Herdenking van de Engelse invasie van 1799


Eind november waren de Engelse troepen van Texel vertrokken. Het ergste leek voorbij. Dat werd op 19 december gevierd op gepaste wijze. In het verslag werd niets gezegd over de ontberingen die de feestvierende mensen moesten lijden. Het was die dag namelijk erg koud.
Op 13 december 1799 was de winter zeer hevig ingevallen, koud helder weer, een straffe noordoosten wind, bijna de hele dag matige vorst met een gevoelstemperatuur van 15 of 20 graden onder nul. Het bleef vriezen tot 29 maart. Een zeer strenge winter!
Van de problemen die deze winter zou brengen wist men nog niets.

De Bataafse Orde werd hersteld, de aanhangers van die stroming “de tegenswoordige ordre van zaken”, de Vaderlanders, waren weer de baas op Texel. Degenen die van Oranje hielden moesten dit bestuur nog 14 jaar gedogen, tot er een eind kwam aan de Franse Tijd. Men was in 1813 kennelijk vergeten wat, ook uit naam van de Erfprins, door de Invasie was geschied.

De Gemeentebesturen kregen opdracht om op 19 december een plechtige viering te organiseren. Men maakte op Texel plannen voor passende, maar niet te dure festiviteiten.
Notaris Wentel leek de aangewezen persoon om een toespraak te houden- maar die wilde zulks wel schrijven, maar niet uitspreken. De Schout durfde dat wel te doen.

Of de Vrijheidboom op de Steeneplaats een echte boom was, of een hoge staak zoals op een plaat van de Vrijheidsboom in Alkmaar te zien is, valt uit deze teksten niet op te maken. Het was de 19e december geen weer om een levende boom te planten.

263 Vergadering 10 Dec. 1799
present alle de Leeden dento de Schout en A. Koning
S’ Dingsdag S’ morgens 9 uuren
Thans aan de Ordre zynde onder handen te neemen de publicatie van 1 Dec. 1799 wegens het aanstaande Nationale Feest op den 19e december aanstaande
Is eerstens geresolveerd Lourens Boon aan de Waal welke op den 26e Aug. laastleden tydens wanneer de Engelsche den invasie in ons Vaderland ondernaamen, met meer anderen de Nationale Vlag uit het Huys van den Burger Wilkes weg haalde- te doen insinueeren omme onverwyld en zelfs binnen 24 uuren dezelve of zoortgelyke Vlag te moeten restitueeren, op poene van zig voor de gevolgen te zullen moeten wagten-
Naardat verders nopens het wajen der Nationale Vlaggen: op die dag van alle de publicque gebouwen en ook van het Huys der Gemeente de nodige schikkingen waren gemaakt, is bepaald dat op den 19: de Municipaliteit S’ morgens omme 1/2 9 uuren zoude vergaderen, dat omme aan die dag zo veel plegtigheid te geven, als mogelyk was, ook het Collegie van Justitie zal versogt worden daar by te assisteeren- zullende de Proclamatie te 9 uuren geschieden, met uitlegging van de Eilands Kussens in de raamen waarop de Leeden zullen leggen, en ter dier tyd de Nationale Vlag uitgestoken worden-

Dan daar Texel maar een Gemeente bestuur heeft, ‘er ook maar een Redevoering zal gehouden worden; en daar den Burg het midden poinct van het Eiland is, zal deselve Redevoering in de Groote Kerk gehouden worden- waar van aan het Volk by Advertentie de nodige publiciteit zal worden gegeven-
Dan tot het opmaken en doen der Redevoering versogt zal worden den Burger A. Wentel, welke men daartoe zeer bekwaam en geschikt oordeeld- egter die het refuseerende, en men alzo in de Verlegenheid zoude geraken, dan de Leeraars uit alle de onderscheidene gezindheeden opteroepen, en die te versoeken uit Naam des Uitvoerend Bewinds, dat een van henlieden zig wilde presteeren tot het doen der Redevoering-
Voorts zal men met de Militairen Commandant confereeren, welke Schikkingen te maken zo wegens het Lossen van het Canon in de Schans, het byeenkomen der gewapende Magt omme half 12 uuren als andersints-
Dat men omme aan deese dag zo veel Luyster by te brengen als mogelyk, zij ook aan den Burg alhier op de Steene Plaats op Nieuw zal doen planten een Vryheids boom, ook daar gelast word, het een of ander Stedelyk of plaatselyk gebouw door Illuminatien tot de heilryke oogmerken van dien dag te coöpereeren-
Is geresolveerd de twee raamen op de zoogenaamde Scheepens en het ene raam op Burgemeesters Kamer te doen Illumineeren-
Voorts daar alles zo min mogelyk tot beswaar van de Eilands finantien zyn moet- en men egter zonder dat niets doen kan, zal de meeste besuininging werden in agt genomen-

Vergadering 11 dec. 1799
present alle de Leeden
woensdag middag 2 uure
De Burger A. Wentel by voorige Vergadering versogt tot het doen der reedevoering op het Nationale Feest bedankt voo het zelve als niet gewoon zynde, in het publicq te spreeken, egter toond deselve zig bereidwilling tot het in Order brengen der Reedevoering- waarop den Burger Langeveld Schout deezes Eilands op zig neemt, deselve Redevoering te doen-

Voorts is geresolveert op Morgen middag de Commandant in deeze Vergadering te zerdoeken, ten eynde met dezelve overleg te maken, hoedanig de werksaamheden op de feestdag van de gewapende Magt alhier zullen zyn

267a Vergadering 12 Dec. 1799
present de Burgers Koning, Gorter & de Schout
donderdag S’ middags 3 uuren
Conferentie gehouden met de Commandant van Texel de Cap. Paqué benevens 2 zyner Leutenants betrekkelyk de Viering van het Nationale Feest 19 December 1799 aanstaande
Dan verklaarde deselve Commandant zig nog in geene Schikkingen deswegens te kunnen inlaten, omme dat nog geene aanschryving daar van gekregen had- maar zo ras die bekwam, zou deselve kennis geven, omme alzoo gezamentlyk te overleggen op welke wyse deeze dag ook, op het plegtige van de zyde der Militairen zoude kunnen worden gecelebreerd-

Men overlegde nog eens met de commandant van de Schans. Het was toen al zo koud dat ‘door de aanhoudende Vorst en harde wind’ de nodige instructies van het Uitvoerend Bewind niet waren ingekomen.

Vergadering 17 Dec. 1799
present alle de Leeden demto de Burger A. Koning
dingsdag Middag 2 uuren
De precident geeft kennisse van eene Ontfangen Missive van de Commandant Pacqué geschreeven in de Schans alhier den 17: deeser, waarby deselve kennis geeft, dat door de aanhoudende Vorst en harde wind nog geen nader berigt omtrent het vieren van het Nationale feest op donderdag den 19: deeser bekomen had- dat hy hoopte die nog te zullen krygen, dan die niet bekomende: dat hy overeenkomstig de publicatie van het Uitvoerend Bewind zig gedragen zal, en tydig met zyne onderhebbende Manschappen den 19e voor het Huys der Gemeente aan den Burg zyn zal, omme dan verder met den anderen te overleggen, wat moet worden verrigt-
Waarop kortelyk gerescribeerd is, dat ingevallen geen andere Ordre kont, men hem ingevolge zyne Missive tydig zal opwagten-
Wyders is vastgesteld dat de gemanifesteerde Wil van de publicatie des Uitvoerends Bewind, ten opzigte van het Nationale feest, zodanige Vreugde bedryven aan den dag te leggen, als ook meest geschikt met de plegtigheid overeenkomt, de Vryheids Boom te doen planten aan den Burg op de Steeneplaats tusschen half 12 en 12 uuren- wanneer na de planting de aanspraak welke de Schout op zig genomen heeft te zullen doen, aan de gewapende Magt zal worden- waarna de gewapende Magt voor het Huys der Gemeente vergaderen zal, zullende aldaar het drievoudig salut met klyn geweer doen- waarna hun eenige verversching gegeven zal worden-
Ook zullen ‘er eenige ververschingen op het Huys der Gemeente gereed staan, voor de Municipaliteit, Leeden van Justitie en Officieren
Eyndelyk is besloten geen drank aan de Militairen meer als de bepaalde verversching aan de Burg te geven, maar in de Schans te zenden een anker genever voor deselven Militairen die aan de den Burg geweest zyn, en die in de Schans gebleeven zyn, omme het Saluut met het Canon te doen- ten eynde aldaar zig te kunnen vrolyk maken-

Ter Eeuwige nagedachtenisse
Het NATIONALE FEEST op den 19 December 1799
is het Nationale Feest ter vereering van den Roem der vereende Bataafsche en Fransche Armee; ter nagedagtenis van die Helden, welke voor het Vaderland en Vryheid op het Bed van eer gesneuveld zyn; ter opwekking van Vaderlandschliefde en tot dankerkentenisse der Natie aan het Opperweesen voor de Verlossinge des Vaderlands, op de volgende wyze op Texel gecelebreerd.

Des S’ morgens ten 8 uuren waaide van alle de KerkToorens en die van het Huys der Gemeente aan den Burg de Nationale Vlag- terwyl uit het Canon op de Schans 21 Schooten wierden gedaan-
Te 1/2 9 uuren vergaderde de Municipaliteit en Collegie van Justitie op het Huys der Gemeente aan den Burg-
Te 9 uuren wanneer inmiddels de Militairen uit de Schans voor het Huys der Gemeente op de Vismarkt geschaard stonden, met groene takken op de Hoeden- werd de proclamatie uit eene der Raamen van het Huys der Gemeente, in tegenwoordigheid van de Schout de Municipaliteit en Leeden van Justitie, leggende alle deselve op de Eilands Kussens welke in de Raamen geplaast waaren- terwyl de Militairen met gepresenteerd geweer stonden, met veel plegtigheid afgekondigd, waarna wyl het weer zeer Koud was, de Militairen een weinig sterke drank gegeven wierd-
Ten 10 uuren ging de Municipaliteit en Collegie van Justitie met de Schout aan het Hoofd, voorafgegaan door de Eilands Boodens en Corps naar de groote Kerk- alwaar de Schout den burger Langeveld de Stoel beklom, en de Leeden van de Municipaliteit en Justitie ieder sitting namen, terwyl de Militairen met hun geweer en slaande Trom de Kerk introkken, en zig in de Gaanderij agter de Stoel plaatste met het geweer by de Voet- waarna een meenigte aanschouwers en toehoorders meede inkwamen-
Den Burger Langeveld maakte toen een aanvang met de Redevoering, die zeer gepast door den Burger A. Wentel opgesteld was, en door hem met een warm Hart en Vaderlands Vuur, edel en defftig tot genoegen van alle welmeenende wierd uitgesprooken, zynde het circa 11 uuren, wanneer die geëindigd was-
De Schout, Municipaliteit en Justitie gingen op deselve wyse wederom naar het Huys der Gemeente, gevolgd van de Militairen, welke als toen weder eenige verversching en stuk Koek gegeven wierd-
Om half 12 uuren vergaderde deselve Militairen op de SteenePlaats- de Schout, de Municipaliteit en Justitie wierden door een Luitenant, Sergeant Major en Sergeant afgehaald, voor het front der Militairen geleyd, welke met gepresenteerd geweer stonden-
Intusschen haalden eenige Jonge Burgers de Vryheids Boom met de hoed van Vryheid en plante hem op de SteenePlaats- de Militairen formeerde toen een Kring om de Boom, wanneer de Schout de Burger Langeveld eene zeer toepasselyke aanspraak deed, die 3 maal met Lang Leeve de Bataafsche en fransche republicq!, zo door de Militairen als omstanders wierd toegejuicht-
De Kring zig als ton weder ontsluitende wierde de Schout, Municipaliteit en Justitie op deselve wyse als zy gekomen waaren tot aan ht Huys der Gemeente begeleid-
De Militairen naar de voornaamste Straaten van den Burg te hebben doorgetrokken versamelde voor het Huys der gemeente en deede aldaar het drievoudig Salvo met het Klyn geweer onder de uitroeping Lang Leef de Republicq!
Ook hoorde men inmiddels het Canon uit de Schans het Saluut van 21 Schooten doen-
Hier na de Militairen nog eenige verfrissing gegeven hebbende, vertrokken alle deselve na de Schans-
Des avonds ten 6 uuren vergaderde de Schout, Municipaliteit en Justitie wederom op het Huys der Gemeente, hetwelk eenvoudig dog net geillumineerd was- alwaar de Commandant met alle zyne Officieren ook kwamen-
Aan de Militairen die alle nu in de Schans waaren was 1 anker genever tot vrolyk maken gegeven-
Onder het genot van een glas wyn en klyn Soupé, wierd den avond in gepaste Vrolykheid doorgebragt- zo als de Burgery ook deed, zynde alles in de beste ordre afgeloopen en niets voorgevallen, het geene deesen dag eenigsints zoude kunnen ontluisteren-

Redevoering:
Geachte Medeburgers
Het heylbrengend bewind der Bataafsche Republicq bij Publicatie gelast hebbende thans in alle gemeentens Redevoeringen te houden, heeft het gemeente bestuur deeses Eilands dien vreemde Last aan mij opgedraagen.-
De plegtigheid van de dag de ongewoonheid om in ’t openbaar een Redenvoering te doen en de bewustheid welke bekwaamheeden daar toe vereijscht worden, doen mij met Schroom den Spreekstoel beklimmen, wijl de goede wil- zo men als Staatsbesluyten den Redenaar vormen kan. Ziet dan medeburgers mijne zwakke poogingen goedgunstig aan daar den eenigen drijfveer welke mij ten kansel voerden Gehoorzaamheid aan de Wet der Staat ons dierbaar Vaderland reeds voor lange in een bloedigen en Kostbaaren oorlog ingewikkeld, wij mijne medeburgeren beschouwden dier Geesel van ‘t Menschdom alle als van verre de Vijandelijke vlooten kruijsten wel dagelijks op onze Kusten- benauwde wel onzen Scheepvaart verhinderde de Visch- en Loodserij, en sneed in een woord de Hartaar van van ons bestaan af, maar onze grond bleef ongerept, geen Menschenbloed bevlekte onze velden, en den Landman leefde ongestoord en Vreedzaam van de vrugten van zyn Akker.-
Het daagelijks gezigt der vijandelijke Scheepen wierd een en men vreesde niet ofschoon er aan de Seinposten een Engelschen vloot geteld wierd.
De bekende moeijlijkheid om de Vaderlandsche Kust te naderen.- Ja veeler Stelzel dat eene Landing ondoenlijk en onuijtvoerlijk was maakte ons inderdaad bijna zorgeloos.-
Dog den Morgenstond van den 27e Augustus deezer Jaare 1799 leerde hoe weijnig Staat er op menschelijke verzeekering te maaken is.
Weer en wind dienden de vijand en de trotse Brit volvoerde onder het gedonder van ’t Kanon en ’t Schriklijkste vuur der vernielende Bomben eene Landing op onzen Vaderlandsche Kust, terwijl de Bataafsche magt hoe moedig hoe dapper strijdende, te zwak was om toen der Britten overmagt perk te stellen.-
Wien herdenkt met mij niet aan de akelige denkbeelden welke dien dag voor onsen geest waarde, aan de Slingeringen tusschen vrees en hoop- aan het Smertelijk gevoel het dierbaar Vaderland ten prooij eener afgunstige Vijand te zien worden-
Hij die toen met een Laggende gelaat en vreugde in ’t aangezigt zig verheugen kon heeft geen gevoel van Vaderlandsche Liefde hoe ook anders zijne denkwijze zijn mooge want wat Edeldenkend mensch kan zich verheugen over de Rampspoed van anderen of het bittere genoegen smaaken om de lofzang zijner gevoelens op de ruine van zyn Vaderland zingen- dat dolle partijzugt zig zullen veroorlooven-
Hij die waarachtig zijn Vaderland en Evenmensch bemind, beide op het enkel denkbeeld van verwoesting-
Hoe beklemd waaren op dien Schikbaarende dag de harte der beminnenaare van hun Vaderland- En hoe onzeeker waaren wij op dit Eijland over de gevolgen!- dan eens scheen het geluijd van Kanon en Klein geweer te verwijderen- dan weder tot ons te naderen en dit duurden tot wij in den agtermiddag het noodlottig berigt ontfingen den vijand is in weerwil der Bataafschen dapperheid geland en is reeds meester van den Helder.
Hoe veel kleinmoedige hielden toen het Vaderland niet voor verlooren- en god weet hoe veel stille verzugtigen tot afweering der Oorlogsrampen toen hemelwaarts steegen.- alle vooruitzigt op ’t behoud der vastgestelde constitutie scheen vervloogen, alles scheen zig op dat tijdstip te vereenigen om den Brit te doen zeegenpraalen en de ondergang van ons dierbaar Vaderland te voltooijen!
Hoe bloede het Hart van elk regtgeaard Vaderlander, toen hij ’S Landvloot op den 28e Augustus de Reede zag verlaaten en naar de Vlieter zeijlen- en hoe treurig waar de bescherming van het binnenkoomen eener meenigte Vijandelijke scheepen wier aantal de Rhee in een bos herschiep.
Hoe aandoenlijk het gezugt wanneer den 30 Augustus de Engelsche oorlogsvloot in Linie van Batalje het oude Schild passeerden en de Coers na de Vlieter stelden. Een Toneel ’t geen nimmer uijt mijn geheugen gewischt zal worden, daar zulks den ondergang der Bataafsche Zeemagt voorspelden.
En ook waare onze wens Ydel geweest hadden wij ons zelven verwijten van Klynmoedigheid en ijdele vrees moeten doen en onze Vlootelingen met Laurier moeten kroonen! Hoe verheugd zoude wij in ’t midden der rampspoed geweest zijn- maar Helaas! de ondergang der Bataafsche vloot waar in het boek des noodlots onherroepelijk geschreeven! MijnEedige Vlootelingen, oproerig volk, zeedeloose verraaders! Hoe lijd ge thans reeds de straffe hier op stond- bij den Bataafsche zwerft gij afgezonderd van gade en Kroost-
Onder de mishandelingen van een volk dat hoe zeer het verraad beminnende, den verrader in hun ziel veracht.- dat uw knagend geweeten uw ten beul verstrekken.
Texelsche LandLieden- zal ik uw behoeven te herinneren hoe ontroerd gij waart toen gij uw Eijgendom uwe paarden en waagens tot gebruijk der Engelschen leeveren moest!
’T Waar men beloofde dagloonen en betaaling, maar hebt gij reeden op der Britten trouw te roemen? Is niet uw Eijgendom en belooning grootendeels weg gebleeven?
Dit Eijland door Engelsche Soldaaten bezet leed bij die gebeurtenis gode zij dank niet het allerminste- maar een zielsmertende onzekerheid omtrend het lot onzer Landgenooten naastbestaande en Vrienden- het dagelijks gebulder van ’t Canon- het zien opgaan van Brand en rook vergiftigde het genoegen van het Leeven en deed de menschen vriend als wasch voor de Zon verteeren.
Dan hoe wierd deese vrees vergroot- de smert vermeerderde toen op dingsdag den 10e September de verradelijke Vlootelingen tusschen de 3 en 4000 man sterk, op dit Eijland wierden aan Land gezet-
Wien yst niet op de herdenking aan dat Toneel aan ‘t akelig verschiet ‘t welk zig toen voordeed! Daar zij reeds bij hunne aankomst schrikkelijke bedrijgingen deeden en te Oosterend door plunderingen en roof hunne geaartheid deeden kennen.-
Wie uwer meedeburgeren zal ooit de woestheid vergeeten, toen bij een naderend gebrek de weinige rogge die nog overig was door de Commandant dier bende in beslag genoomen en voor hen alleen tot brood gebakken wierd, en de verkoop aan de burgers verboden aan die burgers welke meer dan 6 weeken dit volk moesten huijsvesten en verzorgen-
Ik heb thans Medeburgeren de voornaamste gebeurtenissen welke dit Eiland bizonder betreffen aangestipt – eene breedere optelling en ontvouwing achte ik onnodig wijl ze ons allen nog levendig in ’t geheugen legt-
Ik heb ze alleen maar even aangeroerd om uw bij deese gelegenheid te herinneren, welke Vrouwen en kinderen niet alleen van bestaan neering en bezittingen beroofd, maar die zelfs de gruwel! In de uiterste vertwyffeling al gillende den ontmenschte vijand vloeke daar deeze hunne liefste panden, vrouw mannen en kinderen op ’t schrikkelykst vermoorden.
Ach God- in welke diepste Elende zijn deese onze natuur en Langenooten verzonken- daar veele hunner van alles beroofd thans bij dit strenge saijsoen herom swerven, zoude wij mijne vrienden dan een ogenblik aarselen schoon zelve den eenen min den anderen meer het drukkende des oorlogs gevoelende om als dan een ieder door Edele mededeelzaamheid, die deerniswaardige ongelukkigen uijt de diepte der Elende te helpen opheffen, Immers mijne vrienden weldoen is onze bestemming en veredelt den mensch, en wanneer hebt gij betere geleegenheid om het zielverrukkend genogen van wel te doen te ondervinden dan nu daar gij uwe medeburgeren door de zelve oorzaaken welke uw zelve voor nog weijnig weeken zo van nabij bedrijgden ongelukkig geworden door ’t afstaan van een klijn gedeelte uwer behoudene bezittingen kunt helpen en redden-
Dat dan de milde hand der barmhartige en goedaadigen mensch te ondersteunen en de poogingen der Wetgeevende Vergadering ter verzagting uwer Elende kragt geeve-
Was het u niet genoeg nijdige nabuur onze vreedzaame oorden met verwoestende en buijtzoekende benden van uit Engeland te vervuilen, moest gij uwen Haat teegens dit gemeenebest zo ver drijven van ons ook woeste barbaaren uit het Noorden op het Lijf te werpen- of waar het oogmerk van die van dit alle volksverligting van de aarde uijt te roejen en ons weder tot de trap van onkunde der middelEeuwen terug te brengen.-
Russchen wier onmenschelijke daaden in den Zeevenjaarige oorlog in Pruijsschen bedreven en door de meesterlijke pen van archien bolds reeds bekend waaren en wier koelbloedige wreedheid in onze dagen aan de weerloose inwoonders der voorstad van Warschau uitgeoeffend, ons hier als minstens had kunnen eer zij herwaarts kwaamen-
Nooijt!- Nooijt! Zal de vriend van ‘t Menschdom- dien daad van Pit vergeeten eer het gestote van vermoorde onnoozelen Landslieden vrouwen en kinderen, zal een maal tegens hem getuijgen!
Zou ik meerder rampen opnoemen zou ik de brandstigtingen in Medenblik, in Enchuijzen en ‘t ongelukkig maaken van verblinde Inwooners opteslaan! Dit zou mij te verre verwijderen en de vreugde van deezen dag mogelijk verminderen.-
Eene Saamvereende magt van eeninge duijzende deeser Noordsche Woestelingen met een nog grooter aantal Britsche oorlogs benden, versprijde zich naar de gelukte landing op uwen vrijen grond- versterkte zig agter de Zijpsche Dijk in byna onverwinnelijke van waar zij in het hart des Lands dreijgden in te vallen! Dog den Bataafsche Krijgsman moedig op de Eer van zijn grooten Bontgenoot op zijde te streeven, deede wonderen van dapperheid, zij toonde met er daad niet ontaard te zijn van den alouden moed der Batavieren! Zij stonden voor Vaderland en Vrijheid- en door den dapperen won dat Franschen onderstand- behaalden zij den Zeegenpraal.-
Hoe onverwagts- hoe plotseling klonk ons de maar in d’ ooren: York heeft den vrijen aftogt verzogt- en den Generaal Brune heeft hem dit den 18 october 1799 op verneederende voorwaarden vergund-
Elk stond verstomd- de vriend van ‘t oude Bestuur meende hier in verborgenheeden te ontdekken en de aankleever der tegenswoordige order van zaaken juijchten van vreugde.
Ja Burgers den trotsche Brit ondersteund door den woesten Janmaat is door den Heldenmoet van Bataafsche en Fransche leegermagt in zijnen Loop gestuijt-
Aan de Boorden van den Theems en Neva mogen zij het verspillende der Engelsche schatten berekenen! Maar eenmaal zullen zij hen vervloeken die hun als werktuijgen gebruijkten om het schoonste Land van den aardbodem te verwoesten- dat Pit daar boove!
Eere zij intusschen aan uw Bataafsche en Fransche krijgslieden- de dag op welke den Grond van ‘t Bergerbosch met gevelde Russchen bedekt wierd en den Generaal Herman met zo veele zijner Landgenoten als Krijgsgevangenen in uwe hande vielen, zal Eewig in ’S Lands gedenkboeken vermeld worden en de nakomelingschap zal van uwe daaden spreeken gelijk wij van de Trompen de Ruijters en andere helden der verloopene Eeuwen doen.
Eer zij uw verbondene en voor een zelve zaak gestreedene hebbende Bataafsche en Fransche troupes neffens de gewapende Burgermagt welke het Zwaard aangorde ten bescherming van de Vaderlandsche Grond- vrijwillige Burgers zo lang de Slag van Castricum genoemd werd zal men ook van uwer moed getuijgen- en alle uwe schoone daaden zullen nog met Lof gedagt werden bij een dankbaar nageslacht- en zouden wij de nagedagtenis niet vereeren aan helden welke strijdende voor vaderland en vrijheid op ’t bed van eer gesneuveld zijn!- dit zij verre! Uw vergooten bloed zal het zaad der helden zijn Eeuwig- - Eeuwig blijven uw aandenken, bij ons in geheugen en in onze harten zal Ulieder nagedagtenisse steeds in Zeegeningen zijn-
Burgers van ’t Bataafsche gemeenebest door den dag welken wij daden vieren, van oude Vijanden verlost, vereend uw allen tot eenen Zin- tot een gevoelen, om de Staatsregeling getrouwelijk aan te kleeven en Vaderland en Vrijheid te behouden-
Laat de waare vaderlandsliefde aller harten vervullen- alle tweedragt en hatelijke factie zugt uijt uw midden geweerd worden- laat de Wet voor alle gelijk zijn-
Gehoorzaamheid aan de Wetten het Kennende uwer beredeneerde vrijheid en een opregte Broederschap en tot een gezin vereenen waarin ieders bedoeling zij de bevordering van ‘t heijl der Maatschappij-
Vierd dan deezen dag- den dag welke in de verlossing van uwe vijanden plegtig herinnert met een gepaste vrolijkheid- Juijgt met de redding des vaderlands uijt den jongste nood!- dat alle ongeregeldheeden welke de plegtigheid van deesen dag zouden kunnen ontluijsteren zorgvuldig geweerd worden wijl geen Maatschappij zonder bewaaring van order en rust bestaan kan-
Eijndelijk daar het Bataafsche volk bij het aanneemen der Staatsregeling verklaard heeft
Dat de Eerbiedige Erkentenisse van een albestuurend opperweesen den band der Maatschappij versterkt en ieder Burger ten sterkste door ’t Uijtvoerend bewind wierd aanbevolen om de dankerkentenissen der Natie aan dat opperweesen toe te brengen-
Zouden wij ons (ook zonder die aanbeveeling) aan de Snoodste ondankbaarheid schuldig maken, indien wij op deezen plegtigen dag aan uw albestuurend opperweezen onzen reijnsten dank niet toebragten!
Wij hebben weeder als in de daagen van ouds de blijken van uw weldadig albestuur in de verlossing des vaderlands moogen ondervinden- wij Erkennen dat zonder uwe hulp en bijstand allen verdeediging vrugteloos zoude geweest zijn- en brengen u met godsdienstige Harten het offer onzer dankbaarheid, daar gij ons voor de verdelging bewaard hebt en eene magt, sterker dan hen die ons verdedigden hebt doen ondervinden dat buijten uwer hulp alles ijdelheid is- schenk alle volkeren der aarde de zolang gewenschte vreede- wischt alle Partijzugt uijt aller harten en laat de verbrookene Eendragt wederkeeren en altoos op den Vaderlandsche grond bloejen tot in het laten nageslagt-

Komt mijn vaderlandsche Vrienden
Buijgt u dankbaar voor em neer
Orde- rust en deugdgezinden
Komt erkent hem voor u heer
Zweert gesterkt door zijn vermogen
Dat hij in zijn gunst u gaf
Voor zijn aldoordringend oogen
Bittre haat en wraakzugt af
Zweert met een opregt geweeten
Waar in Burgerliefde leeft
Te vergeeven te vergeeten
Al wat u beleedigd heeft
Zoekt eene Edele zelvs voldoening
In het doen van de Eerste stap
Tot de plegtige verzoening
Tot opregte broederschap
Zweert hoe men u aan mogt schennen
Wat zig teegen u verzet
Geene meesters ooijt te erkennen
Dan de godsdienst en de Wet
Zweert dat gij voor ’t recht zult spreeken
Voor oud vaderlandsche Deugd
Zucht tot vrijheid aan zult kweeken
In ’t gevoelig Hart der Jeugd
Dat gij schoon ge in Staatsgevaaren
Steund op Neerlands moeder macht
Van de Heer der Leegerschaaren
Uijtkomst overwinning wagt
Zweert wij alle zullen toone
(schoon zulks dwaas aan veele schijnt)
dat de braafste vrijheids zoonen
overtuijgde Christenen zijn.
N. Decker
Offerande aan ’t vaderland

K heb gesprooken

Aanspraak op den 19 December 1799 aan de Gewapende Magt

Triumf Bataven Triumf:
Deeze dag is gedenkwaardig
Dank het opperweesen, en de moed der Bataven
Uw dierbaar vaderland is gered
De Vianden hebben zijn grond moeten verlaten
Welk een heil! Welk een geluk!
Die wreedaards!!
Was den 27 Augustus jongstleden den dag dier verschrikkelijke Landing hun gunstig
Die van den 18e October daaraan is hun noodlottig-
Want toen moest hij op eene Laage wijse om eene genadige aftrek bidden
Nog den Engelsche of Russche overmagt
Nog in de Laffe verraadelyke overgave van ’S Lands vloot na vijands gepleegde Heerserijen- Barbaarsche en ontmenschte handel aan ongelukkig Bataafsche Inwoonderen waar
Onder het schenden van Vrouwen, Maageden en in brand steeken van dorpen-
nog zyne verregaande Moedwil waarvan mogelijk ook onder deeze Zaamegekomene meenigte, de eene min, de andere meer ondervinding had.
Kon de moed de Bataafsche en Fransche Republiquijnen doen verflauwen, of in hunne harten de minste vrees Veroorsaaken veel min de dapperheid en Kragten hunner onweerstaanbaare Vuijsten ontzenuwen.
Neen, een Republiquin fier op vrijheid- getrouw aan ’t Vaderland en Eed, vreese Vuur nog Staal-
Eere zij Uw o Helden! Die uwen roemvollen Leeven, niet te dierbaar agten om het opteofferen voor het geluk van zijn Vaderland-
Uw zij dus den Lof gewapende Magten voor uwe Trouw- voor Uwe Bravoure zo verre gij meede tot afweering der Vijand Uijttoog!
Of door U Waardig gedrag en Contenance der publicque rust en geconstitueerde Magten handhaafde en beveiligden-
Ga zo voort in zulke edele gevoelens! Laat de Eer U aanspooren tot nog meedere eugd- hier door word de braave Krijgsman en Burger, door zijn verbintenis aan de Republicq vereedeld- dan Vaderlandsche Liefde opgewekt en de vereeniging van allen tot eenen Zin tot een gevoelen omme de Staatsregeling aantekleeven, en het Vaderland in Vrijheid te behouden, zien wij daargesteld- wanneer Eendragt (zo als van Ouds) magt geeft- en eene Liefflijke Vreede door den Almagt aan Europa wedergegeven, deeze en allen anderen Lofwaardige bedoelingen op de gewenschte wijse bekroonen zal.
Hier toe geeve God- - de God onser Vaderen zijnen dierbaaren Zeegen tot ons aller Heijl en Voorspoed.-
Lang Leeve de Bataafsche en fransche Republicq!



Terug naar de vorige bladzij