 10-7-1838 Schutterij

N 199 Gouverneur 11-7-1838 rekest W. Hemelrijk

Dat ik zoo wel Hemelrijk, als Koopman voor mij heb doen komen, zoo tot onderzoel als ook om zoo mogelijk de zaak in kwestie te eindigen zonder verdere moeijelijkheid, doch dat mij zulks niet is mogen gelukken, aangezien Hemelrijk niet alleen in zijn regt van eigendom pretendeert te zijn beleedigd en daar van herstelling vordert, iets dat partij dan ook wel schijnt te willen doen, doch tevens nu ook een vergoeding van geledene schade en ongemak eischt, die de ander geheel ongenegen is te geven.

In allen gevalle schijnt het mij toe dat de zaak in kwestie is van eenen geheel indiscreten aard waaromtrent alzoo de regterlijke auttoriteit dient te worden gehoord, en welke ook door dezen alleen kan en behoort te worden getermineerd.

N 200 Gouverneur 12-7-1838 NM

N 201 x 16-7-1838 soldij

N 202 BM Helder 17-7-1838 Antje Luijts

N 203 kommandant 19-7-1838 schutter niet hier

N 204 x 21-7-1838 tabel

Dat de tabel van huizen of gestichten bestemd voor krankzinnigen op deze gemeente van geene toepassing is.

N 205 Kadaster 21-7-1838

N 206 21-7-1838 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Rekest C.J. van der Elst

Geene bedenkingen tegen de voltrekking van een Huwelijk. De bruid is eene Texelsche van geboorte, alhier woonachtig en heeft de ouderdom van 22 jaren bereikt. Hare ouders overigens verlangen dit huwelijk zeer en zullen dus hunne toestemming niet weigeren.

[Caspar Joseph van der Elst (1807-18xx) uit Pulderbosch bij Antwerpen. Hij trouwde op 23-9-1838 met Antje Schaatsenberg (1816-1862). Het eerste kind kwam op 2 october. Totaal 11 kinderen, t/m 1855 geboren te Eierland, 1858 en 1859 Haarlemmermeer. Slechts 1 had nakomelingen, Jacob (1846-1880). Zijn zoontje werd maar een half jaar. De rest stierf op allerlei leeftijden: 26, - maar leefde nog in 1894, 13, 15, 2, ½ jaar, -. -, 4, 1 maand].

N 207 Kerkm HV kerk 23-7-1838

N 208 23-7-1838 Aan de Gouverneur

Rekest van Klaas Luitsze. Burgemeester heeft geen bezwaar.

N 209 24-7-1838 Aan de Burgemeester van Middelharnis

Ondersteuning van Anna de Bruin in het Gesticht van Liefdadigheid

N 210 Gouverneur 27-7-1838 zegelgelden

N 211 Gouverneur 30-7-1838 tarief belasting

N 212 Gouverneur aanvrage cert:

N 213 Gouverneur 31-7-1838 schutterij

N 214 Gouverneur 2-8-1838 NM rekest wed. J. Bemmel

N 215 Gouverneur 4-8-1838 adres Walenburg om autorisatie aansluiting

N 216 Gouverneur 4-8-1838 Alimentatie

Afschrift der overeenkomst tusschen de verschillende Diakonien en Kerkgenootschappen alhier

N 217 6-8-1838 Aan de Gouverneur

De RC geldlening was eerst f 578,-, al door middel van een extra collecte in de gemeente tot f 378,- verminderd, nu met de f 300,- van Dijt bijna afgelost.

Dat mij bij gedaan onderzoek gebleken is, dat het RC Kerkbestuur van den Burg geene autorisatie gevraagd heeft tot het doen der geldleening in kwestie, dat de werken tot welke de geldem der leenen benoodigd waren niet van dien aard geweest zijn dat daartoe eenige autorisatie benoodigd was als hebbende alleen bestaan in het opschilderen en vergulden van het eenvoudig kerkgebeten altaar enz. dat de leening oorspronkelijk is groot geweest f 578 die aan den vorigen pastoor Quaadman zijn opgenomen terwij tot teruggave dier gelden eene extra Collecte onder de leeden der gemeente heeft plaatsgehad welke f 200 heeft opgebragt en men met de van Dijt bekomen f 300 die som zoo niet geheel althans nagenoeg daarmede zal kunnen voldoen.

N 218 vervallen

N 219 Rijksontvanger 9-8-1838 personeele belasting

N 220 en 221 Gouverneur 10-8-1838 ontvanger persoon hier niet bekend

N 222 13-8-1838 Aan de Officier van Justitie

Belediging van een kapitein. Dat de beschuldigden P. de Zwart op geene de minste verschooning schijnt te kunnen aanspraak maken, daar hij reeds een paar dagen vroeger denzelfde kapitein even grof bejegend heeft en zoo ook als ik thans verneem door zijne verregaande brutaliteit de schrik van het Oudeschil is geworden.

[Waarschijnlijk Pieter Willemsz Zwart (1770-1847) van Oudeschild, loodsman, zeeman, zoon van Willem Hertjes Zwart en Aaltje van der Sterre, getrouwd met Antje Jacobs de Boer]

Pieter Kosse Zwart 1791 woonde in Egmond

Pieter Zwart 1814 in den Hoorn

N 223 BM Helder 15-8-1838 BS

N 224 BM Reeuwijk Gouda 15-8-1838

Dat de daar bij omschreve doop en dood acte gevonden en geligt zijn; zullende mede aan UEA worden toegezonden met eene Notariele acte van bekendheid van getuigen constaterende het verdwijnen der Moeder van Crelisje (of Cornelia) Keijser in 1802 of 1803 zonder dat men ooit meer van haar vernomen heeft; ik heb hiervoor met den Notaris Mr: Bok alhier gesproken die voor de daarstelling dier acte belooft te zullen zorgen.

N 225 BM x 17-8-1838 x

N 226 Gouverneur 16-8-1838 Toren Oosterend

N 227 16-8-1838 Aan de Gouverneur rekest Jan Knaap

Dat de gronden door den rekestrant Jan Knaap volgens ingewonnen berigten blijken te behoren tot die gronden welke reeds in 1829 door het Provinciaal Gouvernement aan den Heer van Lit zijn in erfpacht afgestaan, waarvan alzoo het dadelijk gevolg is dat alleen deze heer als Erfpachter de bevoegdheid heeft daar van eenig gedeelte aan anderen aftestaan tot wien alzoo de rekestrant behoort te worden verwezen.

Uwe Excellentie zal zich welligt herinneren dat een dergelijk verzoek in 1836 is gedaan door zekeren H. Rickers alhier [toen net zo geadviseerd].

N 228 Gouverneur 17-8-1838 begroting

N 229 Gouverneur 17-8-1838 patent zegels

N 230 BM 22-8-1838

N 231 23-8-1838 f 83.28.5 voor de bedelaars werkhuizen

N 232 Agent van het Domein 23-8-1838 Wind en Lammertienden

Men betaalde f 44.- Deze heffingen zouden bij de Staatsregeling van 1798 voor goed zijn afgeschaft 2 folio

N 233 Gouverneur 23-8-1838 Acten de vita

N 234 Ontvanger 24-8-1838 registratie- personen alhier onbekend

N 235 Gouverneur 24-8-1838 patent bladen

N 236 Directeur generaal van Oorlog 25-8-1838 NM

N 237 den Heere gedelegeerde Commissarissen van de sociteit van Eijerland 24-8-1838

School Eijerland

N 238 idem 25-8-1838 brandwezen

N 239 Ambt: BS te 's Hage 27-8-1838 BS JA Steffen

N 240 Gouverneur 27-8-1838 posterij

Bij eene gezette lezing der missive vind ik dat eene inlichting meer bepaald wordt gevraagd ten aanzien der in dze Brief voorgestelde 4 vragen:

A Wat betreft den afstand tusschen Eyerland en den Burg kan men het daarvoor houden dat in den regel hetzelve te paard in 2 ½ uur behoorlijk kan gedaan woden.

B De afstand te voet zal 4 uren zijn.

C De postschuit van het Oudeschil kan niet op een gewoon uur varen desniettemin zeer gevoeglijk volgens een vasten tijds bepaling varen welke trouwens door den aard der zaak zelve wordt aangehouden als zijnde altoos een uur nadat het water volgens den gewonen Almanak zijn hoogste stand bereikt heeft ter rheede van Texel, met dien verstande dat wanneer het hoogste water na half 3 des middags plaats heeft en alzoo de post des morgens vroeg vertrekt zij eerst met zoogenaamd half tij zullen behooren te vertrekken, tot zoolang het hoogst water weder te 9 uren zal plaats hebben.

Bijzondere omstandigheden echter van weer en wind kunnen op dezen algemeenen regel eenige wijziging nu en dan noodzakelijk doen zijn, zulks zal echter zelden het geval wezen, men zou dit den postschipper kunnen vrijlaten mits onder goedkeuring van de postmeester, die verpligt zoude zijn van die uitzondering aantekening te houden.

Een zeer voornaam punt echter dat in acht genomen dient te worden is dat de postschuiten uitsluitend voor de dienst der posterij blijven, en niet zoo als maar al te veel en nog op dit oogenblik het geval is de Ambtenaren der in en uitklaring worden gebruikt wanneer hun eigen vaartuig op de Helling moet of op inspectiereize is, dit zijn misbruiken x bij de hoofd administratie der posterijen even min gekend als gemeld doch waarbij de dienst zeer wordt geprejudiceerd; daar niet alleen zulks de af en aankomst doet vertragen maar ook soms belangrijke brieven en geldwaarden toevertrouwd aan particulieren vaartuigen en schippers waarvan het x verongelukken tot de ernstigste kwestien met een procedure tegen de administratie van de zoude kunnen aanleiding geven.

Dit punt is niet genoeg aantebevelen-

D Wat betreft eindelijk eene eventuele vervroeging van het uur der post van Vlieland naar Texel zoo meen ik het daar voor te mogen houden, dat zulks niet wel doenlijk zijn zoude, immers moet men niet uit het oog verliezen dat er hier niet alleen sprake is van de Vliepost, maar dat die post ook het Brievenmaal van Terschelling en dus van eene belangrijke zeehaven met zich voert; de tijde van afvaart van Terschelling op Vlie, staan in direct verband met die van Vlie op Texel, en deze wederom met Texel op den vasten wal, de eene moet met den vloed- de andere weder met den Ebbe overkomen; dit alles dus laat zich niet veranderen of zoude welligt van de zijde der Commercie tot ernstige tegenspraak aanleiding geven.

Ik voor mij geloof nog dat het eenvoudigste en minst kostbaar middel om in de actuele werkelijke ongelegenheid tegemoet te komen, daarin bestaan zou, dat men iemand aan den Burg woonachtig, kwalificeerde tot vervoer der brieven dagelijks een uur na het vertrek der post aan wien de postmeester dagelijks (even als onder het fransche bewind) officieel de tijd van het vertrek der volgende post opgaf en welke dat uur alsdan voor zijne deur exponeerden- dit bestuur met de daartoe benoodigde uitgave voor f 100 's jaars guaranderen, 't geene dus eene geringe bijdrag voor een belangrijke verbetering mag genoemd worden, en zoo men meent niet te groot voor eene gemeente als deze welke eene zoo beduidende som Jaarlijksch aan den schatkist opbrengt, en ik veroorloof mij de opmerking nogmaals aan de bedenkingen van ZEd den Heer Minister van financien te onderwerpen.

Ik kan echter van dit voor deze gemeente zoo gewigtige onderwerp niet afstappen zonder alvorens aan de hooge aandacht Uwer Exc: te hebben herinnerd hetgeen ik over dit middel van vervoer als met het tij onderwerpelijke in dadelijk verband staande de Eer had in het breede te ontwikkelen bij mijn aan Uwe Exc: gerigte missive van den 16 Juny 1836 N 166 en t welk te herhalen alhier te omslagtig als overtollig zijn zoude-

Ik weet dat ook deze dienst weder op nieuw is gecontractueerd, doch zulks zal niet beletten het daarstellen en invoeren van zulke verbeteringen als de tegenwoordige tijd volstrekt eischt; en welke het gouvernement ongetwijfeld zoude hebben bedongen indien hetzelve daarop ware opmerkzaam gemaakt voor het sluiten der loopende kontracten.

Ik geef mij alzoo de vrijheid dit middel van vervoer, in zoo verre ook het personen geld en waarvan het uitterst gebrekkige de dagelijksche opmerkzaamheid van een iegelijk verklaarde bijzondere belangstelling van Uwe Exc: bij het hooger gouvernement eerbiediglijk aantebevelen; terwijl ik voor vast meen te mogen stellen dat zoodanige verbetering als bij mijn vorige missive in dit vervoer middel bedoeld wordt hier weinig ernstige tegenspraak zal ontmoeten wanneer men slechts de overtuiging heeft dat het Gouvernement ook in deze vaderlijk besloten heeft de gewenschte verbeteringen daartestellen en al hetwelk mij toeschijnt x zoude daartestellen zijn bij wijze eener nieuwe instructie in plaats die nog bestaande van Commissarissen der posterijen van het voormalig gewest Holland van den 9: van grasmaand 1796 en den 14 vanLouwmaand 1799 waar in zoo wel de vorm en bouw der vaartuigen als tevens den tijd der Afvaart vervoer en vragt van passagiers enz enz konde worden opgenomen en waardoor deze gehele aangelegenheid op eene even eenvoudige als doeltreffende wijze zoude worde georganiseerd.

N 241 BM Reeuwijk kanton Gouda 28-8-1838

Toetezenden alle de gevraagde papieren voor het Huwelijk van Crelisje Keijzer-

N 242 Gouverneur 29-8-1838 attesten de vita

N 243 Gouverneur 30-8-1838 reisgelden miliciens

N 244 NM

N 245 Agent van het Domein 1-9-1838 wind en lammertienden

N 246 Gouverneur 9-9-1838 schutterij

N 247 Gouverneur 10-9-1838 tabel inst: van weldadigheid

N 248 Commandant enz 13-9-1838 schutterij

N 249 250 251 252 Gouverneur 14-9-1838 schutterij

N 253 Gouverneur 24-9-1838 Register BS

N 254 25-9-1838 Aan de Officier van Justitie onderwerp gratie voor P. Zwart

Gerritje Zwart, huisvrouw van A. Buikema vraagt gratie voor P. Zwart. Burgemeester Reinbach vindt straf op zijn plaats, maar vraagt om vermindering.

[Gerritje (1800-18xx) is een dochter van Pieter Willemsz Zwart en Antje Jacobs de Boer]

Dat ik in voldoening aan het laatstgemelde de Heeren van Deinse en Ahlé tot het geneeskundig onderzoek van den persoon van P. Zwart heb uitgenoodigd die dan ook daaraan hebben voldaan blijkens hierbij gevoegde verklaring.

Dat ik geen zwarigheid zie om zoo als nu de zaak gelegen is en zoo wel de voornoemde P. Zwart zelve, als ook de beleedigden de volle overtuiging hebben verkregen dat soortgelijke verkeerdheden door den bevoegden regter hier te landen niet worden voorbijgezien maar op eene gepaste wijze gestraft.- straf verminderen tot de geldboete.

N 255 Gouverneur 29-9-1838 BS

N 256 Wethouder Middelburg 10-10-1838 dood extract Adriana Houtman

N 257 Gouverneur 4-10-1838 ordonnantie premien

N 258 Gouverneur 5-10-1838 verificatie gemeentekas

N 259 BM x 5-10-1838

Dat van wege het alhier zijnde gesticht van weldadigheid geene verdere onderstand is verleend dan volgens mijne eerdere missive en mede gedeeld is geworden de nota van uitschotten UEd directie hierbij en welke dezelve door UEA tusschenkomst met eenige spoed de voldoening verzoekt.

Door de Eigenaren van den polder Eijerland verneem ik dat aan de weduwe JF Schx de woning zijnde opgezegd dezelve den 3 e october ll naar elders is vertrokken.

N 260 Officier van Justitie Alkmaar BS

Handteekening ambtenaar BS

N 261 Kommandant enz 5-10-1838 Liedmeijer

Dat ik de noodige orders heb gegeven dat de Millitien JG Liedmeijer zich voor den 8 october e:k: te Alkmaar zal begeven van de plaats in Noord Holland (Winkel) waar hij zich thans is bevindende.

N 262 263 Regtbank Alkmaar 8-10-1838 makelaars

Reinbach Joan Jacob en Zunderdorp Jan (is nog niet beëdigd als zijnde eerst den 1 e october ll door het plaatselijk bestuur van Texel benoemd)

N 264 Gouverneur 9-10-1838 schutterij

N 265 directeur der societeit van Eijerland brandwezen

N 266 BM Neuzen in Zeeland 10-10-1838

N 267 Gouverneur 10-10-1838 levenloos vertoonde kinderen

Dat de Geboorte van levenlooze kinderen alhier uiterst zeldzaam is. In het jaar 1837 heeft alhier geene aangifte van levenloos vertoonde kinderen plaats gehad, slecht 1 kind is binnen de 3 dagen overleden doch was ook reeds op de aangifte geborenen aangeteekend en alzoo op de staten van Maandelijksche geboorte begrepen.

N 268 Gouverneur 10-10-1838 Stuifdijk Hors

Naar aanleiding van het besluit genomen door HEGS op het Rekest van eenig inwoners van den Hoorn in dato 20-8-1838 hebben die menschen zich vervoegd tot dit plaatselijk bestuur ten einde onder deszelfs toezigt de 100 Ellen in kwestie der stuifdijk van den Hors zouden worden gemaakt aan welk verzoek dan ook in het belang mijner gemeente ik geoordeeld heb mij niet te mogen onttrekken.

Thans echter is dat werk afgelopen en zoo als ik gisteren persoonlijk overtuigd heb, naar mijn oordeel voldoende gemaakt, trouwens de Heer Ingenieur Cock heeft en vorigen week die herstelling mede gezien en zal alzoo volkomen in staat zijn te beoordeelen zoo wel of de aannemer al dan niet aan zijne verpligting voldaan hebbe te welke einde het bestek dat ik daarvan indertijd gemaakt heb hiernevens gaat, als tevens of deze herstelling en ophoping kan geacht worden te zijn geschied ten genoege van den Heer Hoofd Ingenieur zoo als zulks bij voorschreven dispositie staat uitgedrukt.

Ten spoedigste de autorisatie te willen doen geworden tot de stroobeplanting daar het wier met welke de 115 Ellen bedekt zijnde dagelijks uitdroogende spoedig met eenigzins harde wind kan wegwaaien of zich verplaatsen, doch hetgeen door de stroobeplanting zoude belet worden; er ligt dus tot behoud van het nu gemaakte werk uiterst veel aan gelegen, dat die beplanting ten aller spoedigste geschiedt.

Ten slotte is mij vergund Uwe Exc: voortestellen om aangezien naar het oordeel althans van deskundigen de in deeze uitgeloofde som van f 160 waarlijk zeer matig zoo niet gering te noemen is in aanmerking genomen het vele daarvoor verrigte werk, zoo als ongetwijfeld niemand beter kan beoordeelen dan de Heer Ingenieur Kock, die alvorens hetzelfde werk heeft opgenomen, en in allen gevallen de slag en risico van dit te doene werk nu toch eenmaal buiten de provincie is doorgestaan om alsnu goedgunstiglijk de volle f 160 te willen nemen voor rekening van de Provincie als vemeenende ik te mogen vast stellen dat de geheel bijzondere omstandigheden onder welke dit werk heeft plaats gehad de stellige overtuiging mag doen bestaan, dat de Waterstaat zelve het niet meer dan waarschijnlijk nimmer voor die geringe som zou hebben kunnen doen uitvoeren; en alzoo alle bij een genomen; het daar voor schijnt te kunnen wordengehouden, dat HH GS het doel harer omzigtige Handelwijze zullen bereikt hebben ofschoon dan ook de volle f 160 door HEGA betaald worde in stede van de ontbrekende f 60 door de rekestranten te doen dragen.

N 270 Prov: Comm: van geneeskundig onderzoek en toeverzigt 11-10-1838

Te verzoeken mij wel ten spoedigste te willen toezenden een Paar glaasjes koepokstof aangezien de Kinderziekte (ofschoon waarschijnlijk niet de Echte) zich weder alhier vertoond heeft.

N 271 Ontvanger registratie 10-10-1838 N de Rijk

N 272 Gouverneur 13-10-1838 schoolwezen

N 273 274 Gouverneur 13-10-1838 staat vaccinatie

N 275 Gouverneur 16-10-1838 stuifdijk

Tot mijn innig ledwezen moet ik Uwe Exc: mede deelen dat bij mij op heden rappoert is ingekomen dat van de stuifdijk aan den Hors aan welke dezer dagen nog zoo merkelijk eene verzwaring is toegebragt eene lengte van 150 Ellen door de hevige stormvloeden van 12 en 13 dezer alles is weggeslagen en de erger staan dan voor de verzwaring.

Uwe Exc: gevoelt ligt hoe diep mij dit treft- intusschen het is van hoogerhand in de overtuiging al het mogelijke gedaan te hebbenin deze mijne troost- voors hands althans is in de eerstvolgende maand niet daaraan te doen, en stel mij voor de nadere intentie van Uwe Exc: bij vervolg daaromtrent te zullen afwachten.

N 277 Gouverneur 23-10-1838 rekest wed. J. Bakker

N 278 Gouverneur 23-10-1838 Quarantaine

Dat zoo verre ik meen met zekerheid te weten de Heer Ahlé nimmer eenig aanstelling als visiteur der quarantaine heeft gehad, doch dat het alleen is geweest ten gevolge eener toevallige zamenloop van omstandigheden, dat dezelve voor veel jaren een enkele reis diensten in quarantaine gevallen bewezen heeft, waarvan het gevolg is geworden dat hij bij alle voorkomende gelegenheden als visiteur der quarantaine is geemployeerd geworden en in de uitoefening waarvan hij door geene tegenspraak te ontmoeten altoos is gemainteneerd gebleven, doch het is mij zeer verklaarbaar dat er in Uwe Exc: Bureau van zoodanige aanstelling niets bekend is.

Intusschen hoe dat zij- de Heer Ahlé is verplaatst naar den Helder, en daar mede is er bij voorkomende gelegenheden van schipbreuk of zeeramp waardoor Equipage van besmettelijke plaatsen komende hier aan land werkelijk behoefte aan eene plaats vervanger in die betrekkingen. Voorstel C. van Deinse.

N 279 kommandant enz 24-10-1838 schutterij Simon Weel

24-10-1838 G. Stark is met kapitein Blom te Amsterdam gemonsterd naar Batavia.

N 280 281 24-10-1838 NM

N 282 Gouverneur 25-10-1838 schutterij

Heden echter berigt mij Jan Brederoe alhier woonachtig, dat zijn broeder Pieter ten gevolge van zeker bewijs van Loting voor de schutterij door mij afgegeven (doch waaruit niet blijkt dat hij ingelijfd is of aan zijne verpligtingen voldaan heeft) wederom is aangemonsterd te Amsterdam op de schoener brik Egmont kapt. Rotgans naar Batavia, thans op eene goede wind wagtende in het Nieuwediep om uittezeilen en dat hij geen permissie van den kaptein kan bekomen om zich voor de schutterij te laten inlijven.

N 283 Kommandant enz 27-10-1838 schutterij

N 284 Gouverneur 30-10-1838 begrooting 1839

N 285 cert

N 286 31-10-1838 Aan de Burgemeester van Helder

Dat de schutter G. Stark zich aan boord der Helena bevindt. Ik geloof alzoo UEdA te moeten uitnoodigen daar die persoon zich thans in UEdA gemeente bevindt, de ten deze gevorderde aanhouding en opzending wel te doen plaatshebben.

[Gerrit moest in dienst]

N 287 Gouverneur 31-10-1838 straatweg Haven naar Burg

N 288 3-11-1838 Aan de Gouverneur onderwerp herstelling torens Westen en Oosterend

Overeenkomstig Uwer Excellenties missive van den 4-9-ll 332/12959 heb ik de vervolgens de aanbesteding gedaan der Herstellings werken en zulks voor de som van f 165,- welke werkzaamheden vervolgens afgeloopen en na onderzoek van den Eilandsarchitect goed gekeurd zijnde, ik mij in voldoening aan het slot van voornoemde missive als nu de Eer geef de daarvoor verschuldigde declaratie ad F 165,- in triplo met beleefd verzoek dezelve wel aan het Departement van Marine ten fine van Approbatie en voldoening te willende opzenden.

N 289 Gouverneur 5-11-1838 gelden herbelasting

N 290 Kantonregter Helder 5-11-1838 toezending archiefstukken

De acten van het voormalig Vredegeregt van Texel zoo als die door den Griffier achtervolgelijk zijn ten Raadhuize gedeponeerd over den jare 1815 tot en met 1836.

N 290a kapitein der Genie 7-11-1838 Schansweg

N 291 Gouverneur 7-11-1838 voordragt Zetters

N 292 Gouverneur 7-11-1838 cert:

N 293 Gouverneur 9-11-1838 schutterij

N 294 Gouverneur 9-11-1838 patent zegels

N 295 Gouverneur 10-11-1838 toelage RC pastoor Oudeschil

N 296 Gouverneur 13-11-1838 cert:

N 297 14-11-1838 Aan de Burgemeester van Baflo

[Binnen 14 dagen de verschuldigde f 49,40 voor wijle Meijer voldoen, anders zal] deze zaak ter kennis worde gebragt der bevoegde autoriteit. Naar Baflo geschreven op 20-3 en 6-7.

N 298 BM Purmerend 13-11-1838 Jan Pelder en Huisgezin

N 299 Gouverneur 15-11-1838 begroting weg Oschil f 30000

N 300 Officier van Justitie bij de Criminele Regtbank te Amsterdam 22-11-1838

Ontvangstbevestiging aanschrijving

N 301 BM Helder 21-11-1838 paspoort J. Bethlehem

N 302 Gouverneur 25-11-1838 NM

N 302a BM Dokkumerziel 26-11-1838 NM Dirk Jacob de Bruin

N 303 B&W Amsterdam 29-11-1838 Klaasje Kalf f 89.85

N 304 Gouverneur 1-12-1838 rekest DJ Kunst plaatsvervanger voor zijn zoon

N 305 1-12-1838 Aan de Gouverneur onderwerp rekest P.W. Verberne

[Verberne vraagt gratificatie of toelage], krijgt jaarlijks f 200,- van de gemeente] en de schoolgelden der aan hem toevertrouwde kinderen, die echter grootendeels nog zeer jong zijn en dus alleen de Hollandsche taal en verdere deelen van het Lager Onderwijs leeren, terwijl slechts weinigen zooverre gevorderd zijn, dat zij de meerdere schoolgelden betalen die voor het aanleren der Fransche en andere talen zijn bepaald.

Dat wat overigens betreft het gedrag van den rekestrant hetzelve in alle opzigte de algemeene goedkeuring wegdraagt, terwijl hij zich voor al in ijver voor de vorderingen zijner leerlingen onderscheidt.

Het inkomen van Verberne is nog steeds zeer beperkt. Gunstig aanbevelen.

N 306 Gouverneur 4-12-1838 cerf:

N 306a Gouverneur 4-12-1838 schutterij

Dat Jan Dirksz Krijnen in dienst der Marine is en mitsdien voorwaardelijk is vrijgesteld van de schutterlijken dienst.

N 307 Gouverneur 7-12-1838 rekest Helena Plavier

Weduwe Pieter de Wit, in leven kapitein op eene bij den Lande toegestane Commissievaarder, met verzoek om eenige onderstand-

Dat het door de rekestrante aangevoerde der waarheid overeenkomstig is, terwijl ik de vrijheid neme ten aanzien van het verzoek in bovengemeld rekest gedaan mij te gedragen naar hetgeen ik de eer heb gehad Uwe Exc: te berigten op een gelijk Rekest, door dezelve rekestrante bij mijne missive van den 20 november 1832 N 245, 5 December 1834 N 301, 1 December 1836 N 304, alzoo de rekestrante zich steeds in denzelfden toestand als destijds bevindt en tevens het lot dier weduwe met hare dochter Uwer Exc: gunstig aantebevelen.

N 308 BM Baflo 7-12-1838

N 309 8-12-1838 assignatie M.A. de Wijn weduwe J. Blom

N 310 Gouverneur 10-12-1838 schutterij

N 311 Gouverneur 10-12-1838 rekest RC pastoor Burg

N 312 Gouverneur 11-12-1838 vroeger rekest M. Doijer

N 313 Gouverneur 12-12-1838 aanvraag cert: P. Maas en Josephus Marcus

N 314 Aan de Burgemeester van Middelharnis 13-12-1838 alimentatie Arie Troost

N 315 H. Koster Boekdrukker te Alkmaar 15-12-1838 Register BS

N 316 17-12-1838 stukken naar Alkmaar

N 317 Gouverneur 20-12-1838 plaatselijke belasting

N 318 20-12-1838

N 319 20-12-1838 Aan de Burgemeester van Middelharnis

onderstand aan Teunis de Buizer 50 Cents per week

N 320 Gouverneur 20-12-1838 Loterij

N 321 Gouverneur 20-12-1838 NM

N 322 Gouverneur 20-12-1838 benoeming van Directeur en Commissaris armen voogd

N 323 Gouverneur 27-12-1838 stuifdijk Hors

Te berigten de goede ontvangst van Uwe Exc: aanschr dd 20 dezer N 37 met het Mandaat ten behoeve van het plaatselijk bestuur alhier groot f 160 tot betaling der kosten aan de stuifdijk op de Hors. Terwijl de zegel en leges gelden ad f 1.12 hier bij gevoegd zijn onder hartelijke dankbetuiging wijders voor de zeer welwillende beschikking in deze van het provinciaal gouvernement.

N 324 ambtenaar OM kantongeregt Zaandam 27-12-1838

Dat ik al eerder heb berigt dat Klaas de Boer zich niet binnen deze gemeente bevindt

N 325 Gouverneur 27-12-1838 overlijden D. v/d Sterre

In leven gepensioneerd opperstuurman bij de Marine. De familie niet in het bezit der oorspronkelijke pensioenbrief zijnde, kan ik de marine de x gegevens niet opgeven-

[Dirk Jansz van der Sterre (1760-1838) getrouwd met Trijntje Paulus Kikkert (1762-1833), 11 kinderen]

N 326 Gouverneur 27-12-1838 HV Gemeente Waal landaankoop

N 327 27-12-1838 Inzending doodcedul van Geertje Flens naar BM Hoogwoud

N 328 31-12-1838 Verandering in het personeel

1 Christina Schneider vroedvrouw van Barendrecht Zuid Holland is benoemd in plaats van de alhier overleden vroedvrouw Wilhelmina Rachnel

2 Vertrek van den Heer Hermanus Mauritius Ahlé, Plattelands Heelmeester naar den Helder

1839

N 1 Gouverneur 4-1-1839 staat der geboorte, Sterfte en Huwelijken

N 2 Gouverneur 3-1-1839 verificatie gemeentekas

N 3 7-1-1839 dert:

N 4 Gouverneur 9-1-1839 schutterij

N 5 Gouverneur 9-1-1839 staat der Brandbluschmiddelen

N 6 Gouverneur 9-1-1839

Hier gevestigd F.J. Schnertsel en Christina Schneider, Echtelieden van Barendrecht Zuid Holland terwijl geene personen zijn vertrokken naar andere Provincien

N 7 Gouverneur 10-1-1839 ontvangst aanschrijving

N 8 10-1-1839 cert:

N 9 en 10 Gouverneur 12-1-1839 staat der vaccinaties

N 11 Kerkmeesters HV Gemeente 14-1-1839 Kerkelijke zaken

N 12 BM Hoogkerk 15-1-1839 opsturen papieren PB Houwinga en JK Huizinga

N 13 Kommandant enz 15-1-1839 Schutterij

N 14 BM Oudorp 15-1-1839 Schutterij Paulus den Bleijker

N 15 Gouverneur 15-1-1839 schutterij

N 16 17-1-1839 Aan de Gouverneur Rekest C.J. Mossel

Dat de maker van dit berijmde adres een daglooner van beroep, bij mij bekend staat voor een braaf man, weduwnaar, en vader van verscheiden kinderen. Zijne uiterlijke omstandigheden zijn voorts zeer bekrompen, terwijl ik niet geloof, dat de dichterlijke geest die hem schijnt te bezielen en meermalen bij plegtige gelegenheden heeft naar buiten gewerkt, zeer gelukkig op de verbetering daarvan werkt.-

Hoe dit zij.- De bedoeling van de man is ongetwijfeld geweest onzen geliefden Koning eene welgemeende Hulde toetebrengen en mogt het soms in de bedoeling leggen van ZM Hoogdezelfs welgevallen, daaraan door eenige kleine geldelijke gifte te laten verzeld gaan, dan vertrouw ik zulks hoogst welkom zijn zoude.

[Waarschijnlijk niet Cornelis Klaasz Mossel (1787-1853) x Engeltje Cornelis Schagen (1793-1855), 11 kinderen in 1836. Deze Cornelis was geen weduwnaar. Een Jan of Johannis Mossel was er niet]

N 17 Gouverneur 19-1-1839 NM

N 18 Kanton Regter Helder 25-1-1839 overlijden P. Gomes

N 19 Gouverneur 25-1-1839 ordonnantie CC Bakker 2041.66 ½ en 1900.-

N 20 Coster Boekverkoper Alkmaar 25-1-1839 5 registers BS

N 21 Gouverneur 28-1-1839 cert:

N 21 Onderinspec: Loodswezen Willemsoord 24-1-1839 Standplaats loodsen

N 22 tot 29 Kommandanten enz 28-1-1839 NM

N 30 Regenten Weeshuis Texel 29-1-1839 voordragt bestuur

Geen voordracht op tijd (12 januari) gedaan-

Dat alzoo deze voordragt geen gevolg kan hebben, en mits dien het bestaande bestuur voor dit Jaar zal gerekend worden aanteblijven-

N 31 Gouverneur 29-1-1839 NM

N 32 Gouverneur 29-1-1839 NM

N 33 Gouverneur 29-1-1839 bijlagen begrotingen

N 34 Gouverneur 31-1-1839 Eeredienst toestand HV gemeente

N 35 Gouverneur 1-2-1839 proces verbaal van verpachting Eilands gronden

N 36 Gouverneur 2-2-1839 rekest K. de Boer

N 37 Gouverneur 4-2-1839 schutterij

N 38 4-2-1839 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Op gisteren, zondag te 2 ure, liet een der Ingezetenen dezer Gemeente aan den Burg zijne kinderen in eene bakslede rondrijden, terwijl het Paard eenig bellentuig omhad. Aangezien den zondag, en juist tegen dien tijd der namiddagoefening der RC alhier aanvangt, begreep ik dien Heer met den Dienaar der Policie te moeten verzoeken, te laten ophouden met dat rijden, aangezien hetzelve mijns oordeels behoorde tot de openbare vermakelijkheden, en alzoo op den zondag, speciaal gedurende eenige Godsdienstoefening verboden.

ZEd begaf zich tot mij en beloofde na eenige woordenwisseling, dadelijk te zullen laten ophouden, echter alleen uit consideratie voor mij en te mijne verzoeke, doch geenzins toetegeven, dat zulks tot openbare vermakelijkheden behoorde, veel min bij de wet verboden was. En aangezien zulks op de Eerst volgende zondag zeer ligt zou kunnn worden herhaald, zoo geef ik mij de Eer UEA bij deze uittenoodigen mij wel te willen inlichten of dit vermaak, dat is slede rijden met bellentuig, des zondags het zij dan voor of tusschen Kerktijd, binnen den bebouwden kom der gemeente geoorloofd zij dan niet.

N 39 5-2-1839 cert:

N 40 Gouverneur 6-2-1839 rekest F. Boon

N 41 Militieraad Hoorn 6-2-1839 NM

N 42 BM Helder 6-2-1839 doodcedul x

N 42a Gouverneur 6-2-1839 kadaster

N 43 BM Oudorp 7-2-1839 schutterij P. den Bleijker

N 44 Gouverneur 9-2-1839 schutterij

N 45 Gouverneur 9-2-1839

Dat zich thans alhier geene kinderen bevinden, welke naar de Maatschappij van Weldadigheid moeten worden opgezonden.

N 46 Gouverneur 8-2-1839 school Eijerland- adres van de Heer de Cock

Veel over de voorzieningen in Eijerland, de school daar, de hervormde kerk enz.

N 47 Schoolopziener 8-2-1839 school Eijerland

N 48 wethouder BS Amsterdam 9-2-1839 geboorte attest Jacob Duijnker

N 49 11-2-1839 Hervomd kerkhof op Eijerland

N 50 Gouverneur 11-2-1839 Legaat JG Dijt

N 51 Gouverneur 11-2-1839

Inzending Rek: en verantw: Gesticht van Weldadigheid over 1836, 1837 en 1838

N 52 11-2-1839 cert:

N 53 Gouverneur 14-2-1839 NM F. Boon

14-2-1839 Brieven aan verschillende Burgemeesters voor de Nationale Militie

54 Sluis T. Duinker Molenstraat

55 Hooge x R. Nauta aan de Straatweg

56 Maurik J.W. Kieken Pijlsteeg N 24

57 Hoorn P. Lindgreen

57a Alkmaar Jan Abram Weesman

Dat zij op maandag den 18 dezer te 10 uren zich vervoegen te Haarlem op de Doelen ten einde in werkelijken dienst te worden gesteld.

N 58 Gouverneur 15-2-1839 cert:

N 59 komm: 15-2-1839

N 60 BM Deventer 22-2-1839 geboorteacte

N 61 BM Baflo 22-2-1839 onderhoud Meijer 49.10 tot hoogerhand wenden

N 62 BM Ouddorp 25-2-1839 NM

N 63 Gouverneur 25-2-1839 NM

N 64 26-2-1839 cert:

N 65 Mil Commissaris Alkmaar 4-3-1839 Lotingslijsten

N 66 Gouverneur 7-3-1839 NM

N 67 7-3-1839 Aan de Burgemeester van Sluis

te verzoeken den Milicien (N 54) Teunis Duinker onmiddellijk naar de Bureaux van ZE den Heer Gouverneur van Noord Holland optezenden.

N 68 Gouverneur 9-3-1839 schutterij

N 69 Gouverneur 9-3-1839 schutterij

N 70 Gouverneur 11-3-1839 cert: voor Albert Leien en Auker Griek

N 71 13-3-1839 Aan de Gouverneur onderwerp Ontslag Lammert Mooy

Dat er dezerzijds geen bedenking wordt gemaakt, tegen het ontslag van de bedelaars kolonist Lammert Mooy in de hoop dat zijne beloften en goede voornemens deze reis werkelijk eene gewenschte vervulling zullen mogen erlangen.

N 72 BM Ouddorp 13-3-1839 inzending bewijs

N 73 Gouverneur 13-3-1839 NM

N 74 BM Oudorp Eiland Goeree 15-3-1839 NM

N 75 Militieraad Alkmaar 18-3-1839 NM

N 76 Komm: 23-3-1839 F. Boon

En tevens UHEdg belangrijke welwillendheid voor dezen persoon ten dringendste interoepen, als welke hij om zijn eigen gedrag, als ter zake van zijn kind en Hoogzwangere vrouw, in alle opzichte verdient, opdat hij mede het genot moge hebbe der gunstige bepaling, ten gevolge waarvan ook binnen deze gemeente, een met hem opgeroepen Loteling, die eene zwangere vrouw had, dadelijk is teruggezonden.-

[Folkert Jacobsz Boon (1814-1901) was in 1836 getrouwd met Jannetje Jans Bruin (1814-1865). Jacob (1837-1862) was het kind en op 21 augustus 1839 zou Aagje geboren worden. Totaal 8 kinderen geboren aan den Hoorn, het laatste te Helder].

N 77 Gouverneur 20-3-1839 verplaatsing RC Geestelijkheid

Dat in den laast verloopen week van hier met er woon vertrokken naar Rijndijk bij Lijden, de RC Pastoor van Oudeschil alhier, de Eerwaarde Heer Johannes Bernardus Wesselingh en dat in Zijn Eerw plaats gekomen is, de Eerw Heer J. Krugers van Edam.-

N 79 Gouverneur 26-3-1839 kosten Staatsblad f 6.50

N 80 Gouverneur 26-3-1839 NM Reisgeld verlofgangers

N 81 Gouverneur 2-4-1839 Ligplaats Oosterender vaartuigen

N 82 Gouverneur 3-4-1839 onvoorziene uitgaven NM

N 82a 5-4-1839 inzending brief aan x Hangjas

N 83 Gouverneur 5-4-1839 inspectie gemeente kas

N 84 8-4-1839 om vrijstellingen naar Hoorn

N 85 Gouverneur 10-4-1839 schutterij

N 86 Gouverneur 13-4-1839

Terwijl voor het overige ik vermeen die aanschrijving, aangezien alhier zich geen waterschout of diens functien waarnemende autoriteit bevindt, op mij van geene toepassing te zijn.

N 87 Gouverneur 13-4-1839 pensioenen

Dat Aaltje Wilms Keijzer weduwe H. Schutte, in leven Predikant te Hoorn op Texel, bij ZM besluit van dato 24-4-1834 gepensioneerd ad f 100 's jaars, den 11 dezer maand alhier overleden is, waarvan Extract hierbij gevoegd wordt.

N 88 Circulaire BS 13-4-1838 aan den Heeren Koopvaardij Kapiteins C. Flens, W. Blom, P. Zunderdorp, R. Dekker, C. Kuiper, L. Smit, W. Buikes

Om voortaan de tengevolge van art. 33 en 60 van het Burgerlijk Wetboek, aan boord uwer schepen optemaken, en inteschrijven, acten van geboorte of overlijden, in plaats van die onmiddellijk aan 't Departement voor de Marine intezenden, zulks te doen aan de Waterschouten of aan de diens functien waarnemende autoriteiten, welke als houders van de monsterrollen, de onder bedoelden acten staande Handteekeningen kunnen legaliseren, en de stukken daarna aan het Departement voor de marine onverwijld zullen moeten doen toekomen.

N 89 16-4-1839 Benoemd Joan Jacob Reinbach en Jan Zunderdorp tot makelaar

N 90 BM Helder 16-4-1839

N 91 en 92 Gouverneur 16-4-1839 staat vaccinaties

N 92a BM Kloosterburen 18-4-1839 Militie

N 93 26-4-1839 Aan de Burgemeester van Scheemda

Dat door het Bestuur van het Gesticht van Weldadigheid alhier zal goedgekeurd en betaald worden alle zoodanige ondersteuning aan Maria P. Meis in UEd Gemeente, als billijk en redelijker wijze zal zijn aangewend, om ze voor gebrek te bewaren, doch dat de directie tevens verlangt te weten:

1 Waar en wanneer Maria P. Meis gehuwd is en met wien? Leeft die man niet meer?

2 Of die vrouw steeds ongezind blijft herwaarts te keeren, daar zij wel moet weten, dat eene duurzame ondersteuning op eene vreemde plaats te genieten, volstrekt in strijd is met de reglementen van voornoemd Gesticht.

3 Bij aldien zij verkiest herwaarts te keeren, wat er naar het oordeel van UEDA zoude benoodigd zijn, om dien Reis op de zuinigste wijze te kunnen doen.

N 94 Gouverneur 20-4-1839 rekest W de Bruin

Dat de rekestrant zelve is een geschikt man; die voor de voor hem verzochte betrekking schijnt te kunnen in aanmerking komen wat betreft zijne bekwaamheid en goed gedrag.-

N 95 Ontvanger Registratie 26-4-1839 JJ Duinker

Dat de ouders van den door UE bedoelden JJ Duinker, sedert het vorige jaar niet zijn vooruitgegaan, en ik geloof alzoo UEd bij deze mijne opinie te kunnen verklaren, dat die personen even min als de minderjarigen JJ Duinker, thans niet bij magte zijn de verschuldigde Justitie kosten te kunnen voldoen.-

N 96 Gouverneur 27-4-1839 Tabellen instellingen van Liefdadigheid

N 97 Gouverneur 30-4-1839 patent bladen

N 97a Directeur Bank van Leening 4-5-1839 Locaal der bank

Staande alhier aan den Burg op de Steene plaats sinds 27 april

N 98 Directeur Sociteit Eijerland 7-5-1839

Benoeming tot geneesheer en vroedmeester den Heer EO de Koning van Veenhuizen

N 99 Gouverneur 9-5-1839 schutterij

N 100 Controleur Kadaster 13-5-1839

N 101 BM Oudorp 14-5-1839 signalement Hendrik Numan

N 102 Minister van Oorlog 21-5-1839 NM

N 103 x 24-5-1839 bedrag voor het bijwerken der Kadastrale Leggers

N 104 Gouverneur 24-5-1839 legaat weduwe H. Schutte voor de HV kerk aan den Hoorn

N 105 Controleur 24-5-1839 personele belasting

N 106 Gouverneur 24-5-1839 NM

N 107 Sociteit Eijerland Rotterdam 27-5-1839 geneeskundige dienst Eijerland

Geneesher heeft beroep aangenomen, met last om op Eijerland te resideren. UEd uittenoodigen de noodige orders te willen stellen, dat voor den ontvang van dien geneesheer welke in het begin van July zal plaats hebben, de vereischte maatregelen genomen worden.

N 108 Gouverneur 3-6-1839 rekest J. Buijs NM

N 109 BM Helder 3-6-1839 onderstand wed. Daalder

Dat voor zoo verre mij bekend is, de persoon van Jacob F. Boon, Loodsschipper, alhier aan den Hoorn woonachtig, overeenkomstig zijnen stand, zoo ik geloof als een redelijk en goed man mag beschouwd worden, en dus wat dit punt betreft, tot de bedoelde ondersteuning waarschijnlijk wel zou in staat zijn.

[Jacob Folkerstz Boon (1789-1872) was getrouwd met Martje Pieters Daalder (1793-1866). Haar ouders waren Pieter Jansz Daalder (1772-1809) en Ariaantje Jans Krijnen (1770-1842). Ariaantje was hertrouwd met de weduwnaar Dirk Albertsz Nannings (1751-1823)]

N 110 Gouverneur 3-6-1839 cert:

N 111 Gouverneur 5-6-1839 rekest A v/d Velde koekbakker te Alkmaar

N 112 den Weledelgestr Heer JL Kikkert officier der schutterij te Texel 5-6-1839

Oproep om aanwezig te zijn bij de Loting en het onderzoek der gebreke van de schuttesr over het Loopende Jaar.-

N 113 idem P. Langeveld

N 114 idem J. Noordberg

N 115 idem GM Hillenius

N 116 idem CA van Deinse

N 117 idem CF Bakker

N 118 6-6-1839 Aan de Predikanten en pastoors

Collecte voor het Fonds voor de Gewapende dienst

N 119 8-6-1839 cert:

N 120 Gouverneur 10-6-1839 schutterij

N 121 Controler registratie 5-6-1839

N 122 Gouverneur 17-6-1839 tabellen weldadigheid

N 123 Gouverneur 17-6-1839 cert:

N 124 20-6-1839 Aan den Heer President der Permanente Commissie van Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt te Haarlem

Dat Louisa Oghland, huisvrouw van Abram Wiegand thans naar Batavia, is gestorven op 7 Juni, na verlost te zijn op de 5 e van een levend en op de 7 e van een dood kind. De vroedvrouw was Jenske Jan Oomes, huisvrouw van Rozeboom, was haar enige hulp.

Den 7 e dezer maand is alhier overleden zekere Louisa Oghland, Huisvrouw van Abram Wiegand thans naar Batavia, na dat zij op de 5 e van een levend en op de 7 e van een dood kind verlost was. Zijnde in een en ander gdurende dien tijd bijgestaan door de vroedvrouw Jenske Jan Oomes, huisvrouw Rozeboom te Oudeschil, zonder verdere verloskundige hulp.

Zonder in eenige beoordeeling der plaatsgehad hebbende omstandigheid te willen treden, acht ik het des niettemin van mijnen pligt, van mijne zijde UEdg, op dit voorgvallene opmerkzaam te maken, ten einde dezelve daar door in staat zouden gesteld zijn, bij een mogelijk stilzwijgen der vroedvrouw zelve, te dezen zoodanig naauwkeurig onderzoek te provoceren als ik geloof, dat het belang der zaak, en de handhaving der wet in deze vereischt en wenschelijk maakt.

[Louisa en Abram niet in Databank]

N 125 Gouverneur 22-6-1839 Gemeente rekening

N 126 Gouverneur 23-6-1839 ordonnantie CC. Bakker f 408,33 ½

N 127 polderbestuur Hoornder Nieuwland 4-7-1839 rekest D. de Graaf

N 128 Gouverneur 4-7-1839 GM Hillenius

In zijn plaats aangesteld als zetter P. Langeveld

N 129 Gouverneur 6-7-1839 opmaken Gemeente Kas

N 130 Gouverneur 6-7-1839 cert:

N 131 BM Naarden 9-7-1839 stukken van Leeuwen

N 132 Regenten Weeshuis 9-7-1839

Terugtezenden de door ons goedgekeurde Rekening en verantwoording Uwer administratie over het dienst jaar 1838, met opmerking dat onze aandacht getrokken heeft de zeer groote kosten van onderhoud der waterpramen enz, terwijl ik tevens UE dringend moet aanmanen geen langer uitstel te verleenen, voor achterstallige renten, maar die onverwijld te doen aanzuiveren of met de Hoofdsom tevens geregtelijk intevorderen waartoe UE zich wat ons betreft, bij deze kunt voor ten volle gemagtigd houden.

N 133 Gouverneur 9-7-1839 rekest L Visser- gunstige voordragt

N 134 Gouverneur 9-7-1839 rekest Hendrik Buijkes

N 135 Schoolcommissie 9-7-1839

Vervulling ondermeesters plaats aan den Burg-

Dat aangezien dit bestuur ten volle de overtuiging koester dat UEd met de grootste zorg en naauwkeurigheid al dat geene zal doen en in acht nemen, wat strekken kan om meer en meer de bloei van het Lager Onderwijs binnen deze Gemeente te verzekeren, dat bestuur dan ook niet noodig acht UEd in de vervulling eener ondermeesters plaats aan eenige banden te leggen, dat wat betreft het tractement als 't welk UEd bekend is, dat een somme van f 's jaars niet te boven gaat.

N 136 BS Amsterdam 10-7-1839 H. Oosterhuis en H. Rechlien

N 137 BM x 10-7-1839 MP Meis

Dat de Directie van het gesticht van weldadigheid besloten is, hier ter plaatse te voorzien in de volgende alimentatie van Maria Pieters Meis en de haren, weshalve ik de Eer heb UEA uittenoodigen, deze Personen ten spoedigste, doch steeds op de minst kostbare wijze op herwaarts te dirigeren, zulks zal denkelijk gaan per Harlinger beurtman, die wekelijks donderdags van herwaarts terug keert, weshalve zij op woensdag zich te Harlingen zal dienen te bevinden.

Ik verzoek alzoo echter van derzelver afvaart deze gemeente met eenige letteren vooraf te worden geinformeerd, tevens de totale opgave behelzende wat door het armbestuur van uwe Gemeente als zal zijn uitgegeven ten behoeve dier vrouw, ten einde voor de Restitutie daarvan te kunnen zorgen.

N 138 Gouverneur 12-7-1839 schutterij

N 139 140 Gouverneur 12-7-1839 staat der vaccinatie

N 141 Gouverneur 12-7-1839 NM

N 142 Directeur Generaal van Marine 13-7-1839 soldijstaat

N 143 Gouverneur 13-7-1839 rekest D. de Graaf, Landeigenaar in de polder Hoornder-Nieuwland

Dat ik deze niet onbelangrijke zaak met alle aandacht heb onderzocht, zoo wel bij de beide directelijk daarin betrokken partijen, als bij anderen geinteresseerden in dien polder, hebbende ik zelf het niet ondienstig geacht, ook na een persoonlijk onderhoud met het in deze betrokken polderbestuur, een schriftelijk antwoord te verzoeken, waardoor het zelve in de ingelanden dier polder de volle verzekering konde bekomen, dat hunne belangen & gesustineerde regten geheel en naauwkeurig zouden werden gebragt ter kennisse van Uwe Exc:, ten welken einde ik hetzelve stuk na daarvan kopij genomen te hebben, de Eer heb nevens hierbij in originele overteleggen uit de kring nu van hetzelve, maar vooral uit de overtuiging, van al het ten deze aan dit onderzochten en vernomene, vermeen ik het daarvoor te mogen houden-

Afwatering enz 3 bladzijden

N 144 Gouverneur 13-7-1839 voordragt Raadslid

N 145 17-7-1839 Aan de Burgemeester van Ouddorp

Dat op de 9e Juli alhier in de polder Eijerland is overleden Job van der Vliet, arbeider, nalatende eene behoeftige weduwe en kinderen. Onderstandsdomicilie te Ouddorp. In de begraving en de eerste behoeften is en wordt voorzien, waarvan de kosten nader aan UEd ter terug bekoming van het verpligte Armbestuur zal worden toegezonden.

De weduwe wil op Texel blijven, met f 2,- per week van Ouddorp. Het overige zou zij dan met hare kinderen hier kunnen bijverdienen, terwijl zij toch voor die som a costi niet konde onderhouden worden, waar zij meent dat niets voor haar te verdienen zoude zijn, en zulks gedurende een of twee jaren, wanneer zij ook die ondersteuning zoude kunnen ontberen.

[Job en Klaasje hadden 4 zonen: Adrianus, Willem, Pieter en Maarten]

N 146 BS Zaandam 18-7-1839 Doodsextract van C. Schipper

N 147 Gouverneur 19-7-1839 NM

N 148 Gouverneur 23-7-1839 Ned. Regtspraak

De ter inzage toegezonden aflevering terug te zenden, als hebbende de ondervinding van alle de Jaren die deze gemeente het bedoelde werk vroeger heeft aangehouden geleerd, dat hetzelve voor deze administratie zoo al immer dan toch hoogst zeldzaam te passe komt; reden waarom bij de reeds aanzienlijke uitgaven van soortgelijken aard, wij vermeenen deze uitgave althans zoo lang die ons niet directelijk wordt voorgeschreven, ons niet te mogen veroorloven.

N 149 Gouverneur 23-7-1839

Betaling f 60,- f 23,94 over 1838 en 23,94 vooruitbetaling voor 1839 ten fine van voldoening der door deze gemeente verschuldigde verpleging kosten aan de Maatschappij van Weldadigheid.

N 150 Gouverneur 29-7-1839 aanvrage cert: B. Vlaming, G. Rozendaal, P. Gomes

N 151 31-7-1839 Officier van Justitie Alkmaar Strandvonderij, onduidelijk waarover

N 152 2-8-1839 Aan de Burgemeester van Ouddorp

Dat ofschoon de wekelijksche bedeeling van f 1,- haar uitterst gering voorkomt, zij [de weduwe Job van der Vliet] die echter dankbaar aanneemt, en daardoor ondersteund, hoopt het overige hier te zullen bijverdienen.

De Burgemeester wil f 14,14 terug van de begrafenis en de eerste hulp.

N 153 Gouverneur 12-8-1839 Ziekte onder het Hoornvee, tongblaar, geen veearts

N 154 Gouverneur 12-8-1839 Ziekte Hoornvee

N 154a Gouverneur 13-8-1839 Pel koorn Molen

Dezer dagen hebben zich tot mij vervoegd de erven van wijlen Simon Verberne, in leven pelmolenaar alhier, aan wien het ZM behaagd heeft in der tijd bij besluit van 21 Juny 1827 N 93 dat ik de Eer heb hier bij intezenden, te vergunnen om zijne pelmolen tevens te mogen inrigten tot het malen van belast graan.

Sedert is die Molen dan ook als Koorn molen werkzaam geweest en heeft tot dus verre geene aanleiding tot eenige klagten hoegenaamd. De voornoemde S. Verberne echter sedert overleden zijnde, wenschte zijne 2 zoonen Jan en Jacob Verberne dien zelfde trafiek voort te zetten, doch meenden zich alvorens tot mij te moeten vervoegen, om te worden onderrigt, of zij ook daartoe eenige nadere personeele vergunning noodig hadden.

Ik geloof niet dat zulks zal benoodigd zijn, althans bij vergelijking van de verleende koninklijke vergunning met acte 19 en 50 der bestaande wet op het gemaal van 1833. Ik meende intusschen deze kwestie aan het wijzer doorzigt Uwer Excellentie te moeten onderwerpen, met eerbiedig verzoek het voorn. besluit met derzelver beslissing tevens weder te mogen terug ontvangen.

[Simon Jansz Verberne (1775-1837) getrouwd met Neeltje Jans Reij (1776-1839), kinderen Martje (1800-1860), Jan (1806-1846), Antje (1814-1870) en Jacob (1816-1889). Antje was de grootmoeder van Prof. Keesom. Jacob bleef ongehuwd.]

N 155 aan x 13-8-1839 verkoop voormalige pastorij Hoorn

N 156 Gouverneur 2-8-1839 Schoolwezen onderwijs Verberne

Ten gevolge van het in 1837 overlijden van den onderwijzer der school op Oost binnen deze gemeente, aan welke niet meer dan een Jaarlijks tractement van f 300.- verbonden is met vrije woning, heeft aanvankelijk bij dit bestuur het voornemen bestaan die school opteheffen en voortaan te vereenigen met de groote school van het bijgelegen Ooster End, welk Locaal, pas tevoren, met dat zelfde inzigt reeds aanmerkelijk was vergroot.

Toen echter de daarbij betrokken ouders maar van iets gewaar werden, ontving dit bestuur een door hen allen geteekend verzoek waar bij zij instantelijk om het behoud dier school verzochten, als op dat oostelijk punt voor hen van groot gemak.

Toevallig bood zich ter vervulling dezer plaats een man aan, die zulks daarvoor welligt boven anderen de geschiktheid had, zoo door zijn bekendheid met het personeel als het vertrouwen dat hij onder die bewoners heeft, terwijl zijne toelating van den 4 e rang, hem tot het geven van het benoodigde onderwijs genoegzaam geschikt maakt.

Het gemeente Bestuur van dit Eiland besloot alzoo met overleg van den Heer distrikts schoolopziener, met dien man Willem Verberne een proeve te nemen of hij voor de vervulling dier vacature zoude berekend zijn, en heeft hem bij provisie met het onderwijs in die School belast.-

De uitslag heeft ten volle aan de verwachting voldaan. Willem Verberne geniet het algemeene vertrouwen en schijnt alle geschiktheid te hebben voor den taak dien hij ook met lust en ijver waarneemt.-

In dien staat nu heeft de wel Edg Heer M. Wijnbeek als inspecteur van het Lager Onderwijs, op Z Edg tournee dezer dagen alhier deze zaak gevonden; en heeft na de meer ampele mondelinge ontwikkelingen der Motiven voor dezen Maatregel van het gemeente bestuur vernomen te hebben ZEdg wensch geuit, dat aan deze Provisionele staat als nu een einde mogte gemaakt en voornoemden Willem Verberne tot onderwijzer aan de school van Oost alhier definitivelijk bij het hooger Gouvernement worde voorgesteld.-

Ik geef mij alzoo de Eer en voldoening aan dit verlangen van den Heer Inspecteur voornoemd Uwe Excellentie eerbiedig te verzoeken deze zaak aan de goedkeuring van het Gouvernement wel te willen onderwerpen en de dezer zijds gedane provisionele benoeming van den voornoemden Willem Verberne tot de voorgestelde betrekking wel definitievelijk te willen doen.

N 157 BM Ouddorp 21-8-1839 begrafeniskosten J vd Vliet ontvangen

N 158 Officier Arrondissements regtbank te Alkmaar 22-8-1829

Cornelis Bouwensz Bakker benoemd ipv GM Hillenius tot raadslid

N 159 14-8-1839 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Proces verbaal constaterende het wanbedrijf van bedelarij van Stijntje Slot alhier aan den Hoorn, vroeger postloopster, doch sedert geruimen tijd buiten eenig beroep en alleen van bedelen bestaande. Dat zij dan ook op een hoogst onbeschaamde wijze uitoefent, terwijl zij de inkomst daarvan nog wel grootendeels aan Sterken Drank besteedt, zoo dat zij dan vaak zeer beschonken bij de weg loopt, tot allerlei ongeregeldheden aanleiding geeft, en in een woord tot groote Last en Aanstoot is der gemeente. Mijne herhaalde en ernstige waarschuwingen niet hebbende mogen helpen, heb ik gemeend thans de zaak aldus te moeten behandelen in de hoop of eene ernstiger correctie haar voor het vervolg welligt tot een Beter levens gedrag mogt brengen.

De plaatsvervangend Kanton regter te Texel

[Stijntje Luits Slot (1798-18xx) dochter van Luit Sietsz Slot uit Oosterend en Dirkje Sijbrands Zuijdewind (1771-1835) van den Hoorn, Stijntje was de oudste van 5 kinderen. Alleen haar broer Sijbrand (1801-1869) had nakomelingen. Zijn 8 kinderen werden geboren te Den Hoorn, waar 3 van hem stierven. Het gezin verhuisde naar Den Helder. Bij de aangifte van de kinderen staat dat de vader niet kon schrijven.].

N 160 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar 26-8-1839 rekest S. Kikkert

N 161 Gouverneur 29-8-1839 bedelaars werkhuizen f 82.28 ½

N 162 Gouverneur 30-8-1839 cert: Folkert Boon

N 163 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar 26-8-1839

Captein Willem Blom wil trouwen met Leentje van der Wijk, die sedert het overlijden der eerste vrouw, steeds moederlijke zorgen besteed had [aan de kinderen van Blom] en waaraan de kinderen dan ook zeer gehecht waren.

[Iedereen is voor dit huwelijk, Burgemeester heeft geen bezwaar]

[Willem Meijertsz Blom(1790-1854) was stuurman, koopvaardij-kapitein, gezagvoerder. Zijn eerste vrouw was Trijntje Aukers van der Wijk (1796-1836). Ze hadden 4 kinderen, Meijert, Auker, Willem en Cornelia. Op 7 november 1839 trouwde Willem met Leentje. Hun kinderen waren Jan Meijert, Trijntje Aukes, Engelina, Cornelia en Engelina. Veel kindersterfte. Van de laatste 5 trouwde alleen Trijntje Aukers in 1861 met Jacob Koning.

Auker trouwde met Stijntje Zunderdorp].

N 164 3-9-1839 Aan de Burgemeester van Wildervank

Dat hierbij gaat eene Kopy der omschrijving van het lijk dat denkelijk van de Hillegina afkomstig is, en vervolgens op eene betamelijke wijze op den burgerlijken begraafplaats aan den Burg, met het lijk des schippersvrouw is bijgezet.

De Lading van de Hillegina is geheel verloren gegaan, uitgezonderd 17 kisten Machinerie, die door de zorgen van den Heer opperstrandvonder alhier zijn geborgen, in orde gebragt en dit voorjaar weer afgeleverd. Van het schip is niets dan het anker geborgen en publiek verkocht de kargadoors van 't x zijn met verlaad belast.

Er zijn geen andere lijken van het schip gekomen dan alleen de vrouw, het Lijk van de man is vermoedelijk daar van afkomstig, doch niet volslagen zeker, als zijnde aan de Koog en dus aan de West kust van dit Eiland aangespoeld, terwijl de Schipbreuk ten Noordoosten heeft plaats gehad, echter is door den loop van den Stroom zoo danig een afstand door een in zee drijvend voorwerp spoedig afgelegd.

N 165 NM 3-9-1839

N 166 Gouverneur 9-9-1839 registers BS

N 167 cert:

N 167a Gouverneur 17-9-1839 PV aanneming R. Smit

N 168 Gouverneur 19-9-1839 NM

N 169 Heere Thesaurier van 't Konings Huis te 's Gravenhage 18-9-1839 rekest J. Schagen

Dat de rekestranten beiden thans onder de zeer bejaarde lieden te tellen zijn; terwijl zij zoo verre ik ben onderrigt een zeer sober inkomen hebben, dat dan ook veelal buiten hunnen schuld is- op derzelver levensgedrag is (enige traagheid bij den Man uitgezonderd) niets bepaald aan te merken.

Wat de rekestrant schrijft omtrent zeker fidei commissair verband, doelt op zeker rekest dat hij indertijd aan ZM heeft ingediend doch waarop door ZE den Heere Minister van Justitie een Declinatoire resolutie is genomen in dato 19-1-1830.

Bijaldien het ZM mogte behagen voor eens af, den rekestrant eene kleine gift te willen doen toekomen, zoude zoodanige Weldaad welligt niet kwalijk geplaatst zijn. Hij en zijne vrouw behooren althans tot de ijverigste voorstanders van het Vorstelijk Stamhuis.-

N 170 Gouverneur 21-9-1839 begrooting

N 171 Gouverneur 21-9-1839 rekest Klaas Schram

Dat het geen de rekestrant in het algemeen, omtrent de door hem sedert 1797 uitgeoefende Haringvisscherij en den toenmalige en tegenwoordige uitslag daarvan heeft gezegd mij bij een behoorlijk onderzoek gebleken is der Waarheid overeenkomstig te zijn.-

Hierbij valt optemerken, dat de zoogenaamde Beugel of Hoekwantvisscherij welke voornamelijk aan de Kusten der provincie Holland en ook Zeeland uitgeoefend wordt, den ernstig afhankelijk is van het daartoe benoodig aas zijnde de Haring of deep, meest echter de eerste lange. Sedert jaren wordt dit aas alhier door de visscherlieden opgeraapt van de visscher die, zoo als de rekestrant cs dit langs de Hors van dit Eiland visschen.

Vroeger geschiede deze opkoop direct aan de Hors (achter den Hoorn) sedert de laatste jaren echter dat de Hors zoo verlopen is het Nieuwe Diep een veilige Haven geworden is heeft de opkoop door de groote visschers in het Nieuwe Diep plaats gevonden, de oorspronkelijke visscherij der Haring blijft echter altoos voornamenlijk aan den Hors.

Dit aas nu is van Hoog belang voor de Beug of Hoekwantvisscherij, dat zij zulks hier ter plaatse bekomen kunnen, immers is zulks het geval niet, zoo als nu en dan gebeurd is, dan zijn de visschers verpligt de Zuiderzee intezeilen, tot dat zij van anderen visschers dit aas hebben kunnen verkrijgen, doch waar mede veel kostbaren tijd verspild wordt, terwijl het aas zelve door mindere frischheid vaak merkelijk in waarde verminderd is, iets dat zeer natuurlijk op de uitoefening der Hoekwantvisscherij zelve weder een zeer nadeeligen invloed uitoefenen moet-

Nu is het bekend hoe, zoo als alle takken van industrie, ook onze kustvisscherij steeds de bijzonderen oplettendheid van ons gouvernement heeft tot zich getrokken, getuige hiervan zij, onder anderen het KB van 1-11-1824 (Staatsblad N 75) waarbij aan deze zelfde Beug of Hoekwantvisscherij eene niet onbelangrijke premie werd toegelegd.

Het zoude reeds op grond dier aanmoediging alleen, kunnen geacht worden verre af te dwalen wanneer men die zelfde Koninklijke gunst welke tot verzekering van het behoud der visscherij zelve onbekrompen heeft bijgedragen die zelfde gunst inriep om ook de middelen te verzekeren die tot het doel leiden moeten. Het eene toch staat tot het andere in een onmiddellijk verband.

Op grond alzoo van een en ander en bepaaldelijk in het belang der visscherij meen ik mij te mogen veroorloven Uwe Exc: het verzoek van den Rekestrant eerbiediglijk aantebieden.

N 172 Gouverneur 23-9-1839

Dat de daarbij bedoelde Willem Verberne als onderwijzer voor de School alhier op Oost op den 20 e dezer door 't gemeente bestuur is aangesteld.

N 173 Gouverneur 23-9-1839 Volkstelling materieel

Dat ik tot het daar stellen der daar bij voorgeschrevene volkstelling binnen deze gemeente verzoeke een getal van 1500 Invullings biljetten en 125 heele bladen of vellen voor het Model register.

N 174 BM Ulrum 23-9-1839

N 175 Gouverneur 24-9-1839 tabellen Liefdadige inrichtingen

Veel verhuizingen van den Hoorn en Oudeschild naar het Nieuwediep. Minder werkgelegenheid, wel kosten voor levensonderhoud.

N 176 Gouverneur 24-9-1839 mandaat ordonnantie f 2000 school Eijerland

N 177 Gouverneur 25-9-1839 NM

N 178 2-10-1839 Aan de Gouverneur opzigter Eijerland

Dat de persoon van Hendrik Dekker daarbij bedoeld voor zoo verre mij bekend is een geschikt en eerlijk man is, em mogelijk wel de kunde bezit die hem in staat stellen kan, tot het gevorderde opzigt, als zijnde hij zoo verre ik weet van beroep rijs en aardwerker en bij dat soort werken steeds geemployeerd geweest; wanneer de keuring van alle materialen buitendien nog door eenen volkomen deskundigen geschied, dan zou welligt H. Dekker tot het dagelijks opzigt kunnen geacht worden geschikt te zijn.-

N 179 Gouverneur 3-10-1839 verificatie kas Eilands ontvanger

N 180 Gouverneur 4-10-1839 polder bestuur Hoornder Nieuwland

N 181 8-10-1839 Aan de Gouverneur

Kleine doch hoogstnoodzakelijk reparatie aan de toren van den Hoorn f 31,41

N 182 mejufvr. van Deinse geb Denijs 8-10-1839 gesticht van Weldadigheid

N 183 13-10-1839

N 183a 13-10-1839

N 184 185 vaccinatie

N 186 Comm Infanterie Alkmaar 16-10-1839 verlofpassen

N 187 Gouverneur 16-10-1839 ordonnantie

N 188 Marine 16-10-1839 staat van 2 vrouwen van schepelingen

N 189 18-10-1839 oestervisscherij 2 bladzijden

N 190 Ontvanger der Registratie 21-10-1839

Opgave gedaan van de vaste goederen waarin WW Smit een onverdeeld aandeel bezit volgens kadaster.

N 191 komm: 22-10-1839 Jacob Bakker

N 192 BM Ouddorp 23-10-1839 NM

N 193 waarnemend Gouverneur 23-10-1839 kerk en pastorij Eijerland

N 194 waarn. Gouverneur 24-10-1839 cert:

N 194a BM Blokker 28-10-1839 BS Claas Dirksz Kint

N 195 waarn. Gouverneur 29-10-1839 NM

N 196 30-10-1839 Aan de Gouverneur

Ik geef mij de Eer UHoogEdelgestr bij deze medetedeelen het overlijden op hedenmorgen 9 ure van den Heer en Meester G.C.W. Reinbach, in leven Burgemeester dezer Gemeente, in de ouderdom van ongeveer 86 Jaaren

De Eerste Assessor

N197 BM Wieringen 4-11-1839 BS

N 198 waarn. Gouverneur 5-11-1839 college van zetters

N 199 waarn. Gouverneur 4-6-1840 inzending declaratie 21.41

De Eerste Assessor, fungerend Burgemeester van Texel

Notulen Gemeenteraad:

4-11-1839 Voorzitter is de Eerste Assessor Cornelis Bouwens Bakker.

N 200 waarn. Gouverneur 6-11-1839 rekest wed. S. Bakker

N 201 cert:

N 202 5-11-1839 geheim

N 203 pastoor OS 7-11-1839 schoolcommissie

N 204 waarn. Gouverneur 11-11-1839 gezegelde patentbladen

N 205 ambtenaar BS Groningen 13-11-1839

N 206 waarn. Gouverneur 14-11-1839 pensioen Mr. Reinbach

Overeenkomstig de bestaande voorschriften geef ik mij de Eer UHoogEdagtb bij deze toetezenden een Extract uit het Sterfregister dezer gemeente betreffende het overlijden van Mr. GCW Reinbach als in der tijd een pensioen hebbende getrokken ten laste van het Rijk. De nadere opgave ben ik niet bij magte voor als nog te doen, daar de familie der overledene om bijzondere redenen vermeent deszelfs papieren onaangeroerd te moeten laten, en mij dus op mijne verzochte aanvragen het certificaat van Inschrijving niet heeft kunnen Exhiberen.

N 207 Militie Commissaris 15-11-1839 schutterij

N 208 Secretaris van Alkmaar 16-11-1839

N 209 waarn. Gouverneur 16-11-1839 patentzegels

N 210 waarn. Gouverneur 18-11-1839 rekest RC pastoor Burg

Verwijzing naar brief 287 van 1837 en 103 van 1838

N 211 BM Purmerend 19-11-1839 inzending paspoort P. Lindgreen aan deze

N 212 waarn. Gouverneur 20-11-1839 cert:

N 213 19-11-1839 Aan J. Noordberg, J.C. Dijksen, Lammert Brans, Jan Bruin, A. van der Kloot, Gerrit Schraag

Instructies voor de Tienjarige Volkstelling.

Ik geef mij alzoo de Eer UEA bij dezen beleefdelijk uittenoodigen om voor zoo verre betreft het district van (zie onder) wel in persoon te willen ophalen, de Brieven die dezer dagen van mijnent wege aan de Huizen der Ingezetenen zijn rond gezonden, en vooral naauwkeurig acht te geven op de rigtige en alleszins naauwkeurige invulling dier Biljetten, inzonderheid met betrekking tot de nummers der Huizen, en mij vervolgens die dadelijk na de ophaling behoorlijk en gezegeld toetezenden.

Bij aldien UEd den dienst van een Jongen verkiest om de biljetten te dragen, zal UEd de onkosten daarvoor wel willen opgeven. Ik verzoek UEd deze ophaling zoodanig te willen doen, dat zij voor den laatse november geheel is afgelopen.

Wijken Schil, Burg, Hoorn, Westen, Waal, Oosterend, Eijerland

Wijk Westen omvatte Westen, Operen, Akenbuurt, Mient, Everstekoog, Raaphorst, Pijpersdijk, Koog, Maaikeduin, waarschijnlijk gedaan door Gerrit Schraag.

N 214 waarn. Gouverneur 26-11-1839 Predikant Eijerland

N 215 waarn. Gouverneur 17-11-1839 rekest pastoor J. Krugers te Oudeschild

Toelage gevraagd wegens de talrijke verhuizing van Leden zijner gemeente naar het Nieuwediep, tengevolge van de laatste organisatie van het Loodswezen.

N 216 B&W Leijden 28-11-1839 toezending uitvoerbiljetten

N 217 Commandant Ned. Jagers 28-11-1839 persoon niet hier aanwezig

N 218 waarn. Gouverneur 28-11-1839 vrijwilligers

Ik acht het noodig UZEdgestr: daarbij tevens optemerken, dat de Heer Simon Ran wonende alhier, niet als vrijwilliger op de Lijst der zoodanige bekend staat. De reden daarvan is mij na een daartoe ingesteld onderzoek gebleken daar in gelegen te zijn, dat hij niet als gewoon vrijwilliger zich heeft beschikbaar gesteld, maar onder de Mits van zijne zijde als Officier bij de Schutterij geplaatst te worden; waarvoor zoo het schijnt door nu wijlen den Heer Burgemeester in der tijd met het Gouvernement is gecorrespondeerd en ten gevolge waarvan hij dan ook er in geslaagd is als 1 e Luitenant te worden geplaatst bij het 1 e Batt: 3 e Afd: Noord Hollandsche schutterij.

N 219 Kolonel komm: het 5 e Batt: artelerie NM Delft 29-11-1839 rekest Nannings

Dat de vader van den Kanonnier mij bij gedaan onderzoek gebleken is te zijn een Loods van beroep en dus wat betreft het onderhoud der ouders, de overkomst van den rekestrant in geenen deele kan gezegd worden noodig te zijn.

Dat echter het schijnt dat de kanonnier Nannings reeds sedert eenigen tijd eene wankelende gezondheid geniet, en niet op zijne krachtn kan terug komen; welke staat ook eene ongunstige invloed schijnt uitteoefenen op zijne geest, vooral daar hij sedert 3 jaren tijds de ouderlijke woning heeft verlaten en sedert niet terug gezien heeft.

Dat ik alzoo meen het daarvoor de mogen houden, dat een verlof van 3 maanden of zooveel korter als UHEdgestr mogt goedvinden niet anders dan zeer gunstig op de ligchaams toestand van den kanonnier Nannings zoude werken en hem geschikter voor zijne overige diensttijd doen terugkeren dan nu het geval is.

[Cornelis Hendriksz Nannings (1817-1842)?]

9-2-1837 Nationale Militie op ligchaamsgebreken te onderzoeken Albert Jonker, Pieter Kikkert, Arie Kooger, Klaas Mossel en C. Nannings

N 220 waarn. Gouverneur 30-11-1839

Als een vervolg op mijne missive N 206 heb ik thans de Eer UHEdgestrenge te informeren dat het pensioen van wijle den Heer Burgemeester Mr. Gijsbert Conrad Willem Reinbach geboren 24-11-1758, is ingeschreven op den 24-5-1832 onder Nummer 848 in het pensioen fonds voor de ambtenaren x de Rijks ontvanger ad f 1222.- 's Jaars.

N 221 de Weledele Heer WM Reinbach Executeur test. in de boedel van wijle den WEdgestr Heer Mr. GCW Reinbach thans te Texel 30-11-1839 Dispositie Reinbach dd 20-8-1838

inhoudende de verkoop van Huis, erven, en Boschje op de Hooge Berg aan de gemeente

Ik geef mij de Eer UWEdg te berigten dat ingevolge UWEdg verzoek dit gemeente bestuur reeds dadelijk zich onledig heeft gehouden met de overweging van het voorstel aan hetzelve gedaan door wijle den Heer Burgemeester in leven voorzitter van hetzelve bij deszelfs schriftelijke dispositie van den 20-8-1838.

Dat intusschen het eenstemmig besluit van denzelven is geweest hetzelve zoo als het daar is leggende, als te bezwarend voor deze gemeente te moeten difficulteren.

Dat desniettemin hetzelve Bestuur almede eenparig heeft goedgevonden aan de Erfgenamen van wijlen den Heer Burgemeester voornoemd de voorslag te doen het bij voorschreve dispositie bedoeld Huis, schuur, annex erven, alsmede Boschje op Hoogen Berg, alles zoo en in dier voege als zulks bij wijle den Heere Burgemeester is bezeten geweest, aan voornoemd gemeente Bestuur, in vollen en vrijen eigendom aftestaan en overtedragen tot den uitterlijken som van 3000 guldens eens [de familie vroeg f 5000.-].-

Ik geef mij de Eer UEdg dit besluit en voorstel mededeelende tevens beleefdelijk uittenoodigen daaromtrent wel met eenige spoed en liefst voor den 5 e December de definitieve meening der familie te willen mede deelen.

N 222 BM Helder 4-12-1839 Marine

U te doen geworden een bij mij ontvangen paspoort voor de matroos Jan Vos, alhier gewoond hebbende, thans te Helder woonachtig, met verzoek hetzelve aan den belanghebbende of zijn huisvrouw te willen doen uitreiken.

N 223 Gouverneur 4-12-1839 benoeming Regenten en Regentessen

N 224 Gouverneur 4-12-1839 Loterij

N 225 Heer Koster te Alkmaar 3-12-1839 Registers BS

N 226 Waarnemend Gouverneur 3-12-1839 persoon hier niet gevonden

N 227 Waarnemend Gouverneur 5-12-1839 pensioen Mr. Reinbach

Dat bij mijne eerste kennisgeving van den 13 e dezer N 206 het dood Extract van den overleden Heer Reinbach reeds dadelijk is daarbij gevoegd.

Dat echter ik gemeend heb in alle gevallen een tweede hierbij te moeten volgen.

N 228 Waarnemend Gouverneur 9-12-1839 aftreding en vervangingder bestuursleden

N 229 Waarnemend Gouverneur 10-12-1839 belasting Koek

N 230 11-12-1839 verzoek tot goedkeuring koop huis enz

Intezenden 2 extratcten van de Deliberatien dezer gemeenteraad houdende besluit van denzelven tot aankoop van zeker gebouw met annexe gronden, ten einde het eerste tot een raadhuis en het andere ten publieke Wandelplaatse voor het vervolg te doen dienen, als waartoe bijde zeer geschikt zijn.

[Een nieuw raadhuis is nodig vanwege] de grootste bekrompenheid van het zoogenaamde Raadhuis, waar in slechts 1 vertrek en een opkamertje zijn volstrekt noodzakelijk x, terwijl de koop zonder eenig bezwaar voor de ingezetenen uit de voorhanden zijnde gelden kan betaald worden niet alleen, maar voor een groot gedeelte weder kan terugkomen uit de verkoop van ons bestaande Raadhuis tot afbraak, en een ander gemeentelijk gebouw, dat uit hoofde van het onvoldoende van het eerste gebouw eenige Jaren tot groot nadeel van de Kas is bijgehouden en anderdeels daar UHoogEdelgestrenge de zucht van de gemeenteraad daarin zal zien uitgedrukt om door doelmatige verfraaijngen en het daarstellen eener zeer aangename wandeling in den eigen Kom dezer plaats tot een gepaste uitspanning der ingezetenen, zoo veel dit ons op ons afgelegen eiland doenlijk is, op de Hoogte van den tijd te blijven, iets dat ongetwijfeld ook de Hooge regering niet zal onverschillig zijn.

Op de geprojecteerde verkoop en afbraak hiervoren genoemd hoopt de gemeenteraad verder terug te komen.

Zoo als UHoogEdelgestrenge zal opmerken heeft de aangeboden Koop van het Huis door wijle den Heer Burgemeester bewoond aanleiding gegeven tot het aanbieden van het thans door ons gekochte, en welk eerste gebouw deze raad denkelijk tegen een gelijke som zoude hebben willen koopen, bijaldien het laatste dat zoo veel doelmatiger en in allen opzigte verkieselijker was, niet ware ingekomen, ofschoon de vorige onderhandeling met de familie Reinbach wel in geen direct verband staat tot de onderwerpelijke aankoop en de gemeenteraad casu quo, daarop nader tot UEdg zich voorstelt terug te komen- zoo heb ik desniettemin het gepast en doelmatig geoordeeld UHoogEdelgestrenge tevens met het eerder voorgevallene bekend te maken, ten einde bij vervolg te beter over den geheelen zamehang te kunnen oordeelen.

[Het Dorp zal ook opknappen na afbraak. We hadden anders ook iets moeten kopen].

N 231 Waarnemend Gouverneur 12-12-1839 inzending extract deliberatien gemeenteraad

N 232 Waarnemend Gouverneur 12-12-1839 school Eijerland

N 233 Waarnemend Gouverneur 13-12-1839 assessor P. Langeveld

Geen bedenkingen tegen continuatie van de benoeming

N 234 BM Brakelen 16-12-1839 onderstand domicilie H. Vlaming

Dat HH Regenten van het gesticht van Weldadigheid alhier te wier laste de schuldvordering ad f 17.74 ter zake de begrafenis van H. Vlaming is komende, geef ik mij de Eer UEA uittenoodigen mij wel te willen doen toekomen, de specifike opgave der voornoemde kosten die de kost ter begraving van dien persoon zijn aangewend.

N 235 Militie comm: Hoorn 18-12-1839 Schutterij

N 236 Waarnemend Gouverneur 20-12-1839 aanvrage cert: Ysbrand Klaassen

N 237 20-12-1839 Aan de Burgemeester van Sluis in Zeeland

Intezenden paspoort ten behoeve van T. Duinker, laten onderteekenen en aftegeven.

N 238 Waarnemend Gouverneur 21-12-1839 rekest Bakkers Hoorn

Drie bladzijden folio over broodbakkerij van Cornelis Veger. [Die wilde uitbreiden en brood rondventen tegen een lagere prijs. Dat ging zomaar niet, andere bakkers aan den Hoorn moesten ook leven, met iedereen gesproken en Veger proberen over te halen] zich stiptelijk aan de zetterij te houden en daar niet beneden te komen, doch geene vertogen hebben kunnen helpen en Veger heeft andermaal de slotsom betuigd, dat aangezien de wet hem zulks niet verbood, hij in het belang van zijn Huisgezin vermeenden op de ingeslagen weg te moeten voortgaan, daar hij bij een redelijk debiet, voor eene merkelijk mindere prijs dan de zetting ook zelfs heden geworden is, kan verkoopen en bakker blijven.

De Burgemeester kan er niets tegen doen.

Beslissing aan de Gouverneur. Dat niemand op Texel zijn eigen brood bakt.

[Cornelis Veeger (1787-1868) zoon van Albert Lourensz Veeger (1744-1828) uit Durgerdam en Marijtje Cornelis Burger (1751-1816) van Texel. Getrouwd met Dieuwertje Maartens Zijm (1792-1840), kinderen Marijtje (1814-1875), Maarten (1815-1893), Albert (1818-1877) en Jan (1820-1899).

Cornelis was broodbakkersknecht (1813), boer (1814, 1815), broodbakker (1818, 1820, 1836, 1840), boer aan den Hoorn (1853), veehouder (1855, 1868). Hij was geboren in Oudeschild, overleden in Den Hoorn. De eerste twee kinderen zijn geboren in Oudeschild, de laatste twee in Den Hoorn, de familie is tussen 1815 en 1818 verhuisd].

N 239

N 240 Waarnemend Gouverneur 21-12-1839 NM

Dat na gedaan onderzoekmij gebleken is, dat het verlofpas van den Milicien Gerrit Bakker met de aanschrijving van 23-8, zich bevond onder eenige voorbij geziene papieren aan het Kantoor van wijlen den Heer Burgemeester.

Dat ik daarop den gemelden Bakker ontboden (doch in zijn beroep van zeeman afwezig zijnde, heden is teruggekomen) en welke mij verklaard heeft geene kennis te hebben gedragen, dat aan hem een bepaald verlof was toegestaan, zijnde misschien de behandeling daarvan door wijle den Heer BM indertijd verzuimd geworden.

N 241 Waarnemend Gouverneur 30-12-1839 NM tekenen van paspoorten

Naamtekeningen van leden van het bestuur met tekenbevoegdheid

N 242 Prov. Comm. geneeskundig onderzoek en toevoorzigt Haarlem 30-12-1839

Gevestigd A.E. Stiggelbout van Middelburg en E.C. de Koningh van Veenhuizen.

N 243 Waarnemend Gouverneur 30-12-1839 geneeskundige dienst

Dat aangezien in den loop van dit jaar 2 verloskundigen/vroedmeesters Stiggelbout en De Koningh zich binnen deze gemeente hebben gevestigd [graag 2 exx van de Instuctien voor verloskundigen].

N 244 Directeur Sociteit Eijerland 30-12-1830 Geslagt

N 245 Circulaire medici 31-12-1839 toezending instructie verloskunde en tabellarischen staat

1840

N 1 Hr N. Bremer Oosterend 2-1-1840

Gelukwens met de benoeming tot lid van de gemeenteraad.

N 2 Waarnemend Gouverneur 4-1-1840 verificatie gemeentekas

N 3 BM Wieringen 6-1-1840 BS

Geboorte Extract van Dina Dijkshoorn

N 4 Hr. L. Brans 6-1-1840

Dat UEd als lid van den raad te rekenen van den 2 e dezer af is vervangen geworden door den Heer Nan Bremer alhier, en UEd mitsdien uit deze betrekking is ontslagen onder dankbetuiging van de zijde des Bestuurs voor de diensten die UEd gedurende uwen benoeming als zodanig aan deze gemeente heeft bewezen.

N 5 6-1-1840 Aan de Schout bij Nacht ter Zee Pool aan den Burg

Dat het huis, tuin en aanhorigheden door UZEdG bewoond ten gevolge van het opzeggen door U tegen 1 mei eerstkomend der huur daarvan, door de eigenaresse Mejufvrouw H.M. Langeveld is verkocht en getransporteerd geworden aan het Plaatselijk Bestuur van dit Eiland, hetwelk alzoo thans van voornoemd perceel eigenaar is. De Huur echter tot 1 Mei eerstkomende blijft ten behoeve van Mejufvrouw Langeveld, als op welk tijdstip dezelve door voornoemd plaatselijk Bestuur zullen worden aanvaard en in bezit genomen.

[Helena Maria Langeveld (1803-18xx), dochter van Martinus Martinusz Langeveld (1764-1819) van Beverwijk en Anna Maria Lijnslager (1768-1822) uit Amsterdam, ze hadden 11 kinderen. Langeveld kwam op 27-2-1798 naar Texel om daar Schout te worden. Tot zijn dood was hij Vrederechter]

N 6 BM x 8-1-1840 betaling verpleging H. Vlaming

N 7 Waarnemend Gouverneur 8-1-1840 rekest Regenten Weeshuis

N 8 Waarnemend Gouverneur 8-1-1840

Van hier naar andere provincien met er woon zijn vertrokken

JR Slothouwer zijne Echtgenoot en 6 kinderen, naar Leermens, Groningen

HEW Jansen naar Raalt Overijssel

A Langeveld Echtgenoot en 8 kinderen naar Hasselt Overijssel

Uit andere Provincien EE de Koningh, Echtgenoot, 1 kind uit Veenhuizen Overijssel

AE Stiggelbout, Echtgenoot en 1 kind uit Middelburg Zeeland

N 9 Waarnemend Gouverneur 8-1-1840 staten van Geboorte Huwelijken en Sterfgevallen

N 10 8-1-1840 Aan de Burgemeester van Avereest

Dat UEd zich kan gemagtigd houden tot het verleenen der volstrekt noodzakelijke hulp aan de persoon van Trijntje Tjebbes [maar niet nog eens als zij in Avereest blijft]. Dat het Bestuur van het Gesticht van Weldadigheid zich bereid verklaart in 't onderhoud van Trijntje Tjebbes op eene gepaste wijze te voorzien, doch niet wanneer zij zich naar eigen verkiezing in een andere gemeente blijft ophouden. Dat de Heeren Regenten voornoemd zich nog zeer goed herinneren, dat door hen van 1833 tot 1836 is uitgegeven f 166,90,5, iets dat UEd zelve gevoelt, dat eigenlijk niet te passse komt, wanneer men bereid is die ondersteuning in het onderstandsdomicilum zelve te verleenen.

N 11 Kerkvoogden 9-1-1840 opgave HV kerk

N 12 Den Heere Schout bij Nacht Pool 9-1-1840

Pool heeft een onaangename brief geschreven als antwoord op de brief aan hem van 6 januari. Dat terwijl hij zelf de huur heeft opgezegd!

En dat [het huis] dien tengevolge, na publieke te huur of te koop te zijn aangeslagen, is verkocht geworden, enz. Eindelijk blijft dat Bestuur altoos het eens aangegane engagement omtrent het Huis en Boschje etc van wijle den vorigen Burgemeester ten volle gestand doen.

Dat wat betreft de Eerste daarbij gedane opmerking dezelve even onverdiend als hoogst ongepast is, immers mag het UHEdg toch niet onbekend zijn dat tot zoolang dusdanige Handeling van het plaatselijk bestuur als is de aankoop van een onroerend goed, niet door het Hooger bestuur goed gekeurd het even onbedacht als ongeoorloofd zijn zoude, van welk Lid ook van den Raad een genomen besluit ter kennisse van het Publiek te brengen.-

Ik wil overigens de zeer ongelukkig gekozen uitdrukkingen door u gebezigd voorbij zien en geloven dat dezelve onbedachtelijk ut de pen zullen zijn gevloeid.-

Wat voorts betreft UHEdg verdere opmerkingen, zoo strekt daarop ten antwoord-

Dat ik mij niet herinneren kan eenige belofte te hebben gedaan, dat ik niet zou kunnen houden, dat ik echter nimmer een oogenblik aan de mogelijkheid heb geloofd, dat na de duidelijkste en herhaalde bewijzen van uw vast voornemen deze gemeente met 1 Mei met er woon te verlaten, welk plan door u zelfs aanvankelijk is ten uitvoer gelegd, UHEdg eensklaps van opinie zoude kunnen veranderen, en de naleving van een kontrakt eischt, dat door u op de duidelijkste wijze in eigen persoon aan de vorige eigenaresse is opgezegd en dat dan ten gevolge, na publiek te huur of koop te zijn aangeslagen, is verkocht geworden- dat in de natuurlijke opvatting alzoo van mijne zijde ik geene zwarigheid gemaakt heb toetezeggen, dat eemig verwijt casu quo in de ontruiming van het door u bewoond wordende huis geen tegenstand zou ontmoeten, en- ten einde UHEdg de overtuiging mogt hebben dat er hoegenaamd niet aan gedacht wordt UHEdg op eenige wijze te belemmeren,- maar integendeel dat het dit bestuur aangenaam is wanneer het in de gelegenheid is u te verpligten.- Zoo herhaal ik op nieuw, dat wanneer UHEdg kan goedvinden zich schriftelijk te wenden tot dit Bestuur met verzoek op eene convenibele voet het Huis eenige weken na 1 Mei e.k. te blijven bezitten, zulks hoezeer anders wij hetzelve zeer gaarne met 1 Mei zouden aanvaarden, zeer zeker geene tegenkanting zal ontmoeten, maar ten gunste van UHEdg worden toegestaan.

Eindelijk blijft dit Bestuur altoos het eens aangegane engagement omtrent het Huis en Boschje etc van wijle den vorigen Burgemeester ten volle gestand doen.

Aangenaam zal het mij zijn indien UHEdg mogt besluiten tot het doen van boven genoemd verzok, mij zulks binnen 8 dagen te willen doen geworden, om bij de eerstvolgende vergadering ter tafel te kunnen brengen, terwijl ik daartegen met UHEdg eventueel stilzwijgen zal besluiten, tot deszelfs ontruiming van het Huis op 1 Mei e.k.

[Pool was een schoonzoon van Burgemeester Reinbach:

In het Huwelijksregister Burgerlijke Stand Texel (2859) staat vermeld:


6 Oct. 1814, fol. 26 vs. 
Georgius Adrianus Pool, 34 j, Capitein Lieutenant ter Zee, geboren op Texel, zoon van Jobst Anthonij Pool, oud Capitein ter Zee en van Vrouwe Amelia Jacoba Pool geboren Oudkerk


met Magdalena Johanna Reinbach, 33 j, zonder beroep, geboren en woonagtig op Texel, dochter van Mr Gijsbert Coenraad Willem Reinbach, Commis van de Convoijen en Licenten en van Vrouwe Josina Reinbach geboren Temmink.


Afkondigingen 25 Sept. en 2 Oct. 1814


Getuigen: Joan Jacob Reinbach, 32 j, Municipale ontvanger, broeder van de bruid. Texel;

Mr Willem Maurits Reinbach, 29 j, Rechter ter
 Instructie bij de Rechtbank ter Eerster Instantie te Sneek; broeder van de bruid;

Gerardus Robijn, 36 j, Chirurijn majoor bij de Marine te Texel;


Hermanus Mauritius Ahlé, 45 j, oud Chirurgijn Majoor bij der Marine. Texel.



Acte getekend: 
G.A. Pool (J. J.) Reinbach W. M. Reinbach
 M. J. Reinbach, G: Robijn


G. C. W. Reinbach, J. Reinbach H. M. Ahlé


als vader G. C. W. Reinbach]

N 13 14 15 16 BM 10-1-1840 verzoeken om geboorte actes voor lotelingen

N 17 BM Dokkum 10-1-1840 NM Dirk Jacobsz Bruin

N 18 Gouverneur 11-1-1840 Brand Blusch middelen

N 19 13-1-1840 Aan den Heer Luitenant Kolonel en Kommandant der Strafgevangenis te Woerden, onderwerp Jan Dito

Dat de Erve Jan Dito afstand doen, ter beschikking van UEdG van de weinige nagelatene kleederen enz van denzelven Dito, terwijl de Justitie kosten indertijd voldaan zijnde, gaarne zullen worden ontvangen wat nog voor hen mogt te goede zijn. F 3,71

[Jan Hendriksz Dito (1761-1840) uit Oudeschild, zeeman, koopman, schipper, arbeider. Getrouwd met Marijtje Claas Hoogendijk (1767-1834) uit Medemblik. Ze hadden 12 kinderen, waarvan 4 volwassen werden. Jan overleed in detentie, 79 jaar oud. Wat zou hij gedaan hebben?].

N 20 BM Helder 13-1-1840 AD Kunst

Dat Aaltje Dirks Kunst aan den Hoorn niet bekend is, zou de naam verkeerd zijn opgegeven?

Tevens wil ik u hierbij toezenden eene attestatie betreffende den doop van Jannetje of Jantje Burgers, alsmede eene acte als Lidmaat der HV gemeente te Hoorn van Neeltje Boon wed. G. Bakker.

N 21 Gouverneur 14-1-1840 patentbladen

N 22 Gouverneur 14-1-1840 cert NM voor J. Nieuwenhuizen

N 23 24 Gouverneur 14-1-1840 staat der vaccinatie

N 25 Mil. Comm. Hoorn 14-1-1840 schutterij

N 26 Directeur Generaal Marine 's Hage 15-1-1840 soldij Marine

N 27 BM Helder 15-1-1840 toezening geboorte acten

N 28 verzonden de circulaire aan Stiggelbout en De Koningh

N 29 Gouverneur 17-1-1840 Eeredienst opgave zielen enz HV gemeente

N 30 Komm: 3 e Battaillon Artillerie NM te Delft 17-1-1840 NM

Dat C. Buikes is uitgezeild naar Suriname met Kapitein Hillers, hebbende zijne vader aangenomen, hem onmiddellijk na zijne terugkomst te zenden. Terwijl C. Nannings ongesteld is en mitsdien niet in staat is, thans zich bij UWEdg te vervoegen, zullende hij zich, na herstelling, ten eersten op reis begeven.-

N 31 Gouverneur 17-1-1840 Rijks middelen, Eijerland, onlangs gepleegde fraudes

N 32 Gouverneur 18-1-1840 patent zegels

N 33 Gouverneur 17-1-1840 fonds ondersteuning van de gewapende dienst

N 34 H. Koster Boekdrukker te Alkmaar 18-1-1840 registers

N 35 tot 40 Brieven aan eenige militaire Administratien van miliatire korpsen

N 41 BM Helder 20-1-1840

Dat diakenen der HV gemeente aan den Hoorn de persoon van Trijntje Kunst als tot haare laste komende erkennen en de in redelijkheid daarvoor gemaakte kosten erkennen, doch verwachten dat de te verleenen onderstand met de meest mogelijke spaarzaamheid zal geschieden daar hun Kas geene belangrijke uitgaven lijden kan.

N 42 Gouverneur 21-1-1840 reisgelden militairen

N 43 Gouverneur 22-1-1840 NM

N 44 Gouverneur 22-1-1840 cert: Reier Cornelisz Huisman

N 45 en 46 25-1-1840 Kadaster

N 47 Gouverneur 25-1-1840 cert:

N 48 Departement van Marine

N 49 Kadaster 28-1-1840

N 50 en 51 en 52 Gouverneur 29-1-1840 NM

N 53 Kollonel Komm: Woerden 4-2-1840

Dat de Erve Jan Dito ten volle berusten in het gedane voorstel betreffende deszelfs nagelatene kleeding alsmede het overschietende der coupons; welke coupons zelve ad 5.71 ik UEdg proponeer door mijne tusschenkomst aan die menschen te doen geworden, te welken einde ik de Eer heb derzelver quitantie hierbij toetezenden.-

N 54 BM Hoogkarspel 4-2-1840 NM

U bij deze te doen geworden het paspoort voor Reindert Nauta, met verzoek het zelve aan dien milicien te willen uitreiken.

N 55 5-2-1840 cert:

N 56 5-2-1840 Militieraad te Alkmaar

Klaas Roeper, Zacharias Schoenmaker en Biem Timmer moeten uit hoofde van ligchaamsgebreken worden onderzocht.

N 57 Rijks Ontvanger Texel 4-2-1840 patenten

N 58 BM Stellendam 5-2-1840 doodcedul Leendert van Es

N 59 Gouverneur 6-2-1840 NM

N 60 7-2-1840 Aan de Burgemeester van Avereest

U te informeren namens HH Regenten van het gesticht van Weldadigheid alhier-

Dat zij in de bedeeling ad f 1.- per week aan G. Slot berusten, doch UEA dringend verzoeken daarmee niet langer dan volstrekt noodig is te willen voortgaan.

N 61 7-2-1840 Geene kinderen naar Maatschappij van Weldadigheid

N 62 Gouverneur 11-2-1840 aanvraag aut: uitg: 1839

N 63 BM Stellendam 13-2-1840 inzenden f 3.- geboorte acte J. Reuvers

N 64 BM Helder 14-2-1840 NM

N 65 Militie Commissaris Hoorn 14-2-1840 schutterij

N 66 BM x

N 67 BM Helder 13-2-1840 Ede Platvoet woont niet hier

N 68 Gouverneur 15-2-1840 Ede Platvoet-

Zijn ouders zijn met er woon vertrokken naar Nieuwediep

N 69 18-2-1840 cert:

N 69a Gouverneur 21-2-1840 tabellen Volkstelling

N 70 Militie Commissaris 21-2-1840 verlofgangers

N 71 Contoleur Kadaster Haarlem 22-2-1840

N 72 Gouverneur 24-2-1840 school Eijerland

N 73 Den Heere generaal Majoor directeur van 's Rijks Stoeterij Borculo 24-2-1840

Terugzenden der Contracten in duplo, alleen is de som der Hengsten Stal opengelaten.-

Ik kan niet zien hoeveel wijle den Heer Burgemeester gewoon was daarvoor te rekenen. Ik verzoek UHEdg alzoo die Som als naar gewoonte wel te willen invullen, daar zulks bij UHEdg ten vollen bekend is.-

N 74 Gouverneur 27-2-1840 RC kerk Eyerland rekest van den Heer de Cock

Dat na een nauwkeurig onderzoek der zaak het mij niet mogelijk is met juistheid te bepalen welke de oorzaak mag geweest zijn voor het onderhavig verzoek, immers is het laatste besluit der Sociteit van Eyerland van Jan: ll in hare algemeene vergadering genomen, om de zaak der RC Kerk en pastorij (zijnde aan ZM besluit van 24 december ll nog geen gevolg gegeven) hoegenaamd Provisioneel te laten in statu quo, aangezien de geringe bevolking van RC zielen.- Buitendien is de geraamde som van f 5292,- nog altoos tot dat oogmerk voldoende, daar toch geene verandering hoegenaamd heeft plaats gegrepen in het gemaakt bestek. Het schijnt dus een geheel personele reden te wezen die den Heer de Cock tot dit voorstel aanleiding gegeven heeft.

Hoe dit zij die reden is in het onderwerpelijk geval, geloof ik tamelijk onverschillig aangezien de zaak zelf voor tegenwoordig voorgenomen uitvoering redelijkerwijze vatbaar is.

Dat de bevolking op Eyerland den 1 January ll bestond uit juist 600 Zielen, waarvan niet meer dan 69 Zielen tot de RC Kerk behoren.-

Sedert echter heeft er eene belangrijke verhuizing plaats gehad bij de bevolking, zoo dat op heden zeker het getal niet meer dan 500 Zielen zijn zal, waarvan volgens opgave van den Dirigerenden Commissarissen op het oogenblik slechts 49 RC zijn.

Daaronder zijn nu 30 kinderen, rest dan 19 zielen waarvan 9 Manspersonen onder welke 9 nog wel 2 geheel ambulant.

Het is dus duidelijk dat hoe gewenscht ook in het algemeen het zijn moge dat er overal voor een ieder gelegenheid gevonden wierde tot de uitoefening van den openbaren eeredienst, zulks echter voor een zoo gering aantal Zielen waarschijnlijk niet kan in aanmerking komen.-

Ik zou dus van oordeel zijn, dat best ware den rekestrant op te merken dat de laatste of grootste Volkstelling had doen zien, dat de RC bevolking op Eyerland zoo uiterst gering is, dat bij de zoo veelvuldige bestaande x gelijke behoeften van meer dringende aard men het geraden achte alle Subsidien op te schorten tot dat in deze eene vernieuwde behoefte ontstaan mogt, als welk tijdstip, casu quo het den Heer de Cock werd vrij gelaten zich dan nader tot ZM te adresseren.

Alle kosten eindelijk die de Hervormde kerk en Pastorij meer dan de toegestane som van f 8000.- mogten bedragen, zullen door de Societeit van Eyerland van hare zijde worden bijgepast.-

N 79 2-3-1840 attest voor vrijwilliger Jan Cornelis Schagen 't welk aan zijnen alhier wonende vader is uitgeeikt geworden.

N 80 Gouverneur 2-3-1840 cert: NM

N 81 Gouverneur 2-3-1840 NM Ede Platvoet

N 82 Controleur kadaster 2-3-1840

Veranderingen in de gebouwde en ongebouwde eigendommen over 1839

N 83 Gouverneur 2-3-1840

Autorisatie tot aankoop [door de HV Armenvoogden te Oudeschil] van een Huis en Erf D 76, 68, 69, 70 en verkoop van het thans bestaande Bouwvallige Armenhuis- geen zwarigheid

N 84 Kant: te Helder 3-3-1840 cert:

N 85 Rijksontvanger te Texel 5-3-1840 grondbelasting

N 86 Controleur der directe belastingen 5-3-1840 Grondlasten

N 87 7-3-1840 Aan de Erve van wijle de Heere Burgemeester van Texel

Aangezien de tijd wederom daar is dat binnenkort de alhier jaarlijksch gestationeerde Rijks hengsten zullen aankomen, en dezelve de noodige stalling als dan moeten gereed vinden, zoo heb ik de Eer Uedg voorte stellen of dezelve genegen zijn de daartoe gewoonlijk gebruikte stalling, behorende tot het Huis door UEdg vader bewoond geweest, aftestaan bij den gebruikelijke voet en wijze.

Aangenaam zal het mij zijn daarvan ten spoedigste te worden geinformeerd daar in geval van niet aanneming van eene andere bestaande gelegenheid daartoe zoude worden gebruik gemaakt.

N 88 Gouverneur 7-3-1840 School Eyerland- verwarming door middel van warme lucht

N 89 10-3-1840 Aan de Gouverneur

Dat de Kadastrale kaarten deze Gemeente in hare portefeuilje en voorts in een daartoe vervaardigd ligt kistje op vrijdag eerstkomend zullen worden verzonden per Texelsche beutman naar Amsterdam per Haarlemmer schuit franco aan het adres van het Provinciaal Gouvernement. [Graag langs dezelfde weg terug].

N 90 11-3-1840 Aan de Burgemeester van Ouddorp

Dat tot heden nog geen gevolg zijnde gegeven aan de door hen [Diaconie] gedane verzekering van een gulden wekelijksche uitdeeling aan de weduwe Job van der Vliet alhier. [Snel betalen!]

N 91 12-3-1840 Aan de Erve van wijle de Heere Burgemeester van Texel

Tot voorkoming van verkeerde gevolgtrekkingen, dat aangezien de onderhandelingen omtrent het Huis en Bosch van wijlen den Heer Burgemeester tusschen dit Bestuur en UEd mog niet tot een definitief besluit zijn gebragt en alzoo dit Bestuur over de annexe stal niets heeft te beschikken. Nu [is] die stal ten dienste van 's Rijks Hengsten alleen beschouwen als door UWEd op den gewone voet en wijze als eigenaars verhuurd, behoudens nadere schikking omtrent de Huurprijs, indien de koop van een en ander mogt tot stand komen.

N 92 Gouverneur 13-3-1840 Haven Oost

N 93 Secretaris Plaatselijke Schoolcommissie 15-3-1840 schoolwezen

Vraag aan de onderwijzers naar een Nominatieve lijst van zodanige personen als welke zij zoude vermeenen dat geheel of gedeeltelijk behooren te worden geholpen in de aanschaffing van school behoeften, met getal kinderen van ieder- en het approvimatief bedrag dier schoolgelden.-

N 94 BM Gouda 13-3-1840 Anne van der Wal

Dat zich alhier tot het doen der Loting voor de NM heeft laten inschrijven Anne van der Wal, werkman, met zijne ouders zich hebbende bevonden in den Nieuw bedijkten polder Eyerland alhier, doch sedert 3 a 4 weken van hier vertrokken, naar den Zevenhuizer plas (zoo ik veronderstel onder UEA gemeente). N 22. Keuring wegens Ligchaamgebreken.

N 95 Militie Comm: Hoorn 21-3-1840 Schutterij

N 96 President Militieraad Alkmaar 21-3-1840 NM

N 97 Komm: Batt: Alkmaar 21-3-1840 NM

N 98 Gouverneur 22-3-1840 Uittreksel register der aanteekeningen van het verhandelde bij den gemeente raad dd 20-2.

N 99 Gouverneur 23-3-1840 cert: Jan C Bremer en Jan Schaatsenberg

N 99a BM Helder 28-3-1840 Kerkelijke Zaken

Inzending Bewijs van Lidmaatschap van Marijtje Nanning

N 100 Gouverneur 28-3-1840 Armen Huis Oudeschild

N 101 Gouverneur 31-3-1840 f 6.50 voor Staatsblad

N 102 BM Nieuwekerk op IJssel 31-3-1840 Ouderdom Abraham van der Vliet

[Dat deze] op de geboorte registers dezer gemeente volgens gedane ouderdoms opgave niet bekend is, weshalve [het toegezonden Extract wordt geretourneerd]. [Niet in Databank]

N 103 BM Warmenhuizen 1-4-1840 BS

N 104 NM 1-4-1840

N 105 cert:

N 106 BM Helder 4-4-1840 NM

N 107 Gouverneur 4-4-1840 verificatie gemeentekas

N 108 Gouverneur 7-4-1840 RC gemeente Oudeschil

N 109 Rijksontvanger Texel 7-4-1840 patenten

N 110 Controleur divisie Helder 7-4-1840 patenten

N 111 Gouverneur 7-4-1840 rekest RC kerkmeesters Hoorn

Dat mij bij gedaan onderzoek is gebleken, dat het stuk grond, door RC Kerkmeesteren aan IJsbrand Klaassen aftestaan werkelijk zeer onbeduidend is, en alleen tot het gerijf zal worden afgestaan voor eene somma van f 8,- die de rekestranten zich voorstellen in hunnen Armbus te steeken. De loco-Burgemeester heeft geen bezwaar.

N 112 BM Oud dorp 8-4-1840 goeden ontvang der coupon groot f 24.75

N 113 Gouverneur 8-4-1840 NM

N 114 Provinciale Commissie 8-4-1840 vaccine

Dat volgens bij mij ingekomen rapporten in de laatste 3 Maanden alhier geene vaccine heeft plaats gehad. Dokters vragen pokstof.

N 115 zie dezen brief achter N 217

N 115a Gouverneur 8-4-1840 geene vaccine

N 116 Directeur generaal der Marine 's Hage 15-4-1840 soldij Marine

N 117 14-4-1840 Aan de Gouverneur f 23,35 voor het bijwerken der Kadastrale Plans

N 118 BM Helder

Dat door mij aan HH regenten van het gesticht van Weldadigheid alhier, is medegedeeld de geldelijke bedeeling a f 2- per week van de persoon van Ariaantje Bakker wed. D. Kunst, en dat die daarin genoegen namen voor zoo verre als zulks zich tot 3 a 4 weken tijdelijke hulp bepalen mogt, doch dat voor zoo verre die onderstand van eenigen langeren duur zijn mogt, HunEd verzoeken, dat die vrouw onverwijld naar herwaards worde gedirigeerd, als waar het voornoemde gesticht is, en zij van al het noodige zal verzorgd worden.

[Dirk Cornelisz Kunst (1771-1831) geboren en gestorven aan de Hoorn, zoon van Cornelis Leendertsz Kunst (1754-1802) en Jantje Dirks Duinker (1747-1819) van den Hoorn. Vader en zoon waren loodsen. Dirk trouwde in 1801 met Ariaantje Willems Bakker (1777-1859). Zij is geboren te Hoorn, overleden aan den Helder. In 1840 waren 3 van haar 4 kinderen nog in leven. Zij hadden allen nakomelingen.

Cornelis (1802-1852) was zeeman. Hij trouwde in 1827 met Aafje Bakker (1806-1842), 9 kinderen. Zij stierf met het kind na haar laatste bevalling (9 in 15 jaar). Hij hertrouwde in 1843 met Jannetje Nannings, hun kind werd dood geboren.

Willem (1805-1835) was omgekomen in het Schulpengat (bij het zinken van Loodsboot N 8). Hij was in 1829 getrouwd met Dieuwertje Folkerts Boon (1797-1865), 4 kinderen. Het jongste werd 3 maanden na het ongeluk geboren, overleed na ruim een jaar. Hun dochters Ariaantje, Soutje en Martje trouwden en hadden bij elkaar 17 kinderen.

Martje (1811-1863) woonde aan den Helder. Zij was in 1839 getrouwd met Arien Remmers (1808-1873) van den Hoorn, hun 8 kinderen werden te Helder geboren. Waarschijnlijk hadden zij haar moeder in huis genomen.

Trijntje (1818-1890) raakte ver van huis, naar Appingedam. Zij is op 24 mrt 1851 met zoon Dirk vertrokken naar Delft.

Zij huwt Delft 8 jan 1851 met Jacob van Doeselaar, geb Zaamslag 7 nov 1815, overl Slochteren 16 juli 1875, kanonnier 1e reg Vesting Artillerie in Delft (1851), gepensioneerd sergeant (1866); zoon van Andries van Doeselaar en Peternella Hollebek; de huwelijksakte vermeld als moeder Arijentje Willems Krijne.

Dit echtpaar is op 11 nov 1852 van Grave aangekomen in Nijmegen en gaat op 24 april 1861 naar Groningen.Trijntje heeft een zoon Dirk Kunst, geb Den Helder 21 dec 1839, die bij vonnis van de arrondissements rechtbank Alkmaar dd 5 feb 1851 is erkend door Jacob van Doeselaar en daardoor de naam Dirk van Doeselaar kreeg, overl Wagenborgen (gem. Termunten, Groningen) 25 mei 1919, huwt Groningen 5 aug 1866 met Engelijna Dijk.

Bij haar (Ariaantje Bakker) overlijden is zij 81 jaar; zij is overleden wijk A om 06.00 uur; aangifte overl op 18 okt 1859 door Arie Remmers, 51 jaar, sjouwerman en Arien Tegel, 54 jaar, gemeentebode; beide wonende in Den Helder.

N 120 NM 18-4-1840

N 121 BM Ouddorp 17-4-1840 onderstands domicilie E. Kievit

Dat door HH regenten van het gesticht van weldadigheid alhier is bekostigd de ter aarde bestelling van wijle Ewel Kiviet, arbeider op Eijerland, volgens ingewonnen informatie in de gereformeerde kerk gedoopt en geboren te Ouddorp in 1789, den 12 dezer alhier overleden; de Kosten gemaakt voor de doodkist en verdere begraving hebben beloopen f 13.-

N 122 Controleur enz enz Helder 21-4-1840 populatie volgens Volkstelling 4914

N 123 Controleur enz enz Helder 21-4-1840 tegenschatters

Benoemd dd 13 dezer Hendrik Cornelisz Verberne en Pieter Plavier

N 124 Gouverneur 24-4-1840 rekest mej. Marretje Verschuijl wed. EGS Begeman

Plaatsvervanger NM voor haar zoon

N 125 Gouverneur 27-4-1840 Tab. Inst. van Liefde

N 127 Gouverneur 30-4-1840 patenten

N 128 Gouverneur 1-5-1840 NM

N 129 Gouverneur 4-5-1840 personele belasting

N 130 Gouverneur 4-5-1840 herstel RC kerk Oudeschil

N 131 BM Ouddorp 5-5-1840 begr: kosten E. Kievit

N 132 Gouverneur 6-5-1840 cert:

N 133 5-5-1840 Aan de Predikanten

Bidden voor de Erfprinses van Oranje, de teder beminde behuwdkleindochter des Konings [die in verwachting is].

N 134 8-5-1840 Aan de Gouverneur

Ik geef mij de Eer Uwe Excellentie kennis te geven, dat ik op heden in eene buitengewone vergadering van de Gemeenteraad alhier als Burgemeester dezer Gemeente plegtiglijk [ben] geïnstalleerd en als zoodanig mijne functien aanvaard heb.

De Burgemeester van Texel

N 135 9-5-1840 Aan de Officier van Justitie BS

Overeenkomstig artikel 13 van het Burgerlijk Wetboek, geef ik mij de Eer UEdA bij deze kennis te geven dat ik door den gemeenteraad alhier op gisteren ben benoemd tot Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, en UEdA mitsdien te doen toekomen mijne Handteekening en Paraaf.

De Burgemeester van Texel

Handteekening en paraaf van den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, als zoodanig op heden door den gemeenteraad van Texel overeenkomstig art. 13 der Burgerlijken Wetboek benoemd.

Texel den 8 e Mei 1840

[Pieter Sijbrandsz Keijser was op 21 mei 1798 geboren in 's Gravenhage. Hij overleed op 16-10-1864 in Den Burg. Trouwde met Antje Cornelis Boon (1799-1876) uit Eijerland. Kinderen: Grietje, Marretje, Sijbrand, Sijbrand, Marretje, Immetje, Cornelis].

Gaat van 133-143

N 144 Seretaris der plaatselijke Schoolcommissie 11-5-1840 benoeming Ds Steinfort

N 145 Den Eerw: Heer Steinfort te Oosterend 11-5-1840 kennisgeving benoeming

N 146 NM 13-5-1840

N 147 HH Armenbezorgers der HV gemeente te Oudeschil 14-5-1840 autorisatie aankoop HV pastorie

N 148 Gouverneur 14-5-1840 dert:

N 149 Controleur divisie Helder 14-5-1840 zetters

N 150 Gouverneur 16-5-1840 school Eyerland

N 151 Gouverneur 19-5-1840 Inteekening Volksbode

N 152 Gouverneur 23-5-1840 rekest om subsidie RC kerk Oudeschil

N 153 Gouverneur 23-5-1840 NM

N 154 Gouverneur 27-5-1840 Schutterij voordracht officieren

Eerste categorie- Joh. Lud. Kikkert, notaris alhier, vroeger 2 e Luitenant bij de Noord Hollandsche schutterij en als zodanig eervol ontslagen, gehuwd met 2 kinderen

Tweede categorie- Nanning Christiaan Jan Velius Baert, Rijksontvanger, vroeger als kapitein gediend hebbende bij de Noord Hollandsche schutterij, ongehuwd, en

Simon Ran, particulier, als 1 e luitenant gediend hebbende bij de Schutterij tot den 1 e aeptember 1839, ongehuwd, beiden eervol ontslagen

Derde categorie- Simon Keijser, schutter, secretaris van het Dijkscollegie van Texel, gehuwd, zonder kinderen, en door zijn onafhankelijke stand en overige geschiktheid zoo ik meen allezins aantebevelen.

Alle deze personen zijn geloof ik geschikt om door uwe Exc: tot eenige der bij voornoemde missive opgegeven betrekking(uitgenomen die van officier van gezondheid) te worden voorgedragen, echter moet ik mij deze vertrouwelijke bemerking veroorloven, dat wat betreft der Heer baert ik niet geloof dat deszelfs benoeming casu quo tot kaptein bij de Texelsche Compagnie wenschelijk zou zijn, daar om meer dan een reden zulks ongetwijfeld zeer tegen de vrije? geest der bevolking alhier zijn zoude, en het welk alzoo bij zoodanige benoeming, al ligtelijke aanleiding zoude geven tot moeijelijkheden die in het belang van den dienst zelve, beter is zoo veel mogelijk bijtijds te voorkomen.

Overigens heb ik geene personen kunnen vinden binnen deze gemeente wier benoeming wezenlijk geschikt tot het bedoelde einde zoude kunnen aanbevelen.

N 155 27-5-1840 Aan de Gouverneur

Toen ik den 2 e Mei ll de Eer had mij bij uwe Exc: te bevinden, behaagde het dezelve mij te vragen naar den stand van zaken betreffend zekere aankoop van een Huis, Bosch en Erve, die door dit plaatselijk bestuur zou hebben plaats gehad van de familie Reinbach, met het bepaalde doel die tot een Raadhuis enz interigten; en ik moest mij des tijds op ongenoegzame bekendheid met dit onderwerp beroepen, met vreze uwe Exc: welligt verkeerdelijk intelichten.

Sedert mijn terugkomst heb ik ook dit onderwerp met de vereischte bedaardheid tot een gezet punt van onderzoek gemaakt, heb alle de daartoe betrekkelijke stukken en gehouden correspondentie in gezien en geef mij nu de Eer uwe Exc: het resultaat daarvan zoo beknopt en nauwkeurig mogelijk mede te deelen.

Eenigen tijd na het overlijden van den vorigen Burgemeester heeft men onder deszelfs papieren gevonden een stuk, waarbij uit aanmerking van het gebrek alhier aan een genoegzaam geschikt gebouw tot een raadhuis, door hem aan dit Bestuur werd aangeboden, het door ZEd bewoond geweest zijnde Huis etc, alsmede zeker boschje op de Hoogeberg, onder den uitdrukkelijken mits het eerste tot een raadhuis en het laatste tot eene publieke wandelplaats te gebruiken en voor eene som van f 5000,- eens.

Dit Gemeentebestuur heeft dit voorstel overwogen in deszelfs zitting van den 30 November ll en als te bezwarend afgewezen voor deze gemeente dat aanbod zoo als het daar was liggende, doch tegelijk een nieuw voorstel gedaan, waarbij de erfgenamen van Reinbach werd voorgesteld, de afstand van voornoemde panden (zonder eenig voorbehoud van grond zoo als door hen geschied was) mits voor eene som van f 3000,-.

De uitvoerige Notulen van dezer zitting zijn toegezonden aan de Gouverneur dd 11-12 ll N 230. Het zij mij vrij daaraan mij te mogen refereren.

De toenmalig fungerende Burgemeester was door de vergadering belast met de persoonlijke mededeeling van dit besluit; de familie Reinbachwas echter met dien vorm niet te vreden en verlangde zulks schriftelijk te hebben als wanneer aan dezelve is toegezonden de Missive dd 30 November ll N 221 die ik de Eer heb als bijlage N 1 hierbij te voegen.

Op deze Missive moet ik de aandacht uwer Exc: met nadruk inroepen, daar zij juist de grond is waarop om dit bestuur en de Erve Reinbach zich beroepen. Het eerste ten betoge dat het eerst gedane voorstel van de Erve Reinbach zoo als het daar lag is afgewezen en alleen de verpligting bevattend de daarbij genoemde percelen voor f 3000 uiterlijk in vollen en vrijen eigendom te aanvaarden- de andere daartegen ten einde daaruit te bewijzen de verpligting van dit bestuur het gebouw en geen ander tot een raadnuis te bezigen.

Hierop nu heeft weder eene vergadering plaats gevonden van dit Gemeentebestuur den 9 december ll, waarbij ampel is behandeld geworden een vroeger bij hetzelve ingekomen voorstel tot aankoop van zeker huis en erven behorende aan Mejufvrouw Langeveld, en het resultaat van welke vergadering was, het eenparig besluit tot aankoop van dat gebouw en Erven voor f 2700, bepaaldelijk met het doel die tot Raadhuis en Wandelplaats interigten.

Ook het geheele uitvoerige relaas van dien zitting is aan Uwe Exc: dezer zijds ingezonden bij missive voorengemeld van 11 dec. ll N 230, waaraan om in geene overtollige herhalingen te vervallen ik mij nu ook hier d Eer geef blootelijk te refereren.

Dit besluit is vervolgens door Heeren Gedeputeerde Staten goedgekeurd bij resolutie van den 24 december ll N 43.

Deze goedkeuring van HEGA geraakte met den aanvang dezes jaars alhier bekend, en nu greep een incident plaats even onverwacht als daarheen strekkende om deze op zich zelve eenvoudige zaak geheel onnoodig te verwikkelen x neigt/ nu dreigt.-

Het door Mejufvrouw Langeveld aan dit bestuur vekochte huis enz, werd in huur bezeten bij den Heer Schout bij nacht Pool, een der Erve hoofdpersonen in den boedel op grond van zeker Huurcontract, waarbij tot Mei 1847 die Heer dat gebouw in huur had, echter op jaarlijksche opzegging aan zijn zijde-

Die huur echter was even na het overlijden reeds van den burgemeester door den Heer Pool aan de eigenares opgezegd in persoon met de duidelijkste bewoordingen:- ja zelfs- was door dien Heer met eigen hand de schriftelijke kennisgeving aangezet, dat hetzelve huis was te huur of te koop te aanvaarden met 1 e Mei 1840, had dezelve reeds zijnen tuinman bedankten een anderen dienst doen nemen, en had eindelijk zijne meubelen etc reeds bijvoorrade gedeeltelijk doen pakken om tijdig gereed te zijn.

De deugdelijkheid dezer huuropzegging tegen 1 Mei was alzoo boven alle bedenken verheven, daarom was door Mej. Langeveld ter goeder trouw het huis tegen 1 Mei verkocht en getransporteerd, toen de heer Pool aan het begin van January eensklaps zijn voornemen te kennen gaf van geene gedane opzegging van het contract te weten- althans geene onvoorwaardelijke- en dus onbepaald in het huis te willen blijven zoo lang hij verkoos.

De toenmalige fungerende burgemeester alhier had gemeend intusschen beleefdheidshalve de Heer Pool eene Missive te schrijven dd 6-1-ll N 3 houdende kennis geving van den voltrokken koop zie bijl. N 2.

Deze brief werd nu door den heer Pool beantwoord met eene andere in dato 13 January (zie bijlage N. en waardoor alzoo ZEd tot Mei 1847 zich de dispositie over dat huis voorbehoudt.

Te dier zelver tijd echter schijnt ht dat door den fungerenden burgemeester in het begin van january aan den Heer Pool onder de hand is aangeboden het gedane bod van f 3000 tot f 3500 te zullen verhoogen, mits alle zwarigheden dan daarmede zouden zijn afgelopen, daar die f 500 dezerzijds bloot als een offer ofschoon geheel onverpligt beschouwd word om aan alle onaangenaamheden een einde te maken.

Sedert is dit door de familie Reinbach aangenomen, zonder echter dat de onstane moeijelijkheid van den Heer Pool wierd opgehouden, die men dezer zijds zich slechts vleide dat toch wel tegen 1 Mei van zijn geheel onredelijk systema zou terugkeeren.

Daarop nu is de zaak slepende gehouden tot de komst van den Heer mr Reinbach uit Leeuwarden, dien met den Heer Pool bepaaldelijk de boede; schijnt aantegaan en eene bijeenkomst tusschen het bestuur en den Heel Pool heeft plaats gehad den 6 e April ll.

Het bestuur heeft daarop alle mogelijke middelen van zachte overreding in het midden gebragt om dien Heer te overtuigen:

A dat het gedane voorstel van wijlen de Heer Burgemeester in zijn geheel wordt afgewezen, geen verpligting om het gebouw tot een Raadhuis of ander einde te bestemmen

B dat het nieuwe voorstel van de Raad alleen was gedaan om zich zooveel mogelijk te verzekeren van het pand in het belang van den Burg en tevens dat der familie Reinbach door aan dezelve eene som aantebieden te boven gaande wat hun vader voor 50 [39] gekost had

C dat hierbij geene exceptien (zoo als partij ny beweerd) zijn toegelaten en dat over de Zaak in haar geheel is gesproken

D dat eindelijk het bestuur alsnog bereid was om zijn gegeven woord van f 3000,- gestand te doen (dat mogelijk nog ofschoon reeds veel te laat tot f 3500 zoude te brengen zijn) doch dat dan de Heer Pool zijn even onbegrijpelijk als verregaand systeem van willekeurigheid moest vaarwel zeggen, en dit bestuur in de gelegenheid stellen met 1 Mei over het aangekocht en tot een raadhuis bestemde gebouw te kunnen disponeren, aangezien zonder dat het bestuur niet in de gelegenheid kwam zoodanig andere thans bij hetzelve in gebruik zijnde gebouwen te kunnen verkopen en realiseren als van welke opbreng de f 3000 moesten gevonden worden.

Alles echter vruchteloos, de Heer Mr. Reinbach bleef overzettelijk de uitvoering van het voorstel van wijle zijn vader (mits ad f 3500) doordringen, en alzoo onder zekere gronbeperkingen, en vaste destinatie tot en raadhuis, terwijl hij van het toenmalige besprokene bij herhaling schriftelijk berigt vroeg zoo als dan ook bij Missive van den 10 e April N 113 aan ZEd geworden is. Zie bijlage N

En sedert is er niets van eenig belang voorgevallen als dat deze Heer zich bij uwe Exc: schijnt vervoegd te hebben-

Het is mj gebleken uit de door mij ingewonnen informatien dat de redenering van dit bestuur op heden aldus is:

Het erkent de bedoelde vaste goederen voor f 3000 doch zonder voorbehoud en zonder eenige beperking van destinatie te hebben aangenomen-

Het is echter niet bij magte om ook die som te betalen zonder de handen ruim te hebben en de vrije beschikking over het aangekochte huis, thans nog geoccupeerd door den Heer Pool-

Deze ontruiming derhalve staat op den voorgrond dat altoos vooraf geschieden moet.

Mi weet dit bestuur zoo wel dat daartoe een eenvoudige weg open is- namelijk de Heer Pool door den regter dat huis te doen ontruimen en alzoo een einde maken aan zijn geheel onwettig bezit daarvan op heden.

Doch deze weg hoe eenvoudig ook om in het afgetrokken nu beschouwd, hoe regtmatig en gepast, geeft opspraak, en nu weet een ieder doe weinig er toe noodig is om in de oogen van het publiek de onderliggende partij die het voorwerp is, van beklag, en van haat en vervolging te doen voor komen, de schuld wordt zoo als van zelf spreekt nooit aan de ware reden toegeschreven.

Dit veroorzaakt dus op nieuw Haat, moeite en twisten.

Een andere wel meer langzame doch tevens zekerder en vreedzamer weg is, wanneer men eenvoudig de zaak zoo als zij is- en den den Heer Pool de vruchten laat genieten van zijn opzettelijke woordverbreking tot zoolang het ZEd zelve zal vervelen. Dit bestuur toch is voor het oogenblik om geen Raadhuis verlegen en kan dus zeer goed wachten.

De betaling aan Mej. Langeveld blijft onbetaald, want die had zich verpligt het huis met 1 Mei te leveren, waaraan niet voldaan is.

Ik heb uwe Exc: hierbij alsnu zoo veel mogelijk naauwkeurig verslag gegeven van het voorgevallene en den actuelen staat van zaken. Overigens geloof ik niet dat het in de bedoeling lag uwe Exc: daarbij eenige particuliere consideratin van mij zelve toe te voegen, ten zij deze dat ik voor mij zelve de overtuiging hebbe dat dit bestuur (zoo als dan ook de overgelegde stukken bewijzen) zich steeds omtrent de familie Reinbach met de grootste inschikkelijkheid en vrijgevigheid betoond heeft, en ten andere, dat ook ik het aangenomen stelsel van stilzitten en afwachten, als het minst opsprakelijk en ordelievendst voor mij zelve goedkeur. Wij willen toch hopen dat de Heer Pool het hoogst onbetamelijke van zijn tegenwoordig gedrag indelijk moge inzien en door eene vrijwillige ontruiming van dat gebouw dit bestuur in de gelegenheid stelle om deze zaak ten einde te brengen.

Wat op zoodanig tijdstip alsdan de voorstellen zullen zijn van den raad en deze geheel huishoudelijke zaak zal men dienen aftewachten, die wij hopen willen dat alsdan zoodanig moge zijn dat het Provinciaal Bestuur zich daarmede zal kunnen verenigen als te zijn in het betamelijk belang dezer Gemeente welke zoo niet alleen, althans hoofdzakelijk het voorwerp der zorgen van den gemeenteraad behoort te zijn.

N 156 Commissie van Landbouw 28-5-1840 Stierenkeur

N 157 30-5-1840 Aan de Burgemeester van Hoensbroek

Dat F.J. Dopmeijer dit eiland na den dood van zijn vrouw in 1836 heeft verlaten, zonder eenig spoor van zich achter te laten, met achterlating van zijn hulpbehoevend kind, destijds een zuigeling, waarvan het gevolg is geweest, dat dit kind door de Heeren Regenten van het Gesticht van Weldadigheid alhier is opgenomen en tot dusverre verpleegd geworden tot tijd en wijle de vader weder zou te voorschijn komen.

[Of de Burgemeester van Hoensbroek de vader wil aanmanen] zich onverwijld het lot van zijn schandelijk verlaten kind aantetrekken, te beginnen met de uitgeschotene gelden terug te geven en het kind zelve tot zich te nemen. Zulks zou een nieuw te sluiten huwelijk wel dienen vooraf te gaan. F.J. Dopmeier heeft zich geruimen tijd binnen deze gemeente opgehouden, doch zich steeds aan een sterk misbruik van sterken drank schuldig gemaakt.

[Frans Joseph Dopmeijer(1802-18xx) uit Paderborn in Duitsland was met zijn Brabantse vrouw Alida Verhoeven naar Texel gekomen. Zij overleed in 1831 in Oudeschild. Frans hertrouwde in 1834 met Lena Gerrits Schrama (1791-1836) van de Hoogeberg. Ze kregen op 20 januari 1836 een dochtertje genaamd Jantje (1836-1918). Lena stierf een half jaar later. Jantje bleef op Texel, waar ze trouwde met Jan Gomes. Ze kregen 11 kinderen].

N 158 1-6-1840 cert: NM voor JK Gomes en Jan Bruin

N 159 3 juny idem Jasper Dekker

N 160 3-6-1840 Schutterij

N 161 BM Uitgeest 3-6-1840 trouwbelofte K. Drijver en G. Berg

N 162 Gouverneur 4-6-1840 ordonnantie f 50 tbv S. Kikkert

N 163 BM Ouddorp geb. Acte Aart Niemand

N 164 BM Ulrum geb. Acte Albert Siersma

N 168 169 Heeren Rechlien en van Deinse schutterij 6-6-1840

Verzoek om aanwezig te zijn bij de loting en het onderzoek der gebreken op 17 dezer

N 167 Schoolbestuur 10-6-1840 Koepok inenting

N 165-171 10-6-1840 Aan de Heeren medici Koepokinenting

N 172 13-6-1840 cert:

N 173 Militie Comm: Hoorn 13-6-1840 schutterij

N 174 tot 182 Predikanten 16-6-1840 zie 23-6-1839

N 183 Arrondissements IJker A. Kroon 17-6-1840 Herijk

N 184 16-6-1840 Aan de Burgemeester van Dirksland onderstand dom: van Marinus Visbeen, begraven op 27 Mei ll alhier.

N 185 Gouverneur 17-6-1840 rekest C. Ligthart

Dat wanneer ik de bedoeling van den Rekstrant wel begrepen heb, zijn verzoek betreft de oprigtinge van een geregeld veer voor personen en goederen tusschen dit Eiland en de stad Alkmaar vice-versa.

Dat de middelen om dat doel te bereiken zoude bestaan in een Zeilschuit van hier op het Nieuwediep en voorts in een volksschuit door paarden getrokken langs het groot Noord Hollandsche Kanaal.

Dat wat nu betreft de onderneming zelve ik bekennen moet dat de ingezetenen dezer Gemeente reeds sedert jaren het groot gemis gevoeld hebben eener verbeterde gemeenschap met Alkmaar en geheel Noord Holland als waarmede alhier eene volstrekte dagelijksche gemeenschap bestaat welke toch zijn geregelde middelen van vervoer voor passagiers en goederen tusschen Nieuwediep en Alkmaar

A eene Volksschuit die des nachts te 12 uren afvaart en des morgens na een zeer lastig traject te 7 a ½ 8 te Alkmaar aankomt-

B vervolgens 6 Malen s weeks de barge te 7 uur

C het zoogenaamde Zijperschuitje een uur later te 8 uur-

Van af dit oogenblik nu tot des nachts 12 ure is r geen enkele gelegenheid (dan een extra rijtuig natuurlijk daar gelaten) waar van men gebruik kan makeen om van Texel komende verder te komen- en men is alzoo gedwongen altoos een geheele halven dag en soms vaak bij het ruwste weder een bijna geheelen dag te Nieuwediep zijn tijd en geld te verkwisten om (en dan nog wel in het holst van den nacht) zijne reis te kunnen voortzetten.

Dit is een verbazend inconvenient voor de ingezetenen dezer aanzienlijke Gemeente en welke ook de verzekeringen zijn der plaatselijke bestuur van Alkmaar en den Helder, dat namelijk er geene de minste behoefte bestaat te dien aanzien, maar veelen genoegzame middelen tot vervoer voor passagiers en goederen voorhanden zijn, zoo zij het mij vergund alhier optemerken dat ik deze verzekeringen ten volle en gaarne aanneem wat betreft de ingezetenen dier gemeenten, doch dat wij voor ons nadrukkelijk protesteren tegen alle mogelijke gevolgtrekking dier verzekering voor deze gemeente daar ik mij alleen op de onwederlegbare daadzaak betrek dat in elk etmaal er zestien uren verloopen en dat wel met inbegripvan schier den geheelen dag dat tusschen deze gemeente van nagenoeg 5000 Zielen en de naaste stad, Alkmaar, geene gemeenschap hoegenaamd bestaat- een daadzaak waarom welligt vergeefsch naar de wederga in ons rijk zal gezocht worden.

Dat derhalve niet alleen voor de alhier wonende loodsen zoo als de rekestrant naar waarheid opmerkt maar voor alle ingezetenen zonder onderscheid hieruit een merkelijk geleden tijdverlies, gepaard met moeite en verdriet ontstaat zal wel niemand betwijfelen.

Het kan dus niet anders Excellentie, of het aanbod van eene onderneming als de onderwerpelijke moet bij alle ingezetene alhier weerklank vinden, die onderneming toch is on direct belang dezer gemeente en van deszelfs handel en bedrijf met Aikmaar en geheel N Holland. Zij kan niet anders dan, zoo als de ondervinding dit overal leerde, de onderlinge gemeenschap en daardoor de industrie vermeerderen.

Ja, het zoude de eerste vrucht zijn die de gemeente zou plukken van het groot NH kanaal, een onderneming die hoe uitstekend nuttig ook, voor het algemeen inderdaad de ondergang van 2 der bloeijendste dorpen van dit eiland directelijk heeft veroorzaakt- daar nu waar zulke groote nadeelen geleden zijn, zou het inderdaad meer dan hard zijn bijaldien het belet werd van het daaraan verbonden genot gebruik te maken- het NH kanaal is uitsluitend daargesteld tot bevordering der ondelinge gemeenschap van geheel N Holland en dus ook van alle deszelfs afzonderlijke gemeenten.

Ik kan dus niet anders Excellentie dan het verzoek van den rekestrant aan derzelve belangrijke ondersteuning erbiediglijk aantebevelen en de daarstelling van een geregeld veer van hier op Alkmaar vice versa voor passagiers en goederen als een wezenlijke behoefte voor deze gemeente met nadruk te verzoeken, echter altoos onder die mits, dat het toezigt op dit veer en al wat deszelfs personeel en materieel met de exploitatie daarvan betreft bepaaldelijk aan dit bestuur wordt opgedragen volgens de bestaande algemeene bepalingen ten einde de veiligheid van het reizend publiek op geenerlei wijze in de waagschaal gesteld maar veel eer op eene allezins voldoende wijze gewaarborgd worde.

N 186 17-6-1840 Aan ZE Directeur Generaal Marine te 's Hage Burgerlijke Stand

Mij een bewijs van overlijden te laten geworden voor Dirk Hoogheid, uitgevaren als matroos met zeker schip van Oorlog gevoerd geweest door Kapitein Hoofd naar Batavia en te Sourbaya overleden in September 1817, niet te vinden in BS Texel.

Nodig ten behoeve van voltrekking van het huwelijk van buitenzeeman Jan Buikes met Antje Dirks Hoogheid.

[Dirk (1784-1817) was een zoon van Gerrit Dirksz Hoogheid en Antje Dirks Leen. Hij was op 30 september 1807 getrouwd met Jannetje Jans Schagen (1786-1867). Op 24 november werd hun oudste dochter geboren, Ariaantje. Na haar kwam in 1810 Dirkje en in 1816 Antje. Dirk was kustkanonnier en zeeman]

N 187 Inspecteur Helder 18-6-1840 toren Oosterend

N 188 Gouverneur 18-6-1840 cert:

N 189 Gouverneur 18-6-1840 rekening ontvang en uitgave 1839

N 190 Gouverneur 18-6-1840 idem

N 191 x 22-6-1840 grossiers sterke dranken

N 192 Gouverneur 24-6-1840 aanvrage verlof G. Slot en Jan Hillenius

N 193 Gouverneur 25-6-1840 D. de Vries

Dat ik alle pogingen heb aangewend om den bewusten D. de Vries te bewegen tot vrijwillige voldoening der door hem geïnavoreerde boete en Justitiekosten, doch dat zulks ook alles te vergeefs is geweest. Daar echter ik mij overtuigd houde dat bij zoodanige gemakkelijke wijze van af doen als hem in deze is aangeboden, deszelfs weigering meer het gevolg is van onwil dan onvermogen, en aangezien deze gemeente werkelijk aan gelegen ligt dat aan een zoo moedwilligen knaap als waarvoor deze Dirk de Vries bekend staat, een voorbeeld gesteld worden zoo geef ik mij de Eer Uwe Exc: alsnu voor te stellen om in dit bijzondere geval met afwijking van het vroeger door dit Bestuur verklaarde in deszelfs laatste antwoord, de lijfsdwang aan dezen D. de Vries voor rekening van deze gemeente te doen vervolgen, krachtens ZM besluit van 29 April 1825 (St. blad N 81) als zullende zoo ik hoop, een en ander konde strekken dat het zij dan waar of voorgewend onvermogen in allen gevallen zulks niet het middel is van straffeloos kwaad te plegen en de Justitie doelloos te maken.

N 194 Officier van Justitie Alkmaar 26-6-1840 invordering plaatselijke belastingen

N 195 30-6-1840 Aan de Gouverneur onderwerp rekest Cornelis Gerritsz van der Ploeg

Dat is gebleken dat het bij den Rekeste aangevoerd in substantie der waarheid overeenkomstig is.

Wat echter betreft zijne werkzaamheden van ontginning van schrale (niet woeste) gronden, zoo moet ik Uwe Excellentie ronduit betuigen, dat de zelve uit een landbouwkundig oogpunt beschouwd op zijn zachtst genomen eene uiterst gewaagde zaak is.- Immers dat men uit kracht van bemesting ook de slechtste gronden eene tijdelijke vruchtbaarheid kan bijzetten is overbekend, en zal de rekestrant ook hier niet als eene pas gedane ontdekking den Ingezetenen leeren: doch juist omdat men proefondervindelijk weet dat die gronden, zonder grootere kosten dan de revenuen zijn geene bearbeiding verdienen, laat men die ongebruikt liggen, of bezigt ze nu en dan voor schaapweiden.

Als zoodanig dus kan ik Uwe Excellentie het ondersteunen van des Rekestrants verzoek niet aanbevelen. Mogt echter Zijne Majesteit kunnen goedvinden bij wijze van gifte den Rekestrant eene kleine ondersteuning toetestaan, dan zou die gifte als aan eenen nijveren met zwaar gezin belaste man gedaan, zoo ik geloof, geenzins kwalijk geplaatst zijn.

N 196 30-6-1840 cert:

N 197 Officier van Justitie Alkmaar 30-6-1840 Rijksbelastingen

N 198 Gouverneur 2-7-1840

Dat het getal veehouders binnen deze Gemeente dat van 400 niet zal te boven gaan.

N 199 Gouverneur 4-7-1840 cert:

N 201 Gouverneur 6-7-1840 schutterij J Wouters naar de Zevenhovensche plas vertrokken

N 202 Gouverneur 6-7-1840 verificatie Gemeentekas

N 203 7-7-1840 Aan Schout bij Nacht G.A. Pool

Naar aanleiding eener bij ons ingekomene Missive van ZE den Heer St: Gouverneur der provincie, geef ik mij de Eer UHEdg bij deze uittenodigen alsnog aan dit Plaatselijk Bestuur wel te willen kenbaar maken, tegen welk bepaald tijdstip UHEdG zou kunnen goedvinden het thans nog door U geoccupeerd wordend en dit Bestuur in eigendom toebehorend Huis en Erf te ontruimen en daardoor hetzelve bestuur in de gelegenheid te stellen daarover te kunnen beschikken?

Aangenaam zal het mij zijn UHEdg antwoord daarop eenigzins spoedig te mogen ontvangen.

N 204 7-7-1840 cert:

N 205 Ambtenaar Openbaar Ministerie Helder 7-7-1840 D. de Vries

Toetezenden bijgaande stukken daarheen strekkende om te procederen tot de arrestatie van den ook bij UEG bekenden Dirk de Vries, ter zakw van deszelfs nalatigheid in de voldoening van het den 21 Feb, 1839 door de Kantonregter te Helder te zijnen laste uitgesproken vonnis.

N 206 Gouverneur 7-7-1840 School Eijerland

N 207 8-7-1840 Aan de Gouverneur

Overgemaakt f 24.96.5 tbv de Maatschappij van Weldadigheid 1839 en f 60,- vooruitbetaling

N 208 Minister van Financien 8-7-1840 pensioen betalingen

N 209 Gouverneur 9-7-1840 vaccine

N 210 Prov Comm idem

N 211 14-7-1840 cert:

N 212 Comm: Landbouw 14-7-1840

Te doen geworden 4 stuks Certificaten van dekking der binnen deze gemmente tot de premiewaardig geoordeelde Merriepaarden.

N 213 Gen: Directeur Marine s Hage 16-7-1840 soldij Marine

N 214 Prov Genees Comm 17-7-1840 koepokstof

N 215 Gouverneur 18-7-1840 Aan de Gouverneur onderwerp Depopulatie konijnen

Dat de aanwas van konijnen binnen deze gemeente de laatste jaren zoo krachtdadig en aanhoudend is te keer gegaan, dat ik Uwe Excellentie de verzekering kan afleggen, dat het eene zeldzaamheid is binnen deze Gemeente een konijn te zien, zelfs op de plaatsen waar hetzelve vroeger het talrijkst was, zoodat het niet mogelijk is, dat er eenige gegronde klagte uit deze Gemeente daarover tot Uwe Excellentie zoude kunnen komen, weshalve ik meen Uwe Exc: in overweging te moeten geven mij wel te willen verontschuldigen van het uitvaardigen der bedoelde aanmaning als welke binnen deze Gemeente inderdaad geheel doelloos zijn zoude.

N 216 21-7-1840 Aan G.A. Pool

Het huis wordt tot 1 Mei 1841 in huur gelaten aan Pool voor f 240,- 's Jaars

Ingevolge van een den 20 dezer genomen besluit om UHEdG in antwoord op Uwe Missive van den 7 dezer te berigten:

Dat op Uw verzoek het Huis en Erf met annexe tuinen, gronden, tuf en mangelkamer en tuinmanswoning, zoo als thans door UHEdG wordt bewoond, aan U in huur zal worden geleaten tot 1 Mei 1841 voor den prijs van f 240.- 's jaars, en van Uwe zijde doelmatige reparatie en onderhoud tot een bedrag van f 50.- toe en voorts zoodanige algemeene voorwaarden als bij de bestaande wet aan alle Huur gemeen is- waarvan de Huur deel nader zal worden opgemaakt.

Nog zal het UE vrij staan om het meergenoemde Huis nog te houden op gelijken voet 2 jaren in opzigt, waaromtrent UHEG zich op 2 Jan schriftelijk zal gelieven te verklaren.

N 217 21-7-1840 Aan de Erven Reinbach

Aanbod om voor f 3000,- het huis, erf enz van wijlen Burgemeester Reinbach te kopen.

Huis, tuinen schuren erven aan den Burg met Boschje op de Hoogeberg, met f 500 te betalen in 4 jaarlijkse termijnen, per 1-11-1840, 1841, 1842 en 1843 [en er dan over op te houden!]

Ten gevolge van een den 20 dezer genomen besluit van den Raad, geef ik mij de Eer ter Uwer kennis te brengen-

Dat het Gemeentebestuur zich genegen heeft verklaard om de in December ll door hetzelve uitgeloofde koopprijs ad f 3000 voor de door wijle den Heer Mr GCW Reinbach in eigendom bezeten en bewoond Huis, tuinen, schuren en erven aan den Burg met boschje op Hoogenberg, zonder eenige uitzondering of voorbehoud hoegenaamd en alle deszelfs heerschende en lijdende dienstbaarheden, zoo als dit alles laatstelijk is beheerd en bezeten geweest. Te verhoogen met nog f 500 en alzoo te brengen tot eene kapitale som van f 3500, alles in vollen vrijen eigendom, zonder eenige verdere bijkomende bezwarende voorwaarden hoegenaamd, en welke koopsom alsdan zal worden betaald in 4 jaarlijkse termijnen, per 1-11-1840, 1841, 1842 en 1843 met den interest der onafgeloste kooppenningen gerekend tegen 5 procent 't jaar, aanvangende met 1 Nov. e.k. zullende de kosten van af het tijdstip der inbezitneming en alzoo van 10 Aug. e.k. voor rekening des bestuurs komen.

Dat het voornoemde Gemeentebestuur tot dit besluit als mede tot dat waarbij hetzelve aan den afzonderlijken wensch van een Uwer heeft toegegeven alleen gekomen is ten einde daardoor van zijne zijde medetewerken zooveel mogelijk tot eenig definitive schikking der aanhangide kwestie, doch dat hetzelve dan ook nu verwacht een schriftelijk onvoorwaardelijk aannemen van UEDs der hierboven geproponeerde voorwaarden voor of op den 10 e Augustus e.k. als zullende in tegenovergesteld geval of ook van geheel stilzwijgen het na dat tijdstip daarvoor worden gehouden dat alle vroegere onderhandelingen over den onderwerpelijken verkoop van dat oogenblik af voor goed hebben opgehouden en er hoegenaamd geene verpligtingen meer bestaan van de zijde des bestuurs als wordende alsdan al het dezer zijds toegezegde beschouwd als nimmer gedaan, en dus geheel vernietigd te zijn.-

N 115 aan den Heer Mr. WM Reinbach 10-4-1840

Ter voldoening aan UEdG instantelijk verzoek om datgene schriftelijk te hebben wat in onze bijeenkomst van den 6 e dezer aan UEd Mondeling bij herhaling zelfs betuigd is, zoo heb ik de Eer UEdG bij deze te berigten:

Dat het Gemeentebestuur van Texel op heden nog bereid is, de eens aangegane engagementen betreffende het Huis en bosch van wijle den Heer Burgemeester gestand te doen, doch is sedert dien tijd zich ontwikkelingen hebben opgedaan geheel onafhankelijk of buiten toedoen van dit bestuur maar directelijk daargesteld door een der hoofden uwer familie zelve, zoolang nu die zwarigheid bestaat, kunnen - mogen wij geen transport teekenen, immers kan het UEG toch niet onbekend zijn, dat zulks altoos geschiedt, behoudens de goedkeuring van het Provinciaal Bestuur- En nu heeft dit gemeentebestuur te veel achting voor zich zelven- te veel eerbied voor het Provinciaal Bestuur, dan dat hetzelve aan HEGA GS voorstellen tot bekrachtiging zou doen, die het vooruit weet, dat niet behoorlijk kunnen worden gemotiveerd, daar toch wij UEG met ronde woorden hebben medegedeeld dat om de noodige fondsen tervoldoening Uwer koopschat te vinden, wij de bij bekrachtiging behoren te hebben over het andere door ons gekochte, bij U bekende pand, welke vrije beschikking echter ons even onverwacht als onredelijk en wederregtelijk word betwist. Aan wie ligt nu de schuld! En hoe zal men nu iemand bij mogelijkheid kunnen vragen te gaan, wanneer men hem alvorens de voeten bindt?

Ik eindig deze met nogmaals te verzekering afteleggen, dat niets aangenamer zal zijn aan dit bestuur dan dat de oorzaak van deze vertraging moge ophouden, terwijl zoo dit niet binnenkort gebeurt dit bestuur zich dan zich dan ook langer aan geene vroegere overeenkomsten kan gehouden achten, doch in het geheel vervallen zou moeten houden.

De gevoelens van welwillendheid, die dezerzijds waarlijk zoo doorslaande Ejs mijn Missive van den 9 Jan N. 12 zou aan den dag gelegd, blijf ik op nieuw bij deze aanhalen bragt dezelfde Missive de overtuigendste bewijzen met zich brengen, dat wij van den aanvang af bereid zijn geweest toetegeven zooveel maar immer mogelijk was-. Het onmogelijke echter staat niet in onze magt.

N 218-226 Circulaire 22-7-1840 Eeredienst

Aan de Predikanten- Bidden voor Mevrouw de Prinses Marianne, gemalinne van den Prins Albert van Pruisen.

N 227 Gouverneur 23-7-1840 patenten

N 228 24-7-1840 Nationale Militie Jan Wichers Rozeboom geboren te Watergang Landsmeer 8-1-1824 ligting 1843

N 229 NM 25-7-1840

N 230 Gouverneur 25-7-1840 dispositie tbv Jacobus Begemann

N 232 Gouverneur 27-7-1840 NM

N 233 Secetaris Marine Willemsoord 27-7-1840 Toren Oosterend

N 234 27-7-1840 Aan de Burgemeester van Rijnsburg

Gerardus Cornelisse, polderwerker, met zijne huisvrouw Cornelia van de Nadorst, die zich in Uwe Gemeente bevinden, geeft toestemming aan zijn dochter Maria Cornelisse, naaister, wonende alhier, om een huwelijk aantegaan met Willem Bestevaar, zeeman, wonende mede alhier. De genoemde Willem Bestevaar en Maria Cornelisse zijn in de vorige week door mij in ondertrouw opgenomen, en het is mij gebleken dat de voltrekking van dat huwelijk, uit hoofde eener vergevorderde zwangerschap der bruid zeer dringend geworden is.

[Maar de moeder heeft haar toestemming niet gegeven- die zal wel gedacht hebben dat haar man ook namens haar sprak]

Dringend verzoek om de bovengenoemde Cornelia van de Nadorst te overtuigen tot het zoo spoedig mogelijk verleenen eener Notarieel gelegaliseerd consent, zoo mogelijk op ongezegeld papier, of ten minste niet ten koste van de alhier wonende jongelieden, welke behoeftig zijn. [Ze zijn zeer oppassend].

Voor Willem Bestevaar toestemming bij Notarieel Consent den 22 Juny laatstleden voor de notaris D.C. Kley en getuigen te Nieuwekerk op den IJssel gepasseerd.

[Willem Bestevaar (1808-1873, uit de Zijpe, trouwde in 1840 met Johanna Marina Cornelissen van Vlissingen, beiden overleden te Barsingerhorn, 11 kinderen. Het eerste werd in 1840 geboren, maar stief hetzelfde jaar, net als een ander kind in 1852, 5 kinderen leefden tot in de 20e eeuw]

N 235 Gouverneur 30-7-1840 Prov. Jaarboekje

N 236 NM 3-8-1840

N 237 BS 5-8-1840

N 238 Gouverneur 5-8-1840 schutterij

N 239 BM Helder 5-8-1840 BS terugtezenden papieren van Aafje Bruin en attest Gerrit Buijs

N 240 6-8-1840 Aan de Gouverneur

De zaak met Reinbach is tot wederzijds genoegen ten einde gebragt. Pool mag nog 3 jaar het huis bewonen. Misschien wil Pool wel in het Schoutshuis.

Ik geef mij de Eer Uwe Exc: bij deze kennis te geven, dat tot ons genoegen de Zaak betreffende het Huis van wijle den vorigen Burgemeester alhier met de familie Reinbach tot wederzijds genoegen is ten einde gebraft.

Immers naar aanleiding van een den 30 July ll bij den raad genomen besluit (waarbij dan tevens bepaald werd, ingeval van aanneming door de familie Reinbach, dat het huis in kwestie provisioneel tot een raadhuis zoude worden gebezigd) is bij Missive van den 21 July aan den Heer Pool en de Erve Reinbach aangeboden, het door den eersten nu geoccupeerd werdende Huis van Langeveld overeenkomstig zijne begeerte voor nog 3 jaren op den actuelen voet te blijven bewonen, en tevens de aankoop van het huis en bosch van hunnen vader, mits in vollen vrijen eigendom, voor f 3500-

Welk aanbod daarop bij Missive van den 1 dezer door de familie is van den hand gewezen met expresse verklaring ten slotte dat dezelve daarmede de nog hangende verschillen geheel als afgedaan beschouwen, en verdere betuigingen van achting enz enz.

Het schijnt dus eene veranderde opinie bij den Heer Pool omtrent zijne aanstaande woonplaats bijzonder tot deze houding heeft medegewerkt.

Immers is het alsnu deszelfs bepaalde plan op Texel met ter woon te blijven en wel bepaaldelijk het Huis van den vorigen Burgemeester te gaan betrekken.

N 241 Gouverneur 7-8-1840 Jagt

Wat is het juiste tijdstip van de opening van de jagt op eenden? 1 of 15 augustus?

N 242 10-8-1840 cert:

N 243 Gouverneur 10-8-1840 Dekboekjes

Regeling omtrent het inzenden daarvan zijn veranderd

N 244 10-8-1840 BS

N 245 BM Warmenhuizen 11-8-1840 oproep J. Carron

N 246 Gouverneur 12-8-1840 plaatselijke belastingen

N 247 NM C. Nannings van eene ziekte nog niet geheel hersteld zijnde, heeft daardoor de Inspectie [van verlofgangers] niet kunnen bijwonen.

N 248 Gouverneur 13-8-1840 rekest milicien LC de Wijn

Die wil weer terugkeeren naar zijn beroep van buitenzeevarende.

N 249 14-8-1840 Minister van Financien te 's Gravenhage

Dank voor de gratificatie ten behoeve van C.G. van der Ploeg, welke door mij aan den belang hebbende is uitgereikt geworden, zijnde dezelve gequoteerd N 591 f 50,-

N 250 Controleur belastingen 14-8-1840 dienstregister

N 251 14-8-1840 Aan de Gouverneur Rijkshengsten 1839

Intezenden eene Staat houdende uitslag der dekking van de Rijks Hengsten alhier over den dienst van 1839, terwijl ik overigens mij aan den inhoud dier aanschrijving bij vervolg zal gedragen.

N 252 Gouverneur 14-8-1840 Ligplaats Oosterend

N 254 Gouverneur 14-8-1840 Toren Oosterend

N 255 Gouverneur 17-8-1840 Officieren Schutterij zie brief 154

N 256 Officier van Justitie 17-8-1840 D. de Vries

Dat vrijdag ll 14 dezer door den deurwaarder Luitsen ontvangen is van den Heer Commissaris van Policie te Helder de last tot apprehensie van den persoon van D. de Vries; dat dezelve kort daarna heeft ontdekt dat die persoon op Texel niet aanwezig was, maar denkelijk voor eenige dagen naar de Helder was vertrokken-

Dat hem deurwaarder daarop door de Heer pl: vervangend Kantonregter alhier, die reeds het bevel tot gevangenneming op verzoek van den Commissaris had geviseerd, uitdrukkelijk is gelast met terugzending der stukken onverwijld van deze bovendien rapport te maken aan den Heer Commissaris ten einde zoowel den afloop der zaak alhier daardoor bekend te maken als ook den ambtenaar in de gelegenheid te stellen te Helder de arrestaie te doen plaats hebben.

De deurwaarder heeft echter tot op dezen dag die last niet volvoerd en daardoor zich aan pligtverzuim schuldig gemaakt-

Ik heb zulks op heden bij een daartoe ingesteld onderzoek alzoo bevonden en dien deurwaarder mijn uiterste bevreemding daarover te kennen gegeven, terwijl de Heer plaatsvervangend kantonregter in mijne tegenwoordigheid dien man op een allerernstigste wijze het zeer verkeerde van zijn gedrag heeft onder het oog gebragt die dan ook beloofd heeft dat zulke nalatigheid niet weder zoude plaats vinden en althans zorgen zoude, dat met de eerstkomende post deze zaak ter kennisse van den Heer Commissaris van Policie worde gebragt.

N 257 Gouverneur 18-8-1840 tabellen belastingen

N 258 Prov Collegie Hervormde Eeredienst 19-8-1840 rekest NJ de Cock

N 259 x 20-8-1840 personele belasting

N 260 Majoor komm: Alkmaar 22-8-1840 schutterij voordragt officieren

N 261 Gouverneur 22-8-1840 posterij

Ik geef mij de Eer Uwe Excellentie de bijzondere deelneming te betuigen van dit Bestuur in de Resolutie van ZE den Minister van financien van den ^e dezer mij bij Uwer Exc: Missive van den 15 e dezer N 176/12646 medegedeeld en kan Uwe Exc: de verzekering hierbij doen, dat daardoor in eene hoogst belangrijke en dreijgende aangelegenheid voorzien wordt.

Ik zou echter meenen Exc: te kort te doen aan mijne pligt wanneer ik deze gelegenheid liet voorbij gaan zonder Uwe Exc: oplettend te maken op de grote behoefte, die er bestaat, om tevens eene verbetreing te krijgen in den bouw en de inrigting dier zoogenaamde postschuiten zelve, als welke de eenigste geregelde communicatie daarstelt, tusschen deze Gemeente en het Nieuwediep, terwijl ten gevolge der sedert 20 jaren, geheel veranderde locale omstandigheden tusschen die beide plaatsen eene gestadige correspondentie en overgang van personen en goederen plaats vindt, waarvan te voren, toen alles op Texel was, en niets op Nieuwediep bestond, weinig of geene behoefte was.-

Op den geheel veranderde toestand en de daardoor geheel anders gewordene behoeften is intusschen tot heden nog hoegenaamd geene acht geslagen, veel minder heeft daarin eene verbetering plaats gegrepen overeenkomstig deze geest des tijds, terwijl toch de middelen van vervoer van personen en goederen op alle eenigzins belangrijke plaatsen van ons rijk aanzienlijk verbeterd ja veelal geheel herschapen zijn-

Hier echter is dit nog even als voor 100 en meer jaren zonder ernstige bemoeijingen laat zich van de postschippers zelve, ofschoon onder de hand daartoe reeds lang aan gezocht hoegenaamd geen verbetering verwachten- En die verbetering bepaald zich echter maar te weinig, namelijk-

A Tot de daarstelling van een behoorlijke roef in de schuit zelve

B Of (ingeval van vernieuwing der schuit) het geven aan dezelve van een meer doelmatigen vorm, namelijk die der vischschuit. De langdurige ondervinding heeft afdoende bewezen, dat die schuiten het langst en met goed succes zee kunnen bevaren en dit is juist eene hoofdvereischte voor den dienst in deze.

C Eindelijk tot stipte uitoefening der dienst door de beide postschuiten zelve, eene zaak die eigenlijk van zelve spreekt, doch die- onbegrijpelijk genoeg- zeer veel te wenschen overlaat.

Deze geheele aangelegenheid intusschen is in der tijd door mijnen voorganger opzettelijk en uitvoerig behandeld bij Missive aan Uwe Exc: van den 16 Juny 1836 N 166 aan welk vertoog echter tot mijn leedwezen geen gevolg schijnt gegeven te zijn. Ik heb die Missive met oplettendheid gelezen, en heb op dezelver inhoud niet anders aantemerken als alleen dat de daarbij aangevoerde drangredenen tot verbetering in deze merkelijk zijn toegenomen, door de sedert dien tijdmerkelijk vermeerderde betrekking tusschen hier en N diep door de verplaatsing van zoovele daarheen, als loodsen die hunne meeste familie betrekkingen hier achterlieten, terwijl vermeen ik het daarin vervatte als volkomen waar en gegrond erken.

In het belang alzoo van deze Gemeente en het N. diep beide, alsmede in dat van de posterij zelve veroorloof ik mij de bijzondere aandacht Uwer Exc: op die Missive van 1836 nogmaals te vestigen, met eerbiedig verzoek hare belangrijke tusschenkomst in deze wel te willen aanwenden en doen pleiten ten einde om dit middel van vervoer eene verbetering daar te stellen, die over noodzakelijk als aanbelang aan alle de belanghebbenden vurig verlangd wordt, en waartoe de minister ZE de Min van Financie genomene Resolutie als van zelve den weg baant.

N 262 263 27-8-1840 aanvragen vrijstelling

N 264 Off: Justitie 27-8-1840 ontvangst circulaire

N 265 Gouverneur 31-8-1840 begroting

N 266 Gouverneur 31-8-1840

Intezenden uittreksel uit de aantekeningen van het verhandelde bij dezen Gemeenteraad dd 28 dezer strekkende om te worden geautoriseerd tot den openbaren verkoop der daarbij genoemde gemeentelijke goederen terwijl ik op grond der doorslaande nuttigheid dezer verkoop voor deze Gemeente vermeen Uwer Exc: gunstige medewerking daartoe met vertrouwen te mogen inroepen.

N 267 Mil. Comm. 1-9-1840 NM

N 268 Gouverneur 1-9-1840 Posterijen 4 bladzijden

N 270-278 Predikanten 11-9-1840 Dankzegging voor de gelukkige verlossing van de princessen Marianne en Mathilde

N 279 Controleur belastingen Helder 15-9-1840 Patenten

N 280 Gouverneur 14-9-1840 Het fonds overleden beh: arbeiders

Houdende uitnodiging tot daarstelling van een fonds voor onderlingen waarborg van behoeftige arbeiders-

Dat hoe zeer dit bestuur in het daarbij medegedeelde verlangen van ZM den Koning de hoogst nuttige en weldadige strekking van het tevens medegedeeld plan in het algemeen volgaarne erkent en huldigt, hetzelve echter tevens, na ernstig overleg, Uwe Exc: moet betuigen, voor deze gemeente, althans onder de bestaande omstandigheden min noodzakelijk te zijn. Immers is hier niet zoodanig personeel, als daarbij schijnt bedoeld te worden, of voor zoo verre het alhier bestaat, is hetzelve over het algemeen niet in zoodanige eigenaardige omstandigheden, als waardoor alleen men het daarvoor zou kunnen houden, dat de oprigting en instandhouding van het bedoelde fonds zou mogelijk zijn.

N 281 Gouverneur 14-9-1840 toren Oosterend

N 282 Gouverneur 16-9-1840 Posterij

Dat een der postschippers van Texel op Nieuwediep vice-versa op eergisteren alhier zeer onverwagt overleden is, waardoor dus door het Departement van financien een ander engagement voor die dienst zal moeten worden gesloten.

Ik meende het van mijn pligt te zijn Uwe Exc: bij deze gelegenheid in overweging te moeten geven, of dit niet eene zeer gepaste aanleiding konde zijn om in de bestaande dienst eenige verbetering daartestellen, zoo als ik in mijne missive van den 9 September ll N 264 betrekkelijk de eer had optemerken, en waar toe meer dan waarschijnlijk elk der zich aantebieden aspiranten ten volle genegen zal zijn, zoodat eene zoodanige verbetering nu tot stand zou kunnen komen, zonder eenige de minste opoffering van de zijde van het rijk, en zonder kwetsing van enig bestaand belang.

Trouwens wanneer ik in het slot van evengenoemde Missive gezegd heb dat de bestaande Kontrakten over 1 of 2 jaren moesten vernieuwd worden, zoo meen ik alsnu na dien tijd begrepen te hebben, dat het Kontrakt met die schippers van jaar tot jaar loopt, zonder eenige andere verbindtenis, zoodat ook den overgebleven postschipper Mets met ieder jaar eenige verbetering in den dienst zoude kunnen worden voorgesteld, zonder dat zulks eenig bezwaar voor het Rijk konde daarstellen, terwijl hoedanig dan ook de opinie omtrent het engagement met C. Mets mogt zijn. In allen gevalle een nieuw te sluiten accoord, alle mogelijke vrijheid en ruimte toelaat.

Ik veroorloof mij alzoo deze aangelegenheid op nieuw der belangrijke mdewerking Uwer Exc: eerbiediglijk aantebevelen.

[Klaas Michielsz Zunderdorp (1791-1840) gestorven op 14 september]

N 283 16-9-1840 NM

N 284 Gouverneur 17-9-1840 6 folio nieuw veer van Cornelis Ligthart

N 285 BM Hoorn 18-9-1840 P. Gordijn

N 286 NM nummerwisselaar Cornelis Kaag

N 287 Officier van Justitie te Hoorn 22-9-1840 proces verbaal

In mijne handen afgelegde verklaringen door RS Smit en JC Bakker

N 288 BM Goedereede brief voor Philip Bakelaar, stukken om te trouwen

(1814-1895) trouwde in 1841 met Neeltje van Es uit Stellendam, 7 kinderen]

N 289 Gouverneur 25-9-1840 NM

N 290 cert:

N 291 Gouverneur 30-9-1840 School Eijerland

N 292 BM Schagen 1-10-1840 doodc: H. de Leeuw

N 293 2-10-1840 f 83.28.5 voor de Bedelaarswerkhuizen

N 294 Gouverneur 2-10-1840 Engelsteen

Intezenden Extract uit de notulen van de deliberatien dezer Gemeenteraad gehouden in deszelfs vergadering van den 29-9-ll n 2

Met eerbiedig verzoek hetzelve met Uwer Ex: ondersteunende voordragt, ter verdere goedkeuring te willen brengen ter vergadering van HEGA HH GS der provincie.

N 295 Gouverneur 6-10-1840 verificatie Gemeentekas

N 296 cert:

N 297 298 Gouverneur 7-10-1840 vaccine

N 299 Gouverneur 7-10-1840 Rectificatie tab. Wels.

N 300 Gouverneur 12-10-1840 RC kerk Burg

N 301 Gouverneur 13-10-1840 school Eijerland

N 302 Gouverneur 13-10-1840 Kadastrale indeeling en Dijkagie

Dat reeds dadelijk na de invoering van de Kadastrale opmeeting binnen deze Gemeente, de uitslag daarvan ook is toegepast op den omslag der dijks- polder- en verdere binnenlasten, zoo dat het doel dier aanschrijving reeds voor lange binnen deze Gemeente mag geacht worden bereikt te zijn.

N 303 Gouverneur 14-10-1840 NM

N 304 Dir. Generaal der Marine 15-10-1840 soldij

N 305 BM Kloosterburen 19-10-1840 WG Wigman papieren om te trouwen

N 306 BM Leens idem G. Endengo

N 307 cert: Lucas Kikkert

N 308 Gouverneur 31-10-1840 voordragt College van Zetters

N 309 Gouverneur 2-11-1840 Oestervisscherij

De daadzaak immers zelve, het verloop der gronden aldaar wordt door de zeelieden aan eene geheel andere trouwens zeer natuurlijke oorzaak toegeschreven. Het bedoelde punt de Prinsenhoek ligt namelijk geheel open en bloot voor de aldaar door 4 verschillende zeegaten uit zee met geweld instromende vloed, en weder uitstromende Eb; dit heeft het noodwendig gevolg, dat die droogte aan gestadige verandering onderworpen is en zeer zeker wel altoos blijven zal- en zulks nu meer dan ooit daar, zoo als dit bij de loodsen zelve eene erkende daadzaak is, de oostelijke duinen van het Vlie reeds sedert jaren merkelijk zijn afgenomen, waardoor die Prinsenhoek meer dan vroeger aan het geweld der buitenzee is blootgesteld, en zeer natuurlijk de gevolgen daarvan moet ondervinden.-

Meer dan 6 bladzijden-

N 310 Gouverneur 3-11-1840 NM

N 311 Gouverneur 5-11-1840 NM

N 312 Gouverneur 7-11-1840 School Eijerland

N 313 Officier van Justitie Alkmaar 7-11-1840

Het geval doet zich binnen deze gemeente voor, dat een huwelijk wordt verlangd tusschen twee jongelieden waarvan de minderjarige bruid geen vader in leven heeft, doch wier moeder in Z. Holland woonachtig, genegen is een notaris consent te passeren, doch, als in tweede huwelijk zijnde, en door dien haren tweeden man- stiefvader der bruid- verlaten, uit den hoofde door dien haren man bij die acte niet kan worden bijgestaan.-

De vraag is dus of die vrouw weduwe van haren eersten man als moeder ook zonder bijstand van haren tweeden man een vaderlijk huwelijk Consent mogt begeven- zonder bijstand van haren man- in persoon hare toestemming tot het huwelijk bij de Huwelijksacte zelve verleenen kan?-

Ik heb gemeend het wijzer oordeel van UEdg in deze zaak met vertrouwen te mogen inwinnen.-

N 314 Gouverneur 7-11-1840 NM Meijert Backer van Oudeschil

N 315 BM Geertruidenberg 9-11-1840 B. Vermeulen

N 316 Gouverneur 12-11-1840 rekest H. Plavier

Ter voldoening aan Uwer Exc: Apostillaire dispositie van den 10 dezer N 321/336 waarbij het hierbij teruggaande rekest van Helena Plavier wed Pieter de Wit strekkende tot het bekomen van eenigen onderstand, wordt gesteld in mijne handen om daarbij t dienen van b c en a, zoo heb ik de Eer Uwe Exc: daarop te berigten

Dat het door de rekestrante aangevoerde der waarheid overeenkomstig is. Meermalen heeft zij zich tot ZM den vorigen koning op gelijke wijze gewend en steeds is hare door wezenlijk behoefte opgegeven bede gunstig verhoord geworden- de steeds hoogere ouderdom der rekestrante maakt hare nood niet minder dringend, en ik kan alzoo niet anders, dan mij de vrijheid veroorloven, het voorn rekest ter gunstige voordragt, aan Uwe Exc: met bescheidenheid aantebevelen.

N 317 cert: JJ Kuiper om te trouwen

N 318 den Heere ambtenaar Openb. Min. van het Kanton Helder 11-11-1840 D. de Vries

Dat aangezien die persoon in geenen deele tot betaling schijnt te kunnen worden gebragt, en hij dan toch mag beschouwd worden, zijne halstarrigheid genoegzaam geboet te hebben, dit bestuur van oordeel is hem verder te ontslaan, met verzoek echter aan UEGestr: hem alvorens nog eene ernstige waarschuwing voor het vervolg te willen geven in de hoop dat zulks van eenig heilzame werking op hem zijn moge.-

Ik zal tevens tegemoet zien, de nota van kosten te dezer zake gemaakt, ten einde die te kunnen voldoen.

N 319 NM 13-11-1840

De milicien C. Nannings nog niet volkomen van eene ziekte hersteld zijnde, heeft de Inspectie deze keer wederom niet kunnen bijwonen.

N 320 Gouverneur 17-11-1840 Rekest RC Pastoor Burg en Oudeschil

Verwijzing naar 1839- Immers- de gemeentelijke toestand van den RC Pastoor te Burg heeft hoegenaamd geene verandering ondergaan,- en zoo die van de RC Pastoor [van Oudeschild] al zoodanig heeft ondergaan, is die gewis niet geweest te zijnen voordeele, daar dit eene waarheid is, dat reeds verre het beste gedeelte zijner Parochianen naar N. Diep met ter woon vertrokken en nog dagelijks dat getal verminderd.- Waarom ik met reverentie zou meenen, het niet ongepast te zijn, dat deszelfs toelage, die over 9 Maart 1839 f 300 is geweest en dus ad f 400 over het jaar, aan die van den RC Pastoor te Burg wierde gelijk gesteld en dus elk der adressanten met een toelage ad f 400 s'jaars wierde begunstigd.

N 321 Gouverneur 16-11-1840 oestervisscherij 4 bld

N 322 Gouverneur 18-11-1840 NM

N 322 a Gouverneur 20-11-1840 Hervormde Eeredienst Eijerland

N 323 tot en met 335 benoemingen Herv. Gem. Eijerland

N 324 21-11-1840 NM

N 325 Schoolcommissie 23-11-1840

Dat dit bestuur besloten heeft eene som van f 100 eens jaarlijks ter beschikking te stellen van UEG ten einde, zoo mogelijk, daarmede te voorzien in de volgens uwe meening bestaande behoefte aan eenen ondermeester voor de school te OEnd.-

N 326 Gouverneur 26-11-1840 benoeming school Eijerland

N 327 Gouverneur 26-11-1840 Loterij

N 328 Kerkbestuur Eijerland 27-11-1840

N 329 Gouverneur 29-11-1840 School Eijerland

N 330 Gouverneur 30-11-1840 Eijerland

N 331 tot en met 337 30-11-1840 Aan de Predikanten Vrendenberg, Veenstra, Wentinck, Offerhaus, Begeman, Steinfort, Doyer

Aandacht besteden aan de verjaardag van ZM

N 338 1-11-1840 Schutterij

N 340 tot 348 2-12-1840 Aan de Predikanten

Het ongeval op de 22 November ll met de Binnenloodsschuit N 5 voorgevallen is UEerw overbekend, vier huisgezinnen zijn daardoor in armoede en ellende gedompeld en verscheidene weduwen en weezen bekreunen het grievend verlies van hunnen zoon, man of vader. Uitgenoodigd door de Commissie van Ondersteuning, die zich te Nieuwediep heeft zamengesteld om ook binnen deze Gemeente derzelver pogingen zooveel mogelijk te ondersteunen, geef ik mij de Eer UEerw: uittenoodigen Uwe Gemeente den eerstvolgenden Zondag van den kansel te willen mededeelen dat door mij te beginnen van af Maandag den 7den dezer zal worden rondgezonden aan de huizen der Ingezetenen ter inzameling der liefdegiften, die zij voor deze ongelukkigen wel zullen willen afzonderen, terwijl het wel overbodig zal zijn UEerw: alhier met vele woorden te verzoeken die mededeeling van alle zoodanige opwekking te doen verzeld gaan, als dezelve goed en gepast zal oordeelen.

[Google: Jan Gomes (1806-1840) is op 22 november 1840 om 15.00 uur verdronken ter hoogte van Petten, opvarende van Loodsschuit N 5.

Krantenartikel

Den 22sten November is op de hoogte van Petten, de binnenloodsschuit nummer 5, welke uitgezeild was, om de Loods Jan Willem Gomes , in dienst op het uitgezeilde Engelse Schoenerschip Monarch, kapt. J. Manning, weder in te nemen, nadat genoemde Loods reeds van het gemelde schip overgekomen was, bij het terugkeeren omgeslagen, en zijn daarbij alle manschappen benevens gemelde Loods omgekomen - de door dit treurig ongeval verongelukte personen, waren behalve de genoemde Loods, welk een Weduwe met vier kinderen, waarvan de oudste 6 jaar, nalatende, de Loodsschipper S. Staik, nalatende eene Weduwe en 2 dochters; Maarten de Wijn , Loodskwekeling, nalatende eene Weduwe met 2 kinderen, welke bovendien hoogzwanger is, en eindelijk Jan M. Koopman, welke als noodhulp was medegegaan; door dit ongeluk missen niet alleen genoemde Weduwen en Kinderen hunnen Mannen, Vaders en Broodwinners, maar ook de Wed. J. De Wijn, geb. Blom, Eigenares van de Loodsschuit, moeder van de verongelukte Loods Kwekeling, haren Zoon, en tevens met hare Schuit het hoofdmiddel van haar bestaan.

Vier huisgezinnen zijn daardoor in armoede en ellende gedompeld; uwe deelneming en milddadigheid kennende, wagen wij het langs dezen weg uwe mededeelzaamheid in te roepen. Het hoofddoel waarmede wij uwe liefdegaven is om zoo mogelijk niet alleen op dit oogenblik maar bij voorduring een middel tot vervulling van den nood en der behoeften der ongelukkigen daar te stellen.

Wij verzoeken aan alle weldadigen de giften te zenden aan den Directeur van het Postkantoor aan den Helder, welke zich met den ontvangst derzelve heeft willen belasten of wel voor de inwoners van Amsterdam den Uitgever van dit blad willen deponeren.

De Ondergeteekenden vertrouwen dat zij langs dezen weg Uwe liefdadigheid niet te vergeefs zullen ingeroepen hebben, terwijl zij niet nalaten zullen de ingekomen Giften door mededeeling in dit Dagblad ter kennisse te brengen.

Willemsoord, aan het Nieuwediep, 24 nov. 1840.

L.V. Ledeboer, Pred.

J. CHALMERS HOYNK VAN PAPENDRECHT,

Onder-inspecteur over het Loodswezen.

A.J. Struyk, Kommissaris der Loodsen.

J. Giltjes J., Ontvanger der Loodsgelden.]

N 349 HH BM Alkmaar 7-12-1840 Beurtvaart Alkmaar en Helder

N 350 BM Helder 7-12-1840 idem

N 351 BM Vlieland 9-12-1840 BS

N 352 Gouverneur 10-12-1840 Loterij

N 353 Gouverneur 10-12-1840 benoeming Commissarissen gesticht van Weldadigheid

N 354 idem Weesregenten

N 355 12-12-1840 Aanvraag Certificaat voor C. Maas

N 356 Gouverneur 13-12-1840 2 bld. posterij

Vrijdag den 11 ll mij op reis begevende naar den Helder, ten einde met HH Burgemeesters van Alkmaar en Helder over de nieuwe dienst tusschen beide plaatsen te confereren, trof het mijne opmerkzaamheid, dat de post dien dag eerst des avonds 7 uur op Texel aankwam in plaats dat die des morgens 10 Ure had kunnen en dus behoren te zijn.

Mijne ontevredenheid daarover den postcommies Zunderdorp mededeelende, gaf dezelve mij ten antwoord, dat het zijne overtuiging was, dat de lompe bouw der postschuiten, alleen daaraan schuld had; dat ingevalle die den vorm eener visschuit had, zulks altoos eene veel sneller overtogt zou ten gevolge hebben, enz enz.

Ik begaf mij verder naar den Heer Postdirecteur Creighton, en vernam van dezelve dat dezer dagen de nieuwe Kontrakten met de posten waren voorgesteld, dat daarin alle gewenschte veranderingen ware opgenomen, doch dat omtrent de vorm der schuiten niets was gezegd, ofschoon de Heer Creighton nu bij nader inzien zelve erkennen moest, dat dit punt van zeer veel belang was, ja de grondslag van elke volgende verbetering uitmaakte, daar toch alle verbetering in den dienst behoort uittegaan van de verbeteringen, het middel van vervoer, waarvan wederom x de Zeelage- het eerste punt is, zoo als ik dan ook in mijne Missive van den 22-8 ll N 261 al mij veroorloofd heb voortestellen.

N 357 Gouverneur 14-12-1840 rekest RC Pastoor Oudeschild

N 358 BM Warmenhuizen geb' attest Tr. Daalder

N 359 Hr H. Coster Alkmaar 15-12-1840 BS

N 360 BM Wijk bij Meppel 17-12-1840 idem WJ Langeveld

N 361 17-12-1840 Aan de Burgemeester van Avereest ondersteuning Trijntje Tjebbes

Dat door de Heeren Regenten van het betrokken Gesticht van Weldadigheid alhier wordt gedifficulteerd in de voldoening der daarbij overgelegde declaratie van verleende onderstand aan Trijntje Tjebbes en G. Slot ad f 28,80 en f 10,10, op grond dat aan hun Ed niet tijdig daarvan is kennisgegeven, overeenkomstig de stellige bepalingen van Art. 1 van het Koninklijk Besluit van 27-7-1826 N 132

Bedeeling alleen in de wintermaanden!

N 362 Gouverneur 22-12-1840 NM

N 363 Gouverneur 22-12-1840 Eeds Afleging schutters

N 364 Gouverneur 28-12-1840 BS

N 365 BM Helder 28-12-1840 BS

N 366 Gouverneur 29-12-1840 ?

N 367 28-12-1840 Aan de Burgemeester van Helder onderstand Sander Jacobs

Sander Jacobs Israeliet, oud 53 jaren en geboortig van Amsterdam, doch die volgens opgave ook van deszelfs alhier woonachtig zijnde zwager Abraham de Jong, zijn onderstandsdomicilie zoude hebben aan den Helder, bij de aldaar gevestigde Israelitische Gemeente. De man heeft eene wonde aan het been, en is volstrekt onvermogend, zoodat hij zijne genezing zal dienen aftewachten, alvorens het Gesticht te kunnen verlaten.

Het zal mij aangenaam zijn, bijaldien UEd het daarbij betrokken Kerkgenootschap daarover zal willen kennisgeven. Zullende de opgave van kosten nader volgen.

N 368 28-12-1840 Aan de Burgemeester van Alkmaar

Dat op de 19den dezer in het Gesticht van Weldadigheid is opgenomen in verpleging Jacoba van Arkel, dienstmaagd, te Amsterdam geboren, oud 53 jaren en tot de Hervormde Kerk behorende. Reeds als bedlegerig derwaarts gevoerd, is zij den 24 dezer aldaar overleden en op heden ter aarde besteld. Misschien betaalt de familie, anders U.

N 369 29-12-1840 Aan de Gouverneur onderwerp Strandvonder

Ter voldoening aan UE Apostellaire Dispositie van den 23 dezer N 139/19985, waarbij de hierbij teruggaande missive van den Heer Opperstrandvonder in het Ressort Texel wordt gesteld in mijne handen ten fine daarbij omschreven, heb ik de Eer daarop te berigten

Dat de persoon van Klaas Kuiper bij mij bekend staat als iemand van een goed zedelijk gedrag en die (zoo verre ik dit beoordeelen kan) alle geschiktheid bezit voor de betrekking, waartoe hij wordt voorgedragen, weshalve ik mij de Eer geef daaromtrent gunstig te rapporteren.

N 370 Gouverneur 30-12-1840 nieuwe dienst tusschen Alkmaar en Helder

N 371 x Straatweg Haven naar Burg

Dat het in overleg met de Raad der gemeente ons eerbiedig verzoek is met de behandeling en definitieve beslissing dezer aangelegenheid mij nog gedurende het volgende jaar te mogen worden voor diligent gehouden, vooral daar ilk zelf bij den nog korten tijd, dat ilk mijne betrekking heb waargenomen, mij gaarne beter en grondiger met al hetgeen deze belangrijke zaak betreft en reeds is voorafgegaan moge bekend te maken, dan het mij tot heden onmogelijk geweest te doen.

N 372 Prov. Comm. Geneesk. toevoorz. te Haarlem 30-12-1840

Dat in den loop van dit jaar, alhier geene veranderingen in het personeel der beoefenaren van de genees- Heel en Verloskunde heeft plaats gehad.

Boek 336

N 1 Hoofd kadaster Haarlem 2-1-1841

N 2 Gouverneur 5-1-1841 BS

Staten der Geboorten, Huwelijken en Sterfgevallen

N 3 5-1-1841 Van hier naar andere Provincies geene [en ook andersom] behalve Jan Hendrik Wentink van Gelderland en zijn Echtgenote Johanna Baliana van Aken, Predikant te Oudeschild (hij van Beekbergen en zij van Apeldoorn in Gelderland).

N 4 5 en 6 Kerkvoogden HV 6-1-1841 Kerkelijke zaken

N 7 Gouverneur 6-1-1841 Verificatie gemeentekas

N 8 Gouverneur 7-1-1841 Staat der brandbluschmiddelen

N 9 6-1-1841 Aan de Gouverneur Naar aanleiding van missive dd 10-12-1840

Omtrent het loopen van vee in de Hoornsche duinbeplantingen [helm], dat ik naar de daarbij aangewezen misbruiken een naauwkeurig onderzoek heb ingesteld en daaromtrent zoodanige maatregelen van toezigt heb genomen, dat ik mij vlije, dat deswegens geene klagten meer zullen ontstaan.

N 10 en 11 Gouverneur 6-1-1841 Vaccine

N 12 BM Stellendam 5-1-1841 NM Marinus van Es

N 13

N 14 Toezending Kad. Kaarten 9-1-1841

Aangezien de hoogstmoeijelijke Correspondentie tegenwoordig tusschen dit Eiland en den Vasten Wal, met de toezending der bij voorn. missive aangevraagde Kaarten te willen uitstel verleenen tot in het begin van Feb, als wanneer (de beurtschepen varende) die langs den gewonen weg aan UEG zullen worden toegezonden.

N 15 11-1-1841 legalisatie Extracten voor JK Dogger

N 16 H Koster boekdrukker te Alkmaar 12-1-1841 Registers BS

N 17 18 19 Militie Raad 13-1-1841

N 20 Gouverneur 13-1-1841 Eeredienst overzicht HV Texel

N 21 Directeur Generaal Marine 13-1-1841 Soldij

[potloodaantekeningen in het boek (Vlis?)]

N 22 BM Amsterdam 14-1-1841 Sander Jacobs

Dat in het Gesticht van Weldadigheid [is] opgenomen Sander Jacobs, Israeliet, geboren volgens opgave te Amsterdam in Mei 1787, zoon van Jacob Abraham en Marianne Abrams, Echtelieden, die uit hoofde eener wonde aan het been en van volstrekt onvermogen tot voorzeide Inrichting zijn toevlucht genomen heeft. Aangezien nu voornoemde Sander Jacobs den Helder had opgegeven, alswaar de gevestigde Israelitische Synagoge met zijnde ondersteuning zoude belast zijn, zoo is den 23 December El door mij aan den Heer Burgemeester aldaar, van die opname de noodige kennis gegeven. [Daar onttrekt men zich] aan het verlenen van hulp omdat S. Jacobs niet als lid der Kerk aldaar kon beschouwd worden, daar dit Lidmaatschap volgens de bestaande verordeningen door elken Israeliet moet worden gekocht, hetwelk door Jacobs is verzuimd geworden.

Wat is zijn onderstandsdomicilie? Declaratie volgt.

N 23 Gouverneur 15-1-1841 School Eijerland

N 24 Gouverneur 16-1-1841 Verdeeling van het Veefonds

N 25 201-1841 BM Borculo BS

N 26 22-1-1841 Aan ZE Directeur Generaal van de Marine 's Gravenhage over Marine Soldij

Trijntje Gomes getrouwd met P.J. Cordemans, welke is dienende in kwaliteit van schoenmaker op ZM Fregat Bellona [is van Texel vertrokken, maar heeft] door omstandigheden verzuimd zich bij de Burgemeester van Helder of bij mij behoorlijker tijd te vervoegen om in de driemaandelijksche Staat te kunnen worden vermeld.

Dan daar de behoeftige omstandigheden dezer vrouw en hare kinderen niet toelaten om de aan haar afgestane soldij tot 6 maanden te laten oploopen [vraag ik om haar gewoon per kwartaal te betalen] met overlegging van Trouwacte.

[Trijntje Cornelis Gomes (1814-1885) was in 1835 in Rotterdam getrouwd met Petrus Johannes Cordemans. Ze kregen 5 kinderen: Alida, Catharina, Cornelis, Johanna en Maria, de eerste geboren in Rotterdam, de rest in den Helder. In 1841 waren er al drie].

N 28 Gouverneur 21-1-1841 Kadaster

N 29 BM Helder 23-1-1841 OD PJ Mangel

N 30 Gouverneur 29-1-1841 NM

N 31 Gouverneur 29-1-1841 NM lijst Loting

N 32 29-1-1841 Aan de Burgemeester van Ouddorp

Over het onderstandsdomicilie van de weduwe J. van der Vliet, die in 1839 f 1,- per week heeft gekregen. In 1840 is er niets betaald. Moet ze naar Ouddorp vertrekken?

N 33 Gouverneur 30-1-1841 Posterij

N 34 Voorzitter Militieraad 3-2-1841 NM

N 35 3-2-1841 Aan de Gouverneur

Dat zich thans alhier geene kinderen bevinden, welke naar de Maatschappij van Weldadigheid moeten worden opgezonden.

N 36 Controleur Kadaster Haarlem 5-2-1841 Kadaster

N 37 BM Helder 11-2-1841 BS geb. acte Gerritje Zoetelief

N 38 Gouverneur 10-2-1841 NM

N 39 Mil. Comm. Hoorn 12-2-1841 NM

N 40 Gouverneur 10-2-1841 aanbesteding school Eijerland

N 41 BM Helder 16-2-1841Dienst tusschen Alkmaar en Helder

N 42 idem BM Alkmaar

N 43 Mil. Comm. 17-2-1841 NM

N 44 cert: PJ Boon

N 45 BS 20-2-1841 Geboorte Extract van R. Veenstra naar Burgemeester van Nieuwendam

N 46 Gouverneur 29-2-1841 Konijn

Dat aan het daarbij bedoelde door mij bij Missive van den 18-7-1840 N 215 onverwijld is voldaan.

N 47 BM Helder 20-2-1841 Pieter Mangel

N 48 Gouverneur 25-2-1841 Uittreksel Register Gemeentebestuur van den 22-2-1841

N 49 Gouverneur 25-2-1841 Vermindering Pl. Bel.

N 50 Gouverneur 25-2-1841 aanvrage quitantie

N 51 Gouverneur 26-2-1841 Nieuwe Beurtvaart op Alkmaar

N 52 26-2-1841 cert: Jan Dijker

N 53 B&W Leeuwarden 27-2-1841 OD Jacob Hamer

N 54 NM

N 55 3-3-1841 cert: R. Spreeuw en J. Hemme

N 56 BM Helder NM

N 57 NM

N 58 5-3-1841 Aan de Gouverneur Rekest van C. Knol

Dat het toestaan van het gevraagde niet zoude kunnen missen een belangrijke vergraving, daardoor verstuiving en mitsdien groot nadeel voor de Provinciale Duinen ter aangeweze plaats te veroorzaken, behalve voor nog dat deszelfs directe belending aan de aldaar wonende pachter allerlei ongelegenheid zou aanleiding geven, die het hoogst wenschelijk is te voorkomen. De personele toestand van de Rekestrant levert tenslotte hoegenaamd geen vertrouwen op, zoodat om een en ander reden [het advies is afwijzing].

N 59 9-3-1841 NM

N 60 12-3-1841 NM

N 61 13-3-1841 NM

N 62 BM Medemblik BS 13-3-1841

N 63 Gouverneur 16-3-1841 Regl. Visscherij Zuiderzee

N 64 Gouverneur 18-3-1841 toren Oosterend

N 65 cert: A. Duinker

N 66 BM x bij Gouda 19-3-1841 NM

N 67 Gouverneur 20-3-1841 Uittreksel Raad 19 dezer

N 68 Gouverneur 22-3-1841 NM

N 69 Gouverneur 22-3-1841 Kwitantie Staatsblad

N 70 22-3-1841 NM

N 71 cert:

N 72 Schutterij 24-3-1841

N 73 BM Helder 26-3-1841 NM

N 74 BM Helder 29-3-1841 verpleging van Pieter Jb. Mangel

N 75 cert: Bartel Houtwipper 31-3-1841

N 76 tot en met 84 1-4-1841 Aan de predikanten

Bidden voor de zwangere prinses Frederik der Nederlanden.

N 85 Gouverneur 1-4-1841 Berigt op missive van 31 maart nav Missieve van BM van Urk

Dat werkelijk de personen van K. Ras en H. de Vries in den storm van 13 November ll met een visschuit op de NW kust van dit Eiland zijn gestrand, dat deszelfs schuit als een wrak alhier op strand aangespoeld, en daarin zich niet dan eenige kleinigheden bevonden, al het welk vervolgens publiek is verkocht op den 16 dier maand en de som van f 31.15 heeft opgebragt.

Dat voorts gemelde personen zich bij mij vervoegd hebben met verzoek tot het doen eener Collecte binnen deze gemeente, ten einde zich op deze wijze een ander vaartuig aanteschaffen, hetwelk ik uit aanmerking hunner diep ongelukkige toestand hun heb toegestaan en waar door zij alhier eene som van ± f 100 hebben ingezameld, Terwijl ik overigens als geheel onbekend zijnde met den aard der zaak eerbiediglijk moet verschonen van het geven van eenig advies in deze, alleenlijk is mij bekend dat de zelven, gedurende hun verblijf alhier zich zeer betamelijk hebben gedragen.

N 86 cert:

N 87 Gouverneur 8-4-1841 Alhier183 stemgerechtigden

N 88 Gouverneur 8-4-1841 Verificatie gemeentekas

N 89 President Militieraad Hoorn 8-4-1841 NM

N 90 BM Ouddorp 9-4-1841 NM

N 91 Gouverneur 9-4-1841 vaccinaties

N 92 Prov. Comm. idem

N 93 9-4-1841 Aan de Burgemeester van Beverwijk Geboorteattest van Bartel Houtwipper

N 94 cert:

N 95 idem

N 96 Dir. Gen. Marine 15-4-1841 soldij Marine

N 97 cert:

N 98 Gouverneur 25-4-1841 Kieslijsten

N 99 cert:

N 100 BM Helder 25-4-1841 BS

N 101 Gouverneur 24-4-1841 NM

N 102 cert:

N 103 Gouverneur 27-4-1841 Tabellen Liefdadigheid

N 104 Gouverneur 26-4-1841 Strandvonderij

Dat de persoon van Klaas Jansz Kikkert bij mij bekend staat als zijnde van een goed zedelijk gedrag, en die (zoo verre ik dit beoordeelen kan) alle geschiktheid bezit voor de betrekking waartoe hij wordt voor gedragen, weshalven ik mij de Eer geef daaromtrent gunstig te rapporteren.

N 105 Officier van Justitie Alkmaar 29-4-1841 BS 1840

N 106 cert:

N 107 Gouverneur 30-4-1841 rekest Armbez. huis RC Burg

1-5-1841 Aan de Gouverneur

Dat geen bezwaar bestaat tegen de aanvaarding van het daarbij omschreven huis en erf door de RC Gemeente van den Burg, maar na naauwkeurig onderzoek, en nadat ik ook het bestaande armhuis dier Gemeente bezocht heb, is mij gebleken, dat de aankoop van het Huis en Erf Sectie K N 194 en E 140 door de Rekestranten in hunnen kwaliteit gedaan, zonder dat er over alvorens den Pastoor of eenige der voornaamste leden hunner Gemeente te raadplegen.

Dat de aankoop zelve volstrekt niet te regtvaardigen is door eenige directe behoefte van een gebouw, alzoo het bestaande Armenhuis alzins voldoet, zoo zeer dat het nu door hen qq zonder schuur gekochte gebouw bijlange na niet zoo bruikbaar is, maar eerst met veele kosten daartoe zoude moeten worden ingerigt.

Dat van een en ander dan ook het natuurlijk gevolg is, dat de daad van Armbezorgers nu algemeen door de Leden dier Gemeente wordt afgekeurd.

Om alle deze redenen Excellentie is het dat ik geeen zwarigheid make, dezelve te adviseren in het gedaan verzoek te difficulteren en te wijzen van de hand.-

[Advies van Burgemeester: aankoop is niet teregt, het oude Armhuis voldoet, aankoop onnodig enz. Afgekeurd door de leden. Wijzen van de hand].

N 108 cert:

N 109 Gouverneur 4-5-1841 Proc. Verb. Kiezers

N 110 ontvang 648 Patentbladen

N 111 Gouverneur 11-5-1841 NM

N 112 Gouverneur 11-5-1841 Rekest Kl. S. Kikkert gunstig aantebevelen

N 113 Gouverneur 11-5-1841 RC gemeente OS

N 114 Cert.

N 115 NM

N 116 NM

N 117 den Heer Jb. Verberne te OS 17-5-1841

Dat gij benoemd zijt tot Brandmeester te OS alhier.

N 118 Gouverneur 18-5-1841 NM

N 119 BS

N 120 Gouverneur 20-5-1841 NM

N 121 BM Helder 22-5-1841 BS

N 122 cert

N 123 Kadaster

N 124 cert

N 125 Officier van Justitie ter Regtbank Haarlem 25-5-1841

Genoemde personen zijn onbekend en hebben vermoedelijk hier nimmer gewoond.

N 126 Gouverneur 26-5-1841 NM

N 127 26-5-1841 School Eijerland verbouw wagenmakerij te CD tot een school en onderwijzerswoning

N 128 cert

N 129 Gouverneur 4-5-1841 Rek. Wed. S de Wijn

Dat wat betreft het eerste punt van des Rekestrantes beklag over de handhaving van den Substituut Strandvonder van Lienen ik niet in de mogelijkheid ben daarover eenig juist oordeel te vellen, aangezien zulks alleen kan geschieden door hem, die daarvoor met de noodige kennis der Localiteit als van ettelijke bij omstandigheden is toegerust, zonder welke men meer dan waarschijnlijk een zeer onregtvaardig oordeel zou uitspreken; trouwens daar de handelingen van dien substituut hbben plaats gehad ongetwijfeld behoudens zijn verantwoording aan Uwe Excellentie, zoo zal dezelve ongetwijfeld ten volle in staat zijn, de meerdere of mindere gegrondheid der in deze gedane beschuldiging met juistheid te beoordeelen.

Wat voorts betreft het voorstel van de Rekestrante tot bekoming van eenige Subsidie van s Rijks wege, zoo zoude dit welligt een onderwerp kunnen uitmaken, ter overweging bij het Departement van Marine als in wier dienst (Afdeling Loodswezen) de bewuste ramp heeft plaats gevonden, welk Departement dan daartoe termen vindende, aan ZM een daartoe strekkend voorstel zou kunnen doen, de eerste stap echter tot welke iets van de Rekestrant zelve zou dienen uittegaan.-

Ik acht mij echter verpligt Uwe Excellentie hierbij optemerken dat reeds dadelijk na het voorvallen der bewuste zeeramp zich een Commissie onder voorzitting van den Heer Onder-Inspecteur van het Loodswezen te Nieuwediep heeft geformeerd, met oogmerk om een fonds voor de nagebleven betrekkingen daartestellen, welke Commissie met vrij veel succes is werkzaam geweest en ook zoo ik hoor, vrij aanmerkelijke som moet in kas hebben, waaronder ook eene som van f 285,- binnen deze gemeente bijeengebragt. Het oogmerk scheen te zijn daarvoor een vaartuig aantekoopen tot vergoeding van het Schip, doch wat daarvan zij, zoo veel is zeker, dat tot heden de Rekestrante nog niet in het genot dier gelden schijnt gesteld te zijn.

Bijaldien nu Uwe Excellentie zich hiermede kon vereenigen, dan ware welligt het eenige, maar niet onbelangrijke, wat in deze have voor de Rekestrante zou kunnen gedaan worden, dat dezelve bij de evengenoemde te N. Diep gevestigde Commissie ten behoeve de Rekestrante hare vermogende tusschenkomst deed gelden, ten eerste het nemen van eenen afdoenden en geschikten maatregel in de belegging der bijeengezamelde gelden te procureren, terwijl voorts de Rekestrante tot het bekomen van Rijks Subsidie op de bovengezegde wijze naar het Departement van Marine zoude kunnen worden verwezen.

N 130 Controleur Rijksbelasting te Helder 2-6-1841

Tegenschatters Pieter Plavier en Hendrik Verberne

N 131 cert

N 132 8-6-1841 Schutterij

N 133 cert

N 134 NM

N 135 Gouverneur 12-6-1841 NM rekest Poulus Kikkert geene zwarigheid

N 136 Gouverneur 12-6-1841 tabellen

N 137 en 138 14-6-1841 Aan de predikanten

Collecte voor de Gewapende dienst den 21 dezer aankondigen van de kansel

N 139 schutterij

N 140, 141, 143, 144 schutterij

N 145 BM Helder 17-6-1841 BS

N 146 Staten van debiet van de Heeren Zetters

N 147 cert

N 148 Gouverneur 24-6-1841 NM

N 149 Inzending Rek. Gemeente 1840

N 150 idem Gesticht

N 151 26-6-1841 Aan B&W van Sluis Over verplegingskosten voor T.J. Duinker

Dat aangezien de fondsen van het Algemeen Armbestuur dezer gemeente niet toelaten eenige subsidie te geven op zulke ver verwijderde plaatsen, aan hetzelve geheel onbekende personen, uit dien hoofde het Diaconie Bestuur a costi wordt uitgenoodigd geen ondersteuning meer te geven aan de vrouw of kinderen van T.J. Duinker te verleenen, maar dezelve medetedeelen, dat wanneer hetzelve vermeent, aanspraak te kunnen maken op onderstand, hetzelve zich alhier te begeven hebben, als wanneer in dezelver verzorging geheel zal worden voorzien.

[Teunis Jacobsz Duinker (1808-1841) uit Oosterend was een zoon van Jacob Sijbrandsz Duinker en Jannetje Arends Zutphen. Hij was op 4 mei 1841 gestorven te Sluis. Zijn eerste vrouw, met wie hij in 1828 trouwde, was Grietje Dijker (1800-18xx) met wie hij een dochter Liesbeth had, die in 1829 is overleden. In 1837 is hij te Sluis hertrouwd met Marie Thérèse Quintes (1811-1866). Hun eerste kind Cornelia Amelia Francisca was een half jaar voor de trouwerij geboren. Daarna kwam elk jaar een kind, Cornelia Francisca in 1838, Willem Frederik in 1839 en Johannes Josephus in 1840. Bij de dood van de vader waren nog twee ervan in leven. De weduwe weigerde naar Texel te gaan. Daar kende ze niemand].

N 152 Gouverneur 28-6-1841 Disp rekest P. Kikkert

N 153 Gouverneur 2-7-1841 Oestervisscherij

N 154 BM Wieringen 1-7-1841 Alimentatie C. Buis

C. Buis schijnt eene borstkwaal te hebben, die bij een verzwakt gestel eene spoedige dood doet tegemoet zien. Ik geef UEd alzoo in bedenking, van deze omstandigheid onverwijld kennis te geven aan de voorm kinderen, ten einde zij dan naar goedvinding kunnen handelen.-

N 155 2-7-1841 cert T. Platvoet

N 156 4-7-1841 ver. Gem. kas

N 157 7-7-1841 Patenten

N 158-165 10-7-1841 Aan de predikanten

Na het bidden nu danken voor de gelukkige verlossing der prinses.

N 166 BM Ouddorp Zuid Holland 12-7-1841 paspoort H. Proost

N 167 Gouverneur 14-7-1841 Inzending staat der vaccinatie

N 168 Idem Prov Commissie

N 169 Gouverneur 10-7-1841 Dekboekjes van de zich alhier bevindende dekhengsten Ladopt, Achilles en Roland van 's Rijks Stoeterij te Borculo.

N 170 15-7-1841 soldij schepelingen

N 171 Gouverneur 15-7-1841 NM

N 172 19-7-1841 Pieter Kikkert

N 173 Regtbank Alkmaar Legalisatie van bijgaand extract tbv Marretje Bakker te Avereest

N 174 Gouverneur 22-7-1841 NM

N 175 Controleur te Helder Patentzegels

N 176 22-7-1841 Aan de Voorzitter van de Regtbank te Alkmaar, onderwerp Burgerlijke Stand Bijgaand Extract ten behoeve van Marretje Bakker uit de Gemeente Avereest

N 177 Officier van Justitie Alkmaar 23-7-1841

Dat ik op gisteren de bij den brief gemelde personen zelve heb gehoord en daaruit ben te weten gekomen:

Dat zij het vorige jaar naar aanleiding eener Advertentie in de Courant zich hebben begeven naar den Heer Mr: W. Bok alhier, ten einde ZEG te verzoeken zich hunne belangen in deze te willen aantrekken.

Dat zulks eene Correspondentie ten gevolge gehad heeft tusschn dien Heer en den Heer M: Fontein Verschuer van welke laatste mij een brief is medegedeeld, dien ik extracts gewijs hierbij overlegge en ten gevolge van welke stof ? de Erve Dijker den verdere afloop dier zaak gemeend hebben te moeten afwachten daar toch hun bestaan nu eenmaal bij den Curator bekend zijnde, zij mogen verwachten, dat wanneer er iets voor hen te recouvreren viel, zij daarvan tijdig zoude worden geïnformeerd, en het alvorens maken van eenige kosten van ligten van bewijzen, geven van Volmagt enz enz hun door den Heer Bok stellig werd afgeraden, die echter ter voldoening aan het slot van den Brief van den Heer Verschuur den Brief van 4 November 1840 geschreven heeft.

Zoo nu heb ik de toedragt der zaak bevonden- tevens gaat hierbij een geslacht Lijst der Erven uit hunnen mond opgetekend, waaruit UEd zult ontwaren, dat er Vier staken zijn die dan in deze zich als regt hebbenden zouden opdoen.

De belanghebbenden overigens zijn alle menschen uit den mindere Stand die gaarne zich een deze nalatenschap zullen laten gelegen liggen, zoodra hun met eenige Zekerheid een goed slagen van hunne aantewenden moeite en noodzakelijke kosten zal kunnen worden toegezegd, en wier belangen alzoo ik voor zoo veel des noods mij de Eer geef aan UEdele Achtb. Welwillendheid met nadruk aantebevelen.

N 178 cert

N 179 28-7-1841 Patenten

N 180 Gouverneur NM

N 181 BM Hoorn 2-8-1841 NM

N 182 BM x 3-8-1841 Onderstand dom. C. Buis

N 183 Gouverneur 4-8-1841 Schutterij

N 184 Domeinen 5-8-1841 onderwerp is in deliberatie

N 185 Gouverneur 5-8-1841 Schutterij

N 186

N 187 Ontvanger Registratie

N 188 Rijksbelasting Helder 6-8-1841

N 189 NM

N 190 Comm. Regim. Infanterie te Breda 9-8-1841 NM

Overlijden van Willem Ariesz Ellen gemeld door zijn vader.

Ik geef me alzoo de Eer UEA te verzoeken de goedheid te willen hebben om mij het Vereischte Doods Attest te doen geworden, ten einde de Inschrijving in de Registers der BS dezer Gemeente kunne geschieden, terwijl ik mij tevens in het belang van den behoeftigen vader de vrijheid veroorlove UEdelAchtb. Welwillende tusschenkomst interoepen bij den Heer Intendant of anderen Chef van dat Hospitaal, ten einde op eene officiele wijze te worden geinformeerd, wat de Nalatenschap is van den overleedenen, aangezien de vader meent te mogen vaststellen, dat dezelve nog eenige Kontanten zal hebben nagelaten, en zoo ja, op welke wijze daarover alsdan kan worden gedisponeerd.-

N 191 Agent van het Domein Alkmaar 10-8-1841 Afkoop van Erfpacht

N 192 Ontvanger Registratie 10-8-1841

Dat Hendrikje Reijers zich in zeer bekrompene omstandigheden is bevindende.

N 193 Agent van het Domein Alkmaar 12-8-1841 Erfpacht

N 194 12-8-1841 NM C. Nannings is ziek

N 195 Gouverneur NM 13-8-1841

J.W. Gieske is plaatsvervanger voor Pieter Paulusz Kikkert

N 196 Controleur Rijksbel. Helder 16-8-1841 Patentlegger

N 197 16-8-1841 NM

N 198 BM Avereest 16-8-1841 onderstand Slot en Tjebbes

N 199 Gouverneur 16-8-1841 Kwitantie

N 200 NM 16-8-1841 Aan de Commandant van het Depot Reg: jagers te 's Gravenhage

Arien Ellen, de vader van de overleden Milicien Willem Ellen, [denkt] dat dezelve nog eenige kontanten zal hebben nagelaten, en zoo dit werkelijk het geval is, zal het mij aangenaam zijn te worden geïnformeerd op welke wijze daarover alsdan kan worden beschikt.

Idem Comm. Regim. Infanterie te Breda.

Willem Ellen (1820-1841) soldaat bij de 4e cie, 2e bat, 4e reg infanterie in Breda, zoon van Aarjen Willemsz Ellen (1798-1859) en Jantje de Leeuw (1800-1841) van Oost. Jantje stierf in april, haar zoon in augustus. Willem was de oudste van 9 kinderen, van wie 2 jong stierven].

N 201 BM Breskens

N 202 B&W Stad Deventer 18-8-1841 H. Kolder

N 203 Off. v. Justitie Alkmaar 18-8-1841 BS

N 204 Gouverneur 20-8-1841 Patenten

N 205 Gouverneur 24-8-1841 Kwitantie Rijks Kassier

N 206 cert

N 207 Agent van de Domeinen Alkmaar 27-8-1841 Inlichtingen verzocht

N 208 Gouverneur 31-8-1841 Posterij

Dat ik de zaak in kwestie met alle gezetheid onderzocht en de personen tegen welke de klagte van den postschipper C. de Bruin gerigt is, gesproken heb, waaruit mij het volgende is gebleken:

Dat het eene waarheid is, dat sedert eenige weken ettelijke Texelaren zich naar het aangewezen punt begeven hebben om aldaar schelpen te visschen.

Dat dit schelpen visschen volgens hunne neening nimmer eenige verhoging of verdroging van den bedoelden rug kan daarstellen aangezien het vooreerst van zelve spreekt dat de weggenomen schelpen wel den rug zouden verminderen, maar niet vermeerderen, ten anderen, de daardoor momenteel ontstaande geringe Zandverschuiving immer kan strekken ten nadeele van dit Vaarwater, omdat die schelpvisscherij nooit anders dan met de Eb kunnende plaats vinden- diezelfde aldaar sterk gaande Eb, die los gewerkte zandmassa zoo die al ooit van eenige betekenis mogt zijn (dus neen) dan toch altoos direct naar buiten in Volle Zee voert, en alzoo geheel onschadelijk maakt.

Wat betreft het Oesterkorren waarvan gesproken wordt, zoo is zulks geheel onwaar en ook volstrekt onmogelijk- aangezien geen oesterbank daar ter plaatse bestaan kan, als zijnde alles loopgrond vol beweging- die dagelijksche veranderingen ondergaat, zoolang dat jaarlijksch zelfs de postschipper van het Eyerland zijn vaarwater veranderen en zich daarnaar regelen moet.

In een woord, Excellentie, ik voor mij koester de overtuiging dat de klagt en x van den postschipper op zijn zagst genomen merkelijk overdreven is- ten einde echter in deze den kortsten weg te gaan heb ik de daarbij betrokken personen ernstig uitgenoodigd en aangemaand zich van die kwestieuze plaats voortaan verwijderd te houden, en hunne schelpen elders te zoeken, dat zij mij dan ook hebben beloofd, en waardoor ik mij vleije, dat deze klagte niet zal worden herhaald.

N 209

N 210 31-8-1841 Aan de Burgemeester van Avereest

Te zenden f 38,38,5 voor verplegingskosten Trijntje Tjebbes over 1840 f 12,50, Dezelve doctorsrekening 1839 en 1840 f 10,50, G.J. Slot over 1840 f 15,75, maakt f 38,35

N 211 1-9-1841 zegels

N 212 cert

N 213 BS

N 214 Begroting

N 215 Schutterij

N 216 BM Helder

N 217 Directeuren Haven van Texel 10-9-1841

N 218 14-9-1841 Erven W. Ellen ontvangen f 5,86,5

[Willem (1821-1841) van Oost was op 3 augustus 1841 overleden in het Garnizoenshospitaal in Breda. Hij was een van 9 kinderen van Aarjen Willemsz Ellen en Jantje de Leeuw. Moeder Jantje was in april 1841 overleden].

N 219 14-9-1841

N 220 14-9-1841

N 221 cert

N 222 cert

N 223 15-9-1841 Min. van Marine te Gravenhage

Deze Gemeente ligt onder den last van eene Jaarlijksche uitkeering van f 565,50 die zij aan het Domein Bestuur ter zake van zekere wind, valkgeld en lammertienden enz, zoo als die benoemd wordt zou verschuldigd zijn. 2 ½ bladzijde.

N 224 NM

N 225 Gouverneur 19-9-1841 Herstel toren Oosterend

N 226 cert

N 227 Onder Inspecteur Loodswezen te Willemsoord 22-9-1841 FJ Boon en CC Griek

Dat ik niet in de mogelijkheid ben aan het daarbij uitgedrukte verlangen als niet tot de Nationalen Policie behorende alhier door den Heer Plaatsverv Kantonregter aanvankelijk geinstrueerd en vervolgens naar den Heer Officier van Justitie te Alkmaar opgezonden-

N 228 cert Kl. Gomes

N 229 cert

N 230 BS zegels

N 232 Gouverneur 1-10-1841 NM

N 233 BM Sluis 2-10-1841 wed Teunis Duinker

Dat bij mij dezer dagen is ingekomen eene Missive van HH Regenten van het Gesticht van Weldadigheid en Algemeene Armen alhier d: 13-9-1841, wlke ik mij de Eer geve UEA kopielijk toetezenden met de daarbij gevoegde Declaratien ad f 11,44 en f 48,50 alles betreffende de onderstand der Weduwe Teunis Duinker in UEA Stad.-

N 233a Gouverneur 5-10-1841 verificatie Gemeentekas

N 234 Gouverneur 6-10-1841 NM

Rekest van Yda Vos, wonende alhier, houdende verzoek tot voortzetting van het beroep van buiten zeeman door haren zoon Jan Teunisz Troost, welke bij de Loting van de NM over 1841 een dienstpligtig nummer getrokken heeft, heb ik de Eer Uwe Excellentie te kennen te geven:

Dat hetgeen door de Rekestrante in het voorsz rekest wordt aangevoerd der waarheid overeenkomstig is, en met name de Rekestrante in zeer hulpbehoevende toestand is verkerende-

Dat ik alzoo mij de Vrijheid meen te mogen veroorloven, het verzoek aan UEx belangrijke voorspraak gunstiglijk aantebevelen, te meer daar gemelde Milicien Troost reeds sedert Augustus 1839 als buitenzeeman werkzaam is, en hij alzoo tot dat beroep werkelijk wordt opgeleid.

[Eitje Klaas Vos (1797-1856) dochter van Klaas Cornelisz Vos en Antje Hendriks Krijnen van den Hoorn, trouwde in 1820 met Teunis Hendriksz Troost (1785-1832) van Oudeschild. Daar werden hun 8 kinderen geboren. Ze overleefde 4 van hen.

Tweeling geboren op 23-3-1821 Aaltje (1821-1851) en Hendrik

Jan (1822-18xx) leefde nog in 1853, hij was toen zeeman, net als zijn vader.

Antje (1824-1889)

Klaas (1825-1909)

Riekje (1827-1850)

Cornelis (1829-1853)

Gerrit (1831-1869)

N 235 Gouverneur 7-10-1841 overstorting van f 83.28 ½ wegens het aandeel dezer Gemeente in de Administratie enz der Koloniale bedelaars werkhuizen.

N 236 cert

N 237 Rijksontvanger te Texel 12-10-1841 Patenten Eyerland

N 238 Gouverneur 13-10-1841 Vaccine

N 239 op dato idem Prov Commissie

N 240 15-10-1841 Aanvraag certificaat Gerrit Leen en Jasper Troost

N 241 15-10-1841 Soldij Marine

N 242 16-10-1841 Alimentatie G. Slot 18.10

N 243 cert

N 244 Gouverneur 21-10-1841 Register

N 245 Gouverneur 22-10-1841 RC Kerk Eyerland

N 250 tot N 272 Circulaires Broodbakkers en Meelmolenaars over het Moederkoorn

N 273 Ambtenaar BS der Stad Alkmaar 25-10-1841

Geboorte extract van Willem Gersen

N 274 Gouverneur 26-10-1841 Benoeming Zetters 1842

N 275 cert

N 276 Gouverneur 26-10-1841 Rekening dienst 1840

N 277 BM Ouddorp BS

N 278 Gouverneur 30-10-1841 Loterij C. Mooyen

N 279 Bestuur polder Waal en Burg 30-10-1841

UEd medetedeelen de bijzondere tevredenheid van HEGA over het toepassen der kadastrale meetingen in het Heffen der Polderlasten voor de door UE bestuurd wordende polder.

N 280 Idem Hoornder Nieuwland

N 281 Idem Dijkscollegie

N 282 Minister van Marine te 's Hage 1-11-1841 BS

Dat zich op heden bij mij heeft vervoegd de weduwe van den Kapitein luitenant te zee A.D. Voigt, volgens berigten uit de Oost Indien Archipel gestorven 4 Mei El, met verzoek om eene acte van Overlijden van denzelven wijlen haren Echtgenoot, ten einde daarmede zich te wenden tot de Directie van het Weduwen en Weezen fonds, ter bekoming van het haar komende. Dat echter ter Secretarie alhier nog geene mededeeling van dit overlijden is ontvangenzoo veroorloof ik mij n het belang dier weduwe Uwe Exc: te verzoeken mij, bijaldien dit zijn kan, de officiele mededeeling daarvan overeenkomstig art 60 van het BW te willen doen toezenden, ten einde ik vervolgens aan het verlangen der voorn: weduwe kan voldoen.

N 283 Controleur der Rijksbelasting Helder 3-11-1841 Patent Register

N 284 BM Helder 2-11-1841 NM

N 285 BM Haarlem

N 286 BM Sluis in Zeeland 3-11-1841 Verpleging wed. Duinker f 11.44

N 287 Komm Gouda 5-11-1841

UEdGestr: bij deze te doen geworden een Attest van Overlijden van Pieter Tiessen, in dienst als Milicien bij het Regiment Infanterie 1 Batt: 4 e Comp: thans met onbepaald verlof alhier.

Terwijl ik de vrijheid neem UEdGestr: te verzoeken, om te mogen worden geïnformeerd hoedanig door mij moet worden gehandeld met de montering en Equipementstukken aan gemelde Milicien bij vertrek van zijn Corps medegegeven.

N 288 Controleur der Rijksbelasting te Helder 5-11-1841

Berigt Rekest Hervormde Gemeente te OS

N 289 Gouverneur 11-11-1841 Rekest J. Witte

Dat mij bij gedaan onderzoek gebleken is dat het door den rekestrant aangevoerde in Substantie den waarheid overeenkomstig is.

Dat intusschen, wat betreft de meerdere of mindere waarschijnlijkheid eener goede uitkomst der pogingen van den Rekestrant, het hoogst moeilijk, zoo niet onmogelijk is daaromtrent iets te bepalen- vooral daar de Rekestrant door eigen arbeid daartoe weinig schijnt te kunnen toebrengen.

Ik kan alzoo niet anders dan den Rekestrant op algemeene gronden aan de welwillendheid uwer Excellentie aanbevelen, bijaldien dezelve zich voor denzelven uit hoofde van zijn ongeluk zoude willen interesseren, daar er overigens geene bijzondere gronden bestaan, waarop deszelfs verzoek bij het Gouvernement op eenige bijzondere ondersteuning zou kunnen aanspraak maken.-

N 290 11-11-1841 Aan de Gouverneur Rekest J.H. Rikkert,

Dat reeds in 1836 dezelve rekestrant zich met het zelfde verzoek heeft gewend tot Uwe Excellentie.

Dat [U toen] de Rekestrant heeft verwezen naar de Erfpachter der bedoelde gronden den Heer van Lit.

Dat daarop de Rekestrant met goedkeuring van dien Heer tot de bebouwing der bedoelde gronden is overgegaan en ook daarin nog heden door niemand belet wordt.

Dat hij echter alle die antwoorden overstappende alsnu de zaak doet voorkomen als of de voornoemde gronden als 't ware geheel waren geoccupeerd, ten zij door hem, iets hetwelk geheel is onjuist, en bezijden de waarheid.

Dat het mij alzoo onder verbetering voorkomt dat, aangezien de motieven voor het Rekest en Besluit van Oct: 1836 nog altoos moet blijven bestaan. De gronden door de Rekestrant bebouwt worden bezeten in erfpacht bij den Heer van Lit, en het is dus van dien Heer alleen, dat de Rekestrant de zekerheid moet trachten te bekomen, die de Erfpachter regtens kan en mag verleenen.

N 291 Gouverneur 12-11-1841 Benoeming leden van de Raad en Assessor

N 292 Militie Commissaris Hoorn 12-11-1841 Inspectie Verlofgangers

N 293 Gouverneur 13-11-1841 Vervoer Buskruid

N 294 BM Haarlem 13-11-1841 restitutie

N 295 Gouverneur 15-11-1841 cert

N 296 Gouverneur 16-11-1841 staat

N 297-306 Predikanten en Pastoor 17-11-1841

N 307 Comm. Depot 4 Reg. Inf. Gouda 17-11-1841 NM

Goederen P. Tiessen, bijl. en 1 Paket

N 308 18-11-1841 NM

N 309 NM

N 310 BM Hoorn 19-11-1841 BS

N 311 Comm. Depot 4 Reg. Inf. Gouda 20-11-1841 NM

Ontvangst f 5.86 ½ Echter is de ontvangst daarvan uithoofde de van hier zeldzaam gelegenheid is vertraagd geworden. Op gisteren van hier is vertrokken schipper C. Koning welke de achtergelatene goederen van den alhier overleden Milicien P. Tiessen [meeneemt].

N 312 BM Stellendam 19-11-1841 Onderstand Petronella Witvlied

Dat sedert den 7 dezer op last van voorn: HH Regenten onder geneeskundige behandeling is opgenomen de Persoon van Petronella Witvliet, volgens opgave oud 18 jaren geboortig binnen UEdA Gemeente, dochter van Gommert Witvliet, overleden en Antonia Janzen, thans Huisvrouw van Philippus Triendijk, mede binnen UEdA Gemeente woonachtig en bij de Hervormde Gemeente aldaar gedoopt en behorende en alzoo haar OD hebbende.

De voornoemde Petr. Witvliet moet in zeer ernstige toestand verkeren, die alle vervoer naar dat Gesticht zelve ondoenelijk maakt. Zij bevindt zich ten huize van hare oom Albert Janzen, arbeider op Eijerland, die voor haar verpleging niets vordert, maar buiten staat is de kosten van den geneeskundigen dienst te dragen, die alzoo komt voor Rekening van het daartoe verpligte Armbestuur en hetwelk ik UEdA verzoek van deze omstandigheden wel te willen informeren.

[Petronella Witvliet (1823-1841, overleden op 26-11, dochter van Gommert Arensz Witvliet (1793-1826) en Anthonia Jans Jansen (1794-1856) van Stellendam. Jan en Arend Witvliet bleven op Texel, Jan stierf in Eierland (1825-1891), Arend in de Everstekoog (1826-1860)]

Bij haar overlijden is Petronella 18 jaar; zij is overleden om 09.00u; aangifte overl op 26 nov 1841 door Albert Janssen, 41 jaar, arbeider, oom van de overledene, wonende in Eierland en Cornelis Moojen, 65 jaar, eilandsbode, wonende in Den Burg

4-12-1856 Besluit van Burgemeester van Texel op verzoek van Antonia Jansen, eerder weduwe van Gomert Witvliet, later van Philippus Vriesendijk, zonder beroep, om medicijnen en geneeskundige hulp, ernstig ziek, Onderstand en medicijnen voor rekening van de gemeente Stellendam.

N 313 BS Amsterdam 22-11-1841

N 314 Gouverneur 25-11-1841 Schutterij

Comm. Depot 4 Reg. Inf. Gouda 17-11-1841 NM

N 315 25-11-1841 Bevolking 4924 zielen, doch dat dit geheel wordt zamengesteld uit de volgende geheel van elkander afgescheiden vlek, dorpen en gehuchten, zamen met de tusschengelegen lande, Duinen en vlakten uitmakende de Gemeente en het Eiland Texel.

Burg vlek met 1023 Zielen, Oudeschild kerkdorp 949, Hoorn kerkdorp 469, Waal kerkdorp 136, Oosterend kerkdorp 472, Koog kerkdorp 61, Cocksdorp kerkdorp 193. Voorts Oost gehucht 224, Zevenhuizen gehucht 55.

[tussen Hoorn en Waal is met potlood geschreven (door Jan van der Vlis) Westen 82, wat nergens op slaat, aangezien de Westen toen hoogstens een buurt was]

Deze Zielen, met de nog overige in het open veld wonende 1320, nu zijn verspreid over eene oppervlakte van minstens 8 uren, 4 uren grootste lengte en 2 uren gemiddelde breedte (zie kaart).

Bij zoodanige plaatselijke gelegenheid is aan eene dienstdoende Schutterij in de geest der wet, niet te denken aan een geregeld opkomen en oefenen. Wel zijn hier Rustende Schutters.

N 315a cert

N 315b Officier van Justitie te Alkmaar 2-12-1841 BS

Ik geef mij de Eer het wijzer oordeel van UEdAchtb omtrent het volgende punt te raadplegen:

Volgens art 127 van het BW is het gebrek eener Geboorte Acte eindelijk ook te verhelpen door eenen bij den Ambtenaar van den BS afgelegde beedigde verklaring van den Echtgenoot houdende dat hij zich geene Geboorte Acte of ook van Bekendheid kan verschaffen.

In Dec. 1830 is deze Wetsbepaling door mijn voorganger aldus toegepast dat zoodanige verklaring in de Huwelijks Acte zelve werd opgenomen.

In navolging daarvan heb ik gemeend den 17 Junij dezes jaars even zoo te mogen handelen in soortgelijk geval. Hetzelfde geval echter zich alsnu weer voordoende heeft dit aanleiding gegeven tot eene vernieuwde overweging van deze Wetsbepaling met dat gevolg dat zich alsnu het denkbeeld aan mij voordoet zoodanige verklaring voortaan daartestellen bij wijze eener afzonderlijke voor mij afteleggen Acte van welke Acte vervolgens als de eigenlijke geboorte Acte vervangende in de Huwelijks Acte wordt melding gemaakt, overeenkomstig het slot van voornoemt art. 127. De zaak komt op hetzelfde neder, daar ik echter gaarne dien vorm tot vasten regel voor het vervolg zou wenschen aantenemen, welke door UEdAchtb geacht wordt als de meest aan de wet overeenkomstig te zijn, meende ik best te doen, dit punt ter beoordeeling aan UEdAchtb voortestellen, met Verzoek daarin te worden voorgelicht.

N 316 Gouverneur 3-12-1841 Merriekeur

D. Lap zijn had merrie verkocht aan C. Keijser, voordat hij hoorde van de prijs die zij had gewonnen bij de keuring. Nu wil hij meer geld.

N 317 schutterij

N 318 x 12-12-1841 Policie PV

N 319 BM Helder 13-12-1841 Ariaantje Bakker

N 320 Gouverneur 17-12-1841 Rijks- en Polderlasten

N 321 17-12-1841 Gelauff

N 322 BM Zoutkamp Groningen 27-12-1841 Doodcedul van Harm Gessel, welke bij de stranding van het smakschip Johanna hier is verongelukt.

N 323 Gouverneur 30-12-1841 NM

N 324 Gouverneur 31-12-1841 Deliberatien Raad, voordragt voor de opengevallen posten.

N 325 Gouverneur 31-12-1841 Rekest Diakenen HV OS

N 326 Gouverneur 31-12-1841 Plaatsverv. commies P. Schagen

Dat door dit Bestuur wordt berust, doch dat wij vermeenen beleefdelijk ons te mogen veroorloven, de volgende voorwaarde dezerzijds voortestellen, zij is deze:

Dat de vernieuwde opgedragen Rijks Commissie aan den Plaatselijken Commies Pieter Schagen zich niet verder zal uitstrekken als tot eene Rijks Surveillance aan de Haven van Texel, zoo als bereids gedurende den tijd, welke genoemde Plaatselijken Ambtenaar aldaar is gestationeerd geweest, is geschied, ja zelfs bij eene eventuele absentie der Rijks Commisen, krachtens zijn vroeger bekomene Commissie dikwijls Rijks Belangen aldaar geheel door hem worden waargenomen, gezien hij Schagen permanent aan de Haven geposteerd, uithoofde vrij zeker zeven achtste gedeelten der aan de Plaatselijke Belasting onderworpen goederen, op dat punt worden in en opgevoerd om welke reden dan ook van dat zoo hoog belangrijk punt meergenoemde Plaatselijke Commies niet kan worden verwijderd.

Zoo ook vermeen ik Uwe Exc: nog te moeten opmerken: Dat de daarbij tevens vermelde Eedaflegging wel niet zal behoeven, aangezien de meergenoemde Pieter Schagen reeds eene dergelijke Commissie in dato 24-12-1836 uitgereikt bezit, en daarop den Eed heeft afgelegd, den 22-7-1837 bij den Heer Arrondissements Inspecteur te Amsterdam.

1842

N 1 Gouverneur 1-1-1842 Reisgeld der Miliciens

N 2 3-1-1842 Dat in de loop van het jaar 1841 van hier metter woon is vertrokken den Genees- Heel- en Vroedmeester C. F. Rechlien naar Muiden, in zijn plaats J.P.G. Gelauff van Muiden.

N 2b C Verklaring D. Lap

N 3 Gouverneur 6-1-1842 Brieven aan BM

N 7 NM 5-1-1842 signalement van Cornelis Breen

Wonende alhier geboren te Ouddorp Zuid Holland in het jaar 1823, 12 Oct.

beroep Boerenarbeider, zoon van Klaasje Breen, te Ouddorp woonachtig, hebbende geene gebreken of redenen van Vrijstelling opgegeven.

Signalement van deze Loteling

Lengte 1 El 630 Str, Aangez. ovaal, voorhoofd rond, oogen blaauw, neus gebogen, mond ordinair, kin rond, haar bruin, wenkbr. id, Merkbare tekenen geene.

N 8 BM Dirksland NM

Signalement van Jacob Sarelsen

N 9 Gouverneur 6-1-1842 Inspectie Gem. kas

N 10 Gouverneur 7-1-1842 opgave zich hier bevindende trekpaarden, wagens en karren, waarvan volgens bestaande verordeningen alle 4 jaren opgaven moeten worden gedaan.

N 11 Gouverneur 7-1-1842 opgave Staat der Brandblusch middelen

N 12 Gouverneur 7-1-1842 vertrek van personen naar andere Provincien

Cornelis de Geus en Hendrik Bakker naar Sliedrecht

Ingekomen Dom: Pieter Hasebroeck van Zutphen en Jufvrouw WG van Grasstek van Leijden

N 13 Gouverneur 7-1-1842 Inzending Staat van Geboorte, Sterfgevallen en Huwelijken 1841

N 14 tot 16

N 17 13-1-1842 Patent zegels

N 18 Gouverneur 15-1-1842 vaccinatie

N 19 Prov. Commissie

N 20 Marine 's Gravenhage 17-1-1842

Staat in duplo van zich alhier bevindende vrouwen van schepelingen

N 21 NM

N 22 cert

N 23 BM Stellendam 20-1-1842

Uitschotten gedaan ten behoeve van Petronella Witvliet

N 24 NM

N 25 NM

N 26 tot 34 NM certificaten van dienst

N 35 21-1-1842 Kadaster

N 36 BM Haarlemmerliede 22-1-1842 Onderstand T. Zegel

N 37 Gouverneur 22-1-1842 Eeredienst aantal Hervormde Zielen

N 38 Gouverneur 26-1-1842 NM BM Utrecht om signalement Lieuwe Steinfort

N 39 Gouverneur 29-1-1842 NM

N 40 Gouverneur 1-2-1842 extract Notulen dd 31-1-1842

N 41 1-2-1842 aan den Pres: Ar: Regtbank te Groningen

om legalisatie Doods Extract Jacob Eltjes Smit

N 42 BM Bierum legalisatie geb. Acte E. Smit, Dood Extr: A. Harms

N 43 cert

N 44 geene vrijwilligers

N 45 2-2-1842 Geene kinderen die naar de Maatschappij van Weldadigheid moeten worden opgezonden

N 46 NM

N 47 Gouverneur 6-2-1842 Oestervisscherij

N 48 BM Stellendam 4-2-1842 Inzending kwitantie onderstand P. Witvliet

N 49 cert

N 50 6-2-1842 Aan de Burgemeester van Hinloopen

Gevraagd geboorte Extract van Grietje Roosenboom, dochter van Wiggert Roosenboom en Jenske Jans Oomes geboren in de maand April 1820

[Vroedvrouw Janske Jans Oomes (1796-1867) van Ameland, gestorven in Oudeschild. Getrouwd met Wiggert Cornelis Rooseboom, kinderen Grietje (1820/21-18xx) Hindeloopen, Jacoba (1824-xx) Helder, Cornelia (1828/29-xx) Graft en Guurtje (1832/33-1829) Oudeschild]

N 51 patenten

N 52 Gouverneur 4-2-1842 NM

N 53 Voorzitter Militieraad Alkmaar 9-2-1842

N 54 BM Zevenhuizen bij Gouda 9-2-1842 A. v.d. Wal

N 55 NM

N 56 Kadaster

N 57 NM

N 58 NM

N 59 BM Loosdrecht 17-2-1842 inzenden dood Acte van Johanna van Aken

N 60 cert

N 61 cert

N 62 Gouverneur 26-2-1842 opgave der alhier in de laatste 5 jaren geteelde graansoorten

N 63a cert

N 63b BM Zevenhuisen bij Gouda onderzoek milicien A. v.d. Wal

N 64 schutterij

N 65 cert

N 66 Gouverneur 7-3-1842 Rekest NJ de Cock Eende Kooi

Dat dan ook door mij geene directe bezwaren er tegen bestaan, wanneer namelijk de Provincieele belangen en de verdelging van het konijn daarbij niet uit het oog verloren-

Wanneer toch de aangevraagde afpaling tot op een afstand van 100 Rijnse Roeden wordt toegestaan, dan valt een gedeelte der Zanddijk in dien kring, welke zoo verre mij bekend is, nimmer is toegelaten geworden dat is beperkt geworden. En daar nu Art. 28 der Wet van 11-7-1814 de beslissing der juiste bepaling van den afstand naar gelang der lokale omstandigheden aan de Provinciale Staten overlaat, zoo schijnt het mij toe dat in deze niet verder dan den afstand van 200 R. Roeden behoord te worden toegelaten, behoudens

N 67 BM Harlingen 11-3-1842 Alimentatie Pietertje Smit?

N 68 x verpleging 8 dagen Bartel x Forman oud 36 jaren van beroep Arbeider

N 69 cert

N 70 Gouverneur 12-3-1842 Nieuwe RC Pastoor OS

Dat ik tot heden van de aankomst van den nieuwe RC Pastoor te Oudeschil geheel onkundig gebleven zijnde, daarna onmiddellijk onderzoek gedaan en alsnu bevonden heb, dat werkelijk de Heer W. van der Meuden, Kapellaan bij de RC Gemeente te Beverwijk als Pastoor der Gemeente te Oudeschil benoemd, en als zoodanig reeds in functie getreden is.

N 71 cert

N 72 cert

N 73 NM

N 74 cert

N 75 BM Oldenhove prov. Groningen Acte van Overlijden van BJ Homan

N 76 cert

N 77 Gouverneur 26-3-1842 Kosten Staatsblad

N 78 Gouverneur 26-3-1842 Diaconie HV Gemeente OS

N 79 Gouverneur 29-3-1842 Deliberatien Gemeenteraad

N 80 cert

N 81 BS

N 82 Gouverneur 30-3-1842 RC Godsdienst Eijerland

N 83 Gouverneur 1-4-1842 Transactien

N 84 BM van x Zuid Holland oproeping P. Saarlis

N 85 cert

N 86 Heer Schoolopzigter in het Dienst District van Noordholland te Helder 9-4-1842

Schoolcommissie 1 Steinfort 43 jaar, 2 Vrendenberg Cornelis 30 jaar, 3 Begeman Adolf 27 jaar, 4 Terstappen Johannes 30 jaar, de eerste 3 Predikant der gereformeerde kerk en de laatste RC Pastoor aan de Burg.

Wat betreft een verandering of vermeerdering der Commissie, zoo zijn wij na rijp beraad van oordeel dat daaraan geen behoefte bestaat.

N 87 BM Kloosterburen

Dat in den Polder Eijerland ziek geworden is de persoon van Hendrik Jans Rolbeek, arbeider aldaar, 23 jaar, RC

N 88

N 89a Voorzitter Mil. Raad te Alkmaar 11-4-1842 NM

Dat zich bij mij vervoegd heeft Jannetje Krijnen, weduwe Nannings wonende alhier, haar wensch te kennen gevende om haar zoon Fulps Nannings, van beroep Zeeman, brenger dezes (hiermee zijne bewilliging te kennen gevende) in plaats van haren zoon Pieter Nannings van beroep boer, welke voor den dienst een dienstplichtig nummer heeft getrokken, in dienst te stellen, alzoo haren oudsten zoon in haren affaire onmisbaar is, toch niet in de termen valt om als Kostwinner te worden vrijgesteld.

Gemelde persoon hoezeer de vereischte ouderdom voor als nog niet ten vollen hebbende, om voor zijn broeder in dienst te treden, schijnt mij echter veel beter voor den dienst geschikt te zijn, dan gemelden zijnen broeder. Terwijl dezelve Fulps Nanning, tevens van een goed zedelijk en onbesproken gedrag is en daar het tot stand brengen dezer verwisseling voor gezegde weduwe een zeer wenschelijke zaak is, neem ik de vrijheid UEdA welwillende medewerking in deze zaak ten behoeve van gemelde weduwe, eerbiediglijk te verzoeken, en om daartoe gemelden persoon de noodige inlichting of teregtwijzing te willen geven, of wel mij dezelve schriftelijk te doen geworden.-

N 89b Gouverneur 1-4-1842 Vaccine

N 90 vacc. Prov. Comm.

N 91 cert

N 92 BM Marken 12-4-1842 kosten behandeling van Adriaan Blaak

N 93 BM Haarlem 11-4-1842 J. Kruif

In April veel zieke vreemde arbeiders:

H.J. Rolbeek Kloosterburen, Adriaan Blaak van Flakkee, overleden kind van Dirk Kruijff van Stad Haarlem

N 94 cert

N 95 Inspec. Rijksbel. Haarlem 15-4-1842 kasoverstorting

N 96 vrouwen van schepelingen

N 97 Gouverneur 15-4-1842

Bedenkingen tegen verplaatsing van het Registratie Kantoor naar den Helder

N 98 Wethouder BS van Monnikendam 21-4-1842

N 99 NM

N 101 Gouverneur 21-4-1842 patenten

N 102 Gouverneur 1-4-1842 tabellen

N 103 BM Helder 27-4-1842

N 104 NM

N 105 cert

N 106 Gouverneur 30-4-1842 RC Pastorij te CD

N 107 Gouverneur 30-4-1842 patenten

N 108 BM Capelle N. Braband 2-5-1842 NM

N 109 cert

N 110 7-5-1842 Registers

N 111 x

N 112-117 pro memorie

N 118 Gouverneur 17-5-1842 Rekest x

N 119 24-5-1842 Aan de Predikanten en Pastoor

Collecte ter leniging van de ramp de Stad Hamburg overkomen (bepaling van ZM de Koning) over Texel in de week van 30 Mei- 3 Juni

Het Plaatselijk bestuur van Texel (get) P. Keijser Sz Voorzitter

Ter ordonnantie de Secretaris (get) BOK

N 120 28-5-1842 Over een doodceduul van D. Henkes geschreven naar Ommerschans

[Dirk Albertsz Henkes (1763-1829) uit Wesel Duitsland. Getrouwd met Jantje Pieters Timmerman (1779-1839) uit Oosterend. Eerste kind Albert geboren op 1-12-1799, ondertrouw ouders op 4-12-1799. Kinderen Pietertje (1803-1843), Pieter (1806-1812) en Pieter (1818-1852), allemaal geboren en gestorven in Oost en Oosterend.

N 131 BM Haarlem 31-5-1842 Onderstand D. Kruijf

N 132 6-6-1842 Collecte voor de Brand te Hamburg f 120,-

Google-vertaling van de brief van een Engelsman over deze brand:

De brand begon om middernacht, op wonesday, de 4e mei, in de Slödinga markt, en na kort afterwards overgeslagen naar een warehouse met gedistilleerde dranken en andere licht ontvlambare artikelen, verspreid met dergelijke vreselijke snelheid, die bij dag-break van de 5e, zevenentwintig huizen en pakhuizen waren in vlammen op.

Het meest stre-nue inspanningen van de brandweer om de voortgang te arresteren, bleek vruchteloos, en in de richting van de middag de kerk van St. Nicolaas gevangen, en door de val van de toren. Wijd verspreide het vuur in alle richtingen.

Door Noan op de 6e, werden de oude Exchange, Senaat House, en de buurt, verbruikt, en kort daarna, de Neuer Wall, een deel van de Grossen Bleichen en THS oude Jungfernstieg (de laatste bezwaard met massa's van meubels prins gebracht van andere kwartalen voor veiligheid) waren in vlammen op.

de meeste consternatie heerste op dit moment, zoals het was de hele noordelijke gevreesd en westelijke deel van de stad zou worden opgeofferd, maar door de oordeelkundige isolatie van het vuur door het opblazen van een aantal huizen en het einde van de Jungfernstieg de richting van de Giinsc markt, en een voorzienigheid verandering van de wind, het was eTectually gecontroleerd in dit kwartaal .

Het destructive element, dan raasde met een grotere woede in de richting van de oude stad, en toen op de ochtend van de 7e, de kathedraal van St. Peter werd waargenomen in brand te staan, op; beter inzicht en angst had bereikt hun climax, zoals in de toenmalige stand van de wind, die elk uur steeds meer in geweld, was het duidelijk dat het lot van de oude stad, en van alle belangrijke magazijnen, en van de immense onroerend goed in hen, opgehangen aan een draad die zou kunnen los te maken van ono direct naar de andere. De algemene consternatie werd ook hy rapporten, berooid naar het schijnt, van de stichting, die pogingen waren gemaakt tijdens de nacht in brand te steken om de stad in verschillende andere richtingen versterkt. De gevolgen van die, waren zij succesvol gebleken, moet hebben tot de volledige vernietiging.

Deze verschrikkelijke stand van zaken duurde de hele dag, en in elke wijk, zelfs in die afgelegen van het theater van de ramp, mensen kunnen worden gezien het verlaten van hun woningen met een dergelijke van hun - waardevolle voorwerpen en meubels als ze de middelen hadden van het opslaan van, en haastte zich van een stad die verschenen gewijd en veroordeeld.

N 133 8-6-1842 Bewijs gedane Huwelijksafkondiging verzonden naar BM Helder voor C. Buikes.

N 134 Schutterij

N 135 patenten

N 136 BM Grootebroek 10-6-1842 Onderstands domicilie Jacob Spek

Op den 4 e dezer is binnen dez Gemeente gevonden zekere Jongeling volgens opgave genaamd Jacob Spek, oud 15 jaren, geboortig uit en gedomicilieerd binnen UEdA gemeente, doch sedert eenige dagen door zijn vader verlaten te Beverwijk en sedert x herwaarts gekomen.

Ik heb geoordeeld meest doelmatig te zijn die Jongeling te dirigeren naar en te stellen onder het opzigt van HH Regenten van het Gesticht van Weldadigheid alhier, ten einde deze dien Jongeling zouden verplegen en vervolgens naar de plaats van zijn OD zouden terugzenden.

Zulks is dan ook gebeurd x

N 137 Controleur belastingen Helder 11-6-1842 Aangifteformulieren

N 138 14-6-1842 Aan de predikanten en pastoor Collecte voor het Fonds tot aanmoediging van de gewapende Dienst op maandag 19 dezer.

N 142 BM Ommerschans Overijssel 15-6-1842

Ik heb de eer UEdA te doen geworden het beloop van f 2.35, overeenkomstig UEdA missive dd 9 dezer N 160 voor acte van overlijden D. Henkes.

N 143 16-6-1842 Schulpweg Burg- Oudeschild

N 144 BM Usquert Groningen NM

N 145 x

N 146 NM N 147 NM N 148- 151 NM loting

N 152 cert

N 153

N 154 BM Helder mandaat Duinker

N 155 Marine 16-6-1842 SJ Duinker

N 156 Gouverneur 17-6-1842 Maatschappij van Weldadigheid

F 60.- wegens voor betaling van verplegingskosten

N 157 Gouverneur 18-6-1842 straatweg OS

N 158 18-6-1842 Aan de Gouverneur

Nasporingen gedaan tot ontdekking van het verblijf van den bedelaars-kolonist J. Roters alias Jan de Platvoeter, doch [dat ik] geen spoor hoegenaamd binnen deze gemeente heb kunnen ontdekken.

N 159 Gouverneur 20-6-1842 Collecte voor Hamburg

N 160 BM Middelharnis 21-6-1842 BS

N 161 BM Grootenbroek en Lutjebroek 23-6-1842 Jb. Spek

Dat ik zwarigheid moet maken in UEdA daarbij gedaan verzoek, aangezien de zelve zich niet aan Bedelarij heeft schuldig gemaakt, en mijns oordeels alleen dan termen bestaan ter toepassing van het voorgeschrevene bij procesverbaal blad 1835 N 116 wanneer eene persoon bedelende gevonden, en alzoo op het kwaad betrapt is-

Ook mijn aan UEdA gezonden missive van den 10 dezer behelst alleen dat deze Jongeling hier gevonden is- niet dat volgens opgave al bedelende herwaards zoude zijn gekomen.

Het eenige wat alzoo in deze te doen overigens blijft is voornoemde Jacob Spek bij deze te stellen tot dispositie van UEdA ten einde daarmede verder te handelen zoo als UEdA zal vermeenen te behooren.

Ik mag echter niet nalaten UEdA bekend te maken met den wensch van HH Regenten van het Gesticht van Weldadigheid alhier die den voornoemden Jongeling tot dusverre hebben verpleegd, namelijk hetzelve, zoo mogelijk tot zijn vader wierd terug gevoerd als waaraan hij zeer gehecht schijnt, en om hem alsnu hij de Kolonie Veenhuizen zou verlaten hebben, terwijl zooals hij voorgeeft ook te Grootebroek het noodige onderhoud door dienst in den Landbouw zoude kunnen verdiend worden.

N 162 Gouverneur 23-6-1842 krankzinnigen gesticht

N 163 BM Hoorn 23-6-1842 NM

N 164 Ontvanger te Helder 2-7-1842 patenten

N 165 Gouverneur 6-7-1842 schutterij

N 166 Gouverneur 6-7-1842 verificatie Gemeente kas

N 167 Gouverneur 7-7-1842 vaccine

N 168 Prov. Comm. 7-7-1842 idem

N 169 cert

N 170 BM Avereest 12-7-1842 Alimentatie Vrouw Slot f 8.75

N 171 cert

N 172 Marine 15-7-1842

N 173 Gouverneur 15-7-1842 ordonnantie ad f 1062.35 tbv W. Hillenius

N 174 Gouverneur 20-7-1842 Rekening Gesticht van Weldadigheid alhier

N 175 Gouverneur 20-7-1842 dekboekjes van de alhier gestationeerde Rijkshengsten

N 176 Gouverneur 23-7-1842 patentzegels

N 177 Gouverneur 23-7-1842 NM

N 178 BM Amsterdam 24-7-1842 NM

N 179 Gouverneur 26-7-1842 Bezoek ZM den Koning op Texel

Wij haasten ons Uwer Exc: te berigten in antwoord op Derzelver Missive van den 26 dezer N 315/12307-

Dat hoezeer wij zoowel door het geheel onverwachts, als door den kort aanstaanden tijd van het Hoogstvereerende bezoek van ZM onzer Geëerbiedigde Koning aanvankelijk verrast waren desniettemin wij terstond gepoogd hebben de meest doelmatigen Maatregelen te nemen ten einde ZM bij Hoogstdeszelfs komst alhier te toonen dat wij x Eiland bewezene Hooge onderscheiding weten op prijs te stellen.

De Secretaris dezer gemeente zal zich nog heden naar Amsterdam begeven om in persoon te bezorgen dat gene wat onze bekrompen middelen alhier niet toelaten.

Reeds is op heden de Publicatie alhier gedaan, waarvan wij de Eer hebben kopielijk intezenden.

ZM zal op den 4 Augustus door ons aan het Havenhoofd worden verwelkomd, zullende beide postschuiten naar boord der Batavia begeven zoodra hetzelve voor den wal komt en zich aldaar disponibel stellen.

Verder hoopen wij te zorgen voor een open rijtuig voor ZM en rijtuigen voor gevolg met het noodige vierspan en postillon van den vasten wal doen komen, ten eind ZM met den meest mogelijken spoed een deel van het Eijland te doen bezigtigen, dat wij ons vleyen dat door ZM moge worden aangenomen. Wij vleijen ons tevens de Eer Uwer Excellentie tegenwoordigheid te zullen genieten. In zoodanig gehoopt geval zoude dat rijtuig plaatsen aanbieden voor ZM, Uwe Excellentie terwijl (bijaldien Uwe Exc: dat althans goed keurt) de beide overige plaatsen door den Burgemeester en de Secretaris konden worden vervuld, ten einde ZM op de tournée door Texel en Eijerland alle verlangde inlichtingen te kunnen geven.

Daarna zullen wij de Eer hebben ZM op eene gepaste wijze ten Raadhuize te ontvangen na verhoor van de autoriteitenen en bijzondere personen eenige ververschingen aan te bieden.

In één woord, Uwe Excellentie kan zich verzekerd houden dat wij zullen al het mogelijke zullen doen, doch rekenen desniettemin op de meeste inschikkelijkheid, daar uit hoofde van den zeer beperkten tijd, met den besten wil alles zoo niet is te disponeren als de Hooge waardigheid van de persoon ZM vordert, en vooral onze goede wil wenscht, die goede wil moge dan voor den daad gelden!

Get: Bok

N 180-198 aan alle betrokken diensten 28-7-1842

Naar aanleiding eener op gisteren bij ons ontvangen missive van Z. Excellentie den Heer Staatsraad Gouverneur hebben wij de Eer ter kennisse van U te brengen:

Dat ZM onze geëerbiedigde Koning bepaald heeft op Donderdag den 4 Augustus eerstkomende deze gemeente met een bezoek te vereeren, en Hoogstwaarschijnlijk bij die gelegenheid eenige oogenblikken bij die gelegenheid ten Raadhuize alhier zal vertoeven.

Wij noodigen U alzoo uit bij deze heugelijke gelegenheid ZM onzen geëerbiedigde Koning uwe opwachtingte komen maken en verzoeken U tevens op dinsdag den 2 Augustus de noodige kennisgeving daarvan te willen doen ter Secretarie dezer Gemeente des voormiddags tusschen 10 en 12 uren.

Get: Bok

N 199 Controleur Helder 2-8-1842 Registers aangifte biljetten

N 200 Gouverneur 8-8-1842 cert

N 201 Gouverneur 9-8-1842 schutterij

N 203 16-8-1842 Aan de Burgemeester van Helder

Dat het door mij en wat de daarbij vermelde reclame van Aaltje Abbenes in UEA gemeente woonachtig ingestelde onderzoek heeft ten gevolge gehad de ontvang van den hier mede bijgaanden brief van HH Regenten van het Gesticht van Weldadigheid alhier in dato 16 deer die ik vertrouw, dat UEdA genoegzaam zal in staat stellen om voornoemde Aaltje Abbenes het alzins ongegronde van hare vordering ten vollen doen inzien.

N 204 16-8-1842 Aan de Burgemeester van Sluis over de weduwe T.J. Duinker

N 205 17-8-1842 Aan de Burgemeester van Ouddorp

Geboorte Extract van Jantje den Bleijker, dochter van Maarten den Bleijker en Beltje van Dam

N 206 Gouverneur 22-8-1842 Standbeeld Prins Willem I

N 207 22-8-1842 Aan de Burgemeester van Purmerend

Begrafeniskosten van kind van P. Lindgreen f 2,25

N 209 onderstand Frans Zegel f 11.-

N 210 NM

N 211 Gouverneur 31-8-1842 Begrooting 1843

N 212 31-8-1842 Aan de Gouverneur

Verschillende onderhoudskosten van personen in Frederiksoord

N 213 2-9-1842 Register

N 214 BM Ouddorp 2-9-1842 overzending gelden

N 215 NM

N 216 cert

N 217 BM Hinloopen 4-9-1842 BS

N 218 Staadsraad Gouverneur 6-9-1842 standbeeld Prins Willem I

Dat voor het Standbeeld binnen deze Gemeente is ingeschreven eene som van f 79.-, buiten en som van f 30.- voor welke vroeger door mij, de Heer Bok en de Heer Bakker reeds in andere betrekkingen was ingeschreven, alsmede hetgeen bij de Directie van het Loodswezen is aangetekend. Tevens gaat onder dankzegging hierbij de schets van voornoemd standbeeld terug.

N 219 Staadsraad Gouverneur 8-9-1842 opgave Veldgewassen

N 220 Staadsraad Gouverneur 12-9-1842

Ik geef mij de eer Uwe Excellentie het volgende onder de aandacht te brengen:

Meermalen ben ik in de onaangename verpligting geweest sedert de aanvaarding x tegenwoordige betrekking der alhier geplaatsten Rijksontvanger, den Heer Velius Baert te Oudeschild over de klachten van onheusche bejegening en grove Abuizen, bejegening en abuizen waarvan het schatpligtige publiek het slagtoffer was, dat dan zijn beklag daarover gestadig bij mij kwam indienen.

[Eerst wilde de Burgemeester het niet geloven] tot dat die Abuizen of liever wanordelijkheden zoo dikwijls voorvielen, en ik zelve aangaande de onheuschheid van dien Heer zooveele persoonlijke ondervinding verkreeg [dat ik] mij dan verpligt achtte de betamelijke belangen mijner Ingezetenen aan die Heer duidelijk te maken, dat mij zelve echter meer dan eens eene grievende behandeling op den hals haalde.

Baert was onnauwkeurig, stuurde sommatie voor al betaalde belasting, sprak op ondragelijk hoogen toon enzovoort, totaal 5,5 folio.

N 221 14-9-1842 Aan de Burgemeester van Sluis, hele bladzijde Weduwe Duinker

N 222 Register

N 223 NM

N 224 cert

N 224a Gouverneur 12-9-1842 Bedelaars Werkhuizen

N 225 Gouverneur 12-10-1842

N 230 BM Kloosterburen Willem Kolbeek

N 231 BM Stellendam 14-10-1842 verpleging van Adrianus Blaak

N 232 Kolbeek

N 233 BM Kloosterburen W. Kolbeek

N 234 15-10-1842 Aan de Burgemeester van Avereest [bij Balkbrug]

Over de weduwe Bakker, Trijntje Tjebbes, ze kan hierheen komen.

[Jan Jansz Bakker (1786/871820 polder Burg) was in 1811 getrouwd met Trijntje Klaas Tjebbes (1786 den Hoorn- 1868 Avereest). Haar ouders waren Klaas Jansz Tjebbes (1764- 1846 Zijpe) Zijpe en Marretje Meijerts Aller (1757-1798) van den Hoorn.

Na de dood van Jan Bakker was Trijntje aangesteld als kolonistenmoeder in Wilhelminaoord op hoeve 53. Ze had zelf 4 kinderen met Jan Bakker, Jacob, Pietertje, Klaas en Marretje, en kreeg daar de zorg voor x kinderen. Aankomst in W-oord op 6-7-1822. Dochter Pietertje was in 1820 gestorven, van Jacob is niets bekend. Klaas was 9 jaar toen hij in Ommerschans doodging. Marretje is in 1858 in Avereest gestorven, 39 jaar oud. Ze was weduwe van Gerrit Jan Veldhuis en van Jan Harbeek.

Naar Ommerschans. Ontslagen dd 16-12-1828.

Haar zoon Jan Bakker Tjebbes werd op 1-10-1824 geboren in Wilhelminaoord, het kind stierf op 10-11-1826 in Ommerschans].

N 235 BM Amsterdam 15-10-1842

Dat de fondsen ter beschikking staande van voornoemde Liefdadige Instelling volstrekt niet toelaten eenige bedeelende uitdeelingen in geld buiten de Gemeente te doen-

Dat voornoemde regenten [van het Gesticht van Weldadigheid] alhier voldoende middelen bezitten om in de verpleging te voorzien van diegenen welke de wet ten hunne laste brengt, en dat zij derhalve UEdA beleefdelijk verzoeken dat de weduwe D. Kruijff, zoo spoedig zulks zal kunnen geschieden, herwaarts worde gedirigeerd per Amsterdamschr beurtman op Texel, met hare kinderen, ten einde dan hier ter plaatse zelve in derzelver verdere verpleging kan worden voorzien, daar buiten de alom onvermijdelijke kosten voornoemde Regenten niet voornemens zijn op zoodanige wijze bij voortduring in het onderhoud der voornoemde weduwe en haar kinderen te voorzien.

N 236 Minister van Marine 15-10-1842

Binnen deze Gemeente bevinden zich x eenige gepensioneerden ten lasten 's Rijks Schatkist, te weten:

1 Boon (Maarten) gedoopt 25-5-1766 pensioen f 1xx

2

3

4 Frans Joseph Schnertzel geb 15-7-1828 f 195

5 Corn: Hoogheid

6 Corn: Blom

7 Ant: Amersfoord

8 Coenraad Louis van Scharenburg

9 Joseph Frantz Crezinsky

Maarten Hendriksz Boon (1766-1849) van de Waal, werkman. Getrouwd met Impje Jans Wilkes (1774-1826), 4 kinderen, waarvan de jongste 2 als volwassenen aan den Helder woonden.

N 237 Gouverneur 15-10-1842 G. Slot

Als hij steun nodig heeft komt hij maar hier

N 238 Gouverneur 15-10-1842 staat vaccine

N 239 Prov. Commissie idem

N 239a NM

N 240 NM

N 241 NM

N 242

N 243

N 244

Tot het indijken van den polder Eyerland verleend bij dispositie van Z Exc: der Heer Minister van Binnelandsche Zaken van den 1 Juny 1835 N 241(3 Afdeeling) terwijl de Inpoldering zelve in de maand October van datzelfde jaar voltooid is.

N 245 22-10-1842 cert

N 246 NM

N 247 BM Groningen 24-10-1842 NM Jacob Agterhof woont nu in Wervershoof

N 249 BM Leens Groningen 27-10-1842 Onderstand Bauke Volkers Ennega

Behoorende tot UEdA gemeente, sedert een jaar alhier als dienstmeid woonachtig bij P. Stoepker, zich in zeer ziekelijke omstandigheden bevindt, zoo zelfs dat ik verpligt geweest ben, daarbij de hulp van eene geneesheer interoepen, en haar verdere benoodigdheden tot onderstand uittereiken, van al hetwelk ik naderhand de vrijhed zal nemen mijne declaratoir ten laste van het daarbij betrokken Armbestuur a Costi UEdA te doen geworden.

N 250 cert

N 251 29-10-1842 zegels

N 252 29-10-1842 Aan de Officier van Justitie Rekest Wiggert Rozeboom

Dat de rekestrant ten gevolge van het beroep zijner Huisvrouw naar deze Gemeente als vroedvrouw op jaargeld van f 200,- in den jare 1836, dan ook van toen af door het vestigen zijner huishouding te Oudeschild, regtens zijn domicilie aldaar gehad heeft, doch zelve zeldzaam is te huis geweest, daar hij met zijn schuit zich steeds te Nieuwediep ophield, en dan ook de verstandhouding tusschen hem en de zijnen verre af was van goed te zijn, zoo men wil, tengevolge van het niet zeer orderlijk gedrag, als die zich zeer in den sterken drank te buiten ging. Of hij gedurende dien tijd zijn huisgezin eenige ondersteuning heeft doen toekomen is mij niet bekend, ofschoon ik meen te mogen geloven, dat zulks niet veel zal zijn geweest.

Dat het eene bekende zaak is dat het vaartuigje in kwestie oud en versleten was, hetzelve is dan nu ook voor brandhout dezer dagen door den rekestrant gesloopt, terwijl mij verzekerd is, dat hetzelve niet door eene tijdelijke verwaarloozing maar door ouderdom geheelweg en onbruikbaar geworden was.

Dat het huisgezin van den rekestrant bestaat uit hem, zijne vrouw en 3 meisjes, alle beneden de 12 jaren.

N 253 Gouverneur 31-10-1842 NM

N 254 1-11-1842 Gouverneur aanleg Schulpweg

N 255 Gouverneur 1-11-1842 Bijdrage Staatsblad

N 256 Gouverneur 2-11-1842 Benoeming Zetters

N 257 BM Oosterleek 2-11-1842 NM

N 258 5-11-1842 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Vervolging van Klaas Bremer en Arie Leijen.

Dat de in beide rekesten voorkomende daadzaken in alle derzelver bijzonderheden, den waarheid ten volle overeenkomstig zijn, iets waaromtrent ik te meer zeker ga, daar ik van den eersten aanleg af met beide zaken ben bekend gemaakt.

Dat wat betreft de aanleiding der onderwerpelijke vervolging, dit mijns oordeels alleen mag geacht worden in den grooten ijver der alhier geplaatste Rijksambtenaren, die het van hunnen pligt meenen te zijn, geene, ook niet de geringste misvatting of verzuim van vorm voorbij te zien, of liever aanvankelijk door eene voorlopige waarschuwing te herstellen ofschoon zij ook overtuigd zijn van de goede trouw die bij de overtreding gepaard ging, immers het burgerlijk gedrag van beide rekestranten heeft tot heden nimmer eenige reden opgeleverd waardoor de administratie ten hunnen aanzien met eenige gestrengheid zoude hebben behooren tewerkgaan. Ik acht het derhalve van mijnen pligt het lot van beide rekestranten in deze aan de belangrijke voorspraak van UEdAchtb: ten sterksten aantebeveelen.

N 260 cert

N 260a NM

N 261 Gouverneur 8-11-1842

Genoemde personen P Sauerborn, zijn moeder en stiefvader wonen niet hier

N 262 Gouverneur 1-11-1842 Extract register der Deliberatien

Cornelis Moojen loterij

N 263 NM

N 264 Den Heer Ontvanger van het pensioenfonds te Haarlem 11-11-1842 M. Daalder

Een mijner ingezetenen de gewezen Geregts Dienaar Maarten Daalder is bij resolutie van 20 oct N 42 door den raad van bestuur van het algemene burgerlijke pensioenfonds gepensioneerd geworden met een bedrag van f 188 sjaars.

Volgens ingekomen missive van Zijne Excellentie den Heere Staatsraad Gouverneur van den 9 dezer is de voornoemde gepensioneerde verwittigd, dat het bewijs van Inschrijving kan worden geligt ten kantore van UEdG alwaar tevens de vereischte inlichtingen zouden kunnen worden bekomen.

En aangezien die man zeer oud en ziekelijk is, en geene betrekkingen te Haarlem heeft, zoo is zijn vriendelijk verzoek of UEdG, de benodigde acte en inlichtingen aan hem zoude willen doen toekomen. De verschuldige leges en ongelden zal ik de Eer hebben onverwijld aan UEdG te doen geworden.

N 265 BM Dernbach bij Ehrenbroek Hertogdom Nassau 11-11-1842 BS Johannes Joech

N 266 Gouverneur 12-11-1842 ingetekende sommen ten beloop van f 79.-

N 267 BM Helder 13-11-1842 BS

N 268 BM Leens Groningen 15-11-1842

Inlichtingen aangaade het OD van Bouke Ennenga

N 269 17-11-1842 Aan de Burgemeester van Hoorn

Dat P. Lindgreen van hier naar Hoorn vertrokken is in de maand October 1837, aldaar gehuwd in April/Mei 1838, en na een verblijf van 1 maand aldaar metter woon is vertrokken naar Purmerend, alwaar hij als smidskecht in het voorhuis van zijn baas heeft gewoond tot October 1842 zonder zich al dien tijd van Purmerend verwijderd te hebbe. In October 1842 heeft hij zich als smidsbaas geëngageerd aan boord van ZM schip van Oorlog Juno, naar de West Indien vertrokken en heeft bij gevolg laatstelijk meer dan 4 jaren zijn domicilie te Purmerend gehad.

N 270 BM Renkum 19-11-1842 NM

N 271 Controleur in de divisie Helder 20-11-1842 personele belasting

N 272 NM J. Agterhof

N 273 BM Leens Groningen 22-11-1842

Declaratie groot f 31.90 wegens verleende hulp door den geneesheer CC de Koningh aan de alhier zich bevindende Bauke Ennenga, met uitnoodiging om dezelve aan het daarbij betrokken Armbestuur uittereiken, en wel te willen zorgen, dat het bedrag daarvan door UEdA tusschenkomst, binnen de bij de wet bepaalden termijn mij franco worde overgemaakt, terwijl ik UEdA informere, dat aan dezelve B. Ennenga geen andere onderstand dan de boven genoemde, door ons is verleend geworden.

N 274 Gouverneur 25-11-1842 J. Zunderdorp toegelaten als Agent van Frankrijk

N 275 BM Vierhuizen gem. Ulrum 3-12-1842 Onderstands domicilie Hendrika Dijkema

Geneeskundige hulp

N 276 schutterij

N 277 BM Sterkhorst 12-12-1842 BS

N 278 BM Steenwijkerwold 12-12-1842 Verzending naar Burgemeester van Steenwijkerwold voor Antje Smit van Huwelijksconsent

N 279 cert

N 280 BM Helder BS

N 281 Gouverneur 18-12-1842 NM

N 282 BM Dirksland 22-12-1842 NM

N 283 BM Goedereede NM

N 284 BM Bedum Groningen 27-12-1842 Onderstand Arie Huizenga

Dat volgens bij mij ingekomen rapport van HH Regenten van het Gesticht van Weldadigheid alhier door dezelve sedert 24 dezember is onderstand verleend ad f 1.50 per week aan Arie Huizenga, als hier zich sedert eenige tijd ophoudende, zijnde volgens opgave in Uwe gemeente zijn OD hebbende als aldaar geboortig den 21 Maart 1803 en dewelke gedoopt, en gehuwd Jetje Houtink, hebbende nog jonge kinderen, de behoefte van dit gezin maakt deze tegemoetkoming volstrekt noodzakelijk, die dan ook niet langer dat volstrekt noodig zal verleend worden, en waarvan ik UEdA uitnoodig het daarbij betrokken Armbestuur kennis te geven, zullende na den afloop het geheele bedrag der verleende onderstand worden opgegeven.

N 285 BS

N 286 Gouverneur 28-12-1842 politie beambten- geene mutaties in het personeel

N 287 x 29-12-2016 begroting

N 288 Prov Commissie van Geneeskundig toevoorzicht 31-12-1842

Geene veranderingen in het personeel van genees- heel- en verloskundigen

N 289 Gouverneur 31-12-1842 schutterij

N 290 Gouverneur 31-12-1842 rekest Loodsschippers Nieuwediep

N 291 Gouverneur 31-12-1842

Voordragt voor de te vervullen posten in het Algemeen Armbestuur

N 292 Gouverneur 31-12-1842 NM

N 293 Gouverneur 31-12-1842 cert

N 294 Gouverneur 31-12-1842 NM

1843

N 1 Officier van Justitie te Alkmaar 3-1-1843

Dat ik van mijne zijde al het mogelijke zal in het werk stellen om het daarbij voorgeschrevene ten uitvoering te leggen.

N 2 Ontvanger Pensioenfonds Haarlem 2-1-1843

M. Daalder en J. de Haas moeten twee keer per jaar naar Haarlem om hun pensioen op te halen. Bezwaarlijk op hun leeftijd. Betaling via Rijksontvanger alhier?

Naar aanleiding van UEdG schrijven van den 17-11-1842 N 116, heb ik den gepensioneerden M. Daalder de daarbij toegezonden pensioenacte ter hand gesteld. Tengevolge nu dier acte zal dezelve M. Daalder zich nu voortaan jaarlijks 2 malen te Haarlem moeten vervoegen of doenrepresenteren ter ontvang van ht hem toekomend halfjarig pensioen.

In hetzelfde geval bevindt zich nog een mijner ingezetenen, die op gelijke wijze gepensioneerd is, te weten zekere J. de Haas, voormalig rijksambtenaar bij de administratie.

Daar echter het bekomen van gelden van Haarlem voor de zoodanigen vrij ongemakkelijk en kostbaar is, zoo heeft alhier op hun verzoek de Heer Rijks Ontvanger alhier, zich bereid verklaard, de gelden aan voornoemden M. Daalder en J. de Haas toekomende, te willen uitbetalen, bijaldien UEdG konde goedvinden die gelden op eene kwitantie van overstorting ten name van hem ontvanger (Velius Baart) te willen overmaken.

In het belang alzoo dier behoeftige gepensioneerden geef ik mij de Eer dit voorstel ter kennisse van UEdG te brengen, met beleefd verzoek, zoo mogelijk hieraan wel te willen voldoen, en in zoodanig geval mij wel te willen berigten hoedanig dit behoort behandeld te worden met de pensioen acten door de gepensioneerden.

N 3 Gouverneur 2-1-1843 Staat van Financien 1842

N 4 Gouverneur 4-1-1843 Assignatie f 1500.-

N 5 5-1-1843 Aan de Gouverneur

Dat G. Slot worde ontslagen en naar de zijnen teruggezonden, om de kosten te besparen.

N 6 Gouverneur 5-1-1843

15 personen uit andere gemeenten van Noord Holland naar Texel en 10 van Texel naar andere gemeenten.

N 7 cert

N 8 Gouverneur 7-1-1843 procesverbaal onderzoek kas van den plaatselijken ontvanger

N 9 Gouverneur 7-1-1843

Dat na een op nieuw ingesteld onderzoek mij overtuigend gebleken is, dat de stiefvader en moeder van P. Sauerborn zich hebben vervoegd bij den toenmaligen Burgemeester alhier nu 6 jaren geleden, en bij dezelven de verklaring hebben afgelegd van voortaan alhier hun domicilie te vestigen, die hen dan ook de verzekering heeft gegeven, dat nu alles in orde was, dat zij voortaan als ingezetenen zouden worden beschouwd en behandeld, doch dat denkelijk tengevolge zijne zeer hooge ouderdom geheel schijnt vergeten te hebben van die verklaring in het daarvoor bestemde register acte te nemen.

Die verklaring in den wettelijken vorm bestaat alzoo niet. Z. Exc: de Minister verlangt echter te weten welke andere uit eigen beweging door voormelden Hammer te werk gestelde handelingen alsdan gehouden zouden moeten x

N 10 Gouverneur 9-1-1843 Geene van Texel naar andere provincien, uit andere provincien de Heer Jan Kornelis Boeye van Zierikzee als Ontvanger van Registratie in Successie.

N 11 Gouverneur 9-1-1843 Staten der Geboorten, Huwelijken en Sterfgevallen. Idem met aanduiding der ouderdom der overledenen, alles van het jaar 1842.

N 12 BM Haarlem 9-1-1843 Alimentatie C.G. Draste f 11.- en f 17.30

N 13 BM Deventer 9-1-1843 Alimentatie H. Kolder f 2.40

N 14-16 HH Kerkvoogden HV gemeenten Waal en Koog, Oudeschil, Hoorn 10-1-1843

Opgave aantal Zielen, tractement, enz

N 17 Gouverneur 11-1-1843 opgave brandbluschmiddelen

N 18 Gouverneur 13-1-1843 vaccinatie

N 19 idem aan Prov. Commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt

N 20 Gouverneur 13-1-1843 cert

N 21 BM Helder 13-1-1843 geboorte acten

N 22 BM Voorburg 13-1-1843 geboorte acte A. de Voogd

N 23 BM Helder 16-1-1843 Onderstand Jan Jacobsz Sterk alhier te Oosterend

Dezelve onderstand bepaalt zich tot het volstrekt noodige, niet te boven gaande f 1.50 per week.

N 24-33 NM cert

N 34 Directeur Generaal Marine 16-1-1843 Militie

N 35 BM Helder 17-1-1843 NM

N 36 Gouverneur 18-1-1843 Mandaat

N 37 18-1-1843 Aan de Burgemeester van Avereest

Dat ik HH Regenten van het gesticht van Weldadigheid alhier daarover heb geinformeerd, dewelke verzocht hebben als het niet anders zijn kan, dat UEdA door middel van het daarbij betrokken armbestuur het volstrekt noodige aan de vrouw van G. Slot mogt willen doen uitreiken, doch altoos zowel omtrent hem als omtrent T. Tjebbes de grootste spaarzaamheid in acht neme.

N 38 De Heer H. Koster Alkmaar - januarij 1843 acten BS 1842

N 39 Den Hoogwelgeb. Heer Koen Rosser? Consul van het Hertogdom Nassau 21-1-1843

J. Joech

N 40 Gouverneur 24-1-1843 Eeredienst overzicht Hervormden

N 41 BM Egmond aan de Hoef 25-1-1843 BS

N 42 Gouverneur 27-1-1843 NM

N 43 Gouverneur 28-1-1843 NM

N 44 30-1-1843 Aan de Burgemeester van Hoorn

BM heeft een declaratie ingestuurd van f 41,50 ondersteuning verstrekt aan het gezin van Pieter Roos, zich schrijvende Lindgreen. De Burgemeester stuurt deze missive door naar het RC Armbestuur.

N 45 Ontvanger Registratie Texel 31-1-1843 staat

N 46 30-1-1843 Aan de Gouverneur

Rekest van Hendrik Maas in de handen van Burgemeester Keijser gesteld om berigt, consideratie en advies

Dat het door de Rekestrant geopperde in het algemeen der waarheid overeenkomstig is.

Dat dezelve echter zeer verkeerd doet zich te beklagen over de onrechtvaardigheid- of onbillijkheid, als waaraan zich de Militieraad zou hebben schuldig gemaakt.

Des Rekestrants zoon Willem is in der tijd in dienst gesteld, en na 13 maanden dienst gepasporteerd uit hoofde van ligchaamsgebreken. Dat paspoort echter kon den broeder niet bevorderlijk zijn tot vrijstelling. De lezing van art: 94 met name 34 zinsnede der wet op de Nationale Militie, zal dat overtuigend doen zien; waarbij men ten overvloede nog kan vergelijken Circ. 26 Mei 1827 N 52 te vinden bij H. Schulze par. 506.-

De Militieraad heeft dus wel en teregt het ontslag van Willem Maas niet als vrijstelling voor eenen broeder beschouwd, en mitsdien Jan tot den dienst gedesigneerd.-

Dat nu de Rekestrant te laat zijne reclames daartegen heeft ingediend doet niets ter zake, of immers al hadde hij die tijdig ingediend ware dezelve even zeer afgewezen. Des Rekestrants verzoek is alzoo, voor zoo verre betreft eene geheele vrijstelling van Jan Maas voor geene inwilliging vatbaar.

Wat echter betreft dat gedeelte van het zelve waarbij hij verzoekt om vrijstelling van zijn zoon van dienstprestatie voor dit jaar nog, bijaldien geene overwegende redenen daartegen mogten pleiten, dan maak ik geene zwarigheid, dit verzoek, uit aanmerking van de hooge ouderdom des Rekestrants aan de vermogende invloed Uwer Excellentie ondersteunend aantebevelen.

[Hendrik leefde nog tot september 1847]

N 47 Gouverneur 30-1-1843 Armenbestuur Eijerland

Zoo als Uwe Exc: weet, is alhier gelegen de polder Eyerland in 1835 ingedijkt en successivelijk bewoond geraakt.

In 1841 en 1842 is de polder ook kerkelijk ingedeeld, ten dien effecte dat aldaar in 1841 eene Gereformeerde en in 1842 een RC kerk en gemeente is ingewijd en opgerigt geworden.

Tot aan dit tijdstip toe werden de weinige gezinnen dier vroeger onbedijkte uitgestrekte gronden- ook nog na 1835 de toenmalige bewoners geacht x

achtervolgelijke woonplaats, of in het vervolg krachtens hunne geboorte aldaar naar luid onbestaande algemene wetten der polder Eyerland als hunne bepaalde plaats van OD vindiceren.-

Dezer dagen heeft zich dan ook het geval reeds voorgedaan met zekere weduwe Wegman, wier kindje ernstig ongesteld geworden, volstrekt geneeskundige en andere hulp behoefde, op goeden raad eerst naar den her pastoor der RC kerk aan den Burg, en vervolgens naar die te de Cocksdorp gewezen, werd zij door beide op verschillende motiven terug gewezen; gelukkig dat de kwestie aan het bestuur van het gesticht van Liefdadigheid ter oore komende, hetzelve dadelijk tusschenbeide trad, als zonder welke nog tijdige hulp, deze zeer veel kans zou gehad hebben, na het eindigen der kwestie te laat te komen.

Dit voorval dat trouwens nog deze reis voor rekening van het algemeen Gesticht kan blijven, heeft mij echter aanleiding gegeven deze zaak nader te onderzoeken; ik heb mij gewend tot het bestuur der Hervormde kerk aldaar en daarvan de verzekering bekomen der behoorlijke organisatie eener inrichting van Armenfonds- tot den heer pastoor der RC kerk had ik trouwens reeds vroeger mij gewend ter zake de ondersteuning der voornoemde weduwe, doch van denzelven eene afwijzing bekomen in zulke geheel bijzondere termen, dat ik gemeend heb niet beter te kunnen doen dan den brief van ZEerw: Uwe Exc: bij deze kopijelijk overteleggen.

Zonder nu aan de verdiensten van dezen laatsten brief iets te willen te kort doen schijnt het mij echter toe, dat dezelve niet zeer in verband staat met de bestaande wettelijke bepalingen.-

Immers; van tijd tot tijd zal zich het geval voordoen, dat een RC behoeftige bewijst, sedert meer dan 4 jaren te zijn geweest ingezeten van Eyerland, bij vervolg zelfs aldaar geboren, gedoopt, kerkelijk aangenomen te zijn en steeds geleefd te hebben, terwijl in weerwil van dat alles geen Armbestuur der RC Gemeente op Eyerland zal gevonden worden dat den zodanigen met eene enkele bete broods zal x

Het algemeen Gesticht van Liefdadigheid van zijn kant mag nu, na de organisatie aldaar van kerkelijke gemeenten zich ook niet langer afgeven met het ondersteunen van RC te Eyerland gedomincilieerde behoeftigen, en ofschoon die directie tot dusverre steeds onbekrompern waar het pas gaf alle hulp aan behoeftige zieken verleende, zoo zou dit bij vervolg van dezelve niet meer verantwoord zijn aan dit Gemeentebestuur.

Het is mij derhalve voorgekomen in deze eene hooge voorlichting en beslissing te moeten inroepen; en het is daarom Excellentie dat ik met beknopte uiteenzetting der daadzaken mij alsnu veroorloof Dezelve voortestellen-

Dat het uwe Excellentie moge behagen de noodige maartregelen te provoceren, dat ook van de zijde der RC Gemeente in 1842 te Cocksdorp op Eyerland gevestigd, een armenfonds en bestuur worde opgerigt en georganiseerd dat bij vervolg zal gehouden zijn, zoodanige onvermogenden te hulp te komen, als die volgens de bestaande of nog te emaneren wettelijke bepalingen blijken zal en binnen deze kerkelijke gemeente hun OD te hebben.-

N 48 Gouverneur 31-1-1843 NM

N 49 Controleur divisie Helder 1-2-1843 patenten

N 50 Gouverneur 2-2-1843 rekest van Armverzorgers der RC Gemeente aan den Burg

Komt der waarheid overeen- Het zij mij echter tevens vergund Uwe Excellentie bij deze eerbiedig in nadere overweging te geven of de bij voornoemde apostillaire dispositie gevraagde staat van het prov. blad 1827 N 67 in deze wel vantoepassing zij- daar toch geldt het vervreemding etc van goederen en wel naar het schijnt speciaal van Gemeentebesturen.

Hierin tegendeel van aankoop door een van de Gemeente onafhankelijke aanvrage in een rapport, als hierboven, steeds berust is, ik onderwerp echter mijn twijfel gaarne aan Uwer Exc: beter weten.

N 51 cert

N 52 Gouverneur 3-2-1843 Milicien P. x Stiefvader JJ. Hammer

N 53 Gouverneur 5-2-1843 NM

N 54 cert

N 55 Militie Comm: 7-2-1843 Militieraad

N 56 Controleur Rijksbelasting 7-2-1843

N 57 NM

N 58 Burgemeester H. Bosch 7-2-1843 NM

N 59 NM

N 60 Gouverneur 8-2-1843 Schulpweg (langs het fort de Oude Schans)

N 61 NM

N 62 Gouverneur 10-2-1843 Haven Oost

N 63 BM Broek op Langedijk BS

N 71 de verschillende Vroedmeesters en Vroedvrouwen te Texel 14-2-1843

Ter kennisse van UEd te brengen:

Dat de belanghebbende verloskundigen en mitsdien ook UEd, bij voorraad, worden ontheven van de verpligting om intezenden, de tabellen bedoeld bij art.9 der instructie voor de verloskundigen, gearresteerd bij Koninklijk besluit van 19-3-1839 N 89, en zulks ook over het afgelopen jaar 1842, voor zoo verre daaraan nog niet mogt voldaan zijn.

N 72 BM Terschelling 14-2-1843 BS

Naar aanleiding van UEdA missive dd 7 dezer N 8213 heb ik den heer plaatsvervangend Kanton Regter Mr. Bok alhier deswegens mededeeling en verzoek gedaan tot het houden eener familieraad tot benoeming van voogd en toeziend voogd over Maamke Mink: ZEA betuigde mij hierin zijne bereidvaardigheid indien zulks eenigzins met de voorschriften der wet was overeen te brengen, doch daar de wet uitdrukkelijkbepaalt, dat de familieraad moet worden gehouden ter plaatse alwaar de ouders overleden zijn, konde dit mitsdien door ZEdA ook met den besten wil niet worden gedaan.

N 73 14-2-1843 Aan de Gouverneur

Geene kinderen die moeten worden opgezonden naar de Maatschappij van Weldadigheid

N 74 BM Leens 14-2-1843 OD Bouke Emmenga

N 75 B&W Hoorn 15-2-1843 OD P. Lindgreen

N 76 16-2-1843 Aan de Burgemeester van Helder

Onderstandsdomicilie van Benjamin de Jong, alhier, naar aanleiding van missive van B&W van Amsterdam

Dat de vader van dezen Benjamin de Jong genaamd Abraham de Jong, thans binnen Uwe Gemeente met ter woon gevestigd is, steeds en zelfs ruimer voldaan heeft aan de verpligtingen die in der tijd zijn opgelegd door het Israelitisch Kerkgenootschap binnen Uwe Gemeente gevestigd en mitsdien dan ook in allen deele kan aanspraak maken op zoodanige ondersteuning van hetzelve als waarvan hier reden is.

N 77 Gouverneur 15-2-1843 Rekest Gerrit Kopjes

N 78 Gouverneur 21-2-1843

Taxatie van door RC Armverzorgers aangekocht perceel

N 79 Gouverneur 21-2-1843 Herstel toren Hoorn

In den maand October, terwijl zich alhier de loodgieter en leidekker bevond, die zich jaarlijks tot nazien der kerkgebouwen enz herwaarts begeven, ontving ik berigt dat onverwachts van den toren van de Hervormde kerk aan den Hoorn alhier eenige leijen waren afgewaaid, welker spoedige herstelling onvermijdelijk was, wilde men verdere en meer belangrijke gevolgen voorkomen.

Ofschoon mij niet onbekend was, dat deze toren, als merkteeken in zee, door het departement der Marine wordt onderhouden, vermeende ik echter voor het oogenblik te moeten gebruik maken van de aanwezigheid van de bovengenoemde leidekker en liet dan ook derzelven de aangebragte schade herstellen, zamen ten bedrage eene somma van f 38,14.

Eenige tijd daarna in het begin van dit jaar is tengevolge den harden wind andermaal eene onverwijlde voorziening aan die toren noodig geworden, aangezien het kruis geheel krom gewaaid was, en dreigde op het dak te storten, zoo dat de predikant de Godsdienstoefening niet durfde te houden uit vrees voor ongelukken.

Ik heb dan ook destijds gemeend het van mijn pligt te zijn de noodige herstellingen aan dien toren en ijzeren kruis enz. te laten doen, welk een en ander dan ook voldoende is geschied, doch waarvan alsnu de rekeningen zijn ingekomen ten gezamelijks bedrag van f 124,86,5.

De werkzaamheden zelve heb ik behoorlijk doen nazien en kan daarvan de verzekering afleggen, dat die met de uiterste spaarzaamheid, en tevens behoorlijk verrigt zijn.

Ik veroorloof mij alzoo Uwe Excellentie hiervan kennis te geven, tevens Dezelve eerbiediglijk te verzoeken zulks wel te willen brengen ter kennisse van het daarbij betrokken Departement van Marine, met verzoek van hetzelve wel de noodige autorisatie tot voldoening dier werkzaamheden te mogen ontvangen, alsmede te mogen worden geinformeerd, of daarvan rekening in triplo moet worden opgemaakt, waarvan een op Zegel, zooals ik vermeen, dat vroeger bij een dergelijk herstellingswerk in 1831 met diezelfde toren het geval is geweest.

Buisman: 1842-43 Normale winter, tweede helft van oktober storm. Van 8 tot 14 januari wild weer in heel West-Europa, 13-14 januari vliegende storm met zware sneeuwval

N 80 24-2-1843 Aan ZE de Heer Directeur van Marine te 's Gravenhage

over P. Roos alias Lindgreen

N 81 Heer pastoor der RC Gemeente Eijerland 25-2-1843 RC Kerk Eijerland

Naar aanleiding van een bij mij ontvangen missive van ZE den Heere Staatsraad Gouverneur van Noord Holland van den 22 dezer N 95/136, is mij de verpligting opgelegd UE kennis te geven, dat hoezeer het Gouvernement niet kan instemmen met de door UEd ontwikkelde gevoelens betreffende de al of niet oprigting van een RC Armbestuur in Eijerland, desniettemin hetzelve wel termen heeft kunnen vinden om voor het tegenwoordige op de daarstelling van zoodanig Armbestuur niet verder aan te dringen.

N 82 cert

N 83 BM Kloosterburen 1-3-1843 Onderstand W. Kolbeek

N 84 BM Helder 1-3-1843 OD Jan Jacobsz Stark

N 85 2-3-1843 Aan de Burgemeester van Bedum

Declaratie van f 13,50 wegens verleende onderstand aan Arie Huizinga

N 86 Gouverneur 2-3-1843 rekest G. Kopjes

N 87 cert

N 88 schutterij

N 89 8-3-1843 Aan de Burgemeester van Hoorn

Antwoord van RC Armverzorgers vanwege in 1842 onderstand verleend aan de vrouw van P. Roos alias Lindgreen

N 90 B&W stad Rotterdam 11-3-1843 BS

N 91 BM Oosterebeek 14-3-1842 BS

N 92 BM Zevenhuizen bij Gouda 15-3-1843 NM Anne van der Wal

Dat die zich op Donderdag den 30 dezer des middags 12 uren moet bevinden te Hoorn, ten einde aldaar bij den Militieraad ontrent zijne ligchaamsgebreken te worden onderzocht.

N 93 BM Heil 16-3-1843 BS

N 94 16-3-1843 Aan de Burgemeester van Amsterdam

Militair paspoort ten behoeve van Polak Elias Cohen in de Rapenburgerstraat over de eerste wijngaard aan het Erf N 26, Amsterdam

N 95 op dato BM Leens

N 96 BM Alkmaar

N 97 Heer Kapitein Eerst aanwezend Ingenieur te Helder 17-3-1843 Schulpweg

N 98 Gouverneur 17-3-1843 Schulpweg, f 2500,- toegezegd

N 99 Gouverneur 20-3-1843 mandaat f 2500,-

N 100 Gouverneur 20-3-1843 cert

N 101 Gouverneur 21-3-1843 Rekest RC Armwezen Burg

N 102 Voorzitter Militieraad 27-3-1843 NM Reclames Lotelingen

N 103 28-3-1843 Aan de Gouverneur declaraties kerktoren Hoorn

N 104 Gouverneur 28-3-1843 geen mutaties in het personeel

N 105 Gouverneur 29-3-1843 rekest diakonie bestuur OS

N 106 cert

N 107 NM

N 108 Gouverneur 1-4-1843 ontvangen kwitantie

N 109 idem

N 110 cert

N 111 Gouverneur 6-4-1843 Gemeente Kas

N 112 Ontvanger Rijks Belasting Helder 1-4-1843 Schulpweg

N 113 cert

N 114 Gouverneur 10-4-1843 vaccine

N 115 idem Prov. Commissie

N 116 cert

N 117

N 118 Gouverneur 10-4-1843 inzenden Extract enz rekest HV Gemeente OS

N 119 Idem rekest van Kerkvoogden HV Gemeente OD

N 120 Idem regelment op het berijden de Schulpweg

N 121 Gouverneur 12-4-1843 rekest Sijbrand Duinker

Het heeft ZM behaagd bij besluit van den 4 September 1842 N 90 de inschrijving in het grootboek der pensioenen te autoriseren van een aan eenen inwoonder dezer gemeente, genaamd Sijbrand Duinker, gediens hebbende als matroos 2 e klasse, voorloopig voor den tijd van 1 jaar verleend pensioen ter somma van f 96.- 's jaars, waarvan dezelven bij missive van dato 19-9-1842 N 29798 is kennis gegeven.

Dit pensioen, loopende van 1-10-1842 is in het laatst des vorigen jaars dan ook ontvangen.

De ongelukkige toestand echter van dien persoon (verstandsverbijstering) welke aanleiding tot dit pensioen gegeven heeft, steeds voortdurende, x

[Sijbrand Jacobsz Duinker (1802-1866) zoon van Jacob Sijbrandsz Duinker en Jannetje Arends Zutphen. Hij is overleden aan den Burg om 12.00u; aangifte overl op 4 juli 1866 door Frans Burger, 41 jaar, zonder beroep en Johannes Gerardus Moojen, 35 jaar, bode; beide wonende op Texel

N 122 Consul Nassau 12-4-1843 nog geen antwoord op brief over Johannes Jeuch of Jusch

N 123 cert

N 124 Voorz. Regtbank van Eersten aanleg te Hoorn 13-4-1843 BS

Hierbij aantebieden de stukken van den ambtenaar van den BS te Vlieland

N 125 13-4-1843 Aan de Gouverneur verbeterde declaratie kerktoren Hoorn

N 126 15-4-1843 Aan de Burgemeester van Bedum

Declaratie voor Arie Huizinga is met f 3,50 vermeerderd, nu f 17,-

N 127 BM Zevenhuizen bij Gouda 18-4-1843 NM

N 129 BM Appingedam 18-4-1843 Aanvrage geboorte acte van Catharina Kuiper

N 130 18-4-1843 Aan de Burgemeester van Ulrum

Attestatie van onvermogen voor L. Hartog en Grietje Zijlma

N 131 19-4-1843 Aan de Burgemeester van Amsterdam

f 2,- voor verleenden ondersteuning aan B. de Jong, 3 zegels van 45 cents en 1 van 15 cents

N 132 cert

N 133 Gouverneur 20-4-1843 NM

N 134 BM Enkhuien BS

N 135 Ambtenaar BS x BS

N 136 Gouverneur 22-4-1843

Dat het daarbij genoemde berigt door mij in der tijd is geworden, en ook door mij hetzelve ter uitreiking is aangeboden, doch zonder eenig effect; tot mijn leedwezen echter ben ik niet in de gelegenheid hetzelve terug te zenden, daar deze stukken bij de verzending zijn in het ongerede geraakt en niet weder tot mij teruggekeerd.

N 137 Kadaster 24-4-1843 bijwerken kadastrale plans 1842

N 138 cert

N 139 Gouverneur 27-4-1843 Opgave instellingen alhier in tabellen

N 140 Controleur Helder 29-4-1843 tabellen

N 141 BM Zevenhuizen bij Gouda 29-4-1843 NM A. van der Wal naar Militieraad

Het zal wel overtollig zijn UEdA attent te maken op het zeer onvoegzaam gedrag van gemelden A. van der Wal, en op de onaangename gevolgen waaraan hij zich door zijn achterblijven bloot stelt.

N 142 cert

N 143 Gouverneur 29-4-1843 Haven of ligplaats Nieuweschil

N 144 BM Westerland Groningen 28-4-1843 OD J. Honing

N 145 B&W Hoorn OD wed. P. Roos

N 148 Controleur Helder 4-5-1843 Register 4 e kwartaal

N 147 Heer Controleur der bewaring van het kadaster 8-5-1843 toelichting

N 148 Militie Comm: Hoorn 10-5-1843 NM

N 149 Gouverneur 10-5-1843 NM

N 150 cert

N 151 Gouverneur 10-5-1843 rekest kerkvoogden

N 152 Gouverneur 14-5-1843 rekest x

N 153 BM Lemmer NM

N 154 idem

N 155 Gouverneur 19-5-1843 Declaratie kerktoren Hoorn

N 156 Gouverneur 19-5-1843 Oestervisserij

N 157 Gouverneur 19-5-1843 Extract uit de deliberatien der Gemeenteraad

N 158 BM x

N 159 Gouverneur 19-5-1843 Baron van Brienen

N 160 Controleur Helder 24-5-1843 personele belasting

N 161 Gouverneur 25-5-1843 Schulpweg

N 162 B&W Amsterdam 30-5-1843 onderstand J. Flutsch f 20.50

N 163 30-5-1843 Aan de Gouverneur

De veranderde declaratie en bijlagen van de toren van den Hoorn

N 164 Gouverneur 30-5-1843 Instellingen van Liefdadigheid

N 165 Gouverneur 25-5-1843 Declaratie van Klaas van Graauw ad f 16.82 ½

N 166 Agent van Domeinen Alkmaar 6-6-1843

1 Dat wat betreft eene inschrijving tegen Willem Rab, de daarbij verbonden kooi thans wordt in eigendom bezeten door Reijer Boon en Klaas Mantje en op de perceelgewijzen legger der gemeente bekend staat op art 1738-

2 Dat wat betreft de andere inschrijving dezelve mij toeschijnt geheel ten onregte in der tijd genomen te zijn. Het is waar deze gemeente betaalt zonder echter van hare wettelijke verpligting daartoe zelve overtuigd te zijn- eene jaarlijksche recognitie aan het Domein van f 465.- onder den titel van wind valk en lammertiende, doch hoe daarbij nu het nemen van de door UEdelGestr aangeduide inschrijving heeft kunnen worden te passe gebragt, moet ik verklaren niet te begrijpen, zijnde het mij alzoo ondoenlijk daarop voldoende te kunnen berigten. Ik geef mij de Eer de zodanige borderellen hierbij te retourneren.

N 167 BM Capelle 6-6-1843 NM

N 168 Kap. Kolonel 6-6-1843 Schutterij

N 169 BM Ten Boer Groningen OD J. Hoving

N 170 BM Wieringen

N 171 cert

N 172 BS

N 173 10-6-1843 Aan de Ontvanger der Directe Belastingen te Texel

Het is UEd bekend, dat in de afgeloopen jare 1842, in de maanden Januarij, October en November ter rekwisitie van Directe Belastingen zich alhier bevonden hebben, verschillende garnisaires ter bevordering der opbrengst van de verschuldigde Rijks Personeele belastingen.

Deze militairen hebben gedurende den tijd van hun verblijf alhier, op aanwijzing van UWEd bij den logementhouder M. Logman eenige verteringen voor voeding en nachtverblijf gemaakt tot een gezamenlijk bedrag van f 11,90. Het is UWEd tevens bekend, dat deze kosten door den logementhouder op Uw aanwijzing van dit gemeentebestuur zijn gevorderd.

De gemeente had daar niets mee te maken en wil dat bedrag terug van de Ontvanger.

N 174 Gouverneur 13-6-1843 tegenschatters Pieter Plavier en Arie Geus, timmerlieden

N 175 176 177 178 Schutterij

N 179-181 13-6-1843 Aan de predikanten Collecte gewapende dienst

Zondag van de kansel aanbevelen, op de 19 e dezer, door middel eene gesloten rondgaande bus aan de huizen der ingezetenen, met dringende aanbeveling, de belangstelling uwer gemeente in deze weldadige poging, op alle zoodanige wijzen te willen opwekken-

N 182 op dato Circulaire collecte

N 183 Controleur Rijks belasting Helder 16-6-1843 patent Register

N 184 Ambtenaar BS Meppel 17-6-1843

N 185 Agent Domein Haarlem 17-6-1843

N 186 Gouverneur 23-6-1843 Ligplaats Nieuweschil

N 187 Gouverneur 23-6-1843 Legaat diakonie Oosterend van wijle H. Vos

N 188 Gouverneur 23-6-1843 rapen van Eijeren

Extract Register van Deliberatien

N 189 Agent van het Domein Haarlem 23-6-1843

N 190 cert

N 191 Gouverneur 25-6-1943 Extract register der deliberatien

N 192 Gouverneur 26-6-1943 betaling voor de in de Maatschappij van Weldadigheid

geplaatste personen

N 193 26-6-1843 Joh. Jusch

N 194 26-6-1843 Bidden voor zwangere prinses van Oranje

N 195 Gouverneur 26-6-1943 rekest Eijerland

Men vindt te De Cocksdorp dat er een kantoor van de Rijksontvanger moet komen vanwege de grote afstand tot Den Burg. BM wijst dat af.

N 207 Gouverneur 28-6-1943 personeel policie

N 208 28-6-1843 Aan de Gouverneur

Burgemeester Keijser was niet tegen inlegering, maar tegen betaling aan Logman. Zijn voorganger schijnt dat wel te hebben betaald 'als een te groote toegevendheid moeten beschouwen, die hij welligt uit eigen beurs bekostigd heeft'.

N 209 Gouverneur 29-6-1943 Staat der fabrieken en trafieken

N 210 inzending doopextracten

N 210a BM Meppel 1-7-1843 BS geen enkel narigt ontvangen

N 211 Gouverneur 3-7-1943 legaat Hester Vos

N 212 Gouverneur 3-7-1943 legaat Hester Vos

Dat de persoon van A. Leyen, gewezen winkelier alhier geene onroerende goederen zooverre mij bekend is bezittende.

N 213 Onder directeur der Marine te Willemsoord 4-7-1843 geb extr D. de Vaan en P. Gorter

N 214 BM Helder 5-7-1843 BS

N 215 Gouverneur 6-7-1943 Gemeentekas

N 216 Minister van Marine te 's Hage 6-7-1843

Dezer dagen is mij de officiuele mededeeling geworden van het overlijden op den 21 december 1842 van den persoon van Jan Wichers Rozeboom, matroos derde klasse, alhier gedomicilieerd, en zulks aan boord van ZM Stoomschip van oorog Hekla, zich bevindende ter reede van Batavia.

Deze persoon heeft nagelaten zijne ouders, en 3 broeders en zusters tot erfgenamen, volgens de wet- welke zich alsnu tot mij hebben gewend met verzoek te mogen worden geinformeerd wat hun nog uit dien hoofde te goede kwam van het rijk, aangezien voornoemde wijle Jan Wicherts Rozeboom zich 4 jaren in s Rijks dienst had bevonden.

Ik geef mij de Eer deze wensch aan Uwe Excellentie overtebrengen, met eerbiedig verzoek, dat het Dezelve behagen mag deze inlichting te willen geven, als wanneer ik gaarne zorgen zal dat de vereischte acte van erfregt en wat daartoe verder mogt benoodigd zijn, Uwe Excellentie onverwijld geworde.

[Sinds 1836 was op Texel vroedvrouw Jenske Jans Oomes (1796-1867) van Ameland, gestorven in Oudeschild. Getrouwd met Wiggert Cornelis Rooseboom, kinderen Grietje (1820/21-18xx) Hindeloopen, Jacoba (1824-xx) Helder, Cornelia (1828/29-xx) Graft en Guurtje (1832/33) Oudeschild]

N 217 Ambtenaar BS te Meppel 6-7-1843 BS

N 218 BM Ouddorp 10-7-1843 H. Garritsen en Maatje Molesteeg

N 219 Controleur 10-7-1843 patent

N 220

N 221 Gouverneur 11-7-1943 vaccinatie

N 222 idem Prov. Commissie

N 223 cert

N 224 Gouverneur 24-7-1943 NM

N 225 Minister van Marine te 's Hage 22-7-1843 DJ Zwartsel

Zekere ingezetenen van deze gemeente vermeenen, dat zij als erfgenamen ab intestato nog iets te vorderen hebben van hunnen bloedverwant wijl Dirk Jansz Swartsel of Zwartsel, geboren 6-8-1806, die omstreeks de jaren 1835tot 38 in ZM zeedienst (zoo men meent als verwer) zich moet bevonden hebben, en in de Ooste Indien overlden zijn- en aangezien nu die menschen, wanneer al daarvan iets te bekoomen is, niet wel bij magte zijn daarvoor een moeijelijk en kostbaar onderzoek intestellen, zoo heb ik geoordeeld mij de vrijheid te mogen veroorloven met gepasten Eerbied deze wensch aan Uwe Excellentie voor te dragen.

N 226 O 25-7-1843 Rekening en ver Gesticht van Weldadigheid 1842

N 227 Commissie x 28-7-1842 Haven OS

N 228 28-7-1843 Gemeente dienst Oosterend

N 229 Staatsraad Gouverneur 31-7-1843 Broodzetting

N 230 BM Koog aan de Zaan 1-8-1843 kosten tbv Frans Stolp

N 231 Gouverneur 1-8-1843 ligplaats oestervisschers te Oost

N 232 BM Ouddorp 2-8-1843 onderstand Christina Hanemeijer

N 233 Gouverneur 4-8-1843 Broodzetting

N 234 Minister van Oorlog 's Gravenhage 7-8-1843 vrijstelling dienst Joh. Martinusse

N 235 Gouverneur 9-8-1843 schutterij

N 236 NM

N 237 cert

N 238 Controler Helder 11-8-1843 patenten

N 239 Gouverneur 10-8-1843 NM

N 240 BM den Boer 11-8-1843 Jacob Honigh

N 241 Gouverneur 16-8-1843 patentregister

N 242 Gouverneur 18-8-1843 rekest M. Dogger

Dat de rekestrant M. Dogger niet alleen in het algemeen maar ook meer bijzonder bij mij persoonlijk bekend is, aangezien hij dikwerf aan de werken van dit eiland onder mijn toezigt is arbeidende, waardoor ik meen mij de volgende opmerkingen met genoegzame zekerheid te kunnen veroorloven, ook zonder dien persoon aan eenig nader onderzoek te onderwerpen.

Dat weliswaar het gezichtsvermogen van den adressant in een gedeeltelijk zwakken toestand verkeert, doch dat hij overigens is van een gezond en sterk gestel, en mitsdien volstrekt in staat met gewonen dagloners arbeid, waartoe geen bijzonder scherp gezigt vereischt wordt, te verrigten, waardoor hij dan ook tot nu toe zelve in zijn onderhoud heeft kunnen voorzien, en bij genoegzamen arbeid, zonder verergering van zijn gezigt, daartoe, mijns achtens, ook bij voortduring in staat is, terwijl verder op het zedelijk gedrag van den Addressant, voor zoo verre mij bekend, geene aaanmerking te maken is, en hij dien aangaande alle aanbeveling verdient.

Wat betreft mijn gevoelen omtrent het aangevraagde pensioen door den adressant, zijn deszelfs tegenwoordige omstandigheden mij niet van zoodanigen aard voorgekomen, dat ik zulks voor als nog zou durven ondersteunen; in zoo verre echter vermeen ik den rekestrant aan Uwer Excellenties voorspraak te mogen aanbevelen, dat, namelijk bij een eventueel afslaan van deszelfs onderwerpelijk verzoek, desniettemin aan hem vrij en onverlet worde gelaten, bij een onverhoopte belangrijke verergering van deszelfs gezigtsvermogen, zijn verzoek te mogen herhalen;- ten einde alsdan in nadere overweging te worden genomen.

[Maarten Klaasz Dogger (1814-1903) van Oudeschild, getrouwd in 1848 met Elisabth Blom (1813-1881) Oudeschild, 5 kinderen]

N 243 22-8-1843 Brand hofstede van P.R. Keijser Waalenburg

Dat op gisteren avond 8 ure uit eene boere Hofstede alhier in Waalenburg gelegen, behoorende den Heer P.R. Keijser, eensklaps de vlammen zijn uitgeslagen, met dat gevolg, dat dezelve geheel afgebrand is. Hoogstwaarschijnlijk is broeying in het hooi daar van de oorzaak.

Men heeft geen verlies van menschen levens daarbij te betreuren. Zes stuks Koejen zijn in de vlammen omgekomen.

N 244 BM Ouddorp 24-8-1843 Onderstand T. Witte

Dat van het inwonen alhier van den daarbij genoemde Teunis Witte op geen nadere officieele wijze is blijkende dan met bijgaande verklaring van den Ontvanger der directe belasting alhier, waaruit blijkt dat dezelve slechts gedurende een jaar 1839-40, in de personele belasting is aangeslagen- uit die omstandigheid blijkt alzoo ten duidelijkste dat de persoon van T. Witte geen voornemen heeft gekoesterd, om duurzaam binnen deze gemeente te wonen maar zwervende is gebleven, en alzoo aan alle verdere belasting zich heeft weten te onttrekken.

Men meent alzoo, dat zoodanige omzwerving geen nieuw domicilie te kunnen worden verkregen, en moet men zich alzoo beleefdelijk verontschuldigen van het onderhoud van het gezin van den te Ouddorp geboren Teunis Witte.-

N 246 26-8-1843 Aan de Officier van Justitie

Reeds voor geruimen tijd heeft zich tot mij gewend zekere Trijntje de Lange, alhier woonachtig, eene vrouw, die het ongeluk heeft gehad haren man te verliezen in 1829 bij gelegenheid van het vergaan der visschuit 'de Drie Gebroeders', gevoerd bij schipper Reyer Molenaar.- en wil met verzoek op nieuw te worden in huwelijk verbonden met zekere Jan Smit, grofsmid, alhier woonachtig.

Ik heb gemeend in dat verzoek te moeten difficulteren, op grond van geen bewijs van de wettige ontbinding van het eerste huwelijk. Daarop nu schijnt die vrouw werkzaam geweest te zijn tot het verkrijgen eener admissie om in deze gratis te mogen procederen, aangezien zoowel zij als haar aanstaande man in behoeftige omstandigheden verkeert.- doch nu komt mij voor een paar dagen die vrouw een schrijven mededeelen van den heer procureur JJ de Lange, waarbij ZEd mededeelt, met UEd over dir onderwerp te hebben geconfereerd, aan UEd het verlangen van voornoemde vrouw.

Brief van 1831 over die schipbreuk.

Burgemeester Keijser wil bericht van de Officier zelf.

N 247 cert Fulps Nannings

N 248 Gouverneur 30-8-1843 Nieuwe Ligplaats te Nieuweschil

N 249 Gouverneur 1-9-1843 Begroting 1844

N 250 Gouverneur 1-9-1843 HV kerk Eijerland

N 251 Gouverneur 1-9-1843 Extract deliberatien

N 252 Gouverneur 1-9-1843 rekest Jan Molenaar

N 253 Gouverneur 1-9-1843 Broodzetting

N 254 BS

N 255 HH Regenten van het Algemene Weeshuis 1-9-1843 Aanstelling van boekhouder

Uitslag dubbeltal- door het bedanken van S. Reinbach, den persoon van den Heer Willem Jan Hidde Bok, notarisklerk, tot boekhouder van het weeshuis.

N 256 Gouverneur 4-9-1843 Verplegingskosten Bedelaars f 87.66 over 2 e halfjaar 1842

N 257 NM

N 258 Minister van marine te 's Hage 5-9-1843

Bij mijne missive van den 19 april N 139 gaf ik mij de Eer de aandacht Uwer Excellentie te vestigen op het lot en den toestand van den gewezen matroos der 2 e klasse Sijbrand Duinker, alhier, welke door verstandeloosheid buiten staat om op eenige wijze zijn brood te kunnen verdienen, inderdaad een voorwerp is van medelijden, daar hij van alles ontbloot, niets heeft tot zijn ondersteuning dan eene oude moeder, die zelve behoeftig is, en door haar kerkgenootschap onderhouden wordt.

Ik had mij steeds gevleid ten gevolge van den brief door de vermogende tusschenkomst Uwer Excellentie opnieuw voor dien ongelukkige mensch het pensioen te zullen obtineren, dat hij voor een jaar, krachtens het besluit van 4-9-1842 N 90 gehad heeft, zulks is tot dusverre niet mogen gebeuren. Thans heeft de moeder van den voornoemden Sijbrand Duinker zich opnieuw tot mij gewend, met verzoek, dat ik nogmaals de aandacht van Uwe Excellentie op den hulpbehoevenden staat van haren zoon zoude vestigen, en het is tot dat einde, Excellentie, dat ik thans mij veroorloof Uwe Excellentie nogmaals de Eerbiedige wenschen dier moeder en zoon kenbaar te maken ten einde mogt dit zijn, mogt worden andermaal in overweging worde genomen en het gewone pensioen opnieuw aan dien alleszins hulpbehoevende man worden uitgereikt.

N 259 BM Vlieland 6-9-1843 Zilveren medaille F. Croese

N 260 Gouverneur 6-9-1843 Zilveren medaille F. Croesen verzonden naar Vlieland

N 261 Gouverneur 9-9-1843 Bunders veldgewassen

N 262 cert

N 263 BM Stellendam 14-9-1843 onderstand M. Wiegel

N 264 B&W Amsterdam 14-9-1843 Broodzetting

N 265 Regtbank Alkmaar 18-9-1843

N 266

N 267 Kerkeraad en kerkvoogden HV Gemeente Eijerland 20-9-1843

Het doet ons intusschen leed die bezwaren niet te kunnen wegnemen, maar te moeten volharden in het sedert onheugelijke jaren binnen deze gemeente op alle dorpen bestaande gewoonte volgens welke het beproeven de brandbluschmiddelen steeds om wijze redenen op eenen zondag plaatsvinden en welke tot heden, zooverre ons bekend is, nog nimmer tot eenig openlijk bezwaar of bepaalde ontheiliging van den dag des Heeren aanleiding gegeven heeft, en waartoe wij opregtelijk hopen, dat zulks ook nimmer bij de inwoners van Cocksdorp zal aanleiding geven.

Wat betreft de opmerking van UEd omtrent den geest van het Koninklijk Besluit van dn 1 Maart 1815, zoo moeten wij UEd opmerken, dat het 1 e artikel wil, dat geen openbaren arbeid zal plaats hebben, dan ingeval van noodzakelijkheid, als wanneer de plaatselijke regering daartoe schriftelijke toestemming zal geven, 2 e Dat noodzakelijkheid bestaat volgens ons oordeel, dan uit de beslissing omtrent dit punt is overgelaten.

UEerw ziet dus overtuigend, dat door het beproeven der brandbluschmiddelem, na het volkomen eindigen van alle Godsdienstoefening, zoowel aan den geest als aan den letter van voornoemd KB voldaan wordt.

N 268 Gouverneur 25-9-1843 Haven Texel

N 269 Gouverneur 26-9-1843 policie beambten

N 270 Gouverneur 26-9-1843 Oestervisschers

N 271 BM Buiksloot 6-10-1843 P. de Vries

N 272 BM Amsterdam 10-10-1843 NM

N 273 Idem BM Helder

N 274 Idem BM Hoorn

N 275 Gouverneur 11-10-1843 verificatie Gemeentekas

N 276 Gouverneur 11-10-1843 vaccine

N 277 idem Prov. Commissie

N 278 Gouverneur 12-10-1843 duplicaat expeditie der rekening van het Gesticht van Weldadigheid

N 279 Controleur Kadaster 14-10-1843 Grondbelasting

N 280 cert

N 281 Gouverneur 17-10-1843 voordragt benoeming Zetters

N 282 Gouverneur 18-10-1843 rekest BM Ouddorp

N 283 Gouverneur 18-10-1843 rekest Gerrit Vlaming- haven OS

N 284 BM Helder 20-10-1843 Antje [Jans] Blom wed Gerlach

Heb ik de Diaconie der HV Gemeente te Oudeschild met de door de HV gemeente a costi van de bedeeling van Antje Willems Blom wed Gerlach a f 1.50 per week bekend gemaakt, deze hebben mij verklaard, uit hoofde der algehele uitputting van hunne kas, ter oorzake der algeheele verplaatsing van het Loodswezen naar het Nieuwediep, volstrekt niet meerder te kunnen bedeelen dan 25 cents per week, het welk zij dan ook genegen zijn aan gemelde weduwe Gerlach uittereiken, hetzij dat zij zich in UEdAchtb gemeenet blijve ophouden, hetzij in geval zij zich weder te Oudeschild met er woon mogte vestigen; de opgave van 5 kinderen die aan UEdA is gedaan schijnt in alle gevalle niet juist te zijn, daar volgens de bij voortdurende ingewonnen berigten de voornoemde wed Gerlach slechts 1 kind ten haren laste zou hebben, dewijl de overigen buiten huis in hun onderhoud zelve zouden voorzien.

[Antje Willems Blom (1801-1845) kwam uit Oudeschild. Zij is gestorven aan den Helder was sinds 1835 de weduwe van Willem Gerlach (1802-1835) van den Helder, die op 13-5-1835 verongelukte op de Haaksgronden:

Brief 14-5-1835 Gouverneur
Dat op gisteren middag 5 ingezetenen dezer Gemeente genaamd Nanning Duynker, Arie Duynker, Willem Gerlach, Reijer Boogaard en Hendrik Boogaard door het omslaan van hun vaartuig op de Zuiderhaaks, bezig met het afhalen der goederen uit het aldaar voor eenige dagen gestrand brikschip zijn verongelukt. Vermoedelijk is het ligte vaartuig, reeds met eenige balen katoen beladen, door eene onverwachte branding overstelpt en omgeslagen.
Drie andere personen die zich met hen in het vaartuig bevonden zijn nog mogen gered worden.

Er waren in dit gezin 6 dochters geboren in Oudeschild, van wie 3 voor de moeder zijn overleden. In leven waren Trijntje (1827-1862), de enige met nakomelingen, Antje (1829-1899) en Marretje (1834-1854) overleefden haar.

Marretje was in 1845 jong genoeg om in het Texelse Weeshuis opgenomen te worden. Trijntje trouwde in 1847 met Willem Bakker (1814-1870) van den Hoorn, 3 kinderen. Zij stierven te Helder. Antje trouwde in 1850 met Frans van der Meulen (1806-1896) uit Rotterdam. Zij overleed daar, met als haar echtgenoot. Geen kinderen vermeld.

N 285 cert

N 286 21-10-1843 Schutterij

N 287 BM Stellendam 24-10-1843 Onderstand M. Wiegel

N 288 Bm Hoorn 25-10-1843. Reisgeld C. Kaag

N 289 cert

N 290 Gouverneur 28-10-1843 NM

N 290a Gouverneur 30-10-1843 Anderhalve pagina uitleg over plaatsnaam Schil

Ter voldoening aan Uwer Excellenties missive van den 26 dezer (mij den 28 dezer geworden) omtrent het verschil in de spelling tusschen Oudeschil en Oudeschild, geef ik mij de Eer optemerken

Dat inderdaad de gevoelens niet overeenkomen welke de ware naam zijn zoude; ook bij mij veelal de overtuiging bestaan, dat de spelling moet zijn Schil, en zulks uithoofde der menigte schil of schelpen, die van oudsher en nog heden dagelijks gevonden en gevischt wordt voor en onmiddellijk bij het dorp van dien naam. Ik en anderen hebben het er steeds voor gehouden, dat bij het ontstaan van het Oudeschil, ongeveer den aanvang der 17 e eeuw, men dat dorp heeft genoemd naar de Schil of Schelp plaat die vlak voor hetzelve gevonden werd.-

Te meer ben ik in dit gevoelen versterkt daar men, zoo verre ik weet, voor de benaming Schild geene reden hoegenaamd weet aan te wijzen die althans ene der natuurlijke als de zoo even aangevoerde.

Ook in de oude dijkschriften vindt men veeleal het woord Schil, de Medemblikker Kroniek spreekt op het artikel Texel van Oude Schilt n Nieuwe Schil, doch zwijgt van alle naamsoorsprong. Het bekende werk van Cuick brieven over Texel bl 73 zegt:

'Het Oudeschild kan dus genaamd zijn naar een inhammetje waarin de zee veel zand werpt en van tijd tot tijd uitvoert en het Oude Schil genoemd wordt'.

In een woord, de gevoelens zijn verschillend, aangezien echter, ik gevoel het allezins gepast om in de officiele vermeldingen van het dorp een vast gebruik aan te nemen, en aangezien dit wel niet te ontkennen is, dat een veeljarig gebruikt woord Schild, hetzij dan te regt of te onregt, meer algemeen heeft doen worden dan het woord Schil, zoo kan ik mij zeer wel vereenigen met het denkbeeld voortaan ht woord Schild uitsluitend te bezigen als de officieele spelling van de plaatsen Oude en Nieuweschild alhier, een voorstel waaromtrent ik alzoo Uwer Excellenties beslissing de Eer zal hebben in te wachten.

[In 1693 had notaris Francois van der Merkt het over het Groote of Oude Schilt]

N 291 Gouverneur 1-11-1843 patenten

N 292 Gouverneur 6-11-1843 ontvangst assignatie groot f 5000,-

N 293 Gouverneur 7-11-1843 rekest L. Bakker

N 294 Controleur 8-11-1843 aangiften

N 295 Diaconen HV Gemeente Eyerland 10-11-1843. Onderstand M. Wiegel

N 296 Gouverneur 10-11-1843 Benoeming leden van de Raad

N 297 Gouverneur 10-11-1843 Voordracht leden Armbestuur

N 298 Gouverneur 10-11-1843 Onderstand weduwe Witte

N 299 Gouverneur 10-11-1843

Naar aanleiding van een bij mij gedaan verzoek van zekere Gerrit Bas, vroeger schipper aan den Helder, nu zonder beroep en ingezeten van deze gemeente, welke, zoo hij zegt, op den 25 october ll aan Uwe Excellentie een Rekest heeft ingediend, om vrijstelling van het alvolgend halfjaar patentregt voor zijn gewezen thans in slooping zijnde vaartuig, geef ik de Eer Uwe Excellentie de bijgaande 4 stuks bijlagen intezenden, als welke benoodigd schijnen te zijn, ten einde UE op het voorschreve rekest zoude kunnen disponeeren.

N 300 Gouverneur 10-11-1843 Loterij

N 301 Gouverneur 11-11-1843 NM

N 302 Heer Premer Heel en Vroedmeester te Steenbergen bij Bergen op Zoom 13-11-1843

Aanstelling P. Stolp in de betrekking te Oudeschild

N 303 304 305 Idem Heer x

N 306 BM Stellendam 16-11-1843 Onderstand M. Wiegel

N 307 cert

N 308 Gouverneur 17-11-1843 ?

N 309 Militie Comm: 17-11-1843 NM

N 310 Commandant van 2 e reg Inf. te Alkmaar J. den Bleijker

Overleden [op 16-11) de milicien verlofganger Johannes den Bleijker, met lijst van militaire goederen en kleding. Wat daarmee te doen?

N 311 BM Onderdenbarn Groningen 28-11-1843 A. Huizinga kwitantie f 12.50

N 312 Commandant van 2 e reg Inf. te Alkmaar 29-11-1843

Dat de ouders en broeders en zusters van den overleden J. den Bleijker, 7 personen, allen door de kinderpokken zijn aangetast en in diezelfde woning of keet op de Mientgronden bij het dorp de Koog, alwaar Jan den Bleijker overleden is, zich bevinden, en in alle deele als een besmettelijk huisgezin wordt afgezonderd, weshalve ik het, vooralsnog, ongeraden acht om de goederen door de overledene nagelaten, uit de woning te laten halen, veel min dezelve te verzenden, alzoo het gebleken is, dat de kinderziekte, waardoor die menschen zijn aangetast, van de ergste soort en zeer besmettend is.

[Maarten den Bleijker (1800 Ouddorp- 1886 Michigan), arbeider, boer, werkman, landman, landbouwer, was in 1820 getrouwd met Baaltje Jans van Dam (1800 Ouddorp- 1854 Koog).

Zij hadden 6 kinderen Jannetje, Johannes, Martijntje, Francijntje, Maarten en Poulus.

Hertrouwd met Riske Visser (1831-1xxx) van Vlieland, kind Johannes geboren op 24 en gestorven op 24 januari 1859 Eijerland.

Jannetje (1820 Ouddorp- 18xx), Johannes (1822 Ouddorp- 1843 Koogermient), Martijntje (1828 Ouddorp-18xx), Francijntje (1833 Ouddorp- 1916 Michigan), Maarten (1838 Eijerland- 1860 Eijerland), Poulus (1839 Koog- 1841 Koogermient)

Francijntje trouwde met Dirk Huibertsz de Ridder, 8 kinderen waarvan de 2 laatsten in Michigan werden geboren]

N 313 30-11-1843 Onderstand Huisgezin van M. Wiegel

Ontvangen van Stellendam f 25.- en 4.97 ½

N 314 BM Amsterdam 6-12-1843 Verpleegkosten P. de Vries

N 315 cert

N 316 Militie Comm: schutterij

N 317 BM Hardenberg 11-12-1843 onderstand weduwe Juriaan Wegman

N 318 BM Bedum 11-12-1843 Onderstand A. Huizinga

N 319 BM Stellendam Quitantie van het Diaconie Armbestuur der HV Gemeente van Eyerland f 27,97 ½

N 320 19-12-1843 Aan B&W van Sluis

Specificatie gevraagd van de rekening voor de wed. T.J. Duinker. [Onze Eilandsgeneesheer rekent niets apart voor de behandeling van de algemene Armen, is dat bij u anders?] Dat de toestand van onze kas de striktste spaarzaamheid ten onvermijdelijken pligt stelt.

N 321 BM x Groningen 20-12-1843 alimentatie Huizinga

N 322 Controleur Helder personeele belasting

N 323 Gouverneur 28-12-1843 policie mutaties- geene

N 324 cert

N 325 Provinciale Commissie 29-12-1843

Geneesheer J.P. Gelauff naar Nieuwediep, Jufvrouw Christina Schneiders vroedvrouw van Oosterend naar Oudewater. Hier gevestigd P. Stolp, Platteands genees-, heel- en vroedmeester van Wormerveer

Dat overigens de Heer Stiggelbout plattelands genees heel en vroedmeester te Oudeschik thans aan den Burg alhier woonachtig is.

N 326 Gouverneur 29-12-1843 Extract Register der Deliberatien Gem. Raad

N 327 Gouverneur 29-12-1843 NM

N 328 Gouverneur 30-12-1843 Reisgeld verlofgangers

N 329 De Heer J Bruin Pronk te Texel 30-12-1843 amotie gebouw Kad. D N 746

Naar aanleiding van het bij mij ingekomen rapport van den eilands architect, van dato 18 dezer, zie ik mij verpligt in het belang der publieke veiligheid, UEd aan te schrijven, gelijk ik doe bij deze: den opstal van het, zoo ik vernomen heb, door UE onlangs gekochte huis, staande te OS sectie D N 746, onverwijld te brengen in zoodanige staat, dat hetzelve voor alle gevaar van instorten gewaarbogd is, of hetzelve zonder verwijl te amoveren, met in achtneming der op dit stuk bestaande voorschriften. Ingeval binnen 8/d na dato dezes niet aan deze last mogt zijn voldaan, zullen UEd zich zelve te wijten hebben de geregtelijke vervolging als welke ik mij genoodzaakt zou zien dadelijk daarop tegen UEd aan te leggen.

N 330 HH Armverzorgers der RC Gemeente 31-12-1843 onderstand Lindgreen

Missive B&W Hoorn, met uitnoodiging binnen de daarbij gestelden tijd, mij wel te x bekend willen maken, ten einde aan den inhoud dier missive te voldoen.

1844

N 1 B&W Hoorn 2-1-1844 zie N 330

N 2 Gouverneur 4-1-1844 Brandbluschmiddelen

N 3 4-1-1844 Naar Buiksloot 3 personen, Helder 10, Amsterdam 1.

Van Wormerveer 4, Amsterdam 4, Alkmaar 5

N 4 Gouverneur 5-1-1844 Naar andere Provincien de Heer C.H.C. Westenberg met vrouw en dienstmaagd, de Heer F.J. Schnertsel en vrouw naar Oudewater, 5 personen totaal (7 naar Appeldoorn Gelderland) en zich alhier geene personen uit andere Provincien hebben gevestigd (dan D. Blok, vrouw en 6 kinderen van Goedereede 8) ( ) later toegevoegd.

N 5 Gouverneur 5-1-1844 Staat der geboorten, huwelijken en sterfgevallen 1843

N 6 Komm. Nm

N 7 BM Helder 6-1-1844 NM

N 8 BM Helder 8-1-1844 NM

N 9 Gouverneur 9-1-1844 verificatie gemeentekas

N 10 BS 10-1-1844 cert

N 11 Den Heere Directeur van de Colonien te Frederiksoord 10-1-1844

Burgemeester vraagt om signalement enz tot het doen der Inschrijving tot de Nationale Militie van Dirk Jansz de Waard, geboren alhier 30-6-1825, en behoorende onder de Directie van het Gesticht van Weldadigheid en Algemeene Armen dezer Gemeente, doch thans in de Colonie Frederiksoord zich bevindende.

N 12 Gouverneur 11-1-1844 vacinatien

N 13 idem Prov Comm:

N 14 BM 11-1-1844 Aan de Burgemeester van Ouddorp

Huibregt Molesteeg, geboren te Ouddorp 19-12-1815, wees, dat hij tot UEdA Gemeente is behoorende, uit hoofde zijn voogd Marinus Verduin a costy woonachtig is.

N 15-17 12-1-1844 Kerkeraden HV Gemeenten

N 18 B&W stad Hoorn 13-1-1844 OD P. Roos doorsturen missive HH Armverzorgers

N 19 17-1-1844 om vrijstelling Jacob Eelman

N 20 H. Coster Boekdrukker te Alkmaar 20-1-1844 Registers BS

N 21 BM Stellendam 19-1-1844 Geneesk. dienst Eyerland

Dat het kontract, wat de Heer de Könnigh schijnt te bedoelen, niet anders zijn kan dan zekere belofte, door het plaatselijk Bestuur in 1837 aan de toenmalige directeur der nieuw ingedijkte polder Eijerland gedaan, om namelijk aldaar eene vroedvrouw te plaatsen; ten gevolge hiervan is in 1838 een geneesheer geplaatst, en wel de even genoemde Heer de Könnigh; welke plaatsing s geschied onder verpligting van deszelfs zijde van onderwerping aan de alhier bestaande Instructie voor den Eilands Medische Instructie, waarbij het gratis visiteren der huiszittende en algemene armen staat voorgeschreven; terwijl overigens de geleverde geneesmiddelen moeten worden vergoed door de respectivelijke daar bij betrokken armbesturen.

N 22a Commissaris van policie 20-1-1844 patent

Eene verklaring door mij den 19 dezer afgegeven, dat de persoon van Cornelisje Lap, huisvrouw Pieter Burger, niet in staat is, zich van hare woonplaats te verwijderen.

N 22b - 31 20-1-1844 Brieven aan onderscheidene kommandanten van Militie

N 32 Gouverneur 21-1-1844 Eeredienst

N 33 BM Ouddorp 20-1-1844 onderstand wed. T. Witte

Dat HH Regenten niet bij magte zijn de declaratie dadelijk te kunnen voldoen, groot f 54.80, met verzoek te mogen worden geinformeerd hoe daar mede te handelen daar dezelve weduwe Witte steeds moet bedeeld worden.-

Dat HH Regenten, ofschoon zich geredelijk onderwerpende aan de bestaande wetten, desniettemin volstrekt niet genegen zijn zulke enorme bedeelingen te blijven doen aan een eigenlijk hun geheel onbekend gezin, en dat wel op dien afstand.

Dat zij derhalve UEdA verzoeken het daarbij betrokken armbestuur uittenoodigen met alle betaling op te houden en bovengenoemde f 1.- per week van 1 januarij tot half februarij, tegen dien tijd hoopen HH Regenten, dat door middel van een beurtschip of andere gelegenheid de voornoemde weduwe met hare 2 kinderen herwaards zal kunnen overkomen, als wanneer men voor dezelve hier ter plaatse zal weten te zorgen naar behooren en HH Regenten vastelijk besloten hebben geene duurzame onderstand op zoodanige wijze aan wie ook te doen. HEd bezitten juist voor zoodanige behoeftigen, zoo hier als in de Kolonien van Frederiksoord inrigtingen, waardoor op eene allezins gepaste wijz in de behoeften der zoodanigen kan worden voorzien.

Voor de betaling der declaratie zal overigens worden gezorgd. Met uitzondering der post van f 14.30 als geheel buitensporig. Men meent toch, dat eene dergelijke behoeftige vrouw waarlijk geen 55 cents per week behoeft te verwonen.- Men verwacht dus van de billijkheid van het daarbij betrokken armbestuur dat hetzelve zal x zijn met de restitutie der f 40.50 immers wordt van deze bedeeling reeds als veel te hoog beschouwd en voor de billijke bemerkingen vatbaar. Moge dan ook het voornemde armbestuur onverhoopt in de afkorting der f 14.50 geen egnoegen neemen, dan achten HH Regenten zich tot de bij deze aangebodenen betaling tot dat bedrag ongehouden.-

Het zal HH Regenten voornoemd aangenaam zijn, met eenig spoedig antwoord op deze te worden vereerd.-

N 34 21-1-1844 Aan de Gouverneur

Rekest Ernst Hendrik Rikkert, landbouwer te Slochteren in Groningen,

berigt, consideratie en advies na overleg met de Sociëteit van Eijerland, dat de hier aangevraagde gronden uitmaken een deel der Provinciale gronden gelegen nevens het dorp den Hoorn, en op verren afstand alzoo van het Eijerland, hebbende dan ook, zoo verre mij bekend is, geen enkel lid der Sociëteit van Eijerland de minste relatie tot de aangevraagde grond of rekestrant. Ik heb alzoo gemeend voor alsnog zoodanig lid niet te moeten hooren. [Doch] dat het verzoek van den Rekestrant, zoo als het daar is liggend, voor geene gunstige dispositie vatbaar is.- Immers de aangevraagde grond wordt in Erfpacht bezeten door den Heer van Lit. Het is alzoo duidelijk dat staande die Erfpacht het Provinciaal Gouvernement, als aan welke de aanvrage in allen gevalle behoorde te geschieden, daarover niet andermaal beschikken kan. Dit punt is dan ook meermalen in behandeling geweest, doch steeds met denzelfden uitslag; waarvan het voldoende zal zijn Uwe Excellentie alleenlijk optemerken de correspondentie, die met den broeder van den Rekestrant over een geheel gelijksoortige aanvrage is gevoerd geworden (11-11-1841 N 290), evenals reeds mijn voorganger zulks gedaan had in 1836.

N 35 Den Hoog Edelgestrenge Heer Directeur de Handelsmaatschappij te Amsterdam 24-1-1844

Bepalen tot het plaatsen aan boord van door de Directie bevracht wordende bodems van eenige jongelingen in voornoemd Gesticht opgevoed. Bij de grote moeite die er tegenwoordig bestaat jongelingen door het doen aanleeren van eenig ambacht tot eenig redelijk bestaan te brengen, spreekt het wel van zelve, dat de Zeemansstand, vooral voor Texelaren, eenen buiten gewoon geschikten loopbaan aanbiedt, om van de maatschappij eenmaal een zeer nuttig lid te worden;- en waar voor dan ook, bij de Texelsche jongelingschap, niet onnatuurlijk eene bijzondere voorliefde en geschiktheid bestaat-

Mogt derhalve de Maatschappij in de gelegenheid zijn aan de wenschen van HH Regenten gehoor te geven, dan moge U Hoogedelgestrenge zich verzekerd houden, dat daardoor aan dit in vele opzigten onder den druk der tijden gebukt gaande Eiland een wezenlijke dienst zou geschieden, en tevens voor den Zeemansstand hier ten lande eenige waarschijnlijk hoogst geschikte voorwerpen zouden zijn aangewonnen. Het is uit dien hoofde alzoo, dat ik mij veroorlove het voornoemd verzoek, zoo veel in mij is, bij U Hoogedelgestrenge te ondersteunen.

N 36 Gouverneur 26-1-1844 Schutterij

N 37 Majoor Komm: 26-1-1844 schutterij

N 38 Gouverneur 29-1-1844 NM

N 39 Gouverneur 29-1-1844 NM

N 40 30-1-1844 Aan de Burgemeester van Meppel

Giel Duinker. Hem doen aanzeggen zich onverwijld naar herwaarts te begeven bijaldien hij in zijn eigen onderhoud niet kan voorzien, daar het Armbestuur, waartoe hij behoort, volstrekt niet is gedisponeerd, om te zijnen behoeve eenige kosten op andere plaatsen te maken.

[Giel Ariesz Duinker (1795-1845) zoon van Arie Gielsz Duinker en Vrouwtje Meijerts Duijnker. Zeeman. Getrouwd in 1824 met Jantje Jacobs Kuiper (1784-1832). Allemaal uit Oosterend. Giel is overleden in den Burg, aangifte op 10-6-1845 door Sipke Krijnen (73) oud zeeman en Cornelis Moojen (69) eilandsbode]

N 41 Gouverneur 31-1-1844 Haven N. Schil

N 42 Gouverneur 31-1-1844 Broodzetting

N 43 BM Zevenhuizen bij Gouda 2-2-1844 A. v/d Wal

N 44 Controleur Helder 3-2-1844 Patenten

N 45 BM Stellendam 3-2-1844 M. Wiegel

N 46 cert

N 47 Gouverneur 8-2-1844 NM sterfgeval J. den Bleijker

N 48 Controleur Kadaster 8-2-1844 staat 2a V

N 49 Voorzitter Militieraad Alkmaar 10-2-1855 NM

N 50 Gouverneur 10-2-1844 NM

N 51 Gouverneur 8-2-1844 Zegelgelden

N 52 Consul van het Hertogdom Nassau te Amsterdam 10-2-1844 Joh. Juch

N 53 cert

N 54 Gouverneur 15-2-1844 Dat zich alhier geene kinderen bevinden, welke naar de Maatschappij van Weldadigheid moeten worden opgezonden.

N 55 Gouverneur 20-2-1844 rekest A. Keesman, grofsmid

N 56 21-2-1844 Aan de Gouverneur

Onderwerp onderstand der huisvrouw van P. Roos, met deliberatien van de Raad van 20 Februarij.

N 57 58 cert

N 59 BM Laathem Gelderland 26-2-1844 JW. Wigmans

Dat op heden alhier in het Gesticht van Weldadigheid is opgenomen den persoon van Jacob Wigbertus Wigmans, in UEA gemeente zijn OD hebbende, en welk persoon sedert 14 dagen zich alhier bevindt als werkman aan de Nieuwe Haven bij het Nieuweschild alhier, doch uit hoofde van ziekte thans daartoe ongeschikt, en tevens onvermogend is, om zich van het noodige te kunnen voorzien; zullende door mijnader eene Declaratie van onkosten aan UEA worden gezonden, terwijl de staat van inlichtingen aangaande het OD hierbij gevoegd is.

N 60 Minister van Financien te 's Gravenhage 28-2-1844 pensioen Jan Smit

Diens vaste woonplaats is den Burg op Texel, met geboorte Attest en bewijs van ophouding van soldij

N 61 Minister van Oorlog 28-2-1844 pensioen Jan Smit

Smit Jan, Dragonder laatst gediend bij het 1 e Regiment 2 escadron zware dragonders. Woonplaats den Burg op Texel, geboren 23-10-1812 op Texel

[Jan Klaasz Smit (1812-1887) zoon van Klaas Pietersz Smit en Rempje Teekes van Grouw]

N 62 1-3-1844 Aan P. Langeveld c.s.

Indijking polder Hoorn en Burg. Burgemeester vraagt nadere inlichtingen

N 63 2-3-1844 Aan de Gouverneur Invordering Rijksmiddelen.

Dat het middel van de militaire inlegering binnen deze Gemeente in de afgeloopen 5 jaren 52 malen is aangewend, te weten

7 keer tot invordering van grondbelasting f 22,45,5

45 keer tot invordering van achterstallige personele belasting f 173,34,5

Hiervan zijn geweest in den jare 1839 dertig inlegeringen, 1840 geene, 1841 drie, 1842 negentien, 1843 geene

Zijnde de publieke opinie steeds geweest zeer tegen dit middel als van forschen aard om overigens rustige burgers bij welke schier altoos de eenige reden van niet betalen is, hun onvermogen, langs zulken weg den laatsten penning af te persen [geen onwil]. Wanneer men nagaat welk een indruk de plotselinge en gewelddadige binnenkomst in een huisgezin veroorzaakt van een gewapend militair, welke stoornis dit in meestal zoo bekrompen woningen geeft, dan is het niet te verwonderen, dat de schatkist bij zulke gelegenheden meermalen verrijkt wordt, letterlijk met de bete droogbroods, die de vrouw en kinderen onthouden wordt, om toch maar het laatste goed des ongelukkigen te mogen behouden,- het eenige dat hem overig bleef,- de vrijheid in zijn geringe woning!

[Burgemeester Keijser bepleit herziening van de wet op dit punt].

N 64 4-3-1844 BS Vlessing naar Amsterdam

N 65 Gouverneur 4-3-1844 staat van het personeel

N 66 67 68 cert

N 69 70 6-3-1844 Aan de Kommandant van de 2 e Comp 1 e bat van het 2 e Reg Inf te Vlissingen

Inzending van de nagelaten goederen van Jan den Bleijker aan de Hoofd Administrateur te Alkmaar

N 71 BM Stellendam 6-3-1844 doorsturen missive diaconie Eyerland

N 72 Gouverneur 10-3-1844 NM

N 73 BS

N 74 14-3-1844 Aan de Burgemeester van Hensbroek W. Bok

Dat alhier aan den Burg bij P. Blankerts als bakkersknegt woonachtig is zekere Willem Bok, weduwnaar van Aafje Blij

N 75 Gouverneur 14-3-1844

f 5000.- bijdrage der Provincie in de daarstelling van een oesterhaven alhier

N 76-80 Diaconen 15-3-1844 zedelijke ligchamen

N 81 Militie Comm: 18-3-1844 NM

N 82 83 84 cert

N 83 22-3-1844 Aan de Burgemeester van Goedereede

onderstandsdomicilie van de weduwe T. Witte

Dat inderdaad door zogenaamde 4-jarige inwoning de weduwe Teunis Witte alhier haar onderstandsdomicilie verkregen heeft, hetwelk deze Gemeente reeds op zeer aanzienlijke uitgaven is komen te staan, ten gevolge waarvan zij herwaarts is ontboden voor eenigen tijd, om alsdan naar Frederiksoord in de vrije Kolonien te worden opgezonden, als ter welker plaatse de met haar onderhoud belaste Administratie over verscheiden plaatsen de beschikking heeft. Toen echter die vrouw met hare kinderen alhier gekomen is, heeft zij volstandig geweigerd daaraan te voldoen, en verklaarde liever het uiterste te ondergaan dan naar die Kolonie te vertrekken, waar intusschen het eenige, wat van haar gevorderd wordt, daarin zou bestaan, dat zij voor haar betamelijk onderhoud dagelijks arbeiden moet en voorts aldaar haar verblijf houden.

Daarop is zij weder naar Ouddorp vertrokken, met de uitdrukkelijke belofte in haar onderhoud zelve te zullen voorzien,- en nimmer weder te komen ten laste van deze Gemeente, als in welk geval men haar zal noodzaken naar Frederiksoord te gaan. Wilt U die vrouw in bovengenoemde geest onderhouden [als ze niet uitkijkt gaat ze in plaats daarvan als bedelaarster naar Ommerschans] als wanneer haar lot vrij minder aangenaam zou zijn, dan wanneer zij zich als vrij kolonist naar Frederiksoord begave.

N 84 Ingenieur PJ Orth Alkmaar 26-3-1844

Dat het mij toeschijnt meest gepast te zijn, dat de bij UHWG bedoelde Grosse onder HEGA GS als verpachters blijve bevinden.-

Zou ik van UHWG wel mogen verzoeken den Heere Hoofdingenieur de Kruiff bij gepaste gelegenheid mijn verzoek mede te deelen om eenig antwoord op mijn schrijven aan ZWEdg, nu 14 dagen geleden, ten einde ik alsdan dadelijk de storting der pachtpenningen kan doen plaats hebben.

N 85 Gouverneur 26-3-1844 dat de acten voor de benoemde leden van voorloopig- en eindonderzoek, aan dezelven zijn uitgereikt.

N 86 cert

N 87 Gouverneur 28-3-1844 policie

N 88 Gouverneur 29-3-1844 Staatsblad

N 89 BM Helder 30-3-1844

N 90 cert

N 91 BM Kloosterburen Groningen 6-4-1844 wed J. Wegman

Betaling van f 19.50 tot op heden niet gevolgd

N 92 BM Laathem Gelderland 6-4-1844

Declaratie van verplegingskosten van JW Wigmans verschuldigd aan het Gesticht van Weldadigheid alhier, ten beloope van f 5.60

N 93 6-4-1844 Aan de Burgemeester van Ouddorp

f 62,43 in voldoening voor de verplegingskosten van de weduwe Teunis Witte gedaan

N 94 Gouverneur 9-4-1844 verificatie gemeentekas

N 95 96 9-4-1844 cert

N 96 11-4-1844 Aan de Burgemeester van Helder

gevraagd geboortebewijs van Willem Andelaar Hemelrijk 2-7-1816

N 98 BM Egmond aan zee 12-4-1844 BS

N 99 Gouverneur 12-4-1844 Vaccinati

N 100 idem

N 101 BM Helder 13-4-1844 BS

Ambtshalve doodextract van den alhier overleden en a costi onwonenden Willem Kikkert

N 102 Ambtenaar BS Alkmaar 15-4-1844 zegels

N 103 cert

N 104-115 17-4-1844 Aan de Leraren der onderscheidene Godsdienstige gezindten

Aankondiging collecte voor de getroffenen door de brand in Aalsmeer, 46 huizen in den asch, 60 tot 70 gezinnen van have en goed beroofd. Zondag aankondigen dat maandag en volgende dagen collecte is met een gesloten bus. Opbrengst f 100,-

Internet: Dorpskroniek, Martien Parmentier:

Op den 13 April is hier te Aalsmeer een zwaare brand ontstaan, welk zijn begin genomen heeft, te snags van den 12 op den 13 April op de Zijd weg bij het huijs toebehoorende aan Jacob Moses Meijer, zijnde een Joodsche vleeshouwer, welk huis gedeeltelijk bewoond wierd, door Cornelis Venema, en het overig gedeelte door den eijgenaar gebruijkt wierd om zijn reijtuig te bergen. Men zegt dat de vrouw van Cornelis Venema bezig zijnde haar huijs schoon te maakken, met het opvegen van haar vloer, daar bij met ligt eenig vuur daar bij heeft geveegd, en het zelve op haare erve heeft weggeworpen, het welk wel ligt oorzaak tot de brand heeft gegeeven.

Hoe het ook zij, op die nagt is in minder dan vier uren 46 huijzen alsook de Mennonite kerk, in de as gelegd.

N 116 Gouverneur 20-4-1844 Schutterij

N 117 cert

N 118 Gouverneur 23-4-1844 onverwachte uitgaven

N 119 Gouverneur 26-4-1844 Rectificatie rekening Gemeente Ontvanger

N 120 cert

N 121 Gouverneur 26-4-1844 Collecte brand Aalsmeer f 100.-

N 122 Gouverneur 26-4-1844 Tabellen Inrichtingen van Weldadigheid

Voorts heb ik de Eer te berigten, dat bij de gedane inspectie in den jongst verloopen maand der onderscheiden stichtingen en Instellingen van Liefdadigheid gebleken is, dat dezelve zich steeds in de beste orde bevinden.

Overigens heb ik de Eer bij deze kennis te geven dat zich binnen deze gemeente geen administratien bevinden welke weigerachtig zijn of vroeger weigerachtig waren om ons de verlangde inlichtingen te geven.

N 123 President der Regtbank te Alkmaar 29-4-1844

Geboorte extract van Jacob Buis

N 124 Dir. Directe belastingen patent

N 125 BS

N 126 Gouverneur 1-5-1844 Broodzetting

N 127 Controleur 2-5-1844 patent Register

N 128 Gouverneur 3-5-1844 NM

N 129 Controleur Helder 4-5-1844 personele belasting

Benoeming tegenschatters Pieter Plavier en Arie Geus, beide timmerlieden

N 130 Dir. Directe belastingen 4-5-1844 personele belasting zie 129

N 131 Agent van Rijksschatkist te Alkmaar 4-5-1844 f 100,- voor Aalsmeer

N 132 Gouverneur 7-5-1844 rekest P. Langeveld c.s.

Rapport nog niet opgemaakt.

N 133 Gouverneur 7-5-1844 Pastoor A.J. Terstappen naar Schoorl en hier aangekomen J.F.C. Blom van Oud Beijerland

N 134 Inspecteur Geneeskundige Dienst der Landmagt 18-5-1844 S.J. Duinker

Dat bedoelde persoon wel in staat is onder geleide van eene der zijnen zich naar den Helder te begeven, ten einde zich geneeskundig te doen onderzoeken.

N 135 BM Purmerend 20-5-1844 f 1.25 voor Vlessing

N 136 Gouverneur 20-5-1844 Indijking polder Hoornenburg

Dat ik dadelijk na den ontvang der aanschrijving den Heer P. Langeveld heb uitgenodigd tot het mij verschaffen der vereischte opgave en inlichtingen ten einde ik aan Uwer Excellenties verlangen zoude kunnen voldoen.

Aangezien nu, zoo als mij sedert gebleken is, tijdens de aanvrage aan den Heere Minister van Binnenlansche Zaken bij den Heer P. Langeveld c.s. nog niets omtrent den genoemden polder met eenige zekerheid bekend was, zoo moesten die Heeren, alvorens aan mijne uitnoodiging te kunnen voldoen, al het noodige in loco doen onderzoeken en opnemen, waaraan mogt worden toegeschreven het lange verwijl, dat er verloopen is, alvorens het mij te mogen gelukken, in weerwil van herhaalde aansporingen, Uwe Excellentie dit rapport aan te bieden.

Deze opneeming heeft vervolgens plaatsgehad door iemand, die met soortgelijk werk bekend is, en bij wien men alzoo de daartoe vereischte kennis en naauwkeurigheid mag veronderstellen. Het resultaat dier opneming vindt Uwe Exc: in de daarvan vervaardigde situatieteekening, als welke ik met de kopij der daarbij ingezonden geleidende missive de Eer heb hierbij over te leggen, en bij welke schetstekening der kadastrale kaart van deze polder ter grondslag en leidraad is aangegeven.

Overigens is het plan van de Rekestranten om met eenige weinige andere deelhebbers bij eene eventueele concessie deze indijking tot stand te brengen en voorts den polder te exploiteren op den voet als eerder met Eyerland is gedaan, uitgezonderd echter de wijze van administratie van dien polder, als welke op de onderwerpelijke betrekkelijk geringe indijking veel te kostbaar en ook buitendien geheel onnoodig zoude zijn.

De indijking zelve achten de rekestranten dan ook geen 40/ M te zullen overtreffen, welke som mitsdien uit den boezem van eenige deelhebbers ligtelijk is bij een te brengen.

Voorts zal UEx: reeds bij de 1 e inzage der bijgaande Schetsteekening bespeuren dat deze inpoldering 2 uitwaterende sluizen van het Texelse Dijksbestuur em een van de Polder Hoornder Nieuwland zal afsluiten. Het zal waarschijnlijk wel in de bedoeling liggen Uwer Exc:, die beide dijk en polder besturen op dit plan van indijking ieder voor zooveel hetzelve betreft in zijn betamelijk belang te hooren, en ik mag dus, zoo ik meen, mij van alle verdere aanmerkingen te dien aanzien in deze onthouden als minder van mijne bevoegdheid.-

Evenzeer zal het Uwe Exc:s opmerking niet ontgaan, dat de voorgestelde indijking tevens zal afsluiten de landen aan Dirk de Graaf toekomende in dien polder en in 1823 door het domein bestuur aan dezelve verkocht.- Het is duidelijk, dat de ondernemers dezer indijking zich zullen moeten verstaan met denzelven omtrent het door denzelven al of niet deelen in die kosten van inpoldering of kosten van onderhoud der te leggen dijken.

Wat betreft de te verleenen concessie door het Gouvernement, zoo zal daarbij, naar mijn bescheiden meening in overweging dienen te worden genomen de vrage:

Welke zijn de eigendomsregten van het domein op den eenmaal in wettigen eigendom bezeten en sedert (in 1796) verdronken polder? Kan het domein onvoorwaardelijk tot de concessie overgaan of zoude ook alvorens eenige maatregel dienen genomen te worden hoedanige het tegenwoordig BW in het geval van verdronken polders wier inpoldering verland wordt voorschrijft?

Dat het domein bestuur althans in 1823 met zoo veel omzigtigheid is te werk gegaan in den toenmaligen verkoop aan Dirk de Graaf blijkt uit de bewoordingen van het daarvan opgemaakt notarieel transport als ter welker plaatse geschreven staat

(F: J)

Te meer geloof ik, dat in deze alle omzigtigheid zal dienen gebezigd te worden, daar het bekend is, dat een aantal obligatien, behoorende tot zekere nagotiatie ad f 300 Mille a 3 ¼ pCt d 1-1-1779 nog in wezen zijn, en wier respective houders, blijkens derzelver successien in formatien naar den onderwerpelijken thans verdronken polder, nog niet alle aanspraak op dezelven schijnen te hebben opgegeven.

Deze bedenkingen zijnde opgeheven, als dan zal de vrage te passe komen:

Welke zal de prijs zijn voor welke den eigendom van de verdronken polders aan de rekestranten zal worden afgestaan?

Deze opmerkingen meende ik aan het wijzer doorzigt van UEx: te moeten onderwerpen. Wat overigens betreft de onderneming op zich zelve bschouwd, dan kan dezelve, naar mijn inzien, voor het algemeen niet anders dan nuttig zijn,- terwijl wat betreft de voordeelen, die de ondernemers daarvan verwachten, deze ongetwijfeld veel zullen afhangen van de eventueel gelukkige uitslag der indijking en de kwaliteit der grond, waaromtrent de ondernemers eene zeer gunstige verwachting schijnen te vestigen, en die men dan ook hoopen wil, dat door de meest gewenschte uitkomst mogen bekroond worden.

N 137 Controleur kadaster 22-5-1844 kennisgevingen

N 138 Gouverneur 22-5-1844 Liefdadigheid

N 139-142 cert

N 143 BM Amsterdam beurtvaart

N 144 Gouverneur 28-5-1844 Schoolonderwijs Bernardus Smits 3 ½ bladzijde

N 145 146 147 148 5-6-1844 cert

N 149 Gouverneur 6-6-1844 rekest M. Bruin

N 149-154 10-6-1844

brieven aan de gecommitteerden tot bijwoning der schutterij op den 17 dezer

N 155-157 x-6-1844 Aan de Predikanten Collecte bewapende dienst

N 158 NM

N 159 12-6-1844 Aan de Burgemeester van Avereest

Traite van den Heer M. Doyer op den Heer Th. Doyer te Zwolle, door den Heer W. Bok alhier aan UEdA geëndosseerd wegens onderstand aan de vrouw van G. Slot ad f 25,25 en aan de weduwe Bakker ad f 38,- verleend.

Het is de regenten van het Gesticht met den ondersteuning belast, toegeschenen dat de ondersteuning aan de weduwe Bakker al zeer bezwarend is. Zij protesteren ten ernstigste tegen eene dergelijke permanente bedeeling. Immers in zoodanig geval kan die vrouw herwaarts komen, alwaar eene inrigting geheel tot zoodanig einde gevonden wordt, daar toch het zeer onaangenaam is, zulke duurzame bedeeling buiten de Gemeente te moeten doen.

N 160 Comm: Groningen 14-6-1844 NM J. Veen

N 161 Contoleur Rijksbelasting 15-6-1844 patenten

N 162 BM Helder 17-6-1844 NM

N 163 cert

N 164 Gouverneur 26-6-1844 NM rekest Jan Willemsz Stark

N 165 Den Heere G. Vlaming en consorten te Oosterend 26-6-1844

Hebben nog niet voldaan aan de verpligting tot betaling der gelden bij te dragen voor de daarstelling der Nieuwe Haven voor oestervisschers te Nieuweschild

N 166 29-6-1844 Aan de Burgemeester van Stellendam

Dat Pieter Moulard een ernstige verwonding aan de knie heeft bekomen door eenig snijdend voorwerp dat zich onder water bevond ter plaatse waar P. Moulard bezig was te baden.

Daniel Blok, zwager van P. Moulard, waar deze als kostganger woonde, heeft aangeboden hem voor f 1,50 van kost, inwoning en verpleging te voorzien.

N 167 Gouverneur 1-7-1844 politie

N 168 cert

N 169 Gouverneur 9-7-1844 vaccinatie

N 170 idem

N 171 Gouverneur 10-7-1844 verificatie gemeentekas

N 172 12-7-1844 Aan de Burgemeester van Avereest

Waar blijven de kwitantien van de betaalde f 25,25 voor Tr. Tjebbes en f 38,- voor huisvrouw van G. Slot?

N 173 BM Laathem Gelderland 13-7-1844

Verplegingskosten voor JW Wigmans f 5.60

N 174 BM Amsterdam 18-7-1844 onderstand P. de Vries

N 175 BM Rijp Noord Holland 20-7-1844

Dat de persoon van AH Sauzenthaler, geboren in 1816, aan zijn verpligting ten aanzien der loting voor de dienst der schutterij heeft voldaan, en dezelve niet tot schutterpligtige is aangewezen, alzoo hij tijdens de loting van 1841 was gehuwd, en het contingent voor dat jaar uit de ongehuwde lotelingen is kunnen gevonden worden.

N 176 directeur belastingen 23-7-1844 patentzegels

N 177 24-7-1844 Aan de Gouverneur Milicien plaatsvervangers C. Pauw en N. Loen

N 178 179 cert

N 180 Gouverneur 1-8-1844

inzending rek. Gemeente Texel en Gesticht van Weldadigheid dienst 1843

N 181 Gouverneur 1-8-1844 rekest DG gemeente van BG WL en OD

N 182 Gouverneur 1-8-1844 Broodzetting

N 183 cert

N 184 cert

N 185 Kadaster 6-8-1844

N 186 6-8-1844 Aan de Gouverneur

Overgemaakt f 94,70 over 1843 en voorschot f 60,- eerste halfjaar 1844 voor de Maatschappij van Weldadigheid. De aandacht te vestigen op de persoon van Lammert Mooy, na een afzijn van ruim een jaar, reeds wederom in de Maatschappij van Weldadigheid heeft moeten worden opgenomen, terwijl de persoon van Gerrit Slot, na slechts eenige dagen ontslag al mede naar de Kolonie is terug gebragt. Wij hebben met name omtrent den laatsten persoon onze bedenkingen tegen zoodanig duurzaam verblijf voor rekening dezer Gemeente van zoodanig persoon in de Kolonie der Maatschappij, reeds vroeger uiteengezet [we zouden ze liever hier in het Gestigt van Weldadigheid hebben- veel te duur zo]. Het blijkt weer dat al die beloften van zoodanige personen en hunne betrekkingen [onbetrouwbaar zijn].

N 187 B&W Amsterdam 7-8-1844 Beurtvaart

N 188-191 HH van Deinse, de Konnigh, P. Stiggelbout en P. Stolp 6-8-1844

Oproep om wanneer de kinderziekte in eenig huis openbaart, dadelijk wel te willen kennis geven aan het plaatselijk bestuur.

N 192 Gouverneur 8-8-1844 schutterij

N 193 BM Capelle Noord Braband NM

N 194 BM Langedijk Noord Holland NM

N 195 patent Registers

N 196 cert

N 197 BM Helder BS

N 198 13-8-1844 Aan de Gouverneur

Dat ik met de bij voornoemde missive genoemde belanghebbenden heb gesproken en mij de verzekering heb doen geven, dat een ieder hunner voor zooveel hem betrof, het mogelijke zou aanwenden, om het konijn, dat zich als nog op zijne grond mogt bevonden, uit te roeyen.

Nadere onderzoekingen tot dat einde ingesteld hebben mij de overtuiging gegeven, dat aan die belofte voldaan is, terwijl ik uwe Excellentie gaarne op nieuw de verzekering aflegge, dat mijn gezette aandacht op dit onderwerp bij voortduring zal gevestigd blijven.

N 199 Inspecteur van het Loodswezen 14-8-1844

Hierbij te zenden een kaartje, overeenkomstig de alhier aanwezige kaart geteekend, waaruit IEdG de noodige inlichtingen aangaande het land genaamd Bruidstonneke zal ontwaren.

N 200 Kapitein

Zoo dat zoodra door mij het Staatsblad waarin is opgenomen x

N 201 Kapitein eerstaanwezend 15-8-1844 Klassificatie Vestingen

N 202 Gouverneur 18-8-1844 rekest weduwe Jan Buis

Dat het mijdaar en boven toeschijnt, dat wanneer de daarbij genoemde Jan Buis thans, en alzoo na zijns vaders dood, in de ligting der NM gevallen ware, het aan geen twijfel onderhevig is, of de gunstige beslissing van art: 94 Lett: dd der wet op de NM van 1817 zouden op hem toepasselijk worden verklaard;

BM adviseert vrijstelling

N 203 cert

N 204 19-8-1844 Aan de Gouverneur

Inwoners: Burg 1023, Oudeschild 858, Hoorn 469, Waal 136, Oosterend 472, Koog 61, Cocksdorp 193, Westen 82, Zuid Haffel 64, Oost 224, Nieuwe Schild 22. De overige in het Openveld staande gebouwen 1265. Totaal 4924

N 205 BM Bedum Groningen 22-8-1844 Alimentatie Albert Doornbos

N 206 Gouverneur 22-8-1844 NM

N 207 Directe belastingen 23-8-1844 patentzegels

N 208 27-8-1844 Aan de Gouverneur ondersteuning C. Mulder

Dat de rekestrant alleen ten gevolge zijner borstkwaal zich buiten bestaan bevondt, daar hij anders als boereknecht zich gereedelijk zou kunnen verhuren, doch 't geen hem nu onmogelijk is, weshalve hij zich bij zijne ouders te huis bevindt, die echter zelve slechts sober bestaan kunnen. Het eenige wat de rekestrant doen kan, en dan ook volgens de rapporten gaarne doen wil is, nu en dan, wanneer zijne borstkwaal hem dit toestaat, een daghuur te verdienen met graafwerk of veldarbeid, doch het geen natuurlijk op verre na niet voldoende voor zijn onderhoud, hoe min kostbaar dit dan ook zij.

Eindelijk is de rekestrant ook wat betreft zijn zedelijk gedrag alles aanbevelingswaardig, weshalve ik geen zwarigheid maak het verzoek van dien waarlijk beklagenswaardigen jeugdigen mensch aan Uwer Excellenties belangstellende welwillendheid met bescheidenheid aan te bevelen.

[Cornelis Mulder (1818-1846) zoon van Albert Cornelisz Mulder en Cornelisje Jacobs Wuis, overleden op 1 mei 1846 om 11 uur, aangifte dezelfde dag door de vader en Gerrit List (51)]

N 209 patentbladen

N 210 cert

N 211 BM Kantbeers Groningen 31-8-1844 A. Doornbos

N 212 6-9-1844 Aan de Burgemeester van Sluis

betaling van f 15,28 wegens verpleegkosten en geneeskundige behandeling van het huisgezin der weduwe T.J. Duinker [na tussenkomst van Gedeputeerde Staten]

N 213 BM Helder rekest H. van Brederode 9-9-1844

Het is mij niet mogen gelukken dien man tot heden op te sporen. Ik geef mij alzoo de Eer UEAchtbare uittenoodigen deszelfs vader D. van Brederode, blokkenmaker op 's Rijkswerf wel onverwijld voor UEdAchtbare te willen doen komen,- denzelven bepaalde aanwijzing van den door hem bedoelden persoon te vragen, en mij die opgave mede te deelen, als wanneer ik van mijne zijde onmiddelijk aan het verlangen van den Heer Officier zal voldoen.

N 214 9-9-1844 Aan de Gouverneur onderwerp Onderstanddomicilie weduwe Duinker te Sluis

De geheel daarbij vermelde zaak is alsnu uit den weg gemaakt door de betaling van f 15,28.

Het uitstel werd alleen veroorzaakt door de ongunstige financiele omstandigheden van het Algemeen Armbestuur alhier.

N 215 Gouverneur 9-9-1844 Ingezonden Staat van het getal bunders land der onderscheidene soorten van veldgewassen alhier in dat jaar bebouwd.

N 216 BM Wildervank 11-9-1844 CC Hekman

Volgens zijne verklaring sedert 3 weken ongesteld, en daardoor buiten staat geraakt iets te verdienen, waardoor hij thans onmagtig was om de reiskosten naar zijne woonplaats te voldoen, te minder, daar hij op dit oogenblik zelve nog aan de koorts was lijdende, te welken einde aan hem f 4.- is verstrekt door het Gesticht van Weldadigheid alhier, blijkens bijgevoegde declaratie.

N 217 cert

N 218 BM Leijden 12-9-1844 toetezenden f 79.10 voor de weduwe T. Witte

N 219 12-9-1844 Aan de Burgemeester van Leijden en de Gouverneur

Als boven voor de weduwe T. Witte f 79,10

N 220 Het Kon: Hanoversch Criminal ambt te Hittmund 14-9-1844

Dat ik den persoon van Gerd Claassen voor mij heb laten komen,- denzelven UEdG last heb medegedeeld, en dezelve heeft aangenomen den 26 dezer zich voor het Kon: Hanoversch Criminal ambt te zullen laten vinden, als waartoe hij dingsdag den 17 e e.k. de reis zal aanvaarden.

N 221 Aan de Burgemeester van Avereest 16-9-1844

f 28,61 weduwe G. Slot en f 22,10 voor Trijntje Tjebbes

N 222 Officier van Justitie Alkmaar 17-9-1844

Dat ik den daarbij genoemden ook van den minderjarigen D. van Brederode, zijnde genaamd Albert de Boer, van beroep timmerman, gesproken heb en na denzelven de zaak te hebben medegedeeld ten antwoord bekomen heb, dat hij allezins genegen was zijnen neef tot zich te nemen en in zijn beroep als timmerman de noodige opleiding te geven.

Het is mij aangenaam UEdAchtb: tevens omtrent het zedelijk gedrag en de geschiktheid van dien man allezins gunstig te kunnen rapporteren.

[Albert Reindertsz de Boer (1808-1863) van Medemblik, getrouwd te Helder met Anna Hillegond Bruin (1811- voor 1850) uit Hoorn. De eerste 2 kinderen geboren aan den Helder, het 3 e te De Cocksdorp, de rest van de 8 te Eierland of CD]

N 223 cert

N 224 Gouverneur 18-9-1844 Begrooting

N 225 Gouverneur 20-9-1844 register verlofgangers

N 226 Ontvanger Domeinen 26-9-1844 Rijkspakhuizen

berging van strandgoederen, zou x dezer dagen nog duidelijk x doen x.

Intusschen zou ik oordeelen, dat UEdG x

Dat het Rijkspakhuis te Oudeschild niet wel kan gemist worden.

N 227 Gouverneur 28-9-1844 policie beambten

N 228 Gouverneur 30-9-1844 tarieven begrafenis regten binnen deze gemeente in het vervolg te heffen

N 229 Gouverneur 1-10-1844 rekest Rc Armverzorgers

N 230 idem

N 231 Gouverneur 1-10-1844 zetters

N 232 1-10-1844 Aan de Gouverneur

Dat ik op heden Armverzorgers der RC Gemeente alhier heb gehoord omtrent het door hen te maken gebruik van penningen, voortkomende uit het legaat, aan hen gemaakt door wijle de weduwe Dijt alhier, waarop zij mij hebben te kennen gegeven, dat hun voornemen was, die penningen te beleggen in zoodanige rentegevende effecten als hun bij de eventuele autorisatie tot aanvaarding zullen worden aangewezen.

N 233 Gouverneur 7-10-1844 vaccinatie

N 234 Prov. Comm idem

N 235 cert

N 236 Gouverneur 7-10-1844 verificatie kas ontvanger

N 237 Gouverneur 1-10-1844 vrijstelling Kl. Timmer

N 238 NM

N 239 Gouverneur 9-10-1844 loterij

N 240 14-10-1844 Aan de Gouverneur onderwerp Toren van den Hoorn

Bij gelegenheid van het jaarlijksch bezoek van den leidekker, heeft dezelve dezer dagen ontdekt, dat aan den torenspits van de gereformeerde kerk aan den Hoorn eene kleine herstelling te doen was, uit hoofde, bij eenig langer verwijl het zeer ligt zou kunnen gebeuren, dat bij een windvlaag de schade veel belangrijker en dus de herstelling kostbaarder werd.

Dit verslag heeft hij mij op gisteren uitgebragt.

Nu zal Uw Excellentie zich wel gelieven te herinneren dat dezelve bij missive van 17 e dezer bij gelegenheid der toenmalige herstelling, aan dezelfden kerktoren, mij namens het Departement van Marine als voor wier rekening deze herstelling loopt, heeft te kennen gegeven, dat ik voortaan niet dan in de dringendste gevallen aan gemelde toren herstellingen moet laten verrigten, alvoorens daartoe door Uwe Excellentie vanwege de Heere Minister van dat Departement te zijn geautoriseerd.

En aangezien nu deze herstelling mij toeschijnt in het welbegrepen belang van dat Departement met alles spoed te vereischen, en deze herstelling overigens is geraamd op p.m f 20.- en vooral aangezien de leidekker wiens bepaald werk dit is, niet langer dan 6 a 7 dagen alhier vertoeft, om in een jaar tijds niet weder te keeren, zoo acht ik het van mijnen pligt, Uwe Excellentie onverwijld van deze omstandigheid kennis te geven, en eerbiedig te verzoeken, dit goedvindende, ten spoedigste mij den noodige autorisatie te willen verleenen, ten einde deze zaak nog haar beslag moge bekomen.

N 241 cert

N 242 cert

N 243 25-10-1844 Aan de Burgemeester van Helder

Dat bij Armverzorgers der RC Gemeente alhier in geneeskundige behandeling is, uit hoofde van ziekte, zekere Naantje Spekman, huisvrouw van Joost Heydenrijk, in UEdA gemeente haar domicilie hebbende, met verzoek om het betrokken Armbestuur a costi hiermee bekend te maken. Declaratie volgt.

N 244 25-10-1844 Reparatie toren Hoorn f 19,75

N 245 BM Laathum 29-10-1844 onderstand W. Wigmans

Aanmaning betaling f 5.60

N 246 Gouverneur 1-11-1844 broodzetting

N 247 B&W Deventer 4-11-1844 onderstand H. Kolder

Assignatie op den Heer A.D. Scholte te Amsterdam groot f 93,99 in voldoening van 6 bijgevoegde declaratien

N 248 4-11-1844 Aan de Officier van Justitie onderwerp Justitie

Toezenden geboortebewijs van Jan Dogger

N 249 Contoleur belastingen Helder 5-11-1844 patenten

N 250 cert

N 251 7-11-1844 BS

N 252 BM x 9-11-1844 haven Nieuweschild

N 253 cert

N 254 Commandant Groningen 10-11-1844 NM

N 255 Gouverneur 19-11-1844 NM

N 256 cert

N 256 Gouverneur 23-11-1844 rekest van den Eerwaarden M. Doijer

Waarheid overeenkomend- terwijl ik op grond van de zeer bekrompen toestand van 's mans gemeente, die geene bijzondere bijdrage toe laat, alsmede den bekenden Christelijken levenswandel van den rekestrant, die hem ook nog vaak waar dat te pas komt, den behulpzamen hand aan nog minder vermogenden bereidwillig doet toesteken, geen zwarigheid make het verzoek van Z Edel aan uwe Excellentie vermogende voorspraak gunstig aantebevelen.

N 257 Gouverneur 23-11-1844 vestingen van den Staat

N 258 27-11-1844 Aan de Burgemeester van Hoorn Onderstand A.E. Wouters

Heb ik de daarbij betrokken RC Armverzorgers onderhouden over hunne verpligting tot betaling van de f 78,40 inzake de verplegingskosten van A.E. Wouters. Zij beroepen zich op de bekrompene staat van hunne financien, waarin de deelneming dit jaar aan de leening van 6 Maart nieuwe belemmeringen heeft veroorzaakt.

Intusschen hebben zij mij tevens medegedeeld, dat zij dezer dagen zijn onderrigt, dat Pieter Roos, Lindgreen, zelve voor eenigen tijd is teruggekeerd, en werkelijk in UEdA stad zijn verblijf houdt. De voornoemde RC Armverzorgers derhalve zijn van oordeel, dat aangezien die persoon ongetwijfeld zijne tegoed hebbende gagie heeft medegebragt, het niet meer dan billijk is, dat deze in de eerste plaats worde aangesproken, ten einde hij zich weer van zijn natuurlijk verpligting kwijte, welk verzoek zij mij verzocht hebben aan UEdA over te brengen.

Begin zeer strenge winter van 1844-45

N 259 29-11-1844 BM Ulrum gezonden f 2.20

N 260 29-11-1844 Aan de Burgemeester van Vianen

over Maria van Helsloten geboren in 1803

N 261 29-11-1844 Aan de Gouverneur

Kadastrale hermeting 1842 door landmeter van Diggelen

Bij de formering van het kadaster alhier in 18xx is het perceel sectie A N 38, groot 32 Bunder 27 Roede 10 x en werkelijk behoorende tot de dominiale buitengronden van Eijerland, verkeerdelijk gesteld ten name van de Provincie Noord Holland, misleid naar het schijnt door deszelfs uiterlijke gedaante als geheel duin, en dus gelijkvormig aan de direct aangelegen duinen, die wel en teregt tot de provincie gebragt werden.

Dit abuis nu werd in 1842 ontdekt bij de toenmalige hermeting dier gronden door den landmeter van Diggelen. Deze meende niets beter te kunnen doen dan dit abuis dadelijk te herstellen, zoo als hij dan ook werkelijk deed, door dit perceel over te brengen onder den eigendom van de Societeit van Eijerland, als wanneer hetzelve perceel ook is afgeschreven van de provincie NH en overgebragt ten name van de Societeit van Eigendom van Eijerland, onder artikel 1764.

Later en wel in 1843 heeft de verdeeling plaats gehad onder de eigenaren van Eijerland zelve, als toen is dit zelfde perceel sectie A N 38 overgegaan op naam van Vlierboom in 1843 art 1794.

En zooals zich dit perceel reeds van toen af bevindt is de zaak werkelijk goed en staat dit grond eigendom ter regter name.

N 262 BM Helder OD 29-11-1844 W. Gerlach

Dat HH Regenten der HV Gemeente te OS mij hebben verzocht UEDA mede te deelen, dat het hun naauwkeurig bekend is, dat de moeder van Willempje Gerlach niet is bezwaard met 5 kinderen, als alle welke in hun eigen onderhoud voorzien, maar wel met 2 nog jonge onechte kinderen, welk dan nu door het onechte kind harer sedert overleden dochter Willempje met nog 1 zal vermeerderd zijn.

Dat het Diakenen bekend is, dat voornoemde kinderen wier weinig zedelijk gedrag niet onbekend is, zich niet bevindt in een dusdanig behoeftigen toestand dat zij thans reeds met f 1.- wekelijks zoude behoeven belast te worden, iets hetwelk zij hunne alhier gevestigde bedeelden niet kunnen toekennen, weshalve zij ernstig verzoeken, dat HH Armverzorgers van UEdA Gemeente die gift beperken tot zooveel minder bedrag als slecht even mogelijk is.

Dat wat eindelijk betreft de verpligting van het nagelaten onechte kind van Willempje Gerlach, dat eene zaak is, waarover een der voornoemde Diaconen zich voorstelt eerstdaags in persoon aan den Helder te komen en hetzelve alsdan te regelen.

[Willemtje Gerlach (1825-18xx) dochter van Willem Gerlach (1802-1835) en Antje Blom (1801-1845). Willem kwam om op de Haaks bij Texel, Antje stierf te Helder. Van de 6 dochters uit dit huwelijk waren er 2 gestorven in 1831 en 1834. In leven Willemtje, Trijntje, Antje en Marretje. De laatste kon bij de dood van de moeder terecht in het Texelse Weeshuis].

N 263 30-11-1844 Twee folio over C. van Deinse, heelkundige problemen enz. Bedenkingen van de Provinciale Commissie over Van Deinse

Het is mij bij onderzoek gebleken, dat in der daad voor geruimen tijd (1 ½ jaar of ongeveer) de Eilands geneesheer CA van Deinse alhier bij de kinderen van Kl. Luytsch en J. Wuis met zeer goeden uitslag eene armbreuk heeft behandeld, welke echter beide van zeer ligten aard moeten geweest zijn.-

Wat betreft het practiseren in het Algemeen Weeshuis en Gesticht van Weldadigheid alhier, zoo is dit aan meer twijfel onderhevig. In beide gestichten practiseert dezelve geneesheer in voorkomende gevallen, in het laatste zelfs behoort dit tot zijne verpligte werkzaamheden, waarvoor door hem niets afzonderlijk vermag te worden gedeclareerd. Nu is het niet onnatuurlijk, dat wanneer in een der gestichten eenige heelkundige hulp benoodigd is, men den bijstand van den aanwezigen geneesheer niet voorziet; de gevallen nu, waarin eenige belangrijke heelkundige hulp in die gestichten noodig is, zijn zeldzaam.

Wanneer echter die gevallen plaats hebben wordt aldaar wel degelijk direct heelkundige hulp ingeroepen. Zoo heeft het weeshuis nog 1 a 2 jaar geleden eene zeer belengrijke rekening betaald aan den Heelmeester Gelauff, voor de behandeling van eene optrekking van het been bij een weesmeisje, ofschoon met dien ongelukkigen uitslag, dat hetzelve meisje, als niet genezen, daarop een geruimen tijd naar het gasthuis in Amsterdam gezonden is ter verpleging. Om gelijke reden werd uit het Gesticht van Weldadigheid een jaar geleden, eene vrouw naar Amsterdam gezonden. Men ziet hieruit, dat daar, waar het belang der zaak zulks vordert, Regenten dier gestichten de heelkundige hulp niet voorbij gaan.

Overigens geloof ik, dat de heelkundige praktijk van den Eilands geneesheer zeer onbeduidend is. Men heeft hier nog 3 (en tegenwoordig zelfs weder 4) plattelands heelmeesters, die bij directe heelkundige behoefte gewoonlijk in de eerste plaats geroepen worden.

Dan meen ik UEdelgestr nog wel met bescheidenheid te mogen herinneren aan de omstandigheid, dat wij op een eiland wonen, en dat, bij de altoos x boven allen mogelijken twijfel verhevene kunde en bekwaamheid onzer hier gevestigde heelmeesters, wij niet in de gelegenheid zijn gesteld tot zodanige practijk den toevlugt te nemen als wier kunde en geoefendheid algemeen bekend en erkend zijn, en van welke waarheid wij helaas de levende bewijzen dagelijks voor oogen hebben. Deze bedenking, geloof ik, dat in die al nimmer kan strekken om eenige wetsovertreding bepaaldelijk te regtvaardigen, dan toch altoos deze of soortgelijke gemeente onder den uitzonderingen behoort te doen tellen als welke eenige verschooning toelaten.

In een woord, al het voren opgemerkte geeft mij aanleiding om UEdgestr: na alvorens mijne dank te hebben betuigd voor het belang in deze, ten behoeve dezer gemeente gesteld, desniettemin in overweging te geven om de zaak niet bepaaldelijk officieel te behandelen, maar den Heer van Deinse deswegens regtstreeks met de bedenkingen der provinciale commissie bekend te maken en, voor zoo verre dit mogt noodig zijn, uit te noodigen zich te houden binnen de attributen van zijn vak en de wettelijke voorschriften.

Ik geloof zulks meer doel zal treffen, daar de Heer van Deinse uit zoodanige milde hendelwijze de overtuiging zal kunnen verkrijgen, dat geene welligt min edele bedoelingen van derden maar wezenlijk en alleen het belang der zaak aan de provinciale commissie aanleiding geeft tot zoodanige stipt onpartijdige handhaving der bestaande wetten.

N 264 Off van Justitie 2-12-1844 J. Juch 1 ½ blz

N 265 2-12-1844 Aan de Burgemeester van Velp

Hendrika Johanna Speldenbrink, aan wie door Regenten van het Gesticht van Weldadigheid ondersteuning wordt verleend van f 1,50 per week. Declaratie volgt.

N 266 Militie Comm x-12-1844 schutterij

N 267 Gouverneur x-12-1844 rekest RC Kerkmeesters OS

N 268 BM Helder 11-12-1844 onderstand kind W. Gerlach

Bij het slot mijner missive van den 29-11-1844 N 262 had ik de Eer UEA, namens het daarbij betrokken Armbestuur, optemerken, dat wat betrof het nagelaten onechte kind van Willempje Gerlach, hetzelve zich voorstelde eerstdaags in persoon aan den Helder te komen, en die zaak alsdan te regelen.

Thans ben ik uitgenoodigd mij met UEA in correspondentie te stellen, ten einde te mogen weten wat de grootmoeder van het onechte kind van Willempje Gerlach wekelijks zou verlangen om in het onderhoud daarvan te voorzien. Wanneer hetzelve zeer matig is, zoodat het betrokken armbestuur er merklijk voordeel in vond, dan zou hetzelve welligt niet ongeneigd zijn die opvoeding, althans bij voorraad aan de grootmoeder over te laten. Men verwacht alzoo dezer zijds geen de minste overdrevenheid in die eisch, daar toch in zoodanig geval het verpligte Armbestuur het kind, tot welks onderhoud het geroepen wordt, te zorgen ook hier ter plaatse zal weten te verzorgen. Aangenaam zal het mij zijn door UEA met de intentie dier grootmoeder omtrent dit onderwerp te mogen worden onderrigt.

N 269 BM Barsingerhorn 12-12-1844 OD T. Zegel

Dat het OD van Teunis Zegel zonder tegenspraak is deze gemeente.

Dat het echter verre af is dat de man volstrekt tot de openbare liefdadigheid zijn toevlugt behoeft te nemen. Zijn vader Kasse Zegel is een ordentelijk burgerman, die, zoo als ik in het zekere ben onderrigt, niet ongenegen is zijnen zoon Teunis eenige bijstand te bieden, mits deze daartoe directelijk en op eene betamelijke wijze tot denzelven wende.-

Ik geef mij alzoo de Eer UEA uit te noodigen met de aanvankelijk gegeven onderstand niet voort te gaan, althans in allen gevalle den voornoemden T. Zegel alvorens voor zich te doen komen, en aan te bevelen zich onverwijld op eene betamelijke wijze tot hem te wenden persoonlijk of schriftelijk tot zijnen vader Kassen Zegel alhier, en te zien, dat deze zich aansprakelijk stelle voor alle intusschen door UEA verleende en nog te verlenen onderstand tot welke overmaking ik mij dan gaarne lenen wil.

Teunis Zegel (1809-1846), geboren en gestorven te OS, zoon van Kassen Harmensz Zegel (1777-1862) en Maartje Teunis Hollander (1778-1831), getrouwd met Klaasje de Boer (1810-1847), kinderen Kassen, Mijndert en Maartje (1845-46)]

N 270 B&W Amsterdam 16-12-1844 beurtvaart Amsterdam op Texel

N 271 BM Velp 16-12-1844 huwelijk H. Speldenbrink met zekeren Meijer

N 272 18-12-1844 Aan de Burgemeester van Avereest

f 3,40 reisgeld gegeven aan schippersknegt Wiggert Schraa, om daarmede van hier naar zijne woonplaats terug te keeren, alzoo hij door omstandigheden veroorzaakt door het besloten water, onvermogend was de reiskosten over land te kunnen betalen. Graag terugbetaling in zegels.

N 273 Off van Justitie 19-12-1844 stukken voor het aangaan eens huwelijks

N 274 23-12-1844 Aan de Gouverneur Brand

Brand in de polder Eijerland op de hofstede Rotterdam, waardoor deze in korten tijd is in den asch gelegd. Het vee en mobilair is gered, ook zijn de omliggende zaadschelven behouden. De aanleiding tot den brand heeft bestaan in de gemeenschap tusschen den haardkolk en het Hooivak onder de fonderingen door de tusschenbeide gelegen scheidingsmuur.

De hofstede zelve is verzekerd.

N 275 BM Barsingerhorn 26-12-1844 onderstand T. Zegel

Om met den verleende onderstand op de zuinigst mogelijke wijze voort te gaan en door UEA zorg de overkomst van dit gezin naar Texel te willen bespoedigen.

N 276 Gouverneur 28-12-1844 politie geene veranderingen

N 277 28-12-1844 Aan de Burgemeester van Zaandam

Aan Maartje Schenk f 1,50 per week de 20 e dezer uitgereikt. Haar man komt uit Sliedrecht.

N 278 28-12-1844 Idem Willem van Trouen uit Sliedrecht

N 279 29-12-1844 Wiggert Schraa is van Scherpenzeel

N 280 Controleur kadaster 30-12-1844 grondbelasting

N 281 30-12-1844 Aan de Burgemeester van Hoorn

Betaling via eene traite op Amsterdam groot f 78,40 mij door RC Armverzorgers op heden ter hand gesteld.

30-1-2-1844 Berigt hierover aan de Gouverneur

N 282 Gouverneur 30-12-1844 OD AE Wouters

Dat op heden door mijne tusschenkomst aan het voornoemde plaatselijk bestuur, namens RC Armverzorgers aan den Burg alhier, is overgemaakt een bedrag van f 78.40. ter voormeld zake, waardoor alzoo aan de bedoeling van den eerstgenoemden brief [van B&W van Hoorn] ten vollen is voldaan, en ik gemeend heb dat de gemeenteraad daarmede verder niet te doen had.

N 283 BM Ulrum 31-12-1844 x

N 284 Gouverneur 31-12-1844 NM

N 285 Gouverneur 31-12-1844 Armbestuur opengevallen plaatsen

N 286 31-12-1844 Aan de Gouverneur

Dat J.P.G. Gelauff van Nieuwer Amstel zich te Oudeschild heeft gevestigd

1845

N 1 BM Helder 6-1-1845 NM

N 2 Gouverneur 8-1-1845 verificatie kas

N 3 BM Helder 9-1-1845 stemgeregtigden

N 4 Aan de Burgemeester van Helder 9-1-1845

Intezenden eene Declaratie groot f 10,35 ten behoeve van den Geneesheer A.E. Stiggelbout alhier wegens gedane diensten en geleverde medicijnen aan de huisvrouw van Joost Heidenrijk, en UEdA te verzoeken die som van het betrokken Armbestuur a costy te willen invorderen en mij dezelve over te maken.

N 5 Gouverneur 9-1-1845

Binnen deze Provincie uit Helder 8, Vlieland 7 Rijp 4, Schoorl 3

Naar Nieuwer Amstel 3 [dominee Veenstra en gezin], Helder 3, Amsterdam 2, Haarlem 1, Alkmaar 1

N 6 9-1-1845 Naar andere Provincien IJsselmonde 1

Uit Oud Beijerland 2, Middelharnis 4, Aduard 6

N 7 Gouverneur 9-1-1845 Geboorten, Huwelijken en Sterfgevallen

N 8 Gouverneur 10-1-1845 Brandbluschmiddelen

N 9 tot 11 10-1-1845 Eeredienst aan de kerkeraden der HV Gemeente OS, HN en WL

N 12 Ambtenaar BS Vianen geboorteattest Maria van Helsloten

N 13 x 8-1-1845

Schulpweg van Burg naar Oudeschild 4300 Ned. Ellen

Breedte van dien weg 8 El 2 palm

Breedte van het beschulpte gedeelte is 4 El 2 pl

Getal huisgezinnen aan den Burg 262, paardenstallen 42,

Huisgezinnen Oudeschild 218, paardenstallen 11

N 13a BM Barsingerhorn 11-1-1845 onderstand T. Zegel

Dezer dagen heeft zich bij mij vervoegd de broeder van den zich a costy bevindende T. Zegel, mij te kennen gevende dat gemelde zijn broeder hem gezegd had geenen onderstand binnen UEA gemeente te genieten en dat hij aan dien onderstand een groote behoefte had.

Ik kan niet veronderstellen dat UEA ten gevolge mijner missive dd 26-12-ill N 270 aan gemelden T. Zegelgeene onderstand zoude verleend hebben, doch zoo zulks echter het geval mogt wezen, verzoek ik UEA beleefdelijk dat gezin, zoo hetzelve behoefte heeft, wekelijks te ondersteunen met f 1.50 tot een bedrag van f 12.- welke som na opgave daarvan door mij zal worden gerestitueerd.

N 14 cert

N 15 Gouverneur 14-1-1845 vaccine

N 16 idem Prov Comm

N 17 Gouverneur 16-1-1845 tabellen voor Reiswijzen

N 18 16-1-1845 Aan de Burgemeester van Zaandam

Maartje Schenk is nog altoos de weduwe van Jan Kuyper en is den persoon van W. van Trooyen alleen als deszelfs bijzit is gevolgd, verzeld van hare 3 in vroeger huwelijk verwekte kinderen. Afgescheiden van het hoogst onzedelijke van haar gedrag, blijft de hulpbehoevendheid eene daadzaak [en is f 1,50 per week onvermijdelijk]. Zijnde echter het voornemen daarmede zoodra mogelijk optehouden.

N 19 B&W Amsterdam 20-1-1845 Marktschipper W. Lochmans

Dat de voornoemde W. Lochmans voor een paar dagen zich tot dit Gemeentebstuur heeft gewend per adres om te worden benoemd tot beurtschipper in plaats van den laatst ontslagen schipper L. Dijksen, waarover ik de Eer had UEA bij mijne missive van den 16-12-1844 N 270 te berigten. Dientengevolge meen ik dat het niet ongepast zijn zoude de voormelde zaak van W/ Lochmans te laten rusten tot dat de benoeming van gewoon beurtschipper zal hebben plaatsgehad. En waartoe ik mij de vrijheid geve UEA bij deze uittenoodigen.

N 20 Hr. Spanjaard te Alkmaar 22-1-1845 boeken BS

N 26 NM

N 27 22-1-1845 Aan de Burgemeester van Helder

Inlichtingen gevraagd over W.J. Bok. Welke uit hoofde van Armoede en Ziekte, op den 18 dezer maand in het Gesticht van Weldadigheid ter verpleging is opgenomen. Zijn onderstandsdomicilie ligt binnen Uw Gemeente. Declaratie volgt.

N 28 Gouverneur 23-1-1845 Eeredienst opgave HV Texel

N 29 25-1-1845 Aan de Burgemeester van Zaandam

Dat Maartje Schenk, welke hoogstzwanger is, zich sedert een paar dagen in eenen ziekelijken toestand bevindt, welke zeer ernstig schijnt. Het Gesticht van Weldadigheid alhier heeft moeten besluiten niet haar alleen geneeskundige hulp, maar ook tevens van het volstrekt onmisbare van legging en dekking is voorzien, aangezien de voornoemde Maartje Schenk zich in diepe armoede bevindt en alzoo aan alles behoefte had. Spaarzaamheid. Declaratie volgt.

N 30 27-1-1845 cert

N 31 28-1-1845 Aan Diakonen van de Hervormde Gemeente te Oosterend

Over het onderstandsdomicilie van Giel Duinker [die in het Gesticht van Weldadigheid alhier verpleegd wordt en] als welke tot UEd Kerkgenootschap is behoordende.

N 32 29-1-1845 Aan de Burgemeester van Vianen

Voor de derde reize aangevraagd het geboorte Extract voor Maria van Helsloten, geboren 4-1-1803, als waarvan alleen het huwelijk dier vrouw afhangt.

N 33 29-1-1845 NM

N 34 Controleur Kadaster Haarlem 29-1-1845 staat L V dienst 1844

N 35 B&W Amsterdam 1-2-1845 beurtvaart

Dat bij besluit van dit Gemeentebstuur alhier dd x-1-1845 N 3 is benoemd tot beurtschipper op de stad Amsterdam vice versa de persoon van Cornelis Dalmeijer, van beroep schipper,die zulks ook heeft aangenomen onder den last van stipte nakoming van alle op dit punt reeds bestaande of nader uit te vaardigen wettelijke en reglementare bepalingen.

N 36 BM Sloten 31-1-1845 OD wed. Oudenaarde

Dat de persoon van Jacobus Oudenaarde, bijaldien hij werkelijk aan de bedijking van Eijerland heeft deel genomen, eerst in 1835 alhier heeft kunnen zijn, aangezien eerst in het voorjaar van dat jaar met de bedijking is aangevangen.

Nog de winkelier Lanpe noch diens vrouw weten iets van dien man of wordt deszelfs naam zelfs in de schuldboeken van dien winkelier gevonden. Ook bij de overige personen van vroegeren tijd op Eijerland is het verblijf van den voornoemden J. Oudenaarde onbekend.

Het is dus zeer mogelijk dat die man werkelijk eenigen tijd als polderarbeider alhier zich heeft opgehouden, doch niets bewijst dat dezelve door eene vierjarig achtereenvolgende inwoning binnen deze gemeente aldaar zijn onderstands domicilie zou verkregen hebben.

UEd gevoelt dus ligt dat zonder andere bewijzen dan deszelfs voorgeven aan dien persoon geen onderstand van wege deze gemeente kan worden verleend.

N 37 BM Ulrum 3-2-1845 Oestervisserij

N 38 Voorzitter Militieraad 4-2-1845 NM

N 39 Gouverneur 4-2-1845 RC kerkmeesters OS

N 40 B&W Amsterdam 4-2-1845 rekest W. Lochman

Dat de daarbij behandeld wordende zaak, te weten de al of niet admissie van een Marktschipper tusschen UEd stad en Cocksdorp alhier het onderwerp heeft uitgemaakt onzer ernstige overwegingen; de uitslag waarvan deze is, dat wij voor ons, in het wezenlijk belang van het reizend en handeldrijvend publiek van beide plaatsen, in het toestaan van zoodanig verzoek te moeten difficulteren, en wel om de volgende redenen:

Vooreerst ligt de plaats (De Cocksdorp) aan het uiterste einde van den in 1835 nieuw bedijkte polder Eijerland met eene zeer moeijelijke toegang aan de waterzijde, welke ten gevolge van droogte of het minste onstuimig weder, menigmalen en wel dagen aan een, voor een gewoon vaartuig ongenaaktbaar is; dit reeds is eene zwarigheid, die met het denkbeeld van eene geregelde beurtvaart tamelijk in strijd is, en niet die gemakken zou aanbieden van orde en zekerheid van afvaart en aankomst, als welke wel de eerste vrucht dient te zijn van zoodanige instelling.

Ten andere bestaat er geen personeel te Cocksdorp, dat eenig vooruitzigt van bestaan oplevert voor zoodanig bedrijf. Met uitzondering toch van eenige huisgezinnen, tot den burgerstand behorende, is dit geheele dorpje van 30 Huizen alsmede de gehele omtrek daarvan alleen bewoond door landlieden en hunne arbeiders; passagiers leveren die voor zoodanige beurtvaart wel nimmer op en bestellingen van allerlei aard, kunnen (een enkelen winkelier welligt uitgenomen) evenmin daarvan verwacht worden, waartoe zou dan een Markt- of beurtschip dienen?

Ook tot het vervoer van granen, vee of andere producten is dit onnodig… vooreerst toch is de hoogst ongelegen localiteit van het vaarwater reden dat in den regel de granen, ofschoon met een belangrijke omweg over het Oudeschild worden geexpedieerd- ten einde in die enkele gevallen dat de expeditie van daar voor eenige personen wenschelijk schijnt, hebben de belanghebbenden nog altoos de verzending bewerkstelligd door middel van een of ander particulier vaartuig als welke altoos in de ruimte aldaar voorhanden zijn, zoodat de handel of afvoer der granen nog nimmer het gemis van een bepaald beurt- of marktschip gevoeld heeft of heeft kunnen gevoelen. Ja deze Willem Lochmans heeft op deze wijze reeds geruimen tijd tusschen Cocksdorp en UEdA stad gevaren, zonder dat nog immer daartegen opmerking gemaakt is.

Overigens is het UEdA bekend dat er een bepaalde en geregelde beurtvaart bestaat tusschen UEdA stad en deze gemeente, waaarvan twee maal per week vaartuigen van beiden plaatsen afvaren en aankomen, de bewoners van CD, ingezetnen dezer gemeente, genieten immers ook daarvan het gemak! Het is waar, zij zijn op 2 a 3 uren afstands van daar verwijderd, doch het is ontegensprekelijk zeker, dat, al ware er een beurtschip CD op Amsterdam, dat ook dan nog in den regel geen passagiers anders dan over het OS zouden vertrekken, en wat betreft de bestellingen of andere punten van aanraking tusschen de thans bestaande beurtschippers en de zeer enkele belangstellende van CD zoo bestaat er zooveel dagelijkse correspondentie tusschen CD en den Burg, de plaats waar alle 3 schippers woonachtig zijn, dat met eene enkele uitzondering hier uit waarlijk geene ongelegenheid kan ontstaan, en voor uitzonderingen toch laat zich geene beurtvaart aanleggen.

Een en ander vertrouwen wij bij UEdA de overtuiging te weeg brengen enz [nog anderhalve bladzijde]

N 41 Gouverneur 5-2-1845 Broodzetting

N 42 Gouverneur 6-2-1845 NM

N 43 6-2-1845 Aan de Gouverneur

Geene kinderen optezenden naar de Maatschappij van Weldadigheid

N 44 Gouverneur 7-2-1845 begroting

N 45 BM Vianen 8-2-1845 BS

N 46 Ambtenaar BS Wieringerwaard 8-2-1845

geboorte attest voor Jan Jansz Smit geboren 1-4-1803

N 47 Controleur Rijksbelastingen Helder 10-2-1845 patent register

N 48 Gouverneur 10-2-1845 NM

N 49 BM Barsingerhorn 10-2-1845 onderstand T. Zegel

Dat ik de vader van den daarbij genoemden Teunis Zegel heb gesproken en van denzelven ben verzocht UEA uit te noodigen om bij voorraad andermaal ten beloope eener som van f 12.- aan denzelven uit te reiken.

N 50 Gouverneur 10-2-1845 deliberatien gemeente raad 20-1-1845

N 51 BS 12-2-1845 N 51 Aan de Burgemeester van Goedereede

Burgerlijke Stand aanvraag stukken voor Hester de Vogel

N 52 BM Helder 13-2-1845 ond wed. Gerlach

Dat diakonen der Hervormde gemeente te Oudeschild bij inzage der declaratie van onderstand aan de weduwe Gerlach mij hebben te kennen gegeven, dat de zeer bekrompen finantiele staat hunner armenkas volstrekt niet gedoogde aan genoemde weduwe Gerlach bij voortduring f 1.- per week in bedeeling toe te staan. Als geheel buiten verhouding staande met de gewone bedeeling, welke van wege hunne Administratie, aan de behoeftigen hunner gemeente wordt verstrekt, daar het daar het uiterst bedrag dier bedeeling in geen geval de som van 50 a 60 cents per week boven gaat, hetwelke de ongunstige staat hunner kas dan ook niet toestaat.

Dienvolgens verzoek ik UEdA nogmaals zulks ter kennisse van het algemeen Armbestuur a costy te willen brengen, en hetzelve uit te noodigen de te verleenen ondersteuning aan de weduwe Gerlach ter stond op een der hierbij opgegeven cijfers terug te willen brengen, en in het belang dier armenkas de uitreiking daarvan niet langer te doen plaats hebben, dan als zulks hoogst noodig is; Terwijl het overigens aan de bedeelde onverlet wordt gelaten om, indien zij met de toegestane ondersteuning in hare verblijfplaats niet kan bestaan, zicht te begeven naar de plaats harer onderstands Domicilie, om aldaar met en in verhouding tot de andere behoeftigen van hare gemeente bedeeld te worden.

N 53 en 54 cert

N 55 cert

N 56 Minister van Oorlog 25-2-1845 NM

N 57 Diakenen HV gemeente Oosterend 25-2-1845 OD J. Salm

Aangezien HH regenten van het Gesticht van Weldadigheid zich op nieuw tot mij vervoegd hebben met te kennen geven dat HEd tot dus verre de betaling niet bekomen hadden van UEd der onderstandsgelden verschuldigd door Uwe Diaconie voor den minderjarigen Jan Salm, thans in dat Gesticht verpleegd wordende, zoo geef ik mij de Eer deze zaak aan UEd opnieuw te herinneren met verzoek de aan UE ingezonden Declaratie (ad f 10.-) ter dier zake wel te willlen voldoen en x het vervolg, omtrent dien persoon, uwe bedoeling kanbaar te maken, alles zoo en in dier voege als ik met UEd tijdens ons persoonlijk onderhoud, ter dier zake in December ll ben afgesproken, en waaraan ik meen mij te mogen refereren.

N 58 cert

N 59 Gouverneur 1-3-1845 RC Gemeente Oudeschild

Dit gevoelen gronde ik op de navolgende bijzonderheden:

De gesteldheid der RC Gemeente te OS ten aanzien harer materiele welvaart in het diepste verval, het getal zielen bedraagt 214, dat der communicanten 152. Hiervan zijn volgens eigene erkenning de belanghebbenden 4/5 geheel onvermogend en van het overige 1/5 verzeker ik Uwe Excellentie nog maar een klein deel tot eene eenigzins onbekrompen ondersteuning in staat.

De staat der kerkekas is ongunstig. De baten derzelve hebben over 1844, aan gewone en buitengewone schaal- en andere Collecten, hoog verhuurde plaatsen in de kerk enz enz in alles beloopen de som van f 380.55 ½

De lasten voor datzelfde jaar beloopen f 518.05, te weten pastoor f 400.- onderhoud kerkgoederen en kerkbenoodigdheden f 107.70.- en voor alle reparatie aan de kerk en pastorij f 10.35! Rest alzoo nog een tekort van f 137.50 ½! Zoo verre het tractement van de pastoor betreft, heeft de ijver der weinige eenigzins vermogenden hierin nog voorzien door een provisioneel voorschot; voor zoo verre echter betreft leveranciers van waslicht enz moet die betaling tot nader wachten!

Nu meene men niet, dat dit jaar zeer ongunstig zij, en eene exceptie daarstelle! Het tegendeel is waar, het tegenwoordige dreigt nog minder gunstig te zijn, dat met elk jaar nog met verslimmering en vandaar dan ook de dringende bede om hulp der rekestranten, die ik in mijn vorig rapport niet geaarzeld heb als allezins gegrond voor te stellen.

Want toch- wat is f 10.35 in 1844 geweest voor reparatie van een kerkgebouw en Pastorij, dat mij van de belanghebbenden verzekerd is, dat niet alleen dringend zijn gewoon jaarlijksch onderhoud vordert, maar zelfs binnen zeer kort belangrijke herstellingen, aangezien reeds sedert geruimen tijd de noodzakelijkste reparatien, bij gebrek aan fondsen, niet hebben kunnen worden gedaan, zoodat zelf die gebouwen niet eens meer inwendig voor wind en regen beveiligd zijn. Eene belangrijke herstelling aan beide gebouwen zien de rekestranten dus binnen kort als onvermijdelijk te gemoet.

De afstand eindelijk tusschen OS en den Burg ad ¾ uur gaans, die vroeger door een des winters onrijdbaren, weg verbonden waren, levert thans minder bezwaar op dan ooit, daar de voortreffelijke schulpweg ten allen tijde eene zeer gemekkelijke gemeenschap daarstelt.

Alle deze bijzonderheden zijn door den voornoemden Heer Staadsraad speciaal aangevraagd, en wordt alhier met de meeste naauwkeurigheid beantwoord en zij kunnen niet anders strekken dan, op het tegenwoordig standpunt geplaatst, mij het advies doen uitbrengen, zoo als ik reeds de Eer had te dien, dat onder alle de bestaande omstandigheden, bij alle gemis van uitzigt op een betere toekomst, ik gelove, dat het voorstel van den voornoemden Heer Staatsraad werkelijk goed en doelmatig en in het welbegrepen belang is de RC bevolking te OS, zooals die thans reeds is, of bij vervolg staat te worden, terwijl ik met alle onpartijdigheid niet kan x dat er eenige beweegredenen kunnen worden gevonden, genoegzaam afdoende, om daaraan de zoo even genoemde talrijke en belangrijke bezwaren achter te stellen en over het hoofd te zien.

Huizinga schreef: De nieuwe Schulpweg van den Burg naar 't Oude Schild heeft 14.000 gulden gekost; alles op 't eiland verdiend. Er zijn veel voerlieden. Zij rijden naar 't O. Schild voor 1 gulden; een dag voor 6 gulden.

N 60 cert

N 61 Plaatselijke Schoolcommissie 1-3-1845

Dat uit hoofde de zeer bekrompen finanteele omstandigheden, waarin zich het plaatselijk bestuur, ten gevolge van verschillende omstandigheden, is bevindende, hetzelve, onder vele andere bekrimpingen, zich heeft genoodzaakt gevonden tot het verminderen der jaarlijksche subsidie ten behoeve het lager onderwijs dezer gemeente voor dit jaar met f 150.- zijnde het p.m. bedrag der gewone prijsuitdeeling alhier.

UEerw van dit besluit kennis gevende, heb ik de Eer Dezelven uit te noodigen daarnaar maatregelen voor dit jaar te willen nemen, terwijl het hoogst aangenaam zal zijn aan voornoemd plaatselijk bestuur in de gelegenheid te worden gesteld deze beperking voor het vervolg ten spoedigste wederom te kunnen opheffen.

N 62 Gouverneur 6-3-1845

Dat uit hoofde der zware ijsgang in zee het mij niet heeft mogen gelukken met de lotelingen voor de NM van hier naar den Helder over te varen, en die loting alzoo op heden niet heeft plaats gehad. Meermalen is zulks met de loting voor deze gemeente het geval geweest, waarvan dan het gevolg was, dat de loting te Helder ofwel ter plaatse, alwaar de 2 e zitting van den Militie Raad plaats had, wierd verrigt.

Ik neem alzoo de vrijheid, aangezien de tegenwoordige buitengewoon langdurige winter, uwe Excellentie eerbiediglijk voor te stellen, om dit jaar de loting binnen deze gemeente te doen plaats hebben, of wel zoo zulks onverhoopt niet mogt kunnen worden toegestaan, dan op zoodanigen dag als de gelegenheid het toelaat om naar den Helder over te steken, als dan, ten overstaan van het plaatselijk Bestuur aldaar, de loting te verrigten.

Ten einde in allen gevalle het plaatselijk Bestuur dezer gemeente van eene reis naar Hoorn met de lotelingen te willen verschoonen, en alzoo de onkosten besparen der reis naar Hoorn of den Helder met ongeveer ¾ gedeelte der lotelingen welke niet in staat zijn hunne reiskosten te betalen.

[Buisman: koudste maartmaand in eeuwen- zeer strenge winter, overdag -14]

N 63 Griffier Arrondissement Regtbank te Alkmaar 7-3-1845 vrijstelling NM v. Deinse

N 64 7-3-1845 Aan de Burgemeester van Rhoon

Dat op heden zich bij mij heeft vervoegd Pieter Solberg, nader aangeduid op de bijgevoegde Staat van inlichtingen, welke mij ter oorzake van den buitengewoon strenge en langdurige winter, ondersteuning verzocht heeft voor hem en zijn huisgezin, hetwelk hem is toegestaan provisioneel voor 14 dagen, drie gulden uitgereikt. Declaratie volgt.

N 65 NM

N 66 BM Barsingerhorn 10-3-1845 T. Zegel

Dat de vader van T. Zegel zijne toestemming verleend heeft tot ondersteuning van gemelden zijnen zoon met f 2.- per week, zoolang de tegenwoordige weersgestelheid voortduurt, doch zoodra dit verandert en de werkzaamheden weder worden aangevangen, daarmede op te houden.

N 67 Gouverneur 15-3-1845 BS geb. Extract van Adelaide Marie Caillet

N 68 Gouverneur 19-3-1845 loterij

N 69 18-3-1845 Aan de Gouverneur

2 ½ folio over Giel Duinker, die hervormd gedoopt is, lid geweest, maar vrijwillig heeft bedankt voor zijn lidmaatschap van de Hervormde Gemeente van Oosterend. Wie moet nu voor hem betalen?

N 70 cert

N 71 Gouverneur 29-3-1845 Politie beambten geene veranderingen

N 72 cert

N 73 Gouverneur 1-4-1845 Haven N. Schild

N 74-84 1-4-1845 Aan de Predikanten Collecte Urker visschers

U uittenodigen, op den eerstvolgenden zondag bij gelegenheid der in Uwer gemeente te houden Godsdienstoefening, dezelve wel te willen bekend maken, dat op den volgenden Maandag en volgende dagen met een gesloten bus aan de Huizen der ingezetenen zal worden rondgegaan, om derzelver liefdegiften bijeen te zamelen voor de ongelukkige Urker Visschers, die in het begin van Februarij, na het doorstaan der bij hen zoo geweldig gewoed hebbende kinderziekte, opnieuw het ongeluk hebben gehad hun vischwant, ankers en touwen te verliezen, en daarmede alle middel van bestaan verloren hebben.

Tevens noodigen wij UEerw beleefdelijk uit uwe gemeente tot het doen van milde bijdragen tot dit liefdadig oogmerk op eene gepaste wijde bij deze gelegenheid te willen opwekken.

[Buisman: 'van 5-7 februari is het ruw weer met winterse buien, daarna gaat het weer vriezen'

www.urksfruit.nl: Epidemie van kinderpokken. Het eerste slachtoffer viel op 4 november 1844, de dood raasde over 'de Bult', totaal 58 doden. Veel vissers besmet]

N 85 cert

N 86 Militaire Raad 8-4-1845 cert Jan van Brederode

N 87 Gouverneur 8-4-1845 Staatsblad

N 88 en 89 8-4-1845 6 glaasjes koepokstof

N 90 Gouverneur 9-4-1845 verificatie gemeente kas

N 91 BM Hasselt 9-4-1845

N 92 Gouverneur 11-4-1845 Collecte kerk opbrengst f 80.-

N 93 cert

N 94 Officier van Justitie Alkmaar 12-4-1845 rekest P.D. Bakker

Dat zoowel de rekestrant als de persoon van Gerbrig Dijksen in alle opzigten als ter goeder naam en faam staande bij mij bekend zijn.

Dat het eerste huwelijk van den rekestrant met nu wijle Martje Dijksen geene kinderen zijn over gebleven.

Dat door mij persoonlijk zijn gehoord de ouders van den rekestrant, en de voornoemde Gerbrig Dijksen, welke beide mij hebben verklaard volkomen toetestemmen in het voorgenomen huwelijk en dat hunne kinderen niet alleen, maar dat bovendien de voltrekking van htzelve hun beider wensch is.

Dat staande het eerste huwelijk van den rekestrant, zoo verre mij bekend is, nimmer eenige verkeerde neiging of omgang tusschen den rekestrant en zijne thans begeerde bruid heeft bestaan.

Wat overigens de onderwerpelijke zaak betreft, bestaan op de inwilliging van des rekestrants verzoek bij mij geene de minste bedenkingen, en neem ik de vrijheid deswegens gunstig te adviseren.

[Gerbrig (1825-1949) trouwde op 21-8-1845 met Pieter Bakker (1816-1892). Hij was weduwnaar van Martje Dijksen (1819-1843) dochter Trijntje (1843). Na Gerbrig kwam Grietje Keijser (1821-1881), zoom Dirk (1850) en Dirk (1854-1924) (over deze familie heeft dominee Huizinga veel opgeschreven). Tenslotte trouwde Pieter Bakker met Antje List (1853-1934)]

N 95 96 97

N 98 BM Helder 17-4-1845 Alimentatie

Diaconen der HV gemeente te Oudeschild hebben mij te kennen gegeven dat de winterbedeeling aan onderscheidene leden hunner gemeente gedaan, thans is opgehouden.

Dat onder die leden ook behoort de weduwe W. Gerlach a costy woonachtig en aldaar bedeeld.

Ik geef mij alzoo de Eer UEdA te verzoeken het Armbestuur te Helder hiervan mededeeling te doen en Hun Ed te informeren, dat aan de weduwe Gerlach geene bedeeling gedurende het zomer saisoen moet worden gedaan dan op daartoe nadere verleende toestemming van Diaconen voornoemd.

[Het winterseizoen was voorbij, maar de winter niet, op 17 april kon men nog met paarden over het ijs gaan te Utrecht]

N 99 100 BM Barsingerhorn 18-4-1845 inzending attesten voor C. Smit en van Scharenburg

N 101 23-4-1845 Aan de Burgemeester van Zaandam

[Wilt U snel betalen voor Maartje Schenk want onze kas is leeg]

N 102 B&W Amsterdam 24-4-1845 Restitutie onderstad A. Bakker

Toetezenden eenen wissel op den heer B. Tideman, a costij ad f 20.- zijnde het beloop van nevensgaande declaratie

N 103 cert

N 104 Gouverneur 25-4-1845 tabellen

N 105 cert

N 106 BM Zwolle 28-4-1845 NM

N 107 30-4-1845 Aan de Officier van Justitie

Dat ten gevolge der openlijke bekendmaking door mijnen broeder Jan Sibrandsz Keijser, en 24 April gedaan, dat hij zijne boere woning, genaamd de Witte Engel, op hedenavond zoude in brand steken, ik op gisteren avond, verzeld van den Eilands Geneesheer van Deinse alhier mij te zijne woonhuize heb begeven, en bij die gelegenheid de treurige overtuiging bekomen heb, dat dezelve op zekere punten in het gebruik zijner geestvermogens is gekrenkt.

Tot dus verre bestond wel daarvan sints eenigen tijd het vermoeden; doch uit hoofde zijner gedragingen, hoewel zonderling en meermalen buitensporig waren, zoo leverden die echter niets op, waardoor de rust der maatschappij bedreigd werd. Op gisteren echter is dat nu anders geworden en de voornoemde Geneesheer heeft dan ook nu eene verklaring kunnen afleggen, waarbij hij het wenschelijke benadrukt eener geneeskundige verpleging van den lijder in een daartoe geschikt gesticht.

De naaste betrekkingen zijn dan ook in staat gesteld om de in soortgelijke gevallen meer bespoedigende voorschriften der wet van 1841 aan te wenden, zoo als ik mij dan ook verzekerd heb dat door hem werkelijk bij rekeste aan den Heer President van UEdA Regtbank de noodige stappen zijn gedaan.

Inmiddels wordt in afwachting der daarop te nemen beschikking, de voornoemde lijder ten zijnent in bewaring gehouden door de zorgen der naaste familie en onder mijn medeweten en overleg.

Aansteken met Meierblis, niet zomaar een dag!

Jan Keijser (1808-1875) zoon van Sijbrand Pietersz Keijser (1767-1835) en Grietje Jacobs Boon (1772-1840). Getrouwd met Marretje Dirks Bakker (1811-1858), 8 kinderen

Jongste zoon geboren op 20-4-1845, niet aangegeven door de vader.

Bij vonnis van de arrondissementsrechtbank Alkmaar dd 4 dec 1845 is zijn [Cornelis Jansz] geboorteakte alsnog opgenomen in het register

Jan is overleden om 03.00u; aangifte overl op 20 dec 1875 door Klaas Geus, 63 jaar, aanspreker en Simon Schipper, 49 jaar, metselaar; beiden wonende op Texel; TG I pag 9 vermeld overldatum 20 dec 1875 (= datum aangifte)

N 108 Gouverneur 2-5-1845 Broodzetting

N 109 BM Hasselt 2-5-1845 BS

N 110 BS

N 111 Controleur Rijksbelastingen 2-5-1845 personele belasting

N 112 NM

N 113 5-5-1845 Burgemeester Rhoon declaratie van f 15,40 voor P. Solberg

N 114 5-5-1845 Burgemeester Velp declaratie f 24 voor H.J.S. Speldenbrink

N 115 BM Laathem 5-5-1845 onderstand Jb Wigmans nogmaals ingezonden

N 116 BM Colhorn 5-5-1845 NM

N 117 BM Barsingerhorn 9-5-1845

Betaling tbv T. Zegel f 31.- (een bankb 25.- 2 coupons 4.95 1 zegel -.70 zegel -.35)

N 118 cert

N 119 Controleur Helder patenten

N 120 13-5-1845 Aan de Burgemeester van Helder

Dat W.J. Bok in zoo verre is hersteld, dat dezelve naar den Helder zoude vervoerbaar zijn, ofschoon nog niet in staat om bepaaldelijk werkzaam te zijn.

Dat uit dien hoofde HH Regenten van het gesticht van Weldadigheid aan het betrokken Armbestuur voorstellen of zij den voornoemden WJ Bok ook nog voor 4 of 6 weken willen houden tegen ht kostgeld van f 2.- wekelijks, als waartoe zij zich, daar de voornoemde persoon nu toch eenmaal zich alhier bevindt, bereid verklaren.

In het tegenovergestelde geval verzoeken HEd te worden onderrigt op welke wijze het evengenoemd armbestuur verkiest dat de meergenoemde persoon naar den Helder moet worden vervoerd.

Declaratie f 188,45 en [dat bedrag] tevens eenigzins spoedig uit hoofde de gedurende den afgeloopen winter zeer ten achter geraakte financielen staat van voornoemd Gesticht van Weldadigheid, te willen doen geworden.

N 121 cert

N 122 Heere president van het provinciaal Collegie van toezigt der HV kerk te Haarlem 14-5-1845 adres Eerw. HJ Steinfort

Het heeft Uwe Exc: behaagd in mijne handen te stellen zeker adres van den predikant bij de HV gemeente te Oosterend alhier, houdende klagten over kerkvoogden en notabelen aldaar- terzake daarbij in het breede gemeld, met uitnoodiging tevens om deze zaak zoo mogelijk in der minne te termineren en voorts den uitslag mijner bemoeijingen aan Uwe Exc: mede te deelen.

Ter voldoening daaraan heb ik dan ook de Eer Uwe Exc: bij deze mede te deelen, dat het mij gelukt is de bij voorneomd adres genoemde partijen te bevredigen op de volgende voorwaarden:

1 Het dienstbodengeld in kwestie zal bij voortduring uit de kerkekas worden betaald en komt dus niet ten laste van den predikant.

2 De f 10.- jaarlijks voor en in de plaats van het vroeger gebruik van het kerkhof blijft den predikant toegekend.

3 De predikant zal voortaan geen f 12.- 's jaars genieten onder den titel van classisgeld, tenzij dezelve werkelijk de vergadering der klassis bijwone, zoo als de vrijheid daarvoor gehel aan hem is gelaten.

Deze laatste concessie van den Eerwaarden Steinfort geschiedt echter onder uitdrukkelijk beding aan zijne zijde.

A Dat het classisgeld van het vorige jaar, toen er nog over de onderwerpelijke zaak geen verschil bestond en nog niet is uitbetaald, voldaan worde, welk punt dan ook door kerkvoogden en notabelen is toegestaan.

B Dat door mij aan Uwe Excellentie en het provinciaal college van toezigt bepaaldelijk onder de aandacht zoude worden gebragt dat kerkvoogden en notabelen verre af zijn van zich in alles in hun rapport aan de stipte waarheid te hebben gehouden, in de bijzonderheden echter waarvan te treden thans na deze schikking even nutteloos als onaangenaam zoude zijn, alsmede bepaaldelijk, dat het weinig bijwonen van de vergaderingen der classis, ofschoon dit altoos toch 3 reizen heeft plaats gehad, minder aan opzet en willekeur maar aan bekommerende en hoogst treurige huiselijke omstandigheden moeten worden toegeschreven.

Ik vlei mij dat op deze wijze de bedoeling van uwe Excellentie behoorlijk zal worden bereikt, en verder verwijdering tusschen leeraar en bestuurderen zijn voorgekomen.-

N 123 Gouverneur 16-5-1845 NM

N 124 BM Helder 17-5-1845 BS

N 125 Gouverneur 22-5-1845 NM

N 126 Gouverneur 22-5-1845 personele belasting

N 127 Heere president van het provinciaal Collegie van toezigt der HV kerk te Haarlem 22-5-1845 adres kerkvoogden HV Gemeente Oosterend

Dat ik beide stukken zoo van de kerkvoogden der HV kerk te OD als die van derzelver predikant den Eerw Steinfort, met de vereischte aandacht hebbende geexamineerd, het mij toeschijnt, dat zonder de laatstgenoemde in zijn zeer uitvoerige en mijns inziens tamelijk eenzijdige redeneringen te willen volgen, en zonder aan eenige van deszelfs beschouwingen van yver voor de toekomst betreft, van de nieuw aangelegde Haven te Nieuweschild, mijne toestemming te geven, zoo veel mij toeschijnt alzins waar te zijn, dat de bestaande voorschriften gene andere behoorlijk te verantwoorden plaatsing van fondsen van zoodanige gezelschappen bestaat als inschrijving op het Grootboek of eene uitzetting onder solide verband van vaste goederen.-

Het is waar dat de rente niet hooger is dan 4 % is op te voeren, de volkomen waarborg echter, die dez plaatsing oplevert, alsmede de mogelijkheid om bij onvoorziene omstandigheden zoodanig fonds onverwijld te kunnen realiseren, wegen dit om zulke geringe sommen onbeduidend verschil in ruimte op.

Ik maak dus geene zwarigheid UEx onder correctie te adviseren voornoemd rekest te wijzen van de hand, en den adressanten uittenoodigen om binnen en convenabelen tijd de verwisseling der bovengenoemde fondsen op voorschrevene wijze te doen plaats hebben.

N 128 Heer Inspecteur belast met de Controle te Helder 22-5-1845 patenten

N 129 cert

N 129a Griffier Regtbank Alkmaar BS

Boek 337

N 131 Gouverneur 4-6-1845 NM Willem Spigt wil een remplacant te huren

N 132 Gouverneur 5-6-1845 NM

N 133- 143 5-6-1845 Aan de pastoor

Bij het beëindigen van de gewone Godsdienstoefening te willen mededeelen, dat de gewone jaarlijksche collecte voor het fonds tot aanmoediging van de gewapende dienst in de Nederlanden alhier zal plaatshebben maandag den 16 Juni eerstkomend.

Ook aan de andere predikanten, maar voor de pastoor met gedetailleerde instructies over de gang van zaken.

N 144-149 Gecommitteerden voor het bijwonen van de loting 11-6-1845

N 150 Controleur Rijksbelastingen 11-6-1845 patentzegels

N 151 Gouverneur 12-6-1845 NM

N 152 Ingenieur Waterstaat 16-6-1845

N 153 16-6-1845 Aan de Burgemeester van Helder

Dat de daarbij genoemde in UEd Gemeente armlastige Willem Bok zich nog altoos overeenkomstig de aan UEd mede gedeelde intentie van evengenoemde Directie [van het Gesticht van Weldadigheid] onder hare administratie bevindt en altoos gereed om op de eerste opvordering naar UEd Gemeente overtekomen.

Deszelfs toestand vordert intusschen nog altoos eenige ofschoon dan ook geringe geneeskundige hulp, waarvan het bedrag, gevoegd bij het voorgestelde kostgeld, altoos nog bij het reeds genoemde cijfer van f 188,45 moet worden gevoegd.

N 154 Gouverneur 17-6-1845 rekest W. Hillenius

N 154a BM Helder 16-6-1845 verzoek vrijstelling H. Keesom

N 155 cert

N 156 21-6-1845 Aan de Burgemeester van Helder

Dat HH Regenten van het Gesticht van Weldadigheid alhier de noodige orders zullen geven, dat de in UEd gemeente armlastige W.J. Bok op Maandag a.s. per postschuit naar het Nieuwediep worde vervoerd, aangezien echter hij nog niet het volkomen gebruik zijner voeten terug heeft, zal het niet onnoodig zijn, dat iemand zich van wege Ud aan den postschuit bevindt, ten einde hm naar den Helder te geleiden.

HH Regenten betuigen verder hun leedwezen over de meening van het daarbij betrokken Armbestuur in UEd gemeente, dat namelijk de door hun ingeleverde declaratie te hoog zoude zijn, zonder in eene uitvoerige verdediging van die declaratie te willen treden, merken UEd alleenlijk op, dat de voorbeelden van Amsterdam en andere plaatsen waar zich liefdadige gestichten, van een vaste geneeskundige dienst voorzien bevinden, in deze niets afdoet.

Het voornoemde Gesticht rekent in weerwil van de buitengewone hulp die de voornoemde persoon heeft vereischt gedurende een langen, strengen winter- nacht en dag bewaakt en hulpeloos als een kind- niets meer dan 50 centen per etmaal, eene som ongetwijfeld beneden de helft van hetgeen men bij ieder particulier had moeten voldoen. De geneeskundige hulp blijft altoos ten laste van voornoemd gesticht over.-

Daar bestaat alzoo voor het Gesticht van Weldadigheid geene mogelijkheid den gedanen voorslag aan te nemen. Het argument alsof HH regenten door hun aanbod van 4 of 6 weken den voornoemden persoon van W.J. Bok nog ad f 2.- te houden zich in deze zouden hebben gecompromitteerd, acht men niet zeer gelukkig gekozen, daar vooreerst de omstandigheden van W.J. Bok nu anders zijn dan ton hij geheel hulpeloos ter neder lag- en ten ander HH regenten zelven, betreffende het bezwaar van eene zoo belangrijke bijdrage voor geneeskundige hulp, gaarna alles wilden doen, om den last te verligten.

Men is intusschen zeer bereid dit edelmoedig, doch van uit een zoo verkeerd standpunt bedoeld voorstel terug te nemen, en de Declaatie slechts op de reeds gedane wijze te laten doorloopen tot Maandag a.s.

HH regenten van het voornoemde gesticht vlijen zich, dat het daarbij betrokken armbestuur van UEd gemeente deze zaak nogmaals zullen in overweging nemen, en zich bereid verklaren

de bekende declaratie te voldoen. Men zal het antwoord daarop dezerzijds afwachten tot het einde dezer maand. Na dien tijd geen of een weigerend antwoord hebbende bekomen, zal men, ofschoon ongaarne, genoodzaakt zijn, in deze de beslissing van de bevoegde Hoogere autoriteiten in te roepen.

N 157 BM Ouddorp 23-6-1845 geboorte attest Ariaantje Bakker

N 158 Gouverneur 21-6-1845 Mutatien policie

N 159 Gouverneur 27-6-1845 NM

N 160 cert

N 161 BM Helder 4-7-1845 doodcedul W. Keesom

N 162 Gouverneur 7-7-1845 Maatschappij van Weldadigheid

F 57.50 N 89 en f 58.75 N 90

N 163 Gouverneur 8-7-1845 Dat een gedeelte der Boerenwoning van den Heer Jacob Cornelis Dijksen aan de Waal alhier, en door hem zelf zelven bewoond wordende, hedenmorgen, ongeveer 5 ure, door het onweder getroffen werd, zoodanig, dat de vlam uit het dak sloeg, welke brand echter door de toegesnelde assistentie van de buren, door middel van een handspuit is gebluscht, zoodat de schade zich hoofdzakelijk uit het rietendak en eenige sparren heeft bepaald.

N 164 8-7-1845 Aanvraag Certificaat B. Gorter

N 165 Controleur dienst Helder 10-7-1845 patentzegels

N 166 Gouverneur 10-7-1845 kas plaatselijken ontvanger

N 167 11-7-1845 Aan de Gouverneur

Op den 11 Jamuary ll is door de Directie van het Gesticht van Weldadigheid; als belast met de alimentatie der algemeene armen in verpleging opgenomen zekere Willem J. Bok, van beroep koekebakkersknecht, zijn domicilie van onderstand hebbende in de gemeente van den Helder.

Van deze opname en verpleging is den 22 daaraan kennis gegeven aan het daarbij betrokken armbestuur der laatstgenoemde gemeente, welke dan ook hare verpligting tot onderstand van dien persoon heeft erkend, bij missive van den Heer BM aldaar van den 17-2 ll N 252.

Deze man wiens voeten ten gevolge der strenge winterkoude en het door hem geleden gebrek, bevroren waren, is vervolgens in het Gesticht van Weldadigheid alhier verpleegd, heeft eene kostbare en langdurige behandeling moeten ondergaan, terwijl de daaraan noodwendig verbonden zorg en oppassing eene meer dan gewone uitgave in een zoo aanhoudenden en strengen winter heeft noodzakelijk gemaakt.

Eindelijk is de man in zoo verre hersteld, dat hij desnoods konde worden vervoerd.

Zoodra dit het geval was heeft voornoemde Directie steeds door de gewone tusschenkomst daar van kennisgegeven aan het daarbij betrokken armbestuur aan den Helder, daar bij voegende dat, aangezien meergenoemde WJ Bok nog buiten staat was werkzaam te kunnen zijn, de voornoemde Directie aan het betrokken armbestuur voorstelde dien persoon nog 4 of 6 weken te houden, tegen het kostgeld van f 2.- wekelijks, en daarbij tevens overleggende de declaratie ten behoeve van het voornoemde gesticht ad f 188.45 voor verplegingskosten, ad 50 cents daags, alsmede het bedrag der aan voormelden persoon verleende geneeskundige en eindelijk nog eenige kleedingstukken, alles overeenkomstig de bijgaand bijlagen.

Intusschen is men in dagelijksche afwachting van antwoord voortgegaan met de verpligte verpleging, terwijl ook de vereischte heelkundige behandeling aan denzelve voortdurend werd verleend.

Verscheiden weken zijn echter verloopen zonder eenig antwoord te bekomen. Bij missive van den 15 Junij ll N 153 heb ik ten verzoeke van voornoemde Directie opnieuw deze zaak onder de aandacht gebragt van het daarbij betrokken armbestuur aldaar onder hetzelfde voorstl den voornoemden persoon onverwijld te laten overzenden.

Daarop ontving ik eene missive van den Heer BM van den Helder dd 19-6 N 730, welke ik de Eer heb kopijelijk hierbij over te leggen.

De evengenoemde missive is daarop dezer zijds beantwoord door eene dergelijke dato 21-6 ll N 156, welke ik almede kopijelijk hierbij over te leggen.

En aangezien nu op heden nog geen antwoord hoegenaamd van het daarbij betrokken armbestuur te Helder is ingekomen, zoo gevoelt de voornoemde Directie van het Gesticht van Weldadigheid zich wel verpligt, dit verschil te brengen ter kennisse van Uwe Excellentie, ten einde daaromtrent zoodanige wettelijke beslissing te bekomen, als waardoor deze zaak tot een gepast einde geraken moge.

Uwe Excellentie zal, vlei ik mij, uit het zoo even gedane beknopte verslag van daadzaken, genoegzaam op de hoogte zijn gebragt ter beoordeeling van het onderwerpelijk geschil.- Het zij mij vergund alleen nog wat kortelijk hierbij op te merken-

Dat de Directie van het Gesticht van weldadigheid alhier geene geneeskundige hulp tot hare beschikking heeft dan de Eilandsgeneesheer (A. van Deinse). Uit deszelfs overgelegde declaratie blijkt dan ook tevens, dat geene visiten door denzelven zijn gedeclareerd, moetende echter zeer natuurlijk de geleverde medicijnen altoos aan denzelven voldaan worden.

Heelkundige hulp is aan dit gesticht volstrekt niet verbonden- Het is dus duidelijk, dat wanneer die wordt ingeroepen ten behoeve van een of ander bewoner van dat gesticht de kosten daarvan evenzeer zijn als ten laste van ieder ander ingezeten van de mindere klasse.

Het voornoemde gesticht is daarvoor aansprakelijk bij den ingeroepen heelkundigen. Maar op wat grond zou nu dit gesticht alles, ook de kostbaarste genees of heelkundige bijstand moeten verleenen zonde die vergoed te krijgen van het daarbij betrokken armlastig bestuur?

De declaratie toch van 50 centen daags voor alle onderhoud, gewone en buitengewone verpleging aan zoodanig eenen zieken die nacht en dag oppassing benoodigd had gedurende een langen strengen winter is toch waarlijk niet meer dan eene schadeloosstelling. Niemand zal dit voor eene winstgevende zaak kunnen achten.

Wat nu de gemeente Helder en met name de groote steden, waarin zicg gasthuizen bevinden met eene speciaal daaraan verbonden geneeskundig dienst doen- is eene zaak aan ons gheel vreemd- genoeg wanneer een ieder onbevooroordeelde moet erkennen, dat 50 centen per dag voor geheele voeding en verpleging in het etmaal van een geheel hulpehoevend volwassen persoon niet te veel is; terwijl de daaraan te besteden Medicijnen en heelkundige dienst natuurlijk eene zaak blijft geheel voor rekening van dien het aangaat.

Het meergenoemde bestuur onderwerpt dan ook deze zaak die zij niet dan haars ondanks ter kennisse brengt van HEGA de HH GS met vertrouwen aan derzelver beslissing. Het spreekt van zelf, dat van de na den 12 Mei tot den 23 Junij ll aan meergenoemden WJ Bok verschafte voeding en verpleging, met heelkundige hulp, op den zelfden grond wordt terug gevraagd als de eerst ingezonden declaratie, als zijnde alleen door het geheel eigendunkelijk stilzwijgn van het armlastig armbestuur veroorzaakt. Ik neem de vrijheid ook hiervan de beide declaratien aan Uwe Excellentie in te zenden, waardoor het gezamenlijk bedrag van het dezer gemeente in zake WJ Bok kompeteerende, zal beloopen f 235.10.

[Buisman: De winter van 1844/45 was een 'zeer strenge winter' van eind november tot eind maart]

N 168 Gouverneur 15-7-1845 vaccinatie

N 169 idem Prov Comm:

N 170 15-7-1845 Aan de Burgemeester van Helder

Declaratie f 30,10 van Doctor AC Stiggelbout wegens gedane dienst en geleverde medicijnen aan de huisvrouw van Joost Heijdenrijk tot aan haar overlijden.

N 171 cert

N 172 cert

N 172a 14-7-1845 Twee pagina's Jan Salm (Weeshuis) geboren in 1823

[Jan Jansz Salm (1823-1846) is overleden in het Binnengasthuis te Amsterdam]

zekere Jan Salm, geboren te Oosterend alhier in 1823 uit gereformeerde ouders, en in die kerk dan ook ter dier zelfde plaats gedoopt, is overeenkomstig de bestaande bepalingen, tijdens het overlijden van den langstlevenden zijner ouders, in het algemeen Weeshuis van Texel opgenomen, welk weeshuis is gevestigd aan den Burg.

Gedurende deszelfs verblijf aldaar heeft de Directie van dit weeshuis gezorgd dien jongeling het vereischte Godsdienstige onderwijs te doen genieten, en is hij vervolgens als lidmaat aangenomen bij de Gereformeerde kerk aan den Burg, altoos minderjarig zijnde.

Toen nu deze jongeling den ouderdom heeft bereikt van 20 jaren is hij overeenkomstig de statuten van het weeshuis uit dat huis ontslagen, en aangezien dezelve bleek te zijn van zeer zwakke geest en ligchaamsvermogens, met medewerken van dit Weeshuis voor de kost en kleeding opgenomen bij zekere schoenmaker aan den Burg.

Dit heeft ruim een jaar geduurd- na dien tijd echter werd het verblijf bij dien schoenmaker dien jongeling meer en meer moeijelijk, zoodat deze op zekeren dag in het laatst van 1844 dat verblijf verliet, en zich als onvermogend wendde tot de Directie van het Gesticht van Weldadigheid met verzoek om opname.

Aan dit verzoek werd dan ook voorshands voldaan, bepaaldelijk in voldoening aan art. 13 der wet van November 1818 (Staatsblad N 40).

Dadekijk daarop echter is door mij ten verzoeke van de Directie van het Gesticht van Weldadigheid aan het Diaconie bestuur der Hervormde Geemeente mededeeling gedaan van deze provisionele opname en uitnoodiging om dien minderjarigen jongeling Jan Salm, als zijn wettig onderstands domicilie hebbende te Oosterend, tot zich te nemen en zoodanig in deszelfs verder onderhoud te voorzien, als zij mogten gepast oordeelen met en benevens teruggave der kosten door voornoemd Gesticht van Weldadigheid provisioneel voor denzelven gemaakt.

Het zou te uitvoerig zijn Uwer Excellentie al het ter dezer zaak over en weder verhandelde mede te deelen, genoeg zij het dat nu laatstelijk bij missive van den 7 dezer de daarbij betrokken Armen Directie te Oosterend mij heeft toegezonden haar definitief besluit, eene bepaalde weigering inhoudende, om hare Diaconie als ht bepaalde OD in deze van Jan Salm te erkennen; hebbende ik de kopij dier missive hierbij over te leggen.

[Hierop volgt een hele bladzijde met bepaling van het OD]

N 173 Cont. Dir. Bel. 17-7-1845 Haven OS

N 174 19-7-1845 Cornelis Verhoeve wegens ziekte f 2,- per week Goedereede

N 175 28-7-1845 Aan de Burgemeester van Amsterdam f 16,49,5 verpleging Antje Bakker

N 176 28-7-1845 Burgemeester van Harlingen

Transport van de gevangenen Colonist Dirk Johannesz de Waard, voortvlugtig

[Dirk Jansz de Waard, geboren op 30-1-1825 in Oudeschild, zoon van Jan de Waard (1802-18xx) en Antje Dirks Kant (1800-1827), de vader kon niet schrijven]

N 177 cert

N 178 BM Buiksloot 1-8-1845 Huwelijksafkondiging

N 179 Gouverneur 1-8-1845 Broodzetting

N 180 Gouverneur 4-8-1845 NM

N 181 5-8-1845 C. Verhoeve

N 182 cert

N 183 BM Ulrum 8-8-1845

Aanvraag Geboorte Extract van Cornelis Pietersz Lemstra, geboren 15-7-1815

N 184 BM Leens NM voor CP Lemstra

N 185 Gouverneur 9-8-1845 tarief haven NS

N 186 Gouverneur 9-8-1845 rekest diaconie DG gem BG WL en OD

N 187 Gouverneur 9-8-1845 rekest Jan Roeper

N 188 Gouverneur 11-8-1845 Gemeente rekening en die van het Gesticht van Weldadigheid

N 189 B&W Zierikzee 11-8-1845 OD Naatje Kalf

Naatje Kalf per beurtschip van Zierikzee herwaarts te expederen, met zoo min kostbare gelegenheid. Per beurtschipper op Amsterdam.

Dat zij N. Kalf tegen Maandag of Vrijdag aldaar zich bevond aan de Texelsche Stijger, als ter welker plaatse elke week op die dagen, des namiddags 6 ure, een beurtschip naar Texel vertrekt, dat zal het minst kostbaar zijn.

[Naatje Kalf, dochter van Koenraad Adamsz Kalf en Hiltje Jacobs Eelman, geboren in 1824, gestorven in 1907]

N 190 BM Vianen 13-8-1845 BS

Geboorte extracten van Petronella Jacoba Veen (1820) en Theodora Johanna Veen (1822)

N 191 15-8-1845 Burgemeester Keijser heeft f 8,- verstrekt aan Otto Christiaan Hekman, arbeider, die op heden, hoewel ziekelijk, naar Uwe gemeente is vertrokken. Hij wil het geld terug van de Burgemeester van Groningen.

N 192 15-8-1845 Aan de Gouverneur Aardappelziekte

Dat zooverre mij na ingewonnen berigten is bekend geworden, tot gisteren binnen deze gemeente nog geen spoor aanwezig was van eenige ziekte onder de te velde staande aardappelen. Integendeel schijnen die tot heden over het algemeen uiterst gunstig te staan.

N 193 Gouverneur 19-8-1845 Aardappelen bouw

Dat ongeveer 64 bunders grond met aardappelen beplant zijn, die op heden allen nog zich in den besten staat bevinden. Tevens kan ik hierbij voegen, dat zoo verre mij bekend is, er geene vrees bestaat voor misgewas van eenige graansoort, de haver, rogge, erten enz beloven zelfs veel, doch de bestaande ongunstige weersgesteldheid is natuurlijk voor den reeds aangevangen oogst uiterst nadeelig.

N 194 Gouverneur 26-8-1845 Aardappelen bouw

Dat sedert 2 à 3 dagen de vrij algemeen bestane ziekte onder de aardappelen zich nu alhier heeft vertoond, en zoowel onder de verschillende soort van aardappelen als op verschillende soort van grond waar die gekweekt worden, vertoonende alle de kenmerken zoo loof als knol, hoedanig den algemeenen schijnen te worden waargenomen. Op heden is echter dat verschijnsel nog niet algemeen en schijnen er zich nog meerdere landen te bevinden welke nog gaaf zijn. Mogt de ziekte belangrijk toenemen en met een geheel bederf der te velde staande aardappelen dreigen, zal ik de Eer hebben zulks nader te berigten.

N 195 Controleur kadaster 28-8-1845

3 verklaringen tot bekoming van tijdelijken vrijdom van Grondbelasting te weten can T. Molenaar, N. van Dijk en D. Schaap

N 196 BM Ulrum 30-8-1845

N 196a 30-8-1845 Aan de Burgemeester van Goedereede

Heb ik de persoon van Cornelis Verhoeve nader doen ondervragen aangaan de zijn Onderstandsdomicilie, waarvan de uitslag is dat hij slechts 10 Maanden in de Gemeente Dirksland heeft gewoond, te weten van January tot November 1841 en hetwelk alzoo geen grond tot Alimentatie konde geven, dat Mitsdien gemelden persoon bij zijn gedane opgave blijft persisteren [en hij is nog steeds ziek].

Voor 1854 was het domicilie van onderstand de plaats waar iemand de laatste 4 jaar had gewoond. Anders was het de geboorteplaats.

N 197 cert

N 198 Gouverneur 10-9-1845 NM

N 199 Gouverneur 10-9-1845 Getal der bunders der alhier verschillende soorten van gewassen

N 200 BM Vianen 11-9-1845 geb. Actes

N 201 BM Zierikzee 12-9-1845 OD Naatje Kalf

Dat het algemeen armbestuur van deze gemeente na te zijn onderrigt omtrent den tegenwoordigen toestand van Naatje Kalf geoordeeld heeft in UEA gedaan voorstel te moeten berusten. Hetzelve verzoekt UEdAchtb intusschen te willen zorgdragen dat de uiterste spaarzaamheid daarmede in acht genomen, en zoodra Naatje Kalf zal in staat zijnvoor haar eigen onderstand en dat van haar kind zorg te dragen, zij daartoe worde aangespoord, met de uitdrukkelijke opmerking dezer zijds, dat zoodra zij gevoelt eenige voortdurende onderstand te behoeven, zij zich alleen te wenden hebben tot het alhier bestaande algemeen armbestuur, als hetwelk volstrekt niet genegen is om haar in eene vreemde plaats te alimenteren, aangezien hetzelve in de genoegzame gelegenheid is op eene alsints doelmatige wijze in haar voortdurend onderhoud op eene min bezwarende wijze te voorzien.

N 202 Controleur van het kadaster 11-9-1845

Aanvragen om tijdelijken vrijdom van Grondbelasting van J. Saris n Huisman qq E. Zuur, W. Keijzer, G. Kooijman, L. Hartog en van JL Kikkert

N 203 cert

N 204 12-9-1845 Aan de Burgemeester van Dirksland

Cornelis Verhoeve heeft zich sedert den 19 July alhier bevonden in ziekelijken toestand, welke hem beletten in het dagelijks onderhoud van zich en de zijnen te voorzien en eenige ondersteuning van de administratie der algemeene armen noodzakelijk maakt.

Met een halve bladzij over welke gemeente het domicilie van onderhoud voor Cornelis Verhoeve is.

N 205 Gouverneur 15-9-1845 NM

N 206 17-9-1845 Aan onderscheidene Armbesturen

De zeer ongunstige vooruitzigten op de aardappeloogst door het geheele Rijk maakt het alle die aan het hoofd zijn geplaatst van zoodanige liefdadige Gestichten of Inrichtingen, als zelve met de voeding van behoeftigen zijn belast tot den eersten pligt, in zoodanige buitengewone omstandigheden bij tijds naar de beste middelen om te zien, ten einde zich te hoeden voor de treurige toestand waarin eenig gebrek aan de noodzakelijkste levensbehoeften dergelijken besturen zoude kennen brengen. Het spreekt toch wel van zelve dat een iegelijk van het beginsel dient uittegaan, dat op de gewone wintervoorraad van aardappelen niet valt te rekenen, alsmede dat die vrucht den aanstaande winter en voorjaar tot aan Juny 1846 toe, niet voor eenigsints redelijken prijs zal te bekomen zijn.

In dit gemis zal derhalve door ieder Hoofd van huisgezin, en met name door UEd voor Uwe administratie op eene andere wijze dienen te worden voorzien. En hier toe zullen dan toch wel Erwten Boonen en andere zoogenaamde grutterswaren in de eerste plaats verdienen in aanmerking te komen.

Wij kunnen alzoo UEd niet genoeg aanbevelen, de ernstige en vooral spoedige overweging van die hoogst belangrijke aangelegenheid en dien ten gevolge het tijdig op den van de bij U waarschijnlijk benoodigde voorraad van al deze artikelen, als mede vooral te zorgen dat tot aan July 1846 toe die voorraad zooveel mogelijk strekke. Verscheidene dier artikelen kunnen door UEd binnen deze Gemeente zelve uit de eerste hand worden gekocht, wanneer UEd slechts zorgt, met den aankoop of bestelling niet te dralen, daar zeer natuurlijk het den bouwman niet aan de gelegenheid ontbreekt van zijn voorraad spoedig af te zetten.

N 220 Ontvanger dir belastingen 20-9-1845

N 221 cert

N 222 23-9-1845 Aan de Burgemeester van Ouddorp

Gerrit Jans Witte, oud 18 Jaare, Arbeider in UEdAchtb Gemeente te huis behoorende, welke door mij is in staat gesteld om naar zijne woonplaats terug te keeren en waarvoor ik aan reisgeld heb besteed f 4,25 en kostgeld in het Gesticht f 1,-, totaal f 5,25

N 223 29-9-1845 Aan de Burgemeester van Goedereede

over onderstandsdomicilie van Cornelis Verhoeve

N 224 Gouverneur 29-9-1845 grondlasten

Dat met die aanslagbiljetten bedoeld worden de ondergrond van 2 gesloopte gebouwen, gestaan hebbende aan de binnenglooijing van den Zeedijk te Oudeschild op dat gedeelte van den dijk 't welkaan de provincie behoort en welke gebouwen laatstelijk toebehoord hebben aan zekere Trijntje Buijsekool, eerder weduwe Tijs van der Sterre, laatst weduwe Hagen en aan Neeltje Flens weduwe Hendrik Troost aldaar zijn geplaatst met toestemming der provincie doch alleen als krachtens het regt van opstal en onder de verpligting tot betaling eener jaarlijksch Erfpacht.

Hieruit volget alzoo dat de Eigenaar der genouwen geen Eigendom hebben aan den ondergrond en dus ook naar het mij toeschijnt niet tot betaling der grondlasten gehouden zijn, maar wel de provincie als in den geheelen vrijen eigendom die gronden als nu teruggekeerd.

N 225 Gouverneur 30-9-1845 Mutatien policie

N 226 30-9-1845 Aan de Gouverneur Aardappel vooraad

Dat dit plaatselijk bestuur de heilzame strekking uwer aanschrijving op de regten prijs stellende zich beijverd heeft van de daarin gegevene wenken in verband gebragt tot de plaatselijke behoefte gebruik te maken. Tot dat einde heeft htzelve bij wijze van publicatie aan alle ingezetenen- en meer speciaal bij ampele missive aan alle daarbij belenghebbenden diaconen en andere instellingen van liefdadigheid die wenken ter kennisse van dezelve gebragt met de gepaste uitnodiging en aandrang daar aan ieder voor zich zooveel dit mogt noodig zijn gevolg te geven.

Tevens ook heeft voorn: Bestuur de verzekering dat bij de alhier bestaande grossiers genoegzamen voorraad van levensmiddelen zal aanwezig zijn.

Zoo ook stelt hetzelve zich voor mt de bestaande commissie van spijsuitdeelingen in nader overleg te treden ten einde buiten de gewone bedeelingen gratis ook dezen winter een gelijk aantal tegen een geringen betaling te voegen.

Wij mogen nu alzoo op grond van een en ander ons vleijen, dat hoe treurig ook de bestaande duurte van de voornaamste voedingsmiddelen zijn moge, deze Gemeente althans geene schaarste veel minder gebrek aan dezelve zal hebben.

Wat betreft de berekening door dit bestuur gemaakt wat er aan voedingsmiddelen ten gevolge de mislukte aardappel oogst zal te kort komen bij voornoemde aanschrijving in de tweede plaats aangeduid, zoo geef ik mij de eer daaromtrent optemerken:

Wanneer de aardappeloogst niet mislukt en alzoo allen op den ouden voet ware, dan mag men aannemen dat in het najaar 1845 alhier zoude voorhanden geweest

Aan eigen gebouwde aardappelen 10.000

Aan ingevoerde idem 3.000

Totaal 13.000 Mud

Nu hoopt men dat van de eigen geteelde aardappelen zullen voorhanden zijn nog altoos eene Hoeveelheid van 3000 Mud en wat van buiten zal worden ingevoerd is zeer natuurlijk nog geheel onbekend. Men meent echter dit niet zal tegenvallen.

Een juiste opgave van het te kort is alzoo niet mogelijk doch welk dit te kort zijn moge, aan andere voedingsmiddelen is het bijna niet denkbaar dat deze gemeente gebrek kan hebben.

N 227 Officier van Justitie Alkmaar 30-9-1845

Dat werkelijk den 9 dezer door den deurwaarde Liedmeijer de bewuste aanklagte tegen JS Keijser bij mij is ingeleverd, doch dat ik gemeend heb die niet te moeten opzenden alvorens zulks stellig werd gevorderd, aangezien het besluit van Thermedor daarvan geene melding maakt.

N 228 1-10-1845 Aan de Gouverneur over de verpleegkosten van W.J. Bok

Extract uit de notulen der vergadering van de Gemeente raad Texel van heden N 2 met alle de bijlagen betreffende de kwestie van vergoeding van verplegingskosten aan den persoon van WJ Bok, te Helder zijn OD hebbende.

N 229 Gouverneur 1-10-1845 Loterij

N 230 Gouverneur 2-10-1845 Zetters

N 231 2-10-1845 Aan de Gouverneur

Eervol ontslag van Veldwachter J.F. Gerszinsky op grond van zwakke gezondheid zijner huisvrouw, als welke aan de Geldersche lucht gewoon, minder tegen dit klimaat bestand schijnt.

N 232 Gouverneur 3-10-1845 Begrooting

N 233 aan xx Declaratie ten laste der Doopsgezinde Gem B W en O alhier groot f 24.30 en te voldoening daarvaneen bankb groot f 25 N 25 met verzoek om onder terug zending der gekwiteerde declaratie r 50 cents in zegels bij in te sluiten.

N 234 Gouverneur 8-10-1845 Staat der vaccinatien

N 235a 8-10-1845 Staat der vaccinatien prov comm

N 235b Gouverneur 10-10-1845 Verificatie gemeente kas

N 236 Gouverneur 13-10-1845 NM

N 237 13-10-1845 Aan de Burgemeester van Dirksland

Of deze met zijn collega van Goedereede wil overleggen over Cornelis Verhoeve. Eene verdere correspondentie toch door mijne Tusschenkomst schijnt mij toe geheel nutteloos te zijn.

N 238 cert

N 239 BM Zijpe 15-10-1845 T. Zegel

Naar aanleiding Uwer missive waaruit ik met leedwezen vernomen heb dat Teunis Zegel in onderstand is opgenomen, heb ik zijne familie hierover gehoord en welke mij verzekerd heeft dat zij aan voornoemden T. Zegel genoegzame werkzaamheden kan verschaffen wanneer hij zich naar hier begeeft.

Ik noodig UEA alzoo bij deze beleefdelijk uit om aan gemelden persoon geen onderstand te verleenen maar denzelven hiermede bekend te maken en aantesporen zonder verwijl aan het betamelijk verlangen van zijn vader en familie te voldoen.

N 240 NM

N 241 Gouverneur 25-10-1845 policie

N 242 BM Velp 27-10-1845 onderstand HJ Speldenbrink

Heeft zich op den 25 e dezer bij mij vervoegd met haar kind in zeer armoedige omstandigheden van volslagen gebrek aan werk en zonder vooruitzicht van in deze gemeente in den aanstaande winter iets te kunnen verdienen. F 4.- gegeven voor de reis naar Velp.

N 243 B&W Amsterdam Pieter de Clerk

N 244 27-10-1845 Aan de Burgemeester van Zwolle

Het onderstandsdomicilie van Reijer Dogger wordt door Texel erkend

De Burgemeester dringt aan op de hoogstmogelijke spaarzaamheid, aangezien de finantieele staat van het betrokken Armbestuur alhier uiterst zwak is en dientengevolge de bedeeling aan behoeftige ledematen zeer gering is.

N 245 Gouverneur NM

N 246 Gouverneur- 5 stuks propesctussen te retourneren

N 247 B en W Alkmaar aanvraag geboort act W. Hemelrijk

N 248 aanvraag doodacte Marrigje Hemelrijk als boven

N 249 Gouverneur 30-10-1845 Deliberatien Gem raad

N 250 Gouverneur 1-11-1845 Broodzetting

N 251 BM Helder 6-11-1845 Alimentatie WJ Bok

Nav aanschrijving HH GS dd 30-10 gewijzigde declaratie tbv het Gesticht van Weldadigheid alhier groot f 156.20

N 252 BM Velp 6-11-1845 aanmaning Hendrika Johanna Speldenbrink

N 253 BM Rhoon 6-11-1845 Aanschrijving Pieter Solberg

N 254 idem Jacobus Wegman Laathum

N 255 7-11-1845 Aan de Controleur Helder

Benoeming van D. Schaap tot Commies ter Surveillance der Plaatselijke Belastingen

N 257 Officier van Justitie Alkmaar 12-11-1845 BS

Wat was de voornaam van de moeder van W. Hemelrijk?

Marijtje Hemelrijk, bij overlijden ingeschreven als Maria.

N 258 cert

N 259 cert

N 260 Gouverneur 13-11-1845 Opgave ziekte onder de varkens

N 261 Cont. Helder patenten

N 262 BM Zijpe 19-11-1845 verzonden zegel voor Jan Eelman voor gedane huw. afkondiging

N 263 Huwelijks cert. van Jan Eelman en Martje Groeneveld

N 264 Gouverneur 21-11-1845 raadsleden Y. Koppen en PR Koning

N 265 Gouverneur 21-11-1845 NM

N 266 B&W Wijk bij Duurst 21-11-1845 Onderstand Teunis Zegel

Spaarzaamheid, dat het armbestuur niet dan geringe ondersteuning kan verlenen.

Bovendien ook is aan Teunis Zegel welke zich met zijn gezin aan een alles verkwistend en zwervend Leven geheel overgeeft met den besten wil geen goed te doen. Bij herhaling zelfs nog weinige weken geleden heeft zijn vader en Broeders de dringendste verzoeken aan hem gedaan dat hij toch met zijn gezin herwaards zoude keeren, waarbij zij tevens goede vooruitzichten aan hem verzekerde doch alles wordt op een onaavaardbare wijze door hem afgewezen.

N 267 Contr Helder 21-11-1845 patenten

N 268 BM Ulrum geb acte Fenna Pilon

N 269 BM Harlingen geb acte H. Hoekstra

N 270 cert

N 271 BM x 24-11-1845 Betaling voor J. Wigmans

N 272 BM Rhoon 24-11-1845 Voor P. Solberg is betaald

N 273 Gouverneur 25-11-1845 NM

N 274 Gouverneur 27-11-1845 Personele belasting

N 275 29-11-1845 Aan de Gouverneur

Tot heden geen klachten ingekomen over de Ambtenaar van het Kadaster

N 276 BM Wildervank 29-11-1845 OD G. Hekman

N 277 Gouverneur 1-12-1845 Directe belastingen

N 278 Bm Barsingerhorn 2-12-1845 Jan Eelman en Martje Groeneveld [wonen sedert 6 weken hier, eerder in Colhorn] in de nabijheid waarvan hij als polder Arbeider eenige maanden is werkzaam geweest, vanwege de huwelijksafkondiging.

[Martje Groeneveld (1820/21- 1896) kwam uit Mijdrecht. De aangifte van haar overlijden werd gedaan door schoonzoon Pieter Maas (53) veehouder, en Johannes G. Moojen (43) gemeentebode. Haar moeder was Nelletje Groeneveld. Martje had een dochter Dirkje, op 12-8-1844 geboren in Wieringerwaard. Ze trouwde op 24-12-1845 met Jan Eelman (1822-1854). Hun kinderen waren Dirk (1845/46-1868), Aafje (1848-1912), Jan (1849-1850) en Jan (1852/53-1875). Jan Eelman was een zoon van Dirk Eelman en Aafje Teekes van Grouw]

Huizinga 14 July 1868. Martje Groeneveld [weduwe Jan Dirksz Eelman] roemt de Doopsgezinde diakens, dat zij niet, zooals Jan Deekens en Klaas Plavier, de armen met kwaad bescheid wegzenden, maar altijd hulpvaardig zijn .

N 279 Controleur Kadaster Haarlem 4-12-1845

N 280 Gouverneur 6-12-1845 voordragt Assessor

N 281 B&W Wijk bij Duurstede 8-12-1845 onderstand T. Zegel

Dat de vader van T. Zegel zich onmagtig verklaart de daarbij genoemde bedeeling ad f 1.15 daags voor de vrouw en kinderen van zijne zoon, behalve nog de kosten voor geneeskundige diensten te vergoeden, en derhalve verzoekt dat de bedeeling tot f 3.- en uiterlijk bij toeneemende winterkoude en dus meerdere behoefte aan brand tot het maximum van f 4.- wekelijks worde beperkt, doch dat daarmede alle verplegings kosten ophouden.

Dat bij aldien de vrouw en kinderen zich daarmede niet kunnen te vrede stellen zij slechts herwaarts hebben te komen, als wanneer men trachten zal hen alhier ter plaatse daarvoor te onderhouden.

N 282 6-12-1845 Aan de Burgemeester van Rhoon

Voor P. Solberg met vrouw en 6 kinderen is f 2,- per week te gering

N 283 Militie Comm 9-12-1845 NM

N 284 Arron: x 9-12-1845 Registratie

N 285 BM x 9-12-1845 ond Hekman

N 286 BM Ouddorp 13-12-1845 inzenden f 9.32

Tot goedmaking der kosten van het verzochte huwelijks consent van Arend Heerschap en Klaasje Kreeft

N 287 cert

N 288 16-12-1845 Aan de Gouverneur

Over C. Verhoeve, anderhalf folio met klachten over de Burgemeester van Goedereede met staat van inlichtingen en declaratie f 26,90

N 289 Goeverneur 16-12-1845 Anderhalf folio veeartsen

N 290 Goeverneur 18-12-1845 NM

N 291 Goeverneur 18-12-1845 NM

N 292 BM Ouddorp 18-12-1845 BS

N 293 20-12-1845 Aan de Burgemeester van Rhoon

Pieter Solberg, [het beste is] dat de man, die werkelijk te beklagen is, als misleid naar het schijnt door hem gedane belofte, ten spoedigste naar zijne geboorteplaats terug kere.

N 294 cert

N 295 BM Genemuiden? 20-12-1845 BS

N 296 cert

N 297 Staatsraad Gouverneur 22-12-1845 Haven NS f 4771.87

N 298 Staatsraad Gouverneur 27-12-1845 Mutatien policie

N 299 Gouverneur 30-12-1845 vervulling opengevallen posten in het Algemeen Armbestuur

N 300 Staatsraad Gouverneur 30-12-1845 NM

1846

N 1 Staadsraad Gouverneur 2-1-1846

Dat Antje Yda Heeneman Weduwe Bolt in leven predikant aan de Waal alhier bij ZM besluit van 20-1-18x5 N 122 gepensioneerd ad f 100.- 's jaars den December ll alhier overleden een waavan het vereischt extract uit het register van de BS dezer hierbij wordt overgelegd.-

N 2 Geneeskundig onderzoek Haarlem 2-1-1846

Te melden dat geene verandering in het personeel der Genees kunst heeft plaats gehad.

N 3 Gouverneur 2-1-1846 Dat hier in den loop van het laatste kwartaal geene andere mutatien in het personeel der policie beambten hebben plaats gehad dan het vrijwillig bedanken van den Veldwachter genaamd Johann Fransz Czeszinskij waarvan eene staat hirbij gevoegd is en welke dienst met 31 Dec ll is geeindigd.

N 4 5-1-1846 Aan de Burgemeester van Helder

[in verband met de loting voor de Nationale Militie] Extract gemaakt van alle de personen welke binnen deze Gemeente geboren en naar Uwe gemeente vertrokken zijn. Men veronderstelt dat de daarop voorkomende Jacob Gomes overleden zal zijn.

N 5 5-1-1946 Anderhalve bladzij beurtveer Amsterdam

N 6 5-1-1846 Aan de Gouverneur

Vertrokken naar Helder 17 Vlieland 2 Broek 2 Amsterdam 2 zamen 23

Ingekomen Zaandam 1 Vlieland 1 Barsingerhorn 1 Helder 1 Alkmaar 2 14 personen

Naar andere provincies Gelderland 5 Zuid Holland 9 Zamen 14

Uit andere provincies Antwerpen 2 Hanover 1 Zamen 3

N 7 Gouverneur 9-1-1846 Verificatie Gemeente kas

N 8 Gouverneur 10-1-1846 Staat der geboorten, Huwlijken en Sterfgevallen 1845

N 9 Gouverneur 10-1-1846

Dat van hier vertrokken naar Gelderland 5 pesonen, Zuid Holland 9, dat daarentegen uit andre provincin zich alhier gevestigd hebben uit Antwerpen 2 personen, Hannover 1.

N 10 Gouverneur 10-1-1846 Opgave trekpaarden, wagens en karren voor 4 jaren.

N 11 Gouverneur 10-1-1846 Brand Blusch middelen

N 12 Burg Helder 15-1-1846 verplegingskosten f 44.05 ontvangen Gesticht van Weldadigheid

N 13 Gouverneur 15-1-1846 vaccine

N 14 idem Prov Comm Haarlem

N 15 Gouverneur 17-1-1846 Rijksbelasting

N 16 Gouverneur 17-1-1846 aanvraag certificaat M.P. Hin

N 17 Controleur Helder 17-1-1846 Grondbelasting

N 18 t/m 24 Kommandant NM

N 25 BM x 21-1-1846 Alimentatie Antje Bakker

N 26 Spanjaard ter Yker 21-1-1846 Registers Burgerlijken Stand

N 27 22-1-1846

Verzending Zakboekje van Biem Salm met f 136 naar zijn Commandant te Delft.

N 28 Opgave lengte 1.650 van H. Molensteeg aan den BM te Ouddorp

N 29 Gouverneur 23-1-1846 Opgave Hevormde eredienst

N 30- 35 NM

N 36 Barsingerhorn 27-1-1846 Onderstands domicilie Kaatje Kalf

N 37 27-1-1846 Teunis Zegel

N 38 Gouverneur 29-1-1846 NM

N 39 Controleur x Haarlem 29-1-1846

Staat van veranderingen in de belastbare opbrengsten der vaste Goederen.

N 40 Gouverneur 2-2-1846 Broodzetting

N 41 Gouvrneur 3-1-1846

Aanvraag certificaat voor Biem Salm

N 42 Naar Nijmegen en Alkmaar om certificaten

N 43 Gouverneur 4-2-1846

Dat zich alhier geene personen als vrijwilligers voor de NM hebben aangegeven.

N 44 BM Barsingerhorn 6-2-1846 Klaasje Kalf

Dat KK (als waarvan dwnkelijk wel in deze de rede zal zijn en niet van Kaatje) is geboren den 3-9-1814 en mitsdien zich in haar 32 levensjaar bevindt, sedert een aantal is zij hier afwezig geweest, zeer ligt mogelijk dus dat zij indien tusschentijd elders een nieuw onderstands domicilie verkregen heeft. Het is alzoo tot dat einde dat ik mij de Eer geve UEA bijgaande staat van inlichtingen bepaald te retourneren, met verzoek dezelve behoorlijk te gectificeerd- door de hierbij gedane opgaven alsnu te laten aanvullen door een zoo naauwkeurig mogelijk verslag van Klaasje Kalf waar zij gedurende al den tijd van haar afwezen hebbe rondgezworven, en bepaaldelijk alzoo of zij nergens 4 achtervolgende jaren gewoond heeft.

Eerst na den ontvang dier nadere inlichtingen kan het daarbij betrokken armbestuur zich over zijne verpligting in deze bepaaldelijk verklaren.

[Klaasje Hendriks Kalf (1814-1846) stierf op 25 april te Kolhorn. Kaatje was haar zusje (1823-1855). In 1847 werd een tweeling geboren in het derde huwelijk van haar vader, die Simon en Klaas werden genoemd. Vader had uit 3 huwelijken 20 kinderen, waarvan slechts 4 hem overleefden]

N 45 9-2-1846 NM

N 46 Gouvernur 9-2-1846 Wiervisserij

N 47 B&W Amsterdam 11-2-1846 beurtvaart

N 48 Gouverneur 12-2-1846 Geldleevering f 2400

N 49 NM

N 50 Inso Cont Helder 12-2-1846 patenten

N 51 Gouverneur 13-2-1846 Afkoop Dominiale Erfpacht ad f 465.50

N 52 Gouverneur 13-2-1846 wijziging begrooting 1846

N 53 Gouverneur 13-2-1846 Personele omslag

N 54 Gouverneur 14-2-1846 NM

N 55 17-2-1846 Aan de Burgemeester van Zaandam

Maartje Schenk f 2,- per week als er door haar en hare kinderen thans niets kan worden verdiend.

N 56 17-2-1846 Aan de Burgemeester van Lexmond

De persoon van Cornelis de Ridder in UEdA Gemeent domicilie van onderstand hebbende een waarvan ik de Eer heb eenen staat van inlichtingen hiernevens te zenden, heeft zich bij mij vervoegd om onderstuning te verzoeken voor hem en hun gezin waarvoor thans niets te verdienen is.

Aan gemeld gezin is per week f 2:40 bedeeld tot zoolang zulks noodig is, zullende de Declaratie deswegens aan UEdA worden ingezonden.

N 57 20-2-1846 Aan de Burgemeester van Goedereede

Declaratie Cornelis Verhoeve f 26,90. Verzoek voorrang betaling.

N 58 Gouverneur 21-2-1846 Staat van Weldadigheid

N 59 21-2-1846 Jacob Jacobsz Visser verzoekt vrijstelling voor de Nationale Militie.

Dat hij als zeeman in zijn onderhoud kan voorzien, doch niet in staat is om zijne grootmoeder te kunnen onderhouden, welke trouwens als Loodsmansweduwe van het Fonds van het Loodswezen te Willemsoord wekelijks met f 3,- wordt bedeeld.

Van de hand.

[Jacob Visser (1826-18xx) uit Oudeschild, zoon van Jacob Visser (1800-1826) en Antje Harmens Boom (1798-1830). Van zijn grootouders was in 1846 alleen zijn moeders moeder Neeltje Simons Graaf (1763-1848) nog in leven]

N 60 Gouvernur 21-2-1846 NM

N 61 Gouverneur 21-2-1846 Rijksbelasting

N 62 Inspecteur Helder 21-2-1846 Rijksbelasting

N 63 B&W Amsterdam 21-2-1846 Veer van Amsterdam op Texel vice versa

N 64 Gouvrneur 24-2-1846 middelen van vervoer

N 65 BM Barsingerhorn 25-2-1846 onderhoud Klaasje Kalf

Dat wij de door UEdAchtb gegeven onderstand aan Klaasje Kalf voor onze rekening nemen, en eene Declaratie daar van zullen inwachten zoodra deze onderstand kan ophouden met uitnoodiging om dezelve ondrstand zoo spaarzaam mogelijk te verleenen.

N 66 certif:

N 67 Gouverneur 2-3-1846 Rijksbelasting

N 68 Gouverneur 2-3-1846 adres W. Hillenius

N 69 2-3-1846 Aan de Gouverneur

Overstorting van f 58,75 verpleegkosten in de Kolonie van Weldadigheid 2 e halfjaar 1845

N 70 Gouverneur 4-3-1846 Rijksbelasting

N 71 Gouvernur 5-3-1846 rekest van kerkmeesters der RC gemeente op Texel

Geen zwarigheid

N 72 cert

N 73 x 7-3-1846 dat de bedoelde inrichtingen binnen deze gemeente niet bestaan

N 74 10-3-1846 Aan de Gouverneur

Rekest van J.H. Rikkerts in mijn handen gesteld om berigt, consideratie en advies

Dat de zooeven genoemde missives betrekking hadden op een rekest van eenigzins gelijke strekking als het onderwerpelijke, doch van een broeder van de rekwestrant genaamd Ernst Hendrik Rickert.

Dat intusschen dit rekest zelve de bewijzen met zich voert, dat de rekwestrant reeds alles heeft verkregen wat hij met eenige redelijkheid mogt wenschen, een aandeel namelijk in de Erfpacht zelve van den Heer Hendrik van Lit, voor zooverre betreft de gronden door den rekwestrant gewenscht, zonder echter iets daarvoor aan huur te hoeven optebrengen.

Nu echter zou hij ook na den afloop der erfpacht en nog voor de toekomst willen verzekerd zijn, doch ik moet daartegen aanvoeren, dat wanneer rekwestrant eerst nu, of later nog, die cultivering zou aanvangen, zulks met eenige grond zou kunnen worden gevraagd, daar thans de eerste jaren van zulke ontginning zelden de meest winstgevende zijn.

Doch nu erkent hij zelf reeds voor 8 jaren [1838] die gronden in cultuur te hebben gebragt, die tijd nu nog bij de nog te duren erfpacht ad jaren gevoegd, maakt waarlijk een tijdperk uit waarin de rekestrant mag geacht worden ten gevolge van de hem door de Heer van Lit zoo edelmoedig afgestane vergunning zich meer dan schadeloos gesteld te zien voor alle moeite en kosten die hij aan deze ontginning kan hebben besteed.

Het schijnt mij dus onder verbetering, toe dat des rekwestrants verzoek voor heden dient te worden gewezen van de hand, tot tijd en wijle de voornoemden Erfpacht zal ten einde spoede als wanneer hetzelve welligt voor eene nadere overweging zou vatbaar zijn.

N 75 10-3-1846 Aan de Burgemeester van Helder

Onderstand aan Naantje Abbenes huisvrouw van Jan Stark bij de Diaconen der Hervormde gemeente van Waal en Koog alhier. De meeste spaarzaamheid.

[Naantje (1821-1871) is geboren in Den Hoorn. Haar ouders waren Jacob Ariensz Abbenes (1791-1869) en Martje Dirks Bakker (1795-1823). Op 11-8-1842 trouwde ze met Jan Stark (1819-1869) uit Oosterend. Hun zoon Jacob werd geboren op 17 october van dat jaar.

Kort na die geboorte zijn ze naar de Overkant gegaan. Hun zoon Willem werd geboren op 3-8-1844 in Barsingerhorn, Frans (1846-1870) en Martje (1848-1924) in Den Helder.

Na het overlijden van Jan trouwde Naantje met Cornelis de Ridder op 30 november 1871. Ze is al op 18 december overleden. De aangifte van haar dood werd gedaan door haar schoonzoon Cornelis Vermeulen (35) arbeider, en Simon de Wijn (64) arbeider.

Naantje stierf in het Koogerveld. Jan Stark was ook bij De Koog overleden.

Deze mensen waren buren, Cornelis Vermeulen zijn vader woonde in een keet aan de Ruigedijk, de rest in het Koogerveld daar vlak bij. Cornelis was getrouwd met Martje Stark. Ze kregen 6 kinderen op Texel, maar zijn overleden in Vlaardingen.

N 74 Gouverneur 11-3-1846 rekest JP en PS Kool indijking Polder Hoorn en Burg

Dat de door de Heer P Langeveld cs vroeger gedane aanvrage tot de zelfde concessie zooverre is gevorderd dat reeds door de Heet arrondissements Directeur der directe en indirecte belastingen met dezelve is aangegaan en voorloopig Koopcontract der tot dien polder behoorende gronden wat echter alvorens effect te kunnen sorteren aan de Hoogere goedkeuring is onderworpen. En nog een hele bladzijde.

12-3-1846 Nationale Militie Plaatsvervanger Bastiaan van Varick vervangt wegens ligchaamsgebrek Geert Galis Kwak, welke plaatsvervanger was voor Maarten Zijm

2-3-1846 Wat betreft de thans vacerende onderwijzersplaats te Oosterend is dit Bestuur meer en meer bevestigd in de overtuiging dat de tegenwoordige Hulponderwijzer aan den voornoemden school ten volle voor die plaats berekend is en tot algemeen genoegen in die betrekking werkzaam is.

8-4-1846 Geene vaccinatien

10-4-1846 Aan de Burgemeester van Hoorn

Over A.E. Wouters, verlatene vrouw van Pieter Roos. Ik moet U tevens opmerken dat door mijne tusschenkomst nog zeer onlangs aan het Bestuur der Stad Purmerend eene som van f 20,53,5 is overgemaakt voor bedeeling aan dezelfde vrouw gedurende den afgeloopen winter. Zij was destijds in die stad- hoe komt zij nu te Hoorn? Is ook welligt zij van hare man weggeloopen in stede van door dezen te zijn verlaten?

N 77 Gouverneur 12-3-1846 rekest RC Kerkm

Extract uit het Register de deliberatien van deze gemeenteraad betreffende hetzelve onderwerp.

N 78 Gouverneur 12-3-1846 onderst domicilie Jan Salm

N 79 x 11-3-1846 uitbetaling f 3500.- aan den aannemer W. Hillenius

N 80 Gouverneur 12-3-1846 Geldleening f 1100.-

N 81 Minister van Oorlog 12-3-1846

Bastiaan van Varick, in plaats van Geert Galis Kwak plaatsvervanger voor Maarten Zijm

N 82 Gouverneur 12-3-1846 Lager school wezen

Extract uit het Register de deliberatien van Texel van den 30-12-1845 betreffende de wijze van vervulling der thans vaceerende onderwijzersplaats van de School op Oost.

N 83 84 85 86 cert

N 87 Ontvanger Registratie Alkmaar 30-3-1846 Acten BS

N 88 BM Stad Franeker 30-3-1846 onderstand GH de Vries en GH Faber

Welke met hunne vrouwen en kinderen van Harlingen alhier zijn aangekomen met oogmerk om in den polder Eyerland te arbeiden. Dat voornemen mislukt zijnde hebben dezelve uit hoofde van gebrek aan geld zich tot mij vervoegd om ondersteuning voor Logies alhier en Reisgeld naar de Anna Paulowna Polder ten einde aldaar werk te zoeken, welke ondersteuning aan hem is verstrekt ten beloope van f 3.50 voor de Vries en gezin n gelijke Som van f 3.50 voor Faber en gezin tezamen f 7.- welke som ik UEdA bescheidelijk verzoek van het betrokken armbestuur a Costi te willen innen en mij dezelve overtemaken.

N 89 BM Grouw 30-3-1846 idem Jan Jansz Kragt f 2.75

N 90 BM Terschelling 30-3-1846 idem Gerrit Pietersz Rotgans

N 91 Gouverneur 30-3-1846 geen mutaties policie

N 92 Gouverneur 30-3-1846 NM

N 93 cert

N 94 Secretaris der stad Meppel 2-4-1846 BS

Geboorte attest van JRGO Westenberg

N 95 B&W Amsterdam 2-4-1846 paspoort Pieter de Clerck

N 96 Officier v Justitie 2-4-1846 BS

N 97 Gouverneur 2-4-1846 kwitantie Staatsblad

N 98 Gouverneur 2-4-1846 rekest Haven Directie Oudeschild

N 99 Gouverneur 6-4-1846 extract del Gem raad

N 100 Gouverneur 6-4-1846 Beurtveer Texel- Amsterdam

N 101 Gouverneur 8-4-1846 Vaccine

N 102 Idem aan de Commissie van Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt mey verzoek om eenige glaasjes Koepokstof te willen zenden.

N 103 BM Leur 8-4-1846

Naar uw gemeente metterwoon vertrokken Hendrik de Jong, Bouwboer, benevens zijn huisvrouw en 6 kinderen.

N 104 Contr Registratie Alkmaar 9-4-1846 Registratie BS

N 117 Wethouder BS te Meppel 23-4-1846

Moeder van Westenberg is Cornelia Elisabeth van Elst.

N 118 Gouverneur 27-4-1846 Tabellen van Instellingen van Weldadigheid

N 119 28-4-1846 Aan de Gouverneur Kerkgebouw Oosterend anderhalve bladzij

N 120 25-4-1846 Aan de Burgemeester van Terschelling

Andermaal Pieter Rotgans met zijn vrouw en zoon van de vastenwal terugkeerende, aan alles gebrek hebbende, dat door mij tot voorziening in het hoogstnodigst onderhoud, aan hem is uitgereikt de som ad f 1,50 ten einde zijne reis naar UEdA zoude kunnen voortzetten. Met verzoek aan het betrokken Armbestuur [dat dit bedrag] en het vroeger gedane voorschot [wordt terugbetaald]

N 121 30-4-1846 Aan de Burgemeester van Lexmond

Dat dezer dagen door het Armbestuur alhier onder geneeskundige behandeling is gesteld moeten worden Maria Wage, huisvrouw van Cornelis de Ridder, alhier verblijf houdende, Domicilie van Onderstand hebbende in UEdAchtb gemeente.

De ziekte van deze vrouw is zoodanig in hevigheid toegenomen, dat na weinige dagen ongesteld te zijn geweest, zij heden nacht is overleden, en er mitsdien voor de begraving van het lijk ook gezorgd moest worden. Met declaratie.

N 122 cert

N 123 NM

N 124 2-5-1846 Aan de Burgemeester van Avereest

Betaling bedeelingskosten f 97,50 voor de weduwe J. Bakker en Neeltje Burger, tijdvak 1 Mei 1844 tot primo July 1845 (assignatie op de Heeren Mr. Dirk Joh. Scholte te Amsterdam)

De zeer bekrompen geldeloozen staat waarin de kas van het betrokken Armbestuur alhier zich bevindt heeft op dit oogenblik de restitutie der gedane voorschotten niet verder kunnen brengen [U bent tzt het eerst aan de beurt].

Dat de betaling aan Neeltje Burger geheel wordt ingetrokken, aangezien het Huisgezin van Gerrit Slot ontslag uit de Kolonie Frederiksoord is verleend, op de uitdrukkelijke voorwaarde en hunnerzijds gedane belofte, dat zij in haar eigen onderhoud zoude voorzien, waarvoor hare kinderen de stellige verzekering hebben gegeven en zich aansprakelijk hebben gesteld voor het onderhoud harer ouders te zullen zorgen.

[Neeltje (1778-18xx) van Nieuweschild, dochter van Jacob Pietersz Burger uit Oosterend en Jantje Ariens Dijksen uit Oudeschild

Zij was op 30-8-1803 getrouwd met zeeman, werkman, arbeider Gerrit Jacobsz Slot of Brouwer (gedoopt op 28-5-1775 te Oosterend). Kinderen Neeltje (1804), Cornelis (1807), Klaas (1809), Jacob (1816) en Hendrik (1820)

Verhuisd naar Avereest. Cornelis, Jacob en Hendrik kwamen in de Kolonie Frederiksoord terecht]

N 125 B&W Stad Deventer 2-5-1846 Bedeeling wed H. Kolder

N 126 Gouverneur 2-5-1846 Broodzetting

N 127 Gouverneur 2-5-1846 Wed. H. Kolder

N 128 2-5-1846 Glaasjes Koepokstof

N 129 Gouverneur 2-5-1846 Staten van Instellingen liefdadigheid

N 130 Controleur Helder 2-5-1846 patnten

N 131 cert

N 132 12-5-1846 Aan de Gouverneur

Rekest der Kerkmeesters van de RC Gemeente van den Burg, aan mij gezonden om berigt, consideratie en advies

Dat de nalatenschap van Martje Barends Kuiper, weduwe Reijer Dirksz Kooiman hoogstonbeduidend is, zoodat het eventueel batig slot niet dan zeer gering zal zijn. Er zijn geene andere betrekkingen dan een neef en nicht van haar, Hendrik Kuiper en Neeltje Kuiper, beide vermogende lieden, en [dat die] mij verzekerd hebben gaarne in des overledenes uiterste wilsbeschikking te berusten.

[Martje Kuiper (1774-1846) was een dochter van Barend Cornelisz Kuiper en Neeltje Jacobs Dijker van Spang. Ze was in 1802 getrouwd met Reijer Kooiman. Ze had 5 broers en zussen.

Cornelis was getrouwd met Grietje Hendriks Groot. Zij hadden 6 kinderen, waarvan in 1846 Hendrik en Neeltje nog in leven waren. Hendrik en Etje Reij hadden 7 kinderen, waarvan 6 nog in leven in 1846, Neeltje en Gerrit Schraag 9, waarvan 5 in leven. Zeker Gerrit Schraag had geen erfenisje van zijn tante nodig.]

Cornelisje met Willem Jansz Gomes, kinderen Jan, die loods was en op zee bij is Petten verdronken, en een doodgeboren kind. Jan had 4 kinderen.

De andere kinderen, Cornelisje en de tweeling Jacob en Pieter zijn jong gestorven.

N 133 NM

N 134 16-5-1846 Aan de Gouverneur

Dat Teunis Pietersz Keijzer op heden zijne functie als onderwijzer te Oost heeft aanvaard.

N 135 Gouverneur 16-5-1846 Oestervisschers

N 136a cert

N 136b Gouvernur 18-5-1846 Personele omslag

N 137 Gouverneur 18-5-1846 tegenschatters patenten Pieter Plavier en Arie Geus

N 138 idem aan Inspecteur der Rijksbelastingen te Helder

N 139 18-5-1846 Voordracht benoeming Veldwachters

N 140 B&W Deventer 19-5-1846 wed H. Kolder

N 151 NM

N 152 B&W Zaandam 31-5-1846

Dirk Kerssemaker (26) van beroep koekebakkersknecht heeft zich sedert zeer geruimen tijd uit deze Gemeente verwijderd. Thans is het volstrekt noodig dat men zijn verblijf kenne [hij is het laatst gezien in Amsterdam, daar schijnt hij niet te vinden, maar wil men dat hij zich in Zaandam ophoudt].

N 153 3-6-1846 Aan de Burgemeester van Beemster over Jan Kleinzing.

Volgens de kontrakten, indertijd gesloten [omtrent de] opname in Frederiksoord, dat jaarlijks door de bewoners van een huis en 1650 roeden lands aan de Maatschappij moet worden betaald f 50,- eens. Deze contributie is gedurende eenigen tijd niet opgevraagd, tot dat nu onlangs de voornoemden Armdirectie is aangeschreven, dat door de genoemde Permanente Commissie dat dezelve zoude worden betrokken voor eene som van f 98.05 wegens te kort op de verschuldigde huurpenningen door Kolonisten over het tijdperk van 1 July 1844 tot 30 Juny 1945. Uit nader onderzoek is komen te blijken, dat in de som van f 98.05 zeker Jan Kleinsing, geboren in UEdAchtb Gemeente, verschuldigd was een bedrag van f 49,-

[Daaruit kwam een uitvoerige correspondentie voort met als slotsom dat de Permanente Commissie van Weldadigheid een wissel stuurde, die is betaald door de Gemeente Texel ter vermijding van nodeloze kosten]

[Nu richt Burgemeester Keijser zich tot de Gemeente Beemster] waar Jan Kleinzing geboren is op 16-10-1812, gedoopt te Purmerend in de Lutherse kerk, zelve Gereformeerd, en heeft zijn geboorteplaats verlaten den 22-1-1822, als wanneer hij met zijne ouders is vetrokken naar de Kolonie van Weldadigheid in Frederiksoord. Hij schijnt aldaar steeds te zijn gebleven, is aldaar gehuwd met zekere Antje Smit en heeft daarop verkregen een huis en stuk gronds in de gezegde Kolonie op de voet en wijze als in artikel 12 hierboven staat beschreven.

Deze Antje Smit nu was eene Texelsche, vroeger als Kolonist met hare ouders naar Frederiksoord vertrokken en na met wijlen Jan van Buiten te zijn gehuwd, later in tweeden echt verbonden met dezen Jan Kleinzing. Aan die Antje Smit was vroeger op haar verzoek toegestaan op de hoeve te wonen eertijds door hare ouders bewoond en in eigendom aan de voornoemde Armen Directie alhier behoorende.

En zie daar dus de reden waardoor de Gemeente van Texel bij de Permanente Commissie staat aangeschreven als debitrice van de onderhoudskosten van al zoodanige hoeven, ad f 50,- 's jaars, bijaldien de Kolonisten zelve dit niet kunnen vermogen bijeen te brengen.

Het is intusschen duidelijk, dat volgens de billijkheid niet alleen [enzovoort] dat de daarvoor geleden gelden door het onderstandsdomicilie van Jan Kleinzing en mitsdien door het Armbestuur van UEd Gemeente [moeten worden vergoed].

N 155 B&W 's Gravenhage 3-6-1846 Idem Hendrik van Elst omdat hij was getrouwd met zekere Gerritje van Duuren, die was gehuwd met Jan Bakker, die een Texelaar was en in 1822 aldaar als Kolonist opgenomen, gehuwd met Gerritje van Duuren en vervolgens gestorven.

Aan Jan Bakker [was een hoeve toegewezen] aan de Armen Directie alhier toebehoorende. Deszelfs weduwe intusschen staat in geene de minste betrekking tot deze Gemeente, maar desniettemin moet Texel betalen. Anderhalve bladzijde.

N 155a 5-6-1846 Aan de Burgemeester van Wieringen

Dat het ons zeer mogelijk toeschijnt dat het bij UEd aangespoelde lijk is dat van de Oestervisscher B. Buijs, op de 1 April Ll in de nabijheid van Wieringen overleden, doch welk lijk reeds op den 2den dezer maand alhier in de Registers van den Burgelijken Stand is ingeschreven.

[Barend Buijs (1811-1846) uit Harlingen. Aangifte van het overlijden door zijn zwager Jacob Burger (45) Oost en kleermaker Willem Duinker (34) Burg. Barend was op 23 november getrouwd op Texel met Knelisje Dros, hun kindje Cornelia kwam op 1 juli 1838. De moeder overleed op 10 juli en het kind een half jaar later op 7-1-1839.

Hij hertrouwde op 4 april 1839 met Leentje Ran (1810-1843). Hun zoontje Arend werd geboren op 17 november daarop. Reijer kwam op 7/12 augustus 1843, stierf op 5 november, terwijl Leentje op 11 october was overleden. De kleine Arend leefde tot 1858, Haarlem]

N 156 NM

N 157 Inspecteur 8-6-1846 Register patenten

N 158- 159 NM

N 160 B7W Zierikzee 12-6-1846 onderstand N Hendrik Kalf

N 161-171 predikanten 16-6-1846 Collecte

(Zie brief 6-6-1845)

N 172 17-6-1846 Aan de Burgemeester van Rotterdam

Dat G. R. van der Meer, arbeider, welke uit hoofde eener bekomen verzwikking van zijn linkervoet niet in staat is om te kunnen werken, onmogelijkheid zich te kunnen redden, in het Gesticht van Weldadigheid alhier is opgenomen om verpleegd en genezen te worden.

N 173 17-6-1846 Aan de Burgemeester van Wieringen

Onder terugzending van Declaratie en ringetje.

De identiteit toch van den aan UEA kusten gevonden lijk en de persoon van B. Buis is vooreerst niet bewezen, maar ten andere is er hogenaamd niets door hem zelve nagelaten voorhanden waaruit de kosten (aangenomen dat zulks werkelijk het Lijk van Barend Buijs geweest zij) zouden kunnen gevonden worden, terwijl van de zijde dezer Gemeente toch wel geene verpligting hoegenaamd kan geacht worden te bestaan.

Het aanspoelen van zulke drenkeldooden is intusschen hier niet zeldzaam en geschiedt als dan overeenkomstig de bepalingen vervat bij circulaire van 17-4-1844 (prov blad N 34) in overleg met den Heer Opperstrandvonder van dit Ressort, welke de kosten daarvan steeds voor zijne rekening neemt.

N 174 20-6-1846 Aan de Burgemeester van Koudum

Ik geef mij de Eer bij deze kennis te geven dat op gisteren is opgenomen in het Gesticht van Weldadigheid alhier de persoon van Hendrikus Romke, zeer waarschijnlijk binnen UEA gemeente als zijne geboorteplaats, zijn ondrstands domicilie hebbende.

Hij is als arbeider in de polder Eijerland werkzaam geweest bij eene aldaar plaats hebbende indijking, en voor een paar dagen eensklaps overvallen door eene ongesteldheid die vooral op deszelfs Hersengestel schijnt te werken, zoodat dezelve verkeert in eene schier aanhoudende staat van zinneloosheid en woestheid, die deszelfs aanhoudende bewaking van twee sterke mannen noodig maakt. Hij bevindt zich overigens onder gepaste geneeskundige hulp.

Ik zend UEA bij deze een staat van Inlichtingen, voor zoover wij die van een zijner Makkers, welke 40 jaar naast het huis der gestorven ouders van Romke heeft gewoond, hebben kunnen bekomen. Aangenaam zou het mij zijn wanneer UEA het daarbij betrokken armbestuur onverwijld dit voorgevallene wil mededeelen n tevens om omtrent den vroegeren toestand van dien man eenige inlichtingen mddeelen welke de geneesheer welligt tot aanwijzing zoude kunnen dienen aangezien toch de voornoemde makker was Romke zou hebben gezegd dat hij vroeger in krankzinnigen staat zou hebben verkeerd en te dier zake in een Gesticht voor de zoodanigen zijn verblijf hebben gehad.

De kosten van verpleging zullen met de uiterste spaarzaamheid worden aangewend, doch het spreekt van zelve dat dergelijke bewaking eene uitgave vordert die even bezwarend als buitengewoon is en welk een en ander hun spoedig zal worden opgegeven.-

N 175 Gouverneur 24-6-1846 rekest Hoorn der Loodsen

N 175a Gouverneur 24-6-1846 vrijdom grondbelasting NO Eyerland

N 176 25-6-1846 Aan de Gouverneur

Dat de bijzondere school van B. Smits wordt opgeheven en tevens deze persoon wordt benoemd als Hoofd eener Bewaarschool aan den Burg, als welke het schijnt dat te dezer plaatse niet ondoelmatig zal zijn.

N 177 cert

N 178 Inspecteur 27-6-1846 patent register

N 179 Gouverneur 29-6-1846 policie beambten

N 180 stukken Dieuw Bakker verzonden naar Helder 29-6-1846

N 181 1-7-1846 Aan de Burgemeester van Koudum

Declaratie van uitgaven gedaan door het Gesticht van Weldadigheid ter zake der krankzinnige Hendrik Romkes, gedurende den tijd dat hij is opgenomen geweest, als mede die zijner begraving. Dat uit aanmerking der bijzondere omstandigheden Heeren Regenten van dat Gesticht niets hebben gerekend voor de gewone verblijf- en verplegingskosten. Zij verwachten dan ook daar tegen dat de door hen gedane uitschotten onverwijld door mijn tusschenkomst aan hun zullen worden terug gegeven, daar hunne kas dit geven van eenig uitstel niet gedoogt.

N 182 3-7-1846 vrijstelling LW Bakker

N 183 Gouverneur 3-7-1846 rapport rekest Keijser cs

N 184 Gouverneur 4-7-1846 correspondentie N Diep

N 185 6-7-1846 Aan de Burgemeester van Edam

Dat Sara Vrieslander, dochter van wijle Hyman Lazarus Vrieslander en Betsy Simson, echtelieden, geboren in Edam 11-4-1820, naar het schijnt herwaarts gekomen is in de hoop van een Huwelijk aan te gaan met zekere geloofsgenoot van haar genaamd Benjamin de Jong, alhier woonachtig. Reeds zijn dan ook de stukken daartoe bijeengebragt, doch thans vervoegt zij zich bij mij en geeft mij te kennen, dat na meerdere kennis van de aard en inborst van de voornoemde De Jong, zij de volkomen overtuiging heeft zich door dit huwelijk nog ongelukkiger te maken, als zijnde voornoemde De Jong niet in staat om zijn brood te kunnen winnen. Dat daarom zij het dus beter acht terwijl het nog tijd is, terugtekeren dan een zoodanige stap te doen, waarvan de gevolgen natuurlijk allerbezwarendst zoude kunnen zijn.

Tevens geeft zij mij te kennen van alles ontbloot te zijn en door gebrek aan het noodzakelijke verpligt te zijn eenige ondersteuning te vragen. Dit alles heeft een nader gesprek uitgelokt, waaruit volgt dat zij het er voor hield, dat wanneer men haar met f 10,- wilde bijstaan, zij in staat zou zijn zich zooveel negotie aan te schaffen, dat zij, hoe schier dan ook, daardoor in hare nooddruft zou kunnen voorzien.

De Burgemeester zou zijn collega aanraden dit in overweging willen nemen.

Optemerken dat Sara Vrieslander is van een gunstig uiterlijk voorkomen. Schijnt een zedig en goed karakter te hebben en zou zeer geschikt zijn om als dienstmaagd haar eigen brood te verdienen, wanneer zij niet het ongeluk had door het niet behoorlijk gebruik van een harer armen zoo tot die als tot alle andere betrekkingen geheel ongeschikt te zijn.

Wordt zij niet in de gelegenheid gesteld in haar onderhoud door eigen kracht te voorzien, dan blijft zij eene allertreurigste lastpost voor haar onderstandsdomicilie, dat onder de wettelijke verpligting ligt zich harer aantetrekken. Dit schijnt te zijn Edam.

Wat te doen? Toch f 10,- geven?

N 186 Gouverneur 10-7-1846 Rijksblastingen

N 187 Inspecteur 10-7-1846 idem

N 188 10-7-1846 Aan de Burgemeester van Rotterdam

Declaratie f 18,50 verpleeg- en begrafeniskosten van G.R. van der Meer, tevens intezenden een paketje papieren bij den overledene gevonden, terwijl zijne kleederen oud en versleten zijnde geene waarde hadden om naar Rotterdam op te zenden, benevens zijn doodceduul.

N 189 Gouverneur 13-7-1846 reglement

N 190 13-7-1846 Aan de Burgemeester van Edam

Goede ontvangst van f 10,- voor Sara Vrieslander

N 191 Gouverneur 14-7-1846 vaccine

N 192 Prov Comm

N 193 en 194 cert

N 195 NM

N 196 Gouverneur Verificatie

N 197 18-7-1846 Aan de Burgemeester van Rotterdam

Declaratie G. van der Meer

N 198 Gouverneur 20-7-1846

Aanvrage Rijksveearts CJ van Zutphen ter verplaatsing van den Helder naar Texel

N 199 x Onderstand Dirk den Braven

N 200 20-7-1846 Aan de Gouverneur

f 58,75 vooruit betaalden verpleegkosten van de in de Maatschappij van Weldadigheid geplaatste personen dienst eerste halfjaar 1846.

N 201 25-7-1846 Aan den Heer Schoolopziener

Benoeming door de gemeenteraad van Johannes Lindgreen, Land Eigenaar, tot lid van de Plaatselijke Schoolcommissie.

Tot mijn bevreemding intusschen verneem ik dat door voornoemde Schoolcommissie aan dit besluit het gewenschte gevolg niet schijnt gegeven te zijn, daar toch bij de onlangs plaats gevonden hebbende schoolexamens na [de benoeming] de laatst benoemde Heer Lindgreen van dat voornemen is onkundig gebleven en althans niet tot bijwoning derzelve is uitgenoodigd. Dit verzuim heeft op den benoemden eene pijnlijken indruk gemaakt, die het mij aangenaam zou zijn onder mogelijke gevolgen wel bij de RC bevolking van deze gemeente dat ten spoedigste op eene gepaste wijze wierde weggenomen.

N 202 Grietman gemeente Oldepaert en Noordwolde 25-7-1846

Ontvangst f 30.20

N 203 BM Zevenhuizen 27-7-1846 Arend van der Wal

N 204 zie N 199

N 205 Inspecteur 28-7-1846 Rijksbelasting

N 206 B&W Nijmegen 31-7-1846 Johannes van Doorn onderstanddomicilie Nijmegen

Johannes van Doorn, thans alhier aan de Hoorn woonachtig, en naar het schijnt zijn onderstands domicilie in Uwe stad hebbende-

HH Regenten van het Gesticht van Weldadigheid alhier, tevens belast met de alimentatie der algemeene armen, hebben dezen persoon gemeend eenige te moeten toekennen op grond dat hij zonder eenig bestaan hoegenaamd, zonder vooruitzigten zelfs daarop, met eene hoogstzwangere vrouw en 4 jonge kinderen (een vijfde is het huis uit) aan volslagen gebrek zou ten prooi worden, wanneer men zich dat huisgezin niet aantrok.

Voorhands heeft men zich bepaalt tot eene bedeeling van f 2,- per week, onder de stelligste aanbeveling zoo veel en zoo spoedig mogelijk in eigen onderhoud te voorzien. Daartoe is eigenlijk weinig kans, daar de man geheel ongeschikt is tot eenige veldarbeid. Kan hij in eenige betrekking van bode, of andere betrekking die geen zwaren ligchaamsarbeid vorderen geplaatst worden, dan ware zulks zoo voor hen, als ook voor het met deszelfs onderhoud verpligt Armbestuur, ongetwijfeld eene hoogstwenschelijke zaak. Declaratie volgt.

N 207 Gouverneur 1-8-1846 broodzetting

N 208 3-8-1846 Aan de Commissaris van Landbouw Alkmaar

Dat over het algemeen genome deze aardvrucht zich gezond en bloeijend voordoet zonder eenig spoor van ziekte, terwijl ook de vroege aardappelen meerendeels zeer goed van kwaliteit zijn. Dat desalniettemin bepaaldelijk onder de vroege soort zich op enkele plaatsen de bekende ziekte voordoet en dan ook geheel op de gewone wijze zich openbaart en met het bederf der vrucht zelve gepaard gaat.

Aangezien echter dit laatste reeds voor ettelijke dagen zich bij wijze van uitzondering heeft geopenbaard, houden wij het daarvoor dat de Vooruitzigten zoo voor vroeger als later soort van de aardappelen voor dit Eiland niet ongunstig zijn. De kwantiteit der vroege soort is echter niet ruim.

N 208 Gouverneur uitgift grond Prov rekest J. Houtman te Harlingen

N 209 Gouverneur 7-8-1846 kwitantie ten bhoeven van Arie Rijgrs van Woerden

N 210 Gouverneur 11-8-1846 Contract Prins Hendrikpolder, alvast beginnen met werk

Aangezien mij gebleken is dat de contracten tusschen de commissarissen van den Prins Hendrik Polder en de belanghebbende besturen met allen nog niet gesloten zijn, maar integendeel de belanghebbende partijen deswegen eerst op mijne aansporing zijn begonnen werkzaam te zijn, zoo geef ik mij de Eer Uwe Ecx te verzoeken, mij tot de voldoening van dezelve apostillen dispositie van den 23-7 ll wel te willen houden voor diligend als willende het rapport van het gemeentbestuur worden ingezonden zoodra die kontrakten zullen zijn tot stand gebragt.-

N 211 NM

N 212 B&W Nijmegen 15-8-1846

Dat door tusschenkomst van het algemeen armbestuur dezer gemeent aan den betrokken Johannes van Doorn is kennis gegeven van UEdAchtb verlangn dat hij zich tot UEd stad begeven om aldaar in de algemeene onderstand te deelen.-

Dezelve heeft daarop geantwoord, dat hij ook geheel bereid is, aan deze oproeping te voldoen, doch zich gedwongen ziet daarmede zoolang te toeven tot dat de dagelijks op handen zijnde bevalling zijner huisvrouw zal zijn afgeloopen. Zoo spoedig zij genoegzaam zal hersteld zijn, zullen die echtelieden met hun gezin zich alsdan begeven per Texelsche beurtman op Amsterdam, en vervolgens per aldaar des zondags afvarende beurtman naar Rotterdam, als ongetwijfeld de minst kostbare weg. J. van Doorn heeft tevens verzocht UEdAchtb met zijn vurige wensch bekend te maken dat zich daar eenige werkzaamheid voor hem te doen bevinden mogt.

N 213 BM Avereest 20-8-1846 Alimentatie kolonisten

Neeltje Burger en wed Jan Bakker

N 214 Gouverneur 20-8-1846 Rijksbelasting

N 215 Gouverneur 27-8-1846 rekest kerkvoogden Herv Gem Burg om subsidie voor predikant

Dat al het in de geponeerde zooverre mij althams bekend, de waarheid overeenkomstig is, de onttrekking der daarbij genoemde toelage as f 312.- 's jaars zou de gemeente aan den Burg in overgrote moeilijkheden wikkelen, waaronder de openbare godsdienstoefening al ligt zoude lijden. Ik maak alzoo geene zwarigheid het verzoek der rekwestranten aan Uwer Excellentie veel vermogende bscherming en voorspraak eerbieden.

N 218 Gouverneur 29-8-1846 Belastingen

N 216 Inspecteur 29-8-1846 belastingen

N 217 cert

N 218 BM Sluis 31-8-1846 weduwe F.J. Duinker

Dat wanneer dit gezin dan al ten gevolge der wet ten laste dezer gemeente komt, hetzelve zich dan ook moet onderwerpen aan de door hetzelve voorgeschrevene bepalingen, daarin bestaande, dat zoodanig gezin dat zich zelve niet onderhoude kan, voor rekening van deze administratie als vrije Kolonisten geplaats worden in Frederiksoord, alwaar nog heden voor zoodanige plaatsing gelegenheid is, werwaards wij onze eigene behoeftige ingezetenen verwijzen en mitsdien vooral niet minde diegene welke ons door afkomst en geboorte volkomen vreemd zijn.

Dat voornoemde administratie verzoekt ten slotte beleefdelijk door UEdA tusschenkomst ten spoedigste te worden geinformeerd omtrent het bedrag der voorhands verleende onderstand en de opinie van het gezin Duinker omtrent eene verplaatsing te Frederiksoord.

N 219 Inspecteur 1-9-1846 belastingen

N 220 2-9-1846 Dat gisteravond omstreeks 7 Ure ten gevolge van het stooken der bakoven hevige brand is uitgebroken in de polder Eijerland onder de kap van de hofstede Madura of Zanddijkshuis, waardoor deze met al het zich daar in bevindende graan in korten tijd geheel is in asch gelegd en ook 12 graanschelven.

De hofstede was verzekerd, het graan niet.

N 221 Controleur Inspecteur Haarlem 4-9-1846 aangifte onroered goed belasting

Aanvragen om tijdelijke vrijdom van Grondbelasting van JL Kikkert 4 stuks en Janus Kalf 1

N 222 Gouverneur 10-9-1846 landbouw

N 223 NM

N 224 B&W Wijk bij Duurstede 14-9-1846

Ter voldoening van de verplegingskosten van Klaasje de Boer huisvrouw van Teunis Zegel met hare kinderen, eene traite op den Kassier Scholte te Amsterdam ad f 68.07 ½ met verzoek de tevens hierbij gaande declaratie ten spoedigste geteekend te willen retourneren.

N 225 Gouverneur 14-9-1846 rekening gemeente en G v Weldadigheid dienst 1845

N 226 Gouverneur 14-9-1846 begrooting

N 227 Gouverneur 14-9-1846 Gesticht van Weldadigheid

Geldleening f 1000.-

N 228 Gouverneur 23-9-1846 NM

N 229 B&W Sluis 22-9-1846 wed FJ Duinker

Dat zij alsnog de nu laatstelijk geimpendeerde f 3.15 met die der geneeskundige behandeling van de wed FJ Duinker zullen betalen, doch dat zij naar xx leg weigering der laatste, van voor het overoge gebruik te maken van de afdoende hulpmiddelen als welke het algemeen armbstuur alhier na zich daarvoor hoogst aanzienlijke geldelijke opofferingen te hebben getroost, te zijnen beschikking heeft en ook voor de wed Duinker beschikbaar stelt, het alsnu daarvoor menen te mogen houden, dat zij voortaan onverpligt zijn tot het verleenen van geldelijke onderstand als de onderwerpelijke, als waartoe de uiterst bekrompene financieele omstandigheden der administratie haar Ed buiten staat stelt.

N 230 BM der stad Carolina Zijl 22-9-1846 Jacobus Hekman

N 231 24-9-1846 Aan B&W van Medemblik

Dat het tot de onderstand van Antje Spigt, huisvrouw van Johannes van Embden, verpligte RC Armbestuur stellig heeft op zich genomen de verschuldigde declaratie van f 18,- te willen voldoen, dat hetzelve echter van de bekrompene finantiele toestand zijner kas verzocht daarmede te willen een uitstel verlenen tot 1 November eerstkomend, als wanneer hetzelve zal zorgen dat aan UEdAchtb die betaling door mijne tusschenkomst geschiede. Uiterste spaarzaamheid.

[Anna Spigt (1815/16-1849) was getrouwd met Joannes Cornelisz van Embden (1818-18xx)

op 24-8-1837. Hun zoon Johannes was op 17-10-1836 geboren, hij werd bij het huwelijk erkend. Ze hadden ook twee dochters, Anna Engelina geboren op 7-12-1837 en Willemina 19-2-1839. Over deze Van Embden staan meerdere lange brieven in het boek.

Anna was een dochter van Jacob Jansz Spigt en Engeltje Krijgsman, ze had 6 broers en zussen. Deze kinderen waren geboren in Alkmaar en Den Helder.

Joannes kwam uit Herwen in Gelderland]

N 232 Gouverneur NM

N 233 Gouverneur 28-9-1846 NM

N 234 Leden der School Commissie 29-9-1846 f 130.-

N 235 BM x 29-9-1846 Aron Haarbak

Oud 17 jaar, Arbeider, ziek

N 236 BM Ouddorp 29-9-1846 Pieter Sap

N 237 BM Averest 28-9-1846 Andre Visser

N 238 Gouverneur 29-9-1846 policie

N 239 BM Hlder 2-10-1846 NM

N 240 2-10-1846 Aan het Ministerie van Marine

Attestatie de Vita voor M. Smit …. Waaruit blijkt dat J. Zoetelief, geboren 14-1-1826, dienende als ligtmatroos op het Fregat Sambre, een derde van zijn te verdienen soldij van f 177,- af staat aan Martje Smit, te beginnen met 1 October 1846.

[Jan Zoetelief was een zoon van Gerbrand Cornelisz Zoetelief (1797-1828) en Martje Jans Smit (1793-1881). Later trouwde hij met Neeltje Jager (1819-1889). Zijn beroep was werkman (1860) of arbeider]

N 241 BM x 5-10-1846 Hendrik Slot

N 242 B&W Amsterdam 5-10-1846 Maartje of Martje Bakker

Als zijnde in het zekere onderricht dat op den 15 Maart 1844 derzelver vader Klaas Barendsz Bakker ten overstaan van den Notaris Mr. W. Bok alhier heeft verleden een consent tot het huwelijk tusschen diens dochter en zekere Balmoijer van beroep zeeman, met wien zij dan ook sedert gehuwd en alzoo diens domicilie gevolgd is.

[Klaas Bakker (1790-1848) en Jannetje Daniels Flens (1796-1865) hadden onder hun 10 kinderen een dochter Martje (1820)]

N 243 B&W Nijmegen 6-10-1846 Daar de toestand van de vrouw Jan van Doorn nog altoos niet bevallen is en hieruit blijkt dat deszelver eerste voorgeven zeer onnauwkeurig was [is] het mij niet mogelijk te bepalen wanneer dezelve van UEdAchtb uitnoodiging om zich naar Uwe stad te begeven zullen gebruik maken.

N 244 B&W Monnikendam 8-10-1846 PR Snooi en wed G ten Dam

N 245 Gouverneur 11-10-1846 Kas verificatie

N 246 BM Bolke Vriesland 8-10-1846 HD Pelman

N 246 BM Hoppeldijk prov Vriesland voor Pieter Vollones

N 247 BM Smallingerland voor JJ Smeding

N 248 Gouverneur 13-10-1846 zetters

N 249 Gouverneur 13-10-1846 Vaccinatie

N 250 Prov Commissie

N 251 Minister van Marine 13-10-1846

N 252 BM Franeker 13-10-1846

Inzending kwitantie van f 7.- voor verleende onderstand aan GH en SH de Vries

N 253 BM Breskens 13-10-1846 Pieter Pope

N 254 14-10-1846 Staatsloterij alleen W. Moojen, in 1845 ook.

N 255 B&W Amsterdam 15-10-1846 Mina Korf

N 256 B&W Amsterdam 15-10-1846 M. Bakker

Dat het onderstands domicilie van Martje Bakker dezer zijds wordt erkend.

N 257 en 258 Gouverneur 16-10-1846 rekest P Langeveld

N 259 16-10-1846 adres Maarten Bruin

N 260 16-10-1846 Aan de Gouverneur

Verslag van de deliberatie in de Gemeenteraad, houdende de daarstelling van een school en onderwijzerswoning op Oost.

N 261 Militie Commissie 16-10-1845 NM

N 262 B&W Alkmaar 17-10-1846 Truitje Mooi

N 263 16-10-1846 Aan de Gouverneur Adres van L. Halsema.

Deze is vader van 7 zonen, de jongste hier geboren 10 January laatstleden. Overigens verkeert de adressant in zoodanigen nederigen staat dat ik gaarne gelooven wil, dat het onderhoud van een zoo talrijk gezin denzelven vrij bezwaarlijk valt.

De zaak zelve zal wel geen toelichting vereischen, de adressant beroept zich op het genot der nu onlangs meer bekend geworden Franse wet van 29 Nivose 13 jaar relative à l' education aan frais de l' état d 'un enfant chaque famille qui en a sept vivant en waaromtrent de Hoogeraad in zijn arrest van den 22 Mei ll duidelijk heeft uitgemaakt dat dezelve behoorlijk ingeroepen zijnde nog altoos behoort te worden gehandhaaft.

De adressant bij meergenoemd rekest schijnt aanvankelijk het bestaan dier wet niet gekend te hebben, ofschoon hij zich tot het Gouvernement gewend en van hetzelve een afwijzende beschikking bekomen heeft, dit laatste intusschen was vroeger ook te beurt gevallen aan den persoon welke het even genoemde arrest van den Hoogeraad heeft geobtineerd, waarbij de Staat veroordeeld is om den door hem aangenomen zoon tot zijn 18 e jaar optevoeden.

[dat wil Halsema ook en daar heeft hij volgens Burgemeester Keijser recht op]

Wanneer derhalven het Gouvernement van oordeel is, dat het genoemde arrest van den Hoogeraad voor den staat zal verpligtend zijn, althans tot zoolang de wet nivose niet wettelijk zal zijn buiten werking gesteld, dan is het toch mijn bescheiden meening dat de adressant dezelve ook ten zijnen faveure heeft mogen inroepn en hij zich mag vleijen bij het gouvernemnt eene gunstige dispositie op zijn adres te verwerven, ofschoon hij dan ook al welligt eenigsints in den persoon mogt hebben gedwaald tot wien hij zich tot verkrijgen zijner wettelijke begeerte aanvankelijk moest hebben gewend, als hetwelk dan toch eenen man uit dien nederigen staat eenigsints schijnt te mogen worden toegegeven.

[Lammert Remsz Halsema (1805-18xx) uit Kloosterburen, zoon van Remt Scheltes Halsema

en Elisabeth Lammerts Jansen, vestigde zich na de inpoldering van Eijerland op Texel. Hij was in 1834 getrouwd met Neeltje Louwes Smit (1811-1859) uit Kloosterburen.

Er waren 6 zonen, Louwe, Cornelis, Johannes, Bernardus, Harmen en Willem. Alleen de oudste was in Kloosterburen geboren. Johannes en Harmen stierven als tieners. De rest trouwde: Louwe kreeg 10 zonen en 1 dochter, Bernardus 6 zonen en 7 dochters, Willem 1 dochter]

N 265 BM Smallingerland 17-10-1846 JJ Smeding

N 266 19-10-1846 Aan de Gouverneur

Dat de ziekte onder de winteraardappelen zich ook dit jaar in deze Gemeente heeft vertoond, doch in geringe maten-

Dat het gedeelte van den oogst dat daaraan zal verloren gaan weinig betekent en welligt geen 5 ten 100 bedragen zal-

Dat intusschen niet moet worden uit het oog verloren, dat de geheel opbrengst van de aardappelen zeer matig is en zoo niet meer, zeker althans een derde beneden het gewoon product is, terwijl dan nog de aardappelen kleiner van stuk zijn.

N 267 BM Avereest 19-10-1846 H Slot

Wanneer Hendrik Slot werkelijk onderstand behoeft, en alhier zijn onderstands domicilie is hebbende, dan vervoegen hij zich hier ter plaatse met zijn gezin als wanneer hij in de algemeene onderstand kan deelen en men verder zal beschikken zoodanig als geraden zal worden geacht.

De volstrekt uitgeputte staat van voornoemde armbestuur maakt dezen maatregel geboden.

N 268 BM Barsingerhorn 20-10-1846 onderstand Kl. Kalf

Dat het algemeen armbestuur dezer gemeente difficulteert in de voldoening van UEAchtb vroeger ingzonden declaratie ad f 44.60 vooreerst uit hoofde der f 10.30 voor de begrafeniskosten, deze post acht voornoemd armbestuur f 5.- te hoog, terwijl hetzelve ook de declaratie van de Heer Saalboud gaarne met dit bedrag der eraten verminderd zag, daar toch hetzelve veronderstelt dat de armen tegen vergoeding der geneesmiddelen altoos mogen aanspraak maken op gratis visitatien wanneer die door denzelfden geneeskundigen worden gedaan die de middelen levert.-

Mogt het ter uwer gemeente betrokken armbestuur de teruggaande declaratie in die geest kunnen wijzigen zal het algemeen armbestuur alhier zich bevlijtigen om onverwijld de verschuldigde gelden te betalen, hoezeer aan hetzelve die deszelfs zeer benarde staat van geldmiddelen de voldoening van zulke blangrijk declaratien zeer bezwaarlijk valt-

N 269 21-10-1846 Burgemeester Rhoon P. Solberg dreigend

N 269a idem Burgemeester Westzaandam f 7,40 Maartje Schenk

N 270 idem Burgemeester Amsterdam f 10,05 Mina Korff

N 271 idem Burgemeester Velp f 24,- Hendrika Spellenbrink

N 273 21-10-1846 Aan de Burgemeester van Edam

Dat Sara Vrieslander op eergisteren in het Gesticht van Weldadigheid is opgenomen uit hoofde eener ernstige ziekte. Kosten f 0,50 per etmaal en medicijnen, declaratie volgt.

Deze ziekte is des te meer te betreuren, daar dit meisje ondersteund door de den 11 July toegezonden f 10,- gedurende al dien tijd zich op eene alzins betamelijke wijze heeft gedragen en door het doen eener kleine negotie in manufacturen in alle hare kleine behoeften heeft kunnen voorzien. Zonder die ziekte zou zij meer dan waarschijnlijk ook gedurende dan aanstaande winter geene ondersteuning hoegenaamd hebben noodig gehad.

N 274 NM

N 275 27-10-1846 Aan den Rijksontvanger

In Eijerland 587 zielen op de laatste Volkstelling. Waarschijnlijk op heden 650.

N 276 Gouverneur 2-11-1846 broodzetting

N 277 B&W Medemblik 3-11-1846 Antje Spigt

N 278 BM Leerdam 3-11-1846 Jan Hendriksz Karssens

N 279 BM Barsingerhorn 3-11-1846 Alimentatie Klaasje Kalf

Betaling f 44.60

N 280 B&W Amsterdam 4-11-1846 Alimentatie Martje Bakker en Mina Korff f 3.09

N 281 cert

N 282 NM

N 283 BM Avereest 4-11-1846 Andries Visscher

N 284 4-11-1846 Aan de Gouverneur Adres Johannes van Doorn

Dat de adressant bekend is als iemand die vroeger bode zijnde bij een begrafenisfonds, het ongeluk heeft gehad te onbepaald geloof te slaan aan deze zoo het schijnt geheel losse familie traditie omtrent nog bestaande vooruitzigten eener aanzienlijke erfenis en daarop zich voor eene somme gelds te ontdoen van die betrekking waardoor hij thans sedert geruimen tijd zonder bestaan verkeert ofschoon met een talrijk gezin bezwaard, terwijl hij er wel niet toe schijnt te kunnen besluiten om zich door handen arbeid eenig onderhoud te verschaffen.

Wat betreft het door hem ingestuurde adres betreffende de bewuste erfenis zoo heb ik daaromtrent den Heer Mr. Bok alhier geadieerd, doch van ZEd ten antwoord bekoomen, de verlangde inlichtingen niet te kunnen geven, als de zaak van den adressant in Julij ll op diens dringend aanzoek wel hebbende opgenomen om zoo mogelijk tot een goed einde te brngen, doch dan ook reeds 3 weken later wederom hebbende opgegeven zoodra hij de overtuiging bekwam dat alle de uitzigten van de adressant geheel ijdel waren.

Ze houden zichzelf voor de gek. Dossier hierbij.

N 285 B&W Nijmegen 7-11-1846 f 8.- ten laste van Johannes van Doorn

N 286 x JP Post Groot Schermer

N 287 Gouverneur 9-11-1846

Dat binnen deze gemeente slechts eene bijzondere begraafplaats bstaat namelijk die voor de Roomsch Catholieke bevolking aan den Burg-

Dat door dzelve geene retributie wordt voldaan aan de algemeene burgerlijke begraafplaatsen en alzoo naar mijn bescheiden oordeel dze aangelegenheid alhier ter plaatse geheel wordt behandeld in de geest thans door het gouvernement als wenschelijk voorgesteld, weshalve ik vermeen dat de voormelde circulaire daarmede op dze gemeente kan worden beschouwd als niet toepasselijk.

N 289 BM Bladel 14-11-1846 J. van Andel

Stukken voor het huwelijk van Johanna van Andel opsturen, welke voltrekking uithoofde haar vergevorderde zwangerschap meer en meer dringend is

N 289 Idem Burgemeester van Rijswijk voor Cornelis van Tilburg.

Beiden niet in databank

N 290 Inspecteur 16-11-1846

N 291 17-11-1846 Burgemeester Keijser heeft f 1,50 voorgeschoten, zodat Johannes Reijersz Bijl naar Ooltgensplaat terug kan. Door ziekelijkheid niet in staat te werken.

N 292 HH Leden der Plaatselijke Schoolcommissie 18-11-1846

Reglement Bewaarschool

N 293 Inspecteur Controleur Helder

N 294 BM Barsingerhorn 23-11-1846 Van Colhorn naar de Waal, dominee Adolf Begeman, echtgenote Sophia H. De Beus met twee dochters en hare dienstmeid Engeltje Plavier.

N 295 23-11-1846 Burgemeester Oterdam f 17,30 Jan Karssen

N 296 B&W Edam f 22,40 Sara Vrieslander

N 297 Ouddorp f 13,- Arend Heerschap

N 298 BM Lerdam 28-11-1846 Jan Karssens

N 299 BM x 2-12-1846 Hendrikus Buisman

N 300 Plaatselijke schoolcommissie te Texel 2-12-1846

Naar aanleiding van verslag van den Heer Schoolopziener.

Het zal mij hoogst aangenaam zijn ten spoedigste door UEd te worden ingelicht omtrent het boven opgemerkte, bepaaldelijk omtrent het verschijnsel dat het schoolonderwijs der dorpen Koog en Waal zooveel bij dat der andere dorpen alhier zou ten achteren zijn.

N 301 Gouverneur 4-12-1846 polder Eendragt

N 302 Gouverneur 4-12-1846 Hendrik Slot te Avereest

N 303 Gouverneur 7-12-1846 Rijksbelasting

N 304 Mil Comm 9-12-1846 NM

N 305 B&W Nijmegen 12-12-1846 Over Johannes van Doorn, geen onderstand meer, naar huis.

Sedert echter is de vrouw van Van Doorn bevallen, de man bevindt zich zonder verdiensten. Hij gaat niet weg, wil zijn eigen brood verdienen, en zou per 1 January weer bij het begrafenisfonds als bode beginnen. Intusschen is het nu winter en lijdt J. van Doorn met de zijnen werkelijk gebrek. Wat nu? Toch ondersteuning in de wintermaanden?

Verzoek acht te nemen dat op dit Eiland alle levensmiddelen en behoeften duur zijn.

[Johannes van Doorn (nachtwacht in 1854) en Elisabeth Kragten hadden een dochter Hendrica Christina (1827/28-1899) geboren in Utrecht, gestorven in den Burg, die in 1854 trouwde met Jan Slot 1819-1866), zoon Nan (1864/65-1938). Zij hertrouwde met Frans Koorn (1814-1897)]

N 306 12-12-1846 Laatste half jaar 1846 Colonie van Weldadigheid f 58,75

N 307 Arrondissement x Alkmaar 13-12-1846 Registers BS

N 308 BM Ouddorp 16-12-1846 Declaratie A. Heerschap

N 309 Gouverneur 17-12-1846 Zegels

N 310 BM Warmenhuizen 16-12-1846 H. Buisman

N 311 16-12-1846 Aan de Gouverneur

Anderhalve bladzij over het uitblijven van betaling voor Pieter Pape van Breskens

N 312 16-12-1846 Aan de Burgemeester van Hoorn

Ondersteuning aan A.E. Wouters, verlaten vrouw van Pieter Roos/Lindgreen. Als zij meer onderstand wil moet ze naar Texel komen.

N 313 BM Leerdam 21-12-1846 L. Dik

N 314 21-12-1846 Aan de Burgemeester van Aduard

betrekkelijk Hendrik Mulder- dat gemelde persoon ter oorzake van het afbranden eener gebouw alwaar hij t'huis lag geheel en al van het weinige geld hetwelk hij bezat ontbloot is geworden en mitsdien in de onmogelijkheid is gesteld de terugreis naar zijne woonplaats te kunnen doen, te welken einde ik hem f 3,- heb ter hand gesteld [welk bedrag ik terug wil].

N 315 NM

N 316 21-12-1846 Aan de Burgemeester van Rhoon

Dat Pieter Solberg in december 1845 werkelijk het plan heeft gehad, althans heeft te kennen gegeven om van hier te vertrekken ingevolge Uwe uitnoodiging, dat hij echter intusschen door den winter is overvallen geworden, als wanneer de gewone beurtschippers van hier stil liggen tot half februari [zodat we wel ondersteuning moesten geven]. Dat in het voorjaar eene nieuwe gelegenheid voor hem heeft voorgedaan om alhier zijn brood te verdienen, welke hij dan ook dadelijk zich heeft ten nutte gemaakt. Hij kon de verstrekte onderstand zelf niet terug betalen, daar hij niet meer dan zijn dagelijks brood had, doch eveneens ten stelligste beloofde in geen geval de bedeeling van het Armbestuur te zullen inroepen.

Graag de f 28,- betalen, anders zullen wij gedwongen zijn hoogeren tusschenkomst interoepen.

N 317 BM beide Katwijken 22-12-1846

Intezenden de acten van overlijden van CC Hoek en C van der Plas

N 318 NM

N 319 Gouverneur 23-12-1846 Prins Hendrik Polder met kaart

N 320 BM Ouddorp 23-12-1846 onderstand Neeltj Burgers

N 321 BM Avereest 23-12-1846 Hendrik Slot

N 322 Gouverneur 23-12-1846 H Slot

N 323 Gouverneur 23-12-1846 Armbestuur

N 324 Gouverneur 24-12-1846 politie

N 325 Prov Commissie 31-12-1846 Geen veranderingen in geneeskundige dienst

1847

N 1 Gouverneur 7-1-1847 BS

N 2 en 3 Gouverneur 7-1-1847

Van hier naar Noord Brabant 8 personen naar Leur, Vriesland 4 naar Harlingen, Zuid Holland 4 naar Lexmond,

Uit Zuid Holland den Bommel 5, Zeeland Zierikzee 2, Oostbroek 2, Noord Brabant Rijswijk 1, Andel 1, Zuid Limburg Sint Frone 3

Noord Holland uit Barsingerhorn 23, Zijpe 7, Wieringerwaard 6, Grootschermer 2, Amsterdam 2

Vertrokken naar Kolhorn 5, Helder 7, Nieuwe Niedorp 4, Zaandam 1, Zijpe 3

N 4 Gouverneur 8-1-1847 Brand Bluschmiddelen

N 5 Gouverneur 12-1-1846 vaccine

N 6 idem aam Prov Commissie

N 7 Gouverneur 12-1-1847 Regterlijke indeeling der provincie

N 8 Minister van Financien 12-1-1847 pensioenen

N 9 Kas verificatie

N 10 x 16-1-1847 betrekkingen van schepelingen

N 11 B&W Edam 16-1-1847 Alimentatie 22.50

N 12 Schoolopziener Helder 16-1-1847

Benoeming van den Heer Jan Zunderdorp tot Lid der alhier bestaande plaatselijke Schoolcommissie.

N 13-21 NM

N 22 Officier van Justitie 19-1-1847 NM

N 23 NM

N 24 Controleur Kadaster Haarlem 20-1-1847 Grondbelasting

N 25 BS

N 26 BM Rhoon 20-1-1847 Pieter Solberg krijgt f 1,- per week van het Armbestuur toegelegd, en meent daarmee voorttegaan tot dat de behoefte daarvan geweken is.

N 27 Gouverneur 23-1-1847 Rijksbelasting

N 28 23-1-1847 Aan B&W van Enkhuizen

Dat door het Algemeen Armbestuur in onderstand is opgenomen de persoon van Jan Roosendaal voor f 1,- per week tot het openwater hem weder in gelegenheid zal stellen zijn beroep van schippersknecht uitteoefenen.

N 29 en 30 NM

N 31 G Koorn P Koning J Zunderdorp 28-1-1847

Dat bij besluit van de gemeenteraad alhier den dzer N UEd benoemd tot lid der Commissie van Repartitie voor de gewone personele omslag in deze gemeente voor den jare 1847 .

N 32 Gouverneur 26-1-1847 Hervormd Gemeente

N 33 25-1-1847 P. Solberg op f 2,-

N 32 BM Helder 28-1-1847 geboorte acte

N 33 en 34 NM certificaat J. van Brederode

N 35 Gouverneur 30-1-1847 Broodzetting

N 36 Inspcteur 30-1-1847 grondbelasting

N 37 Gouverneur 1-2-1847 Rijks Belasting

N 37 BM Helder dood Extract K. Bakker

N 38 39 NM

N 40 Controleur 3-2-1847 belasting

N 41 42 43 NM

N 44 8-2-1847 Pieter Solberg in nood, verpleegkundige hulp te geven.

N 45 46 aanvraag vrijstelling

N 47 Inspecteur Helder 9-2-1847 patenten

N 48 Gouverneur NM

N 49 12-2-1847 Aan de Burgemeester van Aduard

Hendrik Mulder is naar Haarlem om zich te engageren bij het Dragonder-Regiment voor 6 jaar. Reisgeld voorgeschoten f 3,-

N 50 12-2-1847 Mozes Joseph Swaab was plaatsvervanger voor R.H.P. Blankers, ligting 1846 N 45

N 51 Gouverneur 15-2-1847 Kiezers Collegie

N 52 BM Helder 15-2-1847 BS

N 53 17-2-1847 Aan de Burgemeester van Helder

Dat de persoon van Joost Heidenrijk, in gemeente Helder domicilie van Onderstand hebbend, zich ten gevolge van gevorderden leeftijd en bijkomende ziekte in zulke hoogst hulpbehoevende staat bevindt, dat hij op gisteren de ondersteuning heeft moeten inroepen der RC Armverzorgers alhier, als tot welke belijdenis hij is behoorende. Voornoemde Joost Heidenrijk heeft intusschen een pensioen van f 130,- waarop hij echter welligt 25 à 30 heeft opgenomen, waarover alzoo niet kan beschikt worden. Voorts zou het kunnen gebeuren, dat voornoemde J. Heidenrijk binnen zeer korten tijd kwam te overlijden, ook in dit geval zou er altoos een tekort zijn op zijn dan te goed pensioen, daar hij niets in de wereld bezit dan een oud bed en een niet onbelangrijk bedrag van schulden.

[Over te volgen strategie tussen RC Armbestuur en Armbestuur van Helder]

In het een of ander geval zou het voren genoemde armbestuur alzoo verpligt zijn zich te wenden tot teruggave van hare als dan gedane uitschotten aan het verpligte armbestuur in UEdAchtb gemeente, en het is over dat eventuele geval dat het voornoemde armbestuur mij verzocht heeft UdAchtb langs deze weg van vermelde verpleging te informeren, het er intusschen het ernstige voornemen van voornoemd armbestuur de onderwerpelijke hulp betooning zoodanig interichten, dat het geheel bedrag der f 130.- weder beschikbaar wordt, als wanneer het zelve zich vleit de zaak geheel buiten het betrokken onderstandsdomicilie te zullen redden en mitsdien alle restitutie overbodig te wezen.-

N 53 Gouverneur 11-2-1847 personele omslag

N 54 B&W Enkhuizen 18-2-1847 Jan Roosendaal

N 55 56 cert

N 57 26-2-1847 Aan de Burgemeester van Helder

Johannes van Embden [is] alhier in het voorjaar van 1836 aangekomen om als timmermansknegt zijn brood te verdienen, waarin hij dan ook geslaagd is, zijnde vervolgens den 24-8-1837 gehuwd en mitsdien gevestigd geraakt tot dat hij den 19-12-1839 te zake van diefstal is geapprehendeerd naar Amsterdam vervoerd, daar gevonnist en sedert zoo men beweert in de gevangenis te Leeuwarden is gedetineerd. Zijn onderstandsdomicilie is niet binnen deze gemeente verkregen.

N 58 cert

N 59 NM

N 60 4-3-1847 De opgave betreffende den persoon Johannes van Embden berust op de stellige verklaring van de Timmerbaas Jacob van der Kloot, dat J. v. Embden en Antje Spigt in het begin der maand Maart 1836 [hier] zijn aangekomen en dat J. v. E. uitsluitend voor hem heeft gewerkt.

Er zijn drie kinderen, Johannes geboren 17-8-1836, bij de huwelijksacte dd 24-8-1837 erkend, Anna Engelina 7-12-1837, Willemina 10-2-1839.

[Antje Spigt (1815/16 Alkmaar-1849) dochter van Jacob Jabsz Spigt en Engeltje Krijgsman en Joannes van Embden (1817/18 Herwen (Gelderland) ]

N 61 6-3-1847 Aan de Gouverneur, onderwerp pensioenen

Joost Heidenrijk, ingeschreven in het grootboel der pensioenen Marine/Burgelijke/Hoofd Afdeeling Tweede bijboek op den 1-2-1844 N 4084 ad f 's jaars, alhier is overleden 22 Februarij ll.

N 62 Gouverneu 8-3-1847 opgave Godsdienstige gezindheden

N 63 Gouverneur 11-3-1847 Rekest C Vos

N 64 Gouverneur 12-3-1847 pensioen J Heidenrijk f 130.-

N 65 66 66a NM

N 67 18-3-1847 Aan de Gouverneur, onderwerp Bedelaars kolonisten

Dat wij berusten in het advies van den Permanente Commissie en mitsdien de op den staat vermelden L. Mooy zullen tegemoet zien.

N 68 19-3-1847 Aan de Burgemeester van Goedereede

Dat Adriaantje reeds voor den vader is gestorven en dat van gezegde J. van der Vliet nimmer eenen zoon genaamd Cornelis bestaan heeft.

N 69 NM

N 70 BM Kloosterburen 23-3-1847

3 personen zijn in staat gesteld om de reis naar hunne woonplaats te kunnen doen.

N 71 BM Delfzijl 23-3-1847 Jan Karssens

N 72 B&W Westzaandam 23-3-1847 herinnering declaratie f 40 Maartje Schenk

N 73 23-3-1847 Aan de Burgemeester van Sluis

De weduwe Duinker kan zich herwaarts begeven [enz] en dan als vrije kolonist gaan naar een de hoeven in Frederiksoord ter beschikking van voornoemde administratie. De weduwe Duinker verkiest te blijven in haar eigen geboorteplaats. Wij beschouwen haar niet als een ingezetene van Texel.

N 74 Gouverneur 24-3-1847 Rijksbelasting

N 75 24-3-1847 J. van Embden

N 78 Gouverneur 27-3-1847 policie

N 79 B&W Haarlem 27-3-1847 H Wijnants

Dat de daarbij gemelde persoon van H Wijnants alhier omzwervende met vrouw en 2 kinderen waarvan een ziek, in alimentatie is moeten worden opgenomen en aan zijn ziek kind geneeskundige hulp is toegevoegd.

N 80 29-3-1847 Maartje Schenk OD Zaandam betaald

N 81 Gouverneur 30-3-1847 onvoorzien f 160.- over 1846

N 82 Gouverneur 2-4-1847 vaccine

N 83 Prov Comm

N 84 cert

N 85 BM Nieuwe Tonge op Flakkee 3-4-1847 onderstand Arend Stander

N 86 6-4-1847 220 kiezers

N 87 Gouverneur 8-4-1847 Kwitantie

N 88 Gouverneur aanvraag bewijs voor J Gordijn

N 89 9-4-1847 Aan de Burgemeester van Rhoon

Declaratie voor P. Solberg f 23.-

N 90 8-4-1847 Aan de Burgemeester van Nijmegen

Declaratie J. van Doorn

N 91 9-4-1847 Aan de Burgemeester van Meerkerk

Over de behoeftigen J. van der Werf, namens het gesticht van Weldadigheid, als belast met het Algemeen Armbestuur

N 92 9-4-1847 Jan Rosendaal Enkhuizen

N 93 10-4-1847 BM Colijnsplaat verpleging Marianna Jansen

N 94 Jan Goores Ossendrecht

N 95 kas verificatie

N 96 BM Nieuwe Tonge 13-4-1847 A Stander

N 97 BM Kloosterburen 14-4-1847 verpleging en reiskosten

N 98 BM Rhoon 14-4-1847 P Solberg

N 99 B&W x 14-4-1847 H Wigants

N 100 NM

N 101 NM

N 101 BM Heenvliet Zeeland 21-4-1847 onderstand Maria x

N 102 cert

N 103 NM

N 104 31-4-1847 verpleegkosten

N 105 106 NM

N 107 Gouverneur 24-4-1847 tabellen liefdadigheid

N 108 NM

N 109 Gouverneur 29-4-1847 Broodzetting

N 110 BM IJssendeike 28-4-1847 Cornelis de Dapper

N 111 BM Nieuwe Tonge 26-4-1847 Johanna Pietersen

N 112 BM Rhoon 27-4-1847 P Solberg

N 113 Gouverneur 27-4-1847

N 114 Gouverneur 30-4-1847 personele omslag

N 115 BM Kolijnsplaat 29-4-1847 M Janssen

N 116 BM Nieuwe Tonge 30-4-1847 Arend Stander

N 117 BM Hoorn 4-5-1847 Klaas Pauw

N 118 Officier van Justitie Alkmaar 6-5-1847 BS

N 119 BM Lexmond 8-5-1847 Hendrik Vreeswijk

N 120 Gouverneur NM

N 121 Gouverneur 10-5-1847 proces verbaal kiezers

N 122 BM Numansdorp 10-5-1847 Arie Hoek

N 123 Bm Stellendam 11-5-1847 BS

N 124 Gouverneur 11-5-1847 2 verklaringen van indijking Prins Hendrik polder

N 125 Gouverneur tegenschatters Pieter Plavier en Arie Geus

N 126 Inspecteur idem

N 127 BM Nijmegen 11-5-1847 betaling declaratie

N 128 BM Colijnsplaat 11-5-1847 M Janssen

N 129 Inspecteur Helder 14-5-1847 aangiften

N 130 BM Nieuw Tonge 14-5-1847 A Stander

N 131 Gouverneur 14-5-1847 Indijking PH polder

N 133 Gouvrneur 15-5-1847 Broodzetting

N 134 BM Amide 15-5-1847 C Tisper

N 135 Gouverneur 17-5-1847 Rijksbelastingen

N 136 BM Ameide 18-5-1847 2 gulden terug die BM aan C Tisper heeft geleend, deze heeft gewerkt aan de PH Polder.

N 138 x Cornelia de Dapper

N 139 BM Buitensluis gem Niemansdorp Arie Hoek

N 140 Gouverneur 20-5-1847 PH Polder

Overigens heerscht tot dus verre den beste geest zoo verre mij bekend is en is er geen last van die menschen, het zij die onvermijdelijke kleine mogelijkheden welke daarbij altoos gepaard gaan, doch geene afzonderlijke vermelding vorderen.

N 141 BM Oude Horn 21-5-1847 Klaas x

N 142 BM x 21-5-1847 vrouw van Albert Heijloo

Dat zij sedert eenige dagen op haren man welke van x scheen te zijn hier te komen arbeideb, alhier wagtende, doch tot heden to niet is aangekomen, waardoor zij gebrek heeft aan levens middelen. Ik heb haar daartoe 2 guldens verstrekt.

N 142a BM Ameide 25-5-1847 C Tisper

N 143 Gouverneur 26-5-1847 gemaal

N 144 Gouverneur 26-5-1847 rekest algemeen weeshuis

Met eerbiedig verzoek de belangen van voornoemd huis dat reeds zooveel geleden heeft, en voor dit geheele Eiland een der belangsrijkste steun oplevert voor geheel ouderloze wezen, wel zoo veel in staat is x bevorderen en voorstaan.

N 145 Gouverneur 27-5-1847 NM

N 146 BM Lexmond 28-5-1847 F Hartman

Dat de persoon van Frans Hartman gisteren alhier op regterlijk bevel is gearresteerd en naar Alkmaar is opgezonden, dien tengevolge is deszelfs huisvrouw Neeltje Brouwer in het gesticht van Weldadigheid alhier opgenomen om per eerste gelegenhid naar UEdAchtb gemeente te worden opgezonden.-

N 147 BM Waspik 28-5-1847 C Franke

N 148 BM x 29-5-1847 JJ Verdonk gebrek aan zijne voeten

N 149 Gouverneur 29-5-1847 NM

N 150 cert

N 151 BM x 1-6-1847 Willem van Kelft

N 152 Gouverneu 4-6-1847 grondlasten

N 153 BM Ouddorp geb Acte J de Bleijker 1.70

N 154 Inspecteur 4-6-1847 patenten

N 155 Rijksbelasting

N 156 6-6-1847 Aan de Gouverneur

Dat de perceelen door de rekwestrant J. H. Rikkers opgegeven behoren tot die gronden welke het eigendom zijn der Provincie Noord Holland en begrepen onder de Erfpacht van den Heer van Lit, welke perceelen op de Kadastrale Plans en Registers dezer gemeente zijn bekend in Sectie F N 1, 4, 5, 6 en 9, gezamenlijk ter grootte van 5 Bunders, 72 Roeden en 20 Ellen.

Dat de bedoelde gronden die vroeger geene waarde hadden, door den rekwestrant gecultiveerd en in zoodanige staat gebragt zijn, dat dezen thans als vruchtbare wei- en hooiland aan hem zeer rijke vruchten opleveren, welke geacht mogen worden den rekwestrant ruime vergoeding te schenken voor zijne vlijt en kosten, die hij aan deze ontginning kan hebben besteed, te meer wanneer men daarbij nog in aanmerking neemt die gronden door de Heer van Lit geheel om niet zijn afgestaan en het ongestoord bezit daarvan zoolang den erfpacht duurt aan de rekwestrant heeft verzekerd.

Op grond van het hier aangevoerde vermeen ik te moeten adviseren dat des rekwestrants verzoek behoort te worden gewezen van de hand, terwijl het mij onder verbetering toeschijnt dat daarbij aan de rekwestrant tevens worde te kennen gegeven, het aan hem wordt vrijgelaten om bij beëindiging der Erfpacht van de Heer van Lit, op zijn verzoek terug te mogen komen, als wanneer hetzelve welligt voor eene nadere overweging vatbaar zoude zijn.

N 157 7-6-1847 Aan de Burgemeester van Goedereede

De persoon van C. Verhoeve is thans in ziekelijke omstandigheid en bedlegerig, zoo dat hij verscheidene dagen niets heeft kunnen verdienen tot onderhoud van zijn gezin en alzoo tot armoede is vervallen, alsnu wij genoodzaakt zijn hun eenige onderstand te moeten verleenen. Zeer waarschijnlijk zal hij ook geneeskundige hulp behoeven, echter zal ik zoo veel mogelijk zorgen dat dit alles met de meest mogelijke spaarzaamheid wordt uitgevoerd. Ik zal de eer hebben de Declaratie des wegens nader bij UEdA intezenden.

N 158 BM Delden 8-6-1847 Jellis de Wolf

N 159 160 161 9-6-1847 Brieven aan RC Pastoors op d Collecte van Waterloo

En rondgezonden de circulaire aan de Heeren Predikanten te dien einde.

N 162 cert

N 163 NM

N 164 10-6-1847 Aan de Burgemeester van Rhoon

Dat P. Solberg onderstand is verleend, niet dan uit de strengste noodzakelijkheid en [dat het Algemeen Armbestuur] casuquo de uiterste spaarzaamheid daartoe zullen blijven in acht nemen. Dat zij echter de som verlangen ten spoedigste restitutie der gedeclareerde f 29,50 als zijnde ook hunne kas geheel uitgeput.

N 165 NM

N 166 BM Helder 10-6-1847 BS

N 167 BM Jaarsveld 11-6-1847 C Tisper

N 168 Gouverneur 10-6-1847 aanvraag x

N 169 Gouverneur 11-6-1847 Aan de Gouverneur

Dat op de 11den 1846 is overleden in de Koloniale Gestichten der Maatschappij van Weldadigheid de persoon van Gerrit Slot. Terwijl blijkens Uwe Excellenties Missive van den 10 April El de verlangde autorisatie is verleend aan L. Mooij N 1573 onverwijld uit de bedelaarsgestichten te ontslaan.

Dat hiermee dus het personeel heeft opgehouden te bestaan, dat tot dusverre voor rekening dezer gemeente in voornoemde Kolonie werd gealimenteerd en mitsdien zijn komen te vervallen, behoudens hetgeen noch door dezelve mag verschuldigd zijn voor Lammert Mooij over 1847, waarvan wij het bedrag slechts verlangen te weten ten einde zulks onverwijld alsdan aantezuiveren en de vresinele [financiele/finale?] kwitantie aan Uwe Excellentie intezenden.

N 170 BM Katwoude 14-6-1847 G Janssen

N 171 15-7-1847 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Dat mij dezer dagen geheel toevallig is gebleken dat van de geboorte van zekere Catharina, kind van de echtelieden Jan Willemsz Verberne en Johanna Hopman, alhier woonachtig, en welk kind volgens ingewonnen berigten zou geboren zijn den 27 October 1842,- destijds geene aangifte der ter Burgerlijke Stand [is gedaan] en mitsdien die geboorte tot heden op die Registers niet bekend is.

Dat de vader, van beroep koopvaardijkapitein,- destijds buitenlands was. De vroedmeester zijnde de Heer MdA:art:obst:Docter van Deinse, die de vrouw heeft bijgestaan, zegt dat die aangifte bij andere bevallingen dier zelfde vrouw, steeds buiten hem door de naaste bloedverwanten heeft plaats gehad, en hij begrepen heeft dat zulks ook nu weder zoo was behandeld.

Dat verzuim is nu ter kennis gebragt van de vader, thans met zijn schip te Rotterdam, en zoo ik meen is dezelve reeds bezig met per rekest [zich] tot ZM te wenden, ten einde in deze uithoofde der bijzondere omstandigheden eene gunstige beschikking te obteneren.

N 172 Gouverneur 15-6-1847 PH Polder

N 173 cert

N 174 Controlur 17-6-1847

N 175 BM x 21-6-1847 Gerrit Janssen

N 176 cert

N 177 26-6-1847 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Aantebieden het voor schreve verbaal betreffende de geboorte van Catharina Verberne

N 178 Inspecteeur Helder 28-6-1847

N 179 Gouverneur 28-6-1847 politie

N 180 Gouverneur 30-6-1847 dispositie

N 181 Gouverneur 30-6-1847

N 182 2-7-1847 2-7-1847 rekest M Helenius

N 183 BM Alkmaar 2-7-1847 Petrus Koopman

N 184 NM

N 185 cert

N 186 BM Leiden 6-7-1847 Jellis de Wolf

N 187 6-7-1847 Inspecteur Helder 6-7-1847 personele belasting

N 188 Gouverneur 6-7-1847 Rijksbelasting

N 189 BM Werkendam 9-7-1847 Arie van Tol

N 190 Gouverneur NM

N 191 Gouverneur 13-7-1847 zie brief 9-4-1845

N 202 Officier van Justitie 30-7-1847 overlijden Elizabeth x weduwe van Willem Buijkes

N 203 cert

N 204 Gouverneur 31-7-1847

Dat tot op heden, zoo in de vroege als in de late aardappelsoorten, zich geene verschijnselen van eenige ziekte hoegenaamd hebben voorgedaan.

N 205 31-7-1847 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar

Dat de pastoor G. van der Bosch gedurende den tijd zijner ambtbediening alhier nimmer dat mij bekend is, eenig autoriteit in deszelfs handelingen heeft belemmerd, doch zoo verre ik weet, daartoe ook geene aanleiding heeft gevonden. Integendeel is het mij wel bewust dat voornoemde pastoor zich steeds als een hoogst ijverig- of liever een verdraagzaam katholieke jegens de protestanten heeft betoond.

N 206 Gouverneur 31-7-1847 zetting

N 207 BM Velp 3-8-1847 HJ Spellewind

N 208 BM x bij Delfzijl 6-8-1847 Jan Karssen

N 209 BM Kuijnre Vriesland 6-8-1847 R Makkinga

N 210 Gouverneur 6-8-1847 Rijksbelasting

N 211 BM x 9-8-1847 declaratie 1.40 volgens rekening Dr van Deinse

N 212 BM x 11-8-1847 Klaas x ziek

N 213 Waarnemend Gouverneur 13-8-1847

Dat zich genegen heeft verklaard als Lid eener Hollandsche Maatschappij van Landbouw toetetreden den Heer Klaas Kaan Landbouwer en veehouder alhier.

N 214 W Gouverneur 13-8-1847 Dat de aardappelen tot op heden geene sporen van eenige ziekten verschijnselen nog heeft voorgedaan.

N 215 BM x 13-8-1847 Hendrik Arends

N 216 BM Goedereede 16-8-1847 C Verhoeve

N 217 Inspecteur Helder 20-8-1847 register

N 218 Rijksontvanger Texel 20-8-1847 Opruiming oude stukken

N 219 Officier van Justitie 20-8-1847 inzenden bedoelde stukken

N 220 Gouverneur 21-8-1847 Notulen

N 221 Gouverneur 21-8-1847 rekening GvW

N 222 Gouverneur 22-8-1847 x

N 223 Gouverneur 21-8-1847 overlijden JJ Reinbach

N 224 Gouverneur 24-8-1847 begroting 1847

N 225 Gouverneur 24-8-1847 Rijksbelasting

N 226 x 26-8-1847 x

N 227 BM x 26-8-1847 A van x declaratie

N 228 BM Leiden 26-8-1847 declaratie Marina van der Eijk 39.40

N 229 BM x 26-8-1847 Johanna van Haarlem

N 230 BM x 28-8-1847 Jan Roosendaal

N 231 Gouverneur 31-8-1847 Aan de Gouverneur

dat over het algemeen binnen den gemeente het aardappelgewas mag geacht worden gunstig te staan, dat echter sedert mijn laatste inspectie in de polder Eijerland echter het vroegere bederf in sommige akkers aan eenige weinige knollen heeft geopenbaard, het welk echter niet van dien aard is dat zulks voor als nog eenige ongerustheid baart.

N 232 Gouverneur 30-8-1847 patent

N 233 BM x 31-8-1847 verpleging Klaas Ydel

N 234 BM x 1-9-1847 TC Prins opgenomen in GvW

N 235 Kommandant 2-9-1847 dragonder P Barneveld overleden

N 236 Controleur Haarlem 3-9-1847

verzoek Mr Bok cc tot tijdelijke vrijdom van Grondbelasting

N 237 Gouverneur 4-9-1847 vacature JJ Reinbach Kandidaat G List

N 238 Gouvrneur 4-9-1847 PH Polder

N 239 cert

N 240 x 6-9-1847

N 241 wethouder BS Utrecht 10-9-1847 overlijden EH Fitz

N 242 Kommandant 10-9-1847 overlijden P Barneveld te Cocksdorp uitrustingsstukken

N 243 Gouverneur 11-9-1847 staat van inlichtingen

N 244 BM Lopik 11-9-1847 overlijden Leentje Haakman

N 245 BM Lopik 11-9-1847 staat van inlichtingen begrafeniskosten L Haakman

N 246 BM x 11-9-1847

N 247 Gouverneur 13-9-1847 PH Polder

N 248 NM

N 249 Gouverneur 14-9-1847

Dat de rooying der aardappelen binnen deze gemeente gunstige resultaten oplevert, en dat slechts weinige knollen gevonden worden welke door de ziekte waren aangetast.

N 250 NM

N 251 Gouverneur NM

N 252 BM Lopik bij Schoonhovn 17-9-1847

De begrafeniskosten van het lijk van Lijntje Haaksman in leven huisvrouw van Jan Hoogendoorn, ten bedrage van f 7.10 met beleefde uitnoodiging om diit bedrag per omgaande over te maken.

N 253 Gouverneur 17-9-1847 Rijksbelasting

N 254 en 255 NM

N 256 BM Helder 20-9-1847 Klaas Bakker

Dat ik het daarbij betrokken armbestuur van den inhoud der missive heb nededeling gedaan, hetwelk mij verzocht heeft UEdA te melden dat Klaas Bakker met een dochter herwaards kan over komen en alsdan in den gewone onderstand zal deelen, doch dat hetzelve gezond hierkomende zelve in het zich aanschaffen eener eigen wooning daar het voorn: armbestuur niet voornemens is its daarven te doen.

N 257 BM Maastricht 21-9-1847

Intezendn eenige staat van inlichtingen aangaande Theodoris Johannes Dankels, welke persoon door tegenspoed en staking van werkzaamheden aan Indijking der Prins Hendrik Polder alhier, tot armoede vervallen is en wiens huisvrouw alhier zwaar ziek ligt, zullende de declaratie deswegens nader worden ingezonden.

N 258 BM Terschelling 21-9-1847 Hendrik Wijbrands Bakker idem

N 259 x 21-9-1847

N 260 NM

N 261 21-9-1847 BM Huesen 21-9-1847 Jan Rotmans ziek

N 262 BM Goedereede 23-9-1847 C Verhoeve

N 263 BM x Overijssel 23-9-1847 Rensje Makkinga begr kosten van haar andere kind 9.90

N 264 cert

N 265 x 23-9-1847 aanstelling Gerrit List tot plaatselijk ontvanger alhier

N 266 Majoor 25-9-1847

N 267 BM x 26-9-1847 Friedrich Christoph Fonss ziek

N 268 Gouverneur 27-9-1847 Policie

N 269 BS 29-9-1847 cert

N 270 Gouverneur 30-9-1847 Aardappeloogst

Dat de rooijing der aardappelen sedert mijn laatste rapport dd 14 dezer N 249 heeft doen zelve dat het getal der knollen welke door de ziekten waren aangetast was ver menig vuldigheid en dat der ziekte zich over deze geheele gemeente meer af dan in heeft verspreid.

N 271 B&W Enkhuizen 2-10-1847 Jan Rozendaal 38.60

N 272 Gouverneur 2-10-1847 begrooting 1848

N 272 Gouverneur 2-10-1847 zetters

N 273 Gouvrneur 4-10-1847 vrijst W Koorn

N 27x B&W Enkhuizen 4-10-1847

Dat HH Regenten van het Gesticht van Weldadigheid alhier verklaren zich mt UEDA opinie niet te kunnen verenigen. Zij meenen UEdA te moeten opmerken dat het geheel iets anders is wanneer zulke vreemdelingen verpleegd worden in het gasthuis van eene of andere groote stad dat tot zoodanig einde bepaaldelijk is ingerigt en eene vast bezoldigde geneeskundige dienst eneigen apotheek heeft- en geheel iets anders wanneer x in een of andere plattelands gemeente waar zoodanige inrigting uit den aard der zaak niet staat,

Het is in het laatste geval niet mogelijk zonder belangrijk verlies voor de hulp verleenende inrigting zich met 50 centen daags tevreden te stellen- en daaruit alle kosten van opname verpleging voeding en geneeskundige hulp te verschaffen.

Is de rekening van den geneesheer te hoog voor zooverre de medicijnen betreft men veranderd die dan als zal x worden te behooren.- Geneeskundige visites zijn niet in rekening gebragt, maar zijn onder de verpleging begrepen.

Men vleit zich alzoo dat ene nader overtuiging UEdA op het genomen besluit moge doen terug komen en daardoor regenten van voorn inrigting de onaangename verpligting te besparen de beslissing dezer kwestie aan de hooger autoriteit op te dragen.

N 274 BM Beilen 6-10-1847 Jannetje Karsen

N 275 B&W Monnikendam 6-10-1847 Wed G ten Dam

N 276 B&W x 6-10-1847 Frans van Dortmonde

N 277 en 278 vaccinatie

N 279 Gouverneur 12-10-1847 Milicien Lammert List

N 280 Gouverneur 12-10-1847 rekest R Smit

N 281 BM Zijpe 12-10-1847 Monté

Declaratie ontvangen ad 53.55, aangenaam echter zou het mij zijn van deze laatste eene gespecificeerde opgave te mogen ontvangen.

N 282 NM

N 283 B&W Nijmegen 13-10-1847 Bernard Huigens

N 284 x 15-10-1847 kas ontvanger

N 285 Marine Soldij

N 286 18-10-1847 Aan de Burgemeester van Rhoon

Dat het huisgezin van P. Solberg ten gevolge de alhier heerschende ziekten in ellendige toestand zich bevindt. Naar aanleiding van een brief van den Heer pastoor van Cocksdorp heeft de Heer voorzittend Regent van het Algemeen Armbestuur zich de moeite gegeven, in persoon dit huisgezin, dat zich op 3 uren afstand van de Hoofdplaats alhier bevindt, te gaan bezoeken. Hij heeft aldaar gevonden man, vrouw en 6 kinderen, alle ziek, met uitzondering slechts het oudste 14-jarige meisje, en natuurlijk hoogst armoedig.

Opnieuw heeft die Heer alle moeite aangevoerd dien man te overreden zich naar UEdA gemeente te begeven, zoo als haar dit meermalen is aangeboden. Op heden is dit wel onmogelijk en eenige hulp, hoe spaarzaam ook, moet dan wel in die omstandigheden verleend worden.- Hoe verkiest U het?

N 287 B&W Enkhuizen 18-10-1847 goede ontvangst van overstorting

N 288 Gouverneur 18-10-1847 Inzending acte van borgtogt den Heer G List

N 289 19-10-1847 Broodzetting

N 290 B&W Maastricht 20-10-1847 FW Denkels

N 291 BM Veendam f 1.85 geb acte J Hanis

N 292 Gouverneur 20-10-1847

Meermalen heeft zich alhier het geval voorgedaan dat door het algemeen armbestuur dezer gemeente voor korter of langer tijd was voorzien in de geneeskundigen hulp en verder verplegings en onderhoud van behoeftige vreemdelingen,- en dat het bedrag dezer gezamenlijke kosten aan het betrokken armbestuur terug gevraagd zijnde, daar hetzelve werd aanmerking gemaakt op de restitutie der kosten van geneeskundgen verpleging boven den 50 centen daags welke gewoonlijk voor de zodanige alhier door het algemeen armbestuur wordt in rekening gebracht.-

Zoodanige aanmerkingen dan ook dezerzijds weder legd door de bedenking-

Dat wel is waar erkend werdt dat met name de grooten steden waar heel of geneeskundigen staan voor de in derzelve verpleegd wordende lijders niet meer dan 50 centen daags eene af wordt gerekend doch dat eene plattelands gemeente waar zulke inrigtingen niet bestaan, waar dus voor ieder zieke afzonderlijke genees of heelkundigen hulp vereischt wordt,- het niet wel mogelijk was die hulp met die voor verpleging en onderhoud gevorderd te doen voor 50 cent daags, of zoodanige onderstand zou altoos loopen tot groot nadeel van het hulp verleenend armbestuur.-

Gewoonlijk is men dan ook geëindigd met aan zoodanige bedenkingen toetegeven en de gemaakte declaratie te voldoen daartegen echter is deze kwestie op nieuw ontstaan.-

Zekere huisvrouw Jellis Wolff is door het algemeen armbestuur alhier van den 7 July tot den 25 Augustus ll verpleegd en tevens in geneeskundigen behandeling geweest.- nadat zij is hersteld heeft voorn: bestuur den rekening voor een en ander ingeleverd waarvan ik den Eer heb dezelve hierbij overteleggen-

De restitutie daarvan gevraagd aan het betrokken armbestuur deer stad Leiden met overlegging daarbij van de specialen rekening geleverde geneesmiddelen-

En nog een hele bladzijde.

N 293 Gouverneur 25-10-1847

N 294 Gouverneur 26-10-1847 rekest Klaas J Kikkert

N 295 Gouverneur 26-10-1847 rekest JL Kikkert als directeur van de PH Polder

N 296 B&W Nijmegen 27-101-847 Barnardus Huigens

N 297 BM Elst 27-10-1847 Jacobus van Rein

Dat genoemde persoon door ziekten alhier in armoede is geraakt, zoodat het algemeen armbestuur hem van heden af met 1.50 per week heeft moeten in bedeeling opnmen.

N 297 NM

N 298 B&W Amsterdam 27-10-1847 Broodzetting

N 308 Gouverneur 5-11-1847 assessor

N 309 Gouverneur 5-11-1847 benoeming Leden der raad

N 310 BM Delfzijl 5-11-1847 J Karssens

N 311 6-11-1847 Vrijstelling Nationale Militie Fhilip Veen.

N 312 Gouverneur 8-11-1847 Veearts van Zutphen

Deze ontmoet hier geen bijzondere tegenwerking zoo verre ik weet doch dit meen ik tevens te weten dat het geheel hem nog niet zoo dienstig is geweest om door eene afhandere gelukkige genezing het vertrouwen in dezelven bij den veehouder te vestigen.-

In alle gevallen kan de Heer van Zutphen op geene geldelijke ondersteuning rekenen uit de Eilands kasse.

N 313 Gouverneur 10-11-1847 Broodzetting

N 314 NM

N 314a 10-11-1847 Aan de Burgemeester van Lexmond

Dat H. de Ridder met zijne beide zonen Dirk en Pieter de Ridder gedagvaard zijnde om voor het Provinciaal Geregtshof van Noord Holland te verschijnen, onvermogend waren tot het betalen van eenige reiskosten, daartoe benoodigd, ik mitsdien aan dezelve heb uitgereikt de som van f 7,- (die ik terug wil hebben).

N 315 x 10-11-1847 benoeming raadslieden

N 316 Gouverneur 11-11-1847 bewijs JL Daalder en CS Duinker

Intezenden door [deze] een bewijs waaruit blijkt dat eene aansluiting van hunne dijk aan de bedijking van den PH Polder alhier door Commissarissen van dien Polder reeds in der tijd bij contract daarvoor vergunning is verleend.

N 317 NM

N 318 vrijstelling

N 319 16-11-1847 Gemeente Avereest

Voor de weduwe J. Bakker 50 cents per week [toegestaan], dat ze zich ten spoedigste herwaarts moet begeven.

N 320 en 321 NM

N 322 Gouverneur 17-11-1847

Kwitantie van storting ten kantore van registratie alhier, en tn belope eeneer somma van 17.50 zijnde het approxx motief bedrag van het door deze gemeente verschuldigde over de 4 eersye maanden van het 1 e halfjaar 1847 voor den kolonist Lammert Mooi, als welke in de maand April dezes jaars zijn ontslag zal hebben bekomen overeenkomstig het voorstel dat daar toe in dit voorjaar gedaan en waarvan aan de gemeente bestuur is kennis gegeven bij uwer Excellenties missive van den 10-4-ll N 33/2778

Voor het beloop van het waarschijnlijk hiebij te veel betaalde kan vervolgens eene ordenantie worden afgemaakt ten einde zulks alsdan door deze gemeente kan worde terug ontvangen even zoo als wij nog steeds 3.56 zijn inwachtende, als waarvan ons de teruggav op dezelfde wijze is toegezegd bij uwer Excellentie missive van den 12 Julij ll N 22/5358.

N 323 17-11-1847 Aan de Gouverneur

Dat Jannetje Bakker werkelijk binnen deze gemeente is geboren en mitsdien alhier haar wettig onderstandsdomicilie is hebbend, wanneer namelijk zij dit in de tijd van 40 Jare dat zij achtereenvolgend deze gemeente veel herwaarts ten ware heeft verlaten niet elders heeft verkregen. In 1792 alhier geboren en in1839 van hier vertrokken. Heel folio over dit onderwerp en de verschillende plaatsjes waar Jannetje Bakker zich van 1807-1847 heeft opgehouden.

Beilen heeft haar f 10,- gegeven.

N 324 19-11-1847 Aan B&W van Amsterdam

[De gemeente Helder meent dat het onderstandsdomicilie van Abraham de Jong Texel is] Aangezien het toch tot eene zaak is van algemeene bekendheid alhier dat Abraham de Jong in de eerste tijden van 1841 volstrekt niet en later niet dan zeer enkele reizen binnen deze gemeente gezien is, veel min dat hij hier eenig verblijf zou hebben gehouden.-

Onderzoek, ook bij den zoon van A. de Jong genaamd Benjamin de Jong:

Toen A. de Jong van Texel is vertrokken heeft hij een huis betrokken in de Langestraat aan den Helder en aldaar een jaar gewoond met zijne zonen Simon en Benjamin en zijne Dochter Betje, destijds nog ongehuwd. Benjamin heeft diensvolgens als milicien in dienst van de Nationale Militie geweest voor de gemeente Helder, ligting 1842.

Na het huwelijk van Betje heeft A. de Jong zijn huishouden opgebroken en is hij gaan wonen bij zijn schoonzoon Philippus Polak aan den Helder.

Benjamin is vervolgens naar Texel vertrokken en toen eerst is zijn vader nu en dan van den Helder herwaarts overgekomen, altoos en uitsluitend om hier handel te drijven, als wanneer hij enkele malen bij zijn zoon verblijf heeft gehad, zeldzaam echter langer dan een Etmaal, ook bij Pieter Bruin aan de Haven en te Oosterend bij Klaas Kind.

Tenslotte heeft mij Benjamin de Jong verklaart nimmer iets tot het onderhoud van zijn vader te hebben bijgedragen, als daartoe volstrekt buiten staat, maar dat zijn vader wanneer hij bij hen op Texel is geweest, telkens voor de kosten van onderhoud heeft bijgedragen, hetwelk door deze werd verstrekt uit de Negotie die hij nog steeds was doende.

A. de Jong was als koopman gepatenteerd aan den Helder sinds 1841, waardoor zijn onderstandsdomicilie te Helder is, door meer dan 4-jarig onafgebroken inwoning.

[internet (Max van Dam?) Abraham Benedictus de Jong (1879 Amsterdam, overleden 12-10-1871 te Helder), getrouwd op 29-9-1816 op Texel met Duifje Chaya Jacobs (1891 Amsterdam- xx), dochter van Jacob Abrahams en Marianne Abraham.

Dochter Betje Rivka (1818-1889 Helder) die trouwde in 1842 met Simon Jochem Manheim.

Dochter Mietje Mata (1821 Texel- 1890 Helder) was getrouwd met Philip Uri Hartog Polak]

N 325 B&W Amsterdam 19-11-1847 B Huigens

N 326 18-11-1847 Schutterij

N 327 B&W Maastricht 20-11-1847 FJ Dinkelo

N 328 BM Ouddorp 20-11-1847 kosten geb acten

N 329 BM Stellendam 21-11-1847 inz kosten 5.07

N 330 BM Leerdam 23-11-1847 Jan Smits, vrouw en 4 kinderen

N 331 B&W x 23-11-1847 vrouw Corbolet niet te vinden

N 332 Gouverneur 25-11-1847 ontslag Borgogt JJ Reinbach

N 333 26-11-1847 Inzending kwitantie wegens storting onderhoudskosten L. Mooy ad F 17,50

N 334 26-11-1847 Aan de Burgemeester van Lexmond

Dat op heden door het Algemeen Armbestuur alhier eene toelage is gedaan van f 2,- aan de huisvrouw van H. de Ridder in noodzakelijke ondersteuning voor haar en hare 4 jonge kinderen. H. de Ridder zich nog altoos in hechtenis bevindende, zal de duurzame ondersteuning van dit zeer behoeftige gezin onvermijdelijk zijn. Ik moet UEdA alzoo dringend verzoeken deze zaak door het verpligte Algemeen Armbestuur [in Lexmond] in ernstige overweging te doen nemen en mij ten spoedigste te willen informeren, hoedanig met deze ondersteuning in het vervolg te handelen, ten einde naderhand geene moeilijkheden tusschen de wederzijdse Armbesturen daaromtrent mogen ontstaan.

N 335 Kolonel 29-11-1847 BS

N 336 B&W x 30-11-1847 L van Rein

N 337 BM x 2-12-1847 Lammert Groothof

N 338 BM Ouddorp 6-11-1847 acten 3.40

N 339 x 6-12-1847 Rijksbelasting

N 340 cert

N 341 9-12-1847 J. van Doorn wil onderstand, met vrouw en kinderen in behoeftige omstandigheden, in de volsten zin des woords, aan alles gebrek hebbende. F 1,- gegeven [maar f 2,- is nodig, wat zal ik doen?]

N 342 Gouverneur 9-12-1847 x

N 343 Schutterij

N 344 BM Helder acte

N 345 15-12-1847 Aan de Gouverneur

Intezenden kwitantie van gedane storting over het 2 e half jaar van 1847 voor de in de Maatschappij van Weldadigheid geplaatste personen.

N 346 Kolonel 16-12-1847 huwelijk Jan Witvliet en Jannetje Bakelaar

N 347 Gouvernur 18-12-1847 ordenantie

N 348 18-12-1847 Aan B&W van Purmerend

Gerardus Cornelissen door gebrek aan werk in behoeftige omstandigheden, bedeeling welk bedrag?

N 349 Gouverneur 20-12-1847 NM

N 350 BM Helder 20-12-1847 Leendert Hoogheid

N 351 cert

N 352 BM x 20-12-1847 de vrouw van Willem Hol

N 353 B&W Haarlem 20-12-1847 onderstand RFJ Scholten en RJ Roos

Genoemde Scholten door tegenspoed van aanhoudend ziekte van deszelf vrouw en zijn nog eenig kind dat voor eenige weken is overleden, in zoodanige onvermogende staat is gebragt dat het dezelve onmogelijk was in de kosten te kunnen voorzien van hier naar de vaste wal overte komen, waartoe ik aan hem de som ad 1.25 heb uitgereikt-

Terwijl ik omtrent RJ Roos moet berigten, dat den persoon door gebrek aan werk zich bij mij heeft aangemeld, om gedurende den wintertijd eenige ondersteuning te erlangen, hoofdzakelijk bij gelegenheid van den vorst, wanneer er niets te verdiend kan worden.

N 354 BM Breskens 22-12-1847 Francois Cavelier

N 355 Gouverneur 22-12-1847 Belasting

N 356 patenten

N 357 24-12-1847 Aan B&W van Kampen

Dat genoemde Berendina de Rooy, die buiten echt leeft met eene Franciscus Rade, buitenlandsch polderwerker [Prins Hendrikpolder], bij wien zij thans nog 3 kinderen in leven heeft, met welke zij in de maand Mei El op het werk eener nieuwe indijking alhier is aangekomen, zich bij mij heeft aangemeld om ondersteuning, aangezien door tegenspoed en ziekte van haarzelf en hare kinderen, en tengevolge door de ingevallen vorst Franciscus Rade niets kan verdienen, zij in zeer behoeftige omstandigheden was verkeerende en zal zoolang de werkzaamheden door de vorst belemmerd worden, s'wekelijks die som aan haar te verstrekken. Declaratie volgt.

N 358 24-12-1847 Steun gevraagd door Koenraad Bos uit Stadhorn, Lippe, Pruisen, polderwerker en Karel Penning uit Utrecht.

N 359 B&W Utrecht 24-12-1847 K Penning

N 360 26-12-1847 P. Solberg van f 1,10 naar f 2,- Hevig lijdend aan het graveel, men denkt niet dat hij lang meer leven zal. Het hele huisgezin bijna is ziekelijk.

[Graveel is volgens www.dokterdokter.nl 'gruis, zeer kleine blaas- of niersteentjes']

N 361 26-12-1847 Aan de Gouverneur Onderwerp ondersteuning vreemdelingen

Sedert eenigen tijd doet zich meer en meer het geval voor, dat vreemdelingen, welke tot het verrigten van dijk- of polderwerk, of ook anderen veldarbeid, zich tijdelijk naar deze gemeente hebben begeven, ziek worden, of tot zoodanige armoede vervallen, dat de Algemene Armenadministratie hen van het volstrekt noodige moet voorzien en de vereischte geneeskundige hulp verschaffen. Zoodanige vreemdelingen hebben door geen 6-jarig verblijf in dit Rijk ergens eenig onderstandsdomicilie verkregen en [daardoor] kunnen alzoo de gemaakte kosten op geene andere gemeente worden verhaald.

Zoolang zich zoodanig iets tot een enkel geval bepaalde heeft het algemeen armbestuur alhier daarin geen bezwaar gemaakt, die gevallen worden echter bij de menigvuldige werkzaamheden alhier van polder en veldarbeid meer en meer talrijk en dit gevoegd bij den zeer bekrompen staat der Algemene Armenfondsen heeft bij dien Administratie de wensch doen ontstaan, om bij aldien daartoe termen zijn vergoeding te vragen uit s'Rijkskas.

N 362 363 27-12-1847

Steun gevraagd voor Hendrik Janssen van Enkhuizen, Johanna Veld van Castricum, B.J.F. Scholten van Haarlem, Willem Hol van Leerdam

Maarten Dorsch van Streijen

1848

N 1 Gouverneur 3-1-1848

Geene landverhuizers naar Amerika of andere overzeesche gewesten

N 2 BM Goedereede 3-1-1848

Cornelis Verhoeve van Goedereede, welke is verscheidene dagen door het invallen der vorst verhinderd geworden iets te kunnen verdienen tot onderhoud van zijn gezin f 1,50

N 3 B&W Maastricht 3-1-1848 Theodorus Johannes Dinkelo Maastricht,

N 4 B&W Nijmegen 3-1-1848

J. van Doorn kan niet naar Nijmegen overkomen uit hoofde de gewone Communicatie van hier door het ijs is gestremd [1847/48 was een strenge winter vorst vanaf 19 december, droog, tot 29 januari]

N 5 BM Leerdam 3-1-1848 Idem voor W. Hol

N 6 3-1-1848 Aan de Burgemeester van Grouw bij de Stad Hulst over Lou Sikka Lee

Dat aan genoemden persoon door het Algemeen Armbestuur alhier is toegelegd, gedurende den tijd dat de Winter allen arbeid ondoenlijk maakt [van 19 december tot 29 januari] eene wekelijksche ondersteuning van f 1,50. Declaratie volgt.

N 7 BM Oosterbeek 3-1-1848 Johannes x

N 8 3-1-1848 Aan de Burgemeester van Stavoren

Dat Fokje de Vries van Stavoren, die buiten echt leeft met eene Jeronimus Everts, polderwerker, bij wie zij 3 kinderen in leven heeft en in de maand Augustus 1847 op het werk eener nieuwe indijking alhier [Prins Hendrik polder] zijn aangekomen, zich bij het Algemeen Armbestuur alhier heeft aangemeld om ondersteuning, aangezien door tegenslag, ziekte en ten gevolge door de ingevallen vorst J. Everts niets kan verdienen, zij in zeer behoeftige omstandigheden is verkerende. Ik verzoek U kennis te geven aan het betrokken Armbestuur [en op te geven welk bedrag mag worden besteed].

N 9 BM Beemster geb acte

N 10 BM Edam 3-1-1848 H de Boer extract

N 11 BM Castricum 5-1-1848 Johanna Veld

Dat door de vorst de communicatie met de vaste wal dermate is gestremd dat het volstrekt onmooglijk is Johanna Veld thans naar de plaats van haar OD kan vertrekken, mitsdien het algemeen armbestuur alhier met de onvermijdelijke bedeeling aan haar zal en moet blijven voortgaan, zoolang als de werkzaamheden door de vorst worden belemmerd, waarvan na afloop de declaratie zal worden ingezonden.

Voorts informeer ik UEdA dat genoemde Johanna Veld dezer dagen bij het verzoek om onderstand met mij over de voltrekking van haar huwelijk heeft gesproken, waartoe zij nog niet had kunnen geraken, om reden zij met hare aanstaande man nog nergens den tijd van 6 maanden zich hadden opgehouden, het welk nu bij vrder verblijf alhier zoude kunnen plaats hebben, in welk geval ik mijne mede aan haar heb toegezegd.

N 12 B&W Haarlem 4-1-1848 Koenraad Bok

N 13 5-1-1848 Aan de Gouverneur

Jannetje of Annaatje Kalf is van Rotterdam als bedelaarster getransporteerd naar Ommerschans, slechts weinige dagen nadat zij op haar herhaald verzoek uit datzelfde gesticht ontslagen, waar zij als als bestedeling voor rekening van het alhier gevestigde algemeen armbestuur was geplaatst en wel ten gevolge de welwillende toelating van de permanente commissie der MvW, ten einde het voornoemde armbestuur op die wijze eenige maanden effect te doen hebben van de vroeger tusschen hetzelve en e voornoemde Maatschappij aangegane kontrakten.

Het blijkt alsnu ten volle hoe weinig alle de beloften van zoodanige personen in haar eigen onderhoud te zullen voorzien, te vertrouwen zijn. Nu is zij als bedelaarskolonist ten laste dezer gemeente gebragt, waar dus het geheele ontslag van weinige dagenlang die vrouw ons met haar onderhoud heeft belast.

Beleefd verzoek aan de Maatschappij van Weldadigheid dat Annaatje Kalf als gewone bestedeling te doen overschrijven en daardoor onze gemeente wederom het genot te doen hebben eener vroegeren overeenkomst, die haar jarenlang aanzienlijke geldelijke opofferingen heeft gekost en waarvan zij alleen door de ligtzinnigheid voor voorwerpen als deze Annaatje Kalf zoo moedwillig beroofd wordt.

[Jannaatje Kalf (1809-1849), dochter van Hendrik Adamsz Kalf (1787-1874) en Jannetje Pieters Metselaar (1786-1825) overleden in het Derde Gesticht van Veenhuizen, ongehuwd]

N 14 B&W Utrecht 11-1-1848 Carel Penning

Dat aangezien door de strenge vorst alle gemeenschap voor passagiers tusschen dit Eiland en den vasten wasl gestremd is Carel Penning zich niet naar UEdA stad kan begeven, het algemeen armbestuur ziet zich als zoowel verpligt bij den volstrekt hulpbehoevende toestand van den man met de reeds zoo karig toegelegde bedeeling voort te gaan tot dat het ophouden der vorst de hervatting van den arbeid zal mogelijk maken. Ik vertrouw dat HH Diakenen der NH Gemeente van UEd stad de redelijkheid hiervan zullen inzien en alzoo de declaratie te zijner tijd voldoen.

N 15 R.J. de Roos Haarlem,

N 16 Maarten Dost Streijen, kregen niet meer dan het onvermijdelijke

N 17 13-1-1848 Aan de Burgemeester van Metslawier over Wiegert P. van der Herberg

Dat op heden in ondersteuning is opgenomen bij het Algemeen Armbestuur deze Gemeente de persoon van Wiegert Pietersz van der Herberg, volgens bijgaande inlichtingen bij UEdAcht Gemeente zijn onderstanddomicilie hebbende. Hij is als door gebrek aan werk hulpbehoeftig zijnde bedeeld met eene wekelijksche toelage van f 1,-, tot dat hij weder met het ophouden van het strenge jaargetijde eenig werk zal kunnen bekomen.

Het zal mij aangenaam zijn de erkenning van dit domicilie van UEd te mogen bekomen.

N 18 BM Lexmond 12-1-1848

Dat de persoon van Pieter Kortenhoeven, domicilie hebbende in UEdA gemeente en mitsdien onder de verpligting zich voor den dienst der Nat. Militie ten uwent te moeten doen inschrijven, doch zich thans hier bevindende, zich tot dat einde bij mij heeft aangemeld, uit hoofde de gestremde gemeenschap met den vasten wal en gebrek aan werk het hem onmooglijk maakt thans daartoe naar Lexmond te kunnen reizen.

Dienvolgens heb ik het Signalement van genoemde persoon opgenomen, hetwelk daarvoor dient te worden opgegeven, UEdA tevens verzoekende daarop te willen doen bewerkstelligen en intijds mij den dag en plaats der Loting te informeren waarop als dan zonder wettige verhindering genoemde persoon zich zal verbinden.

Signalement

Oud 18 jaar- geboren te Lexmond- zoon van Klaas Kortenhoeven en Geertruida de Groot (overleden)- bedrijf Arbeider- lengte 1.6.97 El- aangezigt lang- voorhoofd x oogen Blauw- neus spits- mond groot- kin rond- haar bruin-

N 19 Gouverneur 12-1-1848

Geboorten enz

N 20 Gouverneur 12-1-1848 Van hier naar andere Provincies vertrokken: geene.

Uit andere Provincies: Harlingen 1, Lexmon 11, Kampen 5.

Uit Helder 9, Schagen 3, Stad Muiden 3. Naar Helder 21, Zijpe 10, Sint Maarten 2.

N 21 en 22 Gouverneur 13-1-1848 geen vaccinaties

N 24 13-1-1848 Albert Veldkamp Logchem

N 25 15-1-1848 Aan de Burgemeester van Oosterbeek

Dat Jeronimus Everts in dit saisoen daar alle gemeenschap met den vasten wal gesloten is, voor als nog van hier niet kan vertrekken, en men mitsdien verpligt is om met de bedeeling te moeten voortgaan, zoo lang de vorst allen arbeid en vertrek ondoenlijk maakt.

N 26 15-1-1848 Aan de Burgemeester van Goedereede

Dat Cornelis Verhoeve niet door gebrek aan werk, maar te oorzake van ziekte en zwak ligchaamsgestel buiten staat is om in het tegenwoordige jaargetijde iets te verdienen, f 1,50 per week, waarmede zoo ras mogelijk zal worden opgehouden. Declaratie volgt.

N 27 Gouverneur 16-1-1848 betrekkingen van schepelingen

N 28 Officier van Justitie Alkmaar 19-1-1848 BS

N 29 x 19-1-1848 Jacob de Boer

N 31 Kartificatie

N 32 Contoleur Helder 19-1-1848 Grondbelasting

N 33 Gouverneur Rijksbelasting

N 34 19-1-1848 Aan B&W van Zaandam over August Herman Wilhelm Schwartse

N 35 Gouverneur 20-1-1848 Brandbluschmiddelen

N 36 Zie missive 19-1-1848

N 37 Gouverneur 20-1-1848 rekest P Langeveld

N 38 en 39 W Zunderdorp en P Daalder 21-1-1848

Benoeming als Lid der Commissie voor de personele omslag

N 40 21-1-1848 Aan de Burgemeester van Lexmond,

Dat het Algemeen Armbestuur is genoodzaakt geweest om aan de vrouw van C. de Ridder f 2,- per week voor onderstand toe te leggen.

N 41-48 NM

N 49 22-1-1848 Toestand der Hervormde gemeente (elk jaar)

N 50 NM

N 51 24-1-1848 Albert Veldkamp zijn onderstanddomicilie is niet Lochem

N 52 Gouverneur 27-1-1848

N 53 Gouverneur 28-1-1848 opgave godsdienstige gezindheden

N 54 en 55 NM

N 56 Gouverneur 30-1-1848 Zetting

N 57 BM Stellendam 2-2-1848 Daniel de Blok

Wegens ziekte en verzwering in den rug f 1.50 per week

N 58 Rijksbelasting

N 59 NM

N 60 BM Middelharnis 3-2-1848 C Vervaart 1.50

N 61 BM Muiden 4-2-1848 huwelijk S Luijtsen en C Rechlien

N 62 BM x 5-2-1848 Pieter Giesberts hier onbekend, ook onder de polderwerkers

N 63 en 64 NM

N 65 patenten

N 66 cert

N 67 Gouverneur 10-2-1848 rekest Hervormde gemeente

N 68 en 69 NM

N 70 BM Stellendam 10-2-1848 BS

N 71 Commandant 10-2-1848 huwelijk Johannes van Es en Elisabeth van der Wal

N 72 Gouverneur 10-2-1848 school Oost

N 73 Officier van Justitie 11-2-1848 BS

N 74 12-2-1848 Aan de Burgemeester van Barsingerhorn

UEd uittenoodigen met den onderstand van Cornelis Zaatman, alsnu optehouden, aangezien het ophouden der vorst den aanvang der veldwerkzaamheden wederom toelaat [februari was een zachte maand].

N 75 14-2-1848 Aan de Gouverneur onderwerp Verpachting duingronden

Dat de daarbij gestelde nieuwe verpachting van de percelen Duingrond aan P. Langeveld door den zelven voor eene jaarlijksche som van f 140,- is aangenomen.

N 77 NM

N 78 16-2-1848 Aan de Burgemeester van Rhoon

Halve bladzij over P. Solberg en het graveel.

Nu intusschen wenschte wij gaarne van dit gezin te worden ontslagen. De beurtschepen op Amsterdam vangen wederom aan te varen, de reize van Cocksdorp naar de Haven en voorts vandaar naar Amsterdam en vervolgens UEd Gemeente vordert echter althans eenige onvermijdelijke kosten.

N 79 BM Meerkerk 16-2-1848

Dat het lijk van de in het ingezonden doodattest genoemde Johannes Joost Kort door de Zorgen van het Hervormde Diaconiebestuur van den Hoorn alhier zal te aarde besteld worden. Declaratie volgt.

N 80 BM Nederhorst den Berg huwelijksacte

N 81 cert

N 82 83 geb acte

N 83 Griffier Alkmaar 25-2-1848 Geboorte Register

N 85 overmaking

N 86 BM Elst 26-2-1848 verplegingskosten G Janssen en L van Rijn

N 87 88 89 NM

N 90 Staatsraad Gouverneur 28-2-2818 personele omslag

N 91-94 29-2-1848 Aanmaningen gemeentes Castricum, Leerdam, Haarlem, Kampen

N 95 BM Helder 1-3-1848 BS

N 96 3-3-1848 Aan de Gouverneur over de onderstand aan behoeftige vreemdelingen

Missive van den 31 Dec ll moge de gelijktijdige inzending van een en ander ditmaal verschoond, tot bekoming om restitutie van de verleende onderstand hebben wij ons vroeger gewend tot het Hanoversch Gouvernement doch daarvan eerst in December ll afwijzend antwoord bekomen.

N 97 Staatsraad Gouverneur 6-3-1848 rekest pensioen Martje Keur wed COG Offerhaus

Dat de voornoemde weduwe wekelijks in zeer behoeftige omstandigheden verkeert en daarenboven beswaard met alle nog jonge kinderen, overigens staat dezelve bij mij bekend als ter goeder naam, en mag zij derhalve naar mijn bescheiden oordeel alzints worden aanbevolen tot het bekomen der door haar gevraagde gunst.

N 98 BM Heenvliet 6-3-1848 inlichtingen H van der Linde

N 99 NM

N 100 BM Goedereede 6-3-1848 Cornelis Vogel

N 101 8-3-1848 Aan de Burgemeester van Amsterdam om de bijgaande verlofpas uittereiken aan de milicien verlofganger S. de la Garde Mordechai en Mozes Jozeph Swaab en hun medetedeelen dat zij zich op 14 Maart aanstaande 9 uur op den Doelen te Haarlem moeten bevinden ten einde in werkelijken dienst te treden.

N 102 BM Helder extract

N 103 8-3-1848 Aan de Burgemeester van Lexmond

Aan P. Kortenhoeven is f 1,- reisgeld gegeven en [dat] die op de declaratie voor de vrouw van H. de Ridder zal worden geplaatst.

N 104 B&W Maastricht 9-3-1848

Dat Heintje van Hoorn in het GvW is opgenomen.

N 105 NM

N 106 NM

N 109 NM

N 110 Rijksbelastingen

N 111 Gouverneur 13-3-1848 over de genoten ondersteuning van de Weduwe J. Duinker

Dat het Algemeen Armbestuur de betaling van f 16,75 vanwege de weduwe J. Duinker heeft nagelaten alleen tengevolge de groote bekrompenheid hunner geldmiddelen. Dat echter op heden die toezending heeft plaatsgehad, terwijl voornoemd Armbestuur definitief besloten is aan die vrouw, welke nimmer op Texel geweest, veel min geboren is, maar alleen door haar huwelijk met een reeds lang overleden Texelaar, volgens de bepalingen van de tegenwoordige wet, alhier haar onderstandsdomicilie heeft verkregen, niet meer te geven. Ze is vrij om herwaarts te komen en alsdan in deze algemeene onderstand te deelen.

N 112 113 NM

N 114 B&W Rotterdam 13-3-1848

Ik heb de Eer UEdAchtb hierbij in 5 Zegels overtemaken het bedrag der verschuldigde verplegingskosten ten behoeve van de in deze Gemeente armlastige Jannaatje Kalf, waar voo de declaratie hierbij gevoegd is.

N 115 14-3-1848 Aan de Burgemeester van Sluis

De weduwe F.J. Duinker, dat geene restitutie meer zal worden gedaan.

N 116 BM Avereest 14-3-1848 verplegings aan de Wed. J Bakker f 61.77 ½

N 117 B&W Deventer 14-3-1848 f 83 wed H Kolder

N 118 Gouverneur 14-3-1848 rekest Johannes Brans pachter van Eyerlands Huis

Dat mij uit het verhoor zoo van den adressant als van zijne partij den bruiker der belendende provinciale gronden JA Smit gebleken is, dat den grond van derzelve daarin is gelegen, dat de laatste, de provinciale pachter, zich beroept op zekere alhier overoude meening dat het domein, vroeger de graaflijkheid, thans de provincie niet verpligt is, met of tegen de aan hare gronden grenzende particuliere bezittingen afteheinen en alzoo wannee de eigenaars deze laatsten geene overlast verkiezen te lijden van het vee op de provinciale gronden geweid wordende, verpligt zijn daartegen eene suffisante afheining, bij gebrek waarvan het vee der provinciale gronden op de particuliere gronden komende, niet schutbaar zou zijn.

Daar gelaten nu wat voor of tegen de verpligting der provincie om als ieder ander eigenaar in de kosten der gemeenre afsluiting of afheining met zijn nabuur gezegd kan worden, zoo schijnt het mij altoos duidelijk te zijn, dat de billijkheid van het algemeen regt vordert dat ieder eigenaar van vee verpligt is zijn vee te houden op zijne eigendom of pacht boutend gronden, en dat de veeschutters, door het gemeentelijk bestuur ten algemeenen nutte daargesteld, verpligt zijn op beider gronden het vee te schutten, dat zij vinden van elkander te zijn overgekomen, aan partijen zelve overlatend, in hoeverre zij elkaar al of niet tot meerdere of mindere afheining kunnen constringeren.

In dien geest heb ik dan ook beide toegesproken en den plaatselijken veeschutter stellige last gegeven om op beider vee met gelijke ijver toetezien en waarmede dan ook de adressant Joh Brans te vrede was, zoodat ik mij vlei dat deze kwestie zal zijn weggenomen.-

N 119 BM Raamsdonk 15-3-1848 Hendrik de Geus

N 120 BM Lochem 15-3-1848 A Veldkamp

N 121 BM Heenvliet 15-3-1848 H vd Linden

N 122 BM x 16-3-1848 BS

N 123 BM Uitmarsum 17-3-1848 Pieter Schaafsma

N 124 BM Smallingerland 17-3-1848 Johannes Smaling

N 125 Gouverneur 18-3-1848

N 126 BM Raamsdonk 18-3-1848

N 127 NM

N 128 BM Goedereede 20-3-1848 NM

N 129 BM Eenrum 20-3-1848 geboorte acte Jan van der Ploeg

N 130 Gouverneur 20-3-1848 berigt rekest Pieter Bruijn

N 131 Ontfanger 20-3-1848

Het is mij echter onverklaarbaar hoe een dusdanig abuis mijner aandacht kan ontsnapt zijn.

N 132 Gouverneur NM

N 133 Grietman van Schokland 22-3-1848 Siezes de Wolde 1.50 per week

N 134 NM

N 135 NM

N 136 Gouverneur 22-3-1848 rekest Jan Bas en Poulus Jansz Kikkert

N 137 Kantongeregt Alkmaar 23-3-1848 NM

N 138 BM Melissant 23-3-1848 Jacobus Smits ziek

N 139 BM Laren 23-3-1848 declaratie onderstand Albert Veldkamp

N 140 NM

N 141 en 142 en 144 geb acte

N 143 NM

N 145 Gouverneur 28-3-1848 Mutatie Policie

N 146 28-3-1848 Aan de Gouverneur

Dat Zijne Excellentie den Heere minister van Binnenlandsche Zaken blijkens missive van den 10 dezer maand N 154 7 e Afd de Permanente Commissie der maatschappij van Weldadigheid heeft gemagtigd de bedelaars colonist Jannetje Kalf N 6091 en haar op de 24 December jongstleden in de coloniale Gestichten geboren kind N 5134 te doen overplaatsen op het tusschen de Maatschappij en de Algemeene Armverzorgers van Texel bestaande contract.

Ik vermeen alzzo mij aan dat besluit te mogen refereren en de reclame dezer Gemeente te moeten in het midden brengen, dat namelijk de voornoemde vrouw en kind niet te haren laste worden gebragt.

Kind N = Jannetje Kalf, geboren in Veenhuizen (Norg) 23 dec 1847, overleden aldaar 17 jan 1848

N 147 Gouverneur 28-3-1848 rekest PG Bakker en S Zijm regenten van het algemeene weeeshuis alhier- geen bezwaar

N 148 Gouverneur 28-3-1848 Provinciaal blad

N 149 NM

N 150 x

Trijntje Pieters van der Veele niet hier overleden.

N 151 Griffier Alkmaar 31-3-1848

N 152 BM Helder overlijdens acte P Zutphen

N 153 1-4-1848 Aan de Gouverneur

Betalingen vertraagd door de talrijke restitutien, die het Algemeen Armbestuur alhier van elders heeft intevorderen en bijna alle even traag inkomen.

N 154 NM

N 155 BM Baflo 3-4-1848 BS overlijdens extract van Tieme Meijs

N 156 BS

N 157 Gouverneur 3-4-1848 belasting

N 158 Gouverneu 3-4-1848 rekest van Diaconie der HV gemeente

N 159 Gouverneur 3-4-1848 opgave gemeentelijk bestuur

N 160 NM

N 161 Grietman Schoterland gem Heereveen 5-4-1848 hulp Elisabeth Prins

N 162 NM

N 163 en 164 vaccine

N 165 Gouverneur 7-4-1848

Dat de overschrijving van de Hypothecaire obligatie groot f 2500 ten behoeve Regenten van het Algemeen Weeshuis van Texel, ten laste Cornelis Smit en Annaatje Hopman echtelieden in dato 24-6-1841 ten overstaan van den Notaris Mr W Bok en getuigen alhier verleden behoorlijk geregistreerd, heeft plaats gehad den 28-6-1841 ten kantore der hypotheken te Alkmaar in deel 5 N 205 en gevestigd op

Een woonhuis er Erf groot 15 roe 50 El, staande en gelegen aan den Burg Kadaster Sectie K N 194, Sectie E N 140

Een huis en Erf met 10 bunders 14 roe 10 El Wei en Hooiland alles alhier Kadaster Sectie E N 960 967 968 973 974 975 810 812 en Sectie K N 695 en 697

N 166 aanmaningen Armbestuur

N 173 BM Rhoon 7-4-1848 P. Solberg, nog steeds in hoogst treurige toestand.

N 174 Kasspecificatie

N 175 cert

N 176 x 8-4-1848 veearts C van Zutphen

N 176- 185 10-4-1848 Aanmaningen Middelharnis, Zaandam, Metslawier, Vlissingen, Oosterbeek, Stavoren, Grouw, Strijen

WP vd Herberg Metslawier

Lourens Sikkalee

N 186 BM Uitmarsum 10-4-1848 kind van AG van der Schans

N 187 NM

N 188 Gouverneur 10-4-1848 schutterij

N 188 BM Helder 10-4-1848 geboorte actens

N 189 BM Dirksland opname Gerrit Smit in Gesticht

N 190 BM x 13-4-1848 doodacte Elisabeth Prins

N 191 inzending staat fabrieken trafiquen en bedrijven enz

N 192 Marine

N 193 NM

N 193 BM Raamsdonk 17-4-1848 Hendrik Geus

N 194 Grietman van Schoterland Heerenveen 17-4-1848 declaratie Elisabeth Prins

N 195 en 196 BM Maastricht 17-4-1848 declaratie FJ Dinkelo

N 197 NM

N 198 x 21-4-1848

Dat aanvankelijk wekelijks niet meer dan 1 gulden is bedeeld, doch dat reeds kort daarop ten gevolg der ernstige ziekte der vrouw deze bedeeling heeft moeten worden verhoogd, en wel nadat het voornoemd armbestuur zich van den noodzakelijkheid persoonlijk heeft overtuigd, zullende het dan toch ook wel geen betoog behoeven, dat in een huisgezin van 6 personen, waaronder een zieke vrouw, die zonder de minste verdienste waren, en dan in ene zeer koude winter eene bedeeling van 1.- per week volstrekt ongenoegzaam en zelfs die van 2.- waarlijk nog uiterst spaarzaam was, wilde men dat gezin niet letterlijk van gebrek doen omkomen.-

Na verloop van 5 of 6 w is dan ook de bedeeling weder tot 1.- terug gebragt.

N 199-208 24-4-1848 Ossendrecht, Kolijnsplaat, Nieuwe Tonge, IJsendijk, Kuinre, Vianen, Middelstum, Wormerveer, Dusse, Alkmaar

N 209

N 210 Gouverneur 28-4-1848 rekest GJ Gerritsen en K Roeper school Eierland

N 211 Gouverneur 1-5-1848 zetting brood

N 212 B&W Kampen 7-5-1848 verplegingskosten van Tomasina de Rooij

N 213 Inspecteur Helder 8-5-1848 tegenschatters

N 214 en 215 BM Grouw 10-5-1848 kennisgeving van ondersteuning en geneeskundige hulp aan Lou Sikkalee

Idem voor de minderjarige kinderen van Fokje de Vries

N 216 11-5-1848 Aan de Burgemeester van Ouddorp

Dat aan Jan Santivoort eene ondersteuning is verstrekt ad f 4,50 voor reisgeld naar Amsterdam en terug, alwaar hij dezer dagen voor het Provinciaal Geregtshof heeft moeten verschijnen, ter zake eene tegen hem ingestelde criminele vervolging. Volstrekt onvermogend.

N 217 NM

N 218 Gouverneur 14-5-1848 George Leichbaum, zieke polderwerker

De declaratie deswegens ten laste van het Rijk komende, zal ik de Eer hebben na afloop der verpleging UEx intezenden.

N 219 NM

N 220 Grietman x 15-5-1848 Elisabeth Prins

N 221 BM x 15-5-1848 betalingswijzen

N 222 Dirksland 15-5-1848 declaratie Antje van der Schaaf

N 224 NM

N 225 cert

N 226 BM Haaksbergen Cornelis Brant

N 227- 252 verzoek tot gegeven voorschotten van Weldadigheid

N 253 BM x 18-5-1848 Reisgeld aan Jan Frederik gegeven 2.-

N 254 Gouverneur 19-5-1848 NM

N 255 BM Vrouwenpolder 19-5-1848 onderstand Andries Franco

N 256 idem Fokje de Vries

N 257 20-5-1848 Voortdurende ziekte van Lou Sikke Lee

N 258 G Tuinder

van het gesticht waar de verpleging casu quo zoude moeten geschieden, alsmede een nader onderzoek zou vereischen, welke dier lokalen daartoe de geschiktste gelegenheid aanbiedt, doch waartoe naar mijne bescheiden meening de uislag van voornoemd onderzoek dient te worden afgewacht.

N 259 Gouverneur 22-5-1848 tegenschatters Pieter Plavier en Arie Geus

N 260 NM

N 261 B&W Dordrecht 23-5-1848 onderstand H vd Berg en J vd Berg

Dat Heiltje van den Berg met 3 kinderen vrouw van Willem Zahn en Johanna van den Berg met 2 kinderen vrouw van Pieter Schouten uit UEd Achtb stad dezer dagen zwervende hier in deze zijn aangekomen, om op het werk eener nieuwe indijking hare mannen te zoeken die volgens gedane opgave een half jaar geleden van haar zijn afgegaan, en zij sedert dien tijd geen narigt van hun meer zoude hebben gekregen.

Deze verlatene moders en kinderen verkeerde in eene hoogst armoedige staat aan alles volslagen gebrek hebbende, diensvolgens ben ik genoodzaakt geweest op gisteren aan haar de noodige onderstand voor nachtverblijf en voeding te verstrekken, en tevens op heden te voorzien in de kosten voorzien van hier naar den vasten wal gezamentlijk te bedrage van 3.65.

N 263 BM Zeddam onderstand W Brink

N 264 27-5-1848 school Oost

N 266 en 267 NM

N 268 B&W Leiden 31-5-1848 verplegingskosten

N 269 BM Sliedrcht 2-6-1848 Jan Bikker

N 270 Gouverneur 3-6-1848

N 271 BM Abcoude 3-6-1848 Pieter Giesberts

N 272 BM Oude Tonge 5-6-1848 C van Dongen met huisgezin

N 273 acte

N 274 B&W Amsterdam 9-6-1848 Willem Blaauw

N 275 BM Ouddorp 9-6-1848 Adrianus van Duiven overleden

N 275- 279 13-6-1848 Aan de Predikanten en pastoor

Collecte Gewapende dienst, oproep in de kerken, collecte op Maandag 19 aanstaande

N 280 Rijksontvanger 14-6-1848 personele belasting

N 281 NM

N 282 Gouverneur 16-6-1848

N 292 BM Soeterwoude 19-6-1848 Pieter Vriesekoop

N 293 Gouverneur 20-6-1848 Instellingen van Weldadigheid

N 294 Gouverneur 20-6-1848 Grondbedijking

Jan Daalder en C.J. Duinker willen eenige hun aankomende schorren en slikgronden bedijken.

N 295 Officier van Justitie 19-6-1848

In de Burgelijke Stand moet 'Auker, zoon van' Willem Blom en Leentje van der Wijk zijn 'Trijntje Aukers, dochter van'.

N 296 Gouverneur 21-6-1848 Inzending kwitantie voor betaling verpleging Bedelaars

Maatschappij van Weldadigheid 1 e halfjaar

N 297 Officier van Justitie 23-6-1848 BS

N 298 BM Ouddorp geb acte

N 299 Gouverneur NM

N 300 BM Helmond 27-6-1848 Cornelis Brand

N 301 BM Vrouwenpolder 27-6-1848 A Francois

N 302 NM

N 303 NM

N 304 Gouverneur 3-7-1848 Mutaties policie

N 305 NM

N 306 Gouverneur 3-7-1848

Ik heb de Eer UEx bij deze te doen toekomen een dubbeld der gedane aangifte tot indijking door P Langeveld ter bekoming van vrijdom van lasten.

N 307 NM

N 308 BM Helder 4-7-1848 NM

N 309 Gouverneur 10-7-1848 kiezerslijsten

N 310 NM

N 311-316 11-7-1848 Aanmaningen naar Sliedrecht, Vrouwepolder, Ter Heyden, Grouw, Stavoren

Louw Sikkelé

N 317 en 318 BM x en Rhoon 11-7-1848

aanmaning P Kortenhoef en Huibertus de Ridder 13.70 en P Solberg 12.73

N 319 Gouverneur 11-7-1848 kasverificatie

N 320 BM Castricum 12-7-1848 aanmaning

Gespecificeerde declaratie van de bedeeling in den afgelopen winter van Jansje Veld

N 321 BM Meerkerk 12-7-1848 exract overlijden Johanna Smits huisvrouw van A Kort

N 322 Prov Commissie 14-7-1848 pokinentingen

N 323 Gouverneur 15-7-1848 pensioenen

Kennis te geven van het overlijden van Bakker Sanderijntje Jans (weduwe Glasvoort, zijnde gedoopt den 28 Nov 1762) ingeschreven in het grootboek der pensioenen ad 100.- blijkens acte van pensioenering dd 21 Juny 1815 N 116 hoofdafd kerkelijke pensioenen.

N 324 Ministerie van Marine 16-7-1848 betrekkingen van schepelingen

N 325 Gouverneur 19-7-1848 verpachting van duingronden DA Lap

Dat ik DA Lap ovor de daarbij bedoelde pacht en verhooging tot 200.- toe ampel heb gesproken doch van den zelven als deszelfs definitief besluit heb ten antwoord bekomen, dat hij hoegenaamd niet meer dan 100.- als jaarlijksche pacht wilde betalen.

Ik geloof alzoo met Uwe Excellentie dat met goed gevolg eene publieke verpachting zou kunnen worden beproefd daar ook naar mijne meening de opgaav van den Heer Ingenieur van het in die duingronden te houden vee geenzins overdreven is.

N 326 Officier van Justitie 19-7-1848 Aaltje Hillenius

Onder terugzending van de daarbij toegezonden aanklagt van Aaltje Hillenius wed Corn Kikkert daarop te berigten

Dat in December ll door die vrouw zijn geplaatst 2 bomen voor haar huis, doch buiten hare stoep in den grond die tot heden nog altijd is geweest het onbetwiste eigendom der gemeente. Over die willekeurige daad, waardoor aan het daar onmiddellijk nevenstaand Raadhuis in het vervolg geen onbelangrijke hindernis zou worden veroorzaakt, heb ik met overleg mijner Assessoren onverwijld de voornoemde Aaltje Hillenius mijne bedenkingen medegedeeld en minzaam doen uitnoodigen die bomen weder te doen wegnemen.

Dit verzoek is steeds in den wind geslagen ofschoon meermalen door mij herhaald, het voorgeven was dat zij op die bomen een zoo hooge prijs stelde ter afvoering eenmaal der Zon van haren winkel. Toen nu onlangs deze zelfde vrouw, die voor 2 jaren met hare crediteuren een accoord ad 6 % gesloten had, ten tweede male zich in zoodanige omstandigheden bevond dat zij zich geheel moest failliet verklaren, en mitsdien haar woonhuis binnenkort staat te verwisselen, begreep ik eindelijk deze reeds te veel lang geduurd hebbende willekeur te moeten doen ophouden. Ik heb haar daarop nu zeer onlangs daarover in persoon onderhouden, en ontving daarop haar antwoord: "Neem gij ze nu maar weg, ik heb er toch geen belang meer bij". Daarop heb ik dit dan ook laten doen, en de kosten der boomen nog wel voor mijne rekening genomen.

UEdAchtb heeft daar zoo beknopt mogelijk de geheele zaak, de weduwe Kikkert heeft van hare zijde een daad gepleegd van volslagen willekeur, die nu door herhaalde weigering tot herstel van mijne zijde eene ernstige vervolging had verdiend, in plaats daarvan is zij door mij met meer dan toegeeflijkheid behandeld en nu klaagt zij over geweld?

Het is alleen de bekende weinige moraliteit dezer persoon, daarboven welligt door andere van gelijk soort aangezet.

Haar curator is J.L. Kikkert.

[Cornelis Simonsz Kikkert (1792-1829), schilder, glazenmaker, verver. Getrouwd in 1816 met Aaltje Jans Hillenius (1794-1871), 5 kinderen. Zijn zoon Jan stierf ook in 1829, het Mazelenjaar]

N 327

N 328 x 20-7-1848 huisvrouw Gerrit Brouwer

Declaratie van het Algemeen Armbestuur alhier van voorgeschoten begrafeniskosten van het lijk van wijle Aaltje Veldhuizen huisvrouw Gerrit Brouwer.

N 329 BM Edam 21-7-1848 geneeskundige behandeling van Saartje Vrieslander

N 330 B&W Nijmegen Johanna van Doorn

N 331 Gouverneur 24-7-1848 personle belastingen

N 332 berigt goede ontvangst Controleur

N 333 cert

N 334 BM Sliedrecht 28-7-1848 Jan Bakker

N 335 Gouverneur 28-7-1848 rekest P Langeveld

N 336 31-7-1848 Aan de Gouverneur Nog geen verschijnsel van eenige ziekte in de aardappelen.

N 337 31-7-1848 Aan de Gouverneur geboorte Catharina Jans Verberne

Dat het als eene stellige daadzaak kan worden aangemerkt dat Catharina, dochter en zesde kind van Jan Willemsz Verberne uit deszelfs huwelijk met Jantje Hopman alhier is geboren den 27-10-1842.

Dat tijdens die geboorte de vader op eene buitenlandsche Zeerijs afwezig was, de aangifte dier geboorte in de registers van den Burgerlijken stand dezer Gemeente, door den Vroedmeester die bij de bevalling had geadsisteerd destijds is verzuimd geworden.

Dat het verzuim dezer aangifte niet eerder is ontdekt geworden, als bij het opmaken van den staat van aanvragen om toepassing der wet van 29 Nivose 13 jaar, onder dagteekening van 10-6-1847 door mij opgemaakt.

Dat onmiddelijk na deze ontdekking JW Verberne bij rekest zich aan de Arrondissements Regtbank te Alkmaar heeft gewend met verzoek, dat de geboorte van voornoemde zijne Dochter Catharina alsnog in de Registers van den Burgerlijken stand mogt worden ingeschreven, op welk rekest de regtbank bij vonnis in dato 5-7-1847 beschikkende, de bedoelde inschrijving heeft bevolen, mitsdien onder dagteekening van den 13-7-1847 eene Acte in de Registers van den Burgerlijken stand dezer gemeente is opgemaakt, dat Catharina dochter van JW Verberne en Jantje Hopman, zijn huisvrouw, op den 27-10-1842 is geboren, waarvan het bijgevoegd extract in dato 20-9-1847 op gedane aanvrage is uitgereikt.

N 338 Gouverneur 1-8-1848 Broodzetting

N 339 Gouverneur 2-8-1848 ontvangen missive

Aan welker inhoud dien overeenkomstig met de meest mogelijke naauwkeurigheid zal worden voldaan en opgevolgd.

N 340 2-8-1848 Aan de Gouverneur

Gemiddeld aantal sterfgevallen over de laatste 10 jaar is 108.

Dat sjaarlijks op dit Eiland behalve de gewone jaarmarkt/kermis die altijd op den 24 Juny en wlken 6 achtereenvolgende dagen voortduurt, de volgende 8 vaste veemarkten worden gehouden, te weten op den 8 en 13 Maart Schapen Markt

24 April Koeijen en Schapen Markt

Tweede Vrijdag in Augustus Paarden en Volen markt

Tweede Dingsdag in November Koeijen en Schapen markt

Alle deze markten vinden plaats en worden gehouden aan den Burg als het middelpunt van dit Eiland.-

N 340- 342 BM Wormerveer, Vianen, Kuinre domicilie van Onderstand

Klaas Eijkel Johanna van Haarlem en Rensje Makkinga

N 343 NM

N 344 BM Heenveld Johanna Janssen

N 345 BM Rhoon 8-8-1848 P Solberg

N 346 BM Lexmond 8-8-1848 H de Ridder 53.70

N 347 BM Avereest 8-8-1848

Gerrit Slot en Neeltje Burger hadden tijdens hun vertrek naar Frederiksoord den 5 Julij 1822 5 kinderen in leven, waarvan de jongste Hendrik is geboren op 3-7-1820. Alhier is niet bekend dat later uit dat huwelijk kinderen geboren zijn.

[Neeltje Jacobs Burger (1778 Nieuweschild- 18xx) was in 1803 getrouwd met Gerrit Jacobsz Slot (1775 Oosterend- 184x Frederiksoord). Ze hadden 5 kinderen: Neeltje, Cornelis, Klaas, Jacob en Hendrik]

N 348 Gouverneur 8-8-1848 rekest Diaconen HV Gem Waal

Dat de bij voornoemd rekest vermelde Sanderijntje Bakker weduwe HL Glasvoort tot naaste betrekkingen heeft nagelaten haren achterneef en Nicht Pieter Cornelis Bakker en Aagje Smit, beide alhier woonachtig.

Dat dezelve nu overledene Sanderijntje Bakker reeds sedert verscheidenen jaren in vrij kommerlijken omstandigheden heeft geleefd, zoo zeer dat de thans door haar tot erfgenaam gestelde diaconie haar gedurende al die tijd heeft ondersteund.

Dat daaruit van zelve volgt dat de onderwerpelijke erfenis niet heeft te beduiden en welligt naauwlijks zal toereikend om de schulden en bereddingkosten te bestrijden, de voren genoemde familie der overledene, door mij op dat punt gehoord is dan ook van al deze omstandigheden ten volle overtuigd, zoodat die, ofschoob niet bemiddeld, mij heeft verklaard in die beschikking genoegen te neemen.

Mogt intusschen bij de afloop diens boedels blijken dat er nog eenig beduidend overschot ware, zou altoos de voorwaarde aan de gevraagde authorisatie kunnen worden gehecht, dat zoodanig batig saldo in inschrijding op grootboek wierde overgebragt, zooals dan ook het betrokken diaconie bestuur mij verklaard heeft daartoe genegen te zijn.

N 349 Gouverneur 9-8-1848 Eilands rekening, benevens die van het GvW Algemeene Armen 1847

N 350 Gouverneur 10-8-1848 bedijking

N 351 NM

N 352 BM Oudvosmeer 10-8-1848 Wed van Duin

N 353 354 355 NM

N 354 Gouverneur 12-8-1848 PH Polder

N 355 NM

N 356 BM Ouddorp 14-8-1848 Jan van Hasselt

N 357 15-8-1848 Aan de Gouverneur

Dat over dit geheele eiland in bijna al het Aardappelgewas, min en meer zieke knollen onder de Aardappels zich voordoen. Men schrijft dit inzonderheid toe aan de in die tijd menigvuldig gevallen zwaare regens. Deze ziekelijke gesteldheid komt geheel overeen met die van voorgaande jaren, echter is dezelve op dit oogenblik nog niet van dien aard dat er bezorgdheid bestaat, daardoor eenige belangrijke schade aan het gewas zal worden geleden.

N 358 NM

N 359 18-8-1848 Aan de Gouverneur

Kwitantie van overstorting bij den Ontvanger der Registratie alhier ad f 102,99,5 wegens alsnog verschuldigde transport, vervangings, vestiging en onderhoudskosten der gedane 't jaar 1847 voor deze Gemeente in de Kolonie der Maatschappij van Weldadigheid gevestigde personen.

N 360 Gouverneur 18-8-1848 nota

N 361 Gouverneur 21-8-1848 personele belasting

N 362 Inspecteur 22-8-1848

N 363 BM Sliedrecht 21-8-1848 J Bakker

N 364 NM

N 365 BM Ouddorp 24-8-1848 A Heerschap

N 366 cert

N 367 B&W Maastricht Johannes Theodorus Dinkelo

N 368 cert

N 369 NM

N 370 31-8-1848 Aan de Gouverneur

Dat in de laatst verlopen halve maand de ziekelijke gesteldheid der Aardappelen over het algemeen is toegenomen. Op de zwaarste gronden zijn de knollen voor het meerendeel door de ziekte aangedaan, op de hooge en dorre zandgronden daarentegen is zulks veel minder, echter zooals het zich thans laat aanzien, zal over het geheel op dit eiland een belangrijk verlies worden geleden.

N 371 Gouverneur 1-9-1848 BS

N 372 BM Ouddorp 7-9-1848 A Heerschap

N 375 NM

N 376 BM Oud-Vosmeer 8-9-1848 Adrianus van Duiven

N 377- 383 8-9-1848 N 383 Aan de predikanten verzonden eene circulaire houdende kennisgeving van den gezegenden staat waarin zich de ErfGroothertogin van Saxen Weimar Eisenach bevindt, met uitnoodiging om daaraan in derzelver gebeden indachtig te zijn, op dat door de gunstige beschikking des Almagtigen eene voortdurende welstand en tijd en wijle eene voorspoedige bevalling van HKH verzekerd worden.

N 384 NM

N 385 Gouverneur 13-9-1848 Lijst Kiesgeregtigden

N 366 15-9-1848 De vroege soorten die gerooid zijn en daaglijks nog gerooid worden, zijn het minst door de ziekte aangedaan. Over het geheel gerekend men daarvan twee derde van het beschot behoudens de late of winteraardappelen en de zoogenoemde roode en blaauwe soorten zijn veel meer door de ziekte aangedaan, en verwacht men dezelve een zeer klein beschot zullen opleveren.

N 387 BM Petten onderstand nu wijle Adriana van Rueven en Johanna Baard

N 388 cert

N 389 28-9-1848 Verkoop door J.S. Daalder en C.S. Duinker als eijgenaars van 63 Bunder 85 Roeden 30 Ellen buitengronden.

N 390 idem 14 Bunders

N 391 Gouverneur 30-9-1848 policie

N 392 Gouverneur 30-9-1848 rekest

N 393 Gouverneur 30-9-1848 loterijen

N 394 Gouverneur 30-9-1848 Begrooting

N 395 Gouverneur 30-9-1848

Dat de ziekte in de Aardappels niet meer is toenemende; bij de Rooyingen waarmede men de laatste 14 dagen druk bezig is geweest, is het resultaat der gezonde knollen niet uit de hand gevallen; over het geheel echter levert het Aardappelgewas, door het verlies der ziekte een klein beschot.

N 396 Gouverneur 1-10-1848 Jannetje Bakker

Dat ik op nieuw de onderwerpelijke zaak tot een punt van gezet onderzoek heb gemaaakt het resultaat dier nasporingen is als volgt:

Jannetje Bakker is nu reeds vele jaren geleden denkelijk in 1807 met hare ouders Hendrik Bakker en Steintje Buissekool uit deze gemeente vertrokken naar Terschelling, al waar haar vader destijds bij de Seinpost was geplaatst en alwaar men insgelijks meent dat haar moeder overleden is.-

Noch Hendrik Bakker noch Jannetje Bakker hebben zich later wederom binnen deze gemeente gevestigd, alleen herinnert men zich ten aanzien der laatste dat zij nog slechts eenmaal zich enkele dagen alhier heeft opgehouden.-

Dat voorts alle de verklaringen van Jannetje Bakker omtrent haar verder verblijf alhier tot 1839 en zoogezegde ziekte en verpleging alhier, als mede geldelijke ondersteuning tot verkoop van goederen geheel en al zijn valsch en blijkbaar alleen verzonnen met oogmerk om aan eenige penningen te geraken.-

Maar daarenboven is die vrouw, men meent te Beilen hare verzekering omtrent hetgeen haar te Texel zou wedervaren zijn zoo ruimschoots aan, waarom dan ook niet berust in hare verklaring dat zij te Ruinen gehuwd is geweest en wel gedurende den tijd van 12 jaren, daardoor dan toch is in allen gevallen haar onderstands domicilie op dat van haar man overgegaan, een beginsel trouwens dat op deze gemeente reeds meermalen is toegepast geworden.-

Eindelijk zoude er tegen de geheele verpligting om een op deze wijze eigendunkelijk gedane bedeeling, hoe nuttig en doelmatig ook wlligt overigens op zich zelve, nog veel zijn intebrengen, ware het niet dat alreeds op grond van het boven aangehaalde met bescheidenheid vermeend te kunnen blijven weigeren in de restitutie ten deze aangevraagd, maar die te moeten laten voor rekening van zoodanig bestuur als die op eigen gezag heeft gedaan aan eene vrouw die reeds voor 40 jaren deze gemeente heeft verlaten, en slechts bij zeer enkelen meer in aandenken is gebleven.-

[Hendrik Albertsz Bakker (1767/68-18xx) x Stijntje Cornelis Buijsekool (1768-1813) van Oudschild, gestorven te den Burg, kinderen Jannetje (1793) en Cornelis (1796). Hendrik hertrouwde met Doetje Douwe Tjebbes (1767/68) uit Harlingen]

N 397 en 398 NM

N 399 en 400 1-10-1848 Aan gemeenten Rhoon en Lexmond aanmaningen betaling voor P. Solberg en H. de Ridder met nieuwe declaraties

N 401- 404 4-10-1848 Aanmaningen naar Ditmaarsum, Lichtevoorden, Harreveld, Nijmegen

N 405 Gouverneur 5-10-1848 personele belasting

N 406 NM

N 407 Gouverneur 9-10-1848 kas verificatie

N 408 Gouverneur 10-10-1848 Johanna Verberne

N 409 11-10-1848 Aan de Gouverneur met de hierbij teruggaande stukken betreffend het onderstandsdomicilie van Abraham de Jong

In 1841 heeft A. de Jong zijn alhier sints vele jaren bezeten en bewoonde huis verkocht, heeft hetzelve met al zijne onroerende goederen ontruimd en daarmede zich nedergezet te Helder [daarna is hij niet langer dan een paar dagen achtereen op Texel geweest].

N 410 Geneesk Commissie 11-10-1848 Vaccine

N 411 NM

N 412 BM Heerenveen 13-10-1848 Haltje Faber

N 413 Controleur 13-10-1848 Kas verificatie

N 414- 426 16-10-1848 Brieven met aanmaningen

waaronder W.P. van der Herberg Metslawier f 7,- en Lourens Sikkelée f 21,20 Grouw

N 427 Minister Marine 16-10-1848 moeder van een schepeling

N 428 BM Witmarsum declaratie AG vd Schaaf

N 429 BM Heerenveen idem H Faber

N 430 Gouverneur 16-10-1848 J van Embden

N 431 BM Rhoon 18-10-1848

N 432 Gouverneur 17-10-1848 Rensje Makkinga met hare 2 kinderen uit Keunre

N 433 Gouverneur 19-10-1848 Koenraad Bos

N 434 NM

N 435 Gouverneur 20-10-1848 Haven Nieuweschild

N 436 BM Helder huwelijksaankondiging

N 437 438 BM Grouw en BM Stavoren aanvraag geb acte Lou Sikkelee en Fokje de Vries

N 439 BM Ouddorp Adrianus van der Vliet

N 440 Gouverneur 25-10-1048 Adrianus van Deuvn van Oud Vosmeer 1 ½ bld

N 441 voordragt Zetters

N 442 27-10-1848 Aan de Gouverneur onderwerp Rekest Klaas Kuiper c.s.

Onder terugzending van de daarbij in mijne handen om berigt, consideratie en advies gesteld rekest van Klaas Kuiper c.s. te Koog alhier, met bijgevoegde missive van ZE de Heer Minister van Binnenlandsche Zaken dd 20 dezer te berigten

Dat alle de rekwestranten zijn personen die op hun verzoek van den Heer van Lit als eersten pachter, groote of kleine stukken miend of heidegrond ter cultivering hebben overgenomen, en over het algemeen voor hunnen aangewende vlijt, zoo als zij trouwens zelve erkennen, vrijwel beloond worden door de vruchten van dien grond. Zij zijn alzoo tegenwoordig de grootste zwarigheden aan dergelijke ondernemingen verbonden, te boven en mogen zich vlijen nog gedurende eenige jaren de vruchten van hunne arbeid te zullen trekken.

De pacht toch die zij den Heer van Lit betalen is gering en levert geen bezwaar op voor hen hoegenaamd. Hoe gaarne dus ik die menschen op alle betamelijke wijzen in hunne belangen wil behulpzaam zijn, zoo vind ik voor eene gunstige beschikking op hun verzoek volstrekt geen termen, evenmin als dit bij soortgelijk verzoek van H. Rikkerts indertijd het geval was, waarover ik de Eer had bij missive van den 10-3-1846 N 74 te rapporteren, zoo als dan ook door ZE de Heer Minister van Binnenlandsche Zaken zeer terecht is opgemerkt, waaraan ik mij veroorloof mij eender te refereren.

N 443 BM Breskens 28-10-1848 F Cuvellier

27-10-1848 Brieven N 444-450 aanmaningen

N 451 Gouverneur 1-11-1848 zetting brood

N 452 Gouverneur 2-11-1848 kiesgerechtigden

N 453 B&W Berg op Zoom 2-11-1848 Adrianus van Duiven

N 454 Gouverneur 3-11-1848 Kiezersreglement

N 455 BM Meerkerk 4-11-1848 overlijden E.A. Kort

Everd Arends Kort gisteren alhier overleden met achterlating van 5 alle hulpbehoevende kinderen, waarvan 2 ziek, en voorts aan alles gebrek hebbende. Met beurtschip naar Amsterdam. Ik vermoed echter, het wel noodzakelijk te zijn aan deze kinderen op reis persoonlijke adsistentie medetegeven, alzoo de jongst nog buiten staat zijn, op zich zelve te reizen en de oudste niet kunnen geacht worden in staat te wezen de jongere te bewaken en op te passen. Alles zal intusschen met de nodige spaarzaamheid worden behandeld en na afloop der verpleging de declaratie van een en ander aan UEdAchtb om restitutie worden toegezonden.

N 456 Inspecteur Helder 6-11-1848 Patenten

N 457 7-11-1848 Inzending dood Extract EA Kort aan BM Meerkerk

N 458 idem Geb acte Frederik de Vries

N 459 BM Vlieland 10-11-1848 Inzending Kiezrslijst

N 460 B&W stad Alkmaar 10-11-1848 lijst kiesgerchtigden

N 461 BM Vlieland 13-11-1848 verkiezing

N 462 BM Oud Vosmeer 13-11-1848 onderstandsdomicilie Abram van Duijven

N 463 Gouverneur 14-11-1848 Inznding verklaring P. Langeveld

Vrijdom van verhooging van grondlasten

N 464 BM Tholen 22-11-1848 onderstand A Rondschild f 2.-

N 465 BM Soeterwoude dat Pieter Vrieskoop in het GvW is opgenomen en onder geneeskundige behandeling is gesteld.

N 466 Gouverneur 22-11-1848 NM

N 467 Gouverneur 24-11-1848 schoolgebouw

N 468 BM Alkmaar toezending stembussen

N 469 BM Meerkerk 28-11-1848 f 57.20 van EA Kort

470-481 1-12-1848 aanmaningen

N 482 1-12-1848 Aan de Gouverneur onderwerp onderstand aan vreemdelingen

Franciscus Bade, opgenomen, verpleegd en na zijn dood ter aarde besteld, als Belg van afkomst.

N 483 484 485 aanmaningen

N 486 2-12-1848 Aan de Burgemeester van Metslawier

Dat W.P. van der Herberg UEdA opzettelijk heeft misleid, toen hij de opgave deed vervat in de tevens mij toegezondene Staat van Inlichtingen,- en zijn driejarige gevangenisstraf in het Huis van arrest te Hoorn verzwegen heeft. Hij heeft geen aanhoudend vierjarig verblijf binnen deze gemeente gehad, dat alles blijkt ten volle uit de Staat van Inlichtingen door mij den 12 Januarij El geformeerd en bij mijne missive van den 13 Januarij El N 107 aan UEd is ingezonden, en die ik UEd verzeker dat geloofwaardig is, en het is uit dien hoofde dat ik nogmaals namens het betrokken Algemeen Armbestuur blijf aandringen op de spoedige restitutie van de ten behoeve van Van der Herberg gedane uitschotten, als zullende anders genoodzaakt zijn daaromtrent aan het hooger Gouvernement kennis te geven.

N 487 2-12-1848 J. van Embden

N 488 BM Lexmond

N 489 BM Grootxxders meerhout Jacobus Herrigers

N 490 BM Vlieland verkiezing

N 491 7-12-1848 Aan de Burgemeester van Rhoon

Er is andermaal door de Heer Pastoor te Cocksdorp berigt over P. Solberg, steeds ziekelijk en zijne vrouw en kinderen kunnen met de winter niets verdienen enz. Declaratie f 70,75

N 492 BM Alkmaar toezending stembus en Lijst

N 493 BM x Cornelia Heijkoop

N 494 BM Aam 12-12-1848 verpleging en eisgeld Jacob Minnesma, vrouw, kind

N 495 NM

N 496 Gouverneur

N 497 BM Ouddorp 14-12-1848 onderstand domicilie A vd Vliet

Dat het eene dwaling toeschijnd, te beweren dat A vd Vliet zijn OD binnen dze gemeente zou hebben verkregen, omdat zijn moeder thans alhier zou zijn gedomiliceerd, immers moet ik UEdA alleen herinneren de algemene bepalinge der wet van 1848, die de gemeente waarin iemand geboren is tot zijn onderstands domicilie aanwijst, hetwelk dan alleen vervalt wanneer hij geduende 4 jaren elders gewoond en de hem opgelegde belastingen voldaan heeft.

Tot meerdere opheldering moet ik UEdA verzoeken verder te willen inzien het Kon. Besluit van 5 Oct 1838 en wel de 3 Considerans wel uitdrukkelijk wordt uitgemaakt dat een meerderjarige die behoeftig wordt, alvorens hij sedert zijn meerderjarigheid elders 4 jaren gewoond heeft OD heeft in zijne geboorteplaats, al is het dat hij minderjarig met zijne ouders meer dan 4 jaren in eene ander gemeente gewoond heeft, zonder aldaar bedeeld te zijn.

Eindelijk doet ook het tweede huwelijk zijner broeder in deze niets af, wel is waar volgde hij minderjarig zijnde het OD van zijne stiefvader, doch dat is immers van volstrekt geen toepassing op eenen meerderjarig geworden persoon, als waarvan hier de reden is, dan toch volgt niet vaneenander, maar moet het van zich zelve hebben.

[Adrianus van der Vliet (1824-18xx) x 1853 Anthonia Vervaart (1831-18xx) Middelharnis, 10 kinderen geboren in Eierland]

N 498 BM Bolsward 15-12-1848 onderstand Hendrik Geele

N 499 Gouverneur doodacte Franciscus Bade

N 500 Gouverneur 15-12-1848 onderstand Rensje Makkinga

N 501 Gouverneur 16-12-1848 Directe belastingen

N 502- 507 Controleur kadaster Haarlem 18-12-1848 Vrijdom van grondbelasting

N 508 20-12-1848 ordonnantie van f 250.- voor Kapitein Verberne voor Zegelgelden

N 509 BM Oostvoorne 20-12-1848 persoon onbekend

N 510 Betaalmeester te Amsterdam 20-12-1848 over voorschot JW Verberne

N 511 22-12-1848 Aan de Gouverneur

Dat op gisteren alhier ten gevolge van een noodlottig toeval is overleden IJsbrand Dijker, milicien van de ligting 1845, behorende tot deze gemeente, ingedeeld bij het Flank Battaillon 4 Regiment Infanterie 2 Kompagnie.

N 512 BM Lexmond 23-12-1848 Cornelia Heijkoop

N 512a Gouverneur 23-12-1848 onderstand Bernardus Josephus Scholte

N 513 BM Breskens 23-12-1848 J Cuvilier

Dat J Cuvillier die zich met zijn gezin zich nog in deze gemeente bevindt, zich bij mij heeft aangemeld om bedeeling, alzoo hij bij de ingevallen vorst geene verdienste meer konde vinden. Op deze eerste aanvrage heb ik echter geen ondersteuning aan hem uitgreikt, hetwelk binnen korte dagen toch onvermijdelijk zal zijn, diensvolgens verzoek ik UEdAchtb per omgaande eene authorisatie tot het verlenen van onderstand aan dat gezin mij te willen doen toekomen.

N 514 BM Moordrecht 23-12-1848 Armwezen Maximiliaan Adriaansen

N 515 Gouverneur

N 516 BM xveen 23-12-1848 Jan x de Wold

N 517 Gouverneur 27-12-1848 Pers Belasting

N 518 idem Patenten

N 519 520 en 521 522-524 27-12-1848 Aanmaningen

N 525 B&W Middelharnis 28-12-1848 staat van inlichtingen Josephus Hendrikus Raspoort

N 526 Gouverneur 28-12-1848 Prov blad

N 527 528 529 Prov Commissie 28-12-1848 Geneeskundige dienst

Geene veranderingen behalve C van Deinse naar Enkhuizen en daarvoor in de plaats Pieter Scheurleer en de vestiging van den Heelmeester D. Ocken.

N 530 BM Grootegeest, Neder Hardinxveld Hertogenbosch aanmaningen

N 531 BM Heerenveen 28-12-1848 onderstand T H de Jong

Zekere Josephus Hendrikus Raspoort, polderwerker gehuwd met Trijntje Harmens de Jong uit UEdAchtb gemeente, bevinden zich sedert eenige tijd op dit Eiland op het werk eener nieuw ingedijkte Polder.

Dat gezin in 5 personen bestaande is door tegenspoed en voornamelijk door de geringe verdienste in den verlopen zomer zeer ten achteren geraakt en verkeerd thans in zeer behoeftge omstandigheden, reeds is door mij eene geldelijke ondersteuning aan hetzelve uitgereikt voor rekening van het domicilie van den Man, maar zulks is niet voldoende, de groote behoefte van dit gezin te voorzien. Dienvolgens neem ik de vrijheid UEdAchtb met de nood van genoemd gezin bekend te maken, en tevens te verzoeken om te worden geauthoriseerd ook voor rekening van het verpligte armbestuur ten Uwent bij wijze voor de vrouw eenige geldelijke ondersteuning aan hetzelve te mogen geven, al ware het laatste een gulden per week, tot zoolang de werkzaamheden worden aangevangen waarop ik per omgaande UEdAchtb antwoord ben inwachtende.

N 532 19-12-1848 kennisgeving overlijden Ysbrand Dijker aan den Komm te Terneuzen

N 533 30-12-1848 Aan de Officier van Justitie te Alkmaar, onderwerp Burgerlijke Stand

Dat door mij dezer dagen is geweigerd het aannemen der aangifte van geboorte van zeker kind dat geboren zou zijn uit

Antje Duinker, huisvrouw van Cornelis de Ridder alhier, op grond dat de tijd volgens art. 29 toegestaan verstreken was. Ik heb de man verwezen naar UEd Regtbank ten einde aldaar de noodige autorisatie te bekomen. Ik houd mij intusschen overtuigd, dat de eenige reden van het verzuim heeft bestaan in de omstandigheid dat den 24, 25 en 26 dezer Zon- en feestdagen zijn geweest. Het kind was zaterdag 23 dezer geboren en de aangifte had plaats den 27 dezer, hebbende de Vader in de dwaling verkeerd, dat hij op de Kersdagen de aangifte niet vermogt te doen.-

[Antje Duinker (1822-1850), dochter van Jacob Jansz Duinker (1893-1829) en Grietje Teekes van Grouw (1793-1876) was in het najaar van 1846 getrouwd met Cornelis de Ridder (1812-1888) uit Jaarsveld. Zij was zijn tweede vrouw, na Maria Wage die op 29-4-1846 overleed. Het dochtertje Grietje overleed 2 maanden na haar moeder op 7 maart 1850]

N 534 x 30-12-1848 Staat van inlichtingen van Hendrik Gielis

N 535 BM Kolhorn huwelijk van Jacob Minnema en Hiltje Schuringa

N 536 NMG Tuinder bijgen Dirk

N 537 Gouverneur 30-12-1848 benoeming van 2 leden des Bestuurs


Home